Tagarchief: egyptenaren

De Agaat

Standaard

categorie : sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

 

 

 

Algemeen

 

Agaat is een grotendeels fijnkristallijne doorzichtige, maar soms ook opake variëteit van kwarts en een subva-riëteit van chalcedoon. De chemische structuur van agaat is identiek aan jaspis, vuursteen, hoornkiezel en agaat wordt vaak samen met opaal gevonden. Agaat bestaat vooral uit vervlochten kristallen kwarts en moganiet (beide kwarts, maar met een andere kristalstructuur, respectievelijk trigonaal en monoklien). Een agaat heeft vaak een parallelle bandering (of concentrische dunne lijnen).

In het algemeen zijn agaten samengesteld uit chalcedoon (een zeer fijnvezelige vorm van kwarts), soms in com-binatie met één of meer grofkristallijne varianten van kwarts, zoals amethist, rookkwarts, gecombineerd met car-neool en/of jaspis. Ook komen de mineralen calciet (calciumcarbonaat) en celadoniet (een bleekgroen mineraal behorend tot de chlorietgroep) voor.

Karakteristiek voor agaten is de groene buitenkant, ook wel huid genoemd, rond de binnenste blaas. Die minerale huid bestaat uit één of meer silicaatmineralen, zoals celadoniet, chloriet en saponiet. Agaten worden gevormd in gesteente waarin zich blazen, scheuren of spleten bevinden, zoals in het vulkanisch gesteente andesiet en in ba-salt. De in scheuren of spleten gevormde agaat wordt aderagaat of nerf-agaat genoemd. Agaten komen ook voor in sedimentgesteenten of afzettingsgesteenten en – eenmaal losgemaakt uit de matrix – als zwerfsteen.

Sommige agaten tonen een structuur alsof materiaal naar buiten is geperst, via een kanaal of een ontsnappings-tuit. Hoe exact agaten worden gevormd is nog steeds een raadsel. Mogelijk ontstaan agaten uit zeer dicht gelei-achtig silicaat in een afgesloten kleine ruimte, onder hoge druk. De kleurrijke, gestreepte exemplaren worden ge-bruikt als halfedelsteen. De naam agaat komt van het Griekse Ἀχάτης, Achatès, de naam van de huidige rivier de Dirillo in het zuiden van Sicilië, waar agaten en andere chalcedonen gevonden werden. Agaat wordt wel gebruikt om bladgoud bij boekversiering te polijsten.

 

 

agaat-1

 

 

 

 

 

 

 

 

Vindplaatsen

 

Agaatverbindingen vormen zich als oplossing van kiezelzuur in holten in oudere rotsen. De stenen kunnen kunst-matig worden bevlekt om kleurcombinaties te verkrijgen die levendiger zijn dan die gevonden worden in de na-tuur. De belangrijke bronnen van agaat zijn Brazilië, Uruguay en de Verenigde Staten (Oregon, Washington en rond het Bovenmeer). Dichter bij Nederland en België wordt ook agaat gevonden in de Hunsrück in Duitsland, en in Auvernge in Frankrijk. In het grind dat door de Rijn is meegevoerd, komt ook een enkele keer agaat voor.

 

 

 

.

Chemische samenstelling

 

Agaat is kwarts met ingesloten ijzer, aluminium, mangaan en soms andere elementen. Zuivere kwarts is helder wit of kleurloos transparant. Agaat vertoont vooral aardkleuren, zoals rood, bruin, oranje en geel. Deze worden ver-oorzaakt door ijzer en soms mangaan. Groene en blauwe kleuren worden veroorzaakt door koper of nikkel en soms aluminium. Zwart komt door ingesloten koolstof. De agaat die uit Zuid-Amerika wordt geïmporteerd, heeft minder levendige kleuren dan de Duitse agaat. Om die reden wordt deze agaat vaak kunstmatig gekleurd. Van-wege het ingesloten water behoort agaat ook tot de chalcedoonfamilie. Agaat bevat soms andere leden van de kwartsfamilie, zoals bergkristal, opaal of carneool.

 

 

 

Samenstelling: SiO2 + Al, C, Ca, Cu, Fe, Mg, Mn + (MnO2, nH2O)
Hardheid: 6 – 7
Glans: glasglans
Transparantie: doorzichtig, doorschijnend
Breuk: ruw, schelpvormig
Splijtbaarheid: geen
Dichtheid: 2,58 – 2,65
Kristalstelsel: trigonaal

 

 

agaat

Mineraal
Chemische formule SiO2 + Al, Ca, Fe, Mn
Kleur agaten zijn altijd meerkleurig met overwegend grijze, grijsblauwe en witte tinten, witgrijs, groen, rood en zwart
Streepkleur geen
Hardheid 6-7 Mohs
Gemiddelde dichtheid 2,6 kg/dm3
Glans glasglans, mat, zijdeglans
Opaciteit Doorzichtig tot doorschijnend
Breuk ruw, schelpvormig
Splijting geen
Kristaloptiek
Brekingsindices Ne 1,539-1,544, No 1,526-1,535
Dubbele breking 0,004 – 0,009
Luminescentie soms zwak tot felgeel, groenachtig, lichtblauw, wit
Overige eigenschappen
Veredeling kleuren, verhitten
Bijzondere kenmerken iriseren

 

 

 

 

 

 

 

 

typen agaat 

 

 

boomagaat

 

 

 

 

 

 

Botswana agaat

 

 

 

 

.

vuuragaat

 

 

 

 

 

witte agaat

 

 

 

 

 

 

fire crackle agaat

 

 

 

Door de eeuwen heen

 

De agaat wordt al meer dan 8000 jaar gebruikt. De naam agaat is gegeven door Theophrastus (371-287 v.Chr.), een Griekse filosoof en schrijver. In zijn tijd werden kleurrijke agaten gevonden langs de rivier Achates op Sicilië. Tegenwoordig heet deze rivier Dirillo en worden er weinig agaten meer gevonden. De Oude Egyptenaren heb-ben rolzegels, scarabeeën en kralen van agaat gemaakt.

Op Kreta zijn rolzegels van agaat uit het Minoïsche tijdperk (ca 2200 v.Chr.- 1700 v.Chr.) gevonden, met teksten in lineair A, het oudste Europese alfabet. De Oude Grieken maakten prachtige cameeën en intaglio’s, waarbij be-wust gebruik werd gemaakt van de verschillende kleurlagen van de agaat. Bij de camee werd de achtergrond om een onderwerp weggeslepen tot de onderliggende laag, zodat het onderwerp er fraai uitsprong. Bij de intaglio werd het onderwerp diep in de steen uitgekrast, zodat de onderliggende kleurlaag bloot kwam te liggen.

Uit de Romeinse tijd stammen prachtige zegelringen, cameeën en andere sier- en gebruiksvoorwerpen van a-gaat. De Romeinen gebruikten agaat als talisman tegen vergiftigingen door slangenbeten en (moedwillige) voed-selvergiftiging. Men onthulde vergiftiging door een hanger of ring van agaat in een beker drinken te dopen; bij contact met gifstoffen zou de steen verkleuren. De Romeinen dachten dat het dragen van agaat oogklachten kon verminderen en voorkomen. Ook dachten ze dat onweer en blikseminslag voorkomen kon worden door sieraden van agaat in huis te hebben. Romeinse en Griekse lijders aan epilepsie gebruikten agaat ter voorkoming van epileptische aanvallen.

Toen het Romeinse Rijk aan het eind van de vijfde eeuw ten einde liep, werd Perzië het middelpunt van hoog-ontwikkelde edelsteen-snijkunst. De Perzen gebruikten veelvuldig agaten. Men ontdekte hoe de kleur van agaten en andere stenen veranderd kon worden door ze te verhitten, al dan niet in combinatie met andere stoffen. In de Middeleeuwen dacht men dat je door agaat te dragen het weer gunstig kon beïnvloeden; regen en onweer zou-den afgewend worden, en een overvloedige oogst zou zo gewaarborgd zijn. Ook meende men dat mannen met sieraden van agaat seksueel zeer aantrekkelijk zouden zijn voor dames.

Men meende in de banden van de agaat heiligen en andere figuren te herkennen. Hieraan werd allerlei betekenis toegeschreven. In de vroegchristelijke tekst Physiologus (onderdeel van een manuscript uit de 9e eeuw) staat dat parelvissers een agaat aan een touw over boord gooien. De agaat trekt naar de parel en zo zouden ze meer pa-rels kunnen vinden. De parel wordt vergeleken met Jezus Christus, en de agaat met de Heilige Johannes. Jezus Christus en Johannes waren vrienden. De Duitse mystica Hildegard von Bingen (1098-1179) beval agaat aan als middel tegen geestesziektes, oogklachten, angina pectoris, miltsteken, maagklachten, koortsaanvallen en runder-pest.

Vanaf de 16e eeuw werd in Duitsland, en met name in Idar-Oberstein, agaat van edelsteenkwaliteit gevonden. De agaatmijnen in Duitsland zijn inmiddels uitgeput, maar Idar-Oberstein heeft nog steeds een reputatie op het gebied van de verwerking van agaat. Alleen wordt de agaat sinds de 18e eeuw geïmporteerd uit Zuid-Amerika, met name uit Brazilië. Je kunt nog steeds bij Idar-Oberstein langs de zogenaamde ‘Edelsteinstrasse’ agaatmijnen, stenenslijperijen en edelstenenwinkels bezoeken. De natuuronderzoeker en arts Adam Lonitzer (1528-1586) uit Marburg (Duitsland) beschrijft hoe de bont geaderde agaat zeer gevarieerde dromen kan schenken.

 

 

 

 

 

Spiritueel

 

* Agaat maakt rationeel, minder emotioneel. Het helpt bij het verwerken van verdriet. Agaat bevordert de innerlijke groei en de ontwikkeling van spiritualiteit.
* Agaat maakt gefocust en geeft welsprekendheid.
* Agaat geeft een gevoel van geborgenheid, harmonie en ingetogenheid. Het versterkt het contact met Moeder Aarde
* Agaat reinigt de aura van negatieve energieën.
* Het dragen van een witte agaat versterkt de intuïtie.
* Agaat beschermt. Angsten en fobieën worden minder met het dragen van agaat. Vooral roze agaat helpt. Let op de tekening van je agaat: stenen met regelmatige bandpatronen werken kalmerend. Agaten met grillige lijnen kunnen helpen vastgeroeste patronen te doorbreken. Agaten met bergkristal in hun kern geven fantasie en kunnen helpen bij concentratieproblemen.
* Chaos en wanorde worden te overzien en beheersbaar met mosagaat.

 

 

200px-Agate1_hg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Agaat-roze

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

266px-Agate

 

 

 

 

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

review en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

John Astria

John Astria

 

Advertentie

Koper.

Standaard

categorie : Sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

 

 

 

Algemene informatie

 

Koper is een roodachtig metaal met het scheikundig element  Cu als symbool en atoomnummer 29. Het is een rood/geel overgangsmetaal dat in ongelegeerde vorm ook als roodkoper bekendstaat.

 

 

 

 

 

 

 

 

Ontdekking

 

Opgravingen in het noorden van  Irak, hebben aangetoond dat koper al werd gebruikt rond 8700 v. Chr. Andere opgravingen wijzen uit dat men in 5000 v. Chr. al koper smolt en isoleerde uit koperhoudende mineralen zoals malachiet en azuriet. Van de Sumeriërs en Egyptenaren is bekend dat zij rond 3000 v. Chr. koper smolten en ge-bruikten om brons te maken. Ook in China was het gebruik van koper bekend en zijn er zeer hoogwaardige bron-zen voorwerpen uit 1200 v. Chr. gevonden. De in 1991 in de Oostenrijks/Italiaanse Alpen gevonden mummie Ötzi, die vermoedelijk omstreeks 3300 v. Chr. is gestorven, droeg gereedschap dat uit 99,7% zuiver koper bestond.

 

 

 

 

Toepassingen

 

Omdat koper buigzaam is, eenvoudig te vervormen is en een zeer groot geleidingsvermogen heeft voor elektri- citeit en warmte, wordt het op grote schaal in de industrie gebruikt. Ook legeringen met koper, zoals messing en brons, worden veelvuldig gebruikt.

 

 

 

 

 

Chemische eigenschappen

 

Koper neemt in ionaire vorm vrijwel altijd een oxidatietoestand aan. Koperionen worden in een waterige oplos-sing blauw. Onder invloed van de atmosfeer krijgt koper een groene oxidatielaag. Het element komt als zodanig in de natuur voor, hoewel het meer in gebonden toestand als sulfide of als oxide aangetroffen wordt. Koperhou-dende mineralen  zijn o.a. covelliet en malachiet. Op het veel duurdere zilver na, is koper de beste geleider van elektriciteit. Om die reden wordt het veel gebruikt in elektronische componenten.

 

 

 

 

 

Verschijning

 

Chuquicamata in Chili is de grootste dagbouw kopermijn. In Chili wordt ongeveer een-derde van alle koper ge-mijnd. De belangrijkste bronnen van koper zijn de mineralen chalcopyriet, chalcociet, covelliet, azuriet, malachiet en borniet. Deze worden in ruime mate in de aardkorst aangetroffen. Belangrijke vindplaatsen van kopererts bevinden zich nog in China, Peru en de Verenigde Staten.

 

 

 

 

 

Toxicologie en veiligheid

 

Het metaal is brandbaar in poedervorm. Vrijwel alle koperverbindingen moeten als giftig worden beschouwd. Toch is koper van levensbelang voor dieren en hogere planten. Een teveel aan koper in het lichaam komt voor bij de ziekte van Wilson. Voedingsmiddelen rijk zijn aan koper vindt men in o.a. oesters, soyalecithine, noten en lever. Koper beschikt over antibacteriële eigenschappen. Het gebruik van koper in sanitaire installaties en leidingen remt de bacteriegroei, waardoor onder meer legionella  minder makkelijk voorkomt.

 

 

 

 

Chemische eigenschappen

 

 

Algemeen
Naam Koper / Cuprum
Symbool Cu
Atoomnummer      29
Groep Kopergroep

 

Smeltpunt (K) 1357
Kookpunt (K) 2843
Aggregatietoestand    Vast

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De geschiedenis van de kledij deel 1: van de oertijd tot de Romeinen

Standaard

categorie : mode en kledij

.

.

Het is niet helemaal duidelijk wanneer de kleding zijn intrede doet. Er zijn wetenschappers die denken dat het zo’n 500.000 jaar geleden al moet zijn geweest, maar recent onderzoek beweert dat kleding veel jonger is. Zo’n 170.000 jaar geleden zou de mens pas behoefte hebben gekregen aan kleding. De onderzoekers baseren die conclusie op de geschiedenis van de luis. Het dier ontwikkelde zich zo’n 170.000 jaar geleden van hoofdluis tot een luis die ook op kleding kon overleven. Kou was waarschijnlijk de reden dat de mens zich ging kleden en de luis de carrièreswitch kon maken.

.

 

De oertijd

.

In het allereerste begin droegen de mensen geen kleding. Ze liepen eerst op handen en voeten en waren vrij zwaar behaard. Kleding hadden ze niet nodig. Het leven bestond er vooral in om te overleven. De hele dag waren ze op zoek naar voedsel. De oermens dacht enkel aan zichzelf en overleven. Naarmate het klimaat kouder werd, stelden ze vast dat de vacht van de dieren waarop ze joegen, dichter werd. Hun beharing volstond op een bepaald moment niet meer en daarom gingen ze vacht van gedode beesten gebruiken om rond zich te hangen. Stilaan ontstonden er alzo kleding stukken om zich te verwarmen.

.

 

.

 

.

Decoratief

.

Wanneer de mens kleding voor het eerst als louter decoratie ging zien, is onduidelijk. Vaststaat dat de mens de noodzakelijke kleding wel graag aan de eigen wensen aanpaste. Archeologen hebben geverfde vezels gevonden die zo’n 36.000 jaar oud zijn. Door de jaren heen werd de mens ook steeds creatiever in het gebruik van grondstoffen. Bestonden de eerste gewaden nog vooral uit dierenhuid en dierenvellen, later werd ook vlas, wol en leer geïntroduceerd en soms zelfs gecombineerd. Ondertussen is kleding niet meer weg te denken uit de (moderne) geschiedenis.

.

.

De Egyptenaren

.

Het Oude Egypte was een beschaving die in de vallei van de Nijl ontstond rond 3000 v. Chr. De beschaving ging ten onder na de verovering van Egypte door Alexander de Grote in 332 voor Christus. De essentiële factor in het overleven van beschaving was de irrigatie van het landbouwgebied rond de Nijl. Het rijk kwam tot bloei en bleef jarenlang stabiel dankzij dit water dat ervoor zorgde dat het land veel opbracht.

De Egyptenaren waren hierdoor erg gericht op de jaarlijkse terugkeer van de droogte en de jaarlijkse overstroming van de Nijl. De samenleving van de Egyptenaren was erg gestructureerd. De Egyptenaren waren op allerlei gebieden enorm vooruitstrevend voor hun tijd. Zo werd Egypte geregeerd door farao’s die door ambtenaren werden bijgestaan. Deze ambtenaren inden de belastingen en spraken recht.

De Egyptenaren hadden veel goden en geloofden dat zij na hun dood in een andere wereld verder leefden. Daarom lieten de farao’s graven bouwen waarvan de enorme piramiden het bekendst zijn. Als de farao stierf werd zijn lichaam gebalsemd en in stroken katoen of rameh gewikkeld.

Dit gebeurde omdat men geloofde dat het lichaam na de dood als woonplaats voor de ziel bewaard moest blijven.
Ook op het gebied van wetenschap waren de Egyptenaren de rest van de wereld al een stap voor. De Egyptenaren hun kleding was erg kenmerkend door hun opvallende vorm.

Omdat het Egyptische rijk zo lang heeft bestaan, verdelen wij de geschiedenis in drie perioden:
-het Oude Rijk: vanaf 2700 v. Chr.
-het Middenrijk: vanaf 2000 v. Chr.
-het Nieuwe Rijk: vanaf 1400 v. Chr.

.

.

Het Oude Rijk

.

De Egyptenaren droegen vanwege de warmte niet veel kleding. De mannen droegen alleen een soort heupschort, de slaven gingen zelfs vaak naakt. De vrouwen droegen kokervormige jurken van de oksels tot de enkels, soms versierd met geplooide stroken. Over deze jurken werd soms een soort poncho gedragen, de kalasiris. Dit was een hemdvormig, nauw kledingstuk.

Deze kon korte mouwtjes hebben of mouwloos zijn, maar had ook vaak alleen maar twee draagbanden die tussen de borsten door liepen en voor in het midden bij elkaar kwamen. Op deze manier had de vrouw haar armen vrij tijdens het werk. De kleding was vaak gemaakt van katoen, linnen of rameh.

.

.

.

.

 

Het Midden- en het Nieuwe Rijk

.

In het Midden- en in het Nieuwe Rijk werd er meer kleding gedragen, vooral meer wikkelkleding. De weefsels, die al bijzonder fijn waren, werden nu ook nog geplisseerd. De rijkere mensen droegen soms sandalen. Deze waren gemaakt van gevlochten bladeren van de papyrusplant, die in de Nijl groeide. De mensen uit de hogere stand droegen halskragen die vaak met goud en met edelstenen waren versierd. Mooie sieraden als armbanden, ringen, enkelbanden en halssieraden werden door zowel de mannen als de vrouwen gedragen.

.

.

.

.

De Farao

.

  • De koningen beschouwden zichzelf ook als goden op aarde en daarom zorgden zij voor een zorgvuldige reinheid. Haar werd als onrein beschouwd en afgeschoren, daarom droegen de farao’s pruiken. Deze pruiken werden gemaakt van mensenhaar, vlas of palmvezels. Ze werden met bijenwas vastgeplakt. Als teken van koningschap droeg de farao een valse baard. De farao droeg een dubbele kroon. Enerzijds droeg hij de kroon van beneden-Egypte, wat leek op een rode haarbandkroon. Anderzijds droeg hij de kroon van boven-Egypte, wat leek op een een vierkant gevouwen hoofddoek. Zo werd de samenvoeging van beide gebieden gesymboliseerd.
  • De vrouw van de farao, die evenals de farao kaalgeschoren was, droeg een pruik met geborduurde haarbanden versierd met lotusbloemen. Zij droeg bovenop haar hoofd een parfumketeltje van was. Deze smolt langzaam en verspreidde zo een aangename geur.
  • De ogen waren omrand met kohl. Een ander make-up artikel was henna. Hiermee werden de lippen en de nagels gekleurd.
  • De farao droeg over de heupschort aan de voorkant een met koningssymbolen versierd driehoekig onderscheidingsteken. Hier overheen droeg hij een hemdvormig gewaad.
  • De koningin droeg een lange kalasiris met een gordel die twee keer om het lichaam werd gewikkeld. Het kleed werd van voren vastgeknoopt, de uiteinden hingen tot bijna op de grond. Ook droeg zij de zogenaamde ‘koninginnekap’. Deze had de vorm van een valk met de vleugels naar beneden geklapt (deze bedekten de oren van de vorstin) en de kop naar voren. Ook de farao en zijn vrouw droegen met edelstenen versierde halskragen.
  • De koninklijke familie en andere rijke personen hadden vaak de voorkeur voor fijn, sluierachtig linnen om schoon en koel te blijven en zich prettig te voelen. Dit heeft ook te maken met de waarde die men hechtte aan de reinheid van het lichaam. Deze halfdoorschijnende stof werd ook wel ‘koningslinnen’ genoemd.

.

.

.

.

De Grieken

.

Vanuit Egypte nemen we een grote stap richting Griekenland. Rond 800 voor Christus ontstond in Griekenland de eerste grote Europese beschaving. Deze werd gevormd uit de Griekse stadstaten zoals Athene, Sparta en Milete. Het Grieks gebied rondom de Ionische Zee noemden de Grieken Hellas. De oude Grieken hebben de wiskunde en het Alfabet ontwikkeld en indrukwekkende (tempels) bouwwerken, zoals het Parthenon opgericht.

De kleding die beelden uit het oude Griekenland vaak droegen lijken op het eerste gezicht wat rommelig. Het zijn meestal wijde gewaden met veel plooien die overvloedig gedrapeerd zijn. De Griekse kleding bestond ook uit wikkelkleding of draperiekleding.

Al deze gewaden bestaan uit een rechthoekige lap stof die op een bepaalde manier omgeslagen en vastgespeld wordt. Het verschil tussen een doorsnee en bijzonder statig kledingstuk wordt vooral gevormd door de manier van dragen  en door de kwaliteit en versiering van de stof.
Er zijn een aantal soorten gewaden te onderscheiden:

.

.

De peplos

.

De peplos is de typische kledij van vrouwen in het antieke Hellas. Het werd gemaakt van een wollen rechthoekige lap met een afmeting van circa twee bij drie meter. De bovenzijde van de lap werd omgeslagen. Deze omslag werd apotygma genoemd. De lap werd vervolgens tot een koker gevormd, waarbij de zijnaad dichtgenaaid kon worden of open kon blijven. Het gewaad werd op de schouders met kledingspelden (ook wel fibula genoemd) vastgespeld en rond het middel bond de drager een koord of ceintuur. De kledingspelden waren vaak van brons.

.

.

.

.

De chiton

.

De chiton is een kledingstuk dat oorspronkelijk voor mannen bestemd was, maar later ook door vrouwen werd gedragen. De chiton werd evenals de peplos gevormd uit een grote rechthoekige lap. Er waren twee soorten chiton, de Dorische en een Ionische chiton. De Dorische chiton was van wol, terwijl de Ionische chiton van linnen was. Deze was fijner en duurder.

Ook de chiton werd tot een soort koker gevormd. Alleen werd de omslag achterwege gelaten. De zijnaden werden van boven tot beneden gesloten. Op de schoudernaad werden knoopjes gezet, waarbij drie openingen werden uitgespaard voor het hoofd en de beide armen. Het kledingstuk kom met een ceintuur omgord worden. De stof kon over de ceintuur heen getrokken worden, zodat een sterke overbloezing (Grieks: kolpos) ontstond.

De chiton kon zeer wijd zijn wat ervoor zorgde dat hij in duizenden prachtige plooitjes rond het lichaam viel. De chiton van de man was meestal minder wijd omdat die meer bewegingsvrijheid gaf. Bij speciale gelegenheden en door oudere mannen werd de lange chiton gedragen. De chilton is iets luxer uitgevoerd dan de exomis.

.

.

.

.

De himation

.

Over de peplos en de chiton heen, kon door mannen en vrouwen een mantel, de himation, worden gedragen. Ook dit was een rechthoekige lap, die op zeer veel verschillende manieren om het lichaam gedrapeerd kon worden, al dan niet vastgespeld op de schouder. Soms kon ook het hoofd met de himation worden bedekt.

.

.

.

.

De clamys

.

De clamys was een ander kledingstuk voor mannen. Dat was een lap die de linkerschouder en linkerarm bedekte en die op de rechterschouder werd vastgemaakt.

.

.

.

.

De exomis

.

De meeste eenvoudige mannen droegen een exomis. De exomis zit alleen om de linkerschouder vast.

.

.

.

.

Schoenen

.

Op bedelaars en enige filosofen na liep iedereen uit het oude Griekenland op schoenen. Meestal waren dit sandalen (sandaloi). Deze waren gemaakt van een flexibele zool met leren riempjes om de voet. Voor de lange afstand waren er ook echte schoenen, die helemaal dicht zijn.

.

.

.

.

Haardracht

.

Mannen hadden lang haar, omdat het in de mode was. Zo konden ze zich onderscheiden van slaven, die kortgeknipt haar moesten hebben. Later gaan ook de normale mannen kort haar dragen. Meestal vinden de vrouwen hun eigen haar niet mooi genoeg. Daarom dragen de chique dames vaak een pruik of een kunstig kapsel. Ze hadden hun haar vaak opgestoken met een paar vlechtjes of een soort clip.

.

.

.

.

.

.

.

.

Hoeden

.

Vrouwen droegen om het hoofd een hoofddoek. Mannen hebben vaak een hoge, naar boven spits oplopende muts op, de pilos. Mannen die op reis gingen droegen vaak een ‘petasos’; een strooien hoed met een brede rand en een band om de kin.

.

.

De Romeinen

.

Rond 754 voor Christus is, volgens de legende, door Romulus en Remus de stad Rome gesticht. Deze stad zou al snel uitgroeien tot het centrum van een machtig rijk. Vanaf 510 voor Christus werd Rome een republiek. In de hierop volgende eeuwen veroverden de Romeinen heel Italië. Later moest ook een groot deel van Europa buigen voor de macht van Rome. Het Romeinse Rijk zou in de geschiedenis het grootste rijk in Europa worden.

Typerend voor het Romeinse Rijk was de politiek. De Volksvergadering waarin alle burgers stemrecht hadden maakte de wetten en benoemde de hoge ambtenaren (magistraten). De Senaat, waarin alleen oud-magistraten zaten, hield zich vooral bezig met buitenlandse zaken. Om te voorkomen dat ze teveel macht zouden krijgen benoemden de Romeinen hun magistraten maar voor één jaar. De laagste waren de aedielen.

Daarop volgden de quaestoren, de praetoren en twee consuls . De censor, de hoogste ambtenaar, hield toezicht op het gedrag van de Romeinse burgers. In tijden van nood kon voor zes maanden een dictator worden benoemd. Hij had alle  macht. Ook in ons land kwamen de Romeinen tot aan de grote rivieren. Zij brachten hun beschaving mee naar het noordenen dus ook de typische Romeinse kledij.

.

.

De tunica

.

De Tunica was een lang en mouwloos kledingstuk van linnen of katoen dat rond het middel met een gordel was vastgesnoerd. Het is te vergelijken met een simpel lang hemd met primitieve mouwen. Dit hemd werd met een riem een beetje opgebonden.

De tunica werd door de proletariërs, winkeliers en bouwvakkers gedragen, omdat je je in dit kledingstuk goed kon bewegen. Het eenvoudige volk, dat altijd een Tunica droeg, werd tunicati genoemd.

.

.

.

.

De toga

.

Een toga is een witte, wollen lap stof van ongeveer 20 m2. Deze doek werd op een ingewikkelde manier om het lichaam gedrapeerd. Het omslaan van dit kleed was  zó ingewikkeld, dat veel rijkelui voor dit karwei een aparte slaaf hadden. De toga was een standenkleed. Aan de manier waarop de toga gedragen werd, kon je zien wat voor rang en stand de drager had.

Het was ook erg ingewikkeld om te dragen. In het dagelijkse leven was dit kledingsstuk niet zo van belang door zijn beperkte bewegingsvrijheid. De Toga diende vooral als statussymbool en  werd dus alleen bij officiële gelegenheden gedragen.

Een toga werd vaak gekleurd, omdat dat er leuk uitzag. De kostbaarste kleurstof was purper. Die was afkomstig van de purperslakken. Er waren ongeveer 10.000 slakken nodig om een mantel purper te verven. Sommige rijke Romeinen hadden een streep purper op hun mantel. De enige die een geheel purperen toga mocht dragen was de keizer van het Romeinse rijk. Welgestelde Romeinse mannen werden togati genoemd.

.

.

.

.

Vrouw

.

De kleding van de Romeinse vrouw lijkt op die van de Griekse, maar is veel rijker. Als basis werd de tunica gedragen. Deze kwam bij vrouwen altijd tot de grond. Vrouwen droegen in plaats van een toga een soort wit wollen gewaad, de stola genaamd.

Over het hoofd werd soms een sluier gedragen. Welgestelde vrouwen droegen over hun tunica de palla, een omslagmantel, die lang genoeg was om over de schouders en of om het hoofd geslagen te worden en tegelijkertijd de knieën te bedekken. De palla was evenals de toga van wol. De meeste vrouwen kozen felle en contrasterende kleuren uit voor hun stola en palla.

.

.

.

.

Man

.

De mannen droegen als basis een tunica die tot de knieën kwam. Onder de Tunica werd door de mannen een lendendoek of een ander soort broek gedragen. Over de tunica mochten alleen de vrije Romeinen een groot wikkelkleed dragen, de toga.Een soortgelijk kledingstuk voor de mannen was de paenula.

Dit was een grote rechthoekige wollen lap die over de linker schouder werd gedrapeerd en onder de rechter arm door voor de borst werd getrokken. Bij slecht weer droegen de mannen een wollen cape met capuchon.

.

.

.

.

Kinderen

.

Kinderen droegen verkleinde uitgaven van de kleding der volwassenen.

.

.

Schoenen

.

De sandaal was bij de Romeinen veruit favoriet, zowel bij mannen als bij vrouwen. Deze sandalen waren  uit één stuk leer gesneden. Boeren droegen de carbatina, een schoen die van een stuk ossenhuid is gemaakt en met riempjes wordt vast gegespt. De Caligae is een ‘marssandaal’. Het zijn sandalen met spijkertjes in de zolen ter voorkoming van een glijpartij.

.

.

.

.

gladiator – sandalen

.

.

Haar

.

Het kapsel van de Romeinse leek op dat van de Griekse. Er werden vaak diademen en parels in gedragen. De Romeinse vrouwen waren dol op ingewikkelde kapsels. Ze zaten urenlang bij de kapper, en lieten soms hun haar rood of zwart verven. Soms droeg men blonde pruiken van haar van Germaanse slavinnen. Ook blondeerden de dames hun haar met bleekmiddel. De Romeinse man droeg het haar kort en evenwijdig aan de wenkbrauwen afgeknipt, en had geen baard.

.

.

.

.

.

.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

 

Geschiedenis en de werking van edelstenen

Standaard

categorie: Sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

.

.

GESCHIEDENIS EN WERKING VAN EDELSTENEN

.

.

.

.

Sieraden zijn altijd de uiterlijke en tastbare kentekenen van rijkdom en macht geweest. Door onze hele geschiedenis heen hebben mensen altijd al mooie voorwerpen, gesteente en beenderen van dieren verzameld om ze al dan niet te bewerken en als sierobject ter verfraaiing van het eigen lichaam en kledij bij te houden.

Hetzelfde was het geval met edelstenen. De minerale kristallen die we tegenwoordig zorgvuldig bewerken, hadden in de oudheid, zelfs prehistorie, een krachtige en magische betekenis. Ze werden geacht geluk, vruchtbaarheid en gezondheid te brengen.

De kracht en magie van stenen, het geloof daarin en de hoop ter genezing vindt zijn oorsprong in verschillende culturen bv. de Grieken, Romeinen, Egyptenaren, Chinezen, Indiërs, noem het maar op al deze oude culturen brengen een verband met de kracht van helende stenen of astrologie.

.

.

Soorten sieraden

.

Edelstenen zijn een symbool voor eeuwigheid en oneindigheid, maar ook voor kalmte en bezinning. Edelstenen zijn oeroud, ze hebben vaak miljoenen jaren nodig om zich te vormen. Ze beston­den lang voordat er sprake was van mensen, daarom zijn ze ook een teken van tijdloosheid. De meeste edelstenen zijn ontstaan uit gesmolten gesteente, uit magma.

Door bewegingen in de aardkorst komt er voortdurend gloeiend magma uit het binnenste van de aarde naar boven. Door afkoeling van magma ontstaan edelstenen. In stenen zit een vibratie die een speciaal effect heeft. Edelstenen werken voornamelijk door de trillingen die zij afgeven en de kleureigenschappen.

De helende krachten van edelstenen wordt toegeschreven aan de energietrillingen die de stenen uitstralen. Elke edelsteen heeft namelijk een eigen kleur en grondstofsamenstelling en daardoor een eigen specifieke trilling  (bv. mangaan geeft een roze/paarsachtige kleurreactie in de steen, rozenkwarts bevat mangaan).

En deze trilling kunnen ze afgeven aan ons eigen menselijke energiesysteem en op deze manier positieve invloed hebben. Elke mens reageert verschillend en individueel  op de genezende kracht van stenen.

.

.

.

.

.

.

.

Elke steen op zich is waardevol en kan je in jouw leven begeleiden en aan jouw zijde staan. Stenen werken zacht in op hun omgeving, geven energie af en nemen de trillingen van hun omgeving op. Edelstenen kunnen hun `steentje` bijdragen in processen en ontwikkelingen van onszelf, maar zijn geen vervanging van de reguliere geneeskunst. Vaak kies je een edelsteen uit op intuïtie en dat is ook het mooie ervan, vaak past die steen dan ook bij jou.

.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

.

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

Jaspis en varianten

Standaard

categorie : Sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

 

 

 

   Kenmerken van jaspis

 

Jaspis is een ondoorzichtig soort kwarts, dat allerlei kleuren en patronen kan hebben. Meestal is jaspis rood. Ook bruin, geel en groen komen veel voor. Jaspis heeft vaak witte, grijze of andere kleuren insluitsels. Oorspronkelijk was jaspis een verzamelnaam voor allerlei stenen, zoals wij tegenwoordig kwarts als verzamelnaam gebruiken. Zo werden groene agaat, olivijn, serpentijn en nefriet allemaal jaspis genoemd. Ook nu nog krijgen moeilijk identificeerbare stenen met diverse kleuren vaak de naam jaspis. Bijvoorbeeld: epidoot heet bloemenjaspis; rhyoliet heet luipaardjaspis; grijs gespikkelde porfier heet dalmatiërjaspis.

Jaspis is een van de belangrijkste stenen in de edelsteentherapie wegens zijn vele varianten en vele toepassingen. Heb je op een dag een overvolle takenlijst? Draag dan een jaspis hanger of stop een jaspis trommelsteen in je broekzak. Want jaspis geeft daadkracht. En heb je moeite met afvallen? Jaspis kan je helpen, want de steen bevordert de spijsvertering. De varianten vertonen een grote verscheidenheid aan kleuren en tekeningen. Ze hebben vaak een eigen naam.

 

 

fossieljaspis

 

 

 

VARIANTEN VAN JASPIS
Rode jaspis of silex Roodgekleurd
Brecciejaspis Ondoorzichtige rode of roodbruine jaspis met zwarte insluitsels.
IJzerjaspis Rode jaspis met duidelijk herkenbare insluitsels van hematiet.
Lacejaspis Jaspis en agaat kunnen in een steen in elkaar over gaan. Zoals in lacejaspis (of lace-agaat). De ondoorzichtige stukken zijn rode japsis; de doorzichtige stukken zijn agaat.
SOORTEN GELE JASPIS
Gele jaspis Echt heldergele jaspis wordt zelden gevonden. Meestal is de kleur meer bruingeel, beige of oker.
IJzerjaspis Gele jaspis met duidelijk herkenbare insluitsels van hematiet.
Ivoorjaspis Heel lichtgele jaspis met donkerbruine tekening.
Landschapsjaspis, beeldenjaspis of Kalahari picture stone Gele jaspis met mooie tekening. (Landschapsjaspis kan ook bruin zijn.)
SOORTEN BRUINE JASPIS
Bruine jaspis, ijzerjaspis of nijlkiezel Meestal effen bruine jaspis..
Beeldenjaspis Gele tot bruine jaspis, vertoont lijntjes alsof er een figuur of beeltenis op de steen is getekend.
Slangenjaspis Bruine jaspis met tekening die doet denken aan een slangenhuid
Schriftjaspis Bruine jaspis met penseelachtige streepjestekening.
Fossieljaspis, turitellajaspis Donkerbruine jaspis met fossiele slakkenhuisjes. (Turitellajaspis heet ook wel turitella-agaat.)
Landschapsjaspis Fel bruin met landschapsachtige tekening. (Landschapsjaspis kan ook geel zijn.)
Mokkajaspis of cappucinojaspis Jaspis met de kleur van koffie met melk, met lichtbruine en bruine vlekken of strepen.
Wabaniet Bruin tot bruinrode jaspis met gele vlekken.
SOORTEN GROENE JASPIS
Groene jaspis Groen. Wordt vaak ten onrechte prasem genoemd (prasem is eigenlijk donkergroene chalcedoon)
Heliotroop Groene jaspis met vlekken of puntjes in verschillende kleuren, vooral roze, rood, oranje en/of geel.
ANDERE KLEUREN JASPIS
Blauwe jaspis of wildpaardaspis Blauw
Bonte jaspis Bontgekleurd, met rode, groene en gele vlekken en patronen.
Regenboogjaspis Bonte jaspis met bonte randen en banden.
Lavendeljaspis Violette jaspis. Een mengvorm van rode jaspis en blauwe chalcedoon.
Mokaïet Bonte jaspis uit Australië, met heldere kleuren rood, bruin en geel.
Nunkircker Grijsbruinachtige jaspis, genoemd naar de vindplaats in de Hunsrück, Wordt met berlijnsblauw gekleurd en verkocht onder de naam Duitse lapis of Swiss-lapis, als imitatie van lapis lazuli.
Zwarte jaspis Zwart. Werd vroeger als toetssteen gebruikt om het goudgehalte van sieraden en legeringen te bepalen.

 

 

 

266px-Jasper_pebble_600pix    rode jaspis

 

 

.

 

 

27%20Knuffel%20plat%20gele%20jaspis%20groot   gele jaspis

 

 

.

 

 

fossieljaspis bruine    bruine jaspis

 

 

.

 

edelsteen_bloedsteen_2  groene jaspis

 

 

.

 

 

blauwe-jaspis     blauwe jaspis

 

 

.

 

 

amulet_3  paarse jaspis

 

 

.

 

 

halfedelsteen-op-witte-achtergrond-witte-jaspis-46019370   witte jaspis

 

 

.

 

 

2832-1-7911677621   zwarte jaspis

 

 

.

 

 

hanger-bonte-jaspis-01-42181737   bonte jaspis

 

 

.

 

Herkomst van de naam

.

Het woord jaspis komt waarschijnlijk uit een Semitische taal in het Midden-Oosten. Het betekent ‘gespikkelde steen’.

 

 

 

gele jaspis

.

 

 

Door de eeuwen heen

.

Jaspis werd in de Oudheid voor de moeder van alle edelstenen gehouden. Jaspis gold toen als een van de kostbaarste stenen. Dat klinkt misschien vreemd, omdat jaspis een vrij gangbare steen is. Dat hij toch kostbaar is, komt door zijn mooie heldere kleuren en goede bewerkbaarheid.

De oude Egyptenaren, Grieken en Romeinen maakten ornamenten, amuletten, zegelstenen en zelfs portretten van jaspis. De steen werd uitgesneden of gegraveerd. Veel Egyptische scarabeeën die aan de doden werden meegegeven, zijn gemaakt van rode of gele jaspis. Deze kleuren jaspis werden ook gebruikt voor kralenkettingen.

De fragmenten van een buste van gele jaspis, vermoedelijk van koningin Tiye (echtgenote van farao Amenhotep III) bewijzen het grote vakmanschap van de beeldhouwers.

In de Oudheid was jaspis een algemene naam voor kwartsen. Het heldere jaspis uit de Bijbel was waarschijnlijk bergkristal. De doorzichtig groene jaspis van de beroemde Romeinse schrijver/wetenschapper Plinius de Oudere (23-79 n.Chr.) was waarschijnlijk chrysopraas of olivijn.

In de Middeleeuwen was jaspis de steen en de amulet van de landbouwers en de veefokkers. Het was de steen van de moederlijke kracht van Maria, en daardoor de steen van de onbaatzuchtigheid.

In het Petrified Forest National Park in de staat Arizona (Verenigde Staten van Amerika) is een nationaal park met een compleet versteend woud uit het Trias (circa 200 miljoen jaar oud). Veel versteend hout bevat jaspis in allerlei kleuren.

 

 

.

 

.

 

Chemische samenstelling

.

Jaspis kan allerlei kleuren vertonen. Rood wordt veroorzaakt door ingesloten ijzeroxide (Fe2O3 of Fe3O4), geel door ijzerhydroxide verbindingen (Fe, O, OH), groen door ijzersilicaat (Fe, Si) (o.a. chloriet). Bruin is een mengvorm van rood, geel en groen.

 

 

.

.

 

 

Welke elementen veroorzaken de verschillende kleuren van jaspis?

.

Donkerbruine turitellajaspis: kleiachtige substanties, aluminiumsilicaten.
Grauwe en zwarte kleuren: vaak mangaanoxide.
Rode jaspis: vooral ijzer (o.a. in de vorm van hematiet) en mangaan.
Gele jaspis: de combinatie van ijzer en mangaan.
Groene jaspis: ingesloten chloriet en andere ijzerverbindingen.
Bruine jaspis: een mengvorm van rode, gele en groene jaspis met organische resten.
Blauwe jaspis: ingesloten (blauwe) chalcedoon. Soms ook sporen mangaan.
Paarse jaspis: een mengvorm van rode jaspis en blauwe chalcedoon.
Bonte jaspis dankt zijn kleuren aan onder meer ingesloten ijzer, mangaan en calcium.
Witte jaspis: veel calcium en een weinig ijzer en mangaan.
Zwarte jaspis: ingesloten ijzer en koolstof.

 

.

 

 

 

 

Samenstelling: SiO2 + Al, Ca, Fe, K, Mg, Mn, Na, O, OH, Si
Hardheid: 6,5 – 7
Glans: mat, vetglans, glasglans
Transparantie: ondoorzichtig
Breuk: schelpvormig, ruw
Splijtbaarheid: geen
Dichtheid: 2,58 – 2,91
Kristalstelsel: trigonaal, micro kristallijn

 

 

 

 

 

 

 

jaspis – brecci

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

voorpagina openbaring a4

.

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

.

 

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

 

 

Turkoois

Standaard

categorie : sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

 

 

 

Kenmerken van turkoois

.

Turkoois bevat vaak bruine of zwarte aders. Dit heet wel een spinnenweb-patroon. Die donkere aders gelden als bewijs van de echtheid van turkoois. Soms heeft turkoois ook goudkleurige insluitsels.

Turkoois is heel poreus en neemt gemakkelijk kleurstoffen op. De mooie blauwe kleur verandert in groen door de inwerking van bijvoorbeeld transpiratie, zeep, parfum en schoonmaakmiddelen. De steen wordt ook groen als hij wordt verwarmd tot meer dan 250 graden Celsius.

Turkoois wordt vaak geïmpregneerd met olie of hars om de steen minder poreus en kwetsbaar te maken en de kleur te versterken. Let op, turkoois is dermate geliefd dat niet alle aangeboden turkoois echt is. Er zijn vele creatieve handelsnamen, en meestal gaat het niet om echte turkoois. De vervalsingen zijn soms duidelijk herkenbaar, maar soms ook niet.

 

 

turkoois trommelsteen

.

 

Amerikaanse turkoois en Mexicaanse turkoois zijn wel echt, maar hebben van zichzelf geen felle kleur. Die kleur wordt meestal door verven of impregneren mooier gemaakt.

Californische turkoois is eigenlijk varisciet.

Weense turkoois is eigenlijk blauw geverfde klei.

Magnesiet en howliet zijn witte poreuze mineralen die vaak turkoois geverfd worden. De geverfde howliet wordt dan als turqueniet of turquereniet aangeboden.

Turkoois is koperhoudend en wordt vaak gevonden samen met andere koperhoudende mineralen, zoals chrysocolla, malachiet en azuriet. Eilatsteenis een vergroeiing van chrysocolla, turkoois en malachiet.

Turkoois is de nationale steen van Iran en Turkije, en van de Amerikaanse staten Arizona, Nevada en New Mexico.

In de edelsteentherapie wordt turkoois gebruikt voor zenuwgerelateerde klachten als nervositeit en reumatische pijn.

 

 

 

.

 

Herkomst van de naam

.

Turkooisdankt zijn naam aan de kruistochten (tussen 1095 en 1271). De kruisvaarders troffen deze steen aan in de Oriënt en namen hem mee naar huis. De naam is afgeleid van het Latijnse woord turcois (‘uit Turkije’). In het Frans werd dit vertaald naar pierre turquoise (‘Turkse steen’).

Eilatsteen is genoemd naar de vindplaats nabij Eilat, een havenstad in het uiterste zuiden van Israël.

 

 

 

 

 

Door de eeuwen heen

.

Turkoois was in veel culturen een beschermende steen: hij zou beschermen tegen schadelijke tovenarij en werd als amulet gedragen. Men geloofde dat zo’n amulet kracht, gezondheid en levensvreugde gaf. Volgens de overlevering zou turkoois zijn drager waarschuwen voor gevaar of ziekte door van kleur te veranderen.

 

.

ruwe turkoois

.

 

Het beroemde gouden dodenmasker van farao Toetanchamon (ca. 1342-1223 v.Chr.) is versierd met vooral lapis lazuli, maar ook met turkoois. Uit het graf van Toetanchamon kwamen allerlei sieraden versierd met turkoois, zoals scarabeeën, ringen, hangers en kralen.In het Oude Egypte was turkoois een aan de godin Hathor gewijd mineraal. Zij was de Moedergodin, moeder van de goden. Zij werd wel de Blauwe Godin genoemd.

De Egyptenaren waren zo dol op turkoois, dat ze om aan de vraag te voldoen zelf turkooiskleurige fayence (een soort porselein) maakten.

Ook uit China zijn turkooisvondsten bekend van 3 millennia oud. Turkoois werd, net als jade en andere groene stenen, gebruikt als amulet ter bescherming, en als talisman om voorspoed en geluk aan te trekken. Turkoois werd, net als jade, verwerkt tot siervoorwerpjes, kralen en hangers.

In het Perzië van 2000 jaar geleden werd blauwe turkoois gebruikt om daken en plafonds van paleizen te versieren. De kleur werd geassocieerd met de hemel, maar ook met de hemel op aarde. Uiteraard konden alleen de extreem-rijken zich dit veroorloven. Vaak werden het turkoois voorzien van teksten uit de Koran.

De Romeinen (ca. 600 v.Chr. – 500 n.Chr.) gebruikten turkoois graag gezet in goud, omdat dit de mooie kleur goed doet uitkomen. Er zijn veel sieraden met turkoois teruggevonden uit de Romeinse tijd, zoals oorbellen en ringen. Opvallend zijn de hangers met oogmotief, amuletten tegen het boze oog.

De Romeinse wetenschapper Plinius de Oudere (23-79 n.Chr.) beschreef ooit een kostbare blauwgroene steen met alle kwaliteiten van de turkoois zoals wij die kennen (poreus, gevoelig voor vetten, parfum en zweet). Hij noemde deze steen toen calais of callais.
Lieden die Plinius later citeerden hadden het over kallaiet, wat ontleend zou zijn aan de Griekse woorden kallos (‘mooi’) en lithos (‘steen’).

De Azteken (ca, 1200-1500) kenden turkoois als Teoxihuitl. Ze gebruikten dit mineraal graag om maskers, wapens en schilden te versieren. Ook beeltenissen van goden werden graag met turkoois versierd.

Turkoois was vaak de kleur van de slangengod Quetzalcoatl, de god van het water en de wind, de vruchtbaarheid en de hemel.

De oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika gebruikten en gebruiken turkoois graag voor hun sieraden. DeIndianengeloven dat turkoois iemand mooier, aantrekkelijker en gezonder maakt. Door zijn kleur helpt turkoois je te verbinden met de elementen lucht en water. Ze beschouwden turkoois als scherven van de hemel.

In Europa was turkoois al eeuwenlang bekend, omdat voorwerpen en sieraden versierd met turkoois via de Zijderoute deze kant op waren gekomen. Door zijn zeldzaamheid en kostbaarheid was turkoois voorbehouden aan koningen en hooggeplaatste geestelijken. Pas in de 14e eeuw werd hij populair onder een breder publiek.

De naam turkoois werd gemunt door Saxo Grammaticus (1160-1208), een Deense geschiedenisschrijver. Hij noemde de steen in het Latijn lapis turcois.

In het Middellands Zeegebied werd en wordt turkoois als blauwe steen gebruikt als amulet tegen het boze oog.

 

 

masker van Azteken

.

.

.

Spiritueel

 

* Turkoois is dé steen van de zelfverwezenlijking.
* Turkoois helpt je bij het vinden vancreatieve oplossingen voor problemen. Dat geldt ook voor relatieproblemen; turkoois laat je zien hoe die problemen ontstaan zijn, welke rol je daar zelf in speelde, en hoe je ze kunt oplossen.
* Turkoois maakt eerlijk en waarheidsgetrouw.
* Turkoois brengt evenwicht bij extreme stemmingswisselingen.
* Turkoois helpt je jezelf te accepterenzoals je bent.
* Turkoois geneest hartenpijn, stimuleert trouwe vriendschap en romantische liefde.
* Turkoois beschermt je bij overgevoeligheidvoor invloeden van buitenaf.

 

 

 

 

.

Chemische samenstelling

.

Turkoois is koperhoudend. Het mineraal kan heel veel tinten blauw en of groen hebben: hemelsblauw, blauw, blauwgroen, groenblauw, groen, appelgroen, groenig grijs. Insluitsels van ijzer kleuren de turkoois groen; hoe mee ijzer, hoe groener de turkoois. De steen kan soms lichtbruin of gelig grijs zijn.

De kenmerkende donkere aders bestaan uit bruine limoniet (FeOOH) of zwarte mangaanoxide (Mn2O3). De goudkleurige insluitsels bestaan uit ingesloten pyriet (FeS2).

 

 

Samenstelling: (CuAl6 (PO4)4 (OH)8 4H2O) + Ca, Cr, Fe, Mn, S
Hardheid: 5 – 6
Glans:vetglans, wasglans, glasglans, mat
Transparantie: ondoorzichtig
Breuk: schelpvormig, ruw
Splijtbaarheid: goed
Dichtheid: 2,6 – 2,9
Kristalstelsel: triklien

 

 

 

Turkoois-ruw

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

.

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 John Astria

John Astria

De edelsteen Chrysocolla

Standaard

categorie : sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

 

 

 

 

De lieflijke chrysocolla is een koperverbinding met doorgaans

mooie tinten groen, blauw en turkoois.

De steen wordt ook wel chrysokol genoemd.

 

Chrysocolla is heel zacht en onregelmatig van structuur. Dat maakt deze edelsteen lastig te verwerken. De sieradenmakers prefereren daarom een mengvorm van chrysocolla met veel silicaat; dat maakt de steen harder en geeft een geweldige kleur groen. Deze kwaliteit wordt Gem Chrysocolla (‘edelsteen-chrysocolla’) of chrysocolkwarts genoemd.

De variant met veel helderrode insluitsels heeft een eigen naam: Sonora Sunrise. Het is een vergroeiing van blauwgroene chrysocolla met cupriet (rode vlekken) en soms tenoriet (zwarte aders). De variant werd populair na de vondst van edelstenen van hoge kwaliteit met heldere kleuren en scherp begrensde patronen.

Eilatsteen is een vergroeiing van chrysocolla met turkoois en malachiet.

Azulita is een handelsnaam voor de vergroeiing van chrysocolla, azuriet, malachiet, cupriet en dioptaas.

Chrysocolla is vanwege zijn mooie kleuren geliefd voor sieraden. De steen is echter vrij poreus, en daardoor gevoelig voor transpiratie, parfum en zeep. Sieraden van chrysocolla kun je beter niet in aanraking laten komen met schoonmaakmiddelen. Ze kunnen dan van kleur veranderen en minder mooi worden.

Van oudsher wordt chrysocolla gebruikt als bron van kopererts. Tegenwoordig wordt chrysocolla ook gebruikt als coating bij schepen, om het aangroeien van algen tegen te gaan.

Chrysocolla is een heel prettige edelsteen voor gebruik in de edelsteentherapie. De steen heeft een verruimende werking op de luchtwegen. Geestelijk geeft chrysocolla wijsheid en inzicht.

 

 

.

 

 

Door de eeuwen heen

 

.De oude Egyptenaren (vanaf ongeveer 3300 v.Chr.) waren dol op chrysocolla. Ze meenden dat het een zwakkere soort turkoois was. De steen werd graag gebruikt voor het maken van een scarabee, een amulet voor de reis van een overledene naar het Dodenrijk, om de wedergeboorte in het hiernamaals te garanderen. De Egyptenaren dachten dat een sieraad van chrysocolla hielp bij het perfectioneren van de relatie tussen lichaam en geest. De steen werd ook gebruikt om groene verf te maken.

De oude Grieken (ca. 800-250 v.Chr.) en Romeinen (ca. 600 v.Chr.-600 n.Chr.) zagen de chrysocolla als steen van hoop. Daarnaast zou chrysocolla beschermen tegen tegenslag en geestelijke wonden. Turkooiskleurige stenen, zoals chrysocolla, waren gewijd aan Aphrodite/Venus, godin van de liefde, en garandeerden een interessant seksueel leven.

De geleerde Theofrastus (ca. 371-287 v.Chr.), een leerling van Aristoteles, besteedde reeds veel aandacht aan de chrysocolla. Hij schreef dat de mooiste kwaliteit uit Cyprus, en de mooiste kleur groen uit Spanje kwam.

Hij gaf uitgebreid informatie over de toepassingen van chrysocolla. Het was een belangrijke grondstof voor groene verf. Ook medicinaal was de steen belangrijk. In combinatie met was en olie desinfecteerde chrysocolla wonden. Met honing werd het gegeven bij angina en als braakmiddel.

Chrysocolla in oogdruppels kon wondjes rond de ogen genezen en littekens laten verdwijnen. Een chrysocolla pleister verminderde oogpijn. Ook wijdde hij uit over hoe je goud kan solderen met chrysocolla.

De informatie van Theofrastus werd later vrijwel letterlijk geciteerd (zonder bronvermelding) door de Romeinse wetenschapper Plinius de Oudere (23-79 n.Chr.), die de chrysocolla ook kende onder de naam amphidanes. Hij vertelde erbij dat de chrysocolla in India wordt opgegraven door mieren. De steen zou een soort magneet zijn voor goud.

Deze informatie werd vervolgens vrijwel letterlijk tot diep in de middeleeuwen doorgegeven door schrijvers als Albertus Magnus (ca. 1200-1280).

Schilders in de Middeleeuwen gebruikten vermalen chrysocolla en andere koperverbindingen als groen pigment.

In 1808 werd chrysocolla voor het eerst beschreven als zelfstandig mineraal. Dit was het werk van de Franse geoloog en mineraloog Brochant de Villiers.

 

 

.

.

 

Chemische samenstelling

 

Chrysocolla is een waterhoudend kopersilicaat. Het mineraal komt voor in oxidatiezones van kopererts. De zwarte insluitsels zijn tenoriet (CuO). De rode insluitsels zijn stukjes cupriet (roodkopererts, Cu2O).

De steen is poreus en gaat gemakkelijk verbindingen aan met andere elementen dan koper. Je vindt dan ook vaak mengvormen van chrysocolla met azuriet, cupriet, hemimorfiet, malachiet, opaal, smithsoniet, turkoois of varisciet. Hieraan dankt de chrysocolla zijn aantrekkelijk uiterlijk.

 

 

chrysocolla

 

 

 

Samenstelling: CuSiO3.2H2O + Al, Fe, P, CuO2
Hardheid: 2 – 4
Glans: dof tot glasglans
Transparantie: meestal ondoorzichtig, heel soms zwak doorschijnend
Breuk: schelpvormig
Splijtbaarheid: geen
Dichtheid: 2,2 – 2,5
Kristalstelsel: rombisch, soms amorf

 

.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

.

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

.

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

.

 

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De blauwe chalcedoon

Standaard

categorie :  Sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

 

 

.

Kenmerken van blauwe chalcedoon

.

De blauwe chalcedoon is licht tot helder blauw, soms met een streeppatroon, soms juist effen van kleur. Het is een zeer zuivere kwarts die eigenlijk wit is. De mooie blauwe kleur is een gevolg van een natuurkundig verschijn- sel dat ontstaat door de microkristallijne structuur van de steen (Tyndall-effect). De microscopisch kleine kristallen verstrooien het invallende licht: het blauwe deel van het kleurenspectrum worden veel meer verstrooid dan het rode deel. Het gevolg: wij zien de witte steen als blauw.

Chalcedoon wordt veel gevonden bij holtes en breuken in gesteente. Een streeppatroon ontstaat als de steen uit stromend kiezelzuur ontstaat. Wordt hij in stilstaand kiezelzuur gevormd, dan is hij gelijkmatig doorschijnend en zonder bandering. Chalcedoon is als het ware een opvulmiddel in holle ruimtes van gesteente. Zijn energetische werking is vergelijkbaar: helend en vullend. Het is dé steen voor mensen die driftig, snel geraakt of snel beledigd zijn. Chalcedoon leert je beter naar je eigen lichaam te luisteren en hierop te reageren.
Chalcedoon maakt ook welsprekend en diplomatiek.

 

 

chalcedoongeode1

 

 

 

Herkomst van de naam

.

De blauwe chalcedoon dankt zijn naam aan de oude stad Chalcedon, die in de Oudheid in Klein-Azië aan de Bosporus was gelegen, tegenover Byzantium. Zijn de streeppatronen fijn en kantachtig, dan wordt dit kristal ook wel blue lace agaat (‘blauw kant agaat’) genoemd.

Een andere naam is avaloniet, naar het legendarische land Avalon. Naar dat eiland reisde de mythische koning Arthur toen hij in het jaar 537 dodelijk gewond raakte. Avalon werd geregeerd door de tovenares Morgan le Fay en haar acht zusters. Zij waren zeer bedreven in het verzorgen van gewonden en het helen van ziekten.

 

 

chalcedoon-trommelstenen

.

 

 

Door de eeuwen heen

.

Chalcedoon is al meer dan 8000 jaar bekend en geliefd. Aanvankelijk diende het als grondstof voor het vervaardigen van werktuigen, zoals messen. Pas later werd het ook als siersteen gewaardeerd.

De Oude Egyptenarenmaakten van chalcedoon onder andere scarabeeën, meestal doorboord en voorzien van hiërogliefen, en andere siervoorwerpen.
Bij de Romeinen werd hij als amulet tegen vergiftiging gedragen.
In Tibet is de witte chalcedoon symbool van de reine Lotusbloem.
De Arabieren dachten dat de chalcedoon moed en kracht schonk.
De befaamde Duitse mystica Hildegard von Bingen (1098-1179) noemt de steen een goed hulpmiddel voor redenaars, om beter in het openbaar te spreken.

 

 

chalcedoongeode

.

Spiritueel

.

* Chalcedoon is dé steen van de communicatie. Met deze steen in je hand of zak kan je (leren) luisteren naar je gesprekspartner. Daarnaast laat de blauwe chalcedoon je begrijpen wat de andere partij eigenlijk zegt; je doorziet verborgen boodschappen.
* De blauwe chalcedoon laat je rustig spreken, helder formuleren. Het maakt je welsprekend.

* Het mineraal geeft plezier in communicatie in alle mogelijke vormen en met alle mogelijke gesprekspartners: mensen, engelen, planten en dieren, met wie je maar wilt. Creatieve uitingen zoals het maken van tekeningen, schilderijen, muziek of dans worden met blauwe chalcedoon gemakkelijker.

* Het mineraal helpt bruggen te slaan, en in moeilijke situaties oplossingen te zien en toe te passen. Het helpt dat je te allen tijden jezelf blijft.
* De blauwe chalcedoon heelt innerlijke wonden, zoals jeugdtraumata, gevoelens van niet geaccepteerd worden, gekwetstheid. Het mineraal geeft letterlijk en figuurlijk de ruimte om de weggedrukte emoties vorm te geven, waardoor oude patronen doorbroken kunnen worden.
* Chalcedoon helpt je om vreemde talen te leren. Je wordt gevoeliger voor de fijne nuances van de taal. buitenlandse talen zijn gemakkelijker te leren. Blauwe chalcedoon is de steen van de diplomatie.
* Het leert je beter naar je eigen lichaam en behoeftes te luisteren en hiernaar te handelen.

 

 

zhaohua5052-12MM-font-b-ANTIQUE-b-font-font-b-ART-b-font-font-b-DECO-bketting

.

 

 

Chemische samenstelling

.

Blauwe chalcedoon ontstaat door snelle afkoeling bij lage temperaturen en geringe druk en heeft daardoor geen zichtbare kristallen. Blauwe chalcedoon is een kwarts en dus familie van de bergkristal. Bergkristal is zuiver siliciumdioxide; chalcedoon is siliciumdioxide plus ingesloten water. Agaat, carneool, chrysopaas, mosagaat en muggensteen zijn familie van de chalcedoon. Deze stenen hebben ook nog andere insluitsels, zoals ijzer of calcium.

 

 

Samenstelling: SiO2 + H2O
Hardheid: 6,5 – 7
Glans: glasglans, mat, zijdeglans, wasglans
Transparantie: meest doorschijnend, ook halfdoorzichtig, opaak
Breuk: ruw, schelpvormig
Splijtbaarheid: geen
Dichtheid: 2,58 – 2,64
Kristalstelsel:microkristallijn, trigonaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

 

 

Exodus 13-14 / Tocht door Rode Zee, ondergang Egyptenaren

Standaard

Category, categorie: The Bible explained/De Bijbel uitgelegd: video

 

 

Exodus 13: 1-16 > mannelijke eerstgeborenen behoren God toe

                  14-20 > Tocht naar Rode Zee

                   21-22 > wolkkolom en vuurkolom

Exodus 14: 1-22 > Tocht door Rode Zee

                   23-31 > ondergang Egyptenaren

 

Exodus 13-14 – Skip Heitzig