Vroegeling : Erophila vernacategorie : kamerplanten en bloemen
Goed te herkennen aan
– de vroege bloei en
– het kleine bladrozet en
– de tere kleine witte bloemetjes met 4 gespleten kroonbladen
Algemeen
Vroegeling is een tenger eenjarige plantje van 3 tot 15 cm hoog. Ze komt zeer algemeen voor op open, droge zandgrond, zoals in plantsoenen, bermen, open grasland en tussen bestrating. In de kustprovincies is ze wat minder algemeen. Vroegeling kiemt in het najaar en gaat als rozet de winter door. In het vroege voorjaar verschijnen de bloemetjes en voor de zomer zijn de zaden al gevormd. Dan sterft het plantje af en zullen in het najaar de zaden ontkiemen.
Bloem
Ze bloeit vanaf februari tot en met mei met witte bloemetjes, die op onbebladerde, gladde stelen staan. De bloemetjes hebben vier diep gespleten kroonblaadjes. Vaak komt de plant massaal voor op haar groeiplaats. Deze krijgt dan vroeg in het jaar een witte waas van al die kleine bloemetjes. Voor sommige mensen is dit een teken dat het voorjaar eraan komt. Als de vruchtjes opengaan geven de witte tussenschotten weer een opvallend witte waas over de plantjes.
Vergelijkbare soorten
Naast vroegeling zijn er nog 5 andere (zeer) algemeen voorkomende, vroege voorjaarsbloeiers met 4-tallige, kleine witte bloemetjes en een bladrozet.
herderstasje : driehoekige vruchten.
vroegeling : gespleten kroonbladen en brede, platte vruchten, rozetbladeren gaaf of getand.
zandraket : lange, smalle, schuin afstaande vruchten, rozetbladeren gaaf of getand.
kleine veldkers : lange, smalle, rechtop staande vruchten, die boven de bloemen uitkomen, rozetbladeren veervormig.
bosveldkers : lange, smalle, rechtop staande vruchten, die niet of nauwelijks boven de bloemen uitkomen, rozetbladeren veervormig.
klein tasjeskruid : ongelijke kroonbladen, eironde, platte, haaks afstaande vruchten, rozetbladeren veervormig.
|
Algemeen
– kruisbloemenfamilie (Brassicaceae)
– eenjarig
– zeer algemeen voorkomend
– 3 tot 15 cm
Bloem
– wit
– vanaf februari t/m mei
– tros
– stervormig
– 3 tot 5 mm
– 4 diep ingesneden kroonbladen
– kroon niet vergroeid
– 4 kelkbladen, behaard
– 6 meeldraden
Blad
– rozet
– enkelvoudig
– lancetvormig
– top spits
– rand gaaf of getand
– voet gevleugeld
– veernervig
– zacht behaard
Stengel
– rechtop
– glad en kaal of verspreid behaard
– rolrond
– onbebladerd
zie wilde bloemen
preview en aankoop boek “De Openbaring “:
http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget