Dagelijks archief: augustus 12, 2025

De ontmoeting met Petrus

Standaard

categorie : religie

 

 

 

pope-peter_pprubens

 

 

Een van de bekendste personen in het Nieuwe Testament is de apostel Petrus. Met hem kunnen we ons vaak zo goed vereenzelvigen, vooral in zijn menselijkheid herkennen we onszelf. We vinden hem beschreven als een emotionele en impulsieve man.

Iemand die heel direct was in zijn reacties, die eerst sprak en dan dacht. Maar ook een man die worstelde met zijn geloof, en al worstelend in zijn leven met Jezus zowel hoogtepunten als dieptepunten kende.

Zijn geboortenaam was Simon. Hij was opgegroeid in Betsaïda en ging – evenals zijn broer Andreas – wonen in Kapernaüm, een stadje aan het meer van Galilea waar ook Jezus woonde. Ze waren vissers van beroep en volgelingen van Johannes de Doper, tot het moment dat Jezus hen riep tot zijn dienst:

“Toen Hij (Jezus) langs het meer liep, zag hij twee broers, Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas. Ze wierpen hun net uit in het meer, het waren vissers. Hij zei tegen hen: ‘Kom, volg mij, ik zal van jullie vissers van mensen maken, zij lieten meteen hun netten achter en volgden hem” (Matteüs 4:18-20).

 

In het parallelle verslag in Lucas 5 zien we dat Petrus Jezus aansprak met de koninklijke titel Heer, nadat hij op aanwijzing van Jezus veel vissen had gevangen. Toen Simon Petrus dat zag viel hij op zijn knieën voor Jezus neer en zei:

‘Ga weg van mij, Heer, want ik ben een zondig mens.”.

 

Zijn vertrouwen in Jezus was zo groot dat hij tijdens een storm, toen Jezus lopend over het water op weg was naar hun boot, Jezus tegemoet wilde gaan. Petrus antwoordde:

‘Heer, als u het bent, zeg me dan dat ik over het water naar u toe moet komen.

 

Hij zei: ‘Kom!’ Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe. (Matteüs 14: 28-29). Vol vertrouwen liep hij over het water naar Jezus. Maar toen hij voelde hoe sterk de wind was, werd hij bang. Hij begon te zinken en schreeuwde het uit:

‘Heer, red me!’

 

Meteen strekte Jezus zijn hand uit, hij greep hem vast en zei:

‘Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld’?” (vs.30-31).

 

Deze vraag was niet alleen voor Petrus bedoeld, maar voor alle volgelingen van de Here. Jezus bestrafte hier niet de golven, maar Petrus. Pas toen zij in de boot waren, kwam de storm tot rust. Jezus wilde duidelijk maken dat in geloof alles mogelijk is, wat of de omstandigheden ook zijn.

Eens vroeg Jezus zijn discipelen:

“Wie zeggen de mensen dat ik ben?” (Matteüs 16:13).

 

De discipelen noemden op: Johannes de Doper, Elia, een van de profeten. Jezus keek hen daarna aan en stelde de vraag waar het eigenlijk om ging:

“En wie ben ik volgens jullie?”

 

Petrus antwoordde direct:

“U bent de messias, de Zoon van de levende God”.

 

Hier toonde hij groot geloof. Op deze belijdenis kreeg hij twee grote beloften. Daarin zien we waarom Jezus aan Simon de naam Petrus – wat rots betekent – gaf.

De eerste is: “en Ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen, en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen” (Matteüs 16:18). 

De tweede is: “Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven, en al wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.”

 

In zijn rede in Lucas 11:52 vinden we het antwoord op wat Jezus bedoelde:

“Wee jullie wetgeleerden, want jullie hebben de sleutel tot de kennis weggenomen; zelf zijn jullie niet binnengegaan, en anderen die wel binnen wilden gaan hebben jullie tegengehouden”.

 

Petrus kreeg geen macht om mensen wel of niet toe te laten tot het eeuwig leven. Die macht heeft alleen Jezus van Zijn Vader gekregen. In deel twee zullen we een vervulling van deze sleutelbelofte zien. Maar toen Jezus zijn lijden aankondigde, liet Petrus merken dat hij dit niet begreep. Ook toen nam hij direct het woord, dacht het beter te weten dan zijn Heer en was heel opgewonden:

“Petrus nam hem ter zijde en begon hem fel terecht te wijzen: ‘God verhoede het, Heer! Dat zal u zeker niet gebeuren!”

 

De woorden die Jezus daarop sprak waren een schok voor Petrus: Maar Jezus keerde hem de rug toe met de woorden:

‘Ga terug, achter mij, Satan! Je zou me nog van de goede weg afbrengen. Je denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat de mensen willen’ (Matteüs 16:22-23).

 

Hij wordt hier satan, een tegenstander genoemd. Niet alleen moest Jezus zelf naar het kruis gaan, maar ieder die zijn discipel wil zijn moet hetzelfde doen.

Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en mij volgen.”

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

JOHN ASTRIA

Bijbel College Openbaring deel 12

Standaard

categorie: Religie/video/Openbaring

 

 

 

Bijbel College Openbaring deel 12

 

 

 

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

JOHN ASTRIA

 

De Hematiet

Standaard

categorie : Sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

.

.

Kenmerken van hematiet

.

Hematiet is een vrij zware, zilver tot ijzerachtig glanzende edelsteen. Net als ijzer roest hematiet als het nat wordt. De ruwe steen heeft vaak roodbruine verweringskorsten, die doen denken aan geronnen bloed of wondkorsten.

Poedervormige hematiethoudende klei staat bekend als rode oker, dat als kleurstof wordt gebruikt. Bevat dit mengsel ingesloten water, dan is het geel en wordt het gele oker genoemd.
De hematiet kent vele uiterlijke vormen en bijhorende namen. Voorbeelden zijn ijzerglans, ijzerglimmer en rode glaskop.

 

Hematiet kent vele vormen en bijhorende namen:

  • Grijszwarte hematiet heet ook wel ijzerglans.
  • Niervormige stenen heten rode glaskop, ijzernieren of nierenerts.
  • Plaatvormige hematietkristallen worden speculariet genoemd.
  • In schubachtige vorm heet hematiet ijzerglimmer of geschubde roodijzersteen.
  • In rozetvorm heet hematiet ijzerroos of hematietroos.
  • In poedervorm heet de steen ijzeroker, rötel, okerige roodijzersteen.
  • Dichte waterhoudende hematiet-aggregaten met bonte aanloopkleuren heten
    hydrohematiet, turgiet of turiet.
  • Tijgerijzer is een combinatiesteen van rode jaspis, tijgeroog en hematiet.

 

Hematiet is in alle tijden gebruikt omdat hij ervaren wordt als een goede talisman en mooie steen om te dragen. Lange tijd was fijngemalen hematiet bestanddeel van rouge. Tegenwoordig is hematiet weer in als gefacetteerde edelsteen.

De hematiet is een zelfreinigende steen: hij laat opgenomen energie afvloeien naar de aarde. Om die reden wordt hij gebruikt om andere stenen te ontladen.

Hematiet is de ideale steen om de atmosfeer in een vertrek te reinigen. De steen helpt zeer goed bij het absorberen van aardstraling. Plaats een bol of grote trommelsteen op de grond in de ruimte waar de aardstraling is geconstateerd.

Hematiet is een belangrijk ijzererts. Het is de nationale steen van Zweden, en ook van de staat Alabama in Amerika. Zogenoemde redbeds, rode steenlagen, danken hun kleur aan hematiet. Ze zijn belangrijk als bouwmateriaal. De schattige roze cottages in Engeland zijn ervan gebouwd.

.

.

 

 

.

.

Door de eeuwen heen

 

De hematiet staat al duizenden jaren bekend als heelsteen. Hij werd al gebruikt in het oude Babylon, in het oude Egypte, bij de Grieken en Romeinen, in de Middeleeuwen, daarna en nu nog steeds. De steen is steeds gebruikt bij bloedarmoede en voor het stelpen van bloedende wonden.

In de prehistorie was rode oker, het mengsel van hematiet en klei, een heilig poeder waarmee het lichaam van doden werd ingesmeerd. Er zijn resten oker gevonden in graven uit ca. 3000 v. Chr.

In het Egyptisch Dodenboek (ongeveer 2500 v.Chr.) wordt de hematiet genoemd als een amulet, die op het hoofd gedragen wordt. Bij het uitpakken van mummies kwamen scarabeeën van hematiet tevoorschijn, Het waren amuletten voor de reis naar het Dodenrijk. Hematiet werd gebruikt als medicijn tegen hysterie en ontstekingen.

In graven uit de tijd van het oude Babylon (ongeveer 3000 – 1500 v.Chr.) zijn rolzegels en amuletten van hematiet gevonden.

In de Romeinse tijd associeerde men rode hematiet met Mars, god van strijd en oorlog. De mannen geloofden dat hematiet hen zou beschermen tegen verwondingen. Dames gebruikten gepolijste plaatvormige hematiet (speculariet) als spiegel. Schrijver/wetenschapper Plinius de Oudere (23-79 n.Chr.) noemt in zijn Historia Naturalis hematiet als hét middel tegen allerlei ziektes van het bloed. Hematiet zou bescherming bieden tegen bloedingen en een krachtig amulet zijn.

De gezaghebbende Grieks/Romeinse arts Galenus van Pergamum (132-201 n.Chr.), beval hematiet aan als geneesmiddel tegen ontstoken oogleden en hoofdpijnen.

Hematiet was ook in de Middeleeuwen zeer geliefd. De steen werd gebruikt voor sieraden (broches, ringen en armbanden) en ook voor beeldjes. Er zijn prachtige rozenkransen van hematiet gevonden. De hematiet werd als krachtig amulet beschouwd. Hij zou beschermen tegen hekserij en het boze oog, en zou via dromen waarschuwen voor naderend onheil. Poedervormige oker was in gebruik als pigment om verf van te maken.

.

.

 

.

.

In de 13e eeuw werd vermalen hematiet gebruikt als geneesmiddel tegen bloedarmoede, bloedspuwen en maagbloedingen.

In de 17e eeuw maakten de Europese kolonisten in Noordoost-Amerika kennis met de Mi’kmaq. Deze mensen hadden als bijnaam ‘de roodgeverfde mensen’, omdat ze zich voor allerlei rituelen insmeerden met rode oker. Sindsdien worden alle oorspronkelijke bewoners van Amerika roodhuid genoemd.

Tijdens het Victoriaans tijdperk (1837-1901) was hematiet een zeer geliefd materiaal voor sieraden en juwelen. Toen koningin Victoria in de rouw was, werd hematiet verwerkt in rouwsieraden en rozenkransen.

.

.

 

Spiritueel

 

 * Hematiet versterkt de wil om te leven. De steen trekt een beschermend schild op tussen de drager en de boze buitenwereld.

* Hematiet is aardend, zorgt dat je met beide benen op de grond blijft staan, niet gaat ‘zweven’.
* Hematiet versterkt het zilveren koord waarmee de ziel verbonden is aan het fysieke lichaam. Vooral bij pasgeboren baby’s, en ook bij kinderen en volwassenen die zware operaties ondergaan.
* Hematiet maakt wilskrachtig, geeft kracht en moed, maakt je bewust van wat je nodig hebt. De steen beschermt tegen negatieve invloeden en transformeert het negatieve naar het positieve.
* Hematiet harmoniseert yin en yang, brengt balans tussen uitersten.
* Timide en verlegen mensen durven meer met hematiet. De steen maakt verdraagzaam en geduldig, en ook sterk en zelfbewust.

.

.

.

.

Chemische samenstelling

 

Hematiet is een ijzeroxide en heeft dezelfde chemische samenstelling als roest. De kristallen zijn echter verschillend. Hematiet heeft een trigonaal-hexagonaal kristalstelsel en vormt vaste kristallen. Roest is poederig.

.

 

Samenstelling: Fe2O3 + Mg, Ti (+ Al, Cr, Mn, Si, HO, Th)
Hardheid: 5,0 – 6,5 (aardachtige aggregaten slechts 1,0)
Glans: metaalglans, mat
Transparantie: ondoorzichtig, (zeldzaam) doorschijnend
Breuk: ruw, schelpvormig, onregelmatig, ruw, vezelig
Splijtbaarheid: geen
Dichtheid: 4,95 – 5,3
Kristalstelsel: trigonaal-hexagonaal (Als ijzerglans heeft hematiet romboëderachtige kubusvormige kristallen. Perfecte kubussen heten Duivelsdobbelstenen.)

.

.

.

.

.

.

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

Haliet

Standaard

categorie : Sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

 

 

 

Het mineraal haliet is  ontstaan door indamping van (zee)water. In de loop der eeuwen is de neergeslagen zoutlaag ineengeperst tot een dik pak steen. Haliet wordt daarom ook wel steenzout genoemd. Het mineraal kan ook ontstaan als korstachtige neerslag van zeewater.

 

.

Algemeen

 

Haliet bestaat uit zout plus veel extra mineralen en sporenelementen. Het is goed in water oplosbaar en je kunt het prima als smaakmaker in de keuken gebruiken. Normaal keukenzout bestaat uit zuiver zout. Haliet zonder ingesloten stoffen – erg zeldzaam – is kleurloos of wit. Door die ingesloten stoffen kan haliet allerlei kleuren hebben: lichtgrijs, geel, oranje, roze, rood, roodbruin, bruin, blauw, zwart.

Nederland kent zijn eigen haliet soorten. Deze worden door Akzo Nobel gewonnen bij Boekelo en Hengelo. De ondergrondse haliet wordt in heet water opgelost, opgepompt en verder verwerkt. Een bijzondere soort haliet is Himalayazout. Dit is ongeveer 500 miljoen jaar geleden ontstaan, en is het oudste zout ter wereld. Het een na oudste zout is Dode Zeezout. Dat is ongeveer 450 miljoen jaar geleden ontstaan.

 

Himalayazout wordt in het Himalayagebergte gevonden. Na winning wordt het gewassen in water waarin steenzout is opgelost. Daardoor blijven alle mineralen en sporenelementen behouden. Van alle soorten zout bevelen wij Himalayazout aan, omdat dit het minst verontreinigd is en de meeste mineralen bevat.

Himalayazout en andere steenzouten kun je op veel manieren gebruiken, bijvoorbeeld als geneesmiddel, als schoonheidsmiddel en als verzamelobject. Haliet heeft een zuiverende, beschermende werking. Het helpt ongewenste gewoonten en vastgeroeste patronen te doorbreken. Blokkades kunnen letterlijk ‘oplossen’ dankzij meditatie met een brok haliet of een positieve gedachte (affirmatie) op een papiertje onder een brok haliet.

 

 

$_84

 

 

 

 

haliet-brok

 

.

 

Door de eeuwen heen

 

Het gebruik van haliet is al eeuwen oud. Reeds 3000 v. Chr. (in de Bronstijd) werd steenzout gewonnen in zoutmijnen.De rustgevende en helende werking van zout water op huidklachten was al 2000 v. Chr. bekend. In bijbelse tijden werd de Dode Zee al gebruikt als kuuroord. Aan de westkant van de Dode Zee staat een grote formatie haliet van 210 meter hoog. Deze formatie wordt Berg Sodom genoemd. Waarschijnlijk heeft het bijbelse verhaal van de vrouw van Lot zijn oorsprong in deze pilaar.

Toen Lot met zijn vrouw en kinderen uit Sodom vluchtten, mochten ze niet omkijken. Zijn vrouw kon het toch niet nalaten, wierp een blik over haar schouder en veranderde in een zoutpilaar. Waarschijnlijk lag Sodom aan de westkust van de Dode Zee.

Bij de Romeinen was zout een kostbaar goed, haast kostbaarder dan goud. Zij gebruikten veel zeezout, maar importeerden ook steenzout, onder meer uit Midden-Europa. Het werd gebruikt om bederfelijke waren te conserveren en het was natuurlijk (net als nu) een belangrijke smaakmaker. Er waren ook andere toepassingen, zoals het kleurecht maken van verfstoffen en mummificeren. Zout was tevens in gebruik als schoonheidsmiddel, cosmetica en kunstmest.

Het Oostenrijkse plaatsje Hallstatt – dat zou letterlijk ‘zoutstad’ betekenen – heeft zijn naam aan een hele periode en cultuur gegeven. De Hallstatt-cultuur beleefde zijn hoogtepunt tussen 800 en 500 v. Chr. en was te danken aan de aanwezigheid van winbaar zout.

De Hallstatt-cultuur was verspreid over een zeer groot gebied in Centraal Europa. Uit deze tijd stammen de diepe zoutputten in de buurt van Salzburg – dat letterlijk ‘zoutburcht’ betekent. Sommige van die zoutmijnen zijn tot in de 18e eeuw in gebruik gebleven.

In de Middeleeuwen werd zout vooral gewonnen in Duitsland en Polen. Het werd toen het witte goud genoemd, het was schaars en daardoor duur. Voor de invoering van muntgeld speelde zout een belangrijke rol als betalingsmiddel. Wie zich zout kon veroorloven, moest er belasting over betalen. In Nederland bestond die zoutbelasting tot in de negentiende eeuw. Dit leidde tot spreekwoorden als ‘hij verdient het zout in zijn pap niet’ (hij verdient bijna niets).

In de Middeleeuwen was zout belangrijk voor het conserveren van voedsel (door het te ‘pekelen’). Zout werd gebruikt bij het looien van leer, om het lekker zacht en soepel te maken. Zout was ook een belangrijke component in verfstoffen en medicijnen, schoonmaakmiddelen en buskruit.

In Europa speelde en speelt zout nog steeds een belangrijke rol in allerlei rituelen, feesten en (bij)geloof. Bijvoorbeeld: schenk pasgeboren baby’s een zakje zout om hen te beschermen tegen onheil. Of: zout in jas of broekzak beschermt tegen hekserij en onheil.

Zout is een vrij zacht gesteente, waaruit gemakkelijk voorwerpen of vormen gesneden kunnen worden. Van deze eigenschap is gebruikgemaakt bij de Zout Kathedraal in Zipaquirá, Colombia. Deze kerk ligt 200 meter onder de grond, uitgehakt in een voormalige zoutmijn. De iconen en ornamenten zijn uitgehakt in haliet.

Zout wordt al zeer lang heelkundig gebruikt. Baden in zout water was een universeel middel tegen uiteenlopende klachten als onvruchtbaarheid, impotentie, hysterie, darmklachten en ademhalingsproblemen. Haliet is ook al eeuwen beschermer tegen negatieve invloeden, energetisch vampirisme en entiteiten (geesten).

 

 

.

 

 

blauwe haliet

.

 

 

Chemische samenstelling

.

Tussen zout en haliet is chemisch geen verschil. In de natuur- en scheikunde spreekt men over natriumchloride, in de biologie over keukenzout of natriumchloride, in de geologie over steenzout en in de mineralogie over haliet. Toch praten we steeds over hetzelfde goedje, namelijk natriumchloride. Kristalzout is een handelsnaam voor hoogwaardige steenzout, zoals bijvoorbeeld Himalayazout. Handelsnamen zijn vaak misleidend; zout is een kristallijne materie en dus is elk soort zout eigenlijk kristalzout.

Haliet bevat naast natriumchloride veel extra mineralen en sporenelementen. Vooral het ijzer is kleurbepalend; haliet is meestal rozig door het ingesloten ijzer. Blauwe tinten worden veroorzaakt door stralingsschade aan het kristalrooster. Resten van ooit levende organismen geven een bruine tot zwarte verkleuring.

 

 

.

 

.

Himalayazout bevat maar liefst 84 elementen.

.

actinium, aluminium, antimoon, arsenicum, astaat, barium, beryllium, bismut, boor, broom, cadmium, calcium, cerium, cesium, chloride, chroom, dysprosium, erbium, europium, fluor, fosfor, francium, gadolinium, gallium, germanium, goud, hafnium, holmium, ijzer, indium, iridium, jodium, kobalt, koolstof, koper, kwik, lanthaan, lithium, lood, lutetium, magnesium, mangaan, molybdeen, natrium, neptunium, nikkel, niobium, osmium, palladium, platina, plutonium, polonium, raseodymium, protactinium, radium, renium, rhodium, rubidium, ruthenium, samarium, scandium, seleen, silicium, stikstof, strontium, tantaal, tellurium, terbium, thallium, thorium, thulium, tin, titaan, uranium, vanadium, waterstof, wolfraam, ytterbium, yttrium, zilver, zink, zirkonium, zuurstof en zwavel

 

 

roze haliet

 

.

 

Samenstelling: NaCl + Br, C, Fe, J, K, Mg

Hardheid: 2,5
Glans: glasachtig
Transparantie: doorzichtig tot doorschijnend
Breuk: schelpvormig
Splijtbaarheid: zeer goed
Dichtheid: 2,16 (zuivere NaCl)
Kristalstelsel: kubisch

 

.

 

 

 

 

witte haliet

 

 

groene haliet

 

 

lamp van haliet

 

 

 

 

voorpagina openbaring a4

.

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

 

 

Zeeraket : Cakile maritima

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

 

 

Goed te herkennen aan
– de lila tot witte bloemen en vlezige bladeren en
– de plaats waar ze groeit; op het strand en in de duinen

 

 

 

 

 

Algemeen

 

Zeeraket is een eenjarige plant van 10 tot 60 cm. Ze komt voor langs de kusten van bijna heel Europa. Ze is bij ons vrij algemeen en groeit op het strand, in de zeereep (de eerste rij duinen na het strand) en in de binnen- duinen. Kom je haar elders tegen dan is ze vrijwel zeker aangevoerd met duinzand.

 

 

 

 

 

Bloem

 

De bloeiperiode is vanaf juni tot en met oktober en ze bloeit met lila tot witte, naar nectar ruikende, 4-tallige bloemen, die doen denken aan pinksterbloemen.

 

 

 

 

 

Blad, stengel en vrucht

 

De bladeren staan verspreid langs de stengel en zijn vlezig. De vruchten zijn gedrongen en staan op een korte, dikke steel. De zaden hebben een kurkachtige wand, blijven daardoor drijven en worden door getijde- en zeestromingen verspreid.

 

 

 

 

 

Algemeen

 

– kruisbloemenfamilie (Brassicaceae)
– eenjarig
– vrij algemeen in de duinen
– 10 tot 60 cm

Bloem
– lila tot wit
– vanaf juni t/m oktober
– tros
– 10 tot 15 mm
– stervormig
– 4 kroonbladen, niet vergroeid
– 4 kelkbladen
– 6 meeldraden
– 1 stijl

Blad
– verspreid
– enkelvoudig
– lijn/lancet- tot veervormig
– top stomp
– rand gaaf of getand
– voet gevleugeld
– veernervig
– vlezig

Stengel
– opstijgend
– glad en kaal
– rolrond of meerkantig

zie wilde bloemen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wouw : Reseda luteola

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

 

 

Goed te herkennen aan
– de smalle, zeer lange, aarvormige bloeiwijze
– met kleine, lichtgele, 4-tallige bloemen en
– de ongedeelde lijn- tot lancetvormige bladeren

 

 

 

 

 

Algemeen

 

Wouw is een overblijvende plant van 50 tot 100 cm hoog die vrij algemeen voorkomt. Ze groeit op open, droge, omgewerkte, vaak kalkhoudende grond langs spoorwegen, op dijken, in bermen en in de duinen.

 

 

 

 

 

Bloem

 

Ze bloeit vanaf juni tot en met september met zeer lange smalle aarvormige trossen. De licht gele kort gesteelde bloemen hebben 4 kroonbladen en 4 kelkbladen.

 

 

 

 

 

 

Blad

 

De bladeren zijn allemaal lijn- tot lancetvormig.

 

 

 

 

 

Toepassingen

 

Wouw bevat de kleurstoffen luteoline en apigenine die de plant geschikt maken voor gele verfstof. Al ver voor het begin van onze jaartelling was wouw daarvoor de belangrijkste leverancier. Mogelijk is het gebruik van wouw in textiel al ouder dan dat van meekrap (voor rood) en wede (voor blauw).

 

 

 

 

 

Vergelijkbare soort 

 

Een vergelijkbare soort is de wilde reseda. Wilde reseda heeft bloemetjes met 6 (soms 7) kroonbladen, bloeit eerder en met bredere aarvormige trossen, heeft gedeelde bladeren en wordt minder hoog.

 

 

wilde reseda

 

 

 

Algemeen

 

– resedafamilie (Resedaceae)
– overblijvend
– algemeen tot zeldzaam
– 0,5 tot 1 m

Bloem
– lichtgeel
– vanaf juni t/m september
– smalle, zeer lange, aarvormige tros
– stervormig
– 6 mm
– 4 kroonbladen, niet vergroeid
– 4 kelkbladen
– meer dan 12 meeldraden
– 1 stijl

Blad
– verspreid
– enkelvoudig
– lijn- tot lancetvormig
– top spits
– rand gaaf of gegolfd
– voet gevleugeld
– 1-nervig
– onderste gesteeld
– bovenste zittend

Stengel
– rechtop
– niet of weinig vertakt
– kaal
– geribd

zie wilde bloemen