Dagelijks archief: november 5, 2025

Voelen en zien van de aura.

Standaard

categorie : reiki en de aura 

.

.

voelen en zien van de aura

 

Als je goed wilt kunnen werken met de technieken van Reiki , dan is het essentieel dat je je intuïtie kunt afstemmen op de aura van je cliënt. Bij bijna alle technieken werk je met de aura, ga je de aura voelen en ervaren.
In eerste instantie lijkt dit erg moeilijk omdat je het niet gewend bent. We weten dat we kunnen zien en hebben nog nooit (althans, de meeste mensen) een aura gezien, laat staan energiestromen of blokkades in een aura. 

.

.

.

methode 1 – kijken naar de eigen handen

.

Ga in een ruimte zitten waar het schemerig is. Zorg dat er geen direct licht op je handen en/of in je ogen schijnt. Zorg ook dat het licht constant is, dus geen knipperend licht of een wapperende vlam. Spreid nu je handen uit, langzaam naar elkaar toe bewegend, de handpalmen naar elkaar toe gericht. Laat de vingertippen van de linker- en rechterhand elkaar zachtjes raken, zo dat de handpalmen elkaar niet raken.

Kijk nu door de handen of naar de vingertoppen. Kijk niet heel strak of geconcentreerd, meer wazig, hou je hoofd leeg. Speel nu een beetje met je handen en ook met het vizier, verplaats beide een beetje heen en weer. Op een gegeven moment zal je of bij de palmen van je handen of bij de vingertoppen iets gewaarworden.

Verwacht niet gelijk schitterende effecten, kleuren en prachten. In eerste instantie zal het lijken of je handen dampen, als hete drank. Je kan ook een krans om je handen heen zien in grijstinten. De kleur die je ook nog zou kunnen zien is blauw, alsof er energiedraden overschieten in een elektrische lichtbol.

.

.

.

.

methode 2 – kijken naar bomen

.

Het voorjaar is het uitgelezen moment om dit te gaan doen. De hele natuur begint weer krachten te verzamelen om nieuw loof, bloemen, takken en wortels te vormen. De sapstroom in de hout- en zeefvaten zijn enorm en dat is waar te nemen als een enorme energieveld om een boom heen.

Ga ook hier naar de boom kijken als er geen direct licht op de boom valt. Kies een oude en grote boom uit, liefst een loofboom. Staar voor een langere tijd wat wazig naar de boom, neem hem helemaal in je op. Ook hier zul je op een gegeven moment een stralingskrans zien.

Oefen hiermee, na verloop van tijd ga je verschillen zien in de aura van je handen of een boom.
je kan ook merken dat de aura van de boom op een bepaalde plek indeukt of juist uitpuilt. Als je deze boom na enige weken nog eens gaat bezien zal je merken dat juist op die plek een tak is gestorven of een nieuwe scheut is ontstaan.

.

.

.

.

leren zien van verstoringen in de aura

.

• spreid je armen voor je uit met de handpalmen naar jezelf gericht, vingers ligt uiteen.
• kijk naar je handen op een glazige manier, speel wat met je focus, kijk naar je handen, om je handen, tussen je vingers.
• visualiseer nu een eender beeld van je handen in dezelfde houding.
• sta open voor intuïtie op welk niveau of manier dan ook om de visualisatie te beïnvloeden.
• je kan energieverstoringen opmerkingen binnen en/of om de gevisualiseerde handen. Aanschouw en observeer deze verandering zonder enige sturing vanuit je ratio of Ego.

• ga nu vanuit je visualisatie terug naar je handen, kijk naar je werkelijke handen.
• probeer datgene je zag in de visualisatie ook te zien in het auragebied van je fysieke handen.
• herhaal stap 3 t/m 7 meerdere keren achter elkaar.

.

.

.

.

leren zien van verstoringen in de aura in een behandeling

.

• herhaal de 8 stappen zoals hierboven beschreven.
• Maak contact met de energie.
• Herhaal nogmaals de 8 stappen zoals hierboven beschreven, doe dit meerdere keren.
• Als dit resultaat heeft, verleg dan je blik op het lichaam van de cliënt. Oberveer weer met een glazige blik naar de buitenkant van het lichaam en de ruimten tussen de benen, schouder en hoofd, etc..
• Visualiseer nu een eender beeld van het lichaam in dezelfde houding.
• Sta open voor intuïtie op welk niveau of manier dan ook om de visualisatie te beïnvloeden.
• Ga nu vanuit je visualisatie terug naar het fysieke lichaam.
• Je kan energieverstoringen opmerkingen binnen en/of om de gevisualiseerde handen. Aanschouw en observeer deze verandering zonder enige sturing vanuit je ratio of Ego.
• Probeer datgene je zag in de visualisatie ook te zien in het auragebied van het fysieke lichaam.
• Herhaal stap 3 t/m 7 meerdere keren achter elkaar.

.

.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “:

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

Rugpijn? Yoga doet wonderen!

Standaard

categorie : meditatie en yoga

 

 

 

Rugpijn is dé kwaal van de 21ste eeuw. Jong, oud, man, vrouw: niemand blijft ervan gespaard en de oorzaak is vaak moeilijk te lokaliseren. Gelukkig kan je je dankzij deze eenvoudige yoga-oefeningen heel wat rugleed besparen!

 

 

meditation

 

 

Door regelmatig aan yoga te doen, krijg je meer kracht, win je aan soepelheid en vergroot je je uithoudingsvermogen. Bovendien moet je daarvoor geen grote inspanningen doen. Wat wel van belang is: je concentreren op je ademhaling.

Omdat yoga harmonie betekent (letterlijk: het samenbrengen) van lichaam en geest, is het de bedoeling de lichaamshoudingen (asana’s) met gerichte aandacht uit te voeren. Hoe eenvoudig de oefening ook kan zijn, doe geen bruuske bewegingen, trek en duw niet.

Train geleidelijk je lenigheid door een bepaalde houding aan te nemen, die even aan te houden (heel belangrijk!) en dan op een ontspannen manier wat verder te rekken. Doe dit op je eigen ritme, bewust en zoek in yoga geen prestaties. Oefen zo goed als je zelf kan, liefst elke dag een beetje en nooit met een volle maag.

Forceer niets, blijf steeds alert bij elke oefening en zorg ervoor dat je die netjes afwerkt. Yogales in groep werkt stimulerend, maar met een beetje zelfdiscipline kan je het thuis ook. Bovendien heeft yoga ook een heilzame werking op het zenuwstelsel, de spijsvertering en de algemene doorbloeding van je lichaam.

 

 


De leeftijd van je rug

 

Bij yoga gaat het dus om harmonie en het oefenen van je hele lichaam. Achterwaartse buigingen zal je steeds compenseren met voorwaartse buigingen. Daarom zal je na een achterwaartse beweging, zoals de vishouding, steeds een tegengestelde beweging aannemen, bijvoorbeeld een voorwaartse buiging met gestrekte benen in zithouding.

Zo volgt na het hol maken van je rug een oefening om je rug weer bol te zetten. Als je wervelkolom op je vijftigste nog soepel en buigzaam is, dan ben je in elk opzicht pas dertig. Maar als je rug op je twintigste al stijf en verkrampt is, kan men je theoretisch al tot de zestigjarigen rekenen. Je bent net zo oud als je wervelkolom lenig is. Observeer de strekbewegingen van een kat, want die zijn het toppunt van lenigheid en ontspanning.

Wat doet een kat onmiddellijk nadat ze is opgestaan of is gaan liggen? Ze rekt zich uit. Dat betekent dat ze zich ontspant en tot rust komt. Hatha-yoga betekent zowel ademhalingstechniek (pranayama) als lichamelijke oefeningen (asana’s). Het ontspant, verjongt en geeft meer kracht. Je krijgt meer energie, zonder sportieve inspanningen.

Het geheim van yoga zit in het strekken van de spieren en niet, zoals bij gymnastiekoefeningen, in het spannen ervan. De bewegingen zijn langzaam en weloverwogen, zodat je bij de eerste tekenen van pijn – een waarschuwing van het lichaam – onmiddellijk kan stoppen. Yoga-oefeningen voorkomen de beschadiging van tussenwervelschijven.

Als je al ernstige rugklachten hebt, zoals hernia of ontstekingen van de wervels, voer je deze oefeningen beter niet uit zonder voorafgaande raadpleging bij een arts. Alle yoga-houdingen bestaan uit een aantal bewegingen waarbij in-en uitademen elkaar afwisselen. Deze asana’s dragen veelal de namen van dieren of natuurverschijnselen in het Sanskriet (oude Hinditaal).

 

 

 

1.Yoga mudra

 

asanas-154 mudra

 

 

Goed voor: versterkt de bekkenspieren en ontspant de rugzenuwen.

Zo doe je het:
Zit met gesloten ogen op beide hielen (diamantzit). Breng de handen achter de rug en grijp met de rechterhand de linkerpols vast. Strek het bovenlichaam maximaal tijdens de inademing. Buig langzaam voorover met gestrekte rug tijdens de uitademing.

Scharnier goed vanuit het heupgewricht en leg indien het gaat je voorhoofd op de grond. Let er op dat het zitvlak op de hielen blijft. In deze houding laat je de schouders los doorzakken en het hoofd los neerhangen of rusten op de grond. Blijf enige tijd zo liggen, met je aandacht op de houding.

Bij iedere inademing verhoogt de druk in het lichaam, bij iedere (langere) uitademing ontspan je. Yoga mudra is een overgave aan de oneindige natuur, waardoor te veel ego en stress verminderen. Met een diepe inademing vanuit de buik scharnier je weer recht. Voel de ontspannende werking.

 

 


2. De krokodilhouding

 

 

ratgeber_yoga_krokodil

 

 

Goed voor: versoepelt de volledige wervelkolom en
zorgt voor een intense doorbloeding van het ruggenmerg.

Zo doe je het:
Lig plat uitgestrekt op je rug, armen zijwaarts op schouderhoogte, handpalmen op de grond. Adem in, buig de benen met de hielen tegen het zitvlak. Adem uit en kantel de gesloten knieën naar links, het hoofd naar rechts. Forceer niets, de voeten blijven bijeen.

Blijf een vijftal trage en diepe ademhalingen liggen met gesloten ogen. Richt je aandacht op het rekken en loslaten van de bovenliggende flank. Met een inademing breng je de knieën en het hoofd weer naar het midden.
Adem uit en kantel nu de knieën naar de andere zijde, het hoofd in de tegenovergestelde richting. Blijf even lang in deze houding. Om te eindigen, breng je met een inademing beide knieën en het hoofd terug naar het midden. Adem diep uit en strek je benen in een ontspannen houding op de grond.

 

 

 

3. Rollen

 

 

rollen

 

 

Goed voor: de ruggengraat wordt volledig gemasseerd en losgemaakt, de rugspieren gerekt en versterkt.

Zo doe je het:
Zit rechtop met de knieën gespreid en de voetzolen tegen elkaar. De hielen zijn ongeveer een voetlengte van het zitvlak verwijderd. Omstrengel de beide voeten met de handen, vingers onder de voeten en duimen bovenaan. Duw het bekken zo goed mogelijk naar voren en strek de rug bij de inademing.

Met een uitademing laat je het bovenlichaam doorzakken tot een ronde kattenrug. Met de volgende inademing duw je opnieuw het bekken naar voren en strek je de rug. Herhaal dit driemaal als voorbereiding op het rollen. Daarna kan je bij de uitademing met een bolle rug, kin naar borst achterover rollen, terwijl je de benen lichtjes strekt.

De handen blijven rond de voetzolen gestrengeld. Adem in en trek de hielen naar het zitvlak om weer in zithouding te komen, schouders en rug weer gestrekt. Herhaal dit een tiental keren. Bij sterke lordose (holle rug) kan je eventueel vanuit ruglig starten en zo achterover rollen.

 

 

 

4. De cobrahouding

 

 

cobra-group

 

 

Goed voor: strekt en ontspant alle wervels, van de hals tot de heupen, en brengt licht verschoven wervels weer op hun plaats. Behulpzaam bij het genezen van lumbago en rugpijn.

Zo doe je het:
Lig op de buik, armen langs het lichaam, benen en voeten samen, tenen naar achteren gestrekt. Laat je voorhoofd op de grond rusten. Adem in en breng de kin naar voren, hef het hoofd, schouders en borst. Buig de rug op de kracht van de rugspieren zover als je kan naar achter. Forceer vooral niet. Schuif vervolgens de handen naar voren tot de ellebogen loodrecht onder de schouders staan.

De onderarmen liggen evenwijdig, handpalmen op de grond. Ook de navel blijft in contact met de grond of yogamat. Kijk recht voor je of hou de ogen gesloten indien je voldoende evenwicht hebt. Nu begint de eigenlijke asana: adem langzaam en diep in en uit. Deze fase noemt men de sfinxhouding. Na enkele ademhalingen strek je langzaam beide armen terwijl je opnieuw inademt.

De handen blijven op dezelfde plaats of eventueel onder de schouders. Nu is de rug verder gebogen en de buik komt ook iets verder van de grond. Dit is de cobra- of slangenhouding. Het is een veel geoefende achterwaartse beweging. Kom terug door het bovenlichaam geleidelijk neer te vlijen bij een uitademing.

 

 

 

5. De schroefhouding

 

 

Schroef

 

 

Goed voor: werkt sterk regenererend op de wervelkolom en versoepelt de schouders. Deze houding verlicht lumbago en sciatica. Niet doen bij hernia!

Zo doe je het:
Zit rechtop, benen naar voor gestrekt, de handen naast het zitvlak op de grond. Buig het rechterbeen onder het linker door en plaats de rechtervoet naast en tegen de linkerdij. Bij een volgende inademing plaats je de linkervoet over de rechterknie op de grond.

Draai nu, al uitademend, de bovenzijde van de romp naar links, zodat de rechterschouder voorbij de linkerknie komt. Breng met een zwaai de rechterarm over de linkerknie en plaats de hand op de grond. De linkerhand breng je met een grote zwaai naar achteren, tegen het zitvlak. Draai nu het hoofd zo ver mogelijk links naar achteren. Hou het lichaam vooral goed recht en blijf een tijdje ontspannen in de houding ademen.

 

 

 

6.De ooievaarshouding

 

 

media_l_295643ooeievaar

 

 

Goed voor: de achterste spieren van romp en benen worden maximaal gerekt. Daarbij worden de wervels van de lendenstreek open getrokken, wat een ontspanning van geknelde zenuwen kan betekenen. Vanuit het standpunt van yoga reinigt deze houding het ruggenmergkanaal, de energie of prana krijgt vrije doorgang.

Zo doe je het:
Sta rechtop met beide voeten samen. Met een langzame, diepe inademing breng je de armen gestrekt boven het hoofd. Met een langzame en volledige uitademing buig je de romp voorwaarts, met gestrekte rug. De beweging gebeurt in het heupgewricht.

Hou indien mogelijk de benen gestrekt en probeer je enkels te grijpen. Trek niet aan je benen! Blijf enige tijd in deze houding (minstens een vijftal ademhalingen) en laat met iedere uitademing je bovenlichaam verder doorbuigen door het gewicht van de romp. Kom ten slotte met een diepe inademing weer recht.

 

 

 

7. De vishouding

 

 

Ploeg-168 vis

 

 

 

Goed voor: bevordert een goede doorbloeding
van de rugspieren en de schildklier wordt geactiveerd.

Zo doe je het:
Ga met gestrekte benen op de grond liggen, de armen langs het lichaam met de handpalmen naar beneden, half onder het zitvlak. Verplaats je gewicht nu op de ellebogen en til de borstkas op door je (boven)rug hol te trekken. Buig tegelijkertijd je hoofd zo ver achterover dat je kruin op de vloer steunt, of bijna.

Verplaats je gewicht zo, dat je lichaam niet meer zo zwaar op je zitvlak steunt. De armen kunnen ofwel onder de rug gelegd worden (grijp in dat geval de ellebogen vast) ofwel kunnen ze op de dijen rusten. Adem rustig in en uit en ontspan. Kom langzaam uit de houding. Doe deze oefening steeds na de kaars (zie nummer 8).

 

 

 

8. De kaars

 

 

128kaars

 

 

Goed voor: de nekspieren en schoudergordel, waar veel spanningen tot spierverkramping kunnen leiden, worden ontspannen.

Zo doe je het:
Lig languit op de rug, armen langs het lichaam met de handpalmen op de grond. Adem rustig in en uit en breng de kin in het hartkuiltje, zodat de nekwervels tegen de grond worden gedrukt. Terwijl je inademt en buik-en beenspieren aanspant, til je de benen op tot ze een rechte hoek met de vloer maken. Steun daarbij op de vingertoppen. Til nu het zitvlak en het onderste deel van de rug op en breng de handen in je lenden, duimen naar voren.

De ellebogen moeten dicht bij het lichaam blijven. Strek je benen kaarsrecht omhoog en trek je zitvlak zo ver in als je evenwicht toestaat. Als je je evenwicht gevonden hebt, breng je je handen verder naar de ribben. Als beginner blijf je maximaal één minuut in deze positie. Geleidelijk verleng je de duur tot drie minuten. Ten slotte laat je de romp langzaam zakken en adem je uit. De yogi’s noemen deze oefening ‘de moeder van de asana’s’ omwille van haar alomvattende, positieve werking.

Beëindig de reeks oefeningen in de lijkhouding: laat je lichaam gestrekt op de grond liggen, armen en benen ontspannen naar buiten gedraaid. Als je daarbij je ogen sluit, kan je de aandacht volledig op een diepe ademhaling richten. Zo geniet je extra van de weldoende effecten van deze oefeningen.

 

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

Rutielkwarts

Standaard

categorie : Sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

 

 

 

Kenmerken van rutielkwarts

 

Rutielkwarts is waterheldere tot doorschijnende kwarts met ingesloten rutielnaaldjes. De rutielnaaldjes kunnen een roodgele tot koperrode kleur hebben. Een andere naam voor rutielkwarts is sagenietRutielkwarts kan berg-kristal, paarse amethist tot donkerbruine rookkwarts zijn. Het kan transparant, doorzichtig tot doorschijnend zijn, maar heeft altijd duidelijk zichtbare ingesloten rutiel. Soms bevat de (witte) kwarts zoveel blonde of rossige naald-jes, dat de steen helemaal goudgeel of rood lijkt. Rutielkwarts is de steen van hoop en vertrouwen. Deze kwarts laat je groeien, is geestverruimend en versterkt je spiritualiteit.

 

 

 

 

 

Herkomst van de naam

 

Rutiel is afgeleid van Latijn rutilus, ‘rossig’. Dit verwijst naar de rossige kleur van de ingesloten naaldjes. De naam sageniet is ontleend aan het Latijnse sagena, ‘net, visnet’. Sommige stenen lijken namelijk een visnet van elkaar kruisende rutielnaaldjes te bevatten.

 

 

 

 

 

Door de eeuwen heen

 

In de Romeinse oudheid meende men dat dit kristal de goudblonde haren bevat van Venus, godin van de liefde. Daarom droegen de Romeinen deze steen om liefde op te roepen of vast te houden. Ze noemden de steen ve-nushaarkwarts. In de Middeleeuwen werd ook wel gedacht dat de rutielnaaldjes ingekapselde zonnestralen zijn. Het kristal zou helpen bij een verduisterd gemoed en bij hoesten. Tegenwoordig krijgt het ook wel de naam engelenhaarkwarts.

 

 

 

 

 

Spiritueel

 

* Rutielkwarts verhoogt het spiritueel bewustzijn.
* Het is een steen van hoop, vertrouwen en nieuwe mogelijkheden. Het helpt je je talenten te verruimen en te verbreden op alle denkbare fronten. Rutielkwarts helpt je om over je grenzen te kijken en over je schaduw heen te springen.
* Rutielkwarts neemt angsten en obsessies weg. Het vergroot de levenswil en geeft een goed humeur. Het helpt je bij jezelf te blijven en je grenzen te bewaken, zonder onheus te worden.
* Rutielkwarts is een geweldige beschermsteen.

 

 

 

 

 

Chemische samenstelling

 

Rutielkwarts wordt aangetroffen waar je kwarts kunt vinden: in geodes, in graniet, gneis en andere gesteenten. Rutielkwarts is eigenlijk titaandioxide. De kwarts is trigonaal, de rutiel is tetragonaal. Rutielkwarts als geheel vormt trigonale of hexagonale kristallen.

 

 

 

 

Samenstelling: SiO2 (kwarts) + TiO2 (rutiel) + Fe, Sn, V, Cr, Nb, Ta + (Na, K, Cl, C) (sporenelementen)
Hardheid: 7
Transparantie: transparant, doorzichtig, doorschijnend
Breuk: schelpvormig
Splijtbaarheid: onduidelijk
Dichtheid: 2,68 – 2,72
Kristalstelsel: trigonaal, hexagonaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

John Astria

John Astria

 

 

 

What is the meaning of the number of the beast/ Wat is de betekenis van het nummer van het beest?

Standaard

Category/categorie: video

 

 

What is the meaning of the number of the beast?

Wat is de betekenis van het nummer van het beest?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

Het Eucharistisch Wonder in Buenos Aires te Argentinië

Standaard

categorie : religie

 

 

Recente eucharistische wonderen die zijn onderworpen aan analyses van de moderne techniek, brengen een licht in de zaak dat de gegevens vanuit het geloof bevestigt en de wetenschap eraan herinnert dat zij niet van de gehele werkelijkheid rekenschap kan afleggen. Deze wonderen dragen een bewijs aan van de werkelijke objectieve aanwezigheid van het Lichaam en van het Bloed van de Heer in de Heilige Eucharistie.

 

 

Paus Franciscus, encycliek Lumen fidei, 29 juni 2013, 2-3.

«In de moderne tijd heeft men gedacht dat een dergelijk licht voldoende kon zijn voor de oude samenlevingen, maar van geen nut was voor de moderne tijden, voor de mens die volwassen was geworden, trots op zijn rede, ernaar verlangend op een nieuwe wijze de toekomst te verkennen. In deze zin verscheen het licht als een bedrieglijk licht, dat de mens ervan weerhield zich stoutmoedig op het gebied van het weten te bewegen. Het geloof werd dan verstaan als een sprong in de leegte, die wij doen uit gebrek aan licht, gedreven door een blind gevoel; of als een subjectief licht, dat misschien in staat is ons hart te verwarmen, persoonlijke troost te verschaffen, maar dat aan anderen niet kan worden voorgehouden als een objectief en gemeenschappelijk licht om de weg de verlichten» 

 

 

Een bloederige substantie

 

 

Legandro Pezet met aartsbisschop Bergoglio, de huidige paus Franciscus

 

 

……..hij stopt haar in een bakje met water en zet het in het tabernakel van de Sacramentskapel.

 

Op 18 augustus 1996 viert eerwaarde Alejandro Pezet de Mis in de kerk van het winkelcentrum van de stad Buenos Aires, in Argentinië. Hij heeft zojuist de heilige Communie uitgereikt wanneer een vrouw hem komt zeggen dat ze een hostie heeft gezien waarvan iemand achter in de kerk zich heeft willen ontdoen. Wanneer hij naar de aangegeven plaats gaat, ziet de priester de besmeurde hostie; hij stopt haar in een bakje met water en zet het in het tabernakel van de Sacramentskapel.

Op maandag 26 augustus doet hij het tabernakel open en ziet tot zijn stomme verbazing dat de hostie een bloederige substantie is geworden. Hij brengt Mgr. Jorge Bergoglio, hulpbisschop van Kardinaal Quarracino en toekomstige Paus, hiervan op de hoogte, waarop deze instructies geeft om de aldus getransformeerde hostie te laten fotograferen door een beroepsman. De foto’s die op 6 september zijn genomen tonen duidelijk aan dat de hostie die in een stukje bloederig vlees is veranderd, aanzienlijk in omvang is toegenomen. Gedurende drie jaar wordt ze bewaard in het het tabernakel en wordt de hele zaak geheim gehouden; maar wanneer hij vaststelt dat de hostie geen enkele waarneembare vorm van ontbinding heeft ondergaan besluit Mgr. Bergoglio haar wetenschappelijk te laten analyseren.

Vanaf oktober 1999 worden er analyses uitgevoerd op monsters van de hostie. Die voeren tot de verklaring die in 2005 is afgelegd door dokter Federico Zugibe, deskundige op het gebied van de cardiologie en gerechts-geneeskundig expert:

«De geanalyseerde materie is een fragment van de hartspier die zich in de wand van de linker hartkamer, dichtbij de hartkleppen bevindt. Deze spier is verantwoordelijk voor de samentrekking van het hart. De linker hartkamer functioneert als een pomp die bloed doorstroomt door het hele lichaam. De hartspier is in een staat van ontsteking en bevat een groot aantal witte bloedlichaampjes. Dat geeft aan dat het hart leefde op het moment dat het monster werd genomen. Ik verklaar dat het hart leefde, gegeven het feit dat witte bloedlichaampjes buiten een levend organisme afsterven; ze hebben behoefte aan een levend organisme om in stand te kunnen blijven. Hun aanwezigheid geeft dus aan dat het hart leefde toen het monster werd genomen. Bovendien waren de witte bloedlichaampjes in de weefsels opgenomen, hetgeen aangeeft dat het hart aan intensieve stress onderhevig was geweest, alsof zijn eigenaar harde klappen had gekregen ter hoogte van de borst.»

 

Twee Australiërs, de journalist Mike Willesee en de jurist Ron Tesoriero, zijn de getuigen geweest van deze testen. Na de conclusie van de arts, deelt men hem mede dat de substantie waaruit het monster afkomstig was dateerde van 1996, Dokter Zugibe vraagt:

«U moet me een ding uitleggen: als dat monster afkomstig is van een dode persoon, hoe kan het dan dat, toen ik het onderzocht, de cellen van het monster nog in beweging waren en kloppingen liet zien? Als dat hart afkomstig is van iemand die in 1996 is gestorven, hoe kan het dan nog steeds in leven zijn?»  

 

Pas dan legt Mike Willesee dokter Zugibe uit dat het monster afkomstig is van een geconsacreerde hostie die op mysterieuze wijze veranderd is in bloederig menselijk vlees. Stomverbaasd als hij dat hoort, antwoordt de dokter:

«Hoe en waarom kan een geconsacreerde hostie van karakter veranderen en levend menselijk vlees en bloed worden? Dat zal een onverklaarbaar mysterie blijven voor de wetenschap, een mysterie dat volledig mijn competentie overstijgt.»

 

 

Moeilijkheden met geloven

 

In Lanciano, in de regio van de Abruzzi (Italië), vond rond 750 een soortgelijk wonderlijk feit plaats. Een Brasiliaanse monnik ondervond moeilijkheden bij het geloven in de werkelijke tegenwoordigheid van Onze-Lieve-Heer Jezus Christus in de Eucharistie. Hij bad voortdurend om verlichting van zijn zeer pijnlijke onzekerheden. Op een ochtend, nog altijd gekweld door zijn twijfels, begon hij de viering van de Mis voor de bewoners van een naburig dorp. Plotseling, na de consecratie van het brood en de wijn, bracht hetgeen hij op het altaar zag zijn handen aan het trillen en een ogenblik lang, dat de parochianen een eeuwigheid toescheen, stond hij perplex. Vervolgens keerde hij zich zachtjes naar hen toe en zei:

«Oh, gelukkige getuigen aan wie de gezegende God, om mijn ongeloof tegen te spreken, zich Zelf heeft willen openbaren in dit gezegende Sacrament en zich voor onze ogen zichtbaar heeft willen maken, komt onze God die ons zo nabij is zien: dit is het Vlees en het Bloed van onze Beminde Christus.»

 

De hostie was vlees en de wijn bloed geworden! Dezelfde dag ging het gerucht door het hele dorp zoals een brand een woud in vuur en vlam zet en bereikte even zo snel de naburige dorpen en verspreidde zich tot in Rome. Dit mirakel blijft tot op de dag van vandaag zichtbaar voor ons: de vlees geworden hostie en de bloed geworden wijn zijn na meer dan twaalf eeuwen nog volledig intact.

In 1970 vroegen de aartsbisschop van Lanciano en provinciaal van de Conventuelen, met toestemming van Rome, aan professor Edoardo Linoli, directeur van het ziekenhuis van Arezzo, een grondig wetenschappelijk onderzoek uit te voeren op de resten van het twaalf eeuwen tevoren gebeurde wonder. Op 4 maart 1971 presenteerde de professor zijn conclusies:

  • 1. Het “wonderbaarlijke vlees” is vlees dat bestaat uit het dwarsgestreept spierweefsel van de myocard (hart).
  • 2. Het “wonderbaarlijk bloed” is echt bloed: de chromotografische analyse levert hiervan het onbetwistbaar bewijs.
  • 3. Het vlees en het bloed zijn van menselijke natuur en het immunologisch bewijs stelt dat ze behoren tot bloedgroep AB, dezelfde als die van de man van de lijkwade van Turijn, en kenmerkend voor de bevolkingen van het Midden-Oosten.
  • 4. De eiwitten in het bloed zijn procentueel identiek verdeeld zoals de eiwitten in het serum van vers normaal bloed.
  • 5. Geen enkel histologisch onderzoek heeft de aanwezigheid van sporen van zoutinfiltraties of van stoffen die vroeger voor mummificatie gebruikt werden aangetoond. Ook moet worden opgemerkt dat, wanneer het eucharistisch bloed van Lanciano (dat gewoonlijk is gestold) eenmaal vloeibaar is, het al zijn chemische en fysische eigenschappen behoudt zonder dat het enige schade ondervindt in welke vorm ook. Terwijl normaal gesproken vijftien minuten na het afnemen van gewoon menselijk bloed alle biologische activiteit onherstelbaar verloren gaat.

 

Het medisch rapport dat werd gepubliceerd in de “Cahiers Sclavo” (fasc. 3, 1971) wekte grote belangstelling in wetenschappelijke kring. In 1973 benoemde de Hoge Raad van de Wereld Gezondheidsorganisatie een wetenschappelijke commissie om de conclusies van professor Linoli te verifiëren. Er werd 15 maanden aan gewerkt en er werden 500 onderzoeken verricht. De commissie verklaarde dat het ging om een levend weefsel dat beantwoordde aan alle klinische reacties van levende wezens. Sinds de VIIIe eeuw, verkeren het vlees en het bloed van Lanciano in dezelfde staat als van vlees en bloed dat dezelfde dag van een levend wezen zou zijn verwijderd.

De synthese van de werken van de commissie die in december 1976 in New York en in Genève werd gepubliceerd, erkent dat de wetenschap, bewust van haar beperkingen, zich geplaatst ziet tegenover de onmogelijkheid een verklaring te leveren. Andere experts gingen over tot vergelijking van de rapporten die zijn opgesteld naar aanleiding van het mirakel van Buenos Aires met de voor het mirakel van Lanciano uitgewerkte rapporten. Deze wetenschappers die de oorsprong van de monsters niet kenden concludeerden dat het in beide rapporten van de laboratoria ging om monsters die, naar het scheen, afkomstig waren van dezelfde persoon.

 

 

mirakel van de Heilige Hostie te Lanciano

 

 

Lanciano eucharistic miracle

 

 

 

Op zoek naar een groot licht

 

In de encycliek Lumen fidei schrijft Paus Franciscus:

«Langzamerhand heeft men echter gezien dat het licht van de autonome rede niet erin slaagt de toekomst voldoende te verlichten; uiteindelijk blijft zij in haar duisternis steken en laat de mens achter in de angst voor het onbekende. En zo heeft de mens afgezien van het zoeken naar een groot licht, een grote waarheid om zich tevreden te stellen met de kleine lichten die het korte ogenblik verlichten, maar niet in staat zijn de weg te openen. Wanneer het licht ontbreekt, wordt alles verward, is het onmogelijk goed van kwaad te onderscheiden, de weg die naar het doel leidt te onderscheiden, van die welke ons in steeds dezelfde kringen, zonder richting doet gaan» 

 

Om dit euvel te vermijden hebben we geloof nodig, zo verklaart de paus :

«Het is daarom dringend noodzakelijk de aard van het licht dat eigen is aan het geloof, opnieuw te ontdekken, omdat ook alle andere lichten uiteindelijk hun kracht verliezen, wanneer de vlam hiervan dooft. Het licht van het geloof heeft immers een bijzonder karakter, omdat het in staat is heel het bestaan van de mens te verlichten. Om zo krachtig te zijn kan een licht niet van onszelf uitgaan, moet het komen van een oorspronkelijkere bron, moet het tenslotte komen van God. Het geloof ontstaat bij de ontmoeting met de levende God, die ons roept en ons zijn liefde openbaart, een liefde die ons voorafgaat en waarop wij kunnen steunen om een houvast te hebben en ons leven op te bouwen. Door deze liefde veranderd, krijgen wij nieuwe ogen, ervaren wij dat daarin een grote belofte van volheid gelegen is en voor ons de blik op de toekomst opengaat. Het geloof, dat wij van God ontvangen als bovennatuurlijke gaven, verschijnt als een licht voor de weg, een licht dat onze gang in de tijd richting geeft». 

 

 

Een nieuw bewijs

 

Als bevestiging van het geloof in de Kerk, heeft de Heer aan de wereld in 2008 een nieuw bewijs willen geven van zijn liefde door een ander eucharistisch mirakel dat geheel gelijksoortige kenmerken vertoont als die van het mirakel van Buenos Aires. Op 12 oktober van dat jaar viert eerwaarde Jacek Ingielewicz de Mis in de kerk H. Antonius van Padua in Sokólka (Polen), in aanwezigheid van tweehonderd personen. Tijdens het uitdelen van de Communie valt een hostie op de grond. Eerwaarde Jacek raapt hem op en stopt hem in een klein zilveren liturgisch potje dat hij vult met water om de hostie op te lossen, stopt vervolgens het geheel in een kluis in de sacristie.

Wanneer een hostie daarna geheel is opgelost is het lichaam van Christus inderdaad niet meer tegenwoordig. Op de hoogte gebracht door eerwaarde Jacek, laat eerwaarde Stanislaw Gniedziejko, pastoor van de parochie, het potje twee weken in de kluis staan. Dan stelt hij vast dat de hostie niet alleen niet is opgelost in het water, maar dat een vorm aan het licht is gekomen die doet denken aan een bloedvlek. De pastoor Stanislaw zou later verklaren:

«Diep onder de indruk, wist ik niet wat ervan te denken, mijn handen trilden toen ik de kluis weer op slot deed: ik kon nauwelijks spreken.»

 

Hij besluit zich tot de aartsbisschop van Bialystok, naburige stad, Mgr. Edward Ozorowski, te wenden. Wanneer deze naar Sokólka komt laat men hem de hostie zien die op een corporale is gelegd. Daar ziet hij behalve een bloedvlek iets wat lijkt op een organische substantie. Het lijkt, zo merkt eerwaarde Jacek op, op de natuur van weefsels. Op 5 januari 2009 vraagt de bisschop aan twee professoren in de geneeskunde aan de Universiteit van Bialystok, Maria Elizabeth Sobianiec-Lotowska en Stanislaw Sulkowski, een analyse uit te voeren op een deeltje van de hostie. Beiden hebben meer dan dertig jaar gewerkt op het gebied van de histopathologie van de Universiteit.

Toen de monsters waren genomen was het intact gebleven deel van de hostie vast blijven zitten aan het weefsel dat geanalyseerd werd, zonder dat die iets minder wit was geworden. Beide specialisten kwamen, na gescheiden hun werk te hebben gedaan, tot dezelfde conclusie: hetgeen hun was overhandigd is afkomstig van het weefsel van een nog in leven, maar wel stervend zijnde menselijke hartspier. Professor Sulkowski verklaart de aanwezigheid te hebben waargenomen van:

«talloze typische biomorfologische indicatoren van weefsel van de hartspier, evenals van zichtbare schade in de vorm van geringe vezelbreuken in het weefsel. Deze schade kan slechts worden waargenomen in levende vezels en zijn de tekenen van snelle spasmes van de hartspier in de periode die voorafgaat aan de dood.»

 

Professor Sobianiec-Lotowska bevestigt dit:

«Het betreft weefsel van de in leven zijnde hartspier.»

 

Wanneer ze hierbij stilstaat, geeft ze blijk van haar stomme verbazing over het feit dat een weefsel in leven is gebleven nadat het uit het organisme waarvan het integraal deel uitmaakte is verwijderd:

«Dat is een «ongelooflijk fenomeen! Gedurende lange tijd was de hostie in water ondergedompeld, vervolgens op de corporale gelegd; het weefsel zou dus het proces van “verstikking” hebben moeten ondergaan, maar dat hebben we bij onze testen niet waargenomen. De huidige kennis op het gebied van de biologie stelt ons niet in staat dit fenomeen wetenschappelijk te verklaren. Dit buitengewone fenomeen van onderlinge absorptie van het hartspierweefsel en de hostie dat met de microscoop en eveneens via elektronische transmissie is waargenomen, bewijst dat geen enkele menselijke interventie op het monster heeft kunnen plaatsvinden».

 

De structuur van het hartspierweefsel en die van brood zijn in het onderhavige geval inderdaad zo nauw verwant dat het onaannemelijk is dat een menselijke interventie dit zou kunnen verwezenlijken (cf. verklaring van professor Sobianiec-Lotowska in het rapport «Het Eucharistisch Mirakel van Sokólka», Lux Veritatis, 2010). Anderzijds heeft het bloed van de hostie dezelfde kenmerken als dat van de lijkwade van Turijn en van het mirakel van Lanciano (groep AB).

 

 

Mirakel van de Heilige Hostie te Sokolka

 

 

miracle of sokolka

 

 

 

De devotie neemt toe

 

Nadat hij de resultaten van de testen heeft gekregen, informeert de aartsbisschop de apostolisch nuntius in Warschau die het dossier doorgeeft aan Rome ter bestudering. In september 2009 begint het publiek dat kennis heeft genomen van het rapport van de twee deskundigen, uit heel Polen, maar ook uit Wit-Rusland en Litouwen naar Sokólka te komen. In Sokólka zelf stelt men onmiddellijk een toename van de devotie voor het Allerheiligste vast. De mensen komen in de kerk bidden voor de gebroken families, de kinderen die het geloof verlaten, ter verkrijging van genezingen.

Na officieel te hebben verklaard dat het zichtbare weefsel op de hostie echt wonderbaarlijk is, stopt Mgr. Ozorowski dit in een monstrans die wordt uitgestald ter aanbidding door gelovigen in een kapel van de Sint Antonius kerk. Ten aanzien van de Eucharistie vraagt de Kerk om de eredienst van de latria, dat wil zeggen de aanbidding die aan God alleen is voorbehouden, hetzij tijdens de viering van de Eucharistie, hetzij daarbuiten:

«Het is, zo schreef H. Johannes Paulus II, in het bijzonder nodig, zowel tijdens de viering van de Mis als bij de verering van de Eucharistie buiten de Mis, het besef te verlevendigen van de werkelijke tegenwoordigheid van Christus» (Apostolische Brief Mane nobiscum Domine, 7 oct. 2004, 18).

 

«Zoals de vrouw die Jezus zalfde in Bethanië, heeft de Kerk hiervoor geen ‘verspilling’ van haar beste zaken geschuwd om uitdrukking te geven aan haar verwondering en aanbidding tegenover het onmetelijk geschenk van de Eucharistie. Niet minder dan de eerste leerlingen die belast waren met het gereed maken van de «bovenzaal» voelde zij zich gedreven om door de eeuwen heen een in haar ontmoeting met verschillende culturen, de Eucharistie te vieren in kader dat een zo groot geheim waardig was… Ofschoon het idee van een «feestmaal» vanzelf vertrouwelijkheid suggereert, heeft de Kerk nooit toegegeven aan de verleiding om deze «intimiteit» met haar Bruidegom te banaliseren door te vergeten dat Hij ook haar Heer is en dat het «feestmaal» altijd een offer blijft dat getekend is door het bloed dat op Golgotha werd vergoten» (Encycliek Ecclesia de Eucharistia, Witte Donderdag 2003, 48).

 

«De Eucharistie stelt inderdaad tegenwoordig en actualiseert het offer dat Christus eens en voor altijd op het kruis gebracht heeft aan de Vader ten bate van de mensheid. Het kruisoffer en het offer van de Eucharistie zijn één en hetzelfde offer. Een en dezelfde zijn het slachtoffer en de offeraar: wat alleen verschilt is de wijze van geofferd worden: bloedig op het kruis, onbloedig in de Eucharistie. Daar uit het Misoffer alle genaden voortvloeien die nodig zijn voor ons heil, verplicht de Kerk de gelovigen ertoe aan de Heilige Mis deel te nemen op iedere zondag en op voorgeschreven feestdagen, terwijl zij hen aanbeveelt ook op andere dagen eraan deel te nemen.» (Compendium van CKK,280).

 

H.Johannes Paulus II eens tegen jongeren gezegd die hem ondervroegen naar aanleiding van de grote ingetogenheid waarmee hij de mis vierde (18 oktober 1981). Heilige Padre Pio geeft er ons een mooi voorbeeld van:

«Wanneer Padre Pio de Mis vierde, wekte hij de indruk zo intiem, zo intens en zo volledig verbonden te zijn met Hem die zich aan de Hemelse Vader aanbood, als slachtoffer ter boetedoening voor de zonden der mensen. Zodra hij aan de voet van het altaar stond onderging het gezicht van de celebrant een gedaanteverwisseling. Padre Pio bezat de gave anderen aan het bidden te zetten. Men beleefde de Mis» (Fr. Narsi Decoste, Le Padre Pio).

 

De vrucht van het geactualiseerde Offer op het altaar is de communio met het Lichaam en Bloed van Jezus Christus, voorproef van de eeuwige communio in de Hemel. Een zo grote gave kan slechts ontvangen worden door hem die:

«ten volle ingelijfd is in de katholieke Kerk en in staat van genade, dat wil zeggen zonder zich van een doodzonde bewust te zijn. Hij die er zich van bewust is een zware zonde te hebben begaan, moet het Sacrament van de Verzoening ontvangen alvorens tot de communie te naderen. Van belang zijn ook de geest van inkeer en gebed, het onderhouden van het door de Kerk voorgeschreven vasten, en de lichaamshouding (gebaren, kleding), ten teken van eerbied voor Christus» (Compendium,291).

 

«De heilige Communie doet onze vereniging met Christus en zijn Kerk groeien. Zij sterkt ons voor de pelgrimstocht van dit leven en doet ons verlangen naar het eeuwig leven, doordat zij ons nu al verenigt met Christus, opgestegen naar de rechterhand van de Vader, met de hemelse Kerk, met de heilige Maagd en met alle heiligen» (ibid., 292 en 294).

 

 

De hoogste verwerkelijking

 

De eucharistische wonderen zijn niet te ontkennen feiten; zij stellen ons voor de grote Werkelijkheid: God bestaat, Hij is vlees geworden, Hij is tegenwoordig en treedt actief op in onze geschiedenis, Hij heeft zich blootgesteld aan lijden en dood, om de dood teniet te doen en ons het Leven te geven! Het geluk dat wij allen zoeken hangt af van onze liefdesbetrekking met Hem alleen! In de encycliek Fides et ratio, schreef heilige Johannes Paulus II:

«Verschillende filosofische systemen hebben de mens er door misleiding van overtuigd, dat hij zijn absoluut eigen heer is, die autonoom over zijn lot en over zijn toekomst kan beslissen, wanneer hij uitsluitend op zichzelf en zijn krachten vertrouwt. Dat zal nooit de grootheid van de mens kunnen uitmaken. Bepalend voor zijn verwerkelijking zal alleen de beslissing zijn, zich te voegen in de waarheid door in de schaduw van de wijsheid zijn woning op te zetten en daarin te blijven wonen. Pas binnen deze horizon van de waarheid zal hij begrijpen, hoe zijn vrijheid zich in de volle zin ontplooit en dat hij geroepen is tot liefde en kennis. Daarin ligt zijn hoogste zelfverwerkelijking »

Laten we uit de Eucharistie de kracht putten die we nodig hebben om Jezus te volgen op de weg van het eeuwig leven!

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

 

 

 

Christian Dior – 2013 – spring – ready to wear

Standaard

categorie : mode en kledij

 

 

 

Christian Dior – 2013 – spring – ready to wear

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Raf Simons

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Roze vetkruid : Sedum spurium

Standaard

categorie : Kamerplanten en bloemen

 

 

 

 

 

Goed te herkennen aan
– de tuilen stervormige roze (soms witte of rode) bloemen en
– de vlezige bladeren

 

 

 

 


Bloem 

 

Roze vetkruid is een overblijvende, zoden vormende vetplant op droge, vaak stenige plaatsen. Oorspronkelijk komt ze uit de Kaukasus. In de Lage Landen is ze vanuit tuinen verwilderd en heeft ze zich plaatselijk kunnen handhaven. Ze wordt 10 tot 20 cm hoog. Ze bloeit in juli en augustus met roze (soms rode of witte) bloemen die aan het einde van de bloeistengel in een platte, dichtbloemige tuil gegroepeerd staan.

 

 

 

 

 

Algemeen

 

– vetplantenfamilie (Crassulaceae)
– overblijvend
– plaatselijk ingeburgerd
– 10 tot 20 cm

Bloem
– roze, soms wit of rood
– juli en augustus
– tuil
– stervormig
– tot 2,5 cm
– 5 kroonbladen, niet vergroeid
– 5 vlezige kelkbladen
– 10 meeldraden
– 5 stijlen

Blad
– kruisgewijs tegenoverstaand
– enkelvoudig
– omgekeerd eirond
– top stomp
– rand gekarteld tot gezaagd
– voet wigvormig
– vlezig

Stengel
– rechtop
– kort behaard
– rolrond

zie wilde bloemen

 

.

 

 

 

 

 

 

 

Vijfde miniatuur: vierde visioen van het eerste boek

Standaard

categorie : Hildegard von Bingen

.

.

Museum – Hildegard von Bingen

.

.

Vijfde miniatuur: vierde visioen van het eerste boek

.

Scivias%20T%205_Boek%20I,4
.
.
.
Het vierde visioen wordt geïllustreerd met de miniaturen vijf, zes en zeven. Het laat de schepping van de mensenziel zien, al haar moeilijkheden ten gevolge van de erfzonde en haar strijd om desondanks in het hemelse heil opgenomen te kunnen worden.

De vijfde en zevende miniatuur beslaan een volle pagina, de zesde slechts een kwart. Deze dient eigenlijk alleen als schakel tussen de twee grote voorstellingen en zij wordt ook niet vergezeld van een stem uit de hemel.

De vijfde en zevende miniatuur vormen samen de illustratie van de toespraak uit de hemel aan het begin van het vierde visioen van het eerste boek:

“De zalige en onuitsprekelijke Drieëenheid heeft zich geopenbaard als de Vader van Zijn eniggeboren Zoon, die naar de wereld werd gezonden, opdat de mensen, die ieder met een eigen karakter geboren worden en in veel schuld verstrikt dreigen te raken, door het mensgeworden Woord naar de weg der waarheid teruggevoerd zouden worden”.

Reeds bij de eerste blik op miniatuur vijf zien we twee helften. De linkerkant stelt de ontvangenis en de groei van een mensenkind in de moederschoot voor. De rechterkant stelt, in vijf tafereeltjes van onder naar boven, de levensloop voor van ieder mens in dit tranendal naar de top van het geestelijke leven.

In de linkerhelft van de miniatuur zien we de ontvangenis van de mens in de moederschoot en de instorting van de levenskiem door de Drieënige God. Onmiddellijk valt hier weer de eivorm op met groen als achtergrondkleur. Van de vorige miniatuur weten we dat zowel het ei als de groene kleur voor Hildegard tekens zijn voor de ‘viriditas’, de groeikracht.

We mogen niet de simpele conclusie trekken dat de eivorm alleen betrekking heeft op de vrouw en het moederschap want in dit ei zijn zowel de vrouw als de man uitgebeeld. Vader en moeder vormen dus samen het ontvangende vrouwelijke element, waar God, hier weergegeven als een gulden vierkant, als Vader tegenover staat.

De hele schepping, maar het ouderpaar in het bijzonder, heeft als roeping gekregen de ontvangende te zijn tegenover de almachtige Levensschenker. Eigenlijk wordt aan Hildegard de kringloop van de menselijke geest getoond. Deze begint in de Algeest (het vierkant dat zich naar alle zijden uitstrekt), van waaruit de menselijke geest door zijn moeder heen in een lichaam op aarde wordt geboren.

Daar moet de geest zich staande zien te houden in de druk die van de tijd als stroom van gebeurtenissen uitgaat. Als de mens erin slaagt bij zichzelf te komen en zich geestelijk te ontwikkelen, bereikt hij het doel: zelfverwerkelijking.

Bij het overlijden wordt hij opgevangen door geesten met wie hij nu overeenstemt door zijn ontwikkeling; door hen wordt hij naar zijn eigen wereld gevoerd. Is dat een lichte wereld, dan kan hij in het paradijs weer met God worden herenigd.

De woorden die de Stem aan  Hildegard mededeelt :

We lezen:

“En nadien zag ik een bijzonder grote en heldere schittering die leek op te vlammen (een kracht), met vele ogen (is alziend, m.a.w. een bewuste kracht), en die vier hoeken had die naar de vier uithoeken van de wereld (alomtegenwoordig) gekeerd waren (m.a.w. de vierhoek is de Algeest);in die schittering, die het geheim van de hoogste schepper aanduidde, werd me een heel groot geheim onthuld. 

En daar binnenin die schittering verscheen ook een andere schittering, gelijkend op die van de ochtendgloed en die de helderheid van een purperen schittering bevatte (en vele, vurige bollen: de wereld van de menselijke geesten in de Algeest).”

(De ‘ochtendgloed’ of ‘morgenrood’ is een beeld van Maria en haar zoon Jezus. Het hoofdje dat in de baan te zien is, is de geest van Jezus, de heilige geest, die als volmaakte geest naar de aarde afdaalt.)

“En zo zag ik … een vrouw (op aarde) die in haar buik … de volledige gestalte van een mens droeg. En zie, door een geheim raadsbesluit van de hoogste schepper begon deze gestalte hevige, leven gevende bewegingen te maken en wel zo dat een vurige bol (bol van licht en warmte, een menselijke geest uit de geestelijke wereld), die niet de vorm van een menselijk lichaam had, (door de verbinding afdaalde en) het hart van deze gestalte in bezit nam en diens hersenen bedekte, en zich in al zijn ledematen verspreidde (de indaling van de geest in het lichaam).


En daarna kwam diezelfde mensengestalte, die aldus tot leven werd gewekt, uit de schoot van deze vrouw en dit in overeenstemming met de bewegingen welke die bol (de geest) in diezelfde mensengestalte veroorzaakte; en in overeenstemming met die bewegingen veranderde die mensengestalte ook van kleur. 

En ik zag dat de vele wervelwinden (zintuiglijke ervaringen) die deze bol binnendrongen – de bol welke nog altijd in dat lichaam bleef – hem naar de aarde deden afbuigen (de onbewuste vereenzelviging); maar deze bol, die weer op krachten was gekomen, richtte zich moedig op en weerstond krachtig die wervelwinden en zei, al klagend: Waar ben ik, ik die verdwaald ben? In de schaduw van de dood.” (de zelfbewustwording). 

En zie, ik zag op aarde mensen die in hun kannen melk droegen en daar kazen van maakten (verwerking van ervaringen tot persoonlijkheidstrekken: de ‘kazen’ zijn ‘witte bollen’: de geest); één deel ervan was vet en dik, en daaruit werden sterke kazen (krachtige geest) gemaakt; het andere deel was licht en dun, en daaruit werden zwakke kazen gestremd (zwakke geest); en een deel was vermengd met vies slijm, het was besmet en daaruit werden bittere kazen gemaakt (kwaadaardige geest).”

“En jij nu mens, die dit ziet, sta er ook bij stil, want ‘de vele wervelwinden die deze bol binnendringen – de bol die nog altijd in dat lichaam blijft – doen hem naar de aarde afbuigen’ (maakt de geestesgesteldheid zintuiglijk: de onbewuste vereenzelviging): dit betekent dat de menselijke ziel, wanneer de mens nog … in zijn lichaam leeft, door vele onzichtbare verleidingen wordt geboeid, die haar door het genot van de zintuigen vaak doen afbuigen naar de zonden van de aardse genietingen.”

“Maar met herstelde krachten richt ze zich moedig op en verzet zich er krachtig tegen’: dat is omdat de gelovige en beproefde mens, ook al heeft hij gezondigd, vaak dankzij de gave Gods tot inkeer kan komen en zijn zonden verlaten (zelfbewustwording en zelfverwerkelijking); en omdat hij, door zijn hoop in God te stellen, de misleidende verlokkingen van zich af kan zetten, op voorwaarde dat hij zijn schepper trouw blijft zoeken – net zoals de gelovige mens, die hierboven aan het woord is, in haar klacht over haar beproeving heeft aangetoond.”

Deze voorstelling verwijst verder naar de oneindige hoogte en diepte van de goddelijke majesteit. In het vierkant loopt een gouden baan gevuld met oranje stippen en een mensengezichtje. Hier wordt volgens Hildegard aangegeven, dat in Gods alwetendheid de Menswording in Maria (graag aangeduid door de oranje kleur van de dageraad) een centrale plaats inneemt.

Met andere woorden: wanneer God niet slechts de mens schept in natuurlijke orde, maar in iedere mens tevens de kiem legt van zijn bovennatuurlijk leven, dan vormt voor God steeds het mysterie van de Menswording en de verlossing uit de zonde de voornaamste drijfveer. 

In de tegenstelling tussen het gouden vierkant en het groene ei ligt heel duidelijk uitgedrukt, hoe Hildegard het volkomen anders zijn van God, ten opzichte van alles wat geschapen is, ervaren heeft. Hij is de machtige Gever en het geschapene is de volkomen ontvangende. In die zin is God het mannelijk en de schepping in haar geheel het vrouwelijk element.

Tegelijkertijd ervoer Hildegard de oneindige Goedheid van God. Hij wil immers elke geest die van goede wil is en die zich in geloof en liefde voor Hem openstelt, opnemen in zijn innerlijk goddelijk leven, doch altijd langs de weg van de Mensheid van de Tweede Persoon.

Helaas, de onwil van de mens, verleid door de onwillige engel, de duivel, is de basis van het mysterie van de erfzonde. Deze invloed van de boze geest is hier heel realistisch weergegeven door het duivelsfiguurtje, dat het stremsel van het mannenzaad, gedragen als kaas uit melk vervaardigd (Job, 10-10) weet te bezoedelen.

Er wordt niet alleen gezinspeeld op de erfzonde, maar ook op de eventuele mindere kwaliteit van het menselijk zaad, wat misvormde en geestelijk gestoorde kinderen verwekken kan. Het natuurlijke, gezonde leven en  het geestelijk gezonde leven liggen volgens Hildegards gedachtegoed in elkaars verlengde. Ziekte en zonde zijn verstrengeld, zoals wij het ook leren uit de genezingsverhalen van Christus in het evangelie.

De vijf tafereeltjes aan de rechterzijde tonen ons in oplopende lijn de verschillende lijdensstormen welke ieder mensenkind, na zijn geboorte en tijdens de groei naar geestelijke volwassenheid, te verduren heeft. In de onderste drie taferelen zien we de naakte mens (hier geslachtsloos weergegeven) die gefolterd wordt door duivelsfiguren en wanstaltige dieren.

Vanaf het begin wordt de mens door zijn vleselijke begeerten neergetrokken wordt tot het peil van onreine varkens. Een ziel kan bloot staan aan hevige geestelijke druk en benauwdheden, hier door een wijnpers uitgebeeld. De duivel perst, in plaats van druivensap, het bloed uit de mens. Dat de mens door exotische dieren dreigt aangevallen en gebeten te worden, kan wijzen op de geestelijke kwellingen van twijfels welke de mens tot het uiterste kunnen uitputten.

Op het vierde tafereel gebeurt er iets wonderlijks in de mensenziel. Ja, zegt de uitleg van Hildegard, er komt een dag, dat het mensenkind zich de moeder Sion, de heilige stad Jeruzalem, herinnert en daarnaar terug wil keren. Om de ziel daarvan terug te houden, werpen de duivels een berg van moeilijkheden op. Tot groot leedvermaak van de duivels schreit de ziel in haar heimwee naar het paradijs, dat hier is voorgesteld door twee roodbruine varenachtige planten.

Maar dan geeft God de ziel vleugels, opdat zij alle beletselen kan overwinnen en zo gevoerd kan worden naar de mystieke tent van de onverwrikbare verbondenheid met God (zie bovenste tafereel). Op deze wijze wordt duidelijk aangegeven, dat de vereniging met God een genade is, vrijblijvend door Hem geschonken.

Middenin de stalen tent, volgens het beeld van Hildegard, bouwt de ziel een toren van vierkante stenen en hangt daar rode schilden en ivoren hoorns aan op. Hildegard is vol Bijbelse beeldspraak; alleen zij die daar goed in thuis zijn, kunnen de gedachten van onze zieneres volgen.

zie http://www.geestkunde.net

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

JOHN ASTRIA