categorie : sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen
.
.
Bij granaat denken de meeste mensen aan een kostbare bloedrode steen, vergelijkbaar met robijn. Maar granaat is in de mineralogie de verzamelnaam van een grote familie zeer harde kristallen. Granaat kan allerlei kleuren hebben: rood, oranje, roze, groen, bruin, zwart. En zelfs kleurloos, wit. De enige kleur die natuurlijke granaat zelden heeft, is blauw.
.
Algemeen
.
Hier behandelen we vooral de rode granaat. Deze kleur komt het meest voor, wordt het meest verwerkt tot sieraden, en wordt ook het meest gebruikt in de edelsteentherapie. De populairste varianten rode granaat zijn de rood-violette almandien en de helderrode pyroop. Ze zijn echter lastig te onderscheiden. Pyroop ontstaat dieper in de aarde dan almandien, en is daarom harder. De meeste rode granaat is een mengvorm van deze twee varianten. Een granaat die bestaat uit 50% almandien en 50% pyroop heet rhodoliet.
De granaat is een van de hardste edelstenen. Granaten worden diep in de aarde gevormd, in de binnenste aardmantel of de overgang naar de buitenste aardmantel. Granaten zijn vaak bestanddeel van dieptegesteentes. Granaten kunnen piepklein zijn, maar ook heel groot. Ze zijn harder dan het gesteente dat hen omringt, en komen door verwering vrij. Ze kunnen door rivieren mee gespoeld worden. Je vindt ze dan ook in klei en zand.
Granaat van edelsteenkwaliteit wordt graag gebruikt in sieraden. De meeste granaten zijn echter niet geschikt voor sieraden; zij worden verwerkt tot schuurpoeder. De kleurloze variant is geslepen zó fraai, dat hij voor diamant aangezien kan worden. De witte granaat wordt dan ook vaak als imitatiediamant gebruikt. Almandien werd ooit aangezien voor robijn.
Rode granaat is de steen van de Amerikaanse staten Connecticut en New York. Granaat wordt daar veel gevonden, vaak in grote brokken. In de edelsteentherapie wordt de rode granaat vooral gebruikt voor het verbeteren van de bloedsomloop en de bloedsamenstelling, en bij oververmoeidheid en uitputting.
.
.
.
.
.

.
.
Door de eeuwen heen
.
Al sinds de oudheid is de granaat een geliefde en gezochte edelsteen. Van alle granaatsoorten zijn pyroop en almandien het langst en best bekend. Je vindt deze soorten dan ook in veel kronen en andere symbolen van macht (regalia). In de Oudheid was de almandien de meest gewaardeerde variant, omdat deze ‘de kleur van duivenbloed’ had. De steen werd destijds in Klein-Azië gedolven.
De oudste grafvondsten van sieraden met granaat zijn 3500 jaar uit en stammen uit het Oude Egypte. De Egyptenaren beschouwden de granaat als bloed van Isis, godin van vruchtbaarheid, leven en dood. In graven zijn fraaie oorbellen en kettingen gevonden die versierd zijn met bloedrode granaat. Granaat werd ook graag in het gevest van wapens verwerkt. Granaat zou een krachtig amulet tegen het boze oog zijn, en de gezondheid van de drager beschermen.
In de Oudheid, en ook nog in de Middeleeuwen, werden heel veel rode stenen carbunculus of karbonkel genoemd. Dat geldt onder meer voor rode toermalijn, robijn en granaat. Dergelijke stenen lijken op het oog erg op elkaar. De karbonkelsteen is vanaf de oudheid een mythisch kristal. Volgens sagen en legenden licht de karbonkelsteen als een kooltje vuur op in het donker.
Bij archeologische opgravingen in Klein-Azië werden gebruiksvoorwerpen, kettingen, oorbellen en ringen met schitterende rode granaten uit de 6e tot 4e eeuw v.Chr. gevonden. Ze werden gebruikt door de Scythen, een volk dat toen in die streek leefde.
De Oude Grieken droegen granaat ook in spelden voor mantels, en verwerkten ze in lauwerkransen. Volgens de Grieken zou granaat helpen de liefde in stand te houden van geliefden die elkaar lange tijd niet zien. Na een weerzien zou de liefde snel weer opbloeien.
Tijdens de late Romeinse tijd en de Grote Volksverhuizing (4e tot 6e eeuw n.Chr.) werd granaat graag in goud ingelegd. Er zijn fraai versierde zwaarden, sieraden, boekomslagen en andere voorwerpen gevonden die op deze manier waren bewerkt. Zo’n met goud omrande granaat wordt wel cloisonné granaat genoemd.
Veel voorwerpen versierd met granaat en ingelegd volgens de cloisonné-techniek werden aangetroffen in de schat van Staffordshire (midden-Engeland), gevonden in 2009 en later. Deze schat bestaat uit zo’n 3500 sieraden en wapens van goud en zilver uit de Angelsaksische tijd (7e en 8e eeuw). Opvallend is dat de sieraden allemaal bedoeld waren voor hooggeboren mannen.
In de Middeleeuwen werd de karbonkelsteen al in overdrachtelijke betekenis opgevat: de steen die kennis, licht en hoop brengt als het leven uitzichtloos lijkt. Een mens is als een granaat, met een ruw uiterlijk dat pas na slijpen en polijsten (lees: ouder en ervarener wordt) gaat schitteren. Het leven is een slijpproces voor het karakter van de mens.
De middeleeuwse ridders hielden van granaten als opsmuk voor zwaarden, dolken, schilden en kleding. Dit zou hen beschermen tegen verwondingen, en zou herstel van verwondingen bespoedigen. In de 16e eeuw werden veel edelstenen vermalen ingenomen. Zo zou gemalen granaat in water of wijn goed zijn voor allerlei hartkwalen en de vitaliteit versterken.
In de 19e eeuw waren granaten, vooral pyroop uit Bohemen, zo populair, dat ze massaal naar Amerika geëxporteerd werden. De Boheemse pyroop was en is van zeer hoge kwaliteit. In de tijd van koningin Victoria (1819-1901) werd veel granaat in sieraden verwerkt. Niet alleen de geliefde pyroop, maar ook rhodoliet en almandien. Koningin Victoria was een trendsetter. Veel van haar sieraden bevatten granaat, en haar onderdanen volgden haar in die voorkeur.
In de Indiase opstand tegen de koloniale machthebbers in Brits-Indië in 1857, werden granaten gebruikt als kogels! Granaat activeert en versterkt het overlevingsinstinct. Na zware tijden, zoals de Eerste en Tweede Wereldoorlog, was de granaat dan ook in de mode. Veel van onze Nederlandse klederdrachten kennen kettingen van granaat.
.
.

.
.

.
.

.
.
Chemische samenstelling
.
Granaat is een verbinding van silicaat (SiO4) met twee metalen, zoals ijzer, aluminium, mangaan, calcium, chroom. De meest voorkomende varianten zijn: almandien, pyroop, spessartiet, grossulaar, uvaroviet en andradiet. Mengvormen zijn gebruikelijk. De verschillende soorten granaat kunnen naadloos in elkaar overgaan. Dat geldt vooral voor almandien en pyroop. IJzerhoudende granaat vertoont vooral rode, roze, oranje en bruine tot zwarte tinten. Dit soort granaat wordt het meest gebruikt in de edelsteentherapie.
.
.

.
.
.

.
.
Samenstelling: Me2+3 Me3+2(SiO4)3 (Me=een metaal)
Samenstelling almandien: Fe3Al2(SiO4)3
Samenstelling pyroop: Mg3Al2(SiO4)3
Hardheid: 6,5 – 7,5
Glans: glasglans
Transparantie: ondoorzichtig, doorzichtig, doorschijnend
Breuk: schelpvormig, onregelmatig, splinterig
Splijtbaarheid: onduidelijk
Dichtheid: almandien 3,95 – 4,30; pyroop 3,79 – 3,89;
Kristalstelsel: kubisch, meestal met 12 of 24 vlakken
.
.

.
.
.

.
.

.
.
.

.
.
.

.
.
.
preview en aankoop boek “De Openbaring “:
.
.
.

JOHN ASTRIA