Tagarchief: martelaren

De zes zegels uit Openbaring 6

Standaard

categorie : religie

 

 

 

 

De zes zegels uit Openbaring 6 van het Nieuwe Testament

 

Vanaf Openbaring 6 begint in de Apocalyps de oordeelstijd. Dan breekt er een periode aan waarin Christus deze aarde zal gaan terugvorderen, om deze publiekelijk in bezit te gaan nemen. Hoewel de overwinning op de wereld reeds door Christus is behaald (Johannes 3:16; 16:11), ziet men dit nu nog niet. Dat zal pas openbaar worden bij Zijn Openbaring in de toekomst, wanneer de Here Jezus wederkomt.

 

 

 

Openbaring hoofdstuk 6 ; bet breken van zegel 1 tot zegel 5

 

Pasteltekening van John astria

 

 

 

 

Openbaring hoofdstuk 7 ; het breken van zegel 6

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

Het eerste zegel: de ruiter op het witte paard

 

Sommigen denken dat de eerste ruiter Christus is, maar het is de antichrist. Het Lam opent het eerste zegel en kan daarom niet op het witte paard zitten. Eén van de vier wezen geeft bevel aan de ruiter op het witte paard. Zou Christus zich door iemand laten bevelen?  Hem werd een kroon gegeven. In hoofdstuk 19 zien wij dat Christus vele kronen heeft. De antichrist draagt een boog en een zegekrans, hij verovert de wereld. Velen zullen hem volgen en als hun leider goedkeuren. Eens hij veel macht bezit zal hij zich aansluiten bij de duivel.

 

 

 

Het tweede zegel: de ruiter op het rode paard

 

Deze ruiter heeft een groot zwaard in zijn hand, dat staat voor: afslachtingen, terreur en bloedvergieten. Hij kreeg opdracht om de vrede op aarde weg te nemen (Matteüs 24:6). Dit is een duidelijk bewijs dat de antichrist eerst komt met schijnvrede. Het rode paard staat voor de bloedige doden, het zwaard voor wat goed en kwaad scheidt.

 

 

 

Het derde zegel: de ruiter op het zwarte paard

 

Daarna zag de ziener een ruiter op een zwart paard met een weegschaal in zijn hand. Zwart is de kleur van rouw. Waarschijnlijk zal er een voedselschaarste door oorlogen en economische problemen komen. Een gezin zal dan moeten leven van het voedsel voor 1 persoon per dag (Openbaring 6:6 en Matteüs 20:2). De ontberingen die er op de wereld zullen komen zijn het gevolg van hebzucht. De weegschaal is de balans die volledig overhelt naar de machtigen der aarde.

 

 

 

Het vierde zegel: de ruiter op een vaal paard

 

De ruiter van dit lijkkleurig paard (‘chloros’ is vaalgroen) zal een vierde deel van de aarde doden (dat zou in de huidige tijd om ongeveer 1,5 miljard mensen gaan). Dan zal de aarde geteisterd worden met oorlogen, hongersnoden, de pest en wilde dieren. De ruiter met de zeis in zijn handen is de dood. Hij krijgt de macht om fysieke levens te nemen maar niet de ziel van de mens. Het paard brengt verschrikkelijke ziektes, ook door chemische- en biologische wapens.

 

 

 

Het vijfde zegel: de zielen onder het altaar

 

De aardse tabernakel was een afschaduwing van het hemelse. Zo zag Johannes bij de ingang van de hemel onder het altaar zielen. Zij zijn aan het de beginperiode van de oordeelstijd tot bekering gekomen en omgebracht vanwege hun getuigenis. Het zijn de martelaren die om wille van hun trouw aan God en Christus het leven gelaten hebben.

 

 

 

Het zesde zegel: een hevige natuurramp

 

Het Griekse woord ‘seismos’ betekent aardschudding. Het gaat hier om een krachtige schok die de gehele planeet treft. Niet onwaarschijnlijk is dat de stand van de aarde gewijzigd zal worden. Jesaja profeteerde: ‘De aarde waggelt zeer als een beschonkene’ (24:19-20). Dan zullen alle bergen en eiland van hun plaats worden gerukt. Grote kosmische brokstukken (meteorieten) zullen de aarde treffen. De gehele aarde zal bang zijn als de planeet waggelt!”

Bij Christus’ wederkomst zal iedereen zich tevergeefs proberen te verbergen. De mensen die trouw zijn aan Christus zullen de dag des oordeels doorstaan.  Anderen, die hardnekkig vasthouden aan aardse systemen, worden niet gered.

 

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

Advertentie

Vijfendertigste miniatuur : laatste visioen van het derde boek

Standaard

categorie : Hildegard von Bingen

.

.

.

.

Vijfendertigste miniatuur: Laatste visioen van het derde boek

.

.

Scivias%20T%2035_Boek%20III,13

.

.

De laatste miniatuur, de vijfendertigste, moet men wel de minst geslaagde van heel de serie noemen, maar dat lag ook wel enigszins aan de opgave. Immers in het laatste visioen van Scivias laat Hildegard alle hemelbewoners op hun beurt een lied zingen. Eerst zingen ze ter ere van Maria, dan ter ere van de engelen, vervolgens voor de profeten en de apostelen, martelaren en belijders en tenslotte het lied van de maagden.

pijl-omlaag-illustraties_430109

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

JOHN ASTRIA

Dertigste Miniatuur : negende visioen van het Derde Boek

Standaard

categorie : Hildegard von Bingen

.

.

.

.

Dertigste Miniatuur: Negende visioen van het Derde Boek

.

.

Scivias%20T%2030_Boek%20III,9

 

De dertigste miniatuur is voor Hildegard heel belangrijk geweest, want opnieuw heeft zij de miniaturist opgedragen er een hele bladzijde aan te besteden. Aan de rechterkant kant zien we de bouw van een hoge toren. Deze toren is de Kerk en de bouwers zijn de gelovigen. Boven op de toren zien we vier gelovigen stenen neerleggen. Tegen de toren is een brede ladder geplaatst waarop wij een groep in rode gewaden zien, de martelaren, en een groep in het groen, de belijders.

Merkwaardigerwijze volgt de miniaturist niet de tekst die spreekt van gelovigen op de ladder in witte kleren met zwarte schoenen. Sommige onder hen, zegt Hildegard, overtroffen de anderen in grootte en glans. Daarom zouden de vier in rode gewaden deze geloofshelden voorstellen.

Aan de buitenzijde van de toren bevinden zich zes druk bewegende mensjes. Zij zijn de gelovigen die ondanks hun roeping de opbouw van de Kerk tegenwerken. We zien hoe één van hen zelfs het bruiloftskleed uittrekt dat hem aangereikt werd door de engelen, toen hij het kasteelplein betrad door de poort aan de Noordkant.

De gelovigen die de Kerk opbouwen hebben de medewerking van een groep van vier Godskrachten. Deze zijn groot uitgebeeld aan de linkerkant. Het is de Wijsheid, die op een voetstuk staat van zeven zuiltjes en geflankeerd wordt door de Justitia, de Fortitudo en de Sanctitas. We volgen nu de tekst van SCIVIAS:

“In het midden van het gebouw, zag ik een sokkel van zeven zuiltjes, en daarbovenop een schone gestalte: de Sapientia. Haar hoofd straalde als de bliksem en daarom is zij hier voorgesteld met een zilver hoofd. Zij was getooid met een gouden gewaad.”

We hebben reeds twee deugden ontmoet, n.l. de Castitas in miniatuur 29 en de Veritas in miniatuur 27. Zij dragen volgens de tekst gulden gewaden , maar zijn door de miniaturist in een geel kleed geschilderd. Het metaal goud is in de miniaturen zoveel gebruikt om de heiligheid in de hemelse sfeer aan te duiden, dat de kunstenaar moest uitzien naar een gewone kleur om het gouden gewaad weer te geven.

We zien op de miniatuur dat rondom de Sapientia op de sokkel zich gelijkvloers drie godskrachten bevinden. Het dichtst bij de Sapientia staat de Justitia. Zij werd door Hildegard als enorm groot beschreven, zodat zij over het gehele gebouw kon heen zien. Haar verschijning was verblindend wit, daarom dat de miniaturist deze deugd helemaal in het metaal zilver uitbeeldde.

In haar hand houdt zij een lange banderol, wat er op wijst dat deze deugd een lange toespraak houdt. Op deze niet beschreven banderollen komen we bij de bespreking van de miniaturen 33-35 terug. Dan blijven er nog twee andere godskrachten over, n.l. de Fortitudo en de Sanctitas. De Fortitudo kennen we reeds van de miniaturen 22 en 23. De harnassen vertonen grote overeenkomst.

Het enige verschil is dat de Fortitudo aan het begin van de bouw (miniatuur 22) het zwaard nog niet heeft getrokken. Bij de bouw der Kerk op het einde der tijden heft de Fortitudo fier zijn wapen omhoog. De Sanctitas verschijnt met drie hoofden, hetgeen de kunstenaar de ondankbare opdracht bezorgde een artistiek minder geslaagde figuur ten tonele te moeten voeren.

Twee hoofden in het zilver en een derde in een bleke witachtige kleur. Het middelste hoofd draagt op zijn hoofd de naam Sanctitas en zegt als verklaring: “Ik ben geboren uit de deemoed en deze heeft mij grootgebracht; mijn moeder, de deemoed, overwint alle tegenstand.” Het tweede hoofd noemt zich “wortel van het goede” en verklaart, dat het uit God zelf stamt.

Het derde hoofd met het bleke gezicht geeft zichzelf als naam “onvergeeflijk voor zich zelf”. Het heft een klaaglied aan dat het als schepsel zo weinig bijdraagt aan het goede. Het toont zijn goede wil doordat het de aanvechtingen van de duivel tracht te overwinnen.

We ontmoeten hier dus wel een heel merkwaardige voorstelling van de uiteindelijke heiligheid van de Kerk. Zij houdt het midden tussen de goddelijke en de menselijke inbreng, maar alleen de deemoed kan deze moeilijke verbintenis met succes bekronen. Deze zelfde drieëenheid zullen we tegenkomen in de volgende miniatuur.

In dit dertigste visioen maakt Hildegardis duidelijk wat zij onder mannelijk en vrouwelijk verstaat.

Bij de beschrijving van de Godskracht Sanctitas zegt zij:

“De heiligheid is met zulk een glans van de goddelijke genade overgoten, dat de diepte van haar mysterie ver boven het begrip van de mens uitgaat. Door de zwaarte van de sterfelijkheid kan de ziel noch haar vrijheid in Christus, de mannelijke vorm, noch haar onderwerping aan Hem, de vrouwelijke vorm, doorschouwen.”

Hildegard wijdt nog veel verder uit over het karakter van deze drie belangrijke deugden naast de Wijsheid Gods. Een uitsluitend in beelden vervatte uitleg van alle mysteries rondom de opgang van het geestelijk leven zowel in de Kerk als geheel valt ons moeilijk te begrijpen.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

voorpagina openbaring a4

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

JOHN ASTRIA

Dertiende Miniatuur : vierde visioen van het tweede Boek

Standaard

categorie : Hildegard von Bingen

 

 

 

 

 

 

 

Dertiende Miniatuur:  Vierde visioen van het tweede Boek

 

 

Scivias%20T%2013_Boek%20II,4

 

 

 

Het Heilige Vormsel

 

Deze voorstelling heeft eigenlijk maar weinig uitleg nodig. Het Vormsel is de voltooiing van het Doopsel en dit sacrament verleent de gelovige de genade van sterkte door de gave van de H. Geest. We zien de Kerk terug maar groter dan in het visioen van het Doopsel.

We zien wel weer dezelfde overvloed van goud over heel haar gestalte, dezelfde kroon op haar hoofd, dezelfde haarvlechten, dezelfde grote ogen, dezelfde kleding met lange mouwen, en dezelfde opstelling die niets laat zien beneden de heupen, omdat de Kerk pas voltooid zal zijn op het einde der tijden bij de wederkomst des Heren.

Haar handen zijn opgeheven in een biddend gebaar en zij leunt met de rug tegen een toren die we boven haar uit zien oprijzen. De toren verleent haar de sterkte die haar op het Pinksterfeest door de H. Geest werd geschonken.

De miniaturist laat uit drie met edelstenen omlijste ramen in de top van de toren gouden vlammen te voorschijn komen die aanduiden  hoe royaal de H. Geest zich gemanifesteerd heeft door zijn gaven en door de prediking van de apostelen.

Al deze effecten van Pinksteren openbaren zich in iedere christen die het sacrament van het H. Vormsel heeft ontvangen. Daarom worden in dit visioen de gelovigen die gevormd zijn, beschreven als warmte-uitstralend en glanzend van goud, want door de zalving met het H. Chrisma is in hen het licht van het Doopsel nog helderder geworden.

Het zou moeten zijn, dat allen die deze twee sacramenten ontvangen hebben, zich waardig tonen. De tekst van het visioen leert ons sommigen hun blik richten op de zuiver stralende klaarheid. Maar tussen de gelovigen bevinden zich zowel dappere als zwakke, sukkelende en lauwe zielen.

Anderen wenden zich naar troebel roodachtig licht dat symbool staat voor aardse geneugten. Toch zijn er verschillenden onder hen die dapper zijn in geloof en met de aardse zaken hemelse schatten weten te kopen. Doch niet allen volgen dit goede voorbeeld en wagen het zelfs hun Moeder de Kerk op haar hoofd te slaan.

Dit alles heeft de miniaturist met enkele karakteristieke houdingen aangegeven en het verschil van die karakters door kleuren aangeduid. De volmaakte gelovigen zijn steeds met drieën uitgebeeld. De onvolmaakten met tweeën van wie er twee de Kerk op haar hoofd slaan. De maker van deze miniatuur gaat eigenlijk nog verder dan Hildegard in haar tekst aangeeft en laat een onverlaat spuwen op de gulden linker mouw van de Kerk.

We zien een vlakje zilver aangebracht rechts van de Kerk boven drie rode figuurtjes. Het zijn dezelfde figuurtjes die op de borst van de Kerk staan. Wellicht is hier gezinspeeld op de martelaren die in groot geloof de sterkte hebben opgebracht hun leven te geven. We zagen reeds eerder, dat zilver dikwijls verwijst naar het geloof.

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

JOHN ASTRIA

 

De martelaren van de islam en de 72 maagden

Standaard

categorie : religie

 

 

 

 

Inleiding

 

Martelaarschap wordt in verschillende religies erkend en hoog geprezen. In het christendom is dat niet anders. De vorige paus verklaarde in het jaar 2000 ( Johannes Paulus II ) 44 moderne martelaren zalig. Onlangs nog verklaarde de huidige paus, Benedictus XVI, 498 Spanjaarden zalig die slachtoffer geworden waren van religieuze vervolgingen tijdens de Spaanse burgeroorlog. Zij werden allemaal tot martelaar uitgeroepen. Martelaarschap in het christendom wordt in het Westen positief geassocieerd met mensen die sterven omwille van standvastigheid van hun geloof, iets wat als positief en lovenswaardig ervaren wordt.

 

 

Screen-Shot-2015-05-10-at-19.34.19

 

 

Het martelaarschap in de islam heeft in de hoofden van veel mensen uit het Westen een gans andere invulling. Men denkt daarbij direct aan moslims die zichzelf opblazen om anderen te doden als onderdeel van een vermeende campagne om de islam met geweld op te leggen aan een gemeenschap, een land of zelfs de hele wereld.

Volgens het cliché worden ‘martelaren’ daartoe gemotiveerd door een in het vooruitzicht gestelde beloning met 72 maagden in het paradijs, een beloning die hen door profeet Mohamed zou zijn toegezegd. Uit voorliggende analyse zal moeten blijken hoeveel er van dit stereotype overeind blijft na studie van martelaarschap vanuit de primaire bronnen van de islam.

.

.

1. Martelaarschap als getuigenis van geloof

.

1.1. Shahada: geloofsbelijdenis en martelaarschap

.

De islamitische geloofsbelijdenis luidt als volgt:

“Ik belijd dat er geen god is dan God en ik belijd dat Mohammed Zijn Boodschapper is”

 

Deze uitdrukking noemt men in het Arabisch de shahada. Het woord shahada heeft ook andere betekenissen waaronder getuigenis en martelaarschap.

Dit kan tot surrealistische verwarring kan leiden, waarmee misverstanden en vooroordelen gevoed worden. Eenieder die (strikt gesproken na een rituele reiniging en in het bijzijn van één of twee getuigen) de islamitische geloofsbelijdenis van harte uitspreekt, uit vrije keuze en bij volle verstandelijke vermogens uitspreekt treedt toe tot de moslimgemeenschap.

De rechtschapenen (‘salihun’) zijn volgens de Koran diegenen die in God geloven en goede daden stellen. De Koran beperkt dit niet tot moslims, maar stelt dat ook joden en christenen die in God en de Laatste Dag geloven en die goede daden stellen, op oordeelsdag niets zullen te vrezen hebben:

«Zij die geloven, zij die het jodendom aanhangen, de christenen en de sabiërs die in God en de laatste dag geloven en die deugdelijk handelen, voor hen is hun loon bij de Heer en zij hebben niets te vrezen noch zullen zij bedroefd zijn.» (Koran 2:62)

Dat men een eenvoudige uitdrukking van geloofsbelijdenis zonder gêne verdraait tot een steunbetuiging aan zelfmoordterrorisme illustreert hoe stereotiep, vooringenomen en afwijzend het westerse beeld van de islam is. Een onderzoek naar de ware betekenis van martelaarschap in de islam vereist dan ook in de eerste plaats dat men afstand neemt van deze stereotypen om met onbevangen blik de inhoud van dit concept in de islam te verkennen en in te vullen.

 

 

.

1.2. De eerste martelaar: een vrouw die stierf omdat ze de islam niet wou afzweren

.

De eerste martelaar van de islam was een vrouw, Sumayyah bint Khabbab. Zij was een Abessijnse, één van de eersten die zich bekeerde tot de islam. De profeet Mohamed begon zijn openbaringen van God te verkondigen en een eerste handvol mensen lieten zich tot de islam bekeren.

De jonge moslimgemeenschap was toen nog maar met dertig en werden beschermd door familie- en clan banden, behalve Summayyah en haar gezin die geen tribale banden hadden en dus niemand hadden om hen te beschermen. Toen de polytheïsten (Quraysh) van hun bekering hoorden, werden ze brutaal aangepakt.

De mannen van het gezin werden, aan hete rotsblokken gebonden, te koken gezet in de verzengende hitte van de Mekkaanse woestijn. Summayyah werd zwaar geslagen. Toen zij bleef weigeren de islam af te zweren greep het clanhoofd Abu Jahl op een gegeven moment een speer en stak die door haar onderbuik. De verwondingen werden haar fataal. Zodoende, werd zij de eerste martelaar van de islam.

Dit concept sluit naadloos aan bij het christelijke concept van martelaarschap van ‘getuigen van God’ en heeft duidelijk niets te maken met de tot in den treure opgevoerde islamofobe propaganda dat martelaren in de islam terroristen en moordenaars zijn die dan nog voor hun daden beloond zullen worden ook.

 

 

 

1300765713_179684399_1-Sumayyah-Fitrah-Anggun-Taman-Setiawangsa

 

.

 

1.3. Martelaarschap en godsdienstvrijheid

.

Martelaarschap in de islam houdt dus in eerste instantie al verband met het standvastig belijden van het islamitisch geloof, en daarom ook met een verdedigen van de vrijheid van keuze over hoe men zich tot God verhoudt. De islam is gebouwd op een pijler van godsdienstvrijheid. Islam betekent ‘overgave aan God’,  dit veronderstelt dat men vrij is om zich over te geven aan God. De Koran stelt, uitdrukkelijk:

«In de godsdienst is er geen dwang.» (Koran, 2:256)

Zonder godsdienstvrijheid, zonder vrijheid om voor God te kiezen, is islam niet mogelijk. Het behoort tot de kerntaken van moslims te werken aan het opbouwen van een gemeenschap die deze vrijheid verzekert.

In de Koran wordt de godsdienstvrijheid door God zelf ingesteld. Dit betekent dat elke afbreuk die men daaraan doet, elke inperking die men eraan oplegt, ingaat tegen de islam. Het is bijgevolg uitgesloten dan een echte martelaar ook maar iets zou (willen) te maken hebben met het zelfs maar pogen te dwingen van anderen tot de islam.

Het beeld dat islam met geweld de godsdienst aan de hele wereld wil opleggen, en dat de martelaren daarvan de proponenten zijn, is in tegenspraak met de islamitische leer. Moslims zijn niet verzekerd van een plaats in het paradijs. Als ze zich misdragen gaan ze naar de hel, terwijl joden en christenen die zich aan de voorschriften van de aan hun profeten geschonken openbaringen houden en goede daden verrichten, volgens de islam tot het paradijs kunnen toegelaten worden.

.

.

 

1.4. Martelaarschap, jihad en terrorisme

.

In de islam is geloof alleen niet voldoende, met moet ook handelen naar het geloof.  Moslims moeten met andere woorden ook in hun handelswijze getuigenis afleggen van hun geloof. Dit handelen vertaalt zich als ‘jihad’ die innig verweven is met martelaarschap.

Jihad betekent niets meer of minder dan ernaar streven het goede te doen. Jihad is een zaak van elk moment van de dag. Bij elke keuze die men maakt in het leven, kan men het goede of het slechte kiezen. Jihad betekent dat men kiest voor het goede. Wie dat laatste doet, is een mujahid.

Wanneer een moslimgemeenschap aangevallen wordt en na uitputting van alle middelen om de aanval op een vreedzame wijze  af te slaan, kan de beste manier van reageren erin bestaan de wapens op te nemen om de gemeenschap te verdedigen.  Een strijder in zo een wettige, defensieve oorlog, is ook een mujahid.

Merk op dat ook in deze gevallen van militaire defensie het bij jihad nooit de bedoeling is anderen met dwang het geloof te willen opleggen, maar wel het voortbestaan te vrijwaren van de “gemeenschap van de middenweg”;  en de vrede en godsdienstvrijheid te beschermen zonder dewelke men ook de eigen godsdienst niet kan beleven.

In veruit de meeste gevallen evenwel heeft jihad niets met oorlog te maken en is geweld zelfs verboden. Met terrorisme heeft jihad niets van doen. De islam verwerpt terrorisme als een misdaad tegen de samenleving. Terrorisme is ten andere één van de weinige misdrijven waarvoor volgens de islam de doodstraf kan uitgesproken worden.

Zijn er mensen die zichzelf moslim of zelfs jihadi noemen en zichzelf opblazen om daarbij burgerslachtoffers te maken? Ja. Handelen zij volgens wat bij zeer ruime meerderheidsopvatting de Koranische boodschap is? Ondubbelzinnig neen. Wat ook hun motieven zijn, hun daden druisen in tegen de islam. Gaat men mee in hun logica, dan heeft de terrorist het ideologisch pleit gewonnen.

Na de aanslagen van 11 september is er in alle geledingen van de moslimgemeenschap, zowel door geleerden als door andere moslims, een krachtige veroordeling gekomen van die aanslagen en werden er fatwas gelanceerd die terrorisme afkeuren en verwerpen als strijdig met de islam.

 

 

jihad-nafs

 

.

 

1.5. Definitie van martelaarschap in de islam

.

Een mujahid, vanuit de leer die naam waardig, is iemand die tijdens zijn (of haar) leven als enige intentie heeft God te dienen door er consequent naar te streven voor het goede te kiezen, om geen andere reden dan dat God het waard is Hem te dienen. Vanuit de zuivere intentie God te dienen legt hij in zijn woorden en daden standvastig getuigenis af van ‘de waarheid’ waarin hij gelooft.

Een mujahid sterft de dood van een “shaheed” (een ‘martelaar’), op voorwaarde dat hij deze waarheid getrouw blijft. Het martelaarschap kent verschillende elementen:

  • getuigen (in woord en daad) van de waarheid (m.a.w. resoluut kiezen voor het goede);
  • met als enige en zuivere intentie God te dienen;
  • en met de bereidheid het leven te geven voor die getuigenis zonder evenwel de dood actief op te zoeken en zonder de noodzaak ervoor gedood te worden.

Bekijken we nu even die elementen:

  • getuigen (in woord en daad) van de waarheid .  Dat getuigenis van God een cruciale rol speelt in het martelaarschap, bleek reeds uit het relaas van de eerste martelares van de islam. Martelaarschap, geloof (in de zin van getuigen van de waarheid) en jihad (in de zin van het daadwerkelijk beleven van dit geloof in woord en daad door een standvastig streven om het goede te doen in alle aspecten van het leven) zijn dan ook begrippen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
  • met als enige en zuivere intentie God te dienen. Alles wat men doet zal op de Oordeelsdag geëvalueerd worden op grond van de intenties die men had. Wie het martelaarschap nastreefde voor bijvoorbeeld de eer die hem te beurt zou vallen, in plaats van om God te dienen, mag zich aan een enkele reis naar de hel verwachten.

    «De eerste persoon die op Oordeelsdag ongunstig beoordeeld zal worden, is de valse martelaar. Hij wordt voorgeleid, en de beloningen die hij gekregen zou hebben en die hij herkent, worden hem getoond. Dan vraagt God hem: “Wat deed je om deze beloningen te krijgen?” Hij antwoordt: “ik streed omwille van U tot ik de marteldood stierf”. Dan beveelt God: “Je liegt! Je streed opdat de mensen zouden zeggen: ‘Wat een dapper man!’ En dat zeiden ze ook in deze wereld [m.a.w.: je kreeg al wat je wou]”. Dan wordt het bevel gegeven dat deze persoon op zijn gezicht naar de hel gesleept wordt.»

  • en met de bereidheid het leven te geven voor die getuigenis zonder evenwel de dood te zoeken en zonder er noodzakelijk voor gedood te worden. Merk op dat er een wezenlijk verschil bestaat tussen de bereidheid voor God te sterven, en actief de dood te zoeken. Het eerste is in samenhang met de twee vorige factoren. Het laatste  is zelfmoord, wat door de islam verboden wordt. Wie zelfmoord pleegt, wordt de toegang tot het paradijs ontzegd:

    «De Profeet zei: “En hetgeen iemand gebruikt om zelfmoord mee te plegen in deze wereld, daarmee zal hij gefolterd worden in het Hellevuur”.» (gemeld door Thabit bin Ad-Dahhak, in: Bukhari)«Een man werd verwond en pleegde zelfmoord, en dus zei God: Mijn dienaar heeft snel zijn dood veroorzaakt, dus verbied Ik het Paradijs voor hem.» (Bukhari)

    Het is mogelijk dat men op een andere, zelfs ‘banale’ manier aan zijn einde komt maar toch als martelaar beschouwd wordt:

    «Op een dag vroeg de Profeet: “Wie noemen jullie zelf martelaars?”. De mensen rondom hem antwoordden: “Diegenen die gedood worden door een wapen.” Zijn reactie hierop was: “Er zijn er veel die gedood worden door wapens, en ze zijn geen martelaars; er zijn er veel die in hun bed sterven, maar die beloond worden met de zegeningen van de siddiqs (de eminent oprechten) en de marterlaren” » (al-Isfahani 8, 251)

     

Het is duidelijk dat het zich opblazen in een terreuraanslag strijdig is met de islam en dus evenmin een daad van religieus martelaarschap kan zijn, hoe graag sommigen in het Westen dat ook zo voorstellen en hoe graag sommige terreurgroepen hun leden dat ook willen doen geloven.

 

 

Mohammed de profeet

Mohammed de profeet

 

 

 

1.6. Soorten martelaren

.

Ruwweg kan men van 3 categorieën van martelaren spreken, die als volgt gedefinieerd worden:

  • Martelaren van deze wereld en van het hiernamaals. Dit zijn moslims die het leven laten in een wettige strijd tegen onrecht.Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer zij als strijder het leven laten in een wettige oorlog. Het betreft hier dus gelovigen die het verdedigen van islamitische kernwaarden zoals vrede, rechtvaardigheid, broederlijkheid, godsdienstvrijheid enz. met hun leven betaald hebben. Tot dergelijke martelaren behoren diegenen die het opnamen tegen een tiran en daarvoor door de tiran gedood werden:

    « De meester van de martelaren is Hamzah Ibn ‘Abdul-Muttalib, een man die zich verzette tegen een tiranniek leider, en die hem instrueerde met het goede en hem het slechte verbood, als gevolg waarvan [de tirannieke leider] hem doodde. » (hasan, al-Haakim en adh-Dhiyaa`)

     

    «Iemand die gedood wordt bij het afweren van verdrukking is shaheed» (an-Nisaa`i en adh-Dhiyaa`)

    Het gaat hier telkens om moslims die gedood werden in omstandigheden waarbij zij de grondwaarden van de islam verdedigden binnen de grenzen van het toelaatbare, zonder dat ze de dood zochten en zonder dat ze eigen eer of een beloning nastreefden.

  • Martelaren van het hiernamaals.  Dit betreft mensen die om andere redenen dan de voorgaande stierven en in het huidige leven niet als martelaar beschouwd worden, maar in het hiernamaals toch de status van martelaar krijgen. Een paar voorbeelden:

    «Er zijn vijf overlijdens als gevolg waarvan iemand een martelaar is: diegene die gedood wordt op het pad van God is een martelaar, diegene die verdrinkt op het pad van God is een martelaar, diegene die sterft ten gevolge van een maagziekte op het pad van God is een martelaar, diegene die sterft ten gevolge van de pest op het pad van God is een martelaar, en de vrouw die stierf in het kraambed is een martelaar.» (saheeh, an-Nisaa`i, al-Jami)

    Het is dus niet het geval dat iedereen die verdrinkt een martelaar is. Het ligt eraan hoe hij geleefd heeft. Ook niet elke moslim die overlijdt ten gevolge van een ziekte in de buik is een martelaar. Als hij deze ziekte opliep door slechte, buitensporige leefgewoonten en geen rechtschapen leven leidde, zal hij geen martelaar zijn.

  • Martelaren van deze wereld.  Dit zijn moslims die hier en nu als martelaar beschouwd worden, maar in het hiernamaals niet als martelaar zullen beschouwd worden. Bijvoorbeeld iemand die als soldaat in een wettige oorlog zou sneuvelen maar aan de strijd deelnam omwille van de eer die hem te beurt zou vallen, zal hier als martelaar beschouwd worden maar in het hiernamaals naar de hel gaan.

Vanuit islamitisch perspectief heeft het eigenlijk geen zin iemand een martelaar te noemen (anders dan in het christendom is er in de islam geen kerkinstituut dat iemand tot ‘martelaar’ kan uitroepen) omdat alleen God hierover kan oordelen. Men kan hoogstens zeggen dat iemand ‘met grote waarschijnlijkheid’ een martelaar is, maar de beslissing daarover komt alleen God toe. Een martelarencultus is dan ook niet aan de orde in de islam.

.

.

.

1.7. Beloning voor de martelaren

.

Volgens de islam worden martelaren in het hiernamaals bedacht met de grootste beloningen. Zo zal hun overgang naar het hiernamaals  zo goed als pijnloos zijn. De stervenspijn zal zodanig verkleind worden dat het maar zal aanvoelen als een muggenbeet.

«Abu Hurayrah vertelde dat profeet Mohamed zei: “Een martelaar voelt maar evenveel van het effect van gedood te worden als iemand die zou gestoken zijn door een mug.”» (Tirmidhi, Nasa’i en andere – gemeld door Abu Hurayrah)

Hoewel mensen die als mujahid leven en naar het martelaarschap verlangen zich als doel stellen tijdens het leven in alles het goede te doen ten einde God te dienen, struikelt iedereen al eens. Daarbij krijgen martelaren vergiffenis voor de zonden die zij in hun nobel streven onvrijwillig toch begingen (tenzij het om zware zonden gaat zoals hypocrisie). Zodoende, krijgen martelaren het eeuwig leven in het hiernamaalse paradijs.

«En denk van hen die op Gods weg gedood worden niet dat zij dood zijn; zij zijn juist levend bij hun Heer, waar in hun onderhoud wordt voorzien terwijl zij zich verheugen over wat God hun van Zijn Genade geeft en zich verblijden dat de achterblijvers die zich nog niet bij hen gevoegd hebben niets te vrezen hebben noch bedroefd zullen zijn. Zij verblijden zich over een genade en gunst van God, en dat God het loon van de gelovigen niet verloren laat gaan.» (Koran 3:169-171)

In het paradijs zullen zij de mooiste plekken krijgen.

« Samurah Ibn Jundub vertelde dat de Profeet zei: “Vorige nacht ontving ik een (goddelijke) ingeving (via een droom); ik zag twee mannen naar mij komen en me meenemen naar een boom (in het Paradijs), en vervolgens naar een plek die het beste was dat ik ooit gezien had; zij informeerden me dat dit de verblijfplaats was van de martelaren.” » (Bukhari)

 

 

 

1.8. De ’72 maagden’

 

Naast vergeving van alle zonden en weldadige paradijselijke beloningen spreekt de Koran ook over de hoor al ayn’ voor diegenen die het paradijs bereiken.

«Zo is het! En Wij geven hun gezellinnen met sprekende grote ogen ten huwelijk.”» (Koran 44:54)

“Hoor al ayn” zijn speciale schepselen die enkel in het paradijs wonen. Volgens de enen gaat het om bijzondere vrouwelijke gezellen voor mannen die het paradijs bereiken, volgens anderen hebben de “hoor al ayn” geen geslacht, ze zijn noch mannelijk, noch vrouwelijk, maar wezens met een uitzonderlijk zuivere spiritualiteit die gereflecteerd wordt in hun ogen waaruit hun puurheid straalt. Er bestaat zelfs een omstreden theorie die zegt dat “hoor al ayn” eigenlijk gewoon ‘druiven’ betekent, wat aansluit bij de andere grafische omschrijvingen van de weelderigheid die het paradijs kenmerkt.

 

De Koran vermeldt bovendien nergens een aantal. De ’72’ is afkomstig van de volgende hadith:

«Men hoorde profeet Mohamed zeggen: “De kleinste beloning voor de mensen van het Paradijs is een plaats waar er 80.000 dienaren en 72 vrouwen zijn, waarboven een koepel staat die versierd is met parels, aquamarijn en robijn, zo breed als de afstand van Al-Jabiyyah (een voorstad van Damascus) tot Sna’a (in Jemen).”» (Tirdmidhi)

Enkele bedenkingen hierbij:

Deze hadith is omstreden, de authenticiteit ervan staat niet vast. Dit wil zeggen dat het niet zeker is dat profeet Mohamed deze woorden ooit gesproken heeft. Ze maken bijgevolg geen deel uit van de kernleer van de islam. De verzen en hadith die het paradijs beschrijven moet men net zo min letterlijk nemen als de bij ons alom bekende spreekwoordelijke rijstpap die ons in de hemel met gouden lepeltjes zal geserveerd worden.

Waar het in deze verzen en hadiths om te doen is, is het schetsen van de uitzonderlijkheid van de beloning die iedereen die in het paradijs terechtkomt te beurt zal vallen. Wie zich nu aan de voedingsvoorschriften houdt, wie zich nu aan voorschriften van matiging houdt, wie zich aan de seksuele beperkingen houdt, zal hierna rijkelijk beloond worden.

En hoewel naargelang van de interpretatie ervan de term ‘hoor’ een seksuele connotatie kan hebben, in die zin dat de term als ‘maagd’ kan opgevat worden , dan nog wordt er nergens gesteld dat mannen effectief seksuele relaties zullen onderhouden met deze schepselen. Nogal logisch, vermits de bestaansvorm van een gans andere orde zal zijn dan het aardse bestaan.

Zelfs als men deze hadith voor waar zou aannemen, én wanneer men “hoor al ayn” letterlijk als ‘maagden’ interpreteert, staat er nergens in dat terroristen met 72 maagden beloond zullen worden.

Zoals eerder gezegd, zijn moslims niet zeker van een plek in het paradijs. Als zij zich misdragen hebben kunnen zij naar de hel gaan. Anderzijds, stelt de Koran dat ook joden en christenen die in God geloven en zich gedragen in overeenstemming met de aan hun profeten geopenbaarde boodschap, eveneens in het paradijs kunnen toegelaten worden.

En ten slotte, de hele discussie over de beloning van het martelaarschap is eigenlijk een zinloze discussie, want zodra men iets doet voor de beloning en niet vanuit de zuivere intentie God te dienen, ziet men de beloning aan zijn neus voorbij gaan.

Getuige de volgende lange maar lezenswaardige hadith over het oordeel dat gereserveerd wordt voor geleerden, welstellenden en (vermeende) mujahids die beweren het martelaarschap na te streven maar in werkelijkheid uit zijn op een beloning in de vorm van eerbetuigingen.

« Op de Laatste Dag wanneer God zal zetelen om te oordelen en elke gemeenschap voor Hem zal knielen, zullen de eersten die geoordeeld zullen worden de geleerden van het Heilige Boek zijn, of diegenen die gedood werden in een jihad of diegenen die rijk en welvarend waren op aarde.


God zal aan de geleerde vragen: ‘Werd jou niet alles geleerd dat geopenbaard werd aan de Profeet? Wat deed je met deze kennis?’ Hij zal antwoorden: ‘O Heer! Ik placht de Koran dag en nacht te reciteren in mijn gebeden.’ God zal zeggen: ‘Je bent een leugenaar.’ En zodoende zullen de engelen hem als leugenaar beschouwen, en God zal het oordeel vellen dat deze man dit alles enkel deed om geprezen te worden als een zeer groot geleerde.

Het lof dat hij ontving op aarde was het doel waar hij op mikte, dus is er hier voor hem niets. Vervolgens zal de rijke man aangesproken worden en God zal zeggen: ‘Heb ik je niet welvarend gemaakt en onafhankelijk van anderen? Wat deed je met die welvaart?’ Hij zal antwoorden: ‘O God, ik gaf aan de behoeftigen en was liefdadig.’

God zal zeggen: ‘Je bent een leugenaar’, en de Engelen zullen hem ook een leugenaar noemen. God zal zeggen: ‘Je was niet liefdadig in de geest, je reikte liefdadigheid uit met als enige drijfveer geprezen en geëerd te worden. Je werd geprezen en geëerd, dus heb je al de beloning gekregen waarop je mikte. Er is hier niets voor jou’.


Dan zal een man gebracht worden die gedood werd in een jihad. Hij verwacht dat God hem zal eren als een martelaar, maar deze aanspraak zal hem ontzegd worden door God die zal zeggen: ‘je vocht enkel om geprezen te worden als een dapper man. Je kreeg het lof dat je in de wereld nastreefde. Hier is er niets voor jou’.


De Profeet voegde hier aan toe: ‘Dit zijn de personen die in hel geworpen zullen worden vóór de anderen.’
» (Tirmidhi, gemeld door Abu Hurairah)

 

 

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

 

 

.

2. Seculariserend extreem nationalisme van militante jihadi’s en zelfmoordterroristen

.

In ‘Islam Hijacked’ stelt Rabbi Reuven Firestone, professor Middeleeuws Judaisme en Islam, aan de Hebron Union College van Los Angeles  :

«Wat zelfmoord en het schade berokken aan onschuldigen betreft, is islam ondubbelzinnig. De vier scholen van islamitische wet verbieden uitdrukkelijk het schade berokken aan niet-strijders.» 

 

De professor laat er geen twijfel over bestaat, de islam verbiedt terreurdaden. Maar waarom sleuren de zelfmoordterroristen er dan God en de islam bij? Professor Robert Pape werpt daar enig licht op. Hij houdt een databank bij van zelfmoordaanslagen.

Op grond van de gegevens die hij verzamelde over zelfmoordaanslagen gepleegd tussen 1980 en 2003, concludeert hij dat niet de moslims, maar wel de Tamil Tijgers van Sri Lanka de kop aanvoeren inzake zelfmoordaanslagen.

De Tamil Tijgers zijn een seculiere marxistische groep die voornamelijk rekruteert bij Hindoe families. Zij zijn uitvinders van de ‘zelfmoordvest’ die later door de Palestijnse plegers van zelfmoordaanslagen overgenomen werd.

Zelfs bij de zogenoemde ‘islamitische’ aanslagen nemen luidens professor Pape de seculier georiënteerde groepen 2/3den van de aanslagen voor hun rekening. Deze professor stelt verder dat terrorisme geen zaak is van individuele fanatici, maar een strategische zet is van groepen die campagne voeren voor een specifiek politiek doel, met name “het dwingen van moderne democratieën om betekenisvolle toegevingen te doen inzake nationale zelfbeschikking”.

Volgens diezelfde professor is er overweldigend bewijs dat zelfmoordterrorisme weinig verband houdt met religie. Hij omschrijft zelfmoordterrorisme als “een extreme strategie voor nationale bevrijding” en dus een extreme strijd voor nationalisme. Wereldwijd, hebben 95% van al dergelijke incidenten dit centrale doel. Met andere woorden: terrorisme dient een politiek doel.

Niet alle bezettingen evenwel van landen leiden tot zelfmoordterrorisme. En hier speelt religie wel een rol, in die zin dat zelfmoordaanslagen vooral plaatsvinden wanneer er een religieus verschil is tussen de bezetter en de bezette gemeenschap. Het is door dit religieverschil, dat de terroristenleiders er beter in slagen de bezetter te demoniseren vanuit een verwrongen lectuur van de eigen religie.

In tegenstelling tot de gangbare opvatting, dat militante ‘jihadi’s’ religieuze fanatici zijn, kan men dus stellen dat het integendeel juist gaat om mensen die de islam proberen te seculariseren om nationalistische belangen te dienen, en dit terwijl de islam geen notie van nationaliteit kent en zelfs elke vorm van hypernationalisme verwerpt.

 

 

al-aqsa-martyrs-brigades-31

 

.

.

3. Besluit

.

Martelaarschap is het ‘getuigen van God’ door in alle omstandigheden, in woord en daad, ernaar te streven het goede te doen, met als enige intentie God te dienen om geen andere reden dan dat God dat waard is, waarbij men bereid is voor het getuigen van die waarheid zijn leven te geven, zonder evenwel de dood te zoeken en zonder er noodzakelijkerwijs voor gedood te worden.

Omdat de intentie (niyya) een grote rol speelt en alleen God in de harten kan kijken, zijn mensen niet geplaatst om te beoordelen wie ‘martelaar’ is en wie niet. Dat “oordeel” komt alleen God toe. Een martelaren cultus geeft dan ook geen pas in de islam.

Het is in de islam trouwens niet hoe men sterft, dat iemand tot martelaar maakt, het is hoe men lééft. Ook wie een natuurlijke dood sterft kan men ‘martelaar’ zijn. Het maakt niet uit hoe men sterft  zo lang men noch in het leven, noch in de dood iets onwettig nastreeft. Dat maakt een zelfmoordaanslag tot iets wat ingaat tegen de islam.

Niet alleen is zelfmoord verboden, de aanslag is bovendien een criminele daad waarbij men onschuldigen van het leven berooft met als doel angst te zaaien. Een zelfmoordterrorist kan geen ‘martelaar’ zijn, vermits hij de grenzen van het wettige te buiten gaat in de manier waarop hij sterft.

Het concept van islamitisch martelaarschap wordt dan ook beklad en gekaapt, zowel door terroristen als door diegenen in het Westen die meegaan in de ideologie van de terroristen en hen “martelaar” noemen.

Dat de profeet Mohamed voorgesteld wordt als een terroristenleider die plegers van zelfmoordaanslagen beloont, is voor moslims zeer schokkend. Hij vertegenwoordigt voor hen de nobelste waarden die door een mens kunnen nagestreefd worden. Hem als terroristenleider voorstellen, is een omkering van de moraal.

Het martelaarschap daarenboven degraderen tot iets dat gedreven wordt door seksuele driften is een dehumanisering van moslims tot wezens die, gedreven door seksuele driften, geweld verheerlijken. Een dergelijke beeldvorming is vernederend, denigrerend, dehumaniserend.

Ze moedigt polarisatie aan, niet alleen bij diegenen die het beeld voor waar aannemen en die zich dus afkeren van moslims, maar ook bij de moslims zelf die zich volkomen onrechtvaardig getypeerd weten. Bovendien verhinderen dergelijke mythes een gedegen analyse en dus ook een daadkrachtige, doeltreffende strijd tegen het terrorisme.

Zijn er moslims die terreurdaden plegen? Ja. Er zijn ook niet-moslims die terreurdaden plegen. Het probleem is complex, de oplossing niet eenvoudig. De strijd tegen door moslims gepleegde terreur ligt in elk geval niet in het demoniseren van de islam. Integendeel.

De islam, met de echte martelaren ervan op kop, erkennen als een bondgenoot in de strijd tegen het terrorisme zou al een grote stap in de goede richting zijn. Het zou in elk geval op zijn minst diegenen die er aan beide kanten van dit verhaal belang bij hebben een botsing der beschavingen uit te lokken, de wind uit de zeilen nemen.

 

 

DE ISLAM IS DE GOEDSCHIKSE

TEGENBEWEGING

TEGEN HET WARE CHRISTENDOM

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

John Astria

John Astria

 

 

 

De primaire heiligen

Standaard

categorie : religie

.

.

Primaire heiligen is een term die gebruikt wordt voor de zeven heiligen die specifiek vernoemd worden in de eerste Romeinse Canon. Deze zeven heiligen zijn allemaal vrouwen en leefden bijna allemaal in Italië, de meesten tussen 200 en 400 na Christus. Deze heiligen zijn allemaal de marteldood gestorven omwille van de christenvervolgingen, met uitzondering van Maria Magdalena.

 

 

Dit zijn de zeven primaire heiligen. Deze zeven vrouwen worden allemaal genoemd in de eerste Romeinse Canon.

 

 

Heilige Maria Magdalena 

.

 

Maria Magdalena, Giovanni Girolamo Savoldo
.
Maria Magdalena, Giovanni Girolamo Savoldo
.
.
.

Maria Magdalena, of Maria van Magdala is een Bijbelse  figuur uit het Nieuwe Testament, waarin wordt vermeld dat zij behoorde tot de groep van vrouwen die aanwezig waren bij de kruisiging van Christus, zijn graflegging en zijn opstanding. Haar feestdag valt op 22 juli.

Magdalena betekent: van, uit Magdala. Magdala of Magadan was een stadje op de westelijke oever van het Meer van Tiberias. Lucas noemt haar niet gewoon Maria Magdalena, maar zegt “Maria, die Magdalena genoemd wordt”.

De Bijbel geeft niet veel informatie over haar. Ze wordt reeds vermeld in Lucas 8:2, waar staat dat Jezus haar bevrijdde van zeven duivelse geesten.

Zij volgde Jezus vanuit Galilea naar Jeruzalem en was aanwezig bij de kruisiging (Marcus  15:40, Mattheüs 27:56, 61 en Johannes  19:25) en de graflegging (Marcus 15:47 en Mattheus 27:61). In Johannes 20:1-18 staat dat zij de opstanding van Jezus heeft meegemaakt en dat zij de eerste was die hem zag na zijn opstanding.

.

.

Traditie in de christelijke kerken

.

In de loop van de geschiedenis werd zij door de gevestigde waarden soms aangezien als een vrouw van lichte zeden; dit berustte echter niet op de Bijbel. Zij zou door paus Gregorius de Grote in 591 verwisseld zijn met Maria van Bethanië (Johannes 12:1-8) en met de boetvaardige zondares uit Lucas 7:36-50 (die moeilijk dezelfde persoon kunnen zijn).

In de zesde eeuw stelde paus Gregorius Maria Magdalena expliciet gelijk aan de boetvaardige vrouw van lichte zeden uit Lucas 7. In die hoedanigheid is zij vaak voorgesteld in legendes en kunstwerken. Het standpunt over Maria Magdalena als zondige vrouw is door de Katholieke kerk in 1969 nader gepreciseerd.

Deze vermenging van verschillende figuren in de persoon van Maria Magdalena is een ontwikkeling in de Latijnse Kerk, die in de oosterse traditie niet heeft plaatsgevonden. De eerste bestrijder van de onjuiste voorstelling van Maria Magdalena als zondige vrouw was Jacob Faber, die zijn bezwaren neerschreef in zijn in 1517 verschenen De Maria Magdalena et triduo Christi disceptatio. Sinds 1969 wordt Maria Magdalena niet meer als boetvaardige zondares opgenomen in de heiligenkalender.

 

.

Maria Magdalena in gnostieke apocriefen 

.

Behalve in het Nieuwe Testament, komt Maria Magdalena ook voor in een viertal gnostieke geschriften:

  • het Evangelie van Thomas
  • het Evangelie van Filippus
  • het evangelie van Maria Magdalena
  • het Gesprek met de verlosser

 

Lady Hamilton as The Magdalene, George Romney
The Magdalene, George Romney
.
.
.
Geknielde Maria Magdalena en staande vrouw, beiden wenend omhoog kijkend, Brussel ca. 1475, Catharijneconvent, Utrecht
.
Geknielde Maria Magdalena en staande vrouw, beiden wenend omhoog kijkend, Brussel ca. 1475..
.
.
.
.
.
.

Het Evangelie volgens Filippus

.

In dit apocriefe Evangelie staat dat drie vrouwen altijd met Jezus optrokken: zijn moeder, zijn zuster en Maria Magdalena. In dit geschrift wordt Maria Magdalena als bijzondere leerlinge van Jezus voorgesteld. De authenticiteit van de overlevering is onduidelijk, aangezien een repliek daarop door de historische orthodoxie ontbreekt. Een fragment uit het apocriefe geschrift:

 

.

Jezus hield op een andere wijze van Maria
dan van de andere leerlingen,
en hij kuste haar vaak.
De overige leerlingen zagen hoe hij van Maria hield
en vroegen hem:
“Waarom houdt u meer van haar
dan van ons allemaal?”
De Heer antwoordde hen met de woorden:
“Waarom houd ik niet van jullie
zoals van haar?
Wel, als een blinde
en iemand die kan zien
samen in het donker zijn,
verschillen ze niet van elkaar.
Maar als het licht wordt,
zal de ziende het licht zien
en de blinde in het donker blijven.”

.

.

Het Evangelie van Maria van Magdalena

.

In 1896 werd in Caïro het evangelie ontdekt. De eerste zes pagina’s ontbreken en het te lezen deel begint in het midden van een gesprek tussen de opgestane Jezus en zijn leerlingen. Maria Magdalena treedt hierin op als een van de leerlingen, die in conflict geraakt met de apostelen Petrus en Andreas. In het evangelie betwisten Petrus en Andreas dat Maria Magdalena door Jezus toegang gehad zou hebben tot bijzondere kennis.

.

.

Schilderij van Titiaan
.
Schilderij van Titiaan
.
.
.
De landing van Maria op een Frans strand is een negende-eeuwse legende, die in Frankrijk nog jaarlijks met een processie wordt herdacht. Dat er een huwelijk zou hebben plaatsgevonden tussen Jezus en Maria wordt door de Kerk beschouwd als negentiende-eeuwse fictie.

 

 

 

Heilige Agatha

.

 

"Martelaarschap van de heilige Agatha", door Giovanni Battista Tiepolo (ca 1756).
.
“Martelaarschap van de heilige Agatha”, door Giovanni Battista Tiepolo (ca 1756).
.
.
.

De heilige Agatha van Sicilië, ook wel Agaat of Agathe, is een martelares. Ze stierf in de christenvervolgingen  ten tijde van keizer Decius. De heilige Agatha is één van de bekendste heiligen in Europa. De naam Agatha is Grieks en betekent de goede.

Agatha werd geboren in Catania op het eiland Sicilië als dochter van welvarende christelijke ouders. Ze werd gedoopt  en als vroom christen opgevoed. In het jaar 251 had de Romeinse keizer Decius de landvoogd Tiberius Claudius Quintianus  het bevel gegeven de christenen te vervolgen.
.
.
Deze Quintianus was verliefd op de mooie Agatha, maar zij wees hem af. Hij liet haar gevangennemen. Omdat zij niet wilde offeren voor de heidense  afgodsbeelden, maar trouw bleef aan haar doopbeloften en haar geloof in Christus, plaatste Quintianus haar in een bordeel.
.
.
Hij wist dat ze veel waarde hechtte aan een zuivere levenswandel. Met een onwankelbaar hart hield Agatha vast aan haar geloof in Jezus Christus. Toen ze voor de rechter moest verschijnen, vroeg deze haar, hoe het kwam dat zij, die van adel was, slavin van Christus wilde zijn. Ze antwoordde: “Voor mij is ten dienste van Christus staan de hoogste adeldom. Mijn heil, mijn geluk is Christus.”
.
Daarop werd ze gemarteld, haar beide borsten werden afgesneden en over heel haar lichaam verminkt werd ze in de gevangenis geworpen. Volgens de legende verscheen daar een oude man (in wie men de apostel Petrus meende te herkennen) die haar wonden verzorgde en genas.
.
Een paar dagen later werd ze weer voor de rechter gebracht. Die vroeg haar: “Wie heeft je genezen?” Zij antwoordde:“Het was Christus, de Zoon van God.” En weer werd ze gefolterd. Ze werd over een bed van glasscherven en hete kolen gerold.  Hierna stierf Agatha aan de gevolgen van de marteling. Ze werd in Catania begraven. Sindsdien wordt ook tot haar gebeden bij brandgevaar, tegen brandwonden en lichaamskwalen als borstkanker.
.
.
.
.

 Verschijningen

.

Tot nu toe zijn er vier verschijningen bekend van de heilige Agatha, waarvan twee in Nederland. Ze zou meestal verschijnen in de nabijheid van vrome vrouwen. Agatha zou verschenen zijn rond 300 bij Lucia van Syracuse (later heilig verklaard) om te zeggen dat ze haar leven in dienst van God moest stellen.
.
.
.
.
Icoon van de heilige Agatha met haar borsten op een schaal.
.
Icoon van de heilige Agatha met haar borsten op een schaal.
.
.
2 )Agatha zou verschenen zijn in de 9e eeuw op de plek waar later Beverwijk gesticht zou worden. Een maagd uit Velsen zou vurig tot haar gebeden hebben omdat ze achterna werd gezeten door op seks beluste Noormannen. Agatha zou deze toen verjaagd hebben door de aarde te laten beven.3 )Agatha zou op het eiland Malta  verschenen zijn in 1551. Volgens het verhaal heeft ze Malta gered van een Turkse invasie. Sindsdien wordt ze als de patroonheilige van Malta beschouwd.4 )Rond de 16e eeuw zou Agatha verschenen zijn op een berg, eigenlijk een heuvel, dichtbij het dorp Leidschendam, in Zuid Holand. Ze zou zich enkele ogenblikken getoond hebben aan toevallige voorbijgangers..
De heilige Agatha wordt vaak met een tang (voorstelling van haar marteling) en een palmtak (voorstelling van haar geloof in Christus) voorgesteld. Soms wordt ze afgebeeld met haar borsten op een schaal. Tot haar wordt gebeden bij borstkanker of andere borstkwalen, dit omdat tijdens haar marteling haar borsten werden geamputeerd. Haar feestdag is 5 februari.
.
.
.
.
24
.
.
.
.
.

Beschermheilige

.

Zoals vele heiligen is ook Agatha van vele personen en ambten de patrones. Agatha is primair de beschermheilige tegen vuur en alles wat hieraan vast hangt: brand, vulkanische erupties en andere natuurrampen. Vele brandwondencentra in Europa zijn dan ook naar haar genoemd.
.
 Ook haar marteling had met vuur te maken, de tangen en andere foltertuigen werden verwarmd zodat ze meer pijn zou hebben. Ze werd ook over een hoop hete kolen gemengd met potscherven gerold. Ook bij aardbevingen wordt tot haar gebeden. Ook is ze beschermheilige van enkele beroepen zoals de klokkenmakers omdat haar afgesneden borsten op een schaal gelijken op 2 klokken.
.
.
.
.
.

 Heilige Agnes

.

 

0109_Ragnes

 

De heilige Agnes  stierf als dertienjarige martelares  voor het christelijk geloof in Rome in jet jaar 254 of 304. Agnes werd als dertienjarige aan heidense goden gewijd en was het slachtoffer van verkrachting. Toen zij naar de tempel van Minerva werd gebracht, maakte zij een kruisteken en weigerde zich tegen God te keren. Vele jonge mannen vroegen haar ten huwelijk, maar zij weigerde en zei dat ze al verloofd was met Jezus Christus.
.

Zij werd vervolgens bedreigd en gemarteld en vond ten slotte de dood doordat haar een zwaard in de keel gestoken werd. Acht dagen nadat ze was begraven in de catacomben aan de via Nomentana, werd zij gezien in een gouden kleed, met een verlovingsring van Jezus Christus aan haar vinger en haar rechterzijde een wit lam.

.

Haar naamdag is op 21 januari. Zij is de beschermheilige van de verloofde paren, van de kuisheid, van de jonge meisjes en maagden en van de slachtoffers van verkrachting.

.

 

Agnietenorde

.

Naar Agnes werden ook nonnenkloosterordes, de “Agnieten”, genoemd, die ontstonden rond het begin van de 15e eeuw. Deze zusterordes verenigden zich in het convent der susteren van Sinte Agnieten. Tegenwoordig komt de naam Agnieten veelvuldig voor in de aanduiding van kapellen, christelijke scholen en straatnamen.
.
.
.
.
.

Heilige Anastasia

.

 

0e3d25896f90659f4634e8648b656c1e anaqtasia

 

Sint Anastasia  was een christelijke heilige en martelaar die stierf in Sirmium ca 250 na Christus. Over Anastasia is weinig bekend, behalve dat ze stierf bij de vervolgingen van Diocletianus. De meeste verhalen over haar zijn enkele eeuwen na haar dood geschreven en zijn verschillend van inhoud. In de verhalen is ze een Romeinse of een Sirmiaanse.
.
In een legende wordt ze beschreven als de dochter van een zekere Praetextus en de leerling van Sint-Chrysogonus. Haar moeder was de H. Fausta van Sirmium. Anastasia wordt al lang vereerd als genezer en exorcist. Zij kreeg de titel van ‘Apothekeres’ of ‘Farmaceut’.
.
Men tast in het duister over de vraag hoe zij aan deze eretitel kwam. Weliswaar wordt er van haar verteld dat zij de wonden van gefolterde christenen verzorgde. Tezamen met nog een groot aantal gezellen zou zij in Sirmium de marteldood gestorven zijn omdat zij tegen het uitdrukkelijk gebod van de overheid heilige boeken afschreven hadden en in huis bewaarden.
.
Haar lichaam ligt in de Kathedraal van Sint Anastasia in Zadar, Kroatië. Ze is een van de zeven vrouwen,  exclusief de Heilige Maagd Maria, die worden herdacht bij hun naam in de canon van de mis. haar feestdag is de 12 oktober.
.
.
.
,
,

Heilige Cecilia

 

d61b9910-fabc-11e2-b607-ef066e0ae1e2_original

.

 

Cecilia  (? – omstreeks 230) is een Romeinse martelares en heilige in de Rooms-Katholieke kerk. Volgens de legende kwam ze uit een Romeinse voorname familie. Ze zou zeer jong zijn gedwongen te huwen met iemand uit een andere Romeinse adellijke familie. Ze vond troost in de muziek en stierf de marteldood omstreeks 230. Ze werd patrones van muziek, instrumentenmakers en zangers.

Dit patronaatschap is gebaseerd op een opvatting  van de vespers van haar feestdag, die luidt:

Cantantibus organis Caecilia virgo in corde suo soli domino decantabat dicens fiat domine cor meum et corpus meum immaculatum ut non confundar.

.

De verwijzing naar het orgel (organis) en de zang (cantantibus) hebben te maken met het feestgedruis op haar bruiloft. De zin wil zeggen dat zij zich “te midden van de feestmuziek” in haar hart enkel richt tot God in de hoop ook in haar bruidsnacht haar maagdelijkheid (corpus immaculatum) te kunnen bewaren.

Dit lukt. Ze vertelt haar echtgenoot, Valerianus, dat ze een beschermengel heeft. Valerianus komt tot inzicht en bekering. Beiden sterven vervolgens als martelaren onder een hernieuwde vlaag van christenvervolging.

De feestdag van de heilige is 22 november. Als patrones van muzikanten werden talrijke muziekverenigingen, koren, fanfares en orkesten naar haar genoemd.  De heilige Cecilia wordt doorgaans voorgesteld met het orgel. In de Nederlanden wordt ze ook vaak met een valk afgebeeld, typisch attribuut om op haar adellijke afkomst te wijzen.

.

.

Heilige Catharina

 

220px-Michelangelo_Caravaggio_060

 

Catharina kwam volgens de oudste overlevering uit een roemrijk patriciërsgeslacht en was de dochter van Costus, de gouverneur van Alexandriê. Ze kende alle werken van Plato uit haar hoofd toen ze nog maar vijftien was. Ze was Jezus met hart en ziel toegedaan, en beloofde hem haar maagdelijkheid.
Nauwelijks had ze dat gedaan, of keizer Maxentius werd verliefd op haar.
.
Op haar weigering om na zijn echtgenote de tweede dame aan het hof te worden, wilde hij haar dwingen haar geloof af te zweren onder bedreiging met gruwelijke folteringen. Ook stuurde hij veertig heidense filosofen op haar af om haar te bekeren, maar in plaats van Catharina te bekeren tot het heidendom werden de geleerden tijdens de discussie met Catharina bekeerd tot het christendom.
.
Daarop wilde de keizer haar laten verpletteren met een rad waarop scherpe ijzeren punten waren gemonteerd. In plaats van Catharina brak echter het rad, getroffen door de bliksem. Hij wilde haar laten verbranden, maar het vuur waaide uiteen en verbrandde de beulen. Uiteindelijk lukte het dan toch haar te onthoofden. Uit haar halswond stroomde melk die de stad van de pest bevrijdde.
.
Haar lichaam werd door engelen naar de Sinaïberg gebracht, waar het rond het jaar 800  door pelgrims teruggevonden werd. Het was nog steeds in goede staat. Naast de berg werd later het Catharinaklooster gebouwd. 
.
.
.
.

 Wetenswaardigheden

.

  • De naamdag  van Catharina is 25 november.
  • Sint-Catharina is ook een merkeldag. Hierbij hoort de weerspreuk Vriest het op Sint-Katrien, dan vriest het nog zes weken nadien.
  • De strijdster Jeanne d’arc beweerde dat de heilige Catharina vaak aan haar verschenen was.
  • De plaats Sint-Katrien in West-Vlaanderen is vernoemd naar deze heilige.
  • Het begijnhof van Tongeren is vernoemd naar deze heilige.
  • In de christelijke kunst is een rad het vaste attribuut waarmee deze heilige wordt afgebeeld.
  • De marteldood van Catharina is het onderwerp van een schilderij van Jan Provoost (1462/5–1529).
  • De Marteldood van de Heilige Catharina is het onderwerp van een schilderij van Karel van Mander in de Sint-Maartenskerk in Kortrijk.

 

 

Heilige Lucia

 

220px-SantaLuccia

.
.
Lucia van Syracuse (volgens traditie 283-304) is een christelijke martelares, die vereerd wordt als een heilige. Ze is de patroonheilige  van de blinden.
.
.
.

Bronnen en historiciteit

.

De heiligenlevens van Sint Lucia vertonen gelijkenissen met die van Sint Agatha en staan vol met aan haar toegeschreven wonderen. De mogelijkheid dat de heiligenlevens berusten op een historisch personage wordt groot geacht.

.

Sint Lucia komt namelijk in vrijwel alle middeleeuwse verzamelingen van heiligenlevens voor. Ook is er in de catacomben van Syracuse een graftekst van rond het jaar 400 ontdekt, die waarschijnlijk werd aangebracht als herkenningspunt voor pelgrims. Rond het jaar 600 waren er al kloosters in Syracuse en Rome aan haar gewijd.

.

 

Legende

.

Volgens de legende leefde Sint Lucia in de tijd van de christenvervolgingen door keizer Diocletianus. Ze was de dochter van een Romeins burger in Syracuse, die haar vader op jonge leeftijd had verloren. Haar moeder, Eutychia, leed al vier jaar aan dysenterie. Beide vrouwen brachten een nacht biddend bij de tombe van de christelijke heilige Sint Agatha door.

 

.

Aan het einde van de nacht verscheen de heilige voor Lucia in een visioen. De heilige voorspelde Lucia daarin dat zij de glorie van Syracuse zou worden, zoals Agatha dat van Catania was. Ook was haar moeder terstond op wonderbaarlijke  wijze genezen.

.

Eutychia regelde een heidense echtgenoot voor haar dochter, maar Lucia haalde haar moeder over het huwelijk niet door te laten gaan en de bruidsschat als aalmoezen onder de armen te verdelen. Lucia had Christus  als bruidegom gekozen en wilde eeuwig maagd blijven. De beoogde echtgenoot kwam op de hoogte van het uitdelen van de bruidsschat.

.

Hij gaf Lucia daarop als christen aan bij de magistraat Paschasius. Deze verzocht haar een offer aan de keizer te brengen, wat ze weigerde. Daarop werd ze veroordeeld tot tewerkstelling in een bordeel. Zij bleef Christus trouw en werd op de brandstapel gezet.

.

Men probeerde haar levend te verbranden, maar zij leek er geen last van te hebben. Daarop werd ze met zwaardsteken om het leven gebracht. De fatale wond zou zijn toegebracht door met een zwaard door haar hals te steken.

.

 

961301d5-d15d-48f1-9754-f624a1a9258d lucia nek

 

Een andere legende verhaalt hoe Lucia haar ogen verloor. Eén versie van dit verhaal is dat een heidense minnaar naar haar hand dong. Hij maakte haar een compliment over haar mooie ogen, waarna ze haar ogen uitstak en hem deze toezond op een schaal, met de boodschap haar verder met rust te laten.
.
Op wonderbaarlijke wijze bleef ze echter in staat te zien. In andere versies van de legende worden haar ogen uitgestoken bij haar marteldood. Beide versies komen in heiligenlevens ouder dan de 14e eeuw niet voor en zijn daarom waarschijnlijk een latere toevoeging.
.
.
.
.

Symboliek

.

Vanwege de legende over de uitgestoken ogen is Sint Lucia de beschermheilige van blinden en opticiens. Daarnaast is ze de beschermheilige van electriciens, prostituees en zieke kinderen. Ze wordt door katholieken aangeroepen voor genezing van slechtziendheid, halspijnen, blindheid en bloedingsneigingen.

.

De oudste afbeeldingen  van Sint Lucia zijn 6e-eeuwse fresco’s uit Ravenna. Sinds de 14e eeuw wordt Sint-Lucia vaak afgebeeld met een schaal waarop een paar ogen ligt. De heilige wordt ook wel met een kelk of een dolk door haar nek afgebeeld.

.

.

Feestdag

.

In Syracuse, de geboortestad van de heilige, begint de viering ter ere van Sint Lucia op de vooravond van 13 december. Het zilveren beeld van de heilige wordt dan uit haar kapel naar het altaar van de kathedraal verplaatst en er wordt cuccìa gegeten, een zoete Siciliaanse soep.
.
In het noorden van Italië is in sommige streken een traditie ontstaan die lijkt op het Sinterklaasfeest uit Nederland en België. Sint Lucia brengt kinderen cadeaus in de nacht op 13 december, vergezeld van haar ezel en haar koetsier. Kinderen kunnen Sint Lucia een verlanglijst schrijven en laten bij het naar bed gaan sinaasappels, koekjes en rode wijn voor de heilige achter, of hooi voor de ezel.

 

De kinderen wordt verteld vroeg naar bed te gaan omdat de heilige anders as in hun ogen komt strooien, waardoor ze verblind kunnen raken. De volgende dag zoeken de kinderen hun cadeaus, die in het huis verstopt zijn.

 

.

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

.

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

.

 

John Astria

John Astria

 

 

De opname voor de verdrukking?

Standaard

Categorie: religie

 

 

Openbaring hoofdstuk 20 ; de eerste opstanding en de tweede dood

 

Pasteltekening van John Astria

 

De opname voor de verdrukking?

 

In een boek over ‘De totaalcontrole’, geschreven door br. Wim Malgo las ik dat de gemeente vóór de grote verdrukking wegenomen zal worden. In Openbaring 20:4 lees ik echter over hen die het teken van de antichrist geweigerd hebben en als gevolg daarvan gedood werden, maar bij de wederkomst van Christus op aarde uit de dood op zullen staan. Zijn er dan toch ook gelovigen die vóór de grote verdrukking niet opgenomen worden? 

 

 

Antwoord:

 

Het gaat hier om de ‘grote schare’ die na de opname van de gemeente nog tot bekering komt, maar hun bekering met de martelaarsdood moeten bekopen (Openbaring 7:9-17). Ook zij behoren tot de ‘eerste opstanding’, waarover we in Openbaring 20: 6 kunnen lezen. Deze eerste opstanding voltrekt zich in een aangegeven volgorde (1 Korintiërs 15:23). Christus Zelf is de eersteling, de gemeente vormt de groep van eerstelingen en de gelovigen uit de grote verdrukking vormen de laatste schare die aan deze eerste opstanding deel heeft.

  • De eerste opstanding begon dus met Christus bij Zijn opstanding uit de dood.
  • De tweede fase van de eerste opstanding vindt plaats bij de opname van de gemeente, waarbij alle gelovigen uit de dood op zullen staan.
  • De derde en tevens laatste fase van de eerste opstanding, vind plaats aan het einde van de grote verdrukking waarbij ook de martelaren, die door de antichrist omgebracht zijn, uit de dood op zullen staan om met Christus duizend jaar te regeren.

De eerste opstanding wordt in de Bijbel ook wel de ‘opstanding vanuit de doden’, letterlijk: ‘de opstanding van tussenuit de doden’ genoemd.

  • Bij de eerste opstanding blijven de ongelovigen achter in het graf, zij zullen pas opstaan bij het laatste oordeel, waarover we kunnen lezen in Openbaring 20:11-15. Hier lezen we: ‘En de zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en het dodenrijk gaven de doden, die in het waren, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken’ (vers 13).

De ongelovige doden worden dus bewaard tot het laatste oordeel, pas dan zullen ook zij opstaan om voor de grote witte oordeelstroon veroordeeld te worden. Zij worden geoordeeld op grond van hun werken. Wat mogen we de Here Jezus toch dankbaar zijn, dat wij niet op grond van onze eigen werken geoordeeld zullen worden, maar dat het werk van Christus doorslaggevend is voor onze rechtvaardiging en vrijspraak!

In Johannes 5 wordt ook over twee opstandingen gesproken: ‘de opstanding ten leven en de opstanding ten oordeel’ (vers 29). Zo vinden we in de Bijbel dus de ‘eerste en de tweede opstanding’, de ‘opstanding uit de doden en de opstanding van de doden’ en ten slotte ook nog de ‘opstanding ten leven en de opstanding ten oordeel’.

 

 

 

De Bijbel leert ons dat de gemeente vóór de grote verdrukking opgenomen zal worden. Hieronder volgen enkele Bijbelse argumenten die de opname vóór de grote verdrukking bevestigen:

 

1. In Openbaring 20:4 worden alleen de martelaren uit de grote verdrukking opgewekt (‘zij werden weder levend’). De opstanding van de overige gelovigen moet dus al op een eerder tijdstip plaats gevonden hebben.

2. Openbaring 3:10 leert ons dat Hij de gemeente wil bewaren ‘vóór de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken hen, die op de aarde wonen.’

3. In Openbaring 6:16 wordt de grote verdrukking de ‘Toorn van het Lam’ genoemd. De hoop voor gemeente is niet de toorn van het Lam, maar de liefhebbende Bruidegom die zijn bruid tot Zich zal nemen.

4. In 1 Petrus 4:17 lezen we dat het oordeel met het huis Gods begint, zodat we niet met de wereld geoordeeld zullen worden.

5. In Lucas 21:28 lezen we: ‘Wanneer deze dingen beginnen te geschieden, richt u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing genaakt.’ Hoe zouden we ons kunnen verheugen in de grote verdrukking? Het is juist onze verlossing die ons deze vreugde geeft.

6. In Lucas 21:36 worden we opgeroepen te waken en te bidden om aan deze vreselijke dingen te ontkomen.

7. In 2 Tessalonicenzen 2:6-8 lezen we dat de komst van de antichrist tegengehouden wordt. Uit de samenhang blijkt duidelijk dat Paulus het hier heeft over de Heilige Geest die door middel van de gemeente op aarde werkt en woont. Wanneer de gemeente opgenomen zal worden, dan wordt daarmee ook de tempel van de Heilige Geest van de aarde weggenomen en zal de antichrist alle ruimte krijgen om zich te openbaring. Dan is het zout der aarde weg en zal het verderf toeslaan, dan is het licht der wereld weggenomen en zal de vorst der duisternis zich openbaren.

8. We lezen in Zacharia 14:4-5 en Kolossenzen 3:4 dat de Here Jezus aan het einde van de grote verdrukking met al zijn heiligen op aarde terug zal komen. Dit kan alleen wanneer we vóór de grote verdrukking opgenomen zijn, zodat we ook weer met Hem terug zullen keren.

9. Vóór de opwekking van de martelaren uit de grote verdrukking lezen we al over de tronen in de hemel waar de heiligen op zitten om te oordelen (Openbaring 20:4a). In 1 Korintiërs 6:2-3 lezen we dat de heiligen de wereld zullen oordelen. Dit vindt dus ook al plaats vóór de opwekking van deze martelaren!

 

 

Openbaring hoofdstuk 4 ; de troonsheerlijkheid van God

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

10. De opname van de gemeente wordt verschillende keren in verband gebracht met de tijd van Lot in Sodom en Noach. Zowel Lot als Noach werden eerst in veiligheid gebracht voordat het oordeel losbrak. Zo zal de gemeente ook eerst geëvacueerd worden, voordat de grote verdrukking losbarst. Zo werd ook Henoch weggenomen voordat de Here de aarde oordeelde.

11. De roeping en uitverkiezing van de gemeente is een geheimenis (Efeziërs 3:3-10) een ‘tussentijd’ in Gods plan met de wereld. Deze tussentijd eindigt met het geheimenis van de opname van de gemeente, waarna de Here God de draad met Zijn verbondsvolk Israël opneemt en voleindigt.

12. De grote verdrukking wordt ook wel ‘een tijd van benauwdheid voor Jakob’ genoemd (Jeremia 30:4-7). Een periode die God bepaald heeft om Zijn volk Israël tot bekering en wedergeboorte te leiden. Uit deze ‘geboorteweeën’ zal Israël als een nieuw volk tevoorschijn komen.

13. In Daniël 9:27 wordt de zevenjarige grote verdrukking beschreven als de laatste jaarweek die de Here God over Zijn verbondsvolk Israël bepaald heeft. Deze week zal uiteindelijk leiden tot het afsluiten van de zonde en het brengen van eeuwige gerechtigheid voor Israël (vers 24). Zo moeten we Gods plan met Zijn verbondsvolk Israël niet verwarren met Zijn plan met de gemeente en afstand nemen van de wijdverbreide vervangingsleer, waarin Israël plaats moet maken voor de kerk.

14. Het valt op dat geen enkel gedeelte uit de Bijbel de gemeente voorbereidt of waarschuwt voor de grote verdrukking. Hieruit blijkt dat de grote verdrukking niet voor de gemeente bedoeld is.

15. Zolang de gemeente bestaat, wordt de gemeente verdrukt (‘In de wereld leidt gij verdrukking…’ Johannes 16:33). Vooral in de eerste drie eeuwen werd de gemeente heftig vervolgd, maar ook nu. Denk maar aan de christenen in moslimlanden en de vele christenen die nu door ISIS verdreven en vermoord worden. Ook in Noord-Korea worden de christenen vreselijk behandeld. Voor de vervolgde christenen is de gedachte dat de gemeente door de grote verdrukking moet gaan onbegrijpelijk!

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

De Bijbel over het duizendjarig vrederijk en daarna

Standaard

Categorie: religie

 

 

de ware- en de valse Drievuldigheid

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

De Bijbel over het duizendjarig vrederijk en daarna

 

De profetie in het boek Openbaringen noemt allerlei verschrikkelijke plagen en verdrukkingen die de wereld zullen treffen in de laatste tijden. In wat “de grote verdrukking” genoemd wordt, zal Gods brandende toorn alle dienaren van Satan treffen. Dan is de maat vol van de ontwikkeling van de zonde op aarde. Zolang de zonde de macht had, raakte de wereld steeds meer verdorven en beschadigd.

Maar na dit alles zal Jezus Christus terugkomen, samen met de legerscharen van de hemel, en dan breekt er een heerlijke, genezende tijd aan op aarde. Dit is het begin van een periode van duizend jaar vrede, wat het duizendjarig vrederijk wordt genoemd.

 

 

 

Wat is het duizendjarig vrederijk?

 

Het duizendjarig vrederijk is een tijd van vrede en harmonie op aarde, waar Jezus en de heiligen heersen in gerechtigheid. Het is een tijd van herstel, waarin de wereld gereinigd wordt van al het kwade. In Jesaja 65:20-25 kun je een uitgebreidere beschrijving vinden van de wonderbaarlijke harmonie die deze tijd zal kenmerken.

Niemand zal een ander uitbuiten, niemand zal stelen of moorden. De gehele aarde zal bestuurd worden door Christus, Zijn bruid (de Gemeente) en de martelaren. (Openbaring 20:4) Hun heerschappij zal rechtvaardig zijn en nauwkeurig volgens Gods wetten. Het zal zó op aarde worden, als God het vanaf het begin bedoeld heeft. Een paradijs van vrede, gerechtigheid en blijdschap. Een schepping in volkomen harmonie met haar Schepper.

De mensen zullen veel langer leven dan nu het geval is. (Jesaja 65:20) Zelfs de dieren zullen elkaar niet meer doden voor voedsel; alle zullen gras en planten gaan eten. (Jesaja 65:25)

 

 

Perfecte natuur in het Vredesrijk

 

 

 

Zal er zonde zijn in het duizendjarig vrederijk?

 

Ondanks dit alles is de zondige natuur, die alle mensen aankleeft, niet veranderd. De mensen zullen nog steeds geboren worden met een vlees waarin geen goed woont. (Romeinen 7:18) De mensen zullen nog steeds kunnen kiezen om te zondigen.

Maar omdat Satan in die tijd gebonden is (Openbaring 20:2), zal hij niet in staat zijn de mensen van buitenaf te beïnvloeden. Het zal voor de mensen veel gemakkelijker zijn om ervoor te kiezen God te dienen en een rechtvaardig leven te leiden, wanneer ze aan alle kanten om hen heen dezelfde rechtvaardigheid zien, als er overal gelijkheid is, recht en genade, geduld en nederigheid, in plaats van oorlog, hongersnood, tirannie en onrecht.

Wie er evenwel voor kiezen een zondig leven te leiden en toe te geven aan hun eigen trots en zelfzucht in deze tijd, zullen worden vervloekt, sterven en naar de hel verwezen worden (Jesaja 65:20). Gods wetten zijn nog steeds van toepassing en niemand die zondigt zal daar ongemerkt mee wegkomen.

 

 

 

Jezus, de bruid en de martelaren

 

Jezus en zijn bruid zullen, samen met de martelaren die gedood zijn tijdens de grote verdrukking, de aarde regeren. Zij zijn Gods meest betrouwbare dienaren. Jezus, die in alles verzocht is zonder te zondigen, heeft absolute macht over alle zonde en ongerechtigheid. Hij is het voor de volle honderd procent eens met Gods wil. Zij, die tot de bruid van Christus behoren, hebben ook de zonde overwonnen in hun leven. Ook zij hebben bevoegdheid om te oordelen en te heersen in gerechtigheid, omdat zij zich door God hebben laten onderrichten in deze gerechtigheid gedurende hun tijd op aarde.

God heeft hen beproefd, zij zijn gelouterd door het vuur, op dezelfde wijze als Jezus. Jezus en Zijn bruid zullen de tranen afwissen en blijdschap en vrede brengen bij de mensen. Zij hebben zelf geen tranen die afgewist moeten worden, want zij zijn reeds vol van Gods goedheid en blijdschap. De martelaren van de grote verdrukking zijn ook beproefd en mogen ook mee regeren in het duizendjarig vrederijk, want zij hebben ook hun leven gegeven voor God, zij het op een andere wijze dan de bruid. (Openbaring 20:4-6) De heerlijkheid en de verantwoordelijkheid van de bruid van Christus zullen veel groter zijn dan die van de martelaren, omdat hun offer ook groter was. Zij zullen er samen op toezien dat de wereld zich in vrede, harmonie, gerechtigheid en godsvrucht zal ontwikkelen tijdens het duizendjarig vrederijk.

 

 

Vrede en harmonie in het Vredesrijk

 

 

 

Na het duizendjarig vrederijk

 

Hoewel het Duizendjarig Vrederijk een tijd zal zijn van leven in vrede en gerechtigheid, is het niet Gods uiteindelijke doel voor zijn schepping. Satan werd wel gebonden, maar niet volkomen verdelgd. Ondanks de wonderbaarlijke vrede en harmonie op aarde, is deze nog steeds niet perfect in Gods ogen, omdat zij nog steeds de eeuwige smet van de zonde draagt.

Aan het einde van het duizendjarig vrederijk wordt Satan voor een korte tijd uit zijn gevangenis losgelaten, hoe lang is niet precies bekend. Dit is zijn laatste kans om alle volken te misleiden en de mensen zo ver te krijgen dat ze hem volgen. En het is niet te geloven, maar hij zal genoeg mensen uit de hele wereld vinden om een leger te vormen, en zij zullen nogmaals Jeruzalem omsingelen, in een laatste, wanhopige poging om Gods schepping te overmeesteren.

Maar dan is eindelijk de maat vol, dan is de tijd van Satan voorbij. Dan zendt God vuur vanuit de hemel, dat hen zal verteren. De duivel zal tenslotte in de poel van vuur en zwavel geworpen worden, waar het beest en de valse profeet zijn, en zij zullen daar gepijnigd worden in alle eeuwigheden. (Openbaring 20:7-10). Dit luidt het einde in van het duizendjarig vrederijk, het is de laatste gebeurtenis voor het laatste oordeel plaatsvindt; de tijd niet meer bestaat en de eeuwigheid begint.

 

 

 

Wat zegt de Bijbel over de dag des oordeels?

 

De dag des oordeels is ook wel bekend als het laatste oordeel. Het is het allerlaatste wat er gebeurt voordat God de oude hemel en de oude aarde vernietigt, die zijn verdorven door de zonde. Voordat hij Zijn nieuwe hemel en nieuwe aarde schept, moet hij alles vernietigen wat zonde in de nieuwe schepping kan brengen.

De duivel is net in de vuurzee gegooid, waar het beest en de valse profeet (de Antichrist) al waren sinds Jezus terugkwam en ze overwon voordat het duizendjarig vrederijk begon. Dit zal de eeuwige vergelding zijn voor hun zonden en hun opstand tegen God. Nu is het tijd dat God zal berechten wie bij hen in de vuurzee gegooid moet worden, en wie het waard is om een plaats op de nieuwe aarde te krijgen.

“Want we moeten allemaal voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, zodat iedereen wegdraagt wat hij in zijn lichaam verricht heeft, naar wat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.” 2 Korintiërs 5:10.

 

 

Keuze tussen goed en kwaad en de eeuwige gevolgen>oordeel

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

De bruid en de martelaars

 

Wie bij de bruid van Christus horen, worden dan niet geoordeeld. Zij hebben al voor de rechterstoel van Christus gestaan in hun dagelijkse omstandigheden. Zij hebben Gods licht laten schijnen in hun harten, hebben uit eigen vrije wil hun zonden erkend, zijn de strijd tegen de zonde aan gegaan en hebben Christus erkend als zoenoffer voor hun zonden op het kruis van Golgotha.  hebben niet alleen vergeving van zonden ontvangen, maar ze hebben de kracht die beschikbaar is in de Heilige Geest gebruikt om over de zonde te overwinnen.

“Maar als we onszelf oordelen, komen we niet onder het oordeel. Maar onder het oordeel van de Here worden we getuchtigd, zodat we niet met de wereld worden veroordeeld.” 1 Korintiërs 11:31-32.

De martelaars die de grote beproeving hebben doorstaan, die het beest hebben weerstaan, niet het teken van het beest aangenomen hebben, en gedood zijn om hun trouw (Openbaring 13:15-17), zijn al beproefd geweest en hebben geregeerd met Jezus in het duizendjarig vrederijk. (Openbaringen 20:4)

 

 

 

De boeken worden geopend

 

“En ik zag een grote witte troon en Hem, die daarop gezeten was, voor wiens aangezicht de aarde en de hemel vluchtten, en geen plaats werd voor hen gevonden. En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het boek des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken.” Openbaring 20:11-15.

Gods boekhouding is zo nauwkeurig dat Jezus zegt dat we verantwoording af moeten leggen voor ieder onnuttig woord. Ieder van ons schrijft een boek met zijn leven. Alles wat we doen wordt genoteerd. Denk er eens aan hoe het zal zijn als God door onze herinneringen heen begint te bladeren. Als we gezondigd hebben, hebben we nu tijdens ons leven de mogelijkheid om ons te bekeren en vergeving te krijgen. Dan wist God onze zonden uit en worden ze voorgoed vergeten. Als de boeken dan worden geopend hoeven we alleen maar verantwoording af te leggen voor onze goede werken.

Let wel: Wie bij de bruid van Christus horen, samen met de martelaren, worden niet geoordeeld maar beloond.

“…en hun zonden en ongerechtigheden zal ik niet meer gedenken.” Hebreeën 10:17.

 

 

Het einde van de draak (666) door het kruis

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

Rechtvaardig oordeel

 

“En al de volken zullen vóór Hem verzameld worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, zoals de herder de schapen scheidt van de bokken, en Hij zal de schapen zetten aan zijn rechterhand en de bokken aan zijn linkerhand.” Matteüs 25:31-46.

Iedereen wordt voor de grote witte troon geroepen op die dag, ook de miljoenen mensen die nooit hebben gehoord van de wet of het evangelie. Toch heeft God ieder individu geschapen met iets geweldig belangrijks – een geweten. De wetten van goed en kwaad zijn geschreven in het hart, en het geweten moet sturen wat iemand doet. Daarom hebben ook zij iets om verantwoording voor af te leggen op de dag dat God het verborgene van de mensen zal oordelen. Als ze geen begrip van goed en kwaad hadden op een bepaald gebied dan worden ze daar niet om veroordeeld. (Lees Romeinen 2:12-16)

Dan zal Jezus zeggen: “Want Ik heb honger geleden en gij hebt Mij te eten gegeven. Ik heb dorst geleden en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik ben een vreemdeling geweest en gij hebt Mij gehuisvest, naakt en gij hebt Mij gekleed, ziek en gij hebt Mij bezocht; Ik ben in de gevangenis geweest en gij zijt tot Mij gekomen. Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden, zeggende: Here, wanneer hebben wij U hongerig gezien en hebben wij U gevoed, of dorstig en hebben wij U te drinken gegeven?” Matteüs 25:35-37.

Ook al hadden ze geen idee dat ze Jezus dienden met wat ze deden, zal hij tegen ze zeggen: “Komt, gij gezegenden mijns Vaders, beërft het Koninkrijk, dat u bereid is van de grondlegging der wereld af.” Matteüs 25:34. Dit is hun beloning voor het luisteren naar hun geweten en naar de wetten die in de harten van de mensen geschreven zijn.

“Maar heerlijkheid, eer en vrede over ieder, die het goede werkt, eerst de Jood en ook de Griek. Want er is geen aanzien des persoons bij God.” Romeinen 2:10-11.

Tegen iedereen die zijn hart verhard heeft tegen het goede, die tegen zijn geweten in ging en deed wat slecht was ook al wist hij beter, zal Jezus zeggen: “Gaat weg van Mij, gij vervloekten, naar het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen is bereid.” Matteüs 25:41.

 

 

 

Het uur van de afrekening

 

“En de dood en het dodenrijk werden in de vuurzee geworpen. Dat is de tweede dood: de vuurzee. En wanneer iemand niet was opgeschreven in het boek des levens, werd hij in de vuurzee geworpen.” Openbaring 20:14-15. Het is niet zo raar dat Jezus zei dat we ons moeten verblijden omdat onze namen in het boek des levens opgeschreven zijn!

Dan is de afrekening klaar en is alles is op de juiste plaats terecht gekomen. De zonde en de dood zijn eindelijk voorgoed verdwenen. Uit al het lijden en de ellende, en ondanks Satans bedrieglijke macht, heeft God in zijn wijsheid en macht zijn werk met de bruid, de martelaars en de schapen die verzameld zijn door Jezus’ rechterhand afgerond. Zij zijn het, die opgeschreven zijn in het boek des levens, en die eeuwig zullen leven met de Vader en de Zoon in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde.

 

 

de ware- en de valse Drievuldigheid

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

Vóór het einde

 

Het is heerlijk om na te denken over de enorme vreugde die het duizendjarig vrederijk zal brengen, als alle zorgen en tranen eindelijk afgewist zullen worden. Maar Jezus en zijn bruid zullen de aller gelukkigsten zijn. Zij hebben het grootste loon, omdat zij het grootste offer gebracht hebben.

Nu is er nog tijd om te kiezen waar jij zult zijn. Ieders heerlijkheid zal verschillen in de eeuwigheid. Hoe afschuwelijk zou het zijn om onze eeuwige heerlijkheid in te ruilen voor de voorbijgaande zondige pleziertjes hier op aarde! Waarom zouden we niet nu kiezen om tot de bruid te behoren? Kies ervoor om één van hen te zijn die Gods oordeel en leiding aanvaardt in hun leven. Op deze wijze wil Hij jou opleiden voor de verantwoordelijkheid van het besturen van de wereld tijdens het duizendjarig vrederijk. Kies om mee te helpen met het afwissen van tranen, in plaats van zelf tranen te hebben die afgewist moeten worden.

 

 

 

JESAJA 65: 17-25; leven in het 1000 jarige vredesrijk

 

God belooft een nieuwe hemel en een nieuwe aarde

 

17 De Heer zegt: “Want let op, Ik maak een nieuwe hemel  en een nieuwe aarde. Alles wat vroeger gebeurd is, zal vergeten zijn. Niemand zal er nog aan denken. 18 Wees voor eeuwig blij over de nieuwe dingen die Ik doe. Juich erover! Want let op, Ik zal ervoor zorgen dat Jeruzalem en mijn volk weer blij zullen zijn. 19 En Ik zal blij zijn over Jeruzalem en over mijn volk. Er zal in Jeruzalem geen gehuil of geschreeuw meer te horen zijn. 20 Geen baby zal kort na zijn geboorte sterven. Alle mensen zullen oud worden. Iemand van honderd jaar zal zelfs nog jong worden genoemd. Als een slecht mens op zijn honderdste sterft, zal er van hem gezegd worden dat hij jong gestorven is doordat hij door God vervloekt was.

PS: wie zondigt in het 1000 jarige vredesrijk wordt oud maar zal toch sterven en naar de hel verwezen worden! Nadat Satan, zijn demonen en de alle ongelovigen in de vuurpoel geworpen zijn komt er een nieuwe hemel en nieuwe aarde waar er nooit meer gezondigd zal worden!

21 De mensen zullen zelf wonen in de huizen die ze hebben gebouwd. Ze zullen zelf de wijn drinken van de wijngaarden die ze hebben geplant. 22 Ze zullen geen huizen bouwen waar niet zij, maar anderen in zullen wonen. Ze zullen geen wijngaarden planten waar niet zij, maar anderen de wijn van zullen drinken. Want de mensen van mijn volk zullen zo oud worden als bomen. Ze zullen genieten van dat waar ze zelf zo hard voor hebben gewerkt. 23 Ze zullen niet voor niets hard gewerkt hebben. Ze zullen geen kinderen krijgen die jong sterven. Want zij zijn de nakomelingen van het volk dat door de Heer gezegend is. En hun familie ná hen ook. 

24 En Ik zal antwoorden, nog vóórdat ze Mij om hulp hebben geroepen. Ik zal hun al antwoorden terwijl ze nog tegen Mij spreken. 25 Wolven en schapen zullen samen grazen. Leeuwen zullen net als koeien gras eten. Slangen zullen stof eten. Ze zullen niemand kwaad doen. Op mijn heilige berg zal niemand een ander nog kwaad doen, zegt de Heer.”

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget