Category, categorie: The Bible explained/De Bijbel uitgelegd: video
.
2 Kings 1-25 – The Bible from 30,000 Feet
.
2 Koningen 1-25 – De Bijbel vanop10000 meter
.
Skip Heitzig
.


.
.
.
.




.
.
.
Sceptici hebben telkens weer de vrouw gebruikt om het boek Genesis in discrediet te brengen als waargebeurde historische gebeurtenis. Triest genoeg waren de meeste christenen niet in staat om een adequaat antwoord te geven op deze vraag. Met als gevolg, dat de wereld denkt, dat christenen de autoriteit van de Bijbel niet kunnen aantonen, net zo min als van het christelijke geloof. En toch is er een antwoord op te geven. Maar aangezien de meeste kerken geen apologetiek leren, (dat is de leer van de geloofsverdediging) speciaal met het oog op Genesis, zijn veel kerkgangers niet “bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u is.” (1 Petr. 3:15).
.
.
Verdedigers van het evangelie moeten kunnen aantonen, dat alle mensen afstammen van één man en één vrouw (Adam en Eva), want alleen afstammelingen van Adam en Eva kunnen gered worden. Dus moeten gelovigen ervan overtuigd zijn, dat Kaïns vrouw een nakomelinge van Adam was. ( Het Bijbelgedeelte dat hier op slaat is Genesis 4:1-5:5 ).
.
.
.
Daarom, gelijk door één mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben (Rom. 5:12). We lezen in 1 Kor. 15:45 dat Adam de eerste mens was.De Bijbel stelt heel duidelijk, dat alleen de nakomelingen van Adam gered kunnen worden. Rom. 5 leert ons, dat we zondaars zijn, omdat Adam zondigde. De doodstraf, die Adam kreeg als oordeel over zijn opstandigheid, ging over op al zijn nakomelingen. Omdat één mens zonde en dood in de wereld bracht, hebben alle nakomelingen van Adam een zondeloos mens nodig om de straf te betalen voor de zonde en het oordeel van de dood te ondergaan.
.
.
.
God voorzag in een oplossing. Hij opende een weg om de mens te bevrijden uit zijn verloren staat. De zoon van God nam de menselijke natuur aan, toegevoegd aan zijn volle goddelijkheid. Hij wordt “de laatste Adam” genoemd (1 Kor. 15:45), omdat Hij de plaats innam van de eerste Adam. Hij werd het nieuwe hoofd en omdat hij zonder zonde was, was Hij in staat te prijs te betalen voor de zonde:
Want, dewijl de dood er is door één mens, is ook de opstanding der doden door één mens. Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. (1 Kor. 15:21-22).
Christus stierf op het kruis. Hij stortte zijn bloed want “zonder bloedstorting is er geen vergeving.” Hebr. 9:22. Daardoor kunnen degenen die spijt hebben van hun zonde en hun vertrouwen in zijn werk aan het kruis stellen, verzoend worden met God.
.
.
.
Zodoende was er slechts een man aan het begin—gemaakt uit het stof der aarde (Genesis 2:7).
Dit betekent ook, dat Kaïns vrouw een nakomelinge was van Adam.
.
.
.
In Genesis 3:20 lezen we, “En Adam noemde zijn vrouw Eva, omdat ze de moeder was van alle levenden.”
Eva werd gemaakt uit een rib van Adam (of zijde) (Genesis 2:21-24).
Ook lezen we in Genesis 2:20, dat toen Adam naar de dieren keek, hij geen hulp voor zichzelf kon vinden—er was er geen een van zijn soort.
Dit alles maakt het duidelijk dat er in het begin maar één vrouw was, Adams vrouw. Er waren geen andere vrouwen aanwezig, die niet van Eva afstamden.
.
.
.
Kaïn was het eerste kind van Adam en Eva, dat staat in (Genesis 4:1). Zijn broers, Abel (Genesis 4:2) en Set (Genesis 4:25), waren een gedeelte van de eerste generatie kinderen, die ooit op aarde geboren waren.
Hoewel slechts deze drie bij name vermeld staan, hadden Adam en Eva meer kinderen. In Genesis 5:4 staat dat Adam zonen en dochteren verwierf—”En de dagen van Adam, nadat hij Set verwekt had, waren achthonderd jaar, en hij verwekte zonen en dochteren.”
De Bijbel vertelt ons niet hoeveel kinderen Adam en Eva kregen. Het lijkt ons redelijk om aan te nemen, dat het er velen waren! Denk er wel aan, God had hen het bevel gegeven: “Weest vruchtbaar en wordt talrijk” (Genesis 1:28).
.
.
.
Als we nu echt puur afgaan op wat de Bijbel zegt, dan moesten in het begin broers met zusters trouwen, of er zou geen volgende generatie meer zijn geweest!
Er wordt ons niet gezegd wanneer Kaïn trouwde, maar het ding staat vast dat enkele broers bij de aanvang der geschiedenis met hun zusters zijn getrouwd.
De bedoeling van God was dat één man met één vrouw zou trouwen voor het leven (gebaseerd op Genesis 1 en 2). Het was in die begintijd geen ongehoorzaamheid aan God als naaste verwanten met elkaar huwden (zelfs broers en zusters).
Lang geleden huwde Abraham zijn halfzuster huwde. (Genesis 20:12). God zegende deze verbinding, want door Isaäk en Jakob werd het hele Joodse volk geboren. Pas 400 jaar later gaf God aan Mozes wetten, die zulke huwelijken verbood.
.
.
.
Vandaag de dag is het volgens de wet voor broers en zusters (en halfbroers en halfzusters) niet toegestaan om te trouwen, omdat de kinderen uit deze verbintenis een onacceptabel risico lopen om mismaakt te worden. Hoe meer de ouders aan elkaar verwant zijn, hoe groter het risico dat hun nageslacht afwijkingen zal krijgen.
Adam and Eva hadden geen opeenstapeling van afwijkingen. Toen de eerste twee mensen werden geformeerd, waren ze lichamelijk perfect. Alles wat God maakte was erg goed (Genesis 1:31). Maar toen de zonde in de wereld kwam (vanwege Adam—Genesis 3:6, Rom. 5:12), vervloekte God de wereld. zodat de perfecte creatie begon te degenereren.
Kaïn behoorde bij de eerste generatie kinderen. Hij, zowel als zijn broers en zusters, hebben geen imperfecte genen van Adam en Eva overgeërfd en de vloek op de schepping was nog maar minimaal doorgedrongen. In dat geval kunnen broers en zusters wel met elkaar huwen met Gods toestemming, zonder dat mogelijke afwijkingen in het nageslacht ontstaan.
In de tijd van Mozes, een paar duizend jaar later, zouden degeneratie fouten zich al hebben opgebouwd in het menselijke ras. Daardoor vond God het nodig om het broeder-zuster huwelijk ter verbieden (en tussen nauw verwanten) (Leviticus 18-20). Er waren destijds ook genoeg mensen op de aarde en er was dus geen dringende reden meer om binnen het gezin met elkaar te trouwen.
.
.
.
.
De nakomelingen van Kaïn en Abel waren erg intelligente mensen. Jubal maakte muziekinstrumenten zoals de harp en het orgel (Genesis 4:21), en Tubal-Kaïn werkte met koper en ijzer (Genesis 4:22).
Omdat men erg beïnvloed is door het evolutiedenken menen veel mensen vandaag de dag dat onze generatie de intelligentste is die ooit bestaan heeft op deze planeet. Moderne technologie is het resultaat van een opeenstapeling van kennis uit vroegere tijden. We staan op de schouders van hen die ons voorgegaan zijn.
Onze hersens hebben geleden van het 6.000 jaar ondergaan van de vloek sinds Adam. We zijn flink gedegenereerd vergeleken met mensen uit vele generaties voor ons. Aan de intelligentie van Adam en Eva en de inventiviteit van hun kinderen, kunnen we bij lange na niet tippen.
.
.
.
Vele Christenen proberen Genesis te interpreteren vanuit onze huidige situatie, veel meer dan de Bijbelse waarheid te aanvaarden van de veranderingen die ontstaan zijn door de zonde. Omdat ze hun wereldvisie niet bouwen op de Schrift, maar een seculiere manier van denken hebben aangenomen ten aanzien van de Bijbel, zijn ze blind voor simpele antwoorden.
Genesis geeft een verslag van God, die er was toen de geschiedenis een aanvang nam. Het is het woord van die Ene, die alles weet en Die een getrouwe getuige is van het verleden. Als we dus Genesis nemen als basis voor ons historische begrip, dan kunnen we de zingeving ontdekken van zaken die anders een mysterie voor ons zouden blijven.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
De kern van de Boeddha Dharma is uitgedrukt in de Vier Edele Waarheden. Het doel van deze waarheden is om een antwoord te geven op een concreet menselijk probleem: het lijden. Het leven bestaat immers uit allerlei vormen van lijden: pijn, verdriet, afgunst, haat, noem maar op. Zoals alle psychische fenomenen wordt ook het lijden verklaard door de wetten van de Dharma. Het proces van het voortdurend ontstaan en verdwijnen van gebeurtenissen heeft geen externe oorzaak, zoals een hogere macht, maar komt voort uit de opeenvolging der gebeurtenissen. De oorzaken van het lijden liggen vooral in de mens zelf. Dat betekent ook dat de mens er zich van kan bevrijden. De vier waarheden geven dit inzicht stapsgewijs weer.
.
1. Met ‘lijden’ (dukkha) wordt niet alleen lichamelijke en geestelijke pijn bedoeld. De term wordt eerder gebruikt voor de existentiële ervaring van levenspijn die ons kan overkomen vanwege de vergankelijkheid van het aardse bestaan. Ook vreugde en genot schenken ons geen blijvend geluk omdat ze van voorbijgaande aard zijn. Het leven is al met al een aaneenschakeling van onbevredigende ervaringen vol leed, zoals ontevredenheid, frustratie, onrust, angsten en fysiek lijden. Zowel de prettige, aangename als de pijnlijke, onaangename omstandigheden zijn vergankelijk (anicca).
.
.
.
De tweede Edele Waarheid bestaat uit het besef dat het lijden wordt veroorzaakt door onze begeerten of verlangens (tanha), ofwel door hunkering.
Deze hunkering kent drie vormen
1.Het verlangen naar zintuiglijke ervaringen
2. Manifestatiedrang
3. Vernietigingsdrang
De kern van dit verlangen (tanha) is dat we onszelf willen bevrijden van het lijden. Er ontstaat een soort paradijselijk verlangen naar een leven zonder angst en pijn. Dit hunkeren naar genot leidt tot een vicieuze cirkel waar we niet uit komen en tot een eeuwigdurende kring van wedergeboorten (samsara). Zo blijven we gebonden aan het rad van het leven, aan het geconditioneerde, afhankelijke bestaan.
De diepere oorzaak van het niet goed omgaan met onze begeerten, hunkeringen, verlangens is geworteld in onwetendheid (avijja): het niet of verkeerd begrijpen van de realiteit.
.
.
De derde Edele Waarheid is het besef dat we alleen verlost kunnen worden van het lijden wanneer we onze begeerten kunnen loslaten. Wanneer we door hebben dat ons begeren leidt tot een keten van gebondenheid aan en afhankelijkheid van een ego-zijnswijze, dan doorzien we dat ons begeren een valkuil is die ons ongeluk brengt in plaats van geluk. Wanneer we de illusie van onze egostrevingen begrijpen doorzien we dat het volgen van onze begeerten een verkeerde weg is. Dit inzicht kan ons vrij maken van begeerte. De vlam van de hartstocht zal uitgaan wegens gebrek aan brandstof. Verlossing van het lijden leidt tot verlichting (nirvana).
.
.
Het Achtvoudige Pad is het middel dat leidt tot het ophouden van al het leed. Het zijn acht levensadviezen die samen de vierde Edele Waarheid vormen.
Dit pad omvat een breed scala van raadgevingen en oefeningen:
1.de juiste inzichten (overeenkomstig de vier waarheden)
2.de juiste bedoelingen (het juiste denken: zonder bezitsdrang, wreedheid of boosheid)
3.de juiste woorden (het juiste spreken:geen leugens, roddels, laster of ruwe taal)
4.het juiste handelen (geen geweld jegens mensen of dieren, niet stelen, niet genieten ten koste van anderen)
5.de juiste levenswijze (een eerlijk en heilzaam beroep)
6.de juiste inspanning (inzet om het heilzame te bevorderen)
7.de juiste aandacht (alert zijn voor het hier en nu)
8.de juiste concentratie (op het hier en nu, of op een heilzaam object)
.
.
.
.
.
.
.
Orthoklaas behoort tot de veldspaat familie en is kleurloos, wit, geel- of oranjeachtig of rood. De steen is doorzichtig tot opaak met een glasachtige tot parelmoerglans. Een bekende variant is maansteen met een blauwachtig kattenoogeffect.
De naam van het mineraal orthoklaas is afgeleid van de Griekse woorden orthos (“recht”) en klasos, dat “breken” betekent.
Orthoklaas, het kaliumhoudende eindlid van de (albiet-orthoklaas) kaliveldspaat-reeks, is een zeer veel voorkomende veldspaat, in zowel intrusief als extrusief stollingsgesteente en in metamorf gesteente.
samenstelling: KAlSi3O8
hardheid: 6
dichtheid: 2,5-2,6
|
Orthoklaas
|
||
| Mineraal | ||
| Chemische formule | KAlSi3O8 | |
| Kleur | Kleurloos, groenig, grijsgeel, wit of roze | |
| Streepkleur | Wit | |
| Hardheid | 6 (per definitie) | |
| Gemiddelde dichtheid | 2,56 kg/dm3 | |
| Glans | Glasglans | |
| Opaciteit | Doorzichtig tot doorschijnend | |
| Splijting | [001] Perfect, [010] Goed | |
| Kristaloptiek | ||
| Kristalstelsel | Monoklien | |
Hieronder vindt u alle soorten onkruid die ons land kent. Een enorm groot overzicht maar netjes op alfabetische volgorde en met omschrijving. Veel succes met het herkennen en bestrijden van deze vaak hardnekkige planten.
Een van de meest algemene en bekende planten in ons land is het Madeliefje (Bellis perennis). De bladeren liggen in een rozet op de grond; ze zijn glanzend en ovaal tot spatelvormig. Aan de top zijn ze breed en rond, aan de basis lopen ze uit in een korte, brede bladsteel. De behaarde bloeistengel is bladerloos en eindigt in een enkele, rood aangelopen knop die uitgroeit tot een bloemhoofdje met talrijke witte straalbloempjes rond een kussentje heldergele buisbloempjes. Het wit is van onderen rood (soms ook aan de bovenkant enigszins rood).
Madeliefje bloeit vaak het hele jaar door, tot zelfs onder de sneeuw! Kinderen vlechten graag slingers van de bloemen. De kruisvaarders gebruikten de plant om wonden te genezen. Veel legenden zijn verbonden met het Madeliefje en het is een van de voorboden van de lente. In Engeland zegt men dat het geen lente is zolang je niet op twaalf madeliefjes tegelijk kan staan! Dat laatste geeft dan tevens aan in welke aantallen dit plantje kan voorkomen. Door de grondrozetten verstikt het het gras in het gazon en hoe lieflijk het plantje ook is, je kunt ook te veel van het goed hebben!




De inheemse leden van deze familie behoren tot de geslachten Reigersbek en Ooievaarsbek, die beide hun naam te danken hebben aan de lange snavel waarvan de vruchtjes zijn voorzien. Reigersbekken (Erodium) zijn te onderscheiden van Ooievaarsbekken (Geranium) doordat ze veervormig ingesneden of geveerde bladeren hebben, schermvormige bloeiwijzen met meestal drie tot negen bloemen en veel langere snavels. De wilde Geraniums moeten niet verward worden met de sierplanten uit het geslacht Pelargonium, die gewoonlijk – foutief – eveneens Geraniums worden genoemd.

gewone reigersbek

gewone reigersbek


gewone reigersbek

gewone ooievaarsbek




De onderste bladeren van de SLIPBLADIGE OOIEVAARSBEK (Geranium dissectum) staan twee aan twee op lange bladstelen en zijn diep ingesneden tot 5-9 slippen. Deze slippen zijn op hun beurt ook nog weer ingesneden. De vijf purperkleurige (soms roze) bloemblaadjes zijn gekerfd, zodat het lijkt alsof er tien zijn. Het is een een- of tweejarige plant, met dichtbehaarde stengels die vertakt zijn, waardoor het uiterlijk vaak nogal onregelmatig is. De bloeitijd is van mei tot en met september. Deze soort komt voor in Europa en West-Azië en verwilderd in Amerika. In ons land plaatselijk vrij algemeen op kleigrond, aan wegen en dijken. De aanwezigheid van deze plant wijst op een voedselrijke grond.
Alle Ooievaarsbekken zijn betrekkelijk goed bestand tegen selectieve onkruidbestrijdingsmiddelen. Zo nodig kan het best gespoten worden als de kiemplantjes nog klein zijn. Overigens zijn ze gemakkelijk voor wieden onder de duim houden.



slipbladige ooievaarsbek

ROBERTSKRUID (Geranium robertianum) is een plant met een aantrekkelijk uiterlijk. Gemakkelijk te herkennen door de ronde stengels, die sappig en behaard zijn, door de sterk verdeelde bladeren, die in de herfst eveneens rood kleuren en door de roze bloemen met vijf niet-ingesneden bloemblaadjes. De bloeitijd is van mei tot in de herfst. De hele plant heeft een sterke geur. Het is een een- of tweejarige plant met aan de basis vertakte stengels die 10 tot 50 cm lang worden. De tegenoverstaande bladeren hebben 3-5 slippen die aan de rand zijn ingesneden. Robertskruid komt voor in geheel Europa, in Noord- en Midden-Azië en in Noord-Amerika; verwilderd in Zuid-Amerika. In een groot deel van ons land algemeen op vochtige beschaduwde plaatsen, soms tegen muren.

robertskruid

klein robertskruid

robertskruid

De GEWONE REIGERSBEK (Erodium cicutarium) is een slordig groeiende plant met liggende, behaarde stengels. De violet-roze (soms witte) bloemen zijn naar verhouding groot en staan met meestal 5-7 bijeen in een schermpje. Van de bloembladeren hebben er gewoonlijk twee een donkere vlek aan de basis. De snavels van de vruchtjes hebben een lengte van 25-35 mm. De plant kan zowel een- als tweejarig zijn en wordt 8 tot 60 cm hoog. De geveerde bladeren variëren in lengte van 2 tot 20 cm. Ze zijn tegenoverstaand en de blaadjes waaruit het blad is opgebouwd staan afwisselend en zijn ook weer ingesneden. De bloeitijd strekt zich uit van april tot in de herfst. Inheems in Europa, Azië en Noord-Amerika. In ons land algemeen op zandgronden, vooral wanneer die rijk aan stikstof is.

gewone reigersbek

gewone reigersbek


gewone reigersbek
De PAARDENBLOEM (Taraxacum officinale) is ongeveer net zo algemeen als het Madeliefje maar heel wat lastiger. Aan de andere kant echter is de plant uitstekend te gebruiken in de keuken: hij bevat meer vitaminen A en C dan bijna elke andere groente of vrucht en de enigszins bittere bladeren verrijken iedere salade. Paardenbloem is verder ook een zeer heilzame plant: hij stimuleert de bloedsomloop, de lever, de spijsverteringsorganen en speciaal de nieren en de blaas.
Als tuinonkruid moet men er echter mee oppassen, want de plant neemt ongeveer driemaal zoveel ijzer uit de grond op als andere planten en ook koper en andere voedingsstoffen. Vandaar zijn waarde in een salade! Het is ook een slechte buur voor andere planten, doordat hij ethyleengas uitscheidt dat deze in hun groei belemmert. We kunnen de stoffen die hij uit de grond haalt ten nutte maken door de plant te composteren. Op die manier komen de ‘gestolen zaken’ weer in de grond terug, waar ondieper wortelende planten ze kunnen opnemen. Men kan van de plant ook een vloeibare meststof maken die op de bladeren van tuinplanten wordt gespoten en tegelijkertijd dient als afweermiddel tegen insecten.
De bladeren van de Paardenbloem met hun tandvormige slippen zitten in een grondrozet die groeit uit een al dan niet vertakte penwortel. De bloemen kunnen onder gunstige omstandigheden het hele jaar door verschijnen, maar de hoofdbloei valt in mei. De gele bloemhoofdjes staan afzonderlijk op een holle, onbebladerde, soms rode stengel, die een wit melksap bevat. Ze worden bezocht door een grote verscheidenheid aan insecten. Na de bloei ontstaan de bekende pluizenbollen, waaruit als men er tegen blaast de parachuutjes met daaraan de zaden tevoorschijn komen. De bloemhoofdjes openen zich ’s morgens tussen zes en zeven. Het verspreidingsgebied omvat het gehele gematigde en koude deel van het noordelijk halfrond. In ons land algemeen op allerlei plaatsen en alle grondsoorten.

paardenbloem

paardenbloem


PAPEGAAIEKRUID (Amaranthus retroflexus) is oorspronkelijk afkomstig uit Amerika, maar is tegenwoordig verspreid over bijna de gehele wereld. De stevige stengel, grijsgroen en dicht kortbehaard, is meestal vertakt, vooral aan de top. De voet van de stengels is vaak roodachtig. De hoogte van de plant varieert van 15 cm tot 1 m. De enigszins hangende bladeren staan afwisselend en zijn langgesteeld; ze zijn ruitvormig-eirond en naar de top en de voet enigszins versmald. De bladeren zijn behaard en hebben opvallende nerven, vooral aan de onderkant. Onder de kleine groene bloempjes zitten stijve, scherp gepunte schutblaadjes.
De bloemen vormen dichte aren in de bladoksels van 1-5 cm lang. De bloeistengel wordt bekroond door een dicht groepje van deze aren ter lengte van 5-20 cm. De bloeitijd is juli tot en met oktober. Papegaaiekruid bevat soms buitengewoon veel stikstofverbindingen, waardoor hij giftig is voor het vee. Varkens eten deze plant echter graag (vandaar de Engelse naam Pigweed ofwel Varkenskruid). In ons land is deze plant thans vrij algemeen, behalve in het noorden en in Zuid-Limburg.





