Tagarchief: identiteit

Harajuku in Tokyo

Standaard

categorie : mode en kledij

 

.

Harajuku; een mengelmoes van straatmode

 

Deze eclectische kledingstijl vrolijkt de straten van Tokyo al een aantal jaren op. Waar komt het vandaan, wie draagt het en misschien vooral, waarom?

.

.

De wijk Harajuku

.

Harajuku is de naam van een wijk in Tokyo, in welke zich enkele belangrijke winkelstraten en ontmoetingsplekken bevinden. Er ligt een treinstation, enkele parken, zoals het veelbezochte Yoyogi park, en woonwijken in de vorm van flats. Alles is er te vinden, van de duurste laatste mode tot heerlijk eten en snacks. Ook kun je er straat- en andere vormen van theater en vermaak vinden.

Er zijn veel westerse producten, zowel materièle spullen als eten, te vinden. Dit groeit hier hand in hand met de eigen levenswijze en ideeèn. Deze mengelmoes heeft bijgedragen aan het ontstaan van de speciefieke harajuku kledingstijl.

 

 

 

 

 

Wild kledende jeugd

.

De jeugd doet zoals de jeugd overal en altijd doet, en zich afzettend tegen de heersende tradities, de maatschappij en de politiek, zijn de jongeren zich in deze wijk door de jaren heen steeds opvallender gaan kleden, geïnspireerd door het zeer brede scala aan beschikbare stijlen. De kledingstijlen lopen uiteen van jaren ’50 vetkuiven tot aan door manga geïnspireerde ruimtepakken. Gothic, punk, lolita´s, hip hop, pluche beesten, maffiapakken, je ziet het allemaal in Harajuku.

Sommigen houden het bij één stijl, anderen gebruiken van alles door elkaar heen, alsof ze op zoek waren naar een eigen identiteit, overstelpt werden met een overdaad aan invloeden en niet meer konden kiezen. De term “Harajuku” omvat al deze stijlen, of liever gezegd de mengelmoes ervan, die in deze befaamde wijk zijn ontstaan.

 

 

 

 

 

De Harajuku-outfit

.

Wat erg populair is in de harajuku wereld, is het aanpassen van bestaande, liefst tweedehands, kleding aan je wensen. Met scharen, lijm, stickers, speldjes, verschillende soorten stoffen en wat naaiwerk wordt er een persoonlijk ensamble in elkaar gestoken. De nadruk ligt op originaliteit en individualisme.

Dit geldt ook zeker voor het haar; de meest waanzinnige kapsels passeren de Harajuku-revue. Blonderen is populair in Japan sinds ze kennis hebben gemaakt met de westerse cultuur, maar de aanhangers van de Harajuku stijl houden het daar niet alleen bij: het haar kan in alle kleuren van de regenboog geverfd zijn, soms tegelijk, het wordt in de wildste kapsels gestilleerd en anders kan er altijd nog een pruik worden gedragen.

Alles aan deze stijl is over de top. De make-up wordt niet vergeten natuurlijk, net als de kleding is deze vaak extravagant. Er worden glitters, liters mascara en eyeliner, veertjes, kleurlenzen, stoffen en papieren vormpjes (bloemetjes etc.) en noem maar op gebruikt om het gewenste effect te creëren.

De accesoires worden niet vergeten; de harajuku volgelingen maken hun outfits compleet door bijpassende schoenen, sokken, tasjes, hoofddeksels, parasols, belletjes en allerlei andere attributen. Als het niet te koop is, wordt het zelf gemaakt.

 

 

 

.

.

Voortzetting van tradities

.

Met zijn veelkleurige opvallendheid doet deze stijl denken aan het rijk-gekleurde kabuki theater, of de uitbundig uitgedoste maiko, oiran en andere traditionele Japanse vormen van vermaak. Deze tradities, in welke ook de moderne Japanse entertainment zijn wortels heeft, zoals de manga en anime, hebben ook hun deel bijgedragen aan het inspireren van de Harajuku beweging.

Het is duidelijk dat het rijke kleurgebruik en het mixen van patronen, of stijlen in dit geval, het Japanse volk in het bloed zit. In de Japanse cultuur zijn er twee met elkaar botsende stijlen: Aan de ene kant heerst er een serene zen-achtige stijl, wat met het woord iki wordt aangeduid en de essentie vormt van gracieuze kalmte. Aan de andere kant is er de oogverdovende “herrie” van Japan’s meer eclectische stijlen.

Van oudsher werd dit verschil geassocieerd met het klassenverschil; hoe bonter, hoe informeler, of hoe meer “volks” iets was. Harajuku blijft een interessant fenomeen welke Japanse moderne en traditionele cultuur verenigt met de  westerse moderne cultuur. Naast de culturele en andere betekenissen die het heeft, is het een artiestieke uitingsvorm waar ook de vele toeristen graag naar kijken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

JOHN ASTRIA

Advertentie

Bestaat Satan echt?

Standaard

categorie : religie

.

.

Problemen waar we mee te maken hebben
.
.
.

Wie is Satan? Bestaat hij echt?

.

Sommige moderne wetenschappers zeggen dat Satan niet echt bestaat. Ze beweren dat hij gewoon aan de fantasie van mensen is ontsproten. Deze controverse is niet nieuw. „De sluwste streek van de Duivel”, schreef de negentiende-eeuwse dichter Charles Baudelaire, „is dat hij ons ervan probeert te overtuigen dat hij niet bestaat.”

Bestaat Satan echt? En zo ja, wat is dan zijn oorsprong? Is hij de onzichtbare kracht achter de problemen die onze wereld teisteren? Hoe kunnen we zijn slechte invloed vermijden? Is Satan de onzichtbare kracht achter de problemen die onze wereld teisteren?

.

Wat de Bijbel zegt

.

De Bijbel beschrijft Satan als een bestaand persoon die zich in het onzichtbare geestenrijk bevindt ( Job 1: 6 ). Er wordt in verteld over zijn kwaadaardige en meedogenloze eigenschappen en zijn slechte daden ( Job 1: 13-19 ;  Job 2: 7 en 8 ; 2 Timotheüs 2 : 26 ). Er staan zelfs gesprekken in die Satan met God en met Jezus heeft gevoerd. (  Job 1 : 7 – 12 ; Mattheüs 4: 1 – 11 ).

Wat is de oorsprong van dit slechte wezen? Lang voordat de mens bestond, schiep God zijn ’eerstgeboren’ Zoon, die ten slotte bekend kwam te staan als Jezus ( Kolossenzen 1: 15 ). Na verloop van tijd volgde de schepping van andere „zonen Gods”, engelen genoemd ( Job 38: 4 – 7 ). Die waren allemaal volmaakt en integer. Maar een van die engelen werd later Satan.

De naam Satan kreeg hij niet toen hij werd geschapen. Het is een beschrijvende naam die  „Tegenstander, Vijand of Beschuldiger” betekent. Hij werd pas later Satan genoemd omdat hij een levenswijze koos waarmee hij tegen God in opstand kwam.

In het hart van dit geestelijke schepsel ontwikkelden zich gevoelens van trots en wedijver tegenover God. Hij wilde dat anderen hem gingen aanbidden. Toen Gods eerstgeboren Zoon, Jezus, op aarde was, probeerde Satan hem zelfs zover te krijgen dat hij „een daad van aanbidding” voor hem verrichtte ( Mattheüs 4: 9 ).

Satan „stond niet vast in de waarheid” ( Johannes 8: 44 ). Hij suggereerde dat God een leugenaar was, terwijl hij in feite zelf de leugenaar was. Hij zei tegen Eva dat ze als God kon zijn, terwijl hij zelf als God wilde zijn. En door zijn leugenachtige gedrag verwezenlijkte hij zijn zelfzuchtige verlangen. Voor Eva werd hij iemand die hoger was dan God. Door Satan te gehoorzamen, aanvaardde Eva Satan als haar god ( Genesis 3: 1 – 7 ).

Door tot opstand aan te zetten maakte deze engel, in wie ooit vertrouwen werd gesteld, zichzelf tot een tegenstander en vijand van God en de mens. Ook de naam „Duivel”, die „Lasteraar” betekent, werd aan de beschrijving van dit goddeloze wezen toegevoegd.

Deze aanstichter van de zonde beïnvloedde ten slotte andere engelen op zo’n manier dat ze God ongehoorzaam werden en zich bij hem aansloten in zijn opstand ( Genesis 6: 1 en 2 ; 1 Petrus 3: 19 en 20 ). Die engelen maakten de situatie van de mensheid er niet beter op. Omdat ze Satans zelfzuchtige gedrag navolgden, werd de aarde „met geweldpleging vervuld” ( Genesis 6: 11 ; Mattheüs 12 : 24 ).

.

.

Satan in de sport

Pasteltekening van John Astria

.

Hoe krachtig is Satans invloed?

.

Een misdadiger zal op de plaats van een misdrijf misschien zijn vingerafdrukken verwijderen in een poging geen sporen van zijn identiteit achter te laten. Maar als de politie arriveert, weten ze dat als er een misdaad is gepleegd, er ook een misdadiger moet zijn. Satan, de oorspronkelijke „doodslager”, probeert te voorkomen dat hij sporen van zijn identiteit achterlaat ( Johannes 8: 44 ; Hebreeën 2: 14 ).

Toen hij met Eva sprak, verborg hij zijn identiteit achter een slang. In deze tijd probeert hij zich nog steeds te verbergen. Hij heeft ’de geest van de ongelovigen verblind’, zodat de reikwijdte van zijn krachtige invloed wordt verhuld ( 2 Korintiërs 4: 4 ).

Maar Jezus zei dat Satan het criminele meesterbrein is achter de corrupte wereld waarin we leven. Hij noemde hem „de heerser van deze wereld” ( Johannes 12: 31 en 16: 11 ). „De gehele wereld ligt in de macht van de goddeloze”, schreef de apostel Johannes ( 1 Johannes 5: 19 ).

Satan ’misleidt de gehele bewoonde aarde’ en maakt daarbij een doeltreffend gebruik van „de begeerte van het vlees en de begeerte der ogen en het opzichtige geuren met de middelen voor levensonderhoud die men heeft” ( 1 Johannes 2: 16 ; Openbaring 12: 9 ). Hij is degene die door de mensheid in het algemeen wordt gehoorzaamd.

Net als Eva maken degenen die Satan gehoorzamen, hem eigenlijk tot hun god. Daarom is Satan „de god van dit samenstel van dingen” ( 2 Korintiërs 4: 4 ). De gevolgen van zijn overheersing omvatten huichelarij en leugens; oorlog, marteling en vernieling; misdaad, hebzucht en corruptie.

.

.

Satan, de tegenstrever

Pasteltekening van John Astria

.

Hoe we zijn invloed kunnen vermijden

.

De Bijbel waarschuwt: „Houdt uw zinnen bij elkaar, weest waakzaam, omdat ’uw tegenstander, de Duivel, rondgaat als een brullende leeuw, op zoek om iemand te verslinden ” ( 1 Petrus 5: 8 ). Hoewel dit een ernstig stemmende Schriftplaats is, is het geruststellend te weten dat alleen degenen die niet hun zinnen bij elkaar houden — zij die niet waakzaam blijven — „door Satan zullen worden overmeesterd” ( 2 Korintiërs 2 : 11 ).

Het is van levensbelang dat we erkennen dat Satan echt bestaat en dat we ons door God ’standvastig en sterk laten maken’. Op die manier kunnen we ons standpunt tegen Satan innemen en ons aan Gods kant opstellen ( 1 Petrus 5: 9 en 10 ).

.

.

.

.

Is God Jezus?

Standaard

categorie : religie

 

 

 

De Drievuldigheid van God en de mens

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

Is Jezus God?

 

 

 Het historische geschil

 

Het antwoord op deze vraag is het enige echte geschil rondom de historische Jezus. Geen enkele geloofwaardige schriftgeleerde ontkent tegenwoordig dat Jezus een historische persoonlijkheid was die ongeveer 2000 jaar gele-den de aarde bewandelde, opmerkelijke wonderen en goede daden verrichtte en even buiten Jeruzalem een af-schuwelijke dood stierf aan een Romeins kruis. Het emotionele debat concentreert zich in het bijzonder op de vraag of Jezus al dan niet de vleesgeworden God is die drie dagen na Zijn kruisiging uit de dood opstond.

 

 

 De enige alternatieven

 

Veel mensen hebben dit geestelijk vraagstuk “opgelost” door Jezus te aanvaarden als een goed mens, een goed leraar of een groot profeet. Maar Jezus en Zijn volgelingen gebruikten duidelijke taal toen zij verkondigden dat Hij God was :

zie Johannes 10: 30-38, Matteüs 16: 13-17, Marcus 14: 61-64, Johannes 14: 6, Hebreeën 1: 6-8, Kolossenzen 1: 15 – 19, Johannes 12: 37-41 [citaat van Jesaja 6: 1-10]).

 

 

Johannes 10: 30-38

 

30 Ik en de Vader zijn helemaal één.” 31 De Joden begonnen weer stenen aan te slepen om Hem daarmee dood te gooien. 32 Maar Jezus zei: “Ik heb laten zien wat voor geweldige dingen mijn Vader doet. Om welke van die dingen willen jullie Mij nu doden?” 33 De Joden antwoordden Hem: “We willen U niet doden vanwege de goede dingen die U doet, maar omdat U God beledigt. Want U, een mens, zegt van Uzelf dat U God bent.” 34 Jezus antwoordde hun: “Er staat toch in de Boeken: ‘Ik heb gezegd: jullie zijn goden’  ? 35 God noemt de mensen dus goden als Hij tegen hen spreekt, en we moeten ons houden aan wat er in de Boeken staat. 36 Ik ben speciaal door de Vader geroepen om naar de wereld te gaan. Waarom zeggen jullie dan dat Ik God beledig, als Ik zeg dat Ik Gods Zoon ben? 37 Als Ik níet doe wat mijn Vader zegt, geloof Mij dan maar niet. 38 Maar als Ik dat wél doe en jullie Mij toch niet geloven, geloof dan de dingen die Ik doe. Dan zullen jullie moeten toegeven dat de Vader één met Mij is en Ik één ben met de Vader.”

 

 

Matteüs 16: 13-17

 

13 Ze kwamen in de buurt van de stad Cesarea Filippi. Daar vroeg Hij aan zijn leerlingen: “Wat zeggen de men-sen over de Mensenzoon? Wie ben Ik volgens hen?” 14 Ze antwoordden: “Sommige mensen zeggen dat U Jo-hannes de Doper bent. Andere mensen zeggen de profeet Elia  . Weer andere mensen zeggen Jeremia, of één van de andere profeten.” 15 Maar Jezus zei tegen hen: “Maar Wie ben Ik volgens júllie?” 16 Simon Petrus ant-woordde: “U bent de Messias, de Zoon van de levende God.” 17 Jezus antwoordde: “Simon, zoon van Jona, wat heerlijk voor je dat je dit begrijpt! Want je weet dat niet doordat een mens je dat heeft laten zien. Maar mijn hemelse Vader heeft jou dat laten zien.

 

 

Marcus 14: 61-64

 

61 Maar Jezus zweeg en gaf geen antwoord. Toen vroeg de Hogepriester Hem weer: “Ben Jij de Messias, de Zoon van de Gezegende God?” 62 Jezus zei: “IK BEN  het. En u zal de Mensenzoon zien als Hij naast de Almach-tige God zit en op de wolken komt.” 63 De hogepriester riep uit: “We hebben verder geen beschuldigingen meer nodig! 64 Jullie hebben zelf gehoord dat Hij God heeft beledigd! Wat vinden jullie?” En ze vonden allemaal dat Hij de doodstraf moest krijgen.

 

 

Johannes 14: 6

 

6 Jezus zei tegen hem: “IK BEN  de weg en de waarheid en het leven. Alleen door Mij kun je bij de Vader komen. 7 Als jullie Mij kenden, zouden jullie ook mijn Vader kennen. Vanaf nu kennen jullie Hem en zien jullie Hem.”

 

 

Hebreeën 1: 6 – 8

 

6 En opnieuw zegt God, op het moment dat Hij zijn eerstgeboren Zoon in de wereld brengt: “Al Gods engelen moeten Hem aanbidden.” 7 Van de engelen zegt Hij: “Zijn engelen zijn als de wind. Zijn dienaren zijn als vuur-vlammen.” 8 Maar van de Zoon zegt Hij: “God, U bent voor eeuwig Koning en U heerst volmaakt rechtvaardig.

 

 

Kolossenzen 1: 15 – 19

 

15 Jezus is de afbeelding van God. God kunnen we niet zien. Maar aan Jezus kunnen we zien wie God is. Jezus was er al vóórdat God alles maakte. 16 Want door Jezus heeft God alle dingen in de hemel en op de aarde ge-maakt: de zichtbare dingen en de onzichtbare dingen, alles wat heerst en macht heeft. Alles is door Hem en voor Hem gemaakt. 17 Hij was er eerder dan al het andere. Alle dingen bestaan door Hem. 18 Hij is het Hoofd van de gemeente en de gemeente is zijn Lichaam. Hij is het begin van alles. Hij is de eerste die uit de dood is opge-staan. Zo is Hij dus van alles de eerste. 19 Want God had besloten Zelf in Jezus te komen wonen.

 

 

Johannes 12: 37-41

 

37 De mensen hadden met eigen ogen Jezus heel veel wonderen zien doen. Maar toch geloofden ze niet in Hem. 38 Zo werd werkelijkheid wat de profeet Jesaja van tevoren had gezegd: ‘Heer, wie gelooft wat hij van mij heeft gehoord? En wie heeft werkelijk begrepen hoe machtig de Heer is?’ 39 Ze konden niet geloven, omdat Jesaja ergens anders had gezegd: 40 ‘Ik heb hun ogen blind gemaakt en hun hart koppig gemaakt. Zo kunnen hun ogen het niet zien en kan hun hart het niet begrijpen. Daardoor zullen ze niet bij Mij terugkomen en zal Ik hen niet genezen.’ 41 Dit had Jesaja gezegd omdat hij tóen al had gezien hoe goed en machtig God is. Hij sprak toen over Jezus.

 

 

De ware- en de Valse Drievuldigheid

 

Pasteltekening van John astria

 

 

Daarom is elke mogelijke intellectuele compromis die Jezus een “goed mens” noemt logisch gezien inconsequent. Waarom? Omdat er feitelijk slechts drie werkelijke alternatieven zijn voor de identiteit van Jezus Christus. Hij is een leugenaar, een gek of onze Heer en God. Omdat Jezus beweerde God te zijn, zijn Zijn beweringen of waar, of onwaar. Als ze onwaar zijn, dan moet Hij dus een leugenaar zijn geweest, die de massa’s met opzet misleidde. Of Hij was een gek die oprecht geloofde dat Hij zelf God was, maar in werkelijk slechts een gewoon mens was.

Maar als Jezus een “goed mens” was, wat volgens de meeste mensen waar is, hoe kon Hij dan tegelijkertijd goed en gek zijn, of goed en een leugenaar? Er bestaat maar één logisch consequent alternatief: Hij moet de waarheid verteld hebben over Zijn identiteit. Naast de logische onverenigbaarheid toont het opmerkelijke historische en archeologische bewijs, samen met het bewijs uit de manuscripten, dat Jezus geen leugenaar en ook geen gek was. Nogmaals, de enige overgebleven positie is dat Zijn bewering waar was. Jezus is Heer en God.

 

 

De mens in geloof

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

Het enige nog resterende alternatief is dat Jezus slechts een legende of een mythe was. Het is erg onwaarschijn-lijk dat de beweringen van Jezus slechts legendarisch van aard zijn. Er was gewoonweg niet voldoende tijd voor de ontwikkeling van fabelachtige verhalen die de werkelijkheid konden vervangen. We weten nu bijvoorbeeld dat de Evangeliën zo’n 30 tot 50 jaar na de kruisiging van Jezus werden geschreven. We kunnen nu zelfs enkele van de vroege christelijke geloofsbelijdenissen, waarin het leven, de dood en de opstanding van Jezus worden ver-kondigd, dateren tot ongeveer 3 tot 10 jaar na Zijn kruisiging. Hieronder bevinden zich de brieven van Paulus aan de Korintiërs, de Romeinen en de Galaten.

Tenslotte, als de bewering van Jezus dat Hij God was slechts een mythe was, dan zouden de vroege Joodse tegenstanders van het christendom zeer zeker gebruik hebben gemaakt van het simpele feit dat deze dingen nooit werkelijk hadden plaatsgevonden. Maar in tegenstelling tot moderne sceptici ontkenden de Joodse rabbijnen nooit de bewering van Jezus dat Hij God was. In plaats daarvan noemden zij Hem een leugenaar en berechtten zij Hem wegens godslastering.

 

 

 Het enige mogelijke antwoord

 

Als jij jezelf al deze vragen hebt gesteld, al het bewijs hebt gewogen en alle argumenten hebt beproefd, zul je ui-teindelijk oog in oog staan met deze vraag. In Matteüs 16:15 zei Jezus het als volgt, “‘En wie ben ik volgens jullie?’ ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus.” Wat is jouw antwoord?

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

De mens en kledij

Standaard

categorie : mode en kledij

 

 

 

 

 

 

Kledij is belangrijk

 

De mens wordt naakt geboren, maar krijgt meteen een dekentje rond gewikkeld en tegenwoordig krijgt een pasgeboren baby dadelijk de eerste kleedjes aangetrokken die door de ouders werden meegebracht. Kledij heeft hier een dubbele functie: het biedt het pasgeboren kindje bescherming tegen de koude en het kan gezien worden als een verwelkomingsritueel.

Kledij beschermt de mens niet alleen tegen de kou of tegen schaamtegevoelens, maar onderscheidt mensen ook van elkaar. Kleding biedt groepsonderscheid wat men ziet bij sportteams, schooluniformen en jeugdverenigingen. Er is ook aparte kleding voor rechters, advocaten, soldaten, verpleegkundigen, bouwvakkers, etc.

Bovendien bestaat er ook gelegenheidskleding voor bruiloften, begrafenissen en vakantie. In de kerk is er ook liturgische kleding en hebben verschillende kleuren een eigen betekenis. Kleren maken de man. Kleding is heel belangrijk als je alleen al nagaat hoeveel spreekwoorden en gezegden er bestaan in verband met een hoed, pet, das, hemd, jas, broek, sokken of schoenen.

Kledij heeft doorheen de geschiedenis een functionele evolutie doorgemaakt waarbij het niet langer de beschermende factor tegen koude en andere weersomstandigheden is die primeert. Kledij is in de huidige westerse samenleving een uithangbord van de persoon geworden. In de straten en op school worden we geconfronteerd met de meest uiteenlopende klederdrachten.

We bemerken onmiddellijk een diversiteit aan stijlen. Mensen experimenteren met kledij, schoenen, juwelen en de gekste gadgets die ze vinden in modebladen, affiches langs de weg, etalages van de meest hippe of exclusieve winkels. Achter elke stijl kan een bepaalde levenswijze schuilgaan waarmee de persoon zich vereenzelvigt, al hoeft dat niet altijd zo te zijn.

 

 

 

 

 

Jongeren en kledij

 

Met kleding die bij je past, kun je jezelf zijn. Dat besef begint al op jonge leeftijd. Nadenken over het uiterlijk doet iedereen.  Op school wordt men dikwijls op zijn uiterlijk beoordeeld. Het zijn meestal de kinderen die mooie kleren aan hebben die de groep leiden. Zij zijn ‘stoer’ en ‘cool’.

Jongens proberen heel erg op te vallen. Dat doen ze voor de meiden. De meiden proberen ook heel erg op te vallen. Jongeren zijn vaak sterk met hun kledij begaan. Opmerkelijk is dat binnen de vriendenkring dezelfde kledingstijl voorkomt. Om als adolescent geaccepteerd te worden binnen een bepaalde subcultuur moet er aangesloten worden bij het achterliggende van die groep.

De identiteit van de jongeren wordt grotendeels bepaald door de groep waarbinnen ze zich profileren. Er wordt van hen verwacht dat ze zich vereenzelvigen met de gangbare opinies van de groep. Jongeren bevinden zich constant in de spanning van het uniek zijn., Zich bewegen in een groep is vaak een ‘heen en weer’ tussen het eigen denken en dat van de groep. Dergelijk proces van meegaan en verzet is spanningsvol en belangrijk om zichzelf te leren kennen.

Een identiteit vormen zonder daarbij rekening te houden met de ander en het beeld dat de ander over ons heeft, is onmogelijk. Het uiterlijk van de ander zet (on)bewust aan tot het vormen van vooroordelen tegenover die persoon. Zo zie je bij jongeren dat de ene subcultuur de leden van een andere subcultuur vaak beschouwt als helemaal anders en zelfs als onverstaanbaar, tegenstrijdig en minderwaardig. Identiteitsbepaling door middel van kledij bevat een dubbel proces: een positieve identificatie met de ene subcultuur en een negatieve identificatie met de andere subcultuur, waarvan men zich absoluut wil onderscheiden.

 

 

 

 

 

 

 

Religie en kledij

 

Ook tussen religie en kledij is er een nauwe band. Denken we maar aan de burka’s of de hoofddoek, het traditionele kleed dat moslimmannen ook hier in Vlaanderen vaak dragen, aan het zwarte pak met boordje waaraan het meisje in de Coca-Cola-reclame in de aantrekkelijke surfer meteen een priester herkende. Door middel van kledij gaat men zich hier identificeren met de religieuze gemeenschap waartoe men behoort en zich onderscheiden van de anderen.

Dit zorgt al eens voor problemen. Denken we maar aan de hoofddoekenkwestie die in verschillende westerse landen op dit moment met pieken en dalen aan de orde van de dag is. Maar ook binnen religieuze gemeenschappen kan kledij gebruikt worden om zich te onderscheiden. Bijvoorbeeld de verschillende klederdracht van broeder- en zustergemeenschappen, de kledij waardoor de priester zich tijdens de liturgische dienst onderscheidt van het volk, etc.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De mode-industrie en kledij

 

Een aantal modefabrikanten doen meer dan kleding maken. Achter sommige kledingmerken zit een bepaalde filosofie. Het bekendste merk met een duidelijke boodschap is ongetwijfeld Benetton, dat op tijd en stond de wereld opschrikt met choquerende reclamecampagnes, zoals de copulerende paarden, de kussende priester en non en het met bloed doordrenkte pak van een Servische soldaat.

Maar ook de Nederlandse ontwerpster Cora Kemperman wil meer doen dan enkel en alleen kleding ontwerpen. Zij heeft de stichting Amma opgericht, een goede doelen stichting waarmee financiële hulp gegeven wordt aan de ontwikkelingslanden waar hun kledij ook voor een stuk geproduceerd wordt.

 

 

 

 

 

ECO meisjes – Amma stichting

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat zegt de Bijbel over tatoeages?

Standaard

 categorie : religie

 

 

 

 

 

 

Wat zegt de Bijbel over tatoeages?

 

In de Bijbel worden tatoeages maar één keer genoemd, in Leviticus 19:28, waar staat:

 

„Gij moogt geen tatoeagetekens bij u aanbrengen.”

 

God gaf dit gebod aan het volk Israël en zonderde het daarmee af van de omringende volken die in hun huid tekens aanbrachten met de namen of de symbolen van hun goden (Deuteronomium 14:2). Hoewel de Wet die aan Israël werd gegeven niet bindend is voor christenen, is het de moeite waard om goed na te denken over het principe achter dit gebod.

 

 

Zijn tatoeages en bodyart iets voor christenen?

 

De volgende Bijbelteksten kunnen een hulp zijn bij het nemen van een beslissing:

  • 1 Timotheüs 2:9 geeft vrouwen de raad zich ’met bescheidenheid te sieren’. Maar dat principe geldt ook voor mannen. Het is goed om respect te hebben voor de gevoelens van anderen en geen ongepaste aandacht op onszelf te richten.

  • Sommigen willen met een tatoeage hun identiteit of onafhankelijkheid laten zien. Anderen nemen een tatoeage om duidelijk te maken dat ze zelf bepalen wat ze met hun lichaam doen. Maar christenen krijgen in Romeinen 12:1de aansporing: ’Bied uw lichaam aan als een slachtoffer dat levend, heilig en God welgevallig is, een heilige dienst met uw denkvermogen.’ Het is goed om dat denkvermogen te gebruiken om te analyseren waarom je een tatoeage wilt. Als je er een rage mee wilt volgen of wilt laten zien dat je bij een bepaalde groep hoort, bedenk dan dat je mening misschien minder blijvend is dan de tatoeage. Het onderzoeken van je motieven kan je helpen een verstandige beslissing te nemen (Spreuken 4:7).

  • „Ieder die haastig is, stuurt waarlijk aan op gebrek” (Spreuken 21:5). De beslissing om een tatoeage te nemen wordt vaak impulsief genomen, terwijl het langetermijngevolgen kan hebben voor je relaties en je werk. Ook kan het duur en pijnlijk zijn om een tatoeage weer te laten verwijderen. Onderzoek — en het feit dat klinieken waar tatoeages worden verwijderd zo goed lopen — laat zien dat veel mensen die een tatoeage hebben genomen, er uiteindelijk spijt van hebben.

 

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget