Category, categorie : A complete animated overview of the bible
.
.
Book of Genesis, summary : (Part 2)
.
Boek Genesis, samenvatting : (deel2)
.
.




.




.
.
.
.
.
.
Overconsumptie van suiker is niet dé oorzaak van overgewicht, maar slechts één van de oorzaken”. Dat zegt Fred Brouns, hoogleraar Health Food Innovation aan de Universiteit Maastricht. Samen met collega’s onderzocht Brouns de rol van suikers bij obesitas. Ze vonden onder andere dat fructose – in kleine hoeveelheden – niet schadelijk is en zelfs gunstige effecten kan hebben. Ze publiceerden erover in Nutrition Research Review.
Ze bekeken de relatie tussen suikerconsumptie en obesitas, en dan vooral naar de rol van fructose. Het is bekend dat in een groot aantal frisdranken in Europa, net als in andere voedingsmiddelen, suiker is toegevoegd. Dit gebeurt vaak in de vorm van sucrose, een suikertype dat voor 50 procent uit glucose en 50 procent uit fructose bestaat.
Eerder onderzoek in de Verenigde Staten leidde tot de conclusie dat de toename in de consumptie van toegevoegde suikers parallel lijkt te lopen met gewichtstoename van de bevolking. Omdat in alle frisdranken in de Verenigde Staten high-fructose corn syrup zit (een siroop gemaakt uit maiszetmeel met een fructose gehalte van 55 procent), werd verondersteld dat de inname van fructose een oorzakelijk verband heeft met de obesitasepidemie.
Wij laten zien dat de bestaande onderzoeksresultaten verkeerd geïnterpreteerd worden en dat er veel misvattingen bestaan over fructose. Zo blijkt high-fructose corn syrup helemaal niet zo veel te verschillen van ‘gewone’ suiker (sucrose).
Ook hebben ze geconstateerd dat in veel studies extreme hoeveelheden pure fructose zijn toegediend – tot zelfs meer dan 20 procent van de totale calorieopname. Ongewenste effecten op onder andere de verzadiging, de hormoonhuishoudingen en insulinegevoeligheid die daarbij optreden worden echter niet gevonden bij consumptie van fructose samen met glucose, zoals wij dat in feite altijd consumeren.
Als u obesitas wilt bestrijden moet u dus niet alleen maar kijken naar de inname van fructose dan wel suiker. Het gehalte van alle toegevoegde koolhydraten, vetten, eiwitten, voedingsvezel en de totale calorie-inname bepaalt, is belangrijker.
Water is nog altijd de beste dorstlesser en kan worden afgewisseld met nu en dan wat vruchtensap of frisdrank. Daarbij hebben de ‘light’ of ‘zero’ variant de voorkeur, omdat die veel minder calorieën bevatten, zo besluiten de onderzoekers.
.
.
.
.
.
.
.
.





















































Pasteltekening van John Astria
De weg van de adelaar langs de hemel is bijna te wonderlijk om te begrijpen (zie Spreuken 30:18-19).
Met enorme uitgespreide vleugels zweeft deze koning van de vogels moeiteloos urenlang hoog in de lucht, op zoek naar een prooi: een konijn, een hert of een schaap. Omdat hij vier tot vijf maal zo scherp kan zien als een mens, ontkomen weinig dieren aan zijn blik. Na zijn prooi eenmaal ontdekt te hebben, duikt hij er met 200 km per uur op af.
Zo’n vliegkunst wordt niet gemakkelijk geleerd. Een kleine vergissing kan de dood betekenen. Daarom blijven de ouders heel dicht in de buurt, totdat het jong zijn gewicht in de lucht weet te beheersen. Als hij dreigt te vallen, gaat één van zijn ouders onder hem vliegen en draagt hem naar een veilige plaats. Deze ouderlijke zorg gebruikt God als beeld voor zijn zorg voor de Israëlieten toen zij uit Egypte kwamen:
“Als een arend, die zijn broedsel opwekt, over zijn jongen zweeft, zijn wieken uitspreidt, er een opneemt en draagt op zijn vlerken, zo heeft de Here hem alleen geleid” (Deuteronomium 32:11-12).
Net als het arendsjong de natuurwetten moet leren om in leven te blijven, zo moet Gods volk Gods wetten leren om zijn voortbestaan te verzekeren. God zorgt ook nu voor zijn kinderen. Hij kan ons “voor struikelen behoeden en onberispelijk doen staan voor zijn heerlijkheid in grote vreugde” (Judas 24)
Het meest voorkomende beeld in de Bijbel is dat van de arend. De grootmachten, Assur, Babel en Egypte worden alle met arenden vergeleken, maar het beeld wordt ook toegepast op verschillende aspecten van het persoonlijke leven. Zo snel als de legers van Assur en Babel aanstormden, zo snel gaan ook onze dagen voorbij. Dat was de ervaring van Job:
“Zij glijden voorbij als een arend die toeschiet op de prooi” (Job 9:26).
Daarom was het gebed van Mozes: “Leer ons zo onze dagen tellen dat wij een wijs hart bekomen” (Psalm 90:12). Salomo waarschuwde tegen het zoeken naar rijkdom, omdat die zo snel kan verdwijnen.
“Als een arend vliegt hij ten hemel” (Spreuken 23:4,5).
Gods wijsheid leert ons Hem dankbaar te zijn, die onze ziel verzadigt met het goede, zodat onze jeugd zich vernieuwt als die van een arend (Psalm 103:5).
De gelovige mag dankzij Gods genade naar een nog mooiere tijd uitzien:
“Wie de Here verwachten, putten nieuwe kracht; zij varen op met vleugelen als arenden; zij lopen, maar worden niet moede; zij wandelen, maar worden niet mat.” (Jesaja 40:31).
Zo leert Jezus in de bergrede:
Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en u zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden (Matteüs 7:7).
We moeten bidden, zoeken en kloppen hier opvatten als een continue actie, niet als een eenmalige handeling. Jezus vertelt hier niet dat een eenmalig gebed voldoende is om te krijgen wat je wil hebben, maar dat wie verhoord wil worden, voortdurend tot God moet smeken.
Niet dat God anders niet zou luisteren, of niet de moeite zou willen nemen op zo’n verzoek in te gaan. Maar door voortdurend op de zaak terug te komen, toon je dat het je inderdaad ter harte gaat, en je leert je ook af te vragen of je zelf de zaak echt wel zo belangrijk vindt.
Dat is ook de betekenis van zijn gelijkenis over de ‘onrechtvaardige rechter’ (Lucas 18:1-8). Ook daar gaat het om blijven volharden en dag en nacht tot God roepen. Evenzo is zoeken niet even rondkijken maar net zolang blijven zoeken, tot je het gevonden hebt, zoals de herder in de gelijkenis van het verloren schaap (Lucas 15).
En dat kloppen is ook niet maar een bescheiden klopje op de deur, maar er net zolang op blijven bonzen tot er eindelijk iemand open doet: zoals Petrus toen hij voor de deur stond en de slavin Rhode hem vergat binnen te laten (Handelingen 12:16).
Paulus betoogt dat de Wet niet kan redden, en daar ook nooit voor bedoeld was. De Wet liet de Israëlieten zien dat ze tekortschoten. Redding is er alleen door het verlossingswerk van Christus. Maar de apostel is kennelijk voor de voeten geworpen dat zo’n standpunt er op neer komt dat het dan helemaal niet meer uit zou maken hoe we leven; wanneer we eenmaal verlost zijn, zouden we die hele Wet dan aan onze laars kunnen lappen, en alles doen wat God verboden heeft.
Dat is uiteraard een drogreden, maar wel een verleidelijke, omdat de aard van de denkfout niet onmiddellijk duidelijk is. Paulus geeft het antwoord in twee ‘etappen’. Het argument van zijn tegenstanders was in feite dat je dan, door te zondigen, God de kans zou geven des te meer genade te tonen. Dat formuleert hij als volgt:
Betekent dit nu dat we moeten doorgaan met zondigen om de genade te laten toenemen? Dat in geen geval. Hoe zouden wij, die dood zijn voor de zonde, nog in zonde kunnen leven? (vs 1-2).
Hij legt dan uit dat de doop een symbolisch sterven met Christus is, waar je als een volkomen nieuwe mens weer uit op dient te staan. Wie dan maar doorgaat met zijn oude leven, is geen nieuwe mens, en dus niet in Christus. En die oude mens was en is niet verlost.
We kunnen niet doorgaan met ons oude leven, zelfs niet met als argument dat we daarmee God de gelegenheid zouden geven meer genade te betonen. Maar we zouden toch in elk geval niet zo verschrikkelijk ons best hoeven te doen, want onze fouten worden ons toch wel vergeven omdat we nu recht hebben op Gods genade:
Betekent dit nu dat we zonder bezwaar kunnen zondigen omdat we toch niet onder de wet staan, maar onder de genade leven? Absoluut niet (vs 15).
Dat argument bestrijdt hij door erop te wijzen dat wij zijn als slaven die uit het eigendom van de ene meester (de zonde) zijn losgekocht, en zijn overgegaan in eigendom van een andere meester (gehoorzaamheid). En een slaaf is nu eenmaal verplicht zijn huidige heer met alle loyaliteit te dienen. Hij kan zich niet permitteren af en toe nog wat bij te klussen voor zijn vroegere meester: het is alles of niets! In hoofdstuk 8 zal hij dan uitleggen dat aankomt op onze mentaliteit, die hij aanduidt als de geest of de gezindheid van Christus.
We moeten ons er goed van bewust zijn dat het hier gaat om hetwillens en wetens zondigen. Paulus zegt niet dat Gods genade begrensd is, maar dat wij van onze kant wel de plicht hebben ons best te doen. Wij kunnen niet maar onze gang gaan en vervolgens een beroep doen op Gods genade.
Dat was nu juist het argument van zijn tegenstanders in die zin dat zij hem die opvatting in de schoenen schoven, om er dan vervolgens op te wijzen dat een dergelijke opvatting te zot voor woorden is, en dat Paulus dus onzin verkondigde. Wat Paulus in werkelijkheid bestreed, was de opvatting dat je alleen behouden kon worden door het stipt in acht nemen van de Wet, dus precies het tegenovergestelde.
Zijn tegenstanders proberen zijn leer tot in het belachelijke door te trekken, om die dan als absurd ter zijde te kunnen schuiven. Paulus probeert hier niet de omvang van Gods genade in te perken, maar bestrijdt het valse argument dat je er dan zonder bezwaar op los zou kunnen leven.
Na zijn uitspraak over bidden, vinden en kloppen in de bergrede vermaant Jezus zijn gehoor:
Gaat in door de enge poort, want wijd is de poort en breed de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die daardoor ingaan; want eng is de poort, en smal de weg, die ten leven leidt, en weinigen zijn er, die hem vinden (Matteüs 7:13-14)
Wanneer we, met bovenstaande taalles in ons achterhoofd, eens naar de werkwoordsvormen kijken, constateren we het volgende:
Jezus zegt, ‘zoekt en u zult vinden’ waarmee hij bedoelt dat men daar continu, zijn hele leven lang, mee bezig moet zijn om dan aan het eind voor de goede poort te staan. Maak niet de fout achter de grote massa aan te lopen, want die gaan met zijn allen juist door de verkeerde poort naar binnen.
De groep die bereid is serieus op zoek te gaan, zal maar uit weinigen bestaan, dus wees je daar van bewust. Het argument dat ‘zoveel miljoenen die zich gelovigen noemen kunnen het toch niet allemaal mis hebben’ is letterlijk levensgevaarlijk. Het kan niet alleen, het zal zelfs met zekerheid zo zijn, want Jezus vertelt ons dat hier. Wij moeten voortdurend blijven zoeken en dan zullen we ook vinden. Want ook dat heeft Hij ons met nadruk verzekerd.
Deze zeldzame steen wordt op slechts één plaats gevonden, de Preseli Mountains in Wales. De Preseli Bluestone is een variant van doleriet. De samenstelling ervan is harder dan graniet. Het is een basaltachtige steen en bestaat verder uit rhyoliet en volkanische gesteente.








![]()


Goed te herkennen aan
– de brandnetelachtige bladeren, die niet prikken en
– de witte, behaarde, in een schijnkrans staande lipbloemen
Algemeen
Witte dovenetel is een rechtopstaande, zeer algemeen voorkomende, overblijvende plant van 30 tot 60 cm. Ze groeit op vochtige, zeer voedselrijke, omgewerkte grond in bemeste weilanden, in bermen, aan bosranden en langs muren en hekken.

Bloem
De plant bloeit vanaf april tot in de herfst, bij zacht weer soms tot het begin van de winter. De witte, soms roomwitte, zeer zelden roze bloemen staan in schijnkransen van 5 tot 8 bloemen in de bladoksels van het bovenste deel van de plant. Ze zijn rijk aan nectar.

Blad en stengel
De bladeren zien eruit als bladeren van de brandnetel maar dan zonder de brandharen, vandaar de naam dove- netel. De stengel is vierkant en afstaand behaard.
Algemeen
– lipbloemenfamilie (Lamiaceae)
– overblijvend
– zeer algemeen voorkomend
– 30 tot 60 cm
Bloem
– (room)wit, zeer zelden roze
– vanaf april tot in de herfst
– schijnkrans
– lipbloem
– 2 tot 2,5 cm
– 5-tandige kelk
– 4 meeldraden
– 1 stijl
Blad
– kruisgewijs tegenoverstaand
– enkelvoudig
– hartvormig tot meer langwerpig
– top spits
– rand gezaagd
– voet hartvormig
– netnervig
– behaard
Stengel
– rechtop, bovengronds liggend, opstijgend
– behaard
– vierkant
zie wilde bloemen