categorie : spirituele prenten van John Astria
Naar de levensboom
Pasteltekening van John Astria
preview en aankoop boek “De Openbaring “:
http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget
JOHN ASTRIA
Pasteltekening van John Astria

JOHN ASTRIA
.
.
Dit zijn de zeven primaire heiligen. Deze zeven vrouwen worden allemaal genoemd in de eerste Romeinse Canon.
.
Maria Magdalena, of Maria van Magdala is een Bijbelse figuur uit het Nieuwe Testament, waarin wordt vermeld dat zij behoorde tot de groep van vrouwen die aanwezig waren bij de kruisiging van Christus, zijn graflegging en zijn opstanding. Haar feestdag valt op 22 juli.
Magdalena betekent: van, uit Magdala. Magdala of Magadan was een stadje op de westelijke oever van het Meer van Tiberias. Lucas noemt haar niet gewoon Maria Magdalena, maar zegt “Maria, die Magdalena genoemd wordt”.
De Bijbel geeft niet veel informatie over haar. Ze wordt reeds vermeld in Lucas 8:2, waar staat dat Jezus haar bevrijdde van zeven duivelse geesten.
Zij volgde Jezus vanuit Galilea naar Jeruzalem en was aanwezig bij de kruisiging (Marcus 15:40, Mattheüs 27:56, 61 en Johannes 19:25) en de graflegging (Marcus 15:47 en Mattheus 27:61). In Johannes 20:1-18 staat dat zij de opstanding van Jezus heeft meegemaakt en dat zij de eerste was die hem zag na zijn opstanding.
.
.
.
In de loop van de geschiedenis werd zij door de gevestigde waarden soms aangezien als een vrouw van lichte zeden; dit berustte echter niet op de Bijbel. Zij zou door paus Gregorius de Grote in 591 verwisseld zijn met Maria van Bethanië (Johannes 12:1-8) en met de boetvaardige zondares uit Lucas 7:36-50 (die moeilijk dezelfde persoon kunnen zijn).
In de zesde eeuw stelde paus Gregorius Maria Magdalena expliciet gelijk aan de boetvaardige vrouw van lichte zeden uit Lucas 7. In die hoedanigheid is zij vaak voorgesteld in legendes en kunstwerken. Het standpunt over Maria Magdalena als zondige vrouw is door de Katholieke kerk in 1969 nader gepreciseerd.
Deze vermenging van verschillende figuren in de persoon van Maria Magdalena is een ontwikkeling in de Latijnse Kerk, die in de oosterse traditie niet heeft plaatsgevonden. De eerste bestrijder van de onjuiste voorstelling van Maria Magdalena als zondige vrouw was Jacob Faber, die zijn bezwaren neerschreef in zijn in 1517 verschenen De Maria Magdalena et triduo Christi disceptatio. Sinds 1969 wordt Maria Magdalena niet meer als boetvaardige zondares opgenomen in de heiligenkalender.
.
.
Behalve in het Nieuwe Testament, komt Maria Magdalena ook voor in een viertal gnostieke geschriften:
.
In dit apocriefe Evangelie staat dat drie vrouwen altijd met Jezus optrokken: zijn moeder, zijn zuster en Maria Magdalena. In dit geschrift wordt Maria Magdalena als bijzondere leerlinge van Jezus voorgesteld. De authenticiteit van de overlevering is onduidelijk, aangezien een repliek daarop door de historische orthodoxie ontbreekt. Een fragment uit het apocriefe geschrift:
.
Jezus hield op een andere wijze van Maria
dan van de andere leerlingen,
en hij kuste haar vaak.
De overige leerlingen zagen hoe hij van Maria hield
en vroegen hem:
“Waarom houdt u meer van haar
dan van ons allemaal?”
De Heer antwoordde hen met de woorden:
“Waarom houd ik niet van jullie
zoals van haar?
Wel, als een blinde
en iemand die kan zien
samen in het donker zijn,
verschillen ze niet van elkaar.
Maar als het licht wordt,
zal de ziende het licht zien
en de blinde in het donker blijven.”
.
.
.
In 1896 werd in Caïro het evangelie ontdekt. De eerste zes pagina’s ontbreken en het te lezen deel begint in het midden van een gesprek tussen de opgestane Jezus en zijn leerlingen. Maria Magdalena treedt hierin op als een van de leerlingen, die in conflict geraakt met de apostelen Petrus en Andreas. In het evangelie betwisten Petrus en Andreas dat Maria Magdalena door Jezus toegang gehad zou hebben tot bijzondere kennis.
.
.
.
De heilige Agatha van Sicilië, ook wel Agaat of Agathe, is een martelares. Ze stierf in de christenvervolgingen ten tijde van keizer Decius. De heilige Agatha is één van de bekendste heiligen in Europa. De naam Agatha is Grieks en betekent de goede.
.


.
.
Zij werd vervolgens bedreigd en gemarteld en vond ten slotte de dood doordat haar een zwaard in de keel gestoken werd. Acht dagen nadat ze was begraven in de catacomben aan de via Nomentana, werd zij gezien in een gouden kleed, met een verlovingsring van Jezus Christus aan haar vinger en haar rechterzijde een wit lam.
.
Haar naamdag is op 21 januari. Zij is de beschermheilige van de verloofde paren, van de kuisheid, van de jonge meisjes en maagden en van de slachtoffers van verkrachting.
.
.
.
.
Cecilia (? – omstreeks 230) is een Romeinse martelares en heilige in de Rooms-Katholieke kerk. Volgens de legende kwam ze uit een Romeinse voorname familie. Ze zou zeer jong zijn gedwongen te huwen met iemand uit een andere Romeinse adellijke familie. Ze vond troost in de muziek en stierf de marteldood omstreeks 230. Ze werd patrones van muziek, instrumentenmakers en zangers.
Dit patronaatschap is gebaseerd op een opvatting van de vespers van haar feestdag, die luidt:
Cantantibus organis Caecilia virgo in corde suo soli domino decantabat dicens fiat domine cor meum et corpus meum immaculatum ut non confundar.
.
De verwijzing naar het orgel (organis) en de zang (cantantibus) hebben te maken met het feestgedruis op haar bruiloft. De zin wil zeggen dat zij zich “te midden van de feestmuziek” in haar hart enkel richt tot God in de hoop ook in haar bruidsnacht haar maagdelijkheid (corpus immaculatum) te kunnen bewaren.
Dit lukt. Ze vertelt haar echtgenoot, Valerianus, dat ze een beschermengel heeft. Valerianus komt tot inzicht en bekering. Beiden sterven vervolgens als martelaren onder een hernieuwde vlaag van christenvervolging.
De feestdag van de heilige is 22 november. Als patrones van muzikanten werden talrijke muziekverenigingen, koren, fanfares en orkesten naar haar genoemd. De heilige Cecilia wordt doorgaans voorgesteld met het orgel. In de Nederlanden wordt ze ook vaak met een valk afgebeeld, typisch attribuut om op haar adellijke afkomst te wijzen.
.
.
.
.
De heiligenlevens van Sint Lucia vertonen gelijkenissen met die van Sint Agatha en staan vol met aan haar toegeschreven wonderen. De mogelijkheid dat de heiligenlevens berusten op een historisch personage wordt groot geacht.
.
Sint Lucia komt namelijk in vrijwel alle middeleeuwse verzamelingen van heiligenlevens voor. Ook is er in de catacomben van Syracuse een graftekst van rond het jaar 400 ontdekt, die waarschijnlijk werd aangebracht als herkenningspunt voor pelgrims. Rond het jaar 600 waren er al kloosters in Syracuse en Rome aan haar gewijd.
.
.
Volgens de legende leefde Sint Lucia in de tijd van de christenvervolgingen door keizer Diocletianus. Ze was de dochter van een Romeins burger in Syracuse, die haar vader op jonge leeftijd had verloren. Haar moeder, Eutychia, leed al vier jaar aan dysenterie. Beide vrouwen brachten een nacht biddend bij de tombe van de christelijke heilige Sint Agatha door.
.
Aan het einde van de nacht verscheen de heilige voor Lucia in een visioen. De heilige voorspelde Lucia daarin dat zij de glorie van Syracuse zou worden, zoals Agatha dat van Catania was. Ook was haar moeder terstond op wonderbaarlijke wijze genezen.
.
Eutychia regelde een heidense echtgenoot voor haar dochter, maar Lucia haalde haar moeder over het huwelijk niet door te laten gaan en de bruidsschat als aalmoezen onder de armen te verdelen. Lucia had Christus als bruidegom gekozen en wilde eeuwig maagd blijven. De beoogde echtgenoot kwam op de hoogte van het uitdelen van de bruidsschat.
.
Hij gaf Lucia daarop als christen aan bij de magistraat Paschasius. Deze verzocht haar een offer aan de keizer te brengen, wat ze weigerde. Daarop werd ze veroordeeld tot tewerkstelling in een bordeel. Zij bleef Christus trouw en werd op de brandstapel gezet.
.
Men probeerde haar levend te verbranden, maar zij leek er geen last van te hebben. Daarop werd ze met zwaardsteken om het leven gebracht. De fatale wond zou zijn toegebracht door met een zwaard door haar hals te steken.
.
.
Vanwege de legende over de uitgestoken ogen is Sint Lucia de beschermheilige van blinden en opticiens. Daarnaast is ze de beschermheilige van electriciens, prostituees en zieke kinderen. Ze wordt door katholieken aangeroepen voor genezing van slechtziendheid, halspijnen, blindheid en bloedingsneigingen.
.
De oudste afbeeldingen van Sint Lucia zijn 6e-eeuwse fresco’s uit Ravenna. Sinds de 14e eeuw wordt Sint-Lucia vaak afgebeeld met een schaal waarop een paar ogen ligt. De heilige wordt ook wel met een kelk of een dolk door haar nek afgebeeld.
.
.
.
De kinderen wordt verteld vroeg naar bed te gaan omdat de heilige anders as in hun ogen komt strooien, waardoor ze verblind kunnen raken. De volgende dag zoeken de kinderen hun cadeaus, die in het huis verstopt zijn.
.
.
.
.
.
.
.

.
.
.
.
Zalig de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der Hemelen,
Zalig zij die treuren, want zij zullen vertroost worden,
Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven,
Zalig zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.
Zalig de barmhartigen, want hun zal barmhartigheid geschieden,
Zalig de reinen van hart, want zij zullen God zien.
Zalig de vredestichters, want zij zullen kinderen Gods genoemd worden,
Zalig de vervolgden om der gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk der hemelen
Zalig zijt gij, wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad van u spreekt, om mijnentwil.
.
.
.
De introductie is heel kort, maar een aantal overeenkomsten en verschillen met andere plaatsen, mensen en gebeurtenissen zijn van belang. De eerste is de plaats. Anders dan de schriftgeleerden en de Farizeeёn, die op de stoel van Mozes zaten en in mooie aula’s onderwezen, gaf Jezus deze belangrijke toespraak op een onbekende berg.
Het was niet één van de “heilige” bergen zoals de berg Sinaï, de berg Sion, de berg Moria of de Olijfberg, maar een gewone, niet met name bekende berg, buiten Jeruzalem, zonder enige heiligheid of geschiedenis die hem van andere bergen onderscheidde.
Er zijn meer tegenstellingen dan overeenkomsten als we deze gebeurtenis vergelijken met Mozes en Israël bij de berg Sinaï. Hier gaat Christus de berg op en geeft een preek die werkelijk een uiteenzetting is van de wet.
Toen de wet werd gegeven, daalde de Heer af naar de berg. Toen God de wet uitsprak, ging dat gepaard met donderslagen, bliksemen en aardbevingen, terwijl het volk — dat de opdracht had op afstand te blijven — ineenkromp van angst. Deze keer spreekt Hij met een zwakke, rustige stem en wordt het volk uitgenodigd naderbij te komen.
Toch kan Zijn beklimmen van de berg een diepere betekenis hebben door de aandacht te vestigen op het onderwerp van Mattheüs. Bij andere gelegenheden geeft hij ook veel aandacht aan de plaats vanwaar Jezus onderwees. In Mattheüs 13:36 spreekt Jezus “vanuit Zijn huis”. In hoofdstuk 17:1 wordt Hij voor de ogen van Petrus, Jacobus en Johannes “op een hoge berg” verheerlijkt.
.
In hoofdstuk 24:3 geeft Hij Zijn rede over de laatste dingen op de Olijfberg.
.
Tenslotte in hoofdstuk 28:16 geeft de opgestane Christus, de Overwinnaar van de dood, Zijn apostelen hun opdracht vanaf een berg. In elk geval trekt God door Hem op een verhoogde plaats te laten zien, op subtiele wijze de aandacht naar de koninklijke autoriteit van Christus.
Een ander feit is niet helemaal onbelangrijk: Hij zat toen Hij de wetten van Zijn Koninkrijk verkondigde. Dit was de algemene gewoonte van joodse leraars.
Jezus zegt in Mattheüs 23:2: “De schriftgeleerden en de Farizeeёn hebben zich gezet op de stoel van Mozes.” Zijn zitten laat echter iets meer blijken dan alleen maar een zich aanpassen aan de in die tijd heersende gebruiken van onderwijs. Marcus 1:22, slaande op een heel vroeg moment in Christus’ werk, zegt: “En zij stonden versteld over zijn leer, want Hij leerde hen als gezaghebbende, en niet als de schriftgeleerden.”
In Mattheüs staat dit commentaar als afsluitende opmerking bij de bergrede (7:28-29). Terwijl Jezus de wetten van Zijn Koninkrijk verkondigt, spreekt Hij met een autoriteit die ver uitgaat boven die van de joodse leiders. Daarom is het beter Zijn houding te zien als symbolisch voor de Koning die op Zijn troon zit en “de wetten bekendmaakt”.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Juwelen en sieraden maken we al sinds het begin van de mensheid. Zo werd en wordt gezocht naar waardevolle en duurzame materialen. De mens heeft in zijn geschiedenis geleerd om allerlei materialen te produceren zoals glas, synthetische spinel, pyriet en kwarts om hiermee echte edelstenen in edele materialen na te bootsen. Een praktijk die al ontstond van op het ogenblik dat voorwerpen in deze materialen een status kregen. Bij de Egyptenaren stonden al strenge straffen op de namaak van sieraden en juwelen.
Ook in natuurlijke stenen leerden handige jongens om bepaalde veranderingen aan te brengen om ze zo voor waardevolle edelstenen te laten doorgaan. Zo kan je echte stenen gemakkelijk kostbaarder maken door bepaalde scheurtjes of onvolkomenheden weg te werken of te verbergen.

synthetische korunden
Glas wordt allang gebruikt om er edelstenen mee na te maken. Glas is hiervoor een erg dankbaar materiaal. Het kan gemakkelijk naar keuze doorzichtig of ondoorzichtig gemaakt worden. Glas kan je ook alle gewenste kleuren in allerlei schakeringen meegeven. Glas dat vakkundig bewerkt is kan op het eerste gezicht echt het uitzicht van een edelsteen hebben, maar het voelt warmer aan en heeft een minder grote hardheid.
De kenner zal een edelsteen in glas ook gemakkelijk herkennen aan de vaak voorkomende beschadigde facetten en de inwendige luchtbellen en onzuiverheden. Glas bevat dan ook vaak opvallende insluitsels, maar toch is het een materiaal waarmee specialisten robijnen en opalen namaken.

glasedelstenen
Door een steen een warmtebehandeling te geven kan je ook de helderheid en de kleur beïnvloeden, een effect dat helaas doorgaans slechts tijdelijk is. Vervalsers zullen deze operatie dan ook liefst zo kort mogelijk voor de verkoop van hun materiaal uitvoeren. Soms worden de stenen gewoon in een vuur gegooid en wacht de vervalser de gang van de natuur af. Anderen maken gebruik van heel wat apparatuur en techniek. Voor sommige stenen is dit resultaat compleet onvoorspelbaar en je kan er de steen ook helemaal mee verknoeien.

gekleurde nep edelstenen
De conclusie is duidelijk: ga steeds te rade bij een vakman inzake de inkoop van je antieke juwelen en sieraden. Hij is er op getraind om deze imitaties en bewuste kleurveranderingen te herkennen, hetzij met het blote oog hetzij door intensief onderzoek van de juwelen en sieraden met de juiste apparatuur en technieken. Een kleine inspanning van je kant voorkomt ontgoochelingen, want deze vervalsingen zijn helaas van alle tijden.

.
.
.
Ulexiet is een hele zachte steen en is kleurloos, doorschijnend of wit. Het wordt ook wel tv-steen genoemd vanwege de optische eigenschappen van de steen. Een op de juiste manier vlak gemaakte ulexiet steen van goede kwaliteit kan een beeld van iets wat er aan de achterzijde van de steen bevindt, aan de voorzijde projecteren door haar vezels.
Ulexiet heeft een witte streepkleur en een perfecte splijting volgens de kristalvlakken [010] en [110]. De gemiddelde dichtheid is 2,95 en de hardheid is 2,5. Het kristalstelsel is triklien en het mineraal is niet radioactief.
.
.

.
.
.
Ulexiet is vernoemd naar de ontdekker van de steen Georg Ludwig Ulex.
.

.
.
.
Ulexiet wordt in de Verenigde Staten gevonden.
.

.
.
.
Chemische samenstelling: NaCaB5O6(OH)6.5(H2O)
dichtheid: 2.9
hardheid: 2,5
.
.
|
Ulexiet
|
||
| Mineraal | ||
| Chemische formule | NaCaB5O6(OH)6·5(H2O) | |
| Kleur | Kleurloos of wit | |
| Streepkleur | Wit | |
| Hardheid | 2,5 | |
| Gemiddelde dichtheid | 1,95 kg/dm3 | |
| Opaciteit | Doorschijnend | |
| Splijting | Perfect, [110] & [010] | |
| Kristaloptiek | ||
| Kristalstelsel | triklien | |
| Overige eigenschappen | ||
| Vergelijkbare mineralen | colemaniet | |
.
.
.
.

.
.

.
.

.
.

.
.

.
.

Goed te herkennen aan
overhangende trossen paarse (zelden witte), 5-tallige, knikkende, geurende, bloemen met tot een gele kegel vergroeide helmknoppen
Algemeen
Bitterzoet is een zeer algemeen voorkomende, overblijvende plant en stelt weinig eisen aan grond, hoeveelheid licht en vochtigheid. Ze verdraagt zelfs zoute zeewind. Ze groeit op droge tot natte, min of meer voedselrijke grond in moerasbossen, aan waterkanten, op drijftillen, aan heggen, ook in de zeereep en op geknotte bomen.

Bloem
De bloeiperiode loopt vanaf juni tot en met september. De bloemen zijn paars met in het hart een opvallende gele kegel van vergroeide helmknoppen. Ze staan met 10 tot 25 bij elkaar in overhangende trossen. De kroonbladen van pas geopende bloemen staan eerst recht of zijn licht teruggeslagen; de kroonbladen van de bloemen, die langer open zijn liggen meestal tegen de steel. Elk kroonblad heeft aan de basis twee glanzende, groene vlekken met een witte rand. De bloemen ruiken aangenaam, maar bevatten geen nectar, hoewel dat door de glanzende, groene vlekken wel zo lijkt.

Blad en stengel
De donkergroene, soms paars aangelopen bladeren zijn aan beide zijden zacht behaard, langwerpig tot eirond, hebben een gave rand en een zwak hartvormige of afgeronde voet. De voet van de bovenste bladeren is vaak spiesvormig of het blad is 3-tallig geoord. De stengels zijn onderaan verhout, kunnen rechtop staan, op de grond liggen of zich winden om andere vegetatie.

Vrucht
De 1 cm grote, ovale bessen, die na de bloei gaan groeien, verkleuren van groen via geel naar rood en zijn glanzend. Ze bevatten vele zaden, die jaren kiemkrachtig blijven. De rijpe bessen zijn zacht en eetbaar voor vogels, die zo mede zorgdragen voor de verspreiding van de plant. Voor de mens zijn ze zeer giftig!

Toepassingen
Bitterzoet bevat glycosiden. Als je op de stengel kauwt proef je eerst de bittere smaak van de glycosiden. Dan gaat het speeksel met de glycosiden reageren en komt er sacharose vrij, dat zoet smaakt. Zoals de meeste nachtschade-soorten is bitterzoet giftig! Ondanks de giftigheid wordt bitterzoet gebruikt in de fytotherapie. Het heeft een vochtafdrijvende, ontstekingremmende en bloedzuiverende werking.

Weetje
Omdat bitterzoet een waardplant is voor de bruinrotbacterie, die besmetting van het oppervlaktewater kan veroorzaken, wordt de plant gezien als een probleem in de land- en tuinbouw. Bestrijding is niet makkelijk, omdat elk stukje wortel dat achterblijft, kan uitgroeien tot een nieuwe plant.
Algemeen
– nachtschadefamilie (Solaneceae)
– overblijvend
– zeer algemeen
– 30 tot 200 cm
Bloem
– paars, zelden wit
– vanaf juni t/m september
– tros
– stervormig
– 10 tot 15 mm
– 5 kroonbladen, vergroeid
– 5 kelkbladen, vergroeid
– 5 meeldraden
– 1 stijl
Blad
– verspreid
– enkelvoudig
– eirond tot langwerpig
– top spits
– rand gaaf
– voet zwak hartvormig of afgerond
– veernervig
– zacht behaard
Stengel
– rechtop, windend of liggend
– weinig behaard of kaal
zie wilde bloemen

Goed te herkennen aan
– de grote pijl- of hartvormige bladeren en
– de losse aarvormige trossen witte bloemetjes en
– de donkere vruchtjes, die qua vorm op beukennootjes lijken
Algemeen
Boekweit is geen inheemse wilde plant, maar een eenjarig landbouwgewas, oorspronkelijk afkomstig uit Midden- en Oost-Azië. Vroeger werd boekweit verbouwd op schrale zandgrond. Ten opzichte van de huidige gewassen is de opbrengst te laag om verbouw lonend te maken en wordt ze alleen nog gebruikt als nectarplant voor honingbijen, zit ze in zaaimengsels en in vogelvoer.

Bloem
Boekweit bloeit vanaf juni tot en met augustus met kleine witte of roze bloemetjes, die gegroepeerd zitten in losse pluimen in de bladoksels en aan het einde van de stengel. De bloemetjes hebben 5 bloemdekbladen, geen aparte kroon- en kelkbladen.

Blad
De bladeren zijn groot, pijl- of hartvormig, meestal iets langer dan breed. De stengel is roodachtig.

Vrucht
Voordat de bloei ten einde is zijn er al rijpe vruchtjes. Ze zijn driehoeking en lijken sterk op kleine beukennootjes. Elk vlak heeft scherpe randen, in tegenstelling tot Franse boekweit, waarvan de vruchtjes getande randen hebben. De vruchtjes zijn 2x zo lang als het (nog niet verdroogde) bloemdek. De vruchtjes van Franse boekweit zijn 3x zo lang als het bloemdek.

Vergelijkbare soorten
| boekweit : wit of roze bloemdek, vruchtjes scherp driehoekig en twee maal zo lang als het bloemdek.
Franse boekweit : groen bloemdek, vruchtjes getand driehoekig en drie maal zo lang als het bloemdek. |
Algemeen
– duizendknoopfamilie (Polygonaceae)
– eenjarig
– schaars landbouwgewas
– 15 tot 60 cm
Bloem
– wit of roze
– vanaf juni t/m augustus
– aarvormige tros
– stervormig
– 5 tot 7 mm
– 5 bloemdekbladen, niet vergroeid
– 8 meeldraden
– 3 stijlen
Blad
– verspreid
– enkelvoudig
– pijl- of hartvormig
– top spits
– rand gaaf of gegolfd
– voet pijl- of hartvormig
– hand-/netnervig
Stengel
– rechtop
– aan 1 kant behaard
– roodachtig
– rolrond
zie wilde bloemen