Categorie archief: Kamerplanten en bloemen

Bloeiend in juni in de lage Landen : deel 2

Standaard

categorie :  Kamerplanten en bloemen

.

.

Bloeiend in juni in de Lage Landen. 

.

Elke bloem wordt in de categorie

.

” Kamerplanten en bloemen ” beschreven : zie zoeken

.

.

aardaker

.

.

Blauwe monnikskap

.

.

adderwortel

.

.

akkerdistel

.

.

akkerkers

.

.

akkerkool

.

.

akkermelkdistel

..

.

akkerwinde

.

.

basterdwederik

.

.

beemdkroon

.

.

beemdooievaarsbek

.

.

beenbreek

.

.

berganie

.

.

betonie

.

.

bezemkruiskruid

.

.

bijenorchis

.

.

bitterzoet

.

.

blauw glidkruid

.

.

blauwe zeedistel

.

.

boekweit

.

.

bolderik

.

.

bont boonkruid

.

.

bosandoorn

.

.

bosrank

.

.

brede lathyrus

.

.

duizendblad

.

.

echte valeriaan

.

.

egelboterbloem

.

.

franjekelk

.

.

geel walstro

.

.

.

geel hartje

.

.

gekroesde melkdistel

.

.

Gelderse roos

.

.

gele ganzenbloem

.

.

gele kamille

.

.

gele maskerbloem

.

.

gele monnikskap

..

.

gewone agrimonie

.

.

gewone bereklauw

.

.

gewone melkdistel

.

.

gewoon biggenkruid

.

.

grijskruid

.

.

groot kaasjeskruid

.

.

groot spiegelklokje

.

.

grote centaurie

.

.

grote egelskop

.

.

grote engelwortel

.

.

grote pimpernel

.

.

grote wederik

.

.

grote  teunisbloem

.

.

haagwinde

.

.

harig knopkruid

.

.

harig wilgenroosje

.

.

hokjespeul

.

.

hondsroos

.

.

jacobskruiskruid

.

.

kartuizer anjer

.

.

kale jonker

.

.

kattendoorn

.

.

kikkerbeet

.

.

klein kaasjeskruid

.

.

klein springzaad

.

.

klein streepzaad

.

.

klimopbremraap

.

.

knoopkruid

.

.

knopig helmkruid

.

.

koekruid

.

.

korenbloem

.

.

luzerne

.

.

moederkruid

.

.

moeraskers

.

.

moeraskruiskruid

.

.

moerasrolklaver

.

.

moerasspirea

.

.

moeraswespenorchis

.

.

muurpeper

.

.

Oostenrijkse kers

.

.

oranje havikskruid

.

.

peen

.

.

penningkruid

.

.

poelruit

.

.

puntwederik

.

.

rechte ganzerik

.

.

reuzenbereklauw

.

.

rimpelroos

.

.

schijfkamille

.

.

steenanjer

.

.

stijve klaverzuring

.

.

teer guichelheil

.

.

tripmadam

.

.

trosglidkruid

.

.

tuinbingelkruid

.

.

veldlathyrus

.

.

vijfvingerkruid

.

.

viltganzerik

.

.

vlas

.

.

vlasbekje

.

.

vogelwikke

.

.

waterkruiskruid

.

.

watermuur

.

.

waterpunge

.

.

wilde kamperfoelie

.

.

wilde weit

.

.

wilgenroosje

.

.

wit vetkruid

.

.

wilde klaver

.

.

wouw

.

.

zandblauwtje

.

.

zeeraket

.

.

zeeaster

.

.

zwarte mosterd

.

.

zwarte toorts

.

.

gewone zandraket

.

.

.

.

Bloeiend in juni in de lage Landen : deel 1

Standaard

categorie :  Kamerplanten en bloemen

.

.

Bloeiend in juni in de Lage Landen. 

.

Elke bloem wordt in de categorie

.

” Kamerplanten en bloemen ” beschreven : zie zoeken

.

.

herderstasje 

.

.

 klein tasjeskruid

.

.

kleine veldkers 

        .

.

Paardenbloem

.

.

paarse dovenetel  

.

.

slanke sleutelbloem

.

.

winterpostelein

.

.

klein kruiskruid

.

.

kluwenhoornbloem      

       

.

.

madeliefje     

.

.

vogelmuur                                     

.

.

akkerhoornbloem

.

.

kleine veldkers

        

.                      .

daslook 

.

.

deenslepelblad  

.

.

duinreigersbek

.

.

duinviooltje 

.

.

gehoornde klaverzuring   

.

.

gewone ereprijs  

.

.

gewone hoornbloem

.

.

gewone reigersbek           

   

.

.

 gewone smeerwortel

.

.

gewoon barbarakruid    

.

.

grote ereprijs

.

.

grote muur

 

.

.

 Gulden sleutelbloem

.

.

hoenderbeet

 .

.

hondsdraf

.

.

hopklaver  

.

.

 kruipend zenegroen

.

.

kruisbladwalstro 

.

.

look zonder look

.

.

overblijvende ossetong 

.

.

 pinksterbloem

.

.

raapzaad    

.

.

ronde ooievaarsbek

.

.

scherpe boterbloem   

                                                                                                                                 

.

.

tijmereprijs

.

.

voorjaarshelmkruid  

.

..

 witte dovenetel

.

.

zomerklokje 

.

.

liggende asperge

.

.

                                                       akker vergeet me nietje                                                                

.

.

akkerviooltje

.

.

avond koekoeksbloem 

.

.

basterdklaver

.

.

beekpunge  

.

.

bermooievaarsbek

.

.

bittere veldkers     

.

.

 blaartrekkende boterbloem

.

.

blaassilene 

.

.

blauwe water ereprijs

.

.

bleke klaproos   

.

.

boksdoorn

.

.

bonte wikke   

..

.

 brem

.

.

dagkoekoeksbloem  

.

.

donkere ooievaarsbek

.

.

drienerfmuur  

.

.

 echte koekoeksbloem

.

.

fluitenkruid 

.

.

geel nagelkruid

.

.

gele helmbloem

.

.

gele lis

.

.

gele morgenster   

.

.

gele plomp

.

.

gevlekt longkruid   

.

.

 gewone brunel

.

.

gewone duivenkervel 

  .     

                             .

gewone margriet   

.

.

gewone ossentong   

.

.

 gewone rolklaver

.

.

gewone vogelmelk 

.

.

 gewoon speenkruid

.

.

glad walstro 

.

.

groot streepzaad

.

.

grote klaproos  

.

.

grote ratelaar

.

.

heggenwikke  

.

.

hengel

.

.

herik 

.

.

 inkarnaatklaver

.

.

kleine klaver 

.

.

kleine ooievaarsbek

.

.

kleine pimpernel 

.

.

 kleine ratelaar

.

.

knolsteenbreek  

.

.

kromhals

.

.

lelietje van dalen 

.

.

liggende klaver

.

.

mannetjes ereprijs

.

.

melkkruid

.

.

middelste duivenkervel  

.

.

moerasvergeet-me-nietje

.

.

moeraswolfsmelk 

.

.

muizenoor

.

.

muurbloem      

.

.

muurleeuwenbek

.

.

oosterse morgenster  

.

.

phacelia

.

.

pijpbloem 

.

.

ringelwikke

.

.

robertskruid  

.

.

rode klaver

.

.

rood guichelheil 

.

.

roze winterpostelein

.

.

schijnaardbei   

.

.

schijnpapaver

.

.

slangenkruid 

.

.

slipbladige ooievaarsbek

.

.

smalle weegbree   

.

.

smalle wikke

.

.

stinkende gouwe      

.

.

 veldhondstong

.

.

veldsalie

.

.

vergeten wikke

.

.

vierzadige wikke 

.

.

viltige hoornbloem

.

.

vingerhoedskruid   

.

.

waterviolier

.

.

wede 

.

.

 weegbreezonnebloem

.

.

wilde akelei 

.

.

 wilde reseda

.

.

witte engbloem 

.

.

witte klaver

.

.

witte krodde  

.

.

 witte waterlelie

.

.

zachte ooievaarsbek   

.

.

zompvergeet-me-nietje

.

.

zwanenbloem  

.

.

zilverschoon

.

.

 Judaspenning (paars en wit)

.

.

witte Judaspenning

.

.

.

.

Penningkruid : Lysimachia nummularia

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

 

 

Goed te herkennen aan
– de 5 (soms 4)-tallige, gele, schotelvormige bloemen met eironde tot hartvormige kelkbladen en
– de vrijwel ronde bladeren in 2 rijen langs liggende stengels

 

 

 

 

 

Algemeen

 

Penningkruid is een kruipende, ’s winters groenblijvende plant, die groeit op natte tot vochtige, voedselrijke grond aan waterkanten, op grasgrond en in loofbossen. De plant is algemeen voorkomend in de Lage Landen. Ze wordt ook aangeboden als vijver- en aquariumplant, dan vaak met decoratieve gelige bladeren. Groeit ze in het water, dan komt ze niet tot bloei.

 

 

 

 

 

Bloem

 

De bloeiperiode is vanaf juni tot en met augustus. Ze bloeit met gele bloemen, die afzonderlijk op korte stengels in de bladoksels staan. De kelkbladen zijn eirond tot hartvormig (belangrijk verschil met boswederik).

 

 

 

 

 

 

 

 

Stengel

 

Penningkruid heeft tot 60 cm lange, liggende, kantige stengels, die wortels vormen op de knopen. Zo kan ze hele stukken grond bedekken.

 

 

 

 

 

Vergelijkbare soorten

 

:
:
boswederik : lijnvormige kelkbladen, eironde bladeren met spitse punt, bloemen 10-15 mm.

penningkruid : eironde tot hartvormige kelkbladen, vrijwel ronde bladeren met stompe punt, bloemen 15-30 mm.

 

 

 

boswederik

 

 

 

Algemeen

 

sleutelbloemfamilie (Primulaceae)
– overblijvend
– zeer algemeen tot vrij zeldzaam
– 10 tot 60 cm

Bloem
– geel
– vanaf juni t/m augustus
– gesteeld alleenstaand
– 1,5 tot 3 cm
– stervormig
– 5 (soms 4) kroonbladen
– krroonbladen niet vergroeid
– 5 kelkbladen
– 5, 6 of 7 meeldraden
– 1 stijl

Blad
– in 2 rijen
– enkelvoudig
– rond
– top stomp
– rand gaaf
– voet hartvormig of afgerond
– veernervig

Stengel
– kruipend
– glad en kaal
– kantig

zie wilde bloemen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Duizendblad : Achillea millefolium

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

 

 

 

Goed te herkennen aan
– de brede, platte schermen, die bestaan uit talrijke witte of roze bloemhoofdjes met 5 straalbloemen en kleiner dan 7 mm en
– de dubbel geveerde, donkergroene, geurende bladeren

 

 

 

 

 

Algemeen

 

Duizendblad is een zeer algemeen voorkomende, overblijvende plant van 15 tot 50 cm hoog. Ze heeft ondergrondse uitlopers en kan zo hele grote bestanden vormen. Ze groeit op vochtige tot droge, omgewerkte, grazige grond. Maaien wordt goed verdragen, want uit de ondergrondse wortels schieten voortdurend nieuwe bloeiende en niet bloeiende stengels omhoog.

 

 

 

 

 

 

Bloem

 

Duizendblad bloeit vanaf juni tot en met november met veel kleine witte, soms roze bloemhoofdjes, die bestaan uit (meestal) 5 straalbloemen en in het midden een aantal buisbloemen. De bloemhoofdjes staan samen in een brede, volle, platte, schermachtige bloeiwijze aan het einde van de stengel of zijstengels.

 

 

 

 

 

Toepassingen

 

De bovengrondse delen bevatten vluchtige olie, bitterstof, looistoffen en flavonoïde. Duizendblad bevordert de spijsvertering en heeft een krampstillende en ontstekingsremmende werking. In de volksgeneeskunde wordt ze uitwendig toegepast bij huidaandoeningen en verwondingen, vanwege de bloedstelpende werking. Voordat hop werd gebruikt bij de bierbereiding, gebruikte men duizendblad. Ook werden vroeger de blaadjes als groente gegeten of in de soep gedaan. Haar naam heeft duizendblad natuurlijk gekregen vanwege de in veel kleine slippen verdeelde bladeren.

 

 

 

 

 

Vergelijkbare soort

 

Wilde bertram is het makkelijkst te onderscheiden van duizendblad door de bladvorm. Duizendblad heeft dubbel geveerde bladeren, terwijl wilde bertram ongedeelde bladeren heeft. Daarnaast zijn de bloemhoofdjes van wilde bertram groter en minder talrijk per scherm en hebben ze meer witte straalbloemen. Duizendblad heeft per hoofdje meestal maar 5 straalbloemen.

 

 

wilde bertram

 

 

 

Algemeen

 

composietenfamilie (Asteraceae)
– overblijvend
– zeer algemeen voorkomend
– 15 tot 50 cm

Bloem
– witte, soms roze, straalbloemen
– geel of grijswitte buisbloemen
– vanaf juni t/m november
– scherm
– 3 tot 6 mm

Blad
– verspreid
– samengesteld
– dubbel geveerd
– top spits
– rand gezaagd of getand
– voet gevleugeld
– veernervig
– bovenkant behaard
– onderste bladeren gesteeld
– bovenste bladeren enigszins   stengelomvattend

Stengel
– rechtop
– wollig behaard
– alleen bovenaan vertakt
– rolrond of meerkantig

zie wilde bloemen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Reuzenberenklauw : Heracleum mantegazzianum

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

 

 

Goed te herkennen aan
de enorm grote, witte bloemschermen, soms tot 50 cm in doorsnede

 

 

 

 

 

Algemeen

 

De indrukwekkende reuzenberenklauw, ook wel Perzische berenklauw genoemd, is vanuit Zuidwest-Azie in de 19e eeuw naar Europa gebracht als sierplant. Op veel plaatsen is de plant verwilderd. Het is een overblijvende (vaak tweejarige) plant, die algemeen voorkomend in stedelijke gebieden. Elders is ze zeldzaam. Ze groeit op vochtige, zeer voedselrijke grond in bermen, tuinen, plantsoenen en struikgewas. Afhankelijk van de standplaats kan ze tot 3 meter hoog worden.

 

 

 

 

 

Bloem

 

Reuzenberenklauw bloeit vanaf juni tot en met september met een variabel aantal schermen witte bloemetjes. De schermen bestaan uit 50 tot 150 deelschermen. De buitenste bloemen in een deelscherm zijn vergroot en asymmetrisch. De bloemen geuren naar anijs en zijn heel aantrekkelijk voor insecten. In de winter gebruiken de insecten de plant om te overwinteren in de holle stengels.

 

 

 

 

 

Bijzonderheden

 

De grote bladeren bevatten furanocumarine, een sterk geurende, vluchtige olie die de huid overgevoelig maakt voor ultraviolette straling, waardoor ontstekingen en brandwonden ontstaan. In het vroege voorjaar, als de zaden ontkiemen, zullen door de omvang en de enorme groeikracht van de plant andere planten geen kans krijgen en ontstaat er al snel een bos. Reuzenberenklauw is nauwelijks te beteugelen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vergelijkbare soorten met witte bloemschermen

 

Er zijn veel planten met witte bloemschermen. Zie voor vergelijking en herkenning van de algemeen voorkomende soorten, die groeien in graslanden, akkers, bermen, langs heggen en bosranden de pagina “Sleutel algemene witte schermbloemigen“.

 

 

 

 

 

Algemeen


– 
schermbloemenfamilie (Apiaceae)

– overblijvend
– algemeen voorkomend
– 2 tot 3 meter

Bloem
– wit
– vanaf juni t/m september
– meervoudig scherm
– stervormig
– 8 tot 20 mm
– 5 kroonbladen, niet vergroeid
– 5 kelkbladen
– 5 meeldraden
– 1 stijl

Blad
– verspreid
– samengesteld
– veervormig oneven
– top spits
– rand getand
– voet half stengelomvattend
– veernervig
– ruw behaard

Stengel
– rechtop
– ruw behaard
– rood gevlekt
– gegroefd

zie wilde bloemen

 

 

 

 

 

 

 

 Poelruit : Thalictrum flavum

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

 

 

 

Goed te herkennen aan
de op lange, onvertakte stengels staande lichtgele, geurende pluimen van dicht op elkaar staande bloemen met lange meeldraden

 

 

 

 

 

Algemeen

 

Poelruit is een overblijvende plant, die groeit op natte, voedselrijke grond aan waterkanten, langs rivieren, in drassige graslanden, in grienden en moerassen. Ze is algemeen voorkomend in de Lage Landen.

 

 

 

 

 

Bloem

 

Poelruit bloeit in juni en juli met lichtgele, geurende pluimen. Bij nader bekijken blijken de bloeiende pluimen voornamelijk te bestaan uit lange meeldraden; die geven de pluimen hun kleur. Elke bloem heeft vier, smalle, groenig witte bloemdekbladen, die vrij snel afvallen. De knoppen zijn lichtgroen. De geurende bloemen bevatten geen nectar. Bezoekende insecten verzamelen stuifmeel en zorgen voor de bestuiving.

 

 

 

 

 

Blad

 

De bladeren zijn langer dan breed, 2- tot 3-voudig oneven geveerd. De deelblaadjes zijn handvormig en aan de onderkant grijsgroen met uitstekende nerven.

 

 

 

 

 

Toepassingen

 

Poelruit wordt in de kruidengeneeskunde gebruikt als laxeermiddel.

 

 

 

 

 

Vergelijkbare soort

 

Op afstand lijkt de bloeiwijze van moerasspirea op die van poelruit; de pluimen van moerasspirea zijn echter witter en zien er wolliger uit. De bladeren van moerasspirea zijn afgebroken oneven geveerd met langwerpige, onregelmatig gezaagde deelblaadjes. Het bovenste blad is meestal 3- tot 5-lobbig. De bladeren van poelruit zijn oneven 2- tot 3-voudig geveerd met handvormige deelblaadjes

 

 

moerasspirea

 

 

 

blad moerasspirea

 

 

 

Algemeen

 

ranonkelfamilie (Ranunculaceae)
– overblijvend
– algemeen tot zeer zeldzaam
– 45 tot 90 cm

Bloem
– lichtgeel, wit, groen
– juni en juli
– pluim
– stervormig
– 4 bloemdekbladen, niet vergroeid
– 10 tot 20 meeldraden
– 10 tot 20 stijlen

Blad
– verspreid
– samengesteld
– oneven veervormig
– 2- tot 3-voudig geveerd
– top spits
– rand gaaf
– voet wigvormig
– handnervig

Stengel
– rechtop
– kaal
– rond en geribd

zie wilde bloemen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Peen : Daucus carota

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

 

 

 

Goed te herkennen aan
– het roodpaarse bloemetje in het midden van (volgroeide)
– en de omwindselbladen met lijnvormige slippen

 

 

 

 

 

Algemeen

 

Peen is een stijf behaarde, overblijvende plant van 30 tot 90 cm hoog. Ze is zeer algemeen voorkomend in de Lage Landen. Ze groeit in vrije droge graslanden, in bermen, op dijken en in de duinen.

 

 

 

 

 

Bloem

 

Peen bloeit vanaf juni tot de herfst met witte, soms roze, platte schermen, die bestaan uit 20 tot 40 kleinere schermen. Op de plaats van het middelste kleine scherm staan meestal 1 of meer rood-paarse bloemetjes. Hierdoor is peen makkelijk te onderscheiden van de andere witte schermbloemigen.

De schermen bestaan uit kleine witte bloemetjes met 5 uitgerande kroonbladen. De buitenste bloemetjes zijn stralend en hebben ongelijke kroonbladen. Na de bloei gaan de buitenste stralen zich buigen en ontstaat een “vogelnestje”.

 

 

 

 

 

Bijzonderheden

 

De vruchtjes blijven hangen in de vacht van dieren en kunnen daardoor over grote afstanden verspreid worden. Peen is een belangrijke waardplant voor de rupsen van de koninginnenpage. De gekweekte vorm van peen heeft een vlezige oranje wortel, is minder behaard en heeft iets anders gevormde bladeren.

 

 

 

 

 

Vergelijkbare soorten met witte bloemschermen

 

Er zijn veel planten met witte bloemschermen. Zie voor vergelijking en herkenning van de (zeer) algemeen voorkomende soorten, die groeien in graslanden, akkers, bermen, langs heggen en bosranden de pagina “Sleutel algemene witte schermbloemigen“.

 

 

 

 

 

Algemeen

 

schermbloemenfamilie (Apiaceae)
– overblijvend
– zeer algemeen of vrij zeldzaam
– 30 tot 90 cm hoog

Bloem
– wit (soms roze)
– vanaf juni tot de herfst
– meervoudig scherm
– stervormig
– 1,5 tot 2 mm
– 5 kroonbladen, niet vergroeid
– 5 kelkbladen
– 5 meeldraden
– 2 stijlen

Blad
– verspreid
– samengesteld
– 2- tot 3-voudig geveerd
– top spits
– rand gaaf of gezaagd
– voet wigvormig of gevleugeld
– veernervig
– behaard

Stengel
– rechtop
– behaard

zie wilde bloemen

 

 

 

 

 

 

 

Knoopkruid : Centaurea jacea

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

 

 

Goed te herkennen aan
– de helder roze bloemenhoofdjes, die
– met buitenste, vergrote randbloemen lijken op korenbloemen,
– zonder de vergrote randbloemen op distelbloemen en
– de ongedeelde stengelbladeren tot vlak onder het bloemhoofdje

 

 

 

 

 

Algemeen

 

Knoopkruid is een overblijvende plant, die bloeit van juni tot in de herfst op droge tot vrij vochtige, matig voedselrijke, grazige grond. Ze kan tot 1,20 meter hoog worden. Knoopkruid is zeer variabel van vorm. Er bestaan verschillende ondersoorten, van elkaar te onderscheiden door de vorm en het aanhangsel van de omwindselblaadjes. Het omwindsel is heel opvallend. De omwindselblaadjes hebben een verbreed, donkerbruin tot zwart aanhangsel met een gave tot franje-achtige rand.

 

 

 

 

 

Bloem

 

De buitenste buisbloemen zijn vergroot en staan naar buiten gericht, maar kunnen ook ontbreken.
Zonder de vergrote stralende buitenste bloemen heeft bloemhoofdje wat weg van distelbloemen (linkerfoto), maar de plant is makkelijk van distels te onderscheiden vanwege het ontbreken van de voor distels kenmerkende prikkende bladeren en/of stengels.

 

 

 

 

 

Blad

 

De bovenste stengelbladeren zijn ongedeeld, de onderste bladeren veerspletig. Jonge planten zijn licht (spinragachtig) behaard.

 

 

 

 

 

Toepassingen

 

In de Middeleeuwen werd de plant gebruikt om wonden te helen, tegen aandoeningen van de urinewegen en zelfs cholera schijnt ermee bestreden te zijn.

 

 

 

 

 

Vergelijkbare soort 

 

Grote centaurie is een vergelijkbare soort. Ze heeft grotere bloemen, gedeelde stengelbladeren (ook de bovenste) en geen stengelbladeren tot vlak onder de bloem.

 

 

grote centauri

 

 

 

Algemeen

 

composietenfamilie (Asteraceae)

– overblijvend
– algemeen tot vrij zeldzaam
– 0,1 tot 1,20 meter hoog

Bloem
– helder roze buisbloemen
– vanaf juni tot in de herfst
– hoofdje
– alleenstaand
– 2 tot 6 cm

Blad
– verspreid
– enkelvoudig
– top spits
– voet gevleugeld
– netnervig
– kaal of (spinragachtig) behaard
– bovenste :
– zittend
– lancetvormig
– gave rand
– onderste :
– gesteeld
– veervormig ingesneden
– getande rand

Stengel
– rechtop
– kaal of (spinragachtig) behaard

zie wilde bloemen

 

 

 

 

 

 

 

 

De Phoenix Roebelenii of de dwergdadelplant

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

Phoenix Roebelenii komt van oorsprong uit Zuid-Oost-Azië. Deze palm blijft in vergelijking tot zijn soortgenoten vrij klein, vandaar de Nederlandse naam: Dwergdadelpalm. De plantenfamilie is Araceae.

 

 

Phoenix-roebelenii

 

 

 

Phoenix Roebelenii onderhoud:

 

Water geven

 

vochtig houdenVochtig houden

 

Phoenix Roebelenii palmen zijn echte groot verbruikers wat betreft water. De grond mag nooit uitdrogen. Indien de grond meer dan 2x droog staat, daalt de palm sterk in sierwaarde. Van nature groeien deze palmen dichtbij rivieren en schieten met hun wortels diep in de bodem opzoek naar water.

Geef gemiddeld 2 tot 3x per week water en tijdens warme zomer dagen zelfs elke dag. Pas echter wel op dat de palm niet met zijn wortels in het water staat. Controleer geregeld met een vinger in de grond of deze nog vochtig is. Wanneer de grond droger wordt kan je de Phoenix Roebelenii opnieuw water geven. De hoeveelheid water is afhankelijk van de maat pot. Hoe groter de pot, hoe meer water erin kan.

Het is daarom verstandig om de Phoenix Roebelenii een ruime pot te geven. Is de grond de volgende dag alweer droog, geef dan meer water per gietbeurt. Wanneer de Phoenix Roebelenii buiten staat zal de palm nog meer water verbruiken. Vooral op warme dagen is dagelijks water geven noodzakelijk.

 

 

 

Sproeien

 

De Phoenix Roebelenii verbruikt veel water. Door regelmatig te sproeien verliest de palm minder vocht door verdamping. Dit komt de gezondheid ten goede.

 

 

 

Standplaats

 

zonnig

 

Zonnig

 

Plaats de Phoenix Roebelenii op een zonnige standplaats. Het blad verdraagt direct zonlicht na gewenning. Ook buiten kan de palm in de volle zon staan. De middagzon kan echter beter worden vermeden. Ouder blad kan verbranden in het directe zonlicht, maar het nieuwe blad is hier prima tegen bestand. Wanneer de Phoenix Roebelenii te donker staat, zal de palm geen nieuw blad aanmaken. Plaats deze binnenplanten 1 tot 2 meter van het raam, zodat de palm minimaal 5 uur direct zonlicht ontvangt.

 

 

 

 

 

 

 

Minimale temperatuur

 

Overdag:  +/- 7 °C

‘S nachts: +/- 3 °C

 

 

 

Verpotten

 

Je kunt de Phoenix Roebelenii het beste verpotten direct na de aankoop. Omdat de Dwerg Dadelpalm veel water verbruikt is een grotere pot noodzakelijk. De kweekpot kan namelijk onvoldoende water absorberen. Gebruik een sierpot waarbij de diameter minimaal 20% breder is ten opzichte van de vorige. Hoe groter hoe beter, omdat meer grond ook meer water kan vasthouden. Daarnaast komt een grotere wortelkluit komt de gezondheid ten goede. Gebruik universele potgrond of palmgrond. Voeg alleen hydrokorrels toe indien er een drainage gat aanwezig is.

 

 

 

 

 

Voeding

 

Geef deze kamerpalm eens per week vloeibare voeding voor palmen in de groei periode. Geef nooit een overdosis, ook niet na een periode dat de palm geen voeding heeft gehad. Bemesten is niet nodig in de rustperiode (winter) en niet noodzakelijk in de herfst. Lees de gebruiksaanwijzing van de kamerplantenvoeding voor de juiste dosering.

 

 

 

Verkleurende bladeren

 

Bruine of gele bladeren (of bladpunten) komen vaak voor op de onderste bladeren van deze kamerpalm. Meestal is er niets mis met de gezondheid van de palm, maar is dit het natuurlijke proces. Bovenin vormen zich weer mooie verse groene bladeren. Indien veel bladeren, en niet alleen de onderste krans, bruin of geel worden kan dit het gevolg zijn van teveel of te weinig water.

Ook kan een plotseling overgang naar teveel direct zonlicht de oorzaak zijn. Dichtgeknepen blad is een teken van een lage luchtvochtigheid, of een tekort aan water in de grond. De V-vorm van het blad staat onder gunstige omstandigheden open. Gaat de kachel aan, dan is de kans groot dat het blad zich samen vouwt.

 

 

Phoenix_roebelenii

 

 

 

Snoeien

 

Je kunt de bruine bladpuntjes gewoon weg knippen met een schaar. Verwijder de onderste laag bladeren indien deze lelijk worden. Dit gaat het gemakkelijkst indien je de veren naar beneden buigt en vervolgens zo dicht mogelijk bij de stam het blad afsnijd. Je kunt ook een sterke snoeischaar gebruiken. Pas wel op voor de doorns. De stam kan niet afgezaagd worden bij een palm, hierdoor zal de palm sterven.

 

 

 

Vermeerderen

 

Het vermeerderen van palmen kan alleen door middel van zaaien. Dit kan lang duren, verhoog hierbij de temperatuur tot rond de 25 graden.

 

 

 

 

 

 

Bloemen

 

Het is zeldzaam dat de Phoenix Roebelenii in de woonkamer bloeit, maar het is wel mogelijk. Een palm bloeit alleen in een volwassen stadium. De Phoenix Roebelenii is een van de weinige palmen die dit kan bereiken vanwege zijn beperkte hoogte.

 

 

 

Giftig?

 

De Phoenix Roebelenii is niet giftig. Maar pas wel op voor de doorns. Deze stekels maken de plant minder geschikt wanneer er kleine kinderen bij kunnen komen.

 

 

 

Ziektes

 

Phoenix Roebelenii kan last krijgen van schild of dopluis. Verwijder aangetaste bladeren zo snel mogelijk om verspreiding te voorkomen. Vermijd besmetting met andere planten door de palm buiten te plaatsen.

 

 

 

 

 

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

 

 

Oranje havikskruid : Hieracium aurantiacum

Standaard

categorie : kamerplanten en bloemen

 

 

 

 

 

Goed te herkennen aan
de oranje bloemhoofdjes op lang behaarde stelen

 

 

 

 

 

Algemeen

 

Oranje havikskruid is een overblijvende plant, vrij algemeen voorkomend. Ze groeit op droge tot vrij vochtige, grazige plaatsen en wordt 30 tot 60 cm hoog. Ze vormt onder- en bovengrondse uitlopers en op voedzame grond kan ze erg woekeren. Ze komt oorspronkelijk uit de berggebieden van Midden-, Oost- en Noord-Europa. Als sierplant ingevoerd is ze vanuit tuinen verwilderd en inmiddels ingeburgerd.

 

 

 

 

 

Bloem

 

In juni en juli bloeit oranje havikskruid met oranje bloemhoofdjes, die uitsluitend bestaan uit lintbloemen. Degene aan de rand zijn oranje, meer naar het hart toe zijn ze oranje/geel. De onderkant van de buitenste lintbloemen is rood.

De knoppen staan met 2 tot 10 dicht bij elkaar. Als de eerste gaat bloeien staan de knoppen van de andere eronder. Zodra er meerdere gaan bloeien verlengen de bloemstelen zich iets en vormen de bloemhoofdjes een schermvormige bloeiwijze.

 

 

 

 

 

 

 

 

Blad en stengel

 

Oranje havikskruid vormt rozetten van langwerpige tot lancetvormige bladeren, die aan beide kanten bezet zijn met lange witte haren. De stengel en omwindselblaadjes hebben naast lange afstaande witte haren ook korte zwarte klierharen en nog kortere witte sterharen. Aan de stengel zitten 1 of 2 stengelbladeren, die dezelfde vorm hebben als de rozetbladeren, alleen kleiner.

 

 

 

 

 

Algemeen

 

composietenfamilie (Asteraceae)
– overblijvend
– vrij algemeen, ook als tuinplant
– 30 tot 60 cm

Bloem
– oranje lintbloemen
– juni en juli
– hoofdje
– 15 tot 25 mm

Blad
– rozet of verspreid
– enkelvoudig
– langwerpig tot lancetvormig
– top spits
– rand gaaf
– voet aflopend
– veernervig

Stengel
– rechtop
– behaard, ook met klieren

-rolrond

zie wilde bloemen