Category, categorie: The Bible explained/De Bijbel uitgelegd: video
.
.
Amos 1-4 • Judgement on Israel’s neighbors and Israel herself
.
Amos 1-4 . Oordeel over Israëls buren en Israël zelf
.
Paul LeBoutillier
.
.


.
.


.
Pasteltekening van John Astria
.
Clinochloor is een groep edelstenen welke groen, grijs, geel, paars, wit of kleurloos kunnen zijn. Een aantal varian-ten van clinochloor zijn serafiniet (diep groen met zilverkleurige patronen die het licht weerkaatsen en dus een glanzend effect geven), kammereriet (paars), cookeiet en chloriet.
Clinochloor komt van de Griekse woorden klino, wat schuin, en chloros, wat groen betekent.
Samenstelling: (Mg,Fe++)5Al(Si3Al)O10(OH)8
hardheid: 2- 2,5
dichtheid: 2,55 – 2,75
.
.
.
.
.
| Een Italiaanse Amerikaan die in Californië woonde gaf aan zijn engelbewaarder dikwijls de opdracht allerlei boodschappen over te brengen aan Pater Pio. Op een dag, na de biecht, vroeg hij aan Pater Pio of hij echt hoorde wat zijn engel hem zei. “Wat, antwoordde Pater Pio, meen je dat ik doof ben?” Pater Pio zei dat hij de laatste dagen zijn engelbewaarder had leren kennen. |
| Pater Lin vertelde dat hij zijn engelbewaarder bad, om met de tussenkomst van Pater Pio een gunst te bekomen voor een dame die zeer ziek was. Daar het de priester Lin voor kwam dat de zieke niet beter werd, zei hij aan Pater Pio: “Ik heb tot mijn engelbewaarder gebeden, zoals deze dame mij gevraagd heeft te doen; is het mogelijk dat de engel niets gedaan heeft?” Pater Pio antwoordde: “Geloof je dat de engel even ongehoorzaam is als jij en ik?” |
| Op zijn beurt vertelde pater Eusebio dat hij naar Londen gevlogen was tegen de zin van Pater Pio. Welnu, het ogenblik dat het vliegtuig het Kanaal overvloog brak een hevig onweer los. Doodsbang sprak pater Eusebio een akte van berouw uit, en totaal ontdaan, zond hij zijn engelbewaarder naar Pater Pio. Van zodra pater Eusebio terug thuiskwam in San Giovanni Rotondo, ging hij bij Pater Pio, die hem vroeg of hij een goede reis had gehad.
Pater Eusebio antwoordde hem: “Vader, Ik ben aan de dood ontsnapt.” – “Wel, waarom gehoorzaamt u niet?” – “Maar ik heb u mijn engelbewaarder toegestuurd…” – “Gelukkig is hij op tijd gekomen!”, gaf Pater Pio hierop ten antwoord. |
| Een advocaat uit Fano (Italië) keerde naar Boulogne terug aan het stuur van zijn Fiat 1100, in het gezelschap van zijn vrouw en twee zonen. Erg vermoeid, had hij zich liever ontheven gezien van zijn taak als bestuurder, maar zijn oudste zoon sliep. Enkele kilometers verder, in de buurt van de afrit van Saint-Lazare, viel de advocaat in slaap. Op twee kilometers van Imola, schrok hij wakker en riep uit: “Wie heeft het stuur overgenomen?
Wat gebeurt er?” Zij antwoorden in koor: “.”Niets” Zijn zoon die het dichtst bij hem zat werd wakker en verklaarde geslapen te hebben. Zijn echtgenote en zijn jongste zoon verklaarden verbijsterd dat hij een eigenaardige manier van rijden aan de dag legde en rakelings andere auto’s kruiste maar op het laatste moment hen ontweek door volmaakte stuurbewegingen. De manier waarmee hij bochten nam scheen hen ook verschillend te zijn geweest. Zijn echtgenote zei hem: “Wat ons vooral opviel is dat je lang onbeweeglijk bleef en je geen antwoord gaf op onze vragen.” De man verklaarde: “Ik kon jullie vragen niet beantwoorden: ik was in slaap gevallen. Ik heb gedurende vijftien kilometer geslapen. Ik heb niets gezien, niets gehoord… Maar wie heeft dan de auto in handen genomen? Wie heeft ons voor een ongeval behoed?” Twee maanden later ging de advocaat naar San Giovanni Rotondo. Toen Pater Pio hem zag, legde hij zijn hand op de schouder en zei: “Je sliep en het is je engelbewaarder die het stuur in handen heeft genomen.” |
| Een geestesdochter van Pater Pio reed langs een landweg naar het klooster der Capucijnen, waar Pater Pio op haar wachtte. Het was winter en dikke vlokken sneeuw vielen neer, zodat de weg onberijdbaar werd. Op een gegeven ogenblik gaf de dame er zich rekenschap van dat zij niet op tijd op de afspraak zou zijn. Gedreven door een groot geloof, gaf zij haar engelbewaarder de opdracht Pater Pio te verwittigen. Wat was haar vreugde groot toen zij bij haar aankomst in het klooster de monnik lachend aan zijn venster zag. |
| Iemand vertelde: “Soms was de pater in de sacristie en begroette en omhelsde zelfs enkele vrienden of een geestelijke zoon. Ik bekeek die gelukkige met heilige afgunst en zei bij mezelf: ‘Geluksvogel!… Was ik maar in zijn plaats! Echte geluksvogel!’ Op 24 december 1958 zit ik geknield aan zijn voeten voor de biecht. Aan het einde van de biecht kijk ik naar hem en terwijl mijn hart bonst van emotie durf ik hem zeggen: ‘Pater, het is nu Kerstmis. Mag ik u gelukwensen door u te omhelzen?’
Hij glimlacht naar mij met een zachtheid die met geen pen te beschrijven is en zegt: ‘Doe het snel, mijn zoon, laat me geen tijd verliezen!’ En hij omhelsde me. Ik omhelsde hem en blij als een vogel vloog ik naar de uitgang, vervuld van hemelse vreugde. En wat te zeggen over de slagen op mijn hoofd? Elke keer, vooraleer ik vertrok uit San Giovanni Rotondo, verlangde ik een teken van bijzondere voorliefde: niet enkel zijn zegen maar ook twee klopjes op mijn hoofd als twee vaderlijke strelingen. Ik moet beklemtonen dat hij aan mij – net zoals aan een kind – altijd gaf wat ik van hem verlangde. Op een morgen waren we met velen in de sacristie van het kleine kerkje en terwijl pater Vincenzo, streng zoals altijd, luidkeels riep: ‘Niet dringen! De pater geen hand geven! Achteruit!’ werd ik bijna moedeloos en herhaalde bij mezelf: ‘Deze keer vertrek ik zonder de klopjes op mijn hoofd’. Ik wou er niet in berusten en bad tot mijn engelbewaarder dat hij mijn boodschapper zou zijn en dat hij aan pater Pio letterlijk zou zeggen: ‘Pater, ik vertrek. Ik wens de zegen en de twee klopjes op mijn hoofd zoals altijd. Één voor mij en het andere voor mijn vrouw’. ‘Opzij! Opzij!’ herhaalde pater Vincenzo nog terwijl pater Pio aanstalten maakte om weg te gaan. Ik was vol spanning. Ik keek naar hem met een gevoel van droefheid. En kijk! Hij komt dichter bij mij, glimlacht naar mij, geeft me nog eens twee klopjes en laat me zelfs zijn hand kussen. ‘Ik zou je véél klopjes geven, werkelijk véél!’ Dat is wat hij mij de eerste keer te zeggen had. |
| Een vrouw zat neer op het voorplein van de capucijnerkerk. De kerk was gesloten. Het was laat. De vrouw bad in gedachten en herhaalde: “Pater Pio, help me! Engelbewaarder, ga aan de pater zeggen dat hij mij ter hulp komt, anders sterft mijn zus!” Uit het venster boven hoorde ze de stem van de pater: “Wie roept mij op dit uur? Wat is er?” De vrouw vertelde hem over de ziekte van haar zus. Pater Pio ging in bilocatie en genas de zieke. |
| Een man zei tegen pater Pio: “Ik kan niet altijd naar u komen. Mijn salaris laat me geen ruimte voor de kosten van zulke lange reizen.” Pater Pio antwoordde: “En wie heeft je gezegd van naar hier te komen? Heb je niet je engelbewaarder? Je zegt hem wat je wenst, je zendt hem naar hier en je zal onmiddellijk het antwoord hebben”. |
| Toen pater Pio een jonge priester was schreef hij naar zijn biechtvader: “Wanneer ik ’s nachts mijn ogen sluit zie ik een sluier naar beneden komen en de hemel voor mij opengaan. En verheugd door dit visioen slaap ik met een glimlach van zoete gelukzaligheid op mijn lippen en met een volmaakte rust op mijn voorhoofd in afwachting dat de kleine kameraad uit mijn kindertijd mij komt wekken om zo samen de ochtendlijke lofprijzingen de vrije loop te laten tot vreugde van onze harten.” |
| Op een dag kwam pater Alessio bij pater Pio met brieven in zijn hand om hem iets te vragen en de pater zei hem bruusk: “Jongen, zie je niet wat ik te doen heb? Laat me met rust!” Hij was er niet goed van. Gekwetst verwijderde hij zich. Pater Pio snelde hem achterna en even later riep hij hem en zei hem: “Heb je niet gezien hoeveel engelen hier overal waren? Dat waren de engelbewaarders van mijn geestelijke zonen die me hun boodschappen kwamen brengen. Ik moest hen de antwoorden geven om die te laten overbrengen.” |
| Een dokter vroeg aan pater Pio: “Er zijn altijd veel engelen bij u. Heeft u daar geen last van?” “Nee”, antwoordde pater Pio eenvoudig, “ze zijn zó volgzaam!” |
| Een geestelijke zoon van de pater zei: “Het schijnt dat pater Pio altijd luistert naar wie hem roepen. Op een avond praatten velen over de pater zodra ze in San Giovanni Rotondo terug waren. Ze somden gewoonweg de gunsten op die ze hem wilden vragen en gaven hun engelbewaarders de opdracht hem er zo vlug mogelijk van op de hoogte te brengen. De volgende dag, na de mis, wees pater Pio hen terecht: “Deugnieten! Zelfs ’s nachts laten jullie me niet met rust!” Een glimlach verried dat dit niet echt gemeend was. Ze wisten dat hun wensen vervuld waren. |
| “Maar u, pater, hoort u wat de engel u zegt?” vroeg iemand. En pater Pio: “En geloof jij dat hij zo ongehoorzaam is als jij? Stuur me je engelbewaarder!” |
| “Het is nutteloos dat je me schrijft; ik kan immers niet antwoorden. Zend me altijd je engelbewaarder! Ik zal aan alles denken.” |
| “De engel heeft me iets meegedeeld waardoor ik je wantrouwen begrijp.” |
| “Aanroep je engelbewaarder; hij zal je verlichten en je leiden. De Heer heeft hem precies daarom naar jou gezonden. Maak daarom gebruik van zijn diensten.” |
| “Ook al is de opdracht van de engelbewaarders reeds groot, die van mijn engelbewaarder is zeker nog groter want hij moet mij uitleg geven over andere talen.” |
| “Zend je engelbewaarder; hij betaalt geen trein en verslijt geen schoenen.” |
| “Voor de alleenstaanden is er de engelbewaarder.” |
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Wist je dat ouders vaak liegen tegen hun kinderen?
Nee hoor, mama is niet verdrietig. Het gaat wel!
Nee hoor, ik ben niet boos op papa, ik ben gewoon een beetje moe.
Nee hoor, het lijkt me hartstikke leuk om vandaag naar Oma te gaan
Nu niet schat, dat doe ik straks wel even>en het dan “vergeten”
Volwassenen liegen ook door één ding te zeggen, en iets anders te doen. Spelen regelmatig een rol.
Nieuwetijdskinderen horen,voelen en weten de waarheid; horen élke dubbele bodem. Nieuwetijdskinderen luisteren niet naar je woorden, maar voelen, kijken en weten. Dit gaat razendsnel en intuïtief.
Je kunt dus maar beter niet liegen tegen je kind, het voelt meestal toch wel hoe het zit. Dat wil niet zeggen dat je geen grenzen mag stellen in dat wat je vertelt. Je mag best vertellen (in woorden die aansluiten bij het niveau van je kind) dat je verdrietig bent omdat jij en papa ruzie hebben gemaakt, maar kunt er gerust bij vertellen dat het kind zich daar geen zorgen over hoeft te maken, dat je daar zelf wel uitkomt. Grenzen stellen is prima, ook daarover straks meer.
Maar ontken niet “wat er is” want, nogmaals, je kind voelt het wél en zal zich zeer alleen voelen door je ontkenning en zal zich op den duur terugtrekken door een gebrek aan vertrouwen in je, en ik overdrijf niet als ik zeg dat dat één van de ergste dingen is die een nieuwetijdskind kan overkomen. Als je ontkent “wat er is” ontken je ook je kind’s eigenheid, zijn heldervoelendheid, zijn weten, en ontken je dus je eigen kind.
Daarmee komen we bij het 2e punt van erkennen wat er is:
.
.
Ze zien dikwijls op jonge leeftijd aura’s, soms geesten, en weten vaak intuïtief hoe andere mensen zich voelen. Ze zijn vaak veel gevoeliger dan hun ouders en kunnen je in aanraking brengen met een gevoelswereld die je of niet kent of , wat ook vaak gebeurt, in je eigen leven onderdrukt hebt.
Als je kind naar je toe komt om te praten over onderwerpen die je misschien wel doen schrikken, wees dan open en dankbaar dat je kind je in vertrouwen neemt, en laat het vertellen. Geef je kind de ruimte om te praten over energie, aura’s, de juf die verdrietig is, de oom die binnenkort dood gaat en zelfs over “opa die op bezoek komt”, ook als je je dat zelf moeilijk kunt voorstellen.
Nieuwetijdskinderen zullen vaak hun gaven gaan onderdrukken als er thuis geen plek voor is. Veel Nieuwetijdskinderen leren bijvoorbeeld na een tijd (vaak eind lagere school) af om aura’s te zien, “vergeten hoe dat moet”. Als ze merken dat je het niet aan kan dat ze praten over “opa zien” als die is overleden, omdat jij bijvoorbeeld je eigen verdriet daarmee onder ogen moet zien, zullen ze er simpelweg mee ophouden.
Maar daarmee beroof je je zelf van een groot cadeau namelijk jezelf en je kind beter leren kennen , maar ook leren over het leven na de dood en de mogelijkheid om je oude onverwerkte emoties te verwerken. Dat laatste is nog zo’n punt:
.
.
Of je nou wilt of niet, je kind zal je ermee confronteren. Vaak alleen al door er gewoon te zijn. Je herkent misschien je eigen gevoeligheid terug in het kind terwijl je dit in je zelf hebt onderdrukt. Je verdriet hierover kan ineens daarmee weer aan de oppervlakte komen, terwijl je dit diep weggestopt had. Vaak heb je zelf als kind geleerd om je aan te passen, vooral niet op te vallen.
Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg is je geleerd in je jeugd, door je ouders, door je leraren op school. Dit alles kan weer bij je omhoog komen, misschien was je het in zekere zin alweer vergeten. Indigo’s zullen je grenzen voelen en er tegen aan schoppen, Kristalkinderen zullen deze grenzen reflecteren.
Op zielsniveau heb je een contract met je kind afgesloten. Je kind komt je helpen met je lessen, en zal, volgens afspraak als het ware, deze naar boven halen als je het niet zelf doet, tenminste. Je kind komt ook om samen met jou, jouw karma dragen. Dit is iets buitengewoon liefdevols, maar kan ook buitengewoon zwaar zijn voor jou en je kind.
Als je, omdat het je te pijnlijk is om weer door je oude gevoelens heen te gaan, je kind dezelfde boodschap geeft: doe maar gewoon, pas je aan, dan ontken je niet alleen je eigen gevoeligheid en gevoelens maar ook de eigenheid van het kind. Dat wat er is!
Het benaderen van hun gedrag vanuit een karmisch perspectief kan je helpen om ze te zien op een dieper niveau. Ze zijn meer dan kinderen, ze zijn zielen met een menselijke ervaring, net als jij. Wat vraagt je kind nog meer van je?
.
.
Het is belangrijk dat je de eigenheid van je kind respecteert, ze leven in een wereld die nog niet klaar is voor ze. Dat komen ze tegen op school, in de hobby’s die ze doen, op de sportclub, muziekles etc, en bij vriendjes en vriendinnetjes en hun ouders, misschien in hun eigen familie, ooms en tantes, opa’s en oma’s.
Het klinkt logisch maar ze hebben een veilige, begripvolle en warme omgeving nodig die zich bewust is van de gevoeligheid van het kind. Het kind heeft begrip nodig, veel fysiek contact en een luisterend oor. Dit zijn kinderen die denken in beelden (wist je dat beelddenkers tot zo’n 32 beelden per seconde zien, waarbij “woorddenkers” 2-5 woorden per seconde aankunnen?
Een klein voorbeeld van waar jouw kind verschilt van een hele boel anderen, misschien ook wel van jou?) Dit zijn kinderen met een enorme liefde voor de natuur en dieren, waarmee ze vaak moeiteloos kunnen communiceren. Kinderen met een ongelooflijk hoog niveau van compassie, die verdriet voelen van anderen alsof het hun eigen is.
Ze hebben vaak jouw begeleiding nodig in het hanteren van alle emoties die op ze af komen, vaak moeten ze leren om te gaan aarden, en dit hebben ze ook van jou nodig. Ze hebben jou nodig om ze te te leren hoe ze om moeten gaan met alle emoties die op ze afkomen, op school, op de sportclub, op feestjes, op straat, of gewoon thuis. Je kunt ze hier alleen bij helpen als je weet hoe het werkt.
Vaak ben je zelf ook heel gevoelig , maar heb je nog niet geleerd jezelf af te schermen. Als dat al wel zo is. Fijn! Je kunt je kind een groot plezier doen door samen workshops o.i.d. uit te zoeken waar het kan leren om te gaan met energie en andere aspecten van begaafdheid.
Als het kind te vaak in intense situaties komt en daardoor niet genoeg bij zich zelf kan blijven (het wordt overspoeld door emoties en indrukken) zal het zich in zichzelf gaan terugtrekken, de dan enige veilige plek. Deze kinderen hebben tijd en rust nodig om te begrijpen en tot zichzelf te komen. Dat klinkt , vind ik , zeer logisch, maar is dat wel zo in deze gejaagde maatschappij die een constant spervuur van indrukken tot je laat komen?
Tijd om zich terug te trekken in eenzaamheid en stilte en contact met de natuur is erg belangrijk voor deze kinderen. Water , zij het via een douche of zwemmen is iets waar je kind meestal heel blij en rustig van word. Deze kinderen zijn heel gevoelig, maar leven in een maatschappij waar gevoeligheid en zachtheid nog vaak als zwakte gezien word, en als we niet oppassen gaan de kinderen dit zelf geloven en ontwikkelen een harde buitenkant om zich zelf te beschermen(indigo’s), of trekken zich terug (kristalkinderen).
Het kind moet dus gestimuleerd worden zich zelf te zijn en te blijven. Gevoeligheid als kracht! Je kind is een beelddenker, is creatief, out of the box, associatief, invoelend, wetend, heeft een rijk droomleven, contact met natuur, dieren en natuurwezens, ziet dikwijls Engelen en Gidsen, of voelt ze , praat met ze. Benader die (en andere die bij jouw kind horen) aspecten met liefde en bevestig ze. Vier ze zou ik willen zeggen. Ze zijn er!
Gelukkig willen nieuwetijdskinderen meestal dingen zelf doen en zelf ervaren, en weten ze intuïtief heel goed wat ze nodig hebben. Dat is dus een ideale voedingsbodem om onder jouw supervisie ZELF-vertrouwen op te bouwen. Door het kind de ruimte te geven en steeds te bevestigen in hun eigen wijsheid, ook al druist die soms in tegen jouw eigen ideeën.
Het is zó belangrijk dat je open kijkt naar je kind als de “eigenwijsheid” die het tentoonspreid tegen jouw eigen “wijsheid” indruist, en gaat voelen of de ideeën die jij zelf hebt misschien niet iets van vroeger zijn, hardnekkige beelden waar je weliswaar al heel lang vertrouwd mee bent, maar die je misschien al heel lang zonder al te veel nadenken bent gaan blijven vasthouden.
Realiseer je dat je kind hier is om alle oude visies en denkbeelden omver te gooien of te veranderen! De indigo’s met meer hardheid en vechtlust, de kristalkinderen door zachtheid te laten zien. Kijk of je een win-win situatie kunt creëren, praat met je kind over een compromis, dat zal je kind de bevestiging geven dat het een gelijkwaardige gesprekspartner is, wat het buitengewoon zal waarderen.
In alles is het volgens mij zo dat als je je kind liefdevol ondersteunt, op een manier dat het kind leert vertrouwen op zijn eigen kracht, en dus niet jouw kracht, dit het beste resultaat geeft. Waarschijnlijk moet je eerst nog je kind in bescherming nemen, bijvoorbeeld qua het nemen van tijd en rust, omdat het kind zichzelf daarin zal moeten gaan leren kennen, maar je kunt het beste meteen daarover gaan praten met je kind zodat het gaat vertrouwen op de signalen die het eigen lichaam geeft.
Zodat het zelf de situaties gaat leren herkennen die een “interne correctie” vragen. Als voorbeeld daarvan kun je ook denken aan het proces van “leren afschermen“, wat vaak eerst spelenderwijs gaat, samen, en met externe hulpmiddelen (een koepel van licht om zich heen bouwen door middel van gedachten/visualisatie), maar later omgebogen zal moeten worden naar het “eigen licht aansteken” , dus door het kind te leren contact te maken met de immense kracht die nieuwetijdskinderen in zich hebben.
Dit is een typisch voorbeeld van hoe je je kind leert zelf te vertrouwen. Komen we meteen bij een ander belangrijk punt dat je misschien gevoelsmatig al miste in bovenstaande. Wat vraagt je kind nog meer van je?
.
.
.
.
.
Je dacht natuurlijk al: “moet ik mijn kind met zijn/haar wijsheid dan maar compleet de dienst laten uitmaken. Nee toch?” Nee, inderdaad niet. Het wijze kind blijft tenslotte gewoon een kind dat o.a.van jou komt leren hoe het hier op aarde werkt. Grenzen stellen is goed, grenzen stellen moet! Je kind vraagt het van je, zal je soms ongemerkt smeken om dit te doen. Het is super belangrijk om consequent te zijn en te blijven. En vergis je niet, we weten allemaal dat dat lang niet altijd makkelijk is.
Vooral indigo kinderen zullen je soms tot bijna waanzin drijven met het over je grenzen gaan, en er zal een moment komen dat je of de moed opgeeft of te moe bent van het strijden tegen je kind (ik gebruik het woord “strijden” omdat het zo kan voelen) dat je het consequent blijven even laat varen. Niet doen! Haal diep adem, kom tot jezelf en hou vast aan die grens.
.
.
.
Ter aanvulling twee (afzonderlijke) citaten van de auteur Phoebe Lauren:
Al willen wij liefdevol en vol begrip zijn voor het “anders zijn” van onze kinderen, ze dienen zich ook te realiseren dat ze in deze wereld zo goed mogelijk moeten functioneren. Ik geloof niet dat deze kinderen moeten toestaan de regels te bepalen voor de rest van het gezin, maar ik ben wel van mening dat we ze hun eigen werkelijkheid moeten gunnen”
Zo ken ik sterrenkinderen die letterlijk een heel gezin domineren en de anderen vertellen wat ze wel en niet moeten doen. Dat kan natuurlijk alleen gebeuren als je als ouder afstand doet van jouw rechtmatige rol als gids voor je kind. Vergeet niet dat je kind misschien dan wel “hogere universele kennis” bezit, maar toch helemaal geen idee heeft hoe je je op aarde kunt redden.
.
.
Ja, je kind is een wijze oude ziel, al dan niet hoog-begaafd op zijn/haar eigen manier, maar blijft altijd een wezen dat hier komt om te leren, en zolang het een kind is heeft het jou nodig om van te leren “hoe het hier werkt”. Ja, het zijn spirituele wezens, maar ze hebben geen idee hoe een mens te zijn. En laten we eerlijk zijn, zo makkelijk is het ook niet een mens te zijn.
.
.
.
.
.
.
.
.
.






















































Raf Simons


Je spijsvertering gaat beter bij een lang gerekt lichaam dan een in elkaar hangend lichaam, je strekt je borst waar ook de longen ruimte vandaan halen en je traint je rug en nek.
De vis is een heerlijke houding om je rug eens even lekker te strekken, zorg alleen wel dat je op iets zachts ligt omdat je met je billen op je handen moet liggen en dat kan als je op de grond ligt niet prettig aanvoelen.

De yoga vishouding wordt in het Sanskriet ook wel Matsyasana genoemd. Een houding die na een lange werkdag als rustgevend ervaren kan worden. De yoga vis houding wordt vaak als oefening na de yoga schouderstand uitgevoerd. Op deze manier open je het gebied rond de nek extra en wordt de werking van de schildklier optimaal gestimuleerd.
Daarbij is het een geweldige tegengestelde oefening van de Yoga Schouderstand. Deze brengt de kin op de borst, terwijl de Yoga Vis de kruin juist naar achteren strekt. Het achter elkaar uitvoeren van tegengestelde oefeningen zorgt voor optimaal effect.
Er ontstaat bij het openen van de borst ook bij de ademhaling ruimte. Bij stressvolle situaties kan de adem heel snel gaan en hoog in de borst komen te zitten. De yoga vis geeft ruimte en rust in dit gebied. Daarnaast worden de spieren tussen de ribben gestimuleerd. Net als de borstspieren en de spieren aan de voorkant van de nek.
Verder breng je de schouders naar achteren en houd je deze laag in de yoga vis. Zo zorgt deze houding er ook voor dat er een goede houding gestimuleerd wordt. Gebieden in de nek en schouders staan er ook om bekend in drukke tijden veel spanning te verzamelen. De Yoga Vis zorgt er zo ook voor dat deze gebieden stretchen en de spanning van zich af laten glijden.

.
Goed te herkennen aan
– het indrukwekkende formaat tot 2,5 meter hoog en
– het grijze uiterlijk door de witte spinnenwebachtige beharing
.
.
Algemeen
Wegdistel is een forse, grijsgroene, stekelige, wit spinnenwebachtig behaarde plant van 0,6 tot 2,5 meter hoog. Ze groeit op open, droge, kalkrijke, stikstofrijke, omgewerkte grond. Ze is 2-, 3- of meerjarig, waarvan minstens één winter als rozet. Op warmere plekken houdt ze langer stand. Ze is vrij zeldzaam en meestal verwilderd vanuit tuinen of uitgezaaid.

Bloem
Ze bloeit van juli tot en met september met helder roze, lang gesteelde, grote bloemhoofdjes. Onder de helder roze bloemetjes zit een behaard, bolvormig omwindsel, dat bestaat uit priemvormige omwindselbladen met stekelige gele punten. De onderste staan recht af. Tussen de omwindels en bloemetjes zijn de hoofdjes sterk ingesnoerd.

.
Blad en stengel
De bladeren zijn langwerpig tot elliptisch en aan beide kanten wollig behaard. Ze worden later kaal. De bladrand is bochtig en fors stekelig getand. De stengel is boven het midden vertakt, wit spinnenwebachtig behaard en breed stekelig gevleugeld door de aflopende bladeren.
.
Toepassingen
Verschillende delen van wegdistel zijn te gebruiken; uit de zaden is distelolie te persen, dat vroeger gebruikt werd voor lampen. Het vruchtpluis en zelfs het spinrag op de bladeren en stengel kan verwerkt worden tot textiel of werd gebruikt als opvulmateriaal voor kussens. Sap van wegdistel was medicinaal in gebruik tegen aandoeningen van de gal, in hoestdrank en in preparaten tegen slecht helende wonden. En tot slot: de wortels, jonge scheuten en de bodem van nog niet bloeiende hoofdjes zijn als groente eetbaar.
.
.
Vergelijkbare soorten
De enige distel waarmee wegdistel te verwarren zou zijn is wollige distel. Beide distels hebben een opvallend behaard, groot, rond omwindsel. Het duidelijkste verschil tussen beide planten is de kleur; wegdistel is grijzig en wollige distel is groen. Daarnaast is ook de vorm van de bladeren totaal verschillend. Wegdistel heeft bladeren met een bochtige stekelige rand, terwijl wollige distel veervormig ingesneden bladeren heeft.

wollige distel
Algemeen
– composietenfamilie (Asteraceae)
– overblijvend
– vrij zeldzaam tot zeldzaam
– ook verwilderd en uitgezaaid
– 0,6 tot 2,5 meter hoog
Bloem
– helder roze
– vanaf juli t/m september
– alleenstaand hoofdje
– 3 tot 5 cm
– bolvormig, behaard omwindsel
Blad
– verspreid
– enkelvoudig
– langwerpig tot elliptisch
– top stekelpuntig
– rand bochtig stekelig getand
– voet aflopend
– veernervig
– zacht behaard
Stengel
– rechtop
– behaard
zie wildebloemen
.
Deze miniatuur is eigenlijk heel eenvoudig en heeft vele traditionele motieven. De Stem uit de hemel zegt er dit bij:
”Wat nu het volgende betreft, ‘dat een andere bol (geest) zich losmaakte uit de omtrekken van zijn eigen vorm en haar eigen knopen losmaakte’: dat is omdat die ziel de lichamelijke leden van haar woonplaats (het lichaam) achter zich laat en ook de verbinding tussen deze ledematen verlaat, op het ogenblik dat de ontbinding van deze woonplaats is aangebroken;
en ‘dat zij zich … ervan losmaakte en haar woonplaats … aan ontbinding overliet’: dat is omdat zij, wanneer zij zich … uit haar lichaam verwijdert, de plek van haar woonplaats laat instorten, wat haar … vrees inboezemt, omdat zij … het naderende oordeel van de opperste rechter tegemoet moet zien, omdat zij dan de waarde van haar werken zal inzien, op basis van het rechtvaardige oordeel van God, (de afbeelding onderaan op de miniatuur).
En hierom ook is het dat, ‘wanneer de ziel aldus ontbonden is, dat zowel lichtgevende als duistere geesten naderbij treden, die de bol (menselijke geest) vergezeld hadden zolang zij zich nog in die woonplaats bevond’: omdat op het moment van die ontbinding, wanneer de menselijke ziel zijn woonplaats verlaat, engelachtige geesten, zowel goede als slechte, in overeenstemming met de rechtvaardige en juiste beschikking van God, aanwezig zijn;
en ‘ze wachten op de losmaking, zodat ze haar, zodra zij volledig ontbonden is, met zich kunnen meevoeren’: zij wachten immers eveneens op het oordeel van de rechtvaardige rechter over deze ziel op het ogenblik van de scheiding van de ziel van haar lichaam, zodat ze haar, gescheiden van haar lichaam, naar de plek kunnen voeren waar zij zal worden geoordeeld door de opperste rechter volgens de verdiensten van haar eigen werken, net zoals het u, o mens, hierboven waarheidsgetrouw werd getoond.” (namelijk naar de duistere gebieden, de middelste afbeelding op de miniatuur, of naar de lichte gebieden, de bovenste afbeelding).
De miniatuur laat onder meer zien, hoe de vijanden waken rond het sterfbed, uit angst dat deze prooi hun nog zal ontsnappen. De aanvoerder van de duivels grijpt al naar een voet en hand van de ziel die in de vorm van een klein kind door de mond van de stervende vrouw het lichaam verlaat. Maar één der engelen die uit de hemel komt ontvangt haar zuster, de ziel, met handen die bedekt zijn door een linnen doek: een antiek gebaar van eerbied.
Tellen we de engelen die de ziel staan op te wachten dan zijn het er negen, het symbolisch getal van de koren der engelen. Bij de duivels telt men er zeven die samen erg luguber aandoen met hun witte ogen en lippen. De bovenste helft van de miniatuur toont ons de hel en de hemel; naar een van beide gaat de ziel volgens haar verdiensten.
De hel is heel traditioneel voorgesteld. Lucifer is gezeten op een draak met opengesperde muil, terwijl zijn trawanten de veroordeelde zielen in de vlammen folteren. We ontmoeten deze motieven op de voorstellingen van het laatste oordeel in de portalen van de romaanse en vroeg-gothische kathedralen.
Er zijn achtentwintig figuurtjes (4 x 7) in de hel getekend. Het bovenste gedeelte beeldt de hemel uit in twee voorstellingen. De ene beeldt het hemels paradijs uit en de andere een driehoekige stad. De zeven in gouden gewaden geklede zielen in deze stad zijn de symbolische betekenis hebben van het volmaakte getal der scheppingsdagen en van de sacramenten. Bovenaan in het midden steekt de scheppende en zegenende hand van God uit de wolken.
Ook deze miniatuur is traditioneel, maar één nieuwe bijzonderheid valt op: voor het éérst is de metaalkleur zilver duidelijk aangewend, die, zoals we in het vervolg zullen zien, wijst op het geloofslicht zolang we nog hier op aarde zijn. Het zilver zal in de volgende miniaturen steeds méér voorkomen en op de duur ook aan betekenis winnen.