Maandelijks archief: april 2025

De gebedstijden

Standaard

categorie : religie

 

 

 

Het Getijdenboek

Het Getijdenboek

 

  • Het getijdengebed stamt uit de tempel- en synagoge-dienst en was ook een praktijk die men thuis onderhield.
  • In het Oude Testament vindt men allerlei voorbeelden van het avond en morgengebed (Numeri 28, Psalm 55: 18).
  • .

Psalm 55: 18 >’s Avonds en ’s morgens en ’s middags kan ik niet anders dan van bezorgdheid blijk geven en ik kreun, En hij hoort mijn stem.

Numeri 28:1-2> verder sprak de Heere tot Mozes, zeggende: Gebied den kinderen Israëls, en zeg tot hen: Mijn offerande, Mijn spijze voor Mijn vuurofferen, Mijn liefelijken reuk, zult gij waarnemen, om Mij te offeren op zijn gezetten tijd.

 

.

  • De eerste christenen nemen dit gebruik over en komen in de tempel bijeen op geregelde gebedstijden. Volgens geschriften uit de eerste eeuwen werd er in groepen drie keer per dag gebeden in het huis van de gemeente. Wat gebeden werd is minder duidelijk, het Onze Vader wordt genoemd, maar gebeden uit de Joodse gebedstraditie zullen daar ook een plaats hebben gehad.
  • De drie dagelijkse momenten van gebed werden uitgebreid tot zeven of acht (1 Tessalonicenzen 5:17 bid onophoudelijk). Het is vooral Benedictus van Nursia die dit gebed een vaste vorm geeft in het klooster. In veel kloosters is tegenwoordig het aantal getijden beperkt tot vijf of  minder.

 

.

1 Tessalonicenzen 5:17-20 Bidt zonder ophouden. Dankt God in alles; want dit is de wil van God in Christus Jezus over u. Blust den Geest niet uit. Veracht de profetieën niet.
.
.
.
De mens in geloof

De mens in geloof

pasteltekening van John Astria

.

.

.

De acht getijden ( ook wel officie genoemd) zijn:

 

.

De Metten (ook wel Vigilie genoemd) rond 5 uur

 

De metten (matutinae) maken deel uit van het getijdengebed in de Rooms-Katholieke Kerk en de Orthodoxe Kerk. Het woord ‘metten’ komt van het Latijnse  woord ‘matutinum’, dat ‘ochtend’ betekent, maar de metten worden meestal ’s nachts of in de zeer vroege ochtend gebeden. Het aanvangstijdstip varieert van ongeveer 3.45 uur tot 6.15 uur. Omdat ze vaak ’s nachts gebeden worden, gebruikt men  tegenwoordig de term vigilie (“wake”).

 

 

De Lauden rond 6 uur

 

De lauden (laudes) vormen het ochtendgebed van het Heilig Officie  of getijdengebed. Het woord lauden is een vernederlandsing van het Latijnse  laudes, het meervoud van laus wat lof of lofprijzing betekent.

 

 

 

De Priem rond 7 uur (tegenwoordig voor de priesters en ook in de meeste kloosters afgeschaft)

 

De priem  is een vastgestelde gebedstijd in het traditionele getijdengebed. De priem (of in het Latijn ‘prima’) wordt meestal rond zes of zeven uur ’s ochtends gebeden. In de vernieuwde liturgie van na het Tweede Vatikaans Concilie is de priem komen te vervallen.

 

 

De Terts rond 9 uur

 

De terts is een van de kerkelijke getijden, een van de kleine getijden. Het staat voor het derde uur, dat vroeger varieerde omdat de uren ’s winters korter waren dan ’s zomers. Tegenwoordig wordt de terts meestal gebeden rond negen uur ’s morgens.

 

 

De Sext rond 12 uur

 

De sext is een van de kerkelijke getijden. De sext is een van de zogeheten kleine getijden. Het woord sext staat voor het zesde uur (Latijn: sexta hora), dat vroeger in lengte varieerde, omdat de uren ’s winters korter waren dan ’s zomers. Tegenwoordig wordt de sext meestal gebeden rond twaalf uur ’s middags.

 

 

De Noon rond 14 uur

 

De none (afgeleid van ‘negende’ in het Latijn) is een van de kerkelijke kleine getijden. Het staat voor het negende uur, dat vroeger varieerde omdat de uren ’s winters korter waren dan ’s zomers. Tegenwoordig wordt de none meestal gebeden rond drie uur ’s middags.

Het officie van de none begint zoals de meeste getijden met de aanroep:

God, kom mij te hulp, Heer, haast U mij te helpen.
Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, zoals het was in het begin, en nu, en altijd, en in de eeuwen der eeuwen.
Amen, Alleluja!
.

 

De Vespers rond 17 uur

 

De vespers (of het avondgebed) behoren tot de getijden in de kerk en worden gebeden om 17-18 uur. Het woord komt uit het Latijn, van vespera dat avond betekent. In enkele protestantse  kerken wordt de term ‘vespers’ gebruikt als aanduiding voor een avonddienst.

 

 

 

De Completen rond 20 uur

 

De completen vormen het laatste getijdengebed van de dag. Het woord is afkomstig van het Latijnse  completorium dat afronding betekent of complere = vullen. Het stamt uit de 6e eeuw.

 

  • In het kloosterlijk officie worden de honderdvijftig psalmen uit de Bijbel gebeden, verspreid over de week. Dit gebeurt niet in berijmde vorm, zoals bij de protestanten. In sommige kloosters worden elke week alle 150 psalmen gebeden, in andere verspreid over twee weken. In de Anglicaanse kerk worden ze sinds het Book of Common Prayer verspreid gebeden over een maand.
  • Alle getijden hebben een lezing uit de Bijbel en smeekgebeden.
  • De getijden worden ingedeeld in grote en kleine getijden. De Metten, Lauden en Vespers zijn grote getijden, de Priem, de Terts, de Sext en de Noon zijn kleine getijden. Ook Completen horen bij de kleine getijden.
  • De taal van de getijden was in de westerse traditie het Latijn, maar tegenwoordig wordt ook de volkstaal gebruikt.
  • De muziek van de kloosterlijke getijden is traditioneel het Gregoriaans. Waar Nederlands wordt gezongen is nieuwe muziek gecomponeerd die vaak sterk aan het Gregoriaans doet denken. In Nederland wordt de psalmvertaling van Ida Gerhardt en Marie van der Zeyde in de kloosters het meest gebruikt. Hiervoor zijn in het Abdijboek bijbehorende melodieën geschreven door verschillende monniken en zusters.

Het koorgebed van priesters noemt men breviergebed. Het boek waaruit priesters de getijden bidden heet brevier. Het middeleeuwse getijdenboek was bestemd voor de persoonlijke devotie van leken.

 

 

Het brevier

Het brevier

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

.

 

John Astria

John Astria

 

 

 

Hoe is het bidden van de rozenkrans ontstaan?

Standaard

Categorie: religie

 

 

 

Maria en de Rozenkrans

 

De exacte oorsprong van de rozenkrans is onduidelijk

 

Repetitieve gebeden en gebedssnoeren hebben voorchristelijke wortels. In het christendom gebruikten de woestijnvaders in de derde eeuw al geknoopte gebedstouwen bij het Jezusgebed. Dat bestaat uit de herhaling van één gebedszin: Heer Jezus, Zoon van God, ontferm U over mij, zondaar (of variaties daarvan).

Het bidden van 150 Onze Vaders (in het Latijn Pater noster) en later weesgegroetjes ontstond waarschijnlijk in de abdijen. Monniken die geen Latijn kenden, hadden zo een alternatief voor het psalmgebed. De vader van het kloosterleven, Benedictus (480-547), schreef in zijn regel voor dat monniken wekelijks de 150 psalmen zouden bidden of zingen. Zo rond de 10e eeuw sprak men dan ook van het psalmengebed ter ere van Maria.

De praktijk om te mediteren over het leven van Jezus tijdens de rozenkrans wordt toegeschreven aan de kartuizermonnik Dominicus van Pruisen (1382–1461).

De eerste historische aanwijzingen voor de moderne rozenkrans dateren van ca. 1460. Toen begon de dominicaan Alanus de Rupe (Alain de la Roche, 1428-1475) geïnspireerd door een visioen de rozenkrans te promoten in de vorm van 15 tientjes van telkens één Onze Vader en 10 weesgegroeten. Volgens Alanus werd de rozenkrans aan de Kerk geschonken door de stichter van de dominicanenorde Sint Dominicus (1170-1221). Maar daar zijn geen historische bronnen voor.

Zeker is dat paus Pius V (een dominicaan) in zijn bul Consueverunt Romani Pontifices van 1569 de rozenkrans goedkeurde en zijn vaste vorm gaf. Sindsdien hebben veel pausen de rozenkrans aanbevolen.

De vorm van de rozenkrans bleef onveranderd tot 2002. Toen voegde paus Johannes Paulus II 5 mysteries van het licht toe over het openbare leven van Jezus. De apostolische brief waarin hij dat deed, Rosarium Virginis Mariae, is een boeiend (maar niet zo makkelijk leesbaar) document voor wie zich in de spiritualiteit van de rozenkrans wil verdiepen.

De vroegere paus wilde het verval omkeren waarin de rozenkrans was beland in de jaren 1970-85 vooral door het wegglijden van de aandacht van de mysteries van de rozenkrans. Daarom benadrukt hij ook de contemplatieve en meditatieve dimensie van het rozenkransgebed. Het gaat om de relatie met Jezus, naar het voorbeeld van Maria en met haar hulp.

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

Distheen

Standaard

categorie :  Sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

 

 

Algemene informatie

 

Kyaniet of distheen is een blauw, grijs, wit, groen of zwart mineraal, het heeft een perfecte splijting volgens het kristalvlak [100], een witte streepkleur en een glas- tot parelglans. Het kristalstelsel is triklien, de gemiddelde dichtheid is 3,61 en de hardheid is 4 tot 7. Kyaniet is noch magnetisch, noch radioactief. Het is een hele kwetsbare steen.

 

 

.

.

 

Etymologie

 

Kyaniet is vernoemd naar het Griekse woord kyanos = blauw. Distheen komt van de Griekse woorden di = twee en stenos = kracht.

 

 

.

Vindplaats

.

Kyaniet wordt momenteel nog gewonnen in o.a. de Verenigde Staten, Brazilië, Zwitserland en Frankrijk.

 

 

 

 

 

Chemische eigenschappen

 

samenstelling: Al2SiO4

hardheid: 5-7

dichtheid: 3,6-3,7

 

 

 

 

 

Kyaniet
KyaniteUSGOV.jpg
Mineraal
Chemische formule Al2SiO5
Kleur Blauw, wit, grijs, groen of zwart
Streepkleur Wit
Hardheid 4 – 7
Gemiddelde dichtheid 3,61 kg/dm3
Glans Parelglans
Opaciteit Doorzichtig of doorschijnend
Breuk Splinterig
Splijting Perfect, [100]
Kristaloptiek
Kristalstelsel Triklien
Dispersie 0,020
Luminescentie Niet-fluorescerend
Pleochroïsme Kleurloos tot blauw
Overige eigenschappen
Vergelijkbare mineralen Andalusietsillimaniet
Bijzondere kenmerken Zelden kattenoog effect

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zinkiet

Standaard

categorie :  Sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

.

.

Algemene informatie

.

Zinkiet is een zink-mangaan-oxide en kan rood, bruin, oranje, geel of groen van kleur zijn. Zinkiet heeft een submetallische glans, een geeloranje streepkleur en een perfecte splijting volgens kristalvlak [0001]. De gemiddelde dichtheid is 5,56 en de hardheid is 4 tot 5. Het kristalstelsel is hexagonaal en het mineraal is niet radioactief.

.

.

.

.

Naam

.

De naam van het mineraal zinkiet is afgeleid van de chemische samenstelling; het element zink.

.

.

.

.

Vindplaats

.

Zinkiet komt o.a. uit de Verenigde Staten en Polen.

.

.

.

.

Chemische eigenschappen

.

chemische samenstelling: (Zn,Mn2+)O

hardheid: 4 – 5

gemiddelde dichtheid: 5,56

.

.

.

.

Zinkiet
Zincite.jpg
Mineraal
Chemische formule (Zn,Mn2+)O
Kleur oranje tot bruinrood
Streepkleur geeloranje
Hardheid 4 – 5
Gemiddelde dichtheid 5,56 kg/dm3
Glans submetallisch
Opaciteit doorschijnend tot subdoorschijnend
Breuk subschelpvormig
Splijting perfect, [0001]
Kristaloptiek
Kristalstelsel Hexagonaal
Brekingsindices 2,013 – 2,029
Dubbele breking 0,0160
Pleochroïsme dieprood tot geel
Bijzondere kenmerken onder opvallend licht kleurt het lichtroze-bruin met sterke rode tot gele interne reflecties

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

Haagwinde : Convolvulus sepium

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

 

 

Goed te herkennen aan
– de grote, zuiver witte (zelden roze met witte strepen), trechtervormige bloemen en
– aan de hoek van 90° tussen bladsteel en bladschijf
– en de pijlvormige bladeren

 

 

 

 

 

Algemeen

 

Haagwinde is een zeer algemeen voorkomende snelgroeiende overblijvende klimplant. Op zonnig tot half beschaduwde plaatsen met natte tot vochtige, voedselrijke grond kan je haar tegenkomen, zoals in akkers, plantsoenen, tuinen, rietlanden, ruigten en moerasbossen.

 

 

 

 

 

Bloem

 

Haagwinde bloeit vanaf juni tot de herfst met grote, trechtervormige, zuiver witte bloemen. Zelden zijn ze roze met witte strepen. De bloem wordt aan de onderkant omsloten door twee hartvormige, meestal roodbruin aangelopen schutbladen, die de kelk gedeeltelijk bedekken. De schutbladen overlappen elkaar niet, ze raken elkaar hooguit aan de rand en ze zijn langer dan de kelkbladen.

 

 

 

 

 

Blad en stengel

 

De niet of weinig vertakte stengels winden zich tegen de klok in om takken en stengels van andere planten of zaken zoals palen, gaas of spijltjes van hekken. Ze kan zo tot 3 meter hoog klimmen. De bladeren hebben een breed pijlvormige voet. De bladschijf en bladsteel staan ongeveer haaks op elkaar.

 

 

 

 

 

Vergelijkbare soorten

 

haagwinde : grote witte bloemen, bladsteel maakt ongeveer een hoek van 90° met bladschijf.
akkerwinde : heeft kleinere, geurende witte of roze bloemen, die aan de buitenkant 5 donkere strepen hebben.
zeewinde : heeft roze/bleek purperen bloemen met 5 witte strepen, niervormige bladeren en liggende, zelden klimmende stengels.
gestreepte winde : opgeblazen schutbladen onder de bloem overlappen elkaar gedeeltelijk. Bloemen wit, vaak met roze strepen.

 

 

akkerwinde

 

 

 

zeewinde

 

 

 

gestreepte winde

 

 

 

Algemeen

 

windefamilie (Convolvulaceae)
– overblijvend
– zeer algemeen
– tot 3 meter

Bloem
– wit, zelden roze met witte strepen
– vanaf juni tot de herfst
– gesteeld alleenstaand
– trechtervormig
– 3 tot 6 cm lang
– 5 kroonbladen, vergroeid
– 5 kelkbladen
– 5 meeldraden
– 1 stijl

Blad
– verspreid
– enkelvoudig
– pijlvormig
– top spits
– rand gaaf
– voet breed pijlvormig
– veernervig

Stengel
– klimmend
– kaal
– rolrond

zie wilde bloemen

 

 

 

 

 

 

 

 

De Celestijnse belofte : 6de inzicht

Standaard

categorie : reiki en de aura

 

 

 

De Celestijnse belofte is een boek  van James Redfield. Op een eenvoudige manier en in een pakkende verhaallijn weet hij de basis van energiewerk zoals reiki uit te leggen. Als je het verhaal eraf haalt blijft een zeer overzichtelijke opbouw over hoe energie zich laat opbouwen en hoe je hiermee kunt werken. Het geheel beslaat 11 inzichten.

 

 

1 – toeval
2 – kerk en wetenschap
3 – energiegericht denken
4 – de strijd om energie
5 – ontvankelijk worden voor de universele energie
6 – karakterstructuren
7 – transformatie
8 – intuïtie
9 – de toekomst
10 – het reïncarnatieproces
11 – alles is energie

 

Alle inzichten moet je begrijpen, maar ook voelen en ervaren. Het is geen theoretisch aanneembaar stuk, het moet echt gevoelsmatig binnenkomen. De verdere inzichten kan je pas ten volle begrijpen als je de voorgaande inzichten begrijpt, voelt en ervaart.

 

 

6e inzicht – karakterstructuren

 

 

1235030683Nhba

 

 

In het vierde inzicht hebben we geleerd dat mensen snel geneigd zijn energie van elkaar te onttrekken. In het zesde inzicht worden deze energiemanipulaties uitgewerkt tot vier karakterstructuren:

bullebak/leider
ondervrager
afstandelijke
arme ik

Ieder mens valt binnen één karakterstructuur, deze vormt hij in zijn jeugd en behoudt hij zijn gehele leven. Daarnaast gebruiken we alle 4 de structuren ook als beheersingssysteem om onze karakter- structuur te beschermen. Vooral bij een ouder/kind relatie is dit goed zichtbaar. Door naar je eigen karakterstructuur te kijken, zie je die van je ouders.

De Celestijnse belofte gaat er van uit dat elk ongeboren geest (toekomstig kind) zijn ouders bewust kiest, mede op basis van deze structuren. Dit doet deze om zo een goede voorwaarden te creëren om haar eigen levensvisie te kunnen voldoen (hierover meer in het 10e inzicht).

 

 

bullebak/leider

 

Elke karakterstructuur heeft 2 kanten, een positieve (de transformatie) en een negatieve (het beheersingsdrama). Deze 2 kanten komen het duidelijkst naar voren bij de meest dominante structuur, die van de bullebak/leider. Beiden stelen/ontvangen energie door middel van dominantie. Zij zijn de baas en bepalen wat er gebeurt.

De bullebak doet dit op een negatieve manier (intimidatie, luidruchtigheid, haantjesgedrag, egocentrisme en fysiek en/of communicatief agressief gedrag) en de leider op een positieve manier (stimulerend, een voorbeeld zijn, goede ideeën hebben).

De bullebak creëert de meeste schade omdat deze uitgaat van energieroof, hij kent geen communicatie op basis van gelijkwaardigheid en probeert altijd de belangrijkste te zijn en heeft geen interesse voor de ander. Een bullebak ‘zuigt’ werkelijk de energie uit een ander.

Het beheersingssysteem wordt gebruikt om de karakterstructuur te beschermen en dit is afhankelijk van de situatie waarin de persoon zich bevindt. Als een bullebak iedereen meekrijgt en iedereen luistert naar hem zal hij dit willen continueren. Als er veel oppositie is zal hij juist gaan overheersen en pressie geven. Dit ‘continueren’ of ‘overheersen’ doet hij dus middels een beheersingssysteem.

 

 

ondervrager

 

Ondervragers zijn net als bullebak/leider dominante personen en ze zijn communicatief zeer sterk. Ze proberen via de discussie  te overheersen, en zo energie van die ander te ontnemen. Ze zijn vaak negatief ingesteld, wijzen steeds op iemands zwakke plekken, bekritiseren de fouten of vergissingen van anderen. Een ondervrager kan dit ook uiten door overbezorgd, jaloers of perfectionistisch te zijn.

Een ondervrager kan moeilijk iets aardigs of liefs zeggen, zonder er direct een negatieve draai er aan te geven. Een ondervrager kan ook positiever ingesteld zijn, maar richt zich dan steeds op de buitenwereld, om zo zijn eigen problemen op het tweede plan te krijgen. Een veelgebruikt beheersingssysteem van de ondervrager is een ‘arme ik’ of een ‘afstandelijke’.

 

 

afstandelijke

 

Afstandelijke mensen denken dat ze anders zijn en dat niemand hun begrijpt. Zodoende sluiten ze zich geheel of gedeeltelijk af van de wereld om hun heen. In extreme gevallen creëren ze een eigen wereld waarin ze zich thuis voelen. Kinderen worden vaak afstandelijk door hun dominante gedrag van hun ouders (bullebak of ondervrager).

Door zich af te sluiten wapenen zij zich tegen dit gedrag, Ze sluiten zich echter ook af voor datgene waar ze juist zoveel behoefte aan hebben (aandacht, liefde, respect, sociale contacten). Wil een afstandelijke aandacht krijgen, dan verwordt hij vaak een ‘arme ik’ omdat hij niet de capaciteiten heeft om de dominante karakterstructuur aan te nemen.

Een niet-veelgebruikt beheersingssysteem van de afstandelijke is de ondervrager. Wordt een afstandelijke in zijn eigen wereldje bedreigt dan kan hij wel kortstondig een bullebak worden.

 

 

arme ik

 

Een pessimistisch ingesteld figuur die altijd de slachtoffer rol opzoekt. Heeft een groot zelfmedelijden. Door de aandacht die ze van andere vragen krijgen/eisen ontnemen ze energie van die anderen. Maar ze willen geen oplossing voor hun problemen, omdat dan hun energiebron opdroogt. Arme ik figuren blijven dus altijd klagen. Vaak zijn deze mensen labiel, en zoeken steun bij dominante figuren (bullebak en ondervrager).

Een veelgebruikt beheersingssysteem van de arme ik is de bullebak (als de ander te kritisch wordt) en de ondervrager (hoe gaat het met jou..? Niet zo goed, o meid, met mij gaat het veel slechter, moet je toch eens horen wat mij is overkomen…..”).

Wil je je Boeddha-natuur structureel gaan verbinden met de Universele energie (vijfde inzicht), dan moet je allereerst de energiemanipulaties onder ogen zien. De hierboven beheersingssysteem’s zijn en worden bepaald door je ego. Het ego is dus sterker dan je Boeddha-natuur en dat moet je zien om te draaien. Dat kan door juist die energiemanipulaties onder ogen te zien.

Mensen die sterk handelen vanuit hun beheersingssysteem verwachten een bepaalde rol van een ander. Als een bullebak  tegen je gaat brullen, dan ga je of terug brullen (bullebak), of je zoekt smoezen ( ja maar…’ (arme ik), of je stelt je erg afstandelijk op( laat maar lullen...’ (afstandelijke). Door anders te reageren kan de bullebak geen energie van jouw roven (voordeel 1), raakt hij in de war en gaat zich anders gedragen (voordeel 2) en de mogelijkheid bestaat dat hij zijn gedrag gaat inzien (voordeel 3).

 

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

 

Boodschap 269 van ” Boodschappen uit de kosmos “

Standaard

categorie : Boodschappen uit de kosmos 

.

.

Voetbalspelers aanbidden de Mammon, de geldgod van de onderwereld.

 

Pasteltekening van John Astria

.

.

VOETBAL IS HET SPEL VAN DE DUIVEL

.

WAAR HEBZUCHT, GEWELD, IMMORALITEIT EN BEDROG SCHERING

.

EN INSLAG ZIJN

.

.

SOCCER  IS THE DEVIL’S GAME WHERE GREED, VIOLENCE, IMMORALITY

.

AND DECEIT ARE COMMON AND WEFT

.

.