categorie : spirituele prenten van John Astria
Alleen Jezus’ bloed (999) kan iemand uit de afgrond van Satan (666) redden
Pasteltekening van John Astria
Pasteltekening van John Astria
De laatste fase van de eindtijd is na de opname van de gemeente. Die periode wordt ook wel genoemd: de laatste Jaarweek, Jakobs benauwdheid, of de Grote Verdrukking. Het heeft een duur van zeven jaar. In die korte tijd zal de antichrist aan de macht komen (Dan. 9:27). Waarna de Here Jezus zichtbaar met de wolken terugkomt en Zijn voeten op de Olijfberg in Jeruzalem zal zetten (Zach. 14:4; Openb. 1:7).
Als de Here Jezus wederkomt, dan zal Hij Zijn Koninkrijk hier op aarde vestigen en als Koning der Joden over de gehele aarde regeren (Zach. 14:9). Dit zal Hij vanuit Jeruzalem doen. Het centrum der aarde. In die bedeling, die wel duizend jaar zal duren, zal de duivel in de afgrond opgesloten zijn. In hoofdstuk 20 van het Boek Openbaring wordt het getal duizend wel zes keer genoemd! We moeten dit getal daarom letterlijk nemen. Die bedeling wordt ook wel het Duizendjarig Vrederijk genoemd (Jes. 2:2-5).
Na die duizend jaar zal de duivel voor een korte tijd worden losgelaten en zal hij de wereld voor de allerlaatste keer in opstand brengen tegen God. Als dit allemaal heeft moeten gebeuren, komt er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Ook zal dan het nieuwe Jeruzalem, Gods huis, uit de hemel neerdalen (Openb. 21). Dan zal er nooit meer aan vroeger worden gedacht!
In welke verhouding staat de doop hier met de redding?
Komt de redding voor de doop of als een resultaat ervan? We kunnen niet meer gered worden voor de doop als dat redding mogelijk is voordat we geloven. Het is zoals 1 + 1 = 2. Als je eender welke wegneemt dan krijg je niet langer meer 2. Gelijkerwijs is het als je ofwel de doop ofwel het geloof wegneemt, dat je geen redding meer hebt.
Sommigen zullen antwoorden dat je zal veroordeeld worden als je niet gelooft, maar niet dat je veroordeeld wordt als je niet bent gedoopt. De Bijbel zegt niet altijd woord voor woord wat we moeten doen om verloren te gaan. De Bijbel zegt ons wat we moeten doen om gered te worden en er wordt verwacht van ons om dit te doen. Als we het niet doen dan gaan we verloren.
Hier wordt gezegd dat we 2 dingen moeten doen om gered te worden. Om verloren te gaan, moet je slechts één ervan weglaten. Als je geen geloof hebt, zal je waarschijnlijk ook niet worden gedoopt, en ook al zou je het dan doen, dan zou het geen zin hebben. Om verloren te gaan is gemakkelijk – gewoon niet geloven.
Om gered te worden is moeilijker – je moet geloven en gedoopt worden. Verder zal de persoon, die een waar geloof heeft, geloven dat de doop nodig is. Jezus zei om het evangelie te geloven (vs 15-16), wat zegt dat het hij die gelooft en zich laat dopen zal behouden worden. Wat niet gelooft, gelooft ook het evangelie niet!
Merk het verschil op tussen wat mensen zeggen en wat de bijbel zegt:
Mensen zeggen: Hij die gelooft is behouden en mag worden gedoopt. Het evangelie zegt: Hij die gelooft en zich laat dopen zal behouden worden. Beiden geloof en doop zijn noodzakelijk om gered te worden. Herinner u dat het volgen van leringen van mensen die verschillen van het evangelie leidt tot veroordeling (Galaten 1:8; Matteus 15:9; enz).
In welke verhouding staat de doop hier met de redding?
Zijn de zonden vergeven voor de doop of als het gevolg ervan? Merk op dat de bedoeling van de doop duidelijk wordt weergegeven, dat het is tot de vergeving van zonden.
Wat betekent “tot vergeving van zonden”?
Sommige zeggen dat “tot” betekent “omwille van”, zoals ‘hij kreeg een bekeuring omwille van zijn hardrijden” – Hij kreeg de bekeuring omdat hij hard had gereden, niet omdat hij zou gaan hardrijden. ‘Tot’ kan deze betekenis hebben, maar in Handelingen 2:38 kan het dit niet betekenen.
Denk eens na tegen wie Petrus aan het spreken was. Als “tot” betekent “ze hadden al vergeving ontvangen”, dan moet Petrus tegen mensen spreken die gered waren. Is dat zo? Hij had hen juist veroordeeld omdat ze Jezus hadden gedood (vs 36), en ze waren diep in hun hart getroffen en vroegen wat ze moesten doen (vs 37).
Ze hadden nog geen vergeving ontvangen, maar stonden er juist op om dit te krijgen. Petrus zei hun dat ze zich moesten “bekeren”. Als ze al vergeven waren, waarom moesten ze zich dan nog bekeren? Het bevel om zich te bekeren bewijst dat deze mensen nog niet waren gered, maar dat ze nog steeds zondaars waren die vergeven moesten worden.
Na vs 38 zegt Petrus hen “laat u behouden uit dit boze geslacht” (vs 40). Als ze al gered waren, waarom zeggen dat ze zich moesten laten behouden? Het is duidelijk dat deze mensen niet waren gered en dat ze werden gezegd wat ze moesten doen omdat ze nog niet vergeven waren. Ze waren verloren zondaars die werden verteld wat ze moesten doen om vergeven te worden. Daarom dat “tot vergeving van zonden” betekent “om vergeving van zonden te krijgen”.
Handelingen 2:38 zegt “Bekeer u en laat u dopen tot vergeving van zonden” Matteüs 26:28 zegt dat Jezus’ bloed zou worden vergoten “tot vergeving van zonden”. Heeft Jezus zijn bloed vergoten omdat de mensen reeds vergeving van zonden hebben gekregen? Helemaal niet. Hij deed het zodat mensen die nog niet waren vergeven, konden worden vergeven.
Gelijkerwijs wordt men niet gedoopt omdat men al vergeving van zonden heeft ontvangen, maar opdat de mensen die het nog niet zijn, het kunnen ontvangen. Veronderstel dat iemand is gedoopt zonder te weten dat dit het doel is waarvoor hij wordt gedoopt. Veronderstel dat hij was gered voor de doop. Is hij dan gedoopt om vergeving van zonden te ontvangen? Hoe kan dat dan, als hij geloofde dat hij het al had ontvangen? Hoe zou dan zijn doop volgens de wil van God zijn gebeurd?
Noach laat zien hoe wij worden gered. Vs 20 zegt dat hij en zijn familie werden gered “door het water heen”. Het water van de vloed vernietigde de bozen, maar het redde ook Noah, omdat de boot erop dreef, en zo Noach redde van de dood. Dit geeft weer dat het de doop is dat ons redt. Dit betekent niet dat we fysiek het vuil van onze lichamen wassen. De kracht is niet in het water, maar in de dood en opstanding van Christus. We komen in contact met het bloed door de doop.
Pasteltekening van John Astria
Hoeveel mensen zijn in Christus? Net zoveel als er in Hem zijn gedoopt. Wat als iemand niet is gedoopt in Christus? Dan is die persoon niet in Hem. Waarom is het belangrijk om in Christus te zijn?
Efeziërs 1:7 – vergeving van zonden is in Christus.
2 Timoteus 2:10 – Het heil is in Hem.
1 Johannes 5:11-12 – Het eeuwige leven is in de Zoon.
Efeziërs 1:3 – Alle geestelijke zegeningen zijn in Christus. (vgl Romeinen 8:1; 2 Korintiërs 5:17; Filippenzen 4:7)
Als iemand buiten Christus is, dan heeft hij geen vergeving, geen redding, geen eeuwig leven of geestelijke zegeningen. Maar hoe komt iemand in Christus? Hij moet worden gedoopt in Christus. Wat is dan de toestand van iemand die niet is gedoopt of die niet gelooft dat de bedoeling van de doop is om gered te worden?
Horen, geloven, bekering en belijden zijn noodzakelijke stappen richting Christus, maar de doop is de stap die iemand in Christus plaatst. Voor de doop is men nog steeds buiten Christus, nog steeds zonder vergeving en alle andere zegeningen die in Christus zijn. Als hij deze zegeningen wil dan moet hij worden gedoopt met de bedoeling om in Christus te komen.
Dit vers zegt weeral (zoals Galaten 3:27) dat we worden gedoopt in Jezus. Maar we worden ook in Jezus’ dood gedoopt. Waarom is de dood van Jezus belangrijk voor ons? Het was in Zijn dood dat hij Zijn bloed voor ons vergoot dat ons redt van de zonde! Hoe komen we ermee in contact? We worden er in gedoopt!
De mensen die de noodzaak van de doop leren worden er vaak van beschuldigd van het niet geloven in de redding door Jezus’ bloed. De waarheid is het tegenovergestelde. We leren dat de doop noodzakelijk is omdat bij de doop de zondaar in contact komt met Jezus’ bloed!
Zij die je zeggen dat je gered bent voor de doop zeggen (onbedoeld) dat je gered kan worden zonder het bloed, omdat ze leren dat de zondaar gered is nog voor hij in contact komt met het bloed! In de doop verkrijgen we de voordelen van Jezus’ dood! Wat is dan de toestand van hen die zeggen dat je gered bent voor de doop of dat de doop niet nodig is om vergeving te krijgen?
Pasteltekening van John Astria
Waar is het afwassen van de zonden in deze tekst; voor de doop of als een gevolg van de doop?
De zondaar in dit verhaal (Saul) had al alles gedaan voor zijn doop wat de meeste kerken leren dat men moet doen om gered te worden. Hij had Jezus gezien onderweg, geloofde duidelijk in Hem en was bereid om Hem te gehoorzamen (22:5-10; 9:3-6). Hij had zelfs gebeden (9:9-11). Als iemand kon gered worden voor de doop, dan zou het Saul wel zijn. Maar was hij gered?
Jezus had gezegd dat Saul naar de stad moest gaan en daar zou men hem zeggen wat hij moest doen (9:6). Ananias kwam en vertelde hem om zich te laten dopen en zijn zonden te laten afwassen. Als zonden worden vergeven voor de doop, dan zou Saul geen zonden meer hebben om af te wassen.
Maar hij had nog steeds zonden tot hij werd gedoopt. Dus iemand kan vandaag de dag in Jezus geloven en zich bekeren, maar hij is schuldig voor al zijn zonden totdat hij wordt gedoopt.
Dat is waarom in de voorbeelden van bekering in de bijbel, de mensen de doop nooit uitstelden
Altijd als de zondaar het evangelie geloofde en zich bekeerde, werd hij onmiddellijk gedoopt.
Handelingen 2:41 – Die dag werden 3000 mensen gedoopt.
Handelingen 8:36 – Wat is ertegen dat ik wordt gedoopt?
Handelingen 9:18 – Terstond stond hij op en werd gedoopt.
Handelingen 16:33 – in hetzelfde uur van de nacht werden terstond hij en zijn familie gedoopt.
Handelingen 22:16 – Wat aarzelt gij nog? Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen.
Wanneer hedendaagse denominaties de doop van overtuigde gelovigen uitstellen, dan volgen ze het plan van de Bijbel niet die wijst op de dringendheid van de doop. Ze geloven dat de persoon al is gered, waarom moeten ze zich haasten? Wanneer we begrijpen dat de persoon nog steeds in zonde leeft, dan begrijpen we ook waarom de mensen in de Bijbel de doop niet uitstelden.
Michaël is waarschijnlijk de bekendste van alle engelen , hij wordt in het Oude en het Nieuwe Testament, en in de Koran genoemd als aartsengel. Zijn naam betekent ” die als God is”, de perfecte weerspiegeling van het goddelijk licht.
Hij is de vorst van het licht die de strijdkrachten van het goede aanvoert tegen de machten van de duisternis. Hij, de overwinnaar van Satan in de hemelse oorlog, zal de hemelse massa’s naar het eindoordeel leiden. Het was Michaël die Daniël redde uit de leeuwenkuil en volgens de christelijke overlevering bestrijdt hij satan door bij het sterfbed van elke sterveling te komen om hem verlossing te bieden.
De moslimleer beschrijft hem als een wezen met” vleugels die bedekt zijn met saffraankleurige haren, elk een miljoen gezichten en monden bevattend en even zoals tongen, die de genade van God afsmeken”. Michaël is de drakendoder, de hemelse tegenhanger van Sint Joris.
Er wordt vaak gedacht dat hiermee de triomf van het christendom over het heidendom wordt verbeeld, maar in werkelijkheid gaat het om de triomf van de goddelijke orde over de chaotische machten van de duisternis.
Hij is de meest krijgshaftige van alle aartsengelen en verschijnt ten tonele tijdens veldslagen, waarvan de meest memorabele die van Mons was in de Tweede Wereldoorlog: het overweldigend sterkere Duitse leger werd onverklaarbaar op de vlucht gejaagd. Gevangengenomen Duitse soldaten vertelden dat ze boven het geallieerde leger een fantoomleger zagen, dat werd geleid door een schitterende figuur op een wit paard.
Met betrekking tot de alchemie vertegenwoordigt Michaël de gouden leeuw, de getransmuteerde en geperfectioneerde energie van de oorspronkelijke grondvorm van de draak.
Hij is de beschermheilige van hooggelegen plaatsen en veel kerken op de top van een heuvel zijn aan de heilige Michaël gewijd. Het woord ” heilige” voor zijn naam weerspiegelt de ambivalente houding van de christelijke traditie jegens engelen.
Michaël is zowel de beschermheilige van de Rooms-Katholieke Kerk als van de staat Israël. Op schilderijen wordt hij vaak afgebeeld in rood, wit en groen of in een glanzende wapenuitrusting.
Als de drakendoder hanteert hij het zwaard of lans en staat hij met zijn voet op de nek van de draak, en als de engel des doods en goddelijke gerechtigheid houdt hij een weegschaal vast. Als aartsengel van het zuiden vertegenwoordigt hij het element vuur en de zomer. Felle kleuren-met name rood-passen het best bij hem.
Pasteltekening van John Astria
Pyriet wordt wel het goud der dwazen genoemd. Uiterlijk lijkt het sterk op goud. Het is messinggeel en oogt metalig. Zeldzaam is het allerminst: het is het meest voorkomende zwavelleverende mineraal. Pyriet staat bekend onder vele namen. De edelsteen wordt ook wel kattengoud of apachengoud (apachengold) genoemd. Apachen-goud is eigenlijk een verzamelnaam voor pyriet, chalcopyriet en pyrietagaat. De Indianen zouden deze stenen voor goud hebben gehouden.
De stenen speelden een belangrijke rol in hun tradities. Andere namen zijn ijzerkies, zwavelkies en ijzerblende. Kies en blende zijn van oorsprong Duitse namen voor zwavelverbindingen met een metaal. Typerend voor pyriet zijn de hoekige kristallen, vaak in de vorm van een kubus. Zijn de kristallen zuiver kubusvormig – met zes gelijke vlakken – dan wordt de steen wel duivelsdobbelsteen of Spaanse dobbelsteen genoemd.
Pyriet is een sterk aardende steen, die je met beide voeten op de grond zet. Een pyriet in je broekzak maakt opgewekt en vitaal, versterkt je innerlijke wijsheid en zelfvertrouwen. Pyriet laat je als een spiegel zien hoe je echt bent, met je goede en minder goede kanten. Het mineraal helpt je jezelf te aanvaarden zoals je bent.
De naam pyriet is afgeleid van de Griekse woorden pyr (‘vuur’), pyrites (‘met vuur werkend, de smid’) en pyrites lithos (‘vuursteen’). Dit heeft te maken met het verschijnsel dat er vonken vrijkomen als je met pyriet op vuursteen slaat.
Mensen in de prehistorie gebruikten pyriet als vuursteen. Ze maakten vonken door een pyriet tegen een vuursteen (keisteen of flint) of een andere pyriet te slaan. Doden kregen pyriet mee in hun graf om ook in het leven na de dood vuur te kunnen maken. Al in de oudheid werd pyriet bewerkt als edelsteen. De Oude Egyp-tenaren vervaardigden er mooie sieraden en spiegels van. Ook de Oude Grieken gebruikten pyriet voor sieraden en amuletten, en voor het maken van vuur.
In de Middeleeuwen werd pyriet als magische steen verwerkt in amuletten en als ‘verwarmende steen’ toegepast in de geneeskunde. Wie vaak last had van koude handen of voeten, kreeg een pyriet in zijn zak. De eerste vuur-wapens in de zestiende eeuw hadden een vuursteentje van pyriet. Later ging men hiervoor vuursteen gebruiken, omdat die steen betrouwbaarder en minder breekbaar is.
De Azteken en Inca’s in Midden- en Zuid-Amerika hebben zulke mooie sieraden van pyriet gemaakt, dat pyriet ook wel Incasteen wordt genoemd. In graftomben zijn bolle spiegels van pyriet teruggevonden. Deze zouden voor magische doeleinden gebruikt zijn. De indianen in Amerika maakten prachtige armbanden en andere sie-raden van pyriet, turkoois en zilver. In de negentiende eeuw, tijdens de regeerperiode van koningin Victoria (1837-1901), was pyriet een geliefd materiaal voor sieraden.
.
* Pyriet geeft zelfkennis en helpt jezelf eerlijk te beoordelen en te accepteren, met al je goede en minder goede kanten.
* Mensen die erg in hun hoofd zitten, worden door de pyriet weer met beide benen op de grond gezet.
* Pyriet geeft zelfvertrouwen. Het neemt stress en spanning van zijn eigenaar over, waardoor de eigenaar rustig en kalm is. De steen moet daarom regelmatig ontladen, gereinigd en opgeladen worden.
Pyriet is een ijzersulfide met gelijke hoeveelheden ijzer en zwavel. Is de verdeling anders, dan heb je geen pyriet maar markasiet. Markasiet is veel instabieler en kan na verloop van tijd door contact met zuurstof uit elkaar vallen. Pyriet heeft kubische kristallen met wel zestig verschillende uiterlijke vormen. Meestal gaat het om kubussen (zes vlakken), octaëders (acht vlakken) of dodecaëders (twaalf vlakken). De kristallen zijn vaak parallel gestreept op de zijkanten. Zijn deze patronen straalvorming, dan wordt de steen pyrietzon genoemd. Door het hoge ijzergehalte kan de pyriet gaan roesten als het in aanraking komt met water. Het mineraal heeft vaak roestige verweringsranden.
Samenstelling: FeS2 + Ag, As, Au, Co, Cu, Ni, Sb, Tl, Zn.
Hardheid: 6 – 6,5
Glans: metaalglans
Transparantie: ondoorzichtig
Breuk: ruw, schelpvormig
Splijtbaarheid: geen, onduidelijk
Dichtheid: 5,0 – 5,03
Kristalstelsel: kubisch
Hyperstheen is een magnesium-ijzer-inosilicaat en behoort tot de orthopyroxenen. Qua samenstelling zit hyper-stheen tussen enstatiet en ferrosiliet in. Het heeft een zijdeglans en is doorzichtig tot doorschijnend. De kleur is grijs-wit, groen-wit, geel-wit, bruin of zwart-grijs. Hyperstheen wordt ook wel fluwelen labradoriet genoemd hoewel het geen labradorietsoort is.
ruw
De naam van het mineraal hyperstheen is afgeleid van de Griekse woorden hyper en stenos (“boven” en “kracht”).
Hyperstheen is een veelvoorkomend orthopyroxeen in mafische stollingsgesteenten en meteorieten. De typelo-catie is het donkere magmatisch gesteente van de Adirondack regio in de staat New York. Hyperstheen komt voor in de zandfractrie van Nederlandse rivier sedimenten. In de mineraal analyse wordt het mineraal ingedeeld bij de zogenoemde instabiele groep en wordt het als vulkanisch mineraal beschouwd. Hyperstheen wordt nog gevon-den in de VS, Duitsland, China en Australië.
Het grijs-witte, licht-groene of bruin-zwarte hyperstheen heeft een grijs-groen-witte streepkleur, een glas- tot zijdeglans en een perfecte splijting volgens de kristalvlakken [100] en [010]. De gemiddelde dichtheid is 3,55 en de hardheid is 5,5 tot 6. Het kristalstelsel is orthorombisch en het mineraal is niet radioactief.
chemische formule: MgFe2+Si2O6
hardheid: 5,5 – 6
dichtheid: 3,55
|
Hyperstheen
|
||
| Mineraal | ||
| Chemische formule | MgFe2+Si2O6 | |
| Kleur | Grijs-wit, groen-wit, geel-wit, bruin of zwart-grijs | |
| Streepkleur | Grijs-groenig wit | |
| Hardheid | 5,5 – 6 | |
| Gemiddelde dichtheid | 3,55 kg/dm3 | |
| Glans | Zijdeglans | |
| Opaciteit | Doorzichtig tot doorschijnend | |
| Splijting | [100] Perfect, [010] Perfect | |
.