Tagarchief: verlichting

De leer van Boeddha : deel 2

Standaard

categorie : religie

.

.

De leer van de Boeddha is geen godsdienstige leer maar is in wezen een levensleer of religie. Het boeddhisme is geen godsdienst omdat de vraag of God of een hogere macht bestaat niet relevant is in het boeddhisme. Het boeddhisme is met andere woorden ‘non-theïstisch’. Het kan wel een religie worden genoemd omdat er naast een aantal praktische levensadviezen sprake is van metafysische en mystieke elementen. In dit document zijn een aantal begrippen van de leer van de Boeddha, de Boeddha Dharma, uitgelegd. Van de Vier Edele Waarheden is zowel een verkorte versie als een verdieping gegeven

.

.

boeddha-supertherapeut-en-levenskunstenaar-5-638

.

.

De Vier Edele Waarheden

.

De kern van de Boeddha Dharma is uitgedrukt in de Vier Edele Waarheden. Het doel van deze waarheden is om een antwoord te geven op een concreet menselijk probleem: het lijden. Het leven bestaat immers uit allerlei vormen van lijden: pijn, verdriet, afgunst, haat, noem maar op. Zoals alle psychische fenomenen wordt ook het lijden verklaard door de wetten van de Dharma. Het proces van het voortdurend ontstaan en verdwijnen van gebeurtenissen heeft geen externe oorzaak, zoals een hogere macht, maar komt voort uit de opeenvolging der gebeurtenissen. De oorzaken van het lijden liggen vooral in de mens zelf. Dat betekent ook dat de mens er zich van kan bevrijden. De vier waarheden geven dit inzicht stapsgewijs weer.

.

1. De Edele Waarheid van lijden


1. Met ‘lijden’ (dukkha) wordt niet alleen lichamelijke en geestelijke pijn bedoeld. De term wordt eerder gebruikt voor de existentiële ervaring van levenspijn die ons kan overkomen vanwege de  vergankelijkheid van het aardse bestaan.  Ook vreugde en genot schenken ons geen blijvend geluk omdat ze van voorbijgaande aard zijn. Het leven is al met al een aaneenschakeling van onbevredigende ervaringen vol leed, zoals ontevredenheid, frustratie, onrust, angsten en fysiek lijden. Zowel de prettige, aangename als de pijnlijke, onaangename omstandigheden zijn vergankelijk (anicca).

.

.

2. De Edele Waarheid van de oorzaak van lijden

.

De tweede Edele Waarheid bestaat uit het besef dat het lijden wordt veroorzaakt door onze begeerten of verlangens (tanha), ofwel door hunkering. 

Deze hunkering kent drie vormen

1.Het verlangen naar zintuiglijke ervaringen
2. Manifestatiedrang
3. Vernietigingsdrang

De kern van dit verlangen (tanha) is dat we onszelf willen bevrijden van het lijden. Er ontstaat een soort paradijselijk verlangen naar een leven zonder angst en pijn. Dit hunkeren naar genot leidt tot een vicieuze cirkel waar we niet uit komen en tot een eeuwigdurende kring van wedergeboorten (samsara). Zo blijven we gebonden aan het rad van het leven, aan het geconditioneerde, afhankelijke bestaan.

De diepere oorzaak van het niet goed omgaan met onze begeerten, hunkeringen, verlangens is geworteld in onwetendheid (avijja): het niet of verkeerd begrijpen van de realiteit.

.

.

3. De Edele Waarheid van het ophouden van lijden


De derde Edele Waarheid is het besef dat we alleen verlost kunnen worden van het lijden wanneer we onze begeerten kunnen loslaten. Wanneer we door hebben dat ons begeren leidt tot een keten van gebondenheid aan en afhankelijkheid van een ego-zijnswijze, dan doorzien we dat ons begeren een valkuil is die ons ongeluk brengt in plaats van geluk. Wanneer we de illusie van onze egostrevingen begrijpen doorzien we dat het volgen van onze begeerten een verkeerde weg is. Dit inzicht kan ons vrij maken van begeerte. De vlam van de hartstocht zal uitgaan wegens gebrek aan brandstof. V
erlossing van het lijden leidt tot verlichting (nirvana).

.

.

4. De Edele Waarheid van het pad dat leidt tot het ophouden van lijden


Het Achtvoudige Pad is het middel dat leidt tot het ophouden van al het leed. Het zijn acht levensadviezen die samen de vierde Edele Waarheid vormen.

Dit pad omvat een breed scala van raadgevingen en oefeningen:

1.de juiste inzichten   (overeenkomstig de vier waarheden)
2.de juiste bedoelingen   (het juiste denken: zonder bezitsdrang, wreedheid of boosheid)
3.de juiste woorden  (het juiste spreken:geen leugens, roddels, laster of ruwe taal)
4.het juiste handelen   (geen geweld jegens mensen of dieren, niet stelen, niet genieten ten koste van anderen)
5.de juiste levenswijze   (een eerlijk en heilzaam beroep)
6.de juiste inspanning   (inzet om het heilzame te bevorderen)
7.de juiste aandacht   (alert zijn voor het hier en nu)
8.de juiste concentratie   (op het hier en nu, of op een heilzaam object)

.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

Advertentie

De leer van Boeddha : deel 1

Standaard

categorie : religie

.

.

Pasteltekening van John Astria

.

.

Boeddha Dharma

.

De leer van de Boeddha is geen godsdienstige leer maar is in wezen een levensleer of religie. Het boeddhisme is geen godsdienst omdat de vraag of God of een hogere macht bestaat niet relevant is in het boeddhisme. Het boeddhisme is met andere woorden ‘non-theïstisch’. Het kan wel een religie worden genoemd omdat er naast een aantal praktische levensadviezen sprake is van metafysische en mystieke elementen. In dit document zijn een aantal begrippen van de leer van de Boeddha, de Boeddha Dharma, uitgelegd.

.

.

Ter inleiding

.

Het spirituele pad van het boeddhisme gaat heel concreet over het hier en nu. De staat van verlichting wordt in het boeddhisme wel omschreven als een ‘non-conceptuele’ staat van zijn, d.w.z. niet gebonden aan concepten, overtuigingen of geloof. Verlichting (Nirvãna) is de staat waarin de begeerten zijn uitgedoofd en men vrij is van gehechtheid aan illusies. Het houdt een totale onbevangenheid ten opzichte van ons denken in. Samsãra is de onverlichte staat, waarin we ons laten leiden door onze denkbeelden van wat ‘geluk’ is. Onze denkbeelden van geluk staan echter ons werkelijke geluk in de weg. Velen zoeken houvast in opvattingen (dogma’s) en geloofszekerheden. Het boeddhisme wijst ons echter op het belang van het volledig gewaar-zijn in het Hier-en-Nu. Het gaat er om bewust te leven, zodat we in het dagelijks leven ons elk moment gewaar zijn van het onderscheid tussen illusie (onze concepten waarmee we de werkelijkheid interpreteren) en werkelijkheid (het concrete zijn in het hier en nu). Het middel bij uitstek om ons te oefenen in het met aandacht aanwezig zijn in het ‘hier-en-nu’ is meditatie.

.

.

Dharma

.

Dharma (Pali: dhamma) is een centraal begrip in het boeddhisme; het wordt in verschillende betekenissen gebruikt.

  1. De kosmische wet die ten grondslag ligt aan onze wereld; vooral de wet van karmisch bepaalde wedergeboorte. Het leven bestaat uit een continu proces van veranderingen. Wij mensen zijn opgenomen in dit proces van verdwijnen en ontstaan. Een gebeurtenis vindt onvermijdelijk plaats als alle voorwaarden voor het ontstaan ervan aanwezig zijn. Iedere gebeurtenis is op deze manier het resultaat van een veelheid van voorwaarden. Zo’n voorwaarde wordt ook wel dharma genoemd. Zo’n dharma werkt (in combinatie met andere voorwaarden) mee aan het ontstaan van een ander dharma, dat op zijn beurt ook weer als voorwaarde dient. Zo is er sprake van een voortdurend proces van onophoudelijk opeenvolgende dharma’s. Dit proces betreft zowel de materiële wereld als ook alle psychische processen en gebeurtenissen en zelfs de ziel. Alle psychische fenomenen worden verklaard in termen van het proces van het voortdurend ontstaan en verdwijnen van psychische gebeurtenissen of dharma’s.  Dit veranderingsproces heeft geen externe oorzaak, maar komt voort uit de dharma’s zelf. Vergankelijkheid is dus een essentieel onderdeel van dharma’s. Alle nieuwe dingen dragen vanaf het moment van hun ontstaan de oorzaak van hun vernietiging in zich en verdwijnen dus weer onmiddellijk.
  2. De leer die de Boeddha formuleerde. De Boeddha herkende de kosmische wetten, die ‘universele waarheid’ bevatten, en heeft deze geformuleerd in zijn leer, de Boeddha Dharma. De dharma bestond dus al vanaf het begin der wereld, de Boeddha is de ontdekker ervan en heeft ze toegankelijk gemaakt voor zijn volgelingen. Bij zijn sterven zei de Boeddha dan ook tegen zijn trouwe volgeling Ananda: ‘Hoe zou wat geboren wordt niet sterven? Als de Gezegende is heengegaan denk je misschien dat je leermeester verdwenen is, dat je geen leermeester meer hebt. Dat is niet zo. De Dharma, de discipline en de beoefening die ik jullie heb onderricht zal je leermeester zijn als ik ben heengegaan. De dharma is volledig geopenbaard. Neem je toevlucht tot de Dharma. Elk van jullie moet de Dharma maken tot zijn eiland en geen andere toevlucht zoeken.’ (uit: De Boeddha, het verhaal van zijn leven). Een boeddhist neemt zijn toevlucht tot deze door de Boeddha geformuleerde leer. Dharma in deze betekenis wordt vaak met een hoofdletter geschreven uit eerbied voor de door de Boeddha geformuleerde leer.
  3. Gedragsnormen en ethische regels, bestaande uit shila en vinaya. Shila’s zijn de voorschriften (ethische richtlijnen) voor monniken en nonnen.
    De tien shila’s zijn:
    (1) zich onthouden van doden, (2) niet nemen wat niet gegeven is, (3) zich onthouden van verboden seksuele daden, (4) zich onthouden van onjuiste spraak, (5) afzien van het gebruik van bedwelmende middelen, (6) afzien van vast voedsel na 12 uur ’s middags, (7) vermijden van muziek, dans, toneel en ander vermaak, (8) afzien van het gebruik van parfum en sieraden, (9) zich onthouden van slapen in hoge, zachte bedden en (10) zich onthouden van omgaan met geld of andere waardevolle artikelen.
    De eerste vijf shila’s gelden ook voor boeddhistische leken; op bepaalde, bijzondere dagen houden zij zich aan de eerste acht shila’s.
    Vinaya is één van de drie delen van de tripitaka en bevat de regels en richtlijnen voor het gemeenschapsleven van monniken en nonnen.
  • Manifestatie van de werkelijkheid; elk voorwerp of verschijnsel is een manifestatie van de werkelijkheid en maakt als zodanig deel uit van de dharma.
  • Mentale inhoud, voorwerp van gedachte, idee. Hier worden weerspiegelingen van de realiteit in de menselijke geest bedoeld. Zo kan een voorwerp dat zich buiten ons bevindt in onze geest weerspiegeld worden als voorstelling of gedachte. Deze gedachteninhouden zijn tot ons gekomen via de zintuigen (zien, horen, ruiken, proeven en tasten) en door onze mentale bron. Uit deze laatste bron welt de stroom van mentale verschijnselen op, zoals gedachten, concepten, emoties, herinneringen, plannen, fantasieën, enz. Ze bevatten de zogenaamde mentale dharma’s, onze gedachtenstroom.

Wanneer we onze geest observeren, dan kunnen we zien dat de zintuigelijke waarnemingen èn de mentale dharma’s zich tegelijk en in combinatie op elk moment in onze mentale stroom bevinden. We horen geluiden, zien voorwerpen of mensen, ruiken de geur van de ruimte waar we ons in bevinden, proeven de smaak die zich op onze tong bevindt, ervaren de onderlaag waarop we staan of zitten, nemen onze mentale inhouden waar (gedachten, gevoelens, oordelen, enz).

Wanneer we meegezogen worden door (aspecten van) de mentale gedachtenstroom bevinden we ons in . Observatie kan ons echter bewust maken van dit alles. We kunnen er voor kiezen om de totaliteit van de mentale stroom met enige distantie te observeren en ons er niet mee te identificeren. Het kan dan gebeuren dat we de percepties en de mentale verschijnselen niet goed van elkaar kunnen onderscheiden. Er is dan een mengvorm van bewust-zijn en niet-bewust-zijn.

Onze waarneming van de werkelijkheid wordt daarbij gekleurd of vervormd door ons denken, door onze mentale inhouden. Met andere woorden: onze denkbeelden vermengen zich met zintuiglijke waarnemingen. Onze waarneming is dan niet helder, is gedeformeerd, gekleurd, ons ervaringsveld is mistig, de wolken van ons denken verhinderen het waarnemen van de heldere zonneschijn. Soms zien we de zon even door de wolken schijnen.

Door veel oefening (meditatie) kan een omvattend helder bewustzijn ontstaan, dat functioneert als ‘panoramisch bewust zijn’. Dan bevind je je in en is er helderheid van geest.

.
 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

Kundalini

Standaard

categorie : reiki en de aura

.

.

Kundalini, de slang stijgt op

.

Steeds meer mensen ervaren de een of andere vorm van spiritueel ontwaken. Het is mogelijk dat mensen daardoor extreme psychische reacties krijgen, en ten onrechte tot psychiatrisch patiënt worden bestempeld. Ook allerlei lichamelijke verschijnselen kunnen optreden, waardoor iemand eindeloos het medische circuit kan bezoeken zonder verbetering van de situatie. Bewustzijn en begrip ten aanzien van dit proces zijn nodig, om een luisterend oor te kunnen bieden aan degenen die het doormaken. 

.

.

.

.

 De bewustzijnskanalen

.

Nadi’s

.

Nadi’s  zijn kanalen waardoor bewustzijn stroomt. Via deze nadi’s stroomt zowel de vitale-als de mentale kracht door elk deel van ons lichaam. De 3 belangrijkste nadi’s zijn Ida, Pingala en de Sushumna.

Ida beheerst de mentale processen (de maan), terwijl Pingala staat voor de vitale processen (de zon). De Sushumna is het verticale kanaal voor het ontwaken van het spirituele bewustzijn, de kundalini.

De 3 hoofdnadi’s beginnen in de het stuitchacra. Van daaruit stroomt de Kundalini via de Sushumna naar boven, terwijl Ida en Pingala afzonderlijk links en rechts al stijgend elkaar kruisen. In de kruin ontmoeten de 3 nadi’s elkaar.

Ida en Pingala werken niet tegelijkertijd. Wij hebben neusgaten die afwisselend lucht inademen en zo de nodige levensenergie voorzien aan het lichaam. Bij de opening van het linker neusgat stroomt de maanenergie  en bij de opening van het rechter neusgat stroomt de zonneënergie. Onderzoeken hebben aangetoond dat bij het open linker neusgat de rechter hersenhelft geactiveerd is en bij het open rechter neusgat de linker hersenhelft.

.

.

.

.

Het ontwaken van de Kundalini

.

Onder begeleiding

.

Onderaan de ruggengraat zit een energiebron, voorgesteld als een slapende slang, 7 keer rond het stuitchacra gewikkeld. Deze energie kan door middel van yoga, meditatie en ademhalingstechnieken opgewekt worden. Dan klimt ze via de Sushumna omhoog tot bij het kruinchacra waar verlichting plaatsvindt. Er is een verbinding ontstaan tussen de hogere en de lagere dimensies van het bewustzijn.

.

Spontaan

.

Sommige mensen kunnen, los van enige spirituele oefening, ineens een sterke kundalini ervaring krijgen. Vaak is dat het gevolg van bepaalde gebeurtenissen uit een vorig leven. Zoiets wordt een ‘spontane kundalini-ontwaking’ genoemd.

Mensen die dit overkomt kunnen extatische ervaringen hebben waarbij de kundalini-energie onverwacht sterk gaat stromen. Bij een ‘spontane ontwaking’ kan deze energie echter ook heel vervelende ervaringen geven waarbij iemands energiesysteem ontregeld raakt. Begeleiding kan dan wenselijk zijn om het eigen leven weer meer in balans te brengen. Men is zich niet bewust van het verschijnsel van Kundalini waardoor verwarring optreedt.

.

.

.

.

De effecten van Kundalini

.

Als men de Kundalini-verlichting bereikt vergroot de intuïtie, opent het hartchacra zich en alles wat vroeger onbegrijpbaar was wordt plots duidelijk. Het zich bewust worden van zijn plaats in het universum en zijn taak op de wereld is voltrokken. Voor enkelingen wordt geloven getransformeerd naar weten. Men noemt dit zelfrealisatie of transcendentie.

Paranormale verschijnselen kunnen plaatsvinden, men is zich volledig bewust van een onzichtbare werkelijkheid. Kundalini ontwaken is niet iets fictief, het is een proces dat wetenschappers kunnen opnemen en meten.

Het is niet aan te raden op eigen houtje te experimenteren met Kundalini. De losgekomen energie heeft een te grote invloed op elk facet van het mens zijn, zeker op het psychologisch vlak. Zonder begeleiding kan de transformatie van nacht naar dag zeer geweldig zijn.

De kundalini-energie werkt door op zowel het lichamelijke, het emotionele-, het mentale als het spirituele leven. Bij grote veranderingen in iemands leven zal het kundalini-energiesysteem doorgaans extra actief zijn en meehelpen deze veranderingen te realiseren.

.

.

.

.

Kundalini Yogaeawsdq

.

Kundalini yoga bestaat uit een systeem van oefeningen om beheersing te verkrijgen over geest en lichaam.Het is een fysieke yogavariant die voor het grootste deel bestaat uit de oefening op lichaamshoudingen en ademhalingstechnieken. Kundalini yoga bestaat voornamelijk uit niet-bewegende lichaamshoudingen gerelateerd aan meditatie.

Kundalini yoga is vooral een middel om te onthaasten of stress te verminderen. De technieken hebben ook een gunstig effect op het zenuwstelsel, de klieren en andere belangrijke organen.

Levenslessen:

  • Geniet van het huidige moment, het hier en nu.
  • Het laten gaan van stress en een stap terugnemen: de frustraties van het dagelijks leven relativeren.

Gevolgen voor de geest:

  • Het achter zich laten van emotionele spanning.
  • Versoepeling van het zenuwstelsel:  het verminderen van stress, angsten en depressies.
  • Psychosomatische problemen verdwijnen geleidelijk.

Gevolgen voor het fysieke:

  • Vermindert de druk op de buik, de ademhaling wordt rustiger en de spieren van de nek en rug worden soepeler.
  • Een betere flexibiliteit van de gewrichten en wervelkolom met als gevolg dat de spanning in het zenuwstelsel verminderd.
  • Het versterken van de spieren.
  • Verbeterde bloedstroom in bepaalde delen van het lichaam.
  • Stimulering van endocriene klieren zoals de alvleesklier en de bijnieren.
  • Stimulatie van alle organen en ingewanden.

.

.

.

.

Bronnen en referenties:

* het chacra werkboek-het chacrasysteem als sleutel tot kennis en geestelijke groei-Anodea Judith.

* Kundalini, goed omgaan met het innerlijke vuur-Denish Dutrieux.

.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

Ludwig van Beethoven

Standaard

categorie : beroemde mensen 

.

.

Beethoven: componist van de Romantiek

.

Ludwig van Beethoven is één van de grootste componisten allertijden. Hij krijgt een muzikale opvoeding in Bonn, en vertrekt later naar Wenen, waar hij zijn hele leven verblijft. Beethoven laat zich inspireren door de ideeën van de Duitse Romantiek. De opvoering van zijn Negende Symfonie is een absoluut hoogtepunt in de geschiedenis van de muziek.

.

.

.

.

Het vroege leven van Beethoven

.

Ludwig van Beethoven wordt geboren op 16 of 17 december 1770 in een huis aan de Bonngasse nummer 18 in Bonn. Zijn geboortedatum is niet zeker. Wel is duidelijk dat hij is gedoopt op 17 december en dat het in katho-lieke kringen in die tijd verplicht was een pas geboren kind binnen vierentwintig uur te laten dopen. Beethoven kwam uit een Vlaamse familie die zich halverwege de achttiende eeuw in Bonn had gevestigd. Zijn vader, Johann van Beethoven, was beroepszanger aan het hof van de keurvorst van Keulen. Zijn moeder, Maria Magdalena kreeg voor en na de geboorte van Ludwig enkele kinderen die al vroeg stierven. Zijn twee jongere broers, Caspar Karl en Nikolaus Johann groeiden gezond op.

.

Beethoven als wonderkind

.

Beethoven groeide op in een muzikale familie. Zijn vader verdiende zijn geld met zingen, en ook zijn grootvader was muziekleraar geweest. Johann was een hardvochtige vader die de jonge Ludwig dwong om piano te leren spelen. Aan deze brute opvoeding hield Ludwig zowel muzikale discipline als argwaan tegenover menselijke mo-tieven over. Johann presenteerde zijn zoon graag als wonderkind, naar het model van Mozart, die al op zesjarige leeftijd optrad voor de Europese vorstenhoven. Beethoven gaf op 26 maart 1776 een concert in Keulen, maar werd door het publiek niet als wonderkind beschouwd.

.

Opleiding

.

Beethoven ging na dit optreden naar de Latijnse school, waar hij niet bijzonder goed presteerde. Hij ontwikkelde wel steeds meer interesse voor de piano en ging steeds meer improviseren in de muziek. Daar blonk hij het mees-te in uit. Hij oefende zich ook in vioolspelen en nam op eigen initiatief muziekles bij de organisten van Bonn. Hij kon nu op het orgel spelen van kapellen en kathedralen en speelde hoorn. Rond zijn tiende jaar ging hij zijn im-provisaties opschrijven. De muziekleraren hadden oog voor Ludwigs talent, en haalden hem van school. In de ja-ren die volgden, kreeg hij les van Christian Gottlob Neefe, de plaatselijke hoforganist.

Beethoven hield zich vooral met muziek bezig in zijn jonge jaren. Hij mocht al snel invallen voor Neefe, en werd opgenomen in de muzikale gemeenschap van Bonn. In 1787 overleed Ludwigs moeder, waardoor hij angstig en depressief werd. De rijke weduwe Hélène von Breuning nam hem onder haar hoede. Zij maakte deel uit van de hoogste culturele kringen in Bonn. De jonge Ludwig werd de pianoleraar van haar vier kinderen en leerde hier o-ver zaken die hij door zijn korte schooltijd gemist had. Hij leerde over de schoonheid van de Duitse literatuur, de lyrische poëzie, geschiedenis en natuurwetenschap. Even later behaalde hij een graad in de Wijsbegeerte aan de nieuw gestichte universiteit van Bonn. De waardering voor de mooie Duitse literatuur zou later in zijn werk nog terugkomen.

.

.

.

.

Verhuizing naar Wenen

.

Aan het einde van de achttiende eeuw was Wenen de politieke en culturele hoofdstad van Centraal  Europa. Hoe-wel het een kleine stad was –er woonden slechts 250.000 mensen- had het geheel een metropolitische uitstraling. Door de centralisatiepolitiek van Maria Theresia en Joseph II was de administratie van de stad en de omliggende gebieden van het rijk in Wenen gevestigd. Dat betekende dat een derde van de bevolking ambtenaar was. Maria Theresia en Joseph II hielden een sombere, en zelfs ascetische leefwijze aan die weerspiegeld werd in hun politiek.

Er werd nauwelijks geïnvesteerd in het culturele leven, waardoor deze taak door de adel van Wenen werd overge-nomen. De stad kende een aantal belangrijke adellijke families die hun tijd doorbrachten met concertbezoeken, theatervoorstellingen, wandelingen, bals en andere evenementen. Dankzij de grote interesse in muziek was de stad een trekpleister voor componisten en pianoleraren. Beethoven kwam op 10 november 1792 in Wenen aan. Hij huurde een piano en leerde dansen, om zo te kunnen  integreren in de aristocratische kring.

.

Componisten in Wenen

.

Beethoven was al eens eerder in Wenen geweest om een bezoek te brengen aan Mozart. Er wordt gezegd dat de twee elkaar ontmoet hebben, maar dat is niet zeker. Ze zouden muziek gespeeld hebben voor elkaar, en Beet-hoven zou over Mozart hebben gezegd dat zijn werk ‘hakkerig’ was. In werkelijkheid was Mozart op dat moment druk bezig met het componeren van zijn opera Don Giovanni. Beethoven zelf kreeg te horen dat zijn moeder ern-stig ziek was, en haastte zich terug naar Bonn. Toen Beethoven later opnieuw in Wenen arriveerde, was Mozart al overleden. Een andere beroemde inwoner van Wenen was de componist Haydn. Ludwig nam les bij hem, maar de twee konden het niet met elkaar vinden. Beethoven vond dat hij weinig leerde, en Haydn had weinig interesse in hem. Zijn eerste openbare concert in de stad gaf hij op 29 maart 1795 in het Burgtheater.

.

.

Wenen kohlmarkt 18 e eeuw

.

.

Mozart

.

.

Haydn

.

.

Verlichting en Romantiek in Europa

.

Beethoven had al kennis gemaakt met de Duitse literatuur van zijn tijd. Hij had bijzonder veel waardering voor de schrijvers Goethe en Schiller. Deze auteurs behoorden tot de literaire stroming van de Duitse Romantiek. Beet-hoven zou hun werk later gebruiken in zijn muziekstukken. De romantiek was een reactie op de Franse verlichting, die in Europa veel opschudding had veroorzaakt.  Het verlichtingsdenken was gericht op democratisering en ge-lijkheid, en leidde in 1789 tot de Franse revolutie, waarbij het Franse koningshuis op gewelddadige wijze ten val werd gebracht.

In Duitsland en Oostenrijk werd met afgrijzen gereageerd op de ontwikkelingen in Frankrijk. De adel vreesde te-recht voor de komst van de revolutionairen uit Frankrijk. In intellectuele kringen vond men de Fransen overdreven gewelddadig. De revolutie vormde ook voor Beethoven een bedreiging, aangezien hij leefde in de kringen van de Weense aristocratie. Beethoven was democratisch gezind, maar dreigde toch persoonlijke geraakt te wor-den van de revolutie. Hij vond zijn antwoord op de ontwikkelingen in de Duitse Romantiek.

.

De Duitse Romantiek

.

In de literaire kringen van Berlijn en Jena ontstond in 1797 de Duitse Romantiek. Deze intellectuele beweging werd gevormd door schrijvers als August Wilhelm Schlegel, Schelling en Novalis. Zij wilden, net als de verlich-tingsdenkers en revolutionairen ook de maatschappij veranderen, maar streefden naar een samenleving die meer esthetisch dan politiek was. Ze vonden het verlichtingsdenken kil en te rationeel. Er was geen ruimte meer voor emoties, of voor de natuur en de plek van de mens daarin. De verlichting had God vervangen door de rede, maar maakte daardoor van de rede zelf een nieuwe, strenge god.

Een te rationeel wereldbeeld zou tot nihilisme leiden, en de mens zijn plek in de natuur en in de maatschappij ontnemen. Tegenover deze strengheid en ontheemding streefden de romantici naar een herwaardering van de natuur. De sleutel naar de vrijheid was niet langer de politiek, maar de kunst. De esthetische staat werd het ideaal van de romantici. Immers, als de wereld zelf een kunstwerk werd, zou de mens daarin zin en betekenis vinden.

.

.

Natuur is belangrijke Inspiratie. het gaat om persoonlijk gevoel !!

.

.

Friedrich Schiller

.

Eén van de bekendste romantici is de filosoof en dichter Friedrich Schiller. Zijn boek Brieven over de esthetische opvoeding van de mens is één van de belangrijkste werken van de romantiek. Op bevlogen wijze schrijft Schiller dat hij geen heil meer ziet in de politiek, en dat alleen de kunst tot vrijheid zal leiden. Schiller staat bekend om zijn nadruk op het ‘spel’ van de kunst. Daarnaast is hij bekend van zijn gedicht Ode aan de Vreugde, een werk dat later door Beethoven nog beroemder zal worden gemaakt.

.

.

friedrich_schiller

.

.

Johann Wolfgang von Goethe

.

Schiller was zijn leven lang bevriend met de Duitse schrijver Goethe. Zijn werk Het leiden van de jonge Werther wordt gezien als een klassieker van de Duitse romantiek. In dit werk verlangt de jonge Werther hevig naar een onbereikbare liefde en pleegt uiteindelijk zelfmoord. Hoewel Goethe in de beginjaren sympathie had voor de ro-mantici, ging hij zich er later meer van distantiëren. Hij vond dat sommige romantici teveel geobsedeerd waren door de ik-cultus. Bovendien ambieerde hij wel een belangrijke rol in de politiek, iets waar de meeste romantici niet meer in geloofden.

.

.

Johann_Wolfgang_von_Goethe_(Josef_Stieler)

.

.

Beethoven en de romantiek

.

Beethoven had veel belangstelling voor het werk van Goethe en Schiller. In 1809 werd hij uitgenodigd om de mu-ziek te componeren bij een toneelstuk van Goethe, Egmont. Het hoftheater van Wenen had besloten om twee producties te programmeren: Schillers Wilhelm Tell en Goethes Egmont. De muziek bij Schillers stuk werd gecomponeerd door Gyrowetz.

.

De Negende Symfonie

.

Eén van de absolute hoogtepunten in de geschiedenis van de muziek, is de opvoering van Beethovens Negende Symfonie. Hij was in 1816 al begonnen aan het stuk, maar maakte het pas rond februari 1824 af. Deze legen-darische symfonie werd voor het eerst opgevoerd op 7 mei 1824 in het Kärntnertortheater in Wenen. De zaal zat tot de nok toe vol en de verwachtingen van de beroemde componist waren hoog. Beethoven was echter zelf niet de dirigent. Het ging al enige tijd niet goed met zijn gezondheid, en hij had last gekregen van geruis en gepiep in zijn oren. Dit leidde er uiteindelijk toe dat hij volledig doof werd.

Tijdens de opvoering van de symfonie stond Beethoven naast de dirigent. Het publiek was razend enthousiast en gooide met hoeden en zakdoeken. De onrust was zo groot, dat zelfs de politie eraan te pas moest komen. Ludwig kon het applaus niet horen, maar draaide zich om, zodat hij, tot zijn grote vreugde, de mensen kon zien klappen.

.

Ode aan de Vreugde

.

Het thema van de symfonie kon niet toepasselijker zijn. De vreugde van het publiek en de componist was gewel-dig groot. Voor het stuk had Beethoven een tekst gebruikt van Schiller, genaamd Ode aan de Vreugde. Het werd gezongen als koorfinale in een verder instrumentaal stuk. Het thema van de vreugde, de prachtige muziek en het romantische ideaal maken het stuk tot één van de meest gewaardeerde kunstwerken ooit. Het werd dan ook in 1972 gekozen als volkslied door de Raad van Europa. In 1985 werd het officieel het volkslied van de Europese Unie.

.

.

Ode1

.

.

Het afscheid van Beethoven

.

Beethoven was de laatste jaren van zijn leven regelmatig ziek. Hij had mogelijk in 1796 al tyfus opgelopen. Eind 1826 kreeg hij een longontsteking die hij nog te boven kwam. Hoewel het met zijn gezondheid bergafwaarts ging, bleef hij componeren zolang hij kon. In december werd er geelzucht en waterzucht (een levensbedreigend oedeem) geconstateerd. Beethoven bleef nog drie maanden ziek. Hij ontving nog vele vrienden en kennissen uit zijn tijd in Bonn en Wenen.

De mensen waren begaan met zijn lot en hij ontving mooie cadeaus. Op 26 maart 1827 overleed de grote com-ponist om vijf uur ’s middags, op dezelfde datum en tijd als waarop hij zijn debuut als wonderkind had gemaakt. Drie dagen later werd het lichaam van Beethoven vanaf de binnenplaats van het Schwarzpanierhaus naar het kerkhof gebracht. De kist werd gevolgd door een lange stoet mensen. Naar schatting liepen er tussen de tiendui-zend en dertigduizend mensen mee.

.

.

voorpagina openbaring a4

.

.

pijl-omlaag-illustraties_430109

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

Lanto, Chohan van de tweede straal

Standaard

categorie : reiki en de aura

 

 

 

Lanto

.

.

Lanto is de Heer van de 2e, goud-gele straal van Goddelijke

 

wijsheid,verlichting en spirituele groei.

 

 

 

.

Deze straal correspondeert met de kruin chakra die het instrument van het Christusbewustzijn is. Lanto vertegenwoordigt de Goddelijke vlam der wijsheid, zelfkennis, zelfstudie, Goddelijke bewustzijn,verlichting en onderscheidingsvermogen. Lanto was vaak in China gereïncarneerd, waar hij zich bezig hield met de vlam van verlichting. In zijn leven als de Hertog van Chou was hij de goeroe van Confucius geweest. Rond 500 voor Christus heeft Lanto zijn Ascension behaald.

Op het pad van de 2de straal leert de ziel door middel van de kruin-chakra de wijsheid van het heilige woord, de Logos op te nemen. Je leert hoe je de innerlijke kern van de ziel kan bereiken en de mensen eromheen van maya, illusie, afgoderij en materialisme te bevrijden. Dit pad leidt de volgeling in de perfecte vibraties van het Christus bewustzijn en helpt een spirituele zoeker de verbinding te herstellen tussen de ziel en haar Hogere Zelf.

Het etherisch retraite verblijf van Lanto is op de Grand Teton in Wyoming gevestigd . Als de chohan ofwel de Heer van de 2e straal, heeft Lanto ontelbare legioenen engelen van de goude straal van verlichting tot zijn beschikking. Het opperhoofd van de engelen van verlichting en Goddelijke wijsheid is aartsengel Jofiel.

 

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

Yoga : De zonnegroet

Standaard

categorie : yoga en meditatie

 

 

 

Een yoga stretchoefening als opwarming

 

 

zonnegroet, yoga

 

Als je regelmatig pijntjes tijdens het zitten ervaart kan het helpen om voorafgaand aan de meditatie eerst wat yoga oefeningen te doen. Yoga en meditatie gaan goed samen. In klassieke yoga zijn fysieke oefeningen slechts een fase in het pad naar verlichting. De zevende stap in het pad van een yogi is meditatie. Yoga oefeningen helpen niet alleen tegen pijntjes, maar zorgen er ook voor dat de geest tot rust komt. Erg handig als je gestrest bent en wilt gaan mediteren. De zonnegroet is een hele bekende yogaoefening die bijzonder geschikt is voor het opwarmen van de spieren en het tot rust brengen van de geest.

 

 

zonnegroet

 

.

De Zonnegroet

 

De Zonnegroet is een uitstekende opwarmoefening die onze spieren losmaakt en stijfheid in de gewrichten doet verdwijnen. De zonnegroet is een elegante opeenvolging van bewegingen, bestaat uit twaalf posities en behandelt het hele lichaam. Elke houding is een tegenbeweging aan de vorige positie. Het lichaam wordt op verschillende manieren gestrekt en we gebruiken actief onze ademhaling.

Als je deze oefening elke dag zou doen zou je de flexibiliteit van de ruggengraat vergroten en een strakker figuur krijgen. Wanneer je de oefening als voor- bereiding op de meditatie doet is het aan te raden een niet al te hoog tempo vast te houden. Het is niet de bedoeling dat we uitgeput en bezweet gaan mediteren. Probeer elke houding zo perfect mogelijk uit te voeren en doe de zonnegroet minimaal twee keer in zijn geheel om voldoende effect te sorteren.

 

 

1 Sta rechtop. Plaats je handen tegen elkaar voor de borst in bidpositie. Ontspan en adem uit.

2 Adem in. Strek je armen boven je hoofd uit. Houd de benen recht en buig achterover vanuit de borst en bovenrug.

3 Adem uit. Buig naar voren en totdat je handen de vloer of je onderbenen raken. Hou benen zo gestrekt mogelijk.

4 Adem in. Breng het rechterbeen naar achteren en houdt de knie op de vloer. Hou het bovenlichaam ietwat hol. Kijk naar voren, beide handen hangen los naast je en ontspan.

5 Adem uit. Breng het andere been naar achteren. Je staat op handen en tenen in lijn met de vloer en kijk ook naar de vloer.

6 Adem in. Beweeg je lichaam naar de grond, vanuit de knieën naar het voorhoofd toe, terwijl de heupen en onderbuik omhoog blijven

7 Adem nog steeds in. Strek de armen. Laat de heup zakken. Richt het bovenlichaam vanaf het middel omhoog. Buig naar achteren en kijk omhoog. Benen liggen naast elkaar.

8 Adem uit. Til je lichaam in de vorm van een driehoek. Het hoofd hangt naar beneden en de armen en benen zijn gestrekt

9 Adem in. Stap met je rechtervoet in en naar voren. Beweeg de linkerknie naar de grond. En kijk net zo op als in positie 4

10 Adem uit. Breng het andere benen naar voren, terwijl je handen nog steeds de grond raken. Strek de benen en hang voorover als in positie 3.

11 Adem in. Strek de armen recht boven het hoofd uit. Buig achterover net als in positie 2.

12 Adem uit. Keer terug naar de beginpositie.

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

 

Het Boeddhisme.

Standaard

categorie : religie

 

 

 

symbool boeddhisme

symbool boeddhisme

.

 

 

Ontstaan

 

Ontstaan als reactie op en hervorming van het hindoeïsme. Het boeddhisme wijst het hele hindoeïstische goden-pantheon af en is daarmee geen godsdienst in de strikte zin van het woord. Het kastensysteem en priesterbemiddeling worden afgewezen. Heilige boeken worden niet erkend en dus is er ook geen taak meer voor het Sanskriet. De kringloop der wedergeboorten kan op eigen kracht worden doorbroken waarmee het Nirwana binnen het bereik komt.

 

 

toestand van Nirwana

toestand van Nirwana

 

.

 

De stichter

 

Anders dan het hindoeïsme gaat het boeddhisme terug op een historische stichter, Sidharta Goutama. Hij werd geboren 560 v.C., als zoon van een rijk stamhoofd, huwde een weduwe en had bij haar een zoon. Op 29-jarige leeftijd kwam hij in een ernstige religieuze crisis, verliet huis en haard en probeerde eerst door een strenge ascese en zelfkastijding een oplossing te bereiken.

Na zes jaar aldus geleefd te hebben en na een periode van 49 dagen van eenzame meditatie kwam de verlossing in de vorm van de verlichting. Gautama werd tot Boeddha (= dé Verlichte) en daarmee tot het centrum van de mensheid en zijn geschiedenis. Boeddha verzamelde een groep monniken om zich heen aan wie hij zijn (mondeling) leer doorgaf.

.

 

Gautama Buddha

Gautama Buddha

 

 

 

De leer

 

Boeddha leerde aan zijn volgelingen de volgende vier waarheden:

(1) Leven is lijden

(2) De oorzaak van het lijden is het verlangen of de begeerte.

(3) Het verlangen moet worden overwonnen.

(4) Het geëigende middel daartoe is het achtvoudige pad.

Het achtvoudige pad geeft, in een opklimmende reeks, een leidraad voor het leven:

(1) het juiste pad,

(2) de juiste doelstelling,

(3) het juiste woord,

(4.) het juiste gedrag (niet stelen, niet doden),

(5) het juiste middel voor het levensonderhoud,

(6) de juiste inspanning (wilskracht, training),

(7) het juiste bewustzijn (kennen van de drijfveren) en tenslotte

(8) de juiste meditatie.

 

.
Wie de uiteindelijke verlichting bereikt, geniet het Nirwana, enerzijds beschreven als een staat van grootste volheid maar anderzijds ook als een staat van volledige leegte. De centrale levensfilosofie is dat het bestaan eigenlijk een illusie is (wanneer de materiële vorm zich voegt bij het gevoel ontstaat er een idee dat zich verdiept tot het bewust zijn van iets en dat laatste brengt voor een ogenblik de illusie van het bestaan voort).

In zijn zuiverste vorm laat het geen ruimte voor aanbidding aangezien er geen wezen is tot wie de aanbidding kan worden gericht. In latere ontwikkelingen is hierop toch ten dele teruggekomen.
Anders dan het hindoeïsme is het boeddhisme overtuigd het ‘goede nieuws’ voor de gehele mensheid te zijn. Het is dan ook zeker in de beginperiode sterk missionair geweest.

 

 

Ontwikkeling

 

Nadat Boeddha zijn monniken zijn lering had bijgebracht, volgde een voorspoedige start van het boeddhisme. Na enige tijd ontstond de behoefte toch de leer in geschriften te formuleren. Er werden concilies gehouden. In 300 jaar bereikte het boeddhisme heel India (de onderlaag blijf het hindoeïsme trouw).

Honderd jaar later breidde het zich uit over Sri Lanka, later over China waar het de cultuur diepgaand beïnvloed heeft. Rond het begin van onze jaartelling bereikte het boeddhisme Japan en Korea waar het zich mengde met de plaatselijke shinto. In Tibet kreeg het boeddhisme een geheel eigen vorm (het tantrisme).

Rond 900 na Chr. volgde een teruggang en won het hindoeïsme althans in India weer vrijwel alle terrein terug (pas in deze eeuw is er weer sprake van een kleine opleving van het boeddhisme in India).
Recent is vooral het zen-boeddhisme in het westen bekend geworden. Van de meditatievormen is met name de Yoga buiten het boeddhisme populair (en in sommige katholieke kloosters gepraktiseerd).

 

 

Heilige boeken

 

Het boeddhisme is een ‘godsdienst’ zonder heilige geopenbaarde boeken. Wel zijn de leringen van de Boeddha in later tijd vastgelegd. In de loop van de tijd is aan de overlevering over het leven en de leer van Boeddha veel toegevoegd. De teksten werden alleen in de kloosters bewaard en zijn in de meeste gevallen met de invallen van de islam verloren gegaan. Een reconstructie van de leer in zijn meest oorspronkelijke vorm is daarom echter niet goed mogelijk.

 

 

De leefregels

 

De leefregels volgen uit de opgaven van het achtvoudige pad. In de oorspronkelijke vorm van het boeddhisme is de mens sterk op zichzelf betrokken. Maar men mag de naaste geen schade berokkenen. De boeddhist zal overdaad mijden. Het is aan te bevelen een kortere of langere tijd als monnik te leven.

 

 

monniken

monniken

 

 

Richtingen

 

Rond 100 na Chr. splitste het boeddhisme zich in twee scholen: Hinayana (‘kleine voertuig’), de meest oor-spronkelijke en zuivere richting, tegenwoordig beter bekend onder de naam Theravada, en Mahayana (‘grote voertuig’).

Het Hinayana leert dat de verlossing maar voor weinigen is weggelegd (= kleine voertuig). Het is een verdraagzame groep die met name Sri Lanka, Thailand, Birma, Cambodja en Laos te vinden is.
Het Mahayana leert daarentegen dat de verlossing voor velen is weggelegd. God keert terug in de vorm van de Oer-Boeddha.

Er komen helpers voor de mens, de Bodhisatva’s (heiligen). Hemel en hel worden aanvaard. Er wordt een plaats ingeruimd voor toekomstige Boeddha’s. De eredienst krijgt de trekken van een kerk. Plaatselijk vermengt deze vorm van boeddhisme zich gemakkelijk andere religies zoals dat in Japan (Shinto) en in Tibet het geval is geweest.

Het zen-boeddhisme ( vajrayana of tantrisch boeddhisme)  is rond 500 v.C. in China tot ontwikkeling gekomen vorm van het boeddhisme welke nadien ook in Japan vaste voet aan de grond heeft gekregen. Het zen-boeddhisme is nogal afkerig van theorie, is meer betrokken op de dienst aan de naaste en legt sterk de nadruk op geestelijke en lichamelijke discipline en op training.

Na de Tweede Wereldoorlog is deze vorm van het boeddhisme ook in het Westen bekend en populair geworden. Yoga is een ander in het Westen bekend geworden boeddhistisch fenomeen dat dateert uit de vijfde eeuw n.Chr. Het is een methode om door ascese en geestelijke concentratie een hogere bewustzijnstoestand te bereiken.

.

slide_10

.

 

 

.

mapbuddh (1)

.

 

 

Feesten en kalender

 

De Boeddhistische kalender is (met uitzondering van Japan) een maankalender. Het jaar is 11 dagen korter en de feestdagen verschuiven derhalve ten opzichte van onze op de zon gebaseerde kalender. Veel feesten zijn sterk regionaal bepaald. Om er enkele te noemen:

Geboortefeest van Boeddha (d.w.z. zijn verlichting en eerste preek)

– Feest van de Boeddha’s (Japan)

– Dodenfeest (soort Allerzielen, alleen Japan)

– Boeddha’s Hemelvaart (alleen Tibet).

 

 

 

Enkele teksten uit de boeken

 

  • Er zijn twee doelen die een rondtrekkende niet dient na te streven… Het vervullen van begeerten en de vreugden die uit deze begeerten voortkomen. Dit is laag bij de gronds, ordinair en leidt tot wedergeboorte, hetgeen schandelijk en bovendien onvoordelig is . . .”
  • En dit is de edele waarheid van het leed: geboorte is leed, ouderdom is leed, ziekte is leed, niet vervuld zien van wensen is leed …”
  • En dit is de edele waarheid van het opheffen van het leed: het is het opheffen van de begeerte, zodat er geen hartstocht meer is. En dit is de edele waarheid van de weg die leidt naar het opheffen van het leed. Het is het edele achtvoudige pad.” (uit de Theravada, Boeddha’s preek te Benares).

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

 John Astria

John Astria

 

Een beschrijving van de miniaturen van Hildegard van Bingen

Standaard

categorie : Hildegard Von Bingen

 

 

 

De bedoeling van dit boek is de miniaturen te beschouwen, te bemediteren, door ook de tekst van Scivias erbij te betrekken. Daarnaast zullen het vooral de kleuren zijn en de metalen goud en zilver die ons de weg zullen wijzen naar de boodschap van Hildegardis.

 

 

hildegardvonbingen

 

.

De kleuren zijn belangrijk omdat deze miniaturen gemaakt zijn in de 12e eeuw toen de heraldiek een aanvang nam en direct tot volle bloei kwam. Als men de vuistregel van de heraldiek, dat een bepaalde kleur, in welke combinatie ook, bijna altijd dezelfde betekenis heeft, toepast op onze miniaturen, heeft men reeds de eerste sleutel in handen om de gedachtenwereld van Hildegardis binnen te gaan.

En dan is er als hulpmiddel, voor het vinden van de toenmalige betekenis der kleuren, dat het heel dikwijls Hildegardis zelf is, die in de tekst die betekenis aangeeft. De twee metalen kan men ook indelen bij de kleuren, maar voor de miniaturisten van de 11e eeuw hadden deze door de kostbaarheid van het materiaal een zeer bijzondere betekenis.

Wat voor het begrijpen van deze miniaturen ook verhelderend werkt is het feit dat juist de miniaturen het belangrijkste zijn om de diepere zin te achterhalen van de boodschap en het profetische getuigenis, welke Hildegardis vanuit de mystieke verlichting ons wil overdragen.

Naast het feit van de artistieke compositie valt het op dat juist de dertien miniaturen, die een gehele bladzijde beslaan, ook voor Hildegardis de belangrijkste zijn. Zij vormen het grote kader waarbinnen de andere tweeëntwintig miniaturen van een halve of een kwart bladzijde opgesteld staan.

Eigenlijk zijn het er elf die een volle bladzijde beslaan; twee miniaturen nemen bijna een bladzijde in, wat samen een aantal van dertien oplevert.

Dan zijn er zestien miniaturen die precies een halve bladzijde nodig hebben, daar voegen we nog drie aan toe die vanwege de voorstelling een driekwart bladzijde vullen; samen dus negentien halve bladzijde miniaturen.

Tenslotte drie die niet groter zijn dan een kwart bladzijde.

 

 

.

Welke zijn de dertien grote miniaturen?

 

De eerste is nr. 4: De prachtige voorstelling van de kosmos, volgens de idee van Ptolomaeus, zoals die in de middeleeuwen algemeen werd aangenomen .

 

.

kosmos

 

.

 

De tweede is nr. 5: De levensloop van de geestelijke mens.

De derde is nr. 7: Het sterven en het bijzonder oordeel van de mens.

De vierde is nr. 9: De zeldzaam mooie miniatuur van de negen koren der engelen.

De vijfde is nr. 10: De schepping, zondeval en verlossing.

De zesde is nr. 11: De voornaamste van heel de serie, n.l. van de voorstelling van de H. Drievuldigheid.

De zevende is nr. 12: Het sacrament van het Doopsel.

De achtste is nr. 14: Het mysterie van de maagdelijke Kerk.

De negende is nr. 21: Het mysterie van de Stad Gods.

De tiende is nr. 27: Het Oude Testament en de bekering tot Christus.

De elfde is nr. 30: Het mysterie van de Kerk na Pinksteren.

De twaalfde is nr. 32: Het einde der tijden en de wederkomst van Christus.

De dertiende is nr. 33: Het Laatste Oordeel

 

 

hildegard-einde-der-tijden-1

 

 

 

.

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

JOHN ASTRIA

Reïncarnatie en Christendom

Standaard

Categorie: religie

 

 

Het ware geloof

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

Is Reïncarnatie verenigbaar met Christendom?

 

Meer dan ooit accepteren de mensen in het Westen het idee van reïncarnatie, namelijk dat de ziel bij de dood het lichaam verlaat en in een nieuw geboren lichaam terechtkomt. Onderzoek toont aan dat bijna 60% van de Amerikanen geloven dat incarnatie mogelijk waar is. De brede acceptatie van de reïncarnatieleer kan toegeschreven worden aan verscheidene factoren. Men probeert ‘wetenschappelijke’ bewijzen aan te wenden; getuigenissen aan te voeren van prominente mensen, zoals Shirley MacLaine en acteur Glenn Ford, die over hun “voormalige levens” vertellen; er zijn bestsellers (zoals MacLaines Out on a Limb) die het leven hierna en de cirkel van de wedergeboorte beschrijven; en dan zijn er ook zulke ‘christelijke’ reïncarnatiegelovigen zoals Jeanne Dixon en wijlen Edgar Cayce.

Sensatiebladen, zoals de National Enquirer hebben ook bijgedragen tot de verspreiding van het reïncarnatie geloof door hun constante aandacht aan het onderwerp. In de late jaren 1960 en vroege 1970 werden boeken zoals ‘Jonathan Livingston Seagull’ (Richard Bach) en ‘A World Beyond’ (Ruth Montgomery) erg populair, en ze plantten in de geesten van lezers de zaden van de Hindoeïstische en occulte filosofie, waarvan de reïncarnatieleer afstamt. Tegen de late jaren 1970 werden de ideeën van Bach en Montgomery grotendeels vervangen door die van Elisabeth KublerRoss, schrijfster van boeken als ‘On death and Dying’ en ‘Questions and Answers on Death and Dying’, en Raymond Moody, schrijver van ‘Life After Life’ en ‘Reflections of Life After Life’.

Deze twee schrijvers brengen naar voor dat de fysische dood het begin is van een ander, geestelijk leven, en dat alle mensen rust en vrede vinden in dat nieuwe leven. Zowel Kubler-Ross als Moody verwerpen het christelijke begrip van een oordeel door God. Zij geloven ook beiden in reïncarnatie. Alhoewel sommige christenen een kritische reactie hebben geboden op de filosofie van reïncarnatie, blijven vele christenen onwetend over de implicaties ervan. Geconfronteerd met het algemene stilzwijgen van de Kerk en de schijnbaar overtuigende incarnatieleer, zijn vele christenen gaan concluderen dat reïncarnatie een werkelijkheid is, of dat ze tenminste de mogelijkheid ervan niet kunnen afwijzen.

 

 

de ware- en de valse Drievuldigheid

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

Wat is Reïncarnatie?

 

Reïncarnatie, de leer dat een ziel overgaat van lichaam tot lichaam door een geboorte-dood-wedergeboorte cyclus, is een voortvloeisel uit de Hindoe-Boeddhistische-leer van ziel-transmigratie. Transmigratie houdt de mogelijkheid in dat een ziel kan geboren worden in het lichaam van een dier. De status van het opnieuw geboren lichaam varieert van de huisvlieg tot een goed functionerend persoon, en geeft een indicatie van de levenskwaliteit van de ziel in zijn vorige lichaam. Een goed leven brengt wedergeboorte naar een hogere vorm; een slecht leven brengt wedergeboorte naar een lagere vorm. Deze opwaartse of neerwaartse promotie vervult de Wet van Karma, een centraal dogma van het Hindoeïsme.

Karma leert dat goede daden worden beloond en de slechte bestraft. Het Hindoeïstische doel van de ziel is om uit de karmacyclus te breken en één te worden met het universum. De westerse geest, die blijkbaar niet houdt van het idee dat men wedergeboren kan worden als een muskiet of slak, heeft de dieren uit de cyclus geweerd. Reïncarnationisten geloven ook dat zielen een eeuwig voorbestaan hadden. ‘A World Beyond’ van Ruth Montgomery, is een boek waarvan zij beweert dat het ontstond door ‘automatisch schrijven’ en dat het ingegeven werd door Arthur Ford, een medium, die in de geestelijke wereld wachtte om in een ander lichaam
te treden.

In dat boek staat blz. 7: “Laat ons beginnen met de premisse dat elk persoon een continuerende entiteit is doorheen alle eeuwigheid. Geen begin en geen einde, ondanks wat sommige moralisten zeggen over ons levensbegin in de fysische geboorte als baby en eindigend met het Laatste Oordeel. Onzin! Er is nooit een tijd geweest dat wij er niet waren, en wij zullen er altijd zijn, alhoewel in voortdurend veranderende levensvormen en niveaus, omdat wij net zoveel God zijn als dat God een deel is van ons”.

 

 

Satan, de tegenstrever

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

Wat is haar aantrekkingskracht?

 

De klaarblijkelijke aantrekkingskracht die reïncarnatie uitoefent bij westerlingen is de belofte dat het leven verder gaat, en dat we zoveel kansen krijgen die we nodig hebben om alles in orde te brengen. Indien reïncarnatie juist is, dan voelt de mens geen dwingende behoefte om in dit leven vrede te maken met een rechtvaardige God, of zelfs om zijn naaste met liefde en respect te behandelen. Als een mens zoveel levens krijgt die hij nodig heeft om de perfectie te bereiken, zou hij wel eens kunnen denken: “Waarom niet vrijuit leven en de goede werken en vrede met God overlaten aan een volgend leven?”

De behoefte om met God vrede te maken zou eigenlijk nooit voorkomen bij échte reïncarnationisten, want die geloven niet in een persoonlijke God. Reïncarnatie gaat hand in hand met pantheïsme, het geloof dat alles God is en God alles is, elk mens inbegrepen. De doctrines van pantheïsme en reïncarnatie zijn de hoekstenen van het Hindoeïsme en occultisme, die erg populair geworden zijn in de westerse wereld. Op de pagina’s 84-85 van zijn boek “Mirakels”, zegt C.S. Lewis het volgende over de aantrekkingskracht van pantheïsme en reïncarnatie:
“Pantheïsme is verwant met onze geesten, niet omdat het het finale stadium is in een traag proces van verlichting, maar omdat het haast zo oud is als de mens. Het kan zelfs de meest primitieve van alle religies zijn … Pantheïsme is in feite de permanente, natuurlijke menselijke denkwijze; het permanente simpele niveau waarin de mens soms zinkt … en waarboven hij het op eigen kracht niet lang kan uithouden”.

 

Demon in de mens

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

Wat zijn de bewijzen?

 

Maar de moderne mens neemt niet aan dat zijn denken gezonken is tot deze kleinste gemene deler, en dus zoekt hij bewijzen om zijn geloof te rechtvaardigen. Zijn inspanningen hebben vele ‘bewijzen’ opgeleverd die de leer van reïncarnatie ondersteunen. De meest aangevoerde verdediging van de reïncarnatiegedachte is het fenomeen van “verleden-leven herinnering”: de bekwaamheid om zich details te herinneren van schijnbaar vroegere levens. Dit kan bereikt worden door hypnose en spontane of intuïtieve herinnering, dat soms ook “deja-vu” genoemd wordt. Sommige verledenleven verslagen die door personen onder hypnose opgedist worden, kunnen toegeschreven worden aan fantasie, of aan suggesties van de hypnotiseur. Maar en zijn ook twee andere verklaringen.

Het ene kan het “Bridey Murphy Effect” genoemd worden, dat besproken werd in het boek “The Search for Bridey Murphy”. Het boek spreekt van het verhaal van een vrouw die, wanneer onder hypnose gebracht, details kon geven van Ierland en zelfs Gaelic kon spreken, een taal waarmee zij niet vertrouwd was. Dit werd toegeschreven aan haar vorig leven in Ierland. Maar onderzoek bracht aan het licht dat zij opgevoed was door een Gaelic-sprekende grootmoeder die haar verhaaltjes vertelde over het oude Ierland. De ‘verleden-leven herinneringen’ bleken vergeten ervaringen te zijn uit de kinderjaren die naar boven gebracht werden door hypnose.

Sommige herinneringen echter doorstaan elke toetsing en zijn blijkbaar echt. Om deze te verstaan moeten wij ons realiseren dat een mens, die onder hypnose is, de controle van zijn of haar geest overgeeft aan iemand anders. De hypnotiseur zou de teugels kunnen overnemen. Hij of een andere entiteit zou suggesties in de geest kunnen planten. In zijn boek “Reincarnations and Christianity” zegt Dr. Robert Morey: “een hypnotische trance is de exacte mentale toestand die mediums en heksen al eeuwenlang bij zichzelf tot stand brengen, om zich open te stellen voor de invloed van geesten of demonen”.

Als zoiets gebeurt, dan is het niet moeilijk om te denken aan een demonische ‘taking over’ (overname) van de
wil van het gehypnotiseerde subject en dat er door hem of haar heen gesproken wordt. De demon, die de beschikking heeft over allerlei kennis uit het verleden, kan herinneringen aaneenrijgen en ze het gehypnotiseerde subject inplanten en laten uitspreken, en zo verleden-levens suggereren. Gezien de natuur van demonen, kunnen die plausibele verhalen inprenten die niet te weerleggen of te verifiëren zijn. Hoeveel plezier moeten die wel hebben wanneer ze goedgelovige mensen duperen met geschiedenissen van een dozijn verschillende personen die allemaal beweren dat zij eens Cleopatra waren!

Deja vu, het gevoel dat een persoon krijgt wanneer hij een vreemde plaats of omstandigheid komt, die hij nooit eerder gezien heeft, wordt dikwijls gebruikt als steunbeer voor de reïncarnatiegedachte. Haast iedereen kan zich zo’n ervaring herinneren. Dr. Walter Martin, citeert in een opgenomen toespraak “Het raadsel van reïncarnatie”, een ervaring die hij had terwijl hij in Zwitserland een berg zag. Hij wist dat hij dit bepaalde gezicht reeds eerder had gezien, alhoewel hij nog nooit in Zwitserland was geweest. In het naar huis gaan ontdekte Martin de oorzaak van zijn ervaring: een postkaart van dezelfde berg die hij had gezien. Een mens gebruikt slechts 10% van zijn hersenen, die voortdurend informatie opstapelen die nooit herinnerd worden tenzij men er plots mee geconfronteerd wordt door een ervaring zoals die van Martin.

Deja-vu-ervaringen kunnen ook geïnspireerd worden door de demonenwereld, en niet enkel door toedoen van menselijke oorzaken. De “god van deze wereld” (2 Kor 4:4), “de overste van de macht der lucht, de geest, die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid” (Ef 2:2), tracht de mensen te bedriegen en te misleiden. Sommige mensen zijn ontvankelijker dan anderen voor de spirituele infiltraties van de geestenwereld. 2 Joh. 9:1-3: “En in het voorbijgaan zag Hij een mens die blind was van de geboorte af. En Zijn discipelen vroegen Hem: Rabbi, wie heeft er gezondigd, hij of zijn ouders, dat hij blind geboren zou worden? Jezus antwoordde: Hij heeft niet gezondigd en zijn ouders ook niet …” – de blinde was blind geboren en dus kon zonde-in-dit-leven niet de oorzaak zijn van zijn blindheid, maar sommigen hielden rekening met de valse karma-leer. SV kantt. 3 zegt: “Het schijnt dat de discipelen in deze dwaling waren, welke toen bij sommige Joden was, dat als de mens sterft, zijne ziel dan weder zou gaan in een ander lichaam, en dat derhalve de ziel des blindgeborenen in een ander lichaam zou gezondigd hebben”.

 

 

2 KORINTIËRS 4: 3-4

 

Toch zijn er altijd mensen bij wie er dan een ‘doek’ over hun hart blijft liggen. Daardoor kunnen ze het goede nieuws niet begrijpen. Maar dat gebeurt alleen bij de mensen die verloren gaan. 4 Dat zijn de ongelovige mensen. Zij zijn door de god van deze wereld  (Satan) blind gemaakt in hun denken. Daardoor kunnen ze het licht niet zien van het goede nieuws van Christus. Terwijl juist aan Christus precies te zien is wie God is. Hij is de afbeelding van God.

 

 

Keuze tussen goed en kwaad

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

Leert de Bijbel reïncarnatie?

 

Mensen die in reïncarnatie geloven citeren soms de Schrift om hun geloof te ondersteunen. De 4 schriftplaatsen die zij het meest aanhalen zijn Johannes 3:3, Mattheüs 11:14, Hebreeën 7:2-3 en Johannes 9:2.

  • 1. In Johannes 3:3 zegt Jezus tot Nicodemus dat om het Koninkrijk van God te zien men opnieuw moet geboren worden. Jezus, de zo gezegde reïncarnationist, leert dat een reeks wedergeboorten noodzakelijk zijn om de volmaaktheid te bereiken. Deze interpretatie houdt echter geen steek. Nicodemus drukte zijn verwarring uit en sprak van een tweede fysische geboorte (niet exact hetzelfde als die waarvan men spreekt in de reïncarnatieleer, maar gelijkend). Jezus corrigeerde Nicodemus onmiddellijk en zei dat de wedergeboorte waarvan Hij sprak een geestelijke was (Johannes 3:4-6). Dus, Jezus verklaarde niet de Wet van Karma, maar weerlegde haar juist.

 

  • 2. Reïncarnationisten wijzen ook op Jezus’ verklaring in Mattheüs 11:14 dat Johannes de Doper Elia was. Maar men moet verder in de Schrift lezen. Lukas 1:17 zegt dat Johannes voor Christus zou heengaan “in de geest en de kracht van Elia”. Johannes de Doper, een man die vervuld was met de Heilige Geest van in de moederbuik, ontkende zelf dat hij Elia was (Johannes 1:21). De Schrift zegt ook dat Elia nooit de fysieke dood ondergaan heeft (Hebreeën 11:5) en tijdens de aardse bediening van Christus nog steeds bestond als Elia, zoals aangetoond werd door zijn verschijning, samen met Mozes op de berg van de transfiguratie (Mattheüs 17:3).

 

  • 3. Een andere geliefde Bijbelse passage bij reïncarnationisten is Hebreeën 7:2-3. Deze tekst, zo zeggen zij, leert ons dat Jezus in een vroegere incarnatie Melchizedek was. Maar men hoeft de geciteerde verzen maar te lezen om direct in te zien dat de oudtestamentische Melchizedek “de Zoon van God gelijk geworden” is als type, niet dat hij letterlijk Jezus (de Zoon van God) was. De schrijver van Hebreeën zegt enkel dat er geen verslag bestaat van Melchizedeks geboorte, dood of familie. Bovendien, Melchizedeks priesterschap was hierin uniek dat het niet werd overgedragen op een ander. Melchizedek was enkel gelijkend op Christus en wordt nooit een vroegere incarnatie van Hem genoemd.

 

  • 4. De vierde schriftplaats die dikwijls wordt geciteerd is Johannes 9:1-3, die gaat over een blind geboren man en de vraag van de discipelen wiens zonde deze blindheid veroorzaakt had. Deze vraag lijkt, oppervlakkig gezien, in overeenstemming te zijn met de Wet van Karma. Maar Christus’ antwoord dat de blindheid van deze man geenszins iets met zonde te maken had, maakt het standpunt van de reïncarnationisten onverdedigbaar. Nu we gezien hebben wat de Bijbel NIET zegt ter ondersteuning van de reïncarnatieleer, gaan wij ons nu richten tot wat de Bijbel WEL leert tegen reïncarnatie.
    De enige kans van de mens Met slechts één vers verwoest de Bijbel het concept van reïncarnatie.

Hebreeën 9:27 zegt: “En gelijk het de mensen gezet is, eenmaal te sterven, en daarna het oordeel …”

 

Meer schriftplaatsen:

Jakobus 4:14: “Gij, die niet weet, wat morgen geschieden zal, want hoedanig is uw leven? Want het is een damp, die voor een weinig tijd gezien wordt, en daarna verdwijnt”.

De Psalmen staan vol met referenties naar de tijdelijke natuur van het mensenleven. Psalmen 39:6, 103:15 en 144:4 zijn slechts enkele voorbeelden. Deze verzen weerleggen ook de theorie dat zielen eerder of eeuwig hebben bestaan, zoals ook het verslag in Genesis 2 over het ontstaan van de mens.

 

Psalm 39: 6: Mijn leven duurt voor U maar een ogenblik. Een mensenleven is voor U als één enkele zucht. Elk mens, hoe goed het ook met hem gaat, is uiteindelijk niets.

 

Psalm 103: 15/16: Ons leven duurt maar éven. Een mens lijkt op een bloem in het gras: 16 één windvlaag en hij is er niet meer, er is niets meer van hem over.

 

Psalm 144: 4: De mens is maar één zucht. Zijn leven is als een schaduw die voorbij glijdt.

 

 

Goddelijke bescherming

 

 

 

Het probleem van het kwaad

 

Alhoewel de Wet van Karma de kwestie van het kwaad lijkt te behandelen, met haar systeem van beloningen en straffen, blijft, op een bredere schaal, het probleem onopgelost. In zijn boek “Reincarnation: A Christian Appraisal”, schrijft Mark Albrect op blz. 119: “De eindeloze cycli van de reïncarnatie lossen nooit het probleem van het kwaad op; het kwaad is eeuwig, het idee dat het kwaad voor altijd voortduurt is ondenkbaar in het christendom. Het kwaad is overwonnen door de dood en opstanding van Jezus Christus, en het zal voor altijd
weggedaan worden wanneer Hij wederkomt om de wereld te oordelen”.

 

 

 

Reïncarnatie en spiritisme

 

Reïncarnatie-aanhangers overtreden ook dikwijls de Bijbelse bevelen tegen spiritisme. De Bijbel is erg duidelijk in zijn verbod contacten te leggen met de geesten van de doden, wat vele reïncarnationisten trachten te doen wanneer een ziel, naar bewering, zich “tussen” incarnaties in bevindt. Leviticus 20:6, 27, Deuteronomium 18:11, Jesaja 8:19 en 1 Kronieken 10:13 maken duidelijk dat God niet wil dat Zijn volk in zulke activiteiten betrokken is. Geen enkele nieuwtestamentische schrijver heeft ooit gezegd dat dit verbod werd opgeheven. Beroemde reïncarnationisten, zoals Ford, Cayce, Dixon, Montgomery en Kubler-Ross, geven openlijk hun spiritistische en mediamieke praktijken toe. Erger nog, sommige van deze auteurs, in het bijzonder Cayce en Dixon, beweren dat hun geloof in overeenstemming is met het christendom.

 

Leviticus 20: 6+27

Als iemand aan de geesten van gestorven mensen om raad vraagt, of naar waarzeggende geesten gaat en daarmee ontrouw aan Mij is, dan zal Ik zijn vijand zijn en hem doden. 7 Leef dus heilig, want Ik ben jullie Heer God. 8 Doe alles precies zoals Ik het jullie bevolen heb. Ik ben de Heer en Ik wil dat jullie alleen Mij dienen.

Als iemand de geest van een dode of een waarzeggende geest door zich heen laat spreken, moet hij worden gedood. Hij moet met stenen doodgegooid worden. Hij verdient de doodstraf.”

 

 

Deuteronomium 18:11

Jullie mogen ook geen geesten oproepen, met geesten praten of de geesten van gestorven mensen om raad vragen. 12 Want de Heer vindt het verschrikkelijk als jullie dat doen. De volken die nu in het land wonen, doen deze verschrikkelijke dingen wel. Juist daarom jaagt de Heer God hen voor jullie weg.

 

 

Jesaja 8:19-22

Mensen zullen aan jullie vragen: ‘Willen jullie voor ons aan waarzeggende geesten en aan de geesten van doden om raad vragen?’ Maar die mompelen en piepen alleen maar wat! We moeten toch alleen aan onze God om raad vragen? Waarom zou je aan de doden om raad vragen voor de levenden? 20 Luister naar wat de wet van God zegt. En luister naar wat ik namens God heb gezegd! Als mensen andere dingen zeggen, is er geen hoop meer voor hen. 21 Hopeloos en hongerig zullen ze door het land trekken. Ze zullen razend van de honger zijn. Woedend zullen ze hun koning vervloeken. Ze zullen omhoog kijken en hun God vervloeken. 22 Overal waar ze kijken, zullen ze alleen maar ellende zien. Ze zullen doodsbang en opgejaagd zijn. Het zal een donkere tijd zijn.

 

 

1 Kronieken 10:13

Zo stierf Saul, omdat hij ontrouw aan de Heer was geworden. Want hij had de Heer niet gehoorzaamd. Hij had zelfs een waarzegster om raad gevraagd, in plaats van aan de Heer. 14 Daarom doodde Hij hem en maakte David, de zoon van Isaï, koning in de plaats van Saul.

 

 

In Mattheüs 7 waarschuwde Christus Zijn volgelingen dat valse profeten zullen komen als wolven in schapenvacht. Deze zelfbenoemde ‘christenen’ vervullen Christus’ waarschuwing. Reïncarnatie is in geen enkel opzicht in overeenstemming met het christelijke geloof. De Bijbel leert dat het loon van de zonde de dood is (Romeinen 6:23).

 

De reïncarnatieleer is dezelfde leugen die Satan aan Eva vertelde in de Hof van Eden: “Gij zult de dood niet sterven” (Genesis 3:4).

 

De Bijbel leert dat redding van de zonde, en zijn eeuwige consequenties, een gave is die God vrijelijk geeft (Efeziërs 2:8-9); reïncarnatie leert dat redding er pas komt wanneer een mens zichzelf vervolmaakt. Christus, die ons schiep, weet dat wij slechts één leven hebben en Hij heeft gezien wat wij doen met deze enige kans. Daarom offerde Hij Zichzelf als een afbetaling voor onze zonden. Onze Redder nam onze ‘slechte Karma’ op Zichzelf. “Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht” zei Hij in Mattheüs 11:30. Zelfs indien wij zouden kunnen terugkomen, opnieuw en opnieuw, zou daar geen enkele zinnige reden voor kunnen zijn, vermits al onze schulden en tekortkomingen door Hem afbetaald werden. Laat ons u dan helpen om een nieuw leven te ontdekken, in gemeenschap met de Heer Jezus Christus!

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget