Tagarchief: oranje

Wagneriet

Standaard

categorie : Sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

.

.

Algemeen

.

.Wagneriet is een vrij onbekend mineraal. Het komt voor in verschillende tinten geel, bruin, roze, oranje of groen, met her en der glanzende metalige vlakken. Wagneriet is verwant aan apatiet; door verwering verandert wagneriet langzaam in dat mineraal. Wagneriet wordt gevonden in verschillende landen, onder meer Verenigde Staten, Noorwegen, Duitsland, Oostenrijk, Italië, Spanje, Portugal en Rusland.

Het is een fluorfosfaat, waardoor het een belangrijke rol speelt in de edelsteentherapie. Het gaat daarbij vooral om de rozerode variant. We schrijven wagneriet graag voor bij stress en burn-out, omdat deze steen je terugbrengt bij jezelf.

.

.

.

.

Herkomst van de naam

.

Wagneriet is vernoemd naar de Duitse mijndirecteur F.M. von Wagner (1768-1851). De steen was al eerder bekend, maar werd pas erkend als zelfstandig mineraal toen het in 1821 in Duitsland en Oostenrijk werd gevonden. In Noorwegen staat het mineraal bekend als kjerulfin, een vernoeming naar de Noorse geoloog Theodoor Kjerulf (1825-1888).

.

.

.

.

Wagneriet door de eeuwen heen

.

Als fosfaat werd en wordt wagneriet in Scandinavië gebruikt als kunstmest. In de Noorse provincie Telemark ligt de Kjerulfin-mijn, waar vanaf ca 1850 wagneriet (of kjerulfin, zoals de Noren zeggen) wordt gewonnen voor gebruik in de landbouw. Als heelsteen is de wagneriet pas een tiental jaren bekend.

.

.

.

.

Fysische eigenschappen

.

Wagneriet is een fluorhoudend magnesiumfosfaat. De precieze samenstelling varieert per vindplaats. Wagneriet uit de Verenigde Staten bevat mangaan en is daardoor rozerood. Wagneriet uit Noorwegen echter bevat geen mangaan en is daardoor geel-bruin.

.

.

wagneriet

.

.

Samenstelling: (Mg, Fe2+)2(PO4)F + (OH, Fe, Mn)
Hardheid: 5 – 5,5
Glans: glasachtig tot vettig
Transparantie: doorzichtig, doorschijnend tot
halfdoorschijnend (opaque)
Breuk: schelpvorming, oneffen
Splijtbaarheid: onvolkomen
Dichtheid: 3,07 – 3,14
Kristalstelsel: monoklien

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

Celestien

Standaard

categorie : sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

.

.

Kenmerken van Celestien

.

De zacht grijsblauwe celestien vormt mooie kristallen. Het mineraal wordt meestal als cluster, als bol of in eivorm aangeboden. Andere namen zijn coelestien of celestietCelestien wordt op veel plaatsen ter wereld gevonden, maar die uit Marokko en Madagaskar zijn helder blauw, de meest gewilde kleur. Celestien kan ook andere kleuren hebben: kleurloos, wit, grijs, geel, oranje, zelden rood of groen. Het is een belangrijk strontiumerts. Het strontium uit celestien wordt gebruikt voor de rode kleur van vuurwerk en noodvuurpijlen. In de edelsteentherapie wordt celestien nog niet zo lang gebruikt.

Aan het eind van de 18e eeuw was celestien vooral in gebruik als strontiumerts. De strontium was belangrijk voor de suikerproductie uit suikerbieten. Tegenwoordig wordt celestien vooral toegepast in de staalindustrie. Het is een middel om zwavel en fosfor te verwijderen en staal harder te maken. Daarnaast is celestien belangrijk voor het maken van gekleurd glas, en voor het vervaardigen van elektrobatterijen. In Amerika ligt een plaatsje genaamd Celestine, in de staat Indiana. Deze plaats is vernoemd naar Paus Celestinus V, maar toevallig zijn in de omgeving ook celestienmijnen.

.

.

celestien cluster

.

.

.

Herkomst van de naam

.

De naam ‘celestien’ komt uit het Duitsr Zölestin, dat is afgeleid van Latijn coelestis (‘hemels, met de kleur van de hemel’). Dat verklaart ook de alternatieve naam coelestien. Celestien heet in Duitsland ook wel Schätzit, wellicht naar Duits Schatz (‘schat, schatkist, lieveling’).

.

.

celestien hangers

.

.

Door de eeuwen heen

.

Celestien is gevormd in het geologische tijdperk Tertiair, ongeveer 65 miljoen jaar geleden, in holtes en scheuren in afzettingsgesteente. De Romeinen zouden de naam aqua-aura voor dit kristal gebruikt hebben. Tegenwoordig echter wordt de naam aqua-aura gebruikt voor bergkristal dat door een goudinfusie blauw gekleurd is. In China werd celestien gebruikt bij het maken van vuurwerk. Men wist daar al dat verpulverde celestien in vuur mooi rode vlammen geeft. Dit is een gevolg van het vele strontium in de steen.

De celestien heeft zijn naam pas sinds de 18e eeuw. De Duitse scheikundige Martin Heinrich Klaproth (1743-1817) heeft dit mineraal chemisch geanalyseerd, maar zijn landgenoot mineraloog Abraham Gotlob Werner(1749-1817) beschreef het mineraal in 1798 en gaf het zijn naam. Aan het eind van de 18e eeuw was celestien vooral in ge- bruik als strontiumerts. De strontium was belangrijk voor de suikerproductie uit suikerbieten.

Tegenwoordig wordt celestien vooral toegepast in de staalindustrie. Het is een middel om zwavel en fosfor te verwijderen en staal harder te maken. Daarnaast is celestien belangrijk voor het maken van gekleurd glas, en voor het vervaardigen van elektrobatterijen. In Amerika ligt een plaatsje genaamd Celestine, in de staat Indiana. Deze plaats is vernoemd naar Paus Celestinus V, maar toevallig zijn in de omgeving ook celestienmijnen.

.

.

celestien trommelsteen

.

.

.

Spiritueel

.

* Celestien leert je vertrouwen te hebben, alles komt goed. Het maakt je ervan bewust dat je onderdeel bent van een groter geheel. Regelmatig met celestien werken versnelt je spirituele ontwikkeling, opent je Derde Oog en kruinchakra.

* Dit mineraal is kalmerend, geeft rust, en scherpt je focus. Het maakt tevreden en geeft een goed humeur. Nerveuze spanningen, somberheid en beklemming lossen op als je een celestien cluster in je woonruimte plaatst, bij voorkeur op een spiegel.

*Angsten voor het onbekende, voor de toekomst, voor het volwassen worden en alles wat daarbij komt kijken, zoals zelfstandig wonen en seksualiteit, verminderen beduidend bij het dragen van celestien.

.

.

celestien bol

.

.

Chemische samenstelling

.

Celestien is een strontiumsulfaat. De geliefde kleur blauw wordt veroorzaakt door een beetje goud. Als de kleur meer naar geel, oranje of bruin neigt, zal de celestien een hoeveelheid barium bevatten. Echt geel wordt door zwavel veroorzaakt. De blauwe kleur kan door röntgenstraling intenser gemaakt worden. Door verhitting verliest celestien haar kleur. In de buurt van celestien worden ook altijd bariet, anhydriet, gips en haliet gevonden. Het is zelfs zo dat barium de strontium in celestien kan vervangen. In sommige celestien kristallen loopt het bariumgehalte op tot wel een kwart van het totaal.

.

Samenstelling: SrSO4 + Ba, Ca (+ Au, K). Bariet heeft als formule BaSO4
Hardheid: 3 – 3,5
Glans: glasglans. vetglans, op breukvlakken ook parelmoerglans
Transparantie: transparant, doorzichtig tot doorschijnend
Breuk: onregelmatig
Splijtbaarheid: perfect
Dichtheid: 3,96 – 4,0
Kristalstelsel: rombisch

.

.

celestien trommelstenen

.

.

.

.

witte celestien

.

.

.

.

celestien geode

.

.

voorpagina openbaring a4

.

.

pijl-omlaag-illustraties_430109

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

Gyrasol opaal

Standaard

categorie :  Sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

 

 

Algemene informatie

 

Een opaal kan kleurloos, wit, zwart, roze, oranje en sterk iriserend zijn. De steen is doorzichtig tot doorschijnend en heeft een glas- tot harsachtige glans. Er bestaan verschillende soorten vaak afhankelijk van kleur, bijvoorbeeld:

 

 

 

hyaliet (kleurloos)

.

 

 

 

 

cacholong (wit)

.

 

 

 

 

vuuropaal (oranje met parelmoerglans)

.

 

 

 

 

edelopaal (sterk iriserend)

.

 

 

 

 

Andes opaal

.

 

 

 

 

gyrasol opaal

.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

chrysopaal

.

 

 

 

 

Dendriet opaal heeft insluitsels en wordt ook wel merliniet genoemd

.

 

 

 

 

Opaliet of opaline is synthetische opaal

.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Oranje springzaad : Impatiens capensis

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

 

 

Goed te herkennen aan
de oranje, gespoorde, hangende bloemen met roodachtige vlekken

 

 

 

 

 

Algemeen

 

Oranje springzaad is een eenjarige plant, die groeit op natte, voedselrijke grond in loofbossen en langs rivieren. Ze is (nu nog) zeer zeldzaam in de Lage Landen.

 

 

 

 

 

Bloem

 

Ze bloeit vanaf juli tot en met oktober en kan tot 150 cm hoog worden. De bloemen staan met 2 tot 5 bij elkaar in een tros in de bladoksels. De kroonbladen zijn oranje met roodachtige vlekken. Het onderste kelkblad is zakvormig vergroeid, heeft de kleur van de bloem en een terug gekromd spoor. Aan het eind van de bloemsteel, bovenop de bloem zitten de twee andere kleinere kelkbladen.

 

 

 

 

 

 

Vergelijkbare soorten

 

 

klein springzaad : lichtgele kleine bloemen, nagenoeg recht spoor (niet terug gekromd), rechtopstaande bloemstelen.

 

 

 

 

 

 

groot springzaad : gele bloemen, krom spoor, hangende bloemstelen.

 

 

 

 

oranje springzaad : oranje bloemen met roodachtige vlekken, krom spoor, hangende bloemstelen.

 

 

 

reuzenbalsemien : bloemkleur is een combinatie van roze/lila/paars en wit, krom spoor.

 

 

 

 

 

 

twee-kleurig springzaad : bloemkleur is een combinatie van roze/lila/paars en wit, recht spoor, recent ingeburgerd in stedelijke gebieden.

 

 

 

 

 

 

 

Algemeen

 

– balsemienfamilie (Balsaminaceae)
– eenjarig
– zeer zeldzaam
– 50 tot 150 cm

Bloem
– oranje met roodachtige vlekken
– vanaf juli t/m oktober
– tros van 2 tot 5 bloemen
– gespoord
– 2 tot 3,5 cm
– 5 kroonbladen, vergroeid
– 3 kelkbladen
– 5 meeldraden
– 1 stijl

Blad
– verspreid
– enkelvoudig
– eirond tot langwerpig
– top toegespitst
– rand grof gezaagd
– voet wigvormig
– veernervig

Stengel
– rechtop
– kaal
– rolrond

zie wilde bloemen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Realgaar

Standaard

categorie : Sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

 

 

Eigenschappen 

 

Het mineraal realgaar is een arseen-sulfide met de chemische formule AsS. Het doorzichtige tot doorschijnende oranjegele of aurora-rode tot donkerrode realgaar heeft een submetallische glans, een oranje streepkleur en de splijting is goed volgens het kristalvlak [010]. Realgaar heeft een gemiddelde dichtheid van 3,56 en de hardheid is 1,5 tot 2. Het kristalstelsel is monoklien en het mineraal is niet radioactief. Het komt in de natuur voor als korrels en als goed ontwikkelde kristallen. Realgaar lijkt op cinnaber, maar is zachter en lichter. Het zeer giftige mineraal werd vroeger gebruikt in de geneeskundeleerlooierij en de glasbereiding en tegenwoordig bij het maken van vuurwerk en pesticiden.

 

 

 

 

 

Naamgeving

 

De naam van het mineraal realgaar is afgeleid van de Arabische woorden rahj al ghar, dat “mijnpoeder” betekent; dit omdat het een mineraal was dat in de zilvermijnen werd aangetroffen.

 

 

 

 

 

 

Voorkomen

 

Realgaar is een algemeen voorkomend mineraal in hydrothermale arseen-antimoonertsen. Hier wordt realgaar (70% arseen) gevormd door de ontleding van andere arseenhoudende mineralen, zoals arsenopyriet. De type- locatie is de Zarshuran mijn, Azarbayjan-e KhavariTakab (Takan Tepe), Iran. Het mineraal wordt verder gevonden in DuranusAlpes-MaritimesFrankrijk, in de provincie Hunan het huidige China en in Allchar RoszdanMacedonië.

 

 

 

 

 

Realgaar
Realgar-Calcite-37467.jpg
Mineraal
Chemische formule AsS of As4S4
Kleur Oranjegeel tot donkerrood
Streepkleur Oranje
Hardheid 1,5 tot 3
Gemiddelde dichtheid 6 kg/dm3
Glans Submetallisch
Opaciteit Doorzichtig tot doorschijnend
Splijting [010] Goed
Kristaloptiek
Kristalstelsel Monoklien
Bijzondere kenmerken Zeer giftig

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Flogopiet

Standaard

categorie :  Sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

 

 

 

Algemene informatie

 

Flogopiet, ook wel magnesium mica genoemd, is een aluminium houdend mineraal dat tot de mica familie van de fylosilicaten behoort. De doorzichtig tot doorschijnende kristallen zijn kleurloos tot roodbruin, oranje, geel of groen van kleur, met een parelachtige glans.

Het mineraal heeft een witte streepkleur. Het kristalstelsel is monoklien en de splijting is perfect volgens kristalvlak [001]. De gemiddelde dichtheid is 2,8 en de hardheid is 2 tot 2,5. Zoals meer mica’s, is flogopiet zwak radioactief.

 

 

 

 

 

Etymologie

 

De naam flogopiet is afgeleid van het Griekse phlogopos, wat ‘lijkend op vuur’ betekent.

 

 

 

 

 

Vindplaats

 

Flogopiet wordt onder andere in Groenland, Rusland, Canada en de VS gevonden.

 

 

 

 

 

Chemische eigenschappen

 

samenstelling: KMg3AlSi3O10F(OH)

hardheid: 2 – 2,5

dichtheid: 2,8

 

 

Mineraal
Chemische formule KMg3AlSi3O10F(OH)
Kleur Bruin, grijs, groen, geel of roodbruin
Streepkleur Wit
Hardheid 2 – 2,5
Gemiddelde dichtheid 2,8 kg/dm3
Glans Parelglans
Opaciteit Doorzichtig tot doorschijnend
Splijting [001] Perfect
Kristaloptiek
Kristalstelsel Monoklien

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bleekgele droogbloem : Gnaphalium luteo-album

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

 

 

Goed te herkennen aan
– de witte viltige beharing van bladeren en stengels en
– de gele tot oranje bloemhoofdjes, die in dichte kluwens staan

 

 

 

 

 

Algemeen

 

Bleekgele droogbloem is een een- of tweejarige plant van 5 tot 30 (50) cm hoog die vrij algemeen voorkomend is.  Ze groeit op open, vochtige tot natte, kalk- en/of voedselrijke zandgrond, vooral in duinvalleien, op zandplaten en in afgravingen, ook op stenige plaatsen.

 

 

 

 

 

Bloem

 

Bleekgele droogbloem bloeit vanaf juli tot en met oktober met bloemhoofdjes, die in dichte kluwens staan aan het einde van de hoofd- en zijstengels. De hoofdjes bestaan enkel uit gele tot oranje buisbloemen, ze hebben geen straalbloemen. Het omwindsel bestaat uit witte of gelige, droogvliezige, glanzende omwindselbladen. Dat maakt de plant aantrekkelijk in gedroogde vorm.

 

 

 

 

 

Blad en stengel

 

Bladeren en stengels zijn wit viltig behaard, wat de plant beschermd tegen uitdroging door de zon. De onderste bladeren staan dicht op elkaar (het lijkt daardoor een rozet), zijn spatelvormig en hebben een stompe top. De bovenste bladeren staan verder uit elkaar, zijn lancetvormig en hebben een spitse top. Ze hebben allemaal een iets omgerolde rand.

 

 

 

 

 

 

Vergelijkbare soorten

 

bosdroogbloem : kluwens in alle bladoksels, stengel en onderkant bladeren wit viltig.

 

 

 

 

 

moerasdroogbloem : minder viltig dan bleekgele droogbloem, omwindsel bruin of geelachtig, kluwens omgeven door bladeren, die minstens 4x langer zijn dan de kluwens.

 

 

 

 

 

 

bleekgele droogbloem : dicht witte viltige beharing, ook bovenkant van de bladeren, omwindsel wit tot gelig, kluwens van volledig uitgegroeide bloeistengels omgeven door hooguit 2 kleine blaadjes.

 

dwergviltkruid : en andere viltkruiden zijn evenals de droogbloemen viltig behaard, alleen hebben ze veel kleinere bladeren.

 

 

 

 

 

 

Algemeen

 

– composietenfamilie (Asteraceae)
– eenjarig of tweejarig
– vrij algemeen tot ontbrekend
– 5 tot 30 (50) cm

Bloem
– geel, oranjeachtig
– juli t/m oktober
– hoofdjes in kluwens
– buisvormig
– 5 mm
– omwindsel droogvliezig

Blad
– verspreid
– enkelvoudig
– onderste :
– spatelvormig
– top stomp
– bovenste :
– lancetvormigvormig
– top spits
– rand gaaf of gegolfd
– voet half stengelomvattend
– 1 nervig
– viltig behaard

Stengel
– liggend of opstijgend
– viltig behaard
– rolrond

zie wildebloemen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Esmeraldiet of Lepidocrociet

Standaard

categorie :  Sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

 

 

 

Algemene informatie

 

Lepidocrociet is rood tot roodbruin van kleur en wordt gevormd bij ijzerrijke gesteenten zoals goethiet en limoniet. Het wordt ook wel esmeraldiet of hydrohematiet genoemd.

 

 

 

 

 

Etymologie

 

De naam lepidocrociet wordt gevormd door de Griekse woorden lepis (schub) en krokè (vezel)

 

 

 

 

 

Vindplaats

 

Lepidocrociet wordt gevonden in Duitsland, Frankrijk, Tsjechië en de Verenigde Staten.

 

 

 

 

 

Chemische eigenschappen

 

chemische samenstelling: γ-FeO(OH)

hardheid: 5

dichtheid: 4

 

 

 

 

 

 

Lepidocrociet
Mineraly.sk - lepidokrokit.jpg
Mineraal
Chemische formule γ-Fe3+O(OH)
Kleur Dieprood tot roodbruin
Streepkleur Oranje
Hardheid 5
Gemiddelde dichtheid 4,05 – 4,13 g/cm³
Glans Submetallisch
Opaciteit Transparant
Breuk Oneffen
Splijting [010] perfect; [100] perfect; [001] goed
Habitus Lamellair
Kristaloptiek
Kristalstelsel Orthorombisch
Ruimtegroep Amam
Eenheidscel a = 3,88 Å
b = 12,54 Å
c = 3,07 Å
Dubbele breking δ = 0,570
Overige eigenschappen
Radioactiviteit geen
Magnetisme geen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zinkiet

Standaard

categorie :  Sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

.

.

Algemene informatie

.

Zinkiet is een zink-mangaan-oxide en kan rood, bruin, oranje, geel of groen van kleur zijn. Zinkiet heeft een submetallische glans, een geeloranje streepkleur en een perfecte splijting volgens kristalvlak [0001]. De gemiddelde dichtheid is 5,56 en de hardheid is 4 tot 5. Het kristalstelsel is hexagonaal en het mineraal is niet radioactief.

.

.

.

.

Naam

.

De naam van het mineraal zinkiet is afgeleid van de chemische samenstelling; het element zink.

.

.

.

.

Vindplaats

.

Zinkiet komt o.a. uit de Verenigde Staten en Polen.

.

.

.

.

Chemische eigenschappen

.

chemische samenstelling: (Zn,Mn2+)O

hardheid: 4 – 5

gemiddelde dichtheid: 5,56

.

.

.

.

Zinkiet
Zincite.jpg
Mineraal
Chemische formule (Zn,Mn2+)O
Kleur oranje tot bruinrood
Streepkleur geeloranje
Hardheid 4 – 5
Gemiddelde dichtheid 5,56 kg/dm3
Glans submetallisch
Opaciteit doorschijnend tot subdoorschijnend
Breuk subschelpvormig
Splijting perfect, [0001]
Kristaloptiek
Kristalstelsel Hexagonaal
Brekingsindices 2,013 – 2,029
Dubbele breking 0,0160
Pleochroïsme dieprood tot geel
Bijzondere kenmerken onder opvallend licht kleurt het lichtroze-bruin met sterke rode tot gele interne reflecties

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

Crocoiet

Standaard

categorie : Sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

 

 

 

Algemene informatie

 

Crocoiet is een lood-chromaat. De veel gevonden kristallen zijn licht doorschijnend en geel, oranje of rood van kleur, vaak typisch saffraankleurig.  Crocoiet heeft een diamantglans, een geeloranje streepkleur en het mineraal kent een duidelijke splijting volgens het kristalvlak [110] en een onduidelijke volgens [100] en [001]. Het kristalstelsel is monoklien. Crocoiet heeft een gemiddelde dichtheid van 6, de hardheid is 2,5 tot 3 en het mineraal is niet radioactief.

 

 

.

.

.

Etymologie

 

Crocoiet is afgeleid van het Griekse krókos, wat krokus of saffraan betekent, vernoemd naar de saffraankleur.

 

 

.

.

.

Vindplaats

 

Crocoiet wordt van oorsprong gevonden in Tasmanië, daarnaast in Duitsland, Rusland, Brazilië, Zuid-Afrika en de VS.

 

 

 

 

.

Chemische eigenschappen

 

samenstelling: PbCrO4

hardheid: 2,5 – 3

dichtheid: 6,1

 

 

 

 

 

Crocoiet
Crocoite2.jpg
Mineraal
Chemische formule PbCrO4
Kleur Geel, oranje, rood; typisch saffraankleurig
Streepkleur Geeloranje
Hardheid 2,5 tot 3
Gemiddelde dichtheid 6 kg/dm3
Glans Diamant
Opaciteit Doorschijnend
Breuk Sectiel
Splijting Duidelijk, [110] ; onduidelijk, [100] & [001]
Kristaloptiek
Kristalstelsel monoklien
Brekingsindices 2,31 – 2,66
Dubbele breking 0,3500
Pleochroïsme Geen