Category, categorie : Mode en kledij + collecties Christian Dior 2000-2024
.
.
Christian Dior – autumn/winter – herfst/winter – 2022/2023 – Show
.
.




.
.


.
.






































































.
.
.




































































Schefflera’s verbruiken matig water. In de zomer staat de kamerplant het liefst in licht vochtige grond. In de winter mag de grond tussen de gietbeurten een beetje indrogen. Bij twijfel kan beter gewacht worden met water geven. In de zomer ongeveer eens per week water geven en in de winter eens per 10 dagen (afhankelijk van o.a. de hoeveelheid water)
De hoeveelheid is onder andere afhankelijk van de potmaat, temperatuur en lichtintensiteit. Hoe groter de pot, hoe meer water de grond kan opnemen, zonder dat de wortels in een laagje water staan. Voelt de grond na 5 dagen nog steeds erg nat, geef dan minder water. Is de grond na 2 dagen al kurkdroog, geef dan iets meer.
De Schefflera sproeien is niet noodzakelijk maar wel wenselijk. Sproei af en toe het stof van de bladeren zodat meer zonlicht het blad bereikt.

De Schefflera staat graag op een lichte standplaats zonder al teveel direct zonlicht. 3 tot 5 uur direct zonlicht per dag is voldoende. Lichtere soorten zoals de Gold Capella of Trinette staan liever op een lichtere standplaats ten opzichte van hun donkergroene soortgenoten. De lichtere soorten hebben namelijke minder bladgroenkorrels in hun blad. Plaats deze op een locatie met ongeveer 5 uur direct zonlicht.
Geschikte afstanden voor het raam voor donkergroene soorten: Raam op het zuiden: 3-4 meter. Raam op het oosten/westen: 2-3 meter. Raam op het noorden 1-2 meter. De lichtere soorten mogen 1 tot 2 meter dichterbij het raam.
.
.
Overdag: +/- 16 °C
‘S nachts: +/- 12 °C
.
.
.
Het verpot een Scheffera eens per 3 jaar en vervang elk jaar de toplaag met verse aarde. Doe dit bij voorkeur in de lente omdat in deze periode eventuele beschadigde wortels sneller herstellen. Verpotten direct na de aanschaf kan ook. Wees buiten het groei seizoen wel extra zuinig met water geven. Zo gaan de wortels sneller opzoek naar water en herstellen daardoor sneller. Gebruik een plantenbak waarbij de diameter minimaal 20% breder is als de vorige. Gebruik universele potgrond. Voeg alleen hydrokorrels toe indien er een drainage gat aanwezig is.

Na 6-8 weken zijn de voedingsstoffen in de aarde verbruikt. Het is dan raadzaam de Schefflera te bemesten. Gebruik hiervoor vloeibare voeding voor groene kamerplanten. Kijk voor de juiste dosering op de verpakking. Gebruik nooit meer als aangegeven op de verpakking, liever iets minder. Bemesten in de herfst en winter is overbodig en kans zelfs schadelijk zijn.
Bruine of gele bladeren zullen van de binnenplant afvallen. Dit vallende blad is vaak een teken dat de plant een tekort heeft aan zonlicht. Plaats de kamerplant in dit geval een meter dichterbij het raam. Of lees hierboven meer over de lichtbehoefte van de Schefflera. In mindere mate is tocht of kou de oorzaak van vallend blad.
Vaak wordt ten onrechte gedacht dat vallend blad een teken is van te weinig water. Men geeft vaak meer water waardoor wortels gaan rotten en vervolgens zal dit leiden tot nog meer bladval.
Snoei de Schefflera elk najaar. Zo kan bereikt meer licht de kern van de kamerplant gedurende de winter. In de lente zal de binnenplant opnieuw uitlopen. De Schefflera zal vertakken na het snoeien. Hierdoor krijg je een volle en toch compacte kamerplant. Vooral uitlopers kunnen het beste teruggesnoeid worden tot in de kruin.

Het vermeerderen kan door stekken. Plaats een kopstek van ongeveer 10 cm met 2 bladeren in water. Zorg voor een temperatuur van ongeveer 24 graden en vermijd direct zonlicht. Plaats de stek in vochtige grond wanneer er wortels verschijnen.
Schefflera’s kunnen prachtige bloemen krijgen, maar helaas zal dit niet snel gebeuren in woonkamers.

Schefflera’s zijn licht giftig. Het sap kan de huid irriteren. Ook is het blad schadelijk na inname door dieren of kinderen.
De Schefflera krijgt last van wolluis door tocht. Spuit met een krachtige waterstraal zoveel mogelijk ongedierte van de plant. Eventueel vervolgen met een chemische bestrijding.
Goed te herkennen aan
– de geelgroene, eindelingse, schermvormige bloeiwijzen en
– de vochtige standplaats en
– het formaat van de plant
Algemeen
Moeraswolfsmelk is een overblijvende plant van 0,6 tot 1,5 meter hoog en groeit bij voorkeur in rietlanden en langs waterkanten. De plant komt van nature voor in Eurazië. Ze staat op de rode lijst als matig afgenomen. Ze wordt ook aangeboden als tuinplant.
Bloem
Moeraswolfsmelk bloeit in mei en juni met geelgroene schermvormige bloeiwijzen. De kleur krijgen de bloeiwijzen niet van de bloemen, maar van de bovenste verkleurde stengelbladeren. Boven die verkleurde stengelbladeren zitten per straal 4 schijnbloemen (cyathia), die weer bestaan 1 vrouwelijke bloem, een aantal tot 1 meeldraad gereduceerde mannelijke bloemen en een aantal nectarklieren.
Deze klieren zijn eerst geel en worden later oranjeachtig. Ze zijn bij de meeste wolfsmelksoorten sikkelvormig; bij moeraswolfsmelk zijn ze eirond tot langwerpig. De vrouwelijke bloem is een bolletje op een gebogen steel.
Blad en stengel
De stengels en bladeren van moeraswolfsmelk verkleuren in de herfst naar diep donkerrood. De bladeren vallen op een gegeven moment af, maar tot ver in de winter blijven de stengels prachtig van kleur.
Bijzonderheden
Het melksap uit de stengels irriteert huid en ogen.
Algemeen
– wolfsmelkfamilie (Euphorbiaceae)
– overblijvend
– vrij algemeen tot zeer zeldzaam
– 0,6 tot 1,5 meter
Bloem
– geelgroen
– mei en juni
– schermvormige tros
– 1,5 tot 2 cm
– 4 of 5 bloemdekbladen, vergroeid
– 1 tot 8 meeldraden
– 3 stijlen
Blad
– verspreid
– enkelvoudig
– lancetvormig
– top stomp
– rand gaaf
– voet afgerond
– veernervig
Stengel
– rechtop
– kaal
zie wilde bloemen
De Aechmea verbruikt weinig water. Zorg ervoor dat de grond altijd licht vochtig blijft, zonder dat er een laag water vormt in de pot. Geef bij warme weeromstandigheden meer water. Eén keer per week water geven is voldoende. De Aechmea is een plant die water opslaat in zijn stengel, geef hierom ook af en toe water in de kelk (bloem). Pas hierbij wel op dat je het water er rustig ingiet anders beschadigd de bloem.
Indien je de kamerplant opmaakt met vulcastrat en een watermeter veranderd de watergift. Hierbij geef je eenmaal per week water, totdat de watermeter begint te bewegen. Des te kleiner de uitslag, des te beter. De watermeter geeft namelijk aan dat er te veel water in de pot staat. Je kunt dan ook het beste de watergift stoppen vlak voordat de watermeter uitslaat. In de winter kun je eenmaal per twee weken water geven.
De Aechmea vraagt om een gemiddeld tot hoge luchtvochtigheid. Sproeien zal de gezondheid daarom versterken. Vooral in de winter wanneer de kachel aangaat zorgt dit voor een lagere luchtvochtigheid in de woonkamer. Sproeien helpt de Aechmea gezond te houden waardoor de plant zijn langer zijn sierwaarde behoudt.
Plaats de Aechmea op een zonnige standplaats, zonder direct zonlicht. De Aechmea vertoeft graag op de warme plekken in de woonkamer. Te veel zonlicht zal leiden tot bruine randen op de bloem en bladeren.
overdag : 17°C

De Aechmea is een plant die slechts één keer tot bloei komt. Deze kamerplant staat vervolgens wel 2 tot 5 maanden in bloei. Na deze periode vervaagd de kleur van de bloem. Deze zal afsterven en niet meer terug komen. Doordat de Aechmea een relatief korte levensduur heeft is het verpotten van deze plant niet nodig.
Wel is het mogelijk de Aechmea direct na aanschaf te verpotten. De nieuwe bak hoeft niet veel groter te zijn dan de oude. De Aechmea heeft namelijk een erg kleine wortelkluit.
.

.
Bemesten kan het beste in de lente en zomer, gebruik voor deze kamerplant voeding voor bloeiende kamerplanten. Lees voor de aanbevolen dosering op de gebruiksaanwijzing. Geef nooit meer dan aangeraden, dit zal de plant schaden.
Bruine randen op de bladeren duiden vaak op een te veel aan direct licht. Wanneer de bladeren van de Aechmea gaan hangen is het verstandig de watergift te verhogen.
Het snoeien van een Aechmea is niet nodig. De bladeren die niet meer mooi ogen kan je simpelweg wegknippen.

Het vermeerderen van een Achmea kamerplant gaat alvorens een stappenplan. Allereerst zal de plant kleine stekjes aan de basis van de plant aanmaken wanneer deze is uitgebloeid. Laat deze doorgroeien tot de hoogte van ongeveer 10cm.
Hierbij is het belang dat deze stekken voldoende water krijgen, ook in de kelk. Vervolgens kunnen deze stekken verwijderd worden. Pas hierbij op dat je de wortels voorzichtig behandeld.
Plaats deze stekken in een aparte pot en mest eventueel bij met bloeiende planten voeding. Laat de Aechmea gedurende één jaar staan, hierna is de Aechmea bloeirijp.
Wanneer de plant bloeirijp is neem dan een schil van een appel en plaats deze in het hart van de plant. Dek de plant vervolgens met een plastic zak af en laat de appelschip ongeveer 3 weken bij de plant liggen. Het afdekken van de plant is bedoelt om de luchtvochtigheid van zijn land van oorsprong na te bootsen. kaat de plant in deze staat zo’n 7 tot 17 staan en dan is de nieuwe Aechmea bloem gegroeid.
Aechmeas zijn geliefd vanwege hun bloemen die in vele kleuren voorkomen. De Aechmea komt echter maar éénmalig tot bloei en zal hierna afsterven. De plant bloeit gemiddeld 2 tot 5 maanden en zal hierna geleidelijk zijn kleur verliezen.
Aechmeas zijn niet giftig.
De Aechmea is gevoelig voor spint. Regelmatig sproeien werkt preventief tegen spint. Ter bestrijding van spint raden wij een chemisch bestrijdingsmiddel.
Aglaonema’s stellen geen hoge eisen wat betreft het water geven. Deze kamerplanten hebben namelijk weinig problemen met een onregelmatige watergift, zolang de wortels maar niet in het water staan. Daarom is het beter om bij twijfel te wachten met water geven. Meerdere dagen in droge grond overleeft de Aglaonema zonder pro-blemen. In de winter kan de Aglaonema zelfs weken zonder. De Aglaonema blijft op zijn mooist indien de grond in de zomer licht vochtig is. In de winter mag de grond opdrogen tussen de gietbeurten.
De hoeveelheid is afhankelijk van verschillende factoren, daarom is het verstandig om te beginnen met kleine hoeveelheden water per gietbeurt. Is de grond binnen 4 dagen droog, geef dan iets meer. Is de grond na 10 da-gen nog steeds erg nat, geef dan minder. Steek een vinger in de grond om te controleren of de grond vochtig aanvoelt. Bij een nieuwe binnenplant is het verstandig om dit op het begin regelmatig te doen. Na enkele keren water geven leer je vanzelf hoeveel en hoe vaak jouw Aglaonema nodig heeft.
Indien je de kamerplant opmaakt met vulcastrat en een watermeter veranderd de watergift. Hierbij geef je een-maal per twee weken water, totdat de watermeter begint te bewegen. Des te kleiner de uitslag, des te beter. De watermeter geeft namelijk aan dat er te veel water in de pot staat. Je kunt dan ook het beste de watergift stoppen vlak voordat de watermeter uitslaat. In de winter kun je eenmaal per 4 weken water geven.
Een Aglaonema 2x per week sproeien is niet noodzakelijk maar verkleint de kans op spint. Daarnaast is het ver-standig de Aglaonema 3x per jaar af te spoelen om zo de huiskamerplant stofvrij te houden. Bovendien werkt dit preventief tegen ongedierte. De beste methode hiervoor is om de grond zoveel mogelijk met huishoudfolie af te dekken en de Aglaonema onder de douche met lauw water stevig af te spoelen. Doe dit zowel onder als boven het blad.
De Aglaonema groeit van nature onder een dicht bladerdek. Daarom gedijt de Aglaonema het best op donkere of beschaduwde standplaats. Maar de Aglaonema dient wel zonlicht te ontvangen, alleen kunstlicht is niet voldoen-de. Maximaal 3 uur direct zonlicht. Het liefst alleen ochtend of avond zonlicht. Dit betekent dat de Aglaonema direct voor een raam op het noorden mag, 2-4 meter voor een raam op het westen of oosten. Of 3-6 meter voor een raam op het zuiden.
|
|
overdag: 20° C
‘S nachts: 15 ° C

Omdat de Aglaonema langzaam groeit is verpotten niet vaak nodig. Maar na aanschaf is het wel mooier om de Aglaonema in een grotere sierpot te plaatsen. Dit kan direct na aanschaf, maar is beter in de lente of zomer. Neem een sierpot met een diameter van minimaal 20% breder als de vorige. Gebruik gewone universele pot-grond en probeer zo min mogelijk wortels te beschadigen. Het is verstandig om bij hoge vazen een inzethoes te gebruiken. Dit voorkomt dat er onderin de pot water gaat rotten, wat buiten het bereik van de wortels is.

.
De Aglaonema groeit langzaam, daarom verbruikt deze binnenplant weinig voeding. Bemesten is niet nodig in de rustperiode (winter) en niet noodzakelijk in de herfst. Na 4x water geven, geef je de plant vloeibare voeding. Of 1/4 van de aanbevolen dosering van vloeibare voeding, bij elke keer dat je de plant water geeft. Gebruik nooit een overdosis, ook niet na een periode dat de binnenplant geen voeding heeft gehad.
De Aglaonema heeft niet snel last van verkleurende bladeren. Indien de bladeren lichter van kleur of zelfs geel worden kan de kamerplant het beste een meter verder van het raam worden geplaatst. Indien de Aglaonema te lang droog heeft gestaan zullen de onderste bladeren bruin of geel worden, over het algemeen overleefd de Aglaonema dit wel.
Aglaonema kamerplanten worden nooit groot. Snoeien is daarom overbodig. Lelijke of verkleurde bladeren kun-nen het beste 3 cm van de stam worden afgeknipt. Zo spaart de kamerplant energie. Bovendien blijft de plant zo mooier.
Aglaonema huiskamerplanten kunnen worden gestekt en gescheurd.

De bloei van een Aglaonema is niet altijd zichtbaar omdat de bloemen onder het blad zitten. Daarnaast bloeit een Aglaonema niet vaak. Het beste is om de bloemen weg te knippen. De Aglaonema steekt namelijk veel energie in de bloemen, dit kan ten koste gaan van de sierwaarde van de plant.

Het sap en de bessen van de Aglaonema zijn licht giftig. Al zijn er ook verschillende bronnen die melden dat de Aglaonema niet giftig is. Elke kamerplant wordt door kwekers behandeld tegen ongedierte, dit zorgt ervoor dat elke kamerplant niet geschikt voor consumptie. De sappen van de Aglaonema kan leiden tot huidirritatie bij men-sen maar ook huisdieren. Het leidt zelden tot de dood bij katten, honden en vogels.
De Aglaonema groeit van nature in vochtige omstandigheden. Een droge lucht maakt de kamerplant vatbaarder voor spint. In een enkel geval krijgt de plant last van dop- of wolluis.
Goed te herkennen aan
– de grote, lichtblauwe of blauw-paarse, 5-tallige bloemen aan
– een bodem bedekkende plant en
– de in de winter groen blijvende, glanzende bladeren met kale rand
Algemeen
Kleine maagdenpalm is een wintergroene, overblijvende, bodem bedekkende plant op vochtige, voedselrijke grond in loofbossen en tuinen. Ze is vrij algemeen voor komend in de Lage Landen en is ook te koop als tuin-plant. In Limburg vind je nog oorspronkelijk wilde exemplaren. De plant is wettelijk beschermd.

Bloem
Kleine maagdenpalm bloeit vanaf half april tot begin mei, in zachte winters eerder. Ook in de overige maanden kun je haar bloeiend aantreffen, maar dan minder enthousiast. De bloemen van oorspronkelijk wilde exemplaren zijn lichtblauw, die van de tuinversie blauw-paars. Ze zijn groot en hebben 5 asymmetrische kroonbladen, waar-van de bovenste gedeelte wijd uitstaat en het onderste gedeelte buisvormig is vergroeid. Het hart van de bloem is wit. De bloemen staan op korte stelen. Per bladpaar groeit er 1 bloem in één van de twee bladoksels.
Blad en stengel
De bladeren zijn glanzend groen en blijven in de winter aan de plant zitten. De niet bloeiende stengels liggen op de grond, wortelen op de knopen en kunnen meters lang worden. De bloeiende stengels staan rechtop en wor-den tot 30 cm hoog.

Toepassingen
De bloemen van kleine maagdenpalm zijn te eten en kunnen gebruikt worden ter versiering van taarten en sala-des. In de fytotherapie kent kleine maagdenpalm vele toepassingen.
Vergelijkbare soort
Grote maagdenpalm lijkt veel op kleine maagdenpalm, maar ze is in alles groter en de rand van de bladeren is gewimperd. De bladrand van kleine maagdenpalm is kaal. Grote maagdenpalm komt niet voor in Nederland.
Algemeen
– maagdenpalmfamilie (Apocynaceae)
– overblijvend
– vrij algemeen tot zeer zeldzaam
– ook als tuinplant
– bloeistengel 15 tot 30 cm
Bloem
– lichtblauwe, blauw-paars, zelden wit
– april en mei
– gesteeld alleenstaand
– stervormig
– 2 tot 3 cm
– 5 kroonbladen, vergroeid
– 5 kelkbladen, vergroeid
– 5 meeldraden
– 1 stijl
Blad
– tegenoverstaand
– enkelvoudig
– elliptisch tot lancetvormig
– top spits
– rand gaaf en kaal
– voet afgerond of wigvormig
– veernervig
– glanzend
Stengel
– rechtop of liggend
– glad en kaal
– rolrond
zie wilde bloemen
.
.
.
Grote kamerplanten zijn erg gezellig in de huiskamer. Ze brengen sfeer in huis. Hou er rekening mee dat grote kamerplanten steeds groter worden. Dus denk er goed over na voordat je een grote kamerplant in huis neem, hij neemt namelijk aardig wat ruimte in beslag.
.
.
De Pachira aquatica staat bekend om zijn handvormige bladeren en gevlochten stam. Maar ze zijn ook te koop in de natuurlijke vorm. Maar omdat de natuurlijke vorm nogal grof en weerbastig is, zul je de meeste Pachira’s in een gevlochten vorm vinden, maar dat maakt ze ook meteen een stuk duurder. De Pachira is een makkelijke plant om te houden.
Je kan de Pachira bija overal neerzetten behalve in de zon. In de winter is ie met 1x in de maand een flinke scheut water zonder voeding en 1x per week even besproeien tevreden. In de zomer vraagt hij om flink meer water met wat voeding. Dan heeft de plant 1x in de twee weken een grote scheut met water nodig en 1x per week even sproeien.
In de zomer kan de Pachira erg hard groeien. Wordt de plant te groot,dan kan je hem op elke willekeurige plaats +/- 3 cm boven de aangroei van een blad afknippen. Door de plant aan de bovenkant te snoeien, zal hij minder hard de lucht in gaan en wat meer in de breedte, je krijgt dan dus een vollere plant. Let op de plant is licht giftig!
.
.
.
De Yucca is een van de gemakkelijkste planten om de houden. De stevige spitse maar niet stekende bladeren verdragen volle zon, maar ook op een wat donkerdere plek blijft deze plant een lange tijd goed. De plant vraagt weinig water. Ga je een aantal weken op vakantie, maak je je dan over de Yucca dan geen zorgen, die overleeft het wel. Het is een langzame groeier.
De plant kan in de zomer lekker naar buiten. Door de frisse lucht groeien ze duidelijk sneller. In de winter willen ze graag een koele standplaats. Dus een onverwarmde kamer is perfect. De temperatuur mag gerust dalen tot 5 graden. Geef weinig water. Het is de rustperiode van de plant. Ze gebruiken alleen een heel klein beetje water om de winter door te komen.
.
.
.
De Ficus bestaan in veel verschillende soorten en maten. Je hebt ze met effe en bondgekleurde bladeren, kleine, langwerpige en grote bladeren. De ficus is een makkelijke plant, zolang er niet te veel temperatuurschommelingen zijn en er regenwater op kamertemperatuur wordt gegeven.Als er teveel temperatuur schommeling is en hij krijgt te koud water, dan verliest de plant zijn bladeren.
Geef matig water en laat de aarde opdrogen tussen iedere giet beurt (niet uitdrogen) De ficus is vrijwel het hele jaar te koop in plantenwinkels of tuincentra’s. De beste standplaats is in het licht zonder te veel direct zonlicht, maar een wat donkerdere plek mag ook. De Ficus is een dankbare plant. Voelt de plant zich lekker, dan laat hij dat merken door veel jonge blaadjes te maken.
.
.
.
De Dracaena heeft veel variaties in uiterlijk Zo heb je planten met een bladbreedte van 10 cm en planten met een bladbreedte van 2 sm. Je hebt variaties op stam en je hebt soorten die alleen uit een toefje met bladeren bestaat. De verschillende Dracaena’s hebben ook een grote variatie aan kleur. Van rood-groen gestreepte tot groen met roomwitte gespikkelde soorten. Een ding heben ze allemaal gemeen, het is een relatief makkelijke plant om te houden. De verzorging is vrijwel hetzelfde als de Yucca, alleen vragen ze iets meer water.
.
.
Een van de polulairste kamerplanten zijn palmen. Maar van alle beschreven planten heeft de palm wel de meeste verzoring nodig. De meest verkochte palm is de Chrysaldocarpus lutescens. De bladveren zijn bij jonge planten erg slap, maar als de plant wat ouder is word het blad steviger. Palmen houden niet van kou. Een van de natuurlijke plekken waar palmen groeien is Madagascar.
Het is daar altijd warm, en daarom is een palm niet op lage temperaturen ingesteld. De temperatuur mag dan ook niet lager zakken dan 15 graden. De potgrond moet zo gelijkmogelijk vochtig blijven, dus regelmatig gieten is erg belangrijk. Zorg er voor dat het water handwarm is, anders krijgt de palm een koudeschok.
De standplaats voor een palm moet wel licht zijn maar niet zonnig. Palmen kunnen erg groot worden, maar kunnen niet gesnoeid worden. Mocht de palm voor een bepaalde plek te groot worden, dan zal de palm verplaatst of weggegooid moeten worden.
.
.
.
.