Tagarchief: planten

Aromatherapie : nuttige tips

Standaard

categorie : reiki en de aura

 

 

 

Aromatherapie tips & gebruik:

 

Etherische olie wordt op natuurlijke wijze uit sommige delen van planten gewonnen (bloemen, bladen, wortels, hout en vruchten). Deze oliën kan je verdampen en gebruiken in bad. Zij zullen evenwicht brengen in lichaam en geest.

 

 

aromatherapie

 

 

 

Massage olie zelf maken

 

Om je eigen massageolie te maken kan een basisolie of neutrale massage olie mengen met één of verschillende etherische oliën. Bewaar het mengsel op een koele & droge plek, in een goed afgesloten flesje. De meeste meng-sels zijn 6 tot 8 weken houdbaar.

 

 

Massageolie

 

Gebruik niet meer dan 30 druppels etherische olie op 100 ml basisolie of neutrale olie. Je kan 1 of meerdere (best niet meer dan 3 per mengsel) etherische oliën combineren voor een thema. Je kan best eerst kleine hoeveelheden maken om te zien of de mengeling goed werkt. Een nuttige tip = 20 druppels etherische olie is ongeveer 1ml.
Fysieke kwalen als bijv. reuma verlangen een hogere concentratie dan emotionele of psychische kwalen.

 

 

Hierbij hou je rekening met

 

Op het lichaam: meng de etherische olie met een basisolie en breng dit aan op plaats van de klacht. (zie dosering)
Emoties& psyche behandelen: verdamp de olie (of combinatie van verschillende oliën) in een geurverdamper.

Spiritueel – Energetisch: neem 30 ml basis olie (bvb zoete amandelolie), doe daar 1 druppel van elke etherische olie in. (niet meer dan 3 soorten oliën combineren voor spiritueel gebruik)

Bij een massage olie voor het gezicht of voor kleine kinderen is een dosering van 0,5% etherische olie meer als genoeg! Neem bij het maken van ieder product zorgvuldig de contra-indicaties van de gebruikte producten in acht. Let extra op met de dosering bij zwangerschap of andere ziektes.

Bij twijfel raadpleeg een arts of aromatherapeut! Loop niet in de zon na het aanbrengen van je massage olie (met etherische oliën), sommige oliën zijn fototoxisch en zouden huidirritatie kunnen veroorzaken na blootstelling aan de zon.

 

 

Verdamping

 

Een paar druppels in een geurverdamper en je huis geurt heerlijk naar sandelhout, lavendel,… Op deze manier ga je emoties en de psyche kalmeren en positief beïnvloeden.

 

 

In het bad

 

Voor een heerlijk bad neem je een glaasje melk en doe er (zie dosering) de druppels etherische olie bij. Even omroeren en deze samenstelling doe je bij het badwater als het bad volledig vol is. Géén badschuim toevoegen! Je kan de etherische olie ook mengen in wateroplosbare neutrale badolie. Het is belangrijk dat je de voorge-schreven dosering NIET overschrijdt!

 

 

Dosering in bad

 

volwassenen: maximum 15 druppels kinderen: maximum 5 druppels baby’s: maximum 1 druppel Zwangere vrou-wen mogen géén etherische olie gebruiken zonder uitdrukkelijk advies van een aromaspecialist.

 

 

Veiligheid

 

Gebruik etherische olie nooit puur op de huid. Zwangere vrouwen mogen géén etherische olie gebruiken zonder uitdrukkelijk advies van een aromaspecialist. Sommige oliën zijn fototoxisch! Bij alle etherische oliën die afkomstig zijn van de schil van citrusvruchten is het belangrijk dat men blootstelling aan zonlicht (of zonnebank) moet wor-den vermeden tot ca 12 uur na gebruik op de huid. Met citrus oliën moet altijd opgelet worden bij een gevoelige huid.

 

 

Bewaren

 

Etherische oliën verdampen snel, dus kan je ze best op een koele en droge plaats bewaren. Bewaar ze buiten bereik van kinderen en huisdieren! De meeste etherische oliën kunnen niet zonder risico ingenomen worden. Gebruik etherische oliën uitsluitend inwendig als u voldoende kennis heeft of raadpleeg een arts. Over het al-gemeen is echter de werking bij uitwendig gebruik sterker dan bij inwendig gebruik.

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

Advertentie

De bloesemremedies van Dr Bach

Standaard

categorie : Gezondheid en gezondheidsproducten

 

 

 

 

September 1936: De Twaalf Genezers & Andere Remedies

 

 

63344d9fcd2ac02374f132a90148cbf3-quotappelbloesem-quot

 

 

INLEIDING

 

Dit behandelsysteem is het meest perfecte dat sinds mensenheugenis aan de mensheid is gegeven. Het heeft de macht om ziekte te genezen en in zijn eenvoud kan het gebruikt worden in het huishouden. Het is de eenvoud, in combinatie met de alles-genezende resultaten, die het zo geweldig maken.

Er is geen wetenschap en geen kennis voor nodig. Degenen die van dit God-gezonden geschenk het meest voordeel zullen hebben zijn zij die het zo zuiver houden als het is; vrij van wetenschap, vrij van theorieën, want alles in de natuur is eenvoudig.

Dit genees-systeem, dat op Goddelijke wijze aan ons is geopenbaard, laat zien dat het onze angsten zijn, onze zorgen, onze ongerustheid en dat soort dingen, die de weg openen voor het binnenkomen van ziekte. Door onze angsten, zorgen en onrust te behandelen bevrijden we ons van onze ziekte. De Kruiden die ons gegeven zijn door de Genade van de Schepper nemen bovendien onze angsten en zorgen weg, en laten ons gelukkiger en beter achter.

Laten we al onze angsten en andere emotionele problemen achterhalen en genezen, waardoor de ziekte waar we aan lijden zal verdwijnen.

Sinds onheuglijke tijden is het al bekend dat God de preventie en de genezing van ziekte in de natuur heeft opgenomen, door middel van kruiden, planten en bomen. De remedies van de natuur  hebben bewezen boven andere gezegend te zijn in hun weldadige werk. Ze hebben de macht gekregen om alle soorten ziekte en lijden te genezen.

Bij het behandelen met deze remedies wordt geen aandacht besteed aan de aard van de ziekte. Het individu wordt behandeld, en naarmate hij beter wordt, verdwijnt de ziekte en neemt de gezondheid toe.

Iedereen weet dat dezelfde ziekte verschillende reacties teweeg kan brengen bij verschillende mensen. Het zijn deze reacties die behandeld dienen te worden, want zij leiden naar de werkelijke oorzaak.

De psyche laat de aankondiging en het verloop van de ziekte veel duidelijker zien dan het lichaam, daarom is de benadering van de psyche gekozen als leidraad voor eender welke remedie.

Bij ziekte is er een verandering in de stemming waar te nemen. Een goede waarnemer kan deze verandering vaak al opmerken voordat de ziekte de kop opsteekt. Hij kan door een gepaste behandeling voorkomen dat de ziekte ooit uitbreekt. Ook als er al enige tijd sprake is van ziekte zal de stemming van de getroffene naar de juiste remedie leiden.

Achtendertig verschillende toestanden zijn op een eenvoudige manier beschreven. Het zou niet moeilijk moeten zijn om, voor zichzelf of voor een ander, het juiste mengsel van een remedie te vinden om genezing te bewerkstelligen.

 

 

De Remedies en voor elk van hen de redenen om ze te geven

 

 

De 38 Remedies zijn in 7 categorieën ingedeeld 

1. VOOR ANGST

2. VOOR ONZEKERHEID

3. VOOR ONVOLDOENDE INTERESSE IN DE ACTUELE OMSTANDIGHEDEN

4. VOOR EENZAAMHEID

5. VOOR HEN DIE OVERGEVOELIG ZIJN VOOR INVLOEDEN EN DENKBEELDEN

6. VOOR MOEDELOOSHEID OF WANHOOP

7. VOOR TE VEEL AANDACHT VOOR ANDERMANS WELZIJN

 

 

 

bachbloesem01

 

 

 

1 : VOOR DEGENEN DIE ANGST HEBBEN

 

*ROCK ROSE

De reddende remedie. De remedie van noodgevallen voor die situaties wanneer er zelfs geen hoop lijkt te zijn. Bij ongelukken of plotselinge ziekte, of wanneer de patiënt erg bang is of doodsangst uitstaat. Of wanneer de toestand zo ernstig is dat de omstanders er heel bang van worden. Als de patiënt niet bij bewustzijn is kunnen de lippen met de remedie bevochtigd worden. Het kan ook zijn dat er nog andere remedies nodig zijn, zoals Clematis bij bewusteloosheid wat immers een diepe slaaptoestand is.

 

*MIMULUS

Angst voor aardse dingen, ziekte, pijn, ongelukken, armoede, voor het donker, om alleen te zijn, voor pech. De angsten van het leven van alledag. Deze mensen dragen hun angst stilletjes en in het geheim, ze spreken er niet vrijuit met anderen over.

 

CHERRY PLUM

Angst dat de geest overspannen raakt, dat het verstand het begeeft, angst om beangstigende en gevreesde dingen te doen, ongewild en wetend dat het fout is, maar toch komt de gedachte eraan en de impuls om het te doen.

 

ASPEN

Vage onbekende angsten, waar geen verklaring voor gegeven kan worden, geen reden. Toch kan de patiënt doodsbang zijn dat er iets vreselijks gaat gebeuren, hij weet niet wat. Deze vage, onverklaarbare angsten kunnen ’s nachts of overdag rondspoken. Wie hieraan lijdt is vaak bang om met anderen over dit probleem te praten.

 

RED CHESTNUT

Voor degenen die het moeilijk vinden om niet bezorgd te zijn over andere mensen. Vaak zijn ze ermee opgehouden om zich zorgen te maken over zichzelf, maar kunnen ze veel lijden voor degenen die hen dierbaar zijn, omdat ze dikwijls verwachten dat hen iets vervelends overkomt.

 

.

 

2 : VOOR DEGENEN DIE LIJDEN AAN ONZEKERHEID

 

*CERATO

Diegenen die onvoldoende vertrouwen in zichzelf hebben om hun eigen beslissingen te kunnen nemen.
Ze zoeken voortdurend advies van anderen en worden dikwijls misleid.

 

*SCLERANTHUS

Degenen die er zwaar onder lijden dat ze niet kunnen kiezen tussen twee dingen, omdat eerst het ene juist lijkt en dan weer het andere. Gewoonlijk zijn het rustige mensen die hun probleem alleen dragen, omdat ze niet genegen zijn het met anderen te bespreken.

 

*GENTIAN

Degenen die gemakkelijk ontmoedigd zijn. Het kan zijn dat ze goed vooruit gaan in hun ziekte, of in hun dagelijkse bezigheden, maar elke kleine vertraging of hindernis in hun vooruitgang zorgt voor twijfel en ontmoedigt hen snel.

 

GORSE

Heel diepe hopeloosheid, ze hebben het geloof opgegeven dat er nog iets voor hen gedaan kan worden.
Wanneer ze worden overgehaald, of om anderen een plezier te doen kunnen ze verschillende behandelingen proberen, terwijl ze ondertussen hun omgeving verzekeren dat er toch zo weinig hoop op verbetering is.

 

HORNBEAM

Voor degenen die het gevoel hebben dat ze niet genoeg kracht hebben, mentaal of fysiek, om de last te dragen die het leven op hun schouders heeft gelegd. De dingen van alledag lijken voor hen te zwaar om te volbrengen, hoewel ze er gewoonlijk in slagen hun taak te vervullen. Voor degenen die geloven dat er eerst iets, in lichaam of geest, versterkt moet worden, voordat ze hun werk gemakkelijk kunnen doen.

 

WILD OAT

Degenen die de bedoeling hebben om iets opvallends in hun leven te doen, die veel ervaringen willen opdoen, en genieten van alles wat voor hen mogelijk is, die het leven ten volle willen leven. Hun probleem is om te beslissen welk beroep ze zullen volgen, omdat ze ondanks hun sterke ambities geen roeping hebben die hen meer aanspreekt dan alle andere. Dit kan vertraging veroorzaken en een onbevredigd gevoel.

 

.

 

3 : ONVOLDOENDE INTERESSE IN DE ACTUELE

OMSTANDIGHEDEN

.

 

*CLEMATIS

Degenen die dromerig zijn, slaperig, niet helemaal wakker, geen grote interesse in het leven. Rustige mensen, niet echt gelukkig in hun huidige omstandigheden, leven meer in de toekomst dan in het heden, hopend op gelukkiger tijden, wanneer hun idealen misschien werkelijkheid worden. Sommigen doen als ze ziek zijn geen enkele moeite om beter te worden, en in sommige gevallen kunnen ze zelfs uitzien naar de dood, in de hoop op betere tijden, of op het weerzien met iemand van wie ze hielden en die hen ontvallen is.

 

HONEYSUCKLE

Degenen die veel in het verleden leven, misschien een tijd van groot geluk, of herinneringen aan een verloren vriend, of ambities die niet uitgekomen zijn. Zij verwachten niet meer zo gelukkig te worden als ze ooit waren.

 

WILD ROSE

Zij die schijnbaar zonder voldoende reden zich overgeven aan alles wat gebeurt, en gewoon maar door het leven heen glijden, het nemen zoals het is, zonder dat ze ook maar enige moeite doen om iets te verbeteren en een beetje vreugde te vinden. Ze hebben zich zonder te klagen overgegeven aan de moeilijkheden van het leven.

 

OLIVE

Degenen die veel geleden hebben, mentaal of fysiek, en zo uitgeput zijn en gesleten dat ze het gevoel hebben dat ze niet meer de kracht hebben om ook maar enige moeite te doen. Het dagelijks leven is voor hen zware arbeid, zonder vreugde.

 

WHITE CHESTNUT

Voor degenen die niet kunnen voorkomen dat hun hoofd volloopt met gedachten, ideeën en discussies die ze niet willen hebben. Meestal op die momenten dat ze niet genoeg interesse hebben in wat er op dat moment gebeurt om hun gedachten bezig te houden. Gedachten die hen met zorg vervullen, en die blijven of steeds terugkeren als ze net een tijdje uit het hoofd gezet zijn.

Ze lijken alsmaar rond te gaan en worden een mentale foltering. De aanwezigheid van dergelijke onplezierige gedachten verdrijft de rust en voorkomt dat men de aandacht uitsluitend bij het werk of het plezier van de dag kan houden.

 

MUSTARD

Degenen die onderhevig zijn aan perioden van neerslachtigheid of zelfs wanhoop, alsof een koude donkere wolk hen overschaduwt, en het licht en de vreugde van het leven verbergt. Soms kunnen ze onmogelijk een reden of een verklaring geven voor dergelijke aanvallen. Onder deze omstandigheden is het vrijwel onmogelijk om gelukkig of vrolijk over te komen.

 

CHESTNUT BUD

Voor degenen die niet optimaal gebruik maken van waarnemingen en ervaringen, en die er langer dan anderen over doen om de lessen van het dagelijks leven te leren. Terwijl het voor sommigen voldoende is om dingen maar één keer mee te maken, vinden zulke mensen het nodig om iets nog een keer, soms zelfs verscheidene keren mee te maken voordat ze hun les geleerd hebben.

Op die manier, en tot hun spijt, komen ze erachter dat ze dezelfde fout bij verschillende gelegenheden moeten maken, terwijl één keer genoeg had kunnen zijn, of zelfs overbodig als ze hadden gekeken hoe anderen het deden.

 

.

verschillende soorten Bachbloesems

verschillende soorten Bachbloesems

 

.

 

4 : EENZAAMHEID

 

*WATER VIOLET

Voor degenen die in gezondheid of in ziekte graag alleen zijn. Heel rustige mensen, die geluidloos rondlopen, weinig spreken, en dan nog zachtjes. Heel onafhankelijk, bekwaam en vol zelfvertrouwen. Bijna vrij van de mening van anderen. Ze zijn gereserveerd, laten mensen met rust en gaan hun eigen gang. Vaak slim en getalenteerd. Hun rust en kalmte is een zegen voor de mensen om hen heen.

 

*IMPATIENS

Voor degenen die snel zijn in denken en doen, en die willen dat alles gebeurt zonder aarzeling of uitstel. Als ze ziek zijn zien ze uit naar een haastig herstel.
Ze vinden het erg moeilijk om geduld te hebben met mensen die langzaam zijn, omdat ze dat fout vinden en tijdverspilling, en ze zetten zich op allerlei manieren in om zulke mensen sneller te maken.
Vaak hebben ze een voorkeur om alleen te werken en te denken, zodat ze alles in hun eigen tempo kunnen doen.

 

HEATHER

Voor degenen die altijd het gezelschap zoeken van wie ook maar beschikbaar is, omdat ze het nodig vinden om hun eigen zaken te bespreken met anderen, maakt niet uit met wie. Ze zijn heel ongelukkig als ze een tijdje alleen moeten zijn.

.

 

 

5 : OVERGEVOELIG VOOR INVLOEDEN EN DENKBEELDEN

 

*AGRIMONY

Voor vrolijke, opgeruimde, humoristische mensen die gek zijn op vrede, die van slag raken door onenigheid en ruzie, waardoor ze bereid zijn om heel wat op te geven om dat te voorkomen.
Hoewel ze gewoonlijk problemen hebben en gekweld zijn en rusteloos en bezorgd, geestelijk of lichamelijk, verbergen ze hun zorgen achter hun humor en hun grollen, en worden ze door velen graag tot hun vriendenkring gerekend. Vaak gebruiken ze overmatig alcohol of drugs, om zichzelf te stimuleren en te helpen hun beproevingen opgewekt te dragen.

 

*CENTAURY

Vriendelijke, rustige, zachtaardige mensen die maar al te graag anderen dienen. In hun streven overschatten ze hun kracht.
Hun wens gaat zozeer een eigen leven leiden dat ze eerder dienaren worden dan bereidwillige helpers. Hun aardige karakter leidt er toe dat ze meer dan hun eigen aandeel van het werk doen, en op die manier kunnen ze hun eigen specifieke doel in het leven voorbijlopen.

 

WALNUT

Voor hen die duidelijke idealen en ambities hebben in het leven, en ook bezig zijn ze te vervullen, maar die in uitzonderlijke gevallen in de verleiding komen om afgeleid te worden van hun eigen ideeën, doelen en werk door het enthousiasme, de overtuigingen of uitgesproken meningen van anderen.
De remedie geeft standvastigheid en bescherming tegen invloeden van buitenaf.

 

HOLLY

Voor degenen die soms overvallen worden door gedachten zoals jaloezie, afgunst, wraak, argwaan.
Voor de verschillende vormen van ergernis.
Binnen zichzelf kunnen ze veel lijden, vaak op momenten dat er geen echte reden is om ongelukkig te zijn.

 

.

 

6 : VOOR MOEDELOOSHEID OF WANHOOP

 

LARCH

Voor degenen die zichzelf als minder goed of bekwaam beschouwen dan de mensen om hen heen, die mislukking verwachten, die het gevoel hebben dat ze nooit zullen slagen, en die dus geen risico nemen of niet echt hun best doen om te slagen.

 

PINE

Voor degenen die zichzelf de schuld geven. Zelfs als ze slagen denken ze dat ze het beter hadden gekund, en ze zijn nooit tevreden met hun inspanning of met het resultaat. Ze werken hard en hebben veel te lijden onder de fouten die ze zichzelf toedichten.
Soms, als er iets fout gaat, is het de schuld van een ander, maar zelfs daarvoor zullen zij de verantwoordelijkheid opeisen.

 

ELM

Voor degenen die goed werk doen, de roeping van hun leven volgen en hopen om iets van belang te doen, en dan vaak iets dat de mensheid ten goede komt.
Soms kunnen er perioden zijn van neerslachtigheid, wanneer ze het gevoel hebben dat de taak die ze hebben ondernomen te moeilijk is, en niet binnen de macht van een menselijk wezen.

 

SWEET CHESTNUT

Voor die momenten die sommige mensen kunnen overkomen wanneer de smart zo groot wordt dat het lijkt alsof het niet meer vol te houden is
Wanneer de geest of het lichaam het gevoel heeft tot de uiterste grenzen van het uithoudingsvermogen te zijn gebracht, en dat het nu moet bezwijken.
Wanneer het lijkt dat er niets meer rest dan ondergang en vernietiging.

 

STAR OF BETHLEHEM

Voor degenen die in grote nood zijn, onder omstandigheden die voor enige tijd heel ongelukkig maken.
De schok van ernstig nieuws, het verlies van een dierbare, de angst na een ongeval, en dat soort dingen.
Degenen die een tijdje weigeren om getroost te worden kunnen met deze remedie worden opgebeurd.

 

WILLOW

Voor degenen die te lijden hebben gehad onder tegenspoed of pech, en die er moeite mee hebben om dit zonder klagen of verbittering te accepteren, omdat ze het leven vooral afmeten aan het succes dat het hen brengt.
Zij hebben het gevoel dat ze een zo grote beproeving niet verdiend hebben, dat het onrechtvaardig was, en ze worden verbitterd.
Vaak raken ze minder geïnteresseerd en houden ze zich minder bezig met de dingen van het leven waar ze vroeger plezier in hadden.

 

OAK

Voor degenen die hard worstelen en knokken om beter te worden, of in verband met hun dagelijkse bezigheden. Ze zullen alsmaar doorgaan het een na het ander te proberen, hoewel hun situatie misschien hopeloos lijkt.
Ze zullen verder vechten. Ze zijn ontevreden met zichzelf wanneer ze wegens ziekte hun plichten niet kunnen nakomen, of anderen niet kunnen helpen.
Het zijn dappere mensen, die vechten tegen grote moeilijkheden, zonder de hoop te verliezen of minder moeite te doen.

 

CRAB APPLE

Dit is de remedie van reiniging.
Voor degenen die het gevoel hebben alsof iets aan henzelf niet helemaal zuiver is.
Vaak is dat iets dat helemaal niet zo belangrijk lijkt. Bij anderen kunnen er ernstigere ziektes zijn die vrijwel helemaal genegeerd worden vergeleken bij dat ene ding waar ze zich op concentreren. Beide types zijn erop gebrand om bevrijd te worden van dat ene speciale ding dat in hun gedachten het grootst is, en wat in hun ogen zo belangrijk lijkt dat het verholpen moet worden.
Ze worden moedeloos wanneer de behandeling faalt.
Omdat het een reiniger is zuivert deze remedie ook verwondingen, wanneer de patiënt reden heeft om aan te nemen dat er gifstoffen binnengedrongen zijn die eruit getrokken dienen te worden.

 

.

rescuedruppels-1-1

 

.

 

7 : TE VEEL AANDACHT VOOR ANDERMANS WELZIJN

 

*CHICORY

Degenen die alsmaar bezig zijn met de noden van anderen. Ze hebben de neiging om over-vol van zorg te zijn voor kinderen, familieleden, vrienden, en ze vinden altijd wel iets dat rechtgezet moet worden. Ze zijn voortdurend bezig om te corrigeren wat ze fout vinden, en doen dat graag. Ze hebben de wens dat degenen om wie ze geven dicht bij hen horen te zijn.

 

*VERVAIN

Degenen met vastgeroeste principes en ideeën, waarop ze vertrouwen dat ze juist zijn, en die ze uiterst zelden aanpassen.
Ze hebben een sterke wens om iedereen om zich heen te bekeren tot hun eigen kijk op het leven.
Ze hebben een sterke wil en zijn heel moedig wanneer ze overtuigd zijn van de dingen die ze willen onderwijzen.
Wanneer ze ziek zijn vechten ze door, lang nadat velen hun verplichtingen zouden hebben opgegeven.

 

VINE

Uiterst bekwame mensen, overtuigd van hun eigen kunnen, vol vertrouwen op succes.
Omdat ze zo zelfverzekerd zijn, denken ze dat het ook voor anderen goed zou zijn als ze ertoe overgehaald konden worden om de dingen zo te doen zoals zij ze zelf doen, of zoals zij weten dat het hoort. Zelfs als ze ziek zijn zullen ze hun verzorgers zeggen wat ze moeten doen.
Ze kunnen zeer waardevol zijn in noodsituaties.

 

BEECH

Voor degenen die de behoefte voelen om wat meer het goede en het mooie te zien in alles om hen heen. En om, hoewel veel fout lijkt te zijn, toch de kunst te verstaan om daarin het goede te zien groeien. Om op die manier toleranter te kunnen zijn, toegeeflijker, en meer begrip te hebben voor de verschillende manieren waarop ieder individu en alle dingen aan het werk zijn op weg naar hun eigen uiteindelijke perfectie.

 

ROCK WATER

Degenen die erg streng zijn in hun manier van leven. Ze ontzeggen zichzelf veel vreugde en plezier in het leven omdat ze zich voorstellen dat het hun werk kan belemmeren.
Het zijn harde meesters voor zichzelf. Ze willen gezond zijn en sterk en actief, en zullen alles doen waarvan ze denken dat het ze helpt om zo te worden. Ze hopen voorbeelden te zijn die anderen aanspreken, zodat ze hun bedoelingen navolgen en op die manier beter worden.

 

.

 

MANIEREN VAN DOSEREN

.

Al deze remedies zijn zuiver en onschadelijk, er is geen angst om te veel te geven of te vaak, hoewel slechts de kleinste hoeveelheid voldoende is als dosis. Ook kan geen enkele remedie kwaad, mocht blijken dat hij in dit geval niet nodig is.

Doe ongeveer twee druppels uit het voorraadflesje in een klein flesje dat al bijna vol zit met water; als dit een tijdje goed moet blijven, kan er een beetje cognac worden toegevoegd ter conservering.

Vanuit dit flesje wordt steeds een dosis gegeven, er er is niet meer nodig dan een paar druppels hiervan, in een beetje water of melk, of op elke manier die handig is.

In dringende gevallen kan iedere paar minuten een dosis gegeven worden, totdat er verbetering optreedt. In ernstige gevallen ongeveer ieder half uur  en in al langer lopende gevallen iedere twee of drie uur naar behoefte van de patiënt.

Bevochtig bij hen die bewusteloos zijn de lippen regelmatig.

Als er sprake is van pijn, stijfheid, ontsteking, of wat voor plaatselijke problemen dan ook, dient daarnaast een lotion toegepast te worden. Doe een paar druppels uit de medicijnfles in een kom water en drenk hierin een doek waarmee het aangedane deel bedekt wordt. Dit kan van tijd tot tijd vochtige gehouden worden, naargelang dit nodig is.

Afsponzen of baden in water met een paar druppels van de remedie eraan toegevoegd kan soms zinvol zijn.

 

 

Er zijn twee manieren die worden gebruikt om deze remedies te bereiden.

 

 

Zonlicht methode

.

Vul een dun glazen schaaltje bijna helemaal met het zuiverste water dat er te vinden is, indien mogelijk uit een nabijgelegen bron. Pluk de bloemen van de plant en leg ze onmiddellijk op het oppervlak van het water. Laat het dan drie of vier uur in het heldere zonlicht staan, of korter als de bloemen beginnen te verleppen.

Haal dan de bloesems er voorzichtig uit en schenk het water in flessen zodat deze half gevuld worden. Vul vervolgens de flessen af met cognac om de remedie te conserveren. Deze flessen zijn de voorraad en worden niet direct gebruikt om in doses uit te geven. Slechts een paar druppels hiervan gaan in een andere fles, van waaruit de patiënt wordt behandeld, zodat de voorraadflessen een grote hoeveelheid bevatten.

De volgende remedies worden op bovenstaande wijze bereid:

Agrimony, Centaury, Cerato, Chicory, Clematis, Gentian, Gorse, Heather, Impatiens, Mimulus, Oak, Olive, Rock Rose, Rock Water, Scleranthus, de Wild Oat, Vervain, Vine, Water Violet, White Chestnut Bloesem.

Rock Water. Het is van oudsher bekend dat bepaalde putten en bronwaters de kracht hadden om sommige mensen te genezen, en zulke putten of bronnen zijn beroemd geworden om deze eigenschap. Iedere put of iedere bron waarvan bekend is dat deze genezende kracht heeft gehad en welke nog met rust gelaten is in haar natuurlijke staat kan gebruikt worden.

 

.

dauwdruppel_zonlicht_gekropt

 

.

 

De koken methode

.

De overige remedies werden bereid door ze te koken, en wel als volgt:

De plantendelen zijn een half uur gekookt in schoon zuiver water. De vloeistof is gefiltreerd en in flessen gegoten tot deze half vol waren. Daarna, toen ze koud waren, werd cognac toegevoegd om af te vullen en te conserveren.

Voor Chestnut Bud worden de knoppen van de Witte Paardenkastanjeboom verzameld, vlak voordat ze openspringen en in blad komen. Bij de andere dient de bloesem gebruikt te worden samen met kleine stukjes tak en, als die er zijn, jonge verse bladeren.

De meeste remedies kunnen gevonden worden hoewel sommige eigenlijk afkomstig zijn uit andere landen in een gebied van midden- en zuid-Europa tot noord-India en Tibet.

 

.

bach_kokenmethode_mustard

.

 

 

De Engelse en botanische naam van elke remedie met Nederlandse naam

 

.

(Engelse naam Bach’s botanische naam Huidige botanische naam
indien gewijzigd
Nederlandse naam)
*AGRIMONY Agrimonia Eupatoria Gewone Agrimonie
ASPEN Populus Tremula Ratelpopulier
BEECH Fagus Sylvatica Beuk
*CENTAURY Erythraea Centaurium Centaurium erythraea Echt Duizendguldenkruid
*CERATO Ceratostigma Willmottiana Ceratostigma willmottianum Loodkruid
CHERRY PLUM Prunus Cerasifera Kerspruim
CHESTNUT BUD AEsculus Hippocastanum Knop van Witte paardenkastanje
*CHICORY Cichorium Intybus Wilde Cichorei
*CLEMATIS Clematis Vitalba Bosrank
CRAB APPLE Pyrus Malus Malus sylvestris Wilde Appel
ELM Ulmus Campestris Ulmus procera Engelse Veldiep
*GENTIAN Gentiana Amarella Gentianella amarella Slanke Gentiaan of Duingentiaan
GORSE Ulex Europaeus Gaspeldoorn
HEATHER Calluna Vulgaris Struikheide
HOLLY Ilex Aquifolium Hulst
HONEYSUCKLE Lonicera Caprifolium Tuinkamperfoelie
HORNBEAM Carpinus Betulus Haagbeuk
*IMPATIENS Impatiens Royleii Impatiens glandulifera Reuzenbalsemien
LARCH Larix Europea Larix decidua Europese Lork of Lariks
*MIMULUS Mimulus Luteus Mimulus guttatus Gele Maskerbloem
MUSTARD Sinapis Arvensis Herik
OAK Quercus Pedunculata Quercus robur Zomereik
OLIVE Olea Europaea Olijf
PINE Pinus Sylvestris Grove Den
RED CHESTNUT AEsculus Carnea Rode Paardenkastanje
*ROCK ROSE Helianthemum Vulgare Helianthemum nummularium Geel Zonneroosje
ROCK WATER (Aqua petra)
*SCLERANTHUS Scleranthus Annuus Eenjarige Hardbloem
STAR OF BETHLEHEM Ornithogalum Umbellatum Gewone Vogelmelk
SWEET CHESTNUT Castanea Vulgaris Castanea sativa Tamme Kastanje
*VERVAIN Verbena Officinalis IJzerhard
VINE Vitis Vinifera Wijnstok
WALNUT Juglans Regia Okkernoot of Walnoot
*WATER VIOLET Hottonia Palustris Waterviolier
WHITE CHESTNUT AEsculus Hippocastanum Witte Paardenkastanje
WILD OAT Bromus Asper +) Bromopsis ramosa subsp. ramosa Ruwe Dravik
WILD ROSE Rosa Canina Hondsroos
WILLOW Salix Vitellina Salix alba ‘Vitellina’ (Bind)Wilg

 

 

 

 

.

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

JOHN ASTRIA

 

 

De Bijbel over bloedtransfusies

Standaard

                                                        categorie : religie

 

 

 

 

 

 

Er zijn mensen die bloedtransfusie ongeoorloofd vinden.

Zij beroepen zich op de tekst :

Vlees met zijn ziel, zijn bloed, zult gij niet eten (Gen. 9:4).

 

 

 

Daarover drie opmerkingen:

 

 

a) dit gebod mogen we niet aan de kant zetten

door het tijdgebonden te verklaren;

 

Het gebod is aan de hele mensheid gegeven. Nergens lezen we van een intrekking of vervanging. Integendeel, het wordt in Lv. 17 :10-15 herhaald voor Israël. Het voorschrift is niet typisch joods, want het bestond al voor de wetgeving. In Hand. 15:20,28,29 (vgl. 21:25) wordt het herhaald voor de gelovigen uit de heidenen.

 

 

 

b) dit gebod moeten we niet inperken als op heidense gewoonten,

want die waren er toen nog niet;

 

Het gebod is gegeven in een tijd dat er nog geen afgoderij plaatsvond. Wij vinden geen enkele aanwijzing in Gn naar een offercultus en ook geen aanwijzing dat er in de dagen van Noach al afgoderij gepleegd werd. Het is een voedselvoorschrift: Aan de mens is eerst zaadzaaiend gewas als voedsel gegeven (Gen. 3:18). Daarna wordt ‘al wat zich roert’, dus vlees als voedsel toegestaan, behalve het bloed.

 

 

 

c) die gebod mogen we niet uitbreiden door elke

bloedtoediening ermee gelijk te stellen;

 

In Hd 15:20 staat dat we ons van bloed moeten onthouden, maar dat ziet niet op het toedienen van bloed als medicijn, maar op het als voedsel nuttigen van bloed. Het verbod gaat terug op Gn 9 waar duidelijk het nuttigen van bloed verboden wordt. Bovendien ziet het ‘zich onthouden van wat aan de afgoden geofferd is’ duidelijk op het nuttigen van vlees. Bovendien slaat het verbod niet op het toedienen van mensenbloed , maar op het eten van bloed van dieren. De gedachte dat je door bloedtransfusie de persoonlijkheid van de donor overneemt is een achterlijke redenering.

 

 

helend bloed

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

De betekenis van het voorschrift

 

Blijft natuurlijk de vraag wat dan de betekenis van het voorschrift is. Van planten wordt geen enkel deel verboden maar bij dieren is dat wel het geval.  Van dieren staat ‘al wat leeft’ . (zie ook Gen. 1:20 ‘levende wezens’). Een dier beneem je het leven, een plant niet. Het bloed is de drager van het leven. God staat aan Noach toe dieren te nuttigen, maar niet het bloed. Het verbod om bloed te nuttigen dient om de mens te doen beseffen en te doen erkennen dat God de Gever van het leven is. Er zit een symbolische betekenis in het verbod.

 

 

 

Bloed is middel tot verzoening

 

In Lv. 17:10-15 wordt er nog een betekenis aan toegevoegd. Aan Israël was het bloed van dieren gegeven als zoenmiddel op het altaar. Van een zoenmiddel moet je geen voedingsmiddel maken want dan haal je het als zoenmiddel naar beneden. In het Nieuwe Testament wordt in Op 1:5 gezegd, dat we zijn ‘gewassen in Zijn bloed’ en dat ziet op het feit dat Christus zijn leven voor ons gaf (vgl. Rm. 5:9; 1 Jh 1:7; Op 5:9). De diepste zin is dat we de bloedstorting van de Heer Jezus niet naar beneden mogen halen door bloed als voedingsmiddel te gebruiken.

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

Signatuur van Planten

Standaard

Categorie: Gezondheid en gezondheidsproducten

 

Signatuur van Planten

 

Kennis van de geneeskundige krachten van kruiden en planten is duizenden jaren oud. Een van de oudste kruidenboeken is de Shennong Bencao Jing uit China en dateert uit de derde eeuw voor onze jaartelling. Naast een uitgebreide en systematische beschrijving van honderden kruiden, planten en mineralen, bevat het ook gedetailleerde beschrijvingen van hun geneeskrachtige eigenschappen en nauwgezette voorschriften voor hun gebruik en toepassingen.

 

 

 

 

Een vergelijkbaar systeem bestond in India: de Ayurvedische kennis van de natuurlijke wereld stond op eenzelfde niveau qua detail, beschrijving, receptuur en systematiek.

 

 

 

In de Klassieke Oudheid genoten vooral Imhotep in Egypte en Hippocrates in Griekenland bekendheid om hun geneeskundige inzichten. Voorschriften voor behandeling werden gebaseerd op nauwkeurig omschreven diagnostieke methoden en op de toenmalige kennis van kruiden, planten en mineralen.

 

 

 

In de elfde eeuw van onze jaartelling werd in Arabië het Unani systeem van geneeskunde ontwikkeld. Avicenna  bouwde voort op de traditionele kennis uit Griekenland, Iran en India. Zijn methodische experimenten met geneesmiddelen in diverse stadia van een ziekte proces vormen de grondslag voor de hedendaagse klinische pharmacologie. Hij legde zijn bevindingen neer in het 14-delige ‘Canon Der Geneeskunde’.

 

 

 

Avicenna

 

In het Avondland zien we in de Middeleeuwen en in de Renaissance de verschijning van de ‘Cruydenboecken’ van Hildegard Von Bingen, Hondius, Culpeper – om er maar enkelen te noemen.

 

 

 

Modern laboratorium onderzoek naar de chemische bestanddelen van deze natuurlijke geneesmiddelen bevestigt in vele gevallen wat honderden en duizenden jaren geleden al bekend was. Hoe kwamen ze vroeger aan deze kennis, die nu pas ‘bewezen’ kan worden? Door een combinatie van observeren, proeven, voelen, ruiken, intuïtie en natuurlijk zorgvuldig doordacht experimenteren. Hieruit is de leer van de Signatuur der Planten ontstaan.

 

 

De signatuurleer

 

De signatuurleer is een niet-wetenschappelijke theorie die inhoudt dat uiterlijke kenmerken van (met name) planten die overeenkomsten vertonen met delen van het menselijk lichaam, aanwijzingen geven over de delen van het menselijk lichaam waarvoor deze gebruikt kunnen worden. Deze doctrine stelt dat de overeenkomst met opzet is aangebracht door de Schepper dan wel de natuur. De moderne wetenschap stelt dat het hier gaat om een bijgeloof, en dat eventuele gevallen waarin het klopt op louter toeval berusten: dat wil zeggen dat tegenover elk geval waarin de signatuurleer opgaat, een veelvoud van gevallen is aan te geven waarin ze niet opgaat.

 

 

Signaturen

 

Diverse uiterlijke kenmerken worden genoemd. Zo wijzen ronde stengels op vrouwelijke eigenschappen, dus een verzachtende en harmoniserende werking, terwijl hoekige en vierkante stengel mannelijk zouden zijn, en dus goed zijn voor weerstand en stevigheid. Een holle stengel komt in deze visie overeen met de slokdarm en de luchtpijp. Nog een aantal signaturen:

Bloemkleur

  • Geel: voor lever en spijsvertering
  • Rood: voor bloed en hart
  • Blauw: geeft verkoeling en werkt op de luchtwegen
  • Paars: werkt stimulerend én kalmerend op het zenuwstelsel
  • Groen: kalmerend op inwendige organen
  • Wit: verzachtend en harmoniserend

Bloeiwijze

  • naar boven gericht: stimulerend voor de levenskracht
  • naar beneden gericht: harmoniserend op de bovenpool
  • horizontaal gericht: werken op de bloed en zuurstofcirculatie

Blad

  • Kleine, fijngevormde blaadjes: werken ontkrampend
  • Grote bladeren: werken samentrekkend
  • Bladvorm: niervormig voor de nier; hartvormig voor het hart enz.
  • Beharing: werkzaam op huid, haren en slijmvliezen

Doornen

  • weerstand verhogend, prikkelend en koortsopwekkend

Stengel

  • Behaarde stengel: het kruid is werkzaam op huid, haren en slijmvliezen.
  • Ronde stengel: de werking is verzachtend en harmoniserend.
  • Hoekige en vierkante stengel: het kruid geeft weerstand en stevigheid.
  • Holle stengel: komt overeen met de slokdarm en de luchtpijp.

 

 

 

Plantennamen

 

Van veel planten verwijst de naam naar hun toepassing. Als er sprake is van een uiterlijke gelijkenis met een orgaan kan de naam wijzen op toepassing van de signatuurleer. Het enige voorbeeld in het Nederlandse taalgebied is longkruid (afgebeeld).

 

 

longkruid

 

 

Interactie met christendom

 

De Europese christelijke metafysica legde een verband met de theologie: de Schepper is verantwoordelijk voor de vorm van alle levende wezens en laat daarin zien wat hun kwaliteiten zijn. Voor de late middeleeuwer was de wereld vol van dergelijke Godsbewijzen. De wet van Correspondentie van het Hermetisme “As above, so below; as below so above” wordt uitgedrukt als de relatie tussen de macrokosmos en de microkosmos.

De filosoof Michel Foucault gaf aan dat deze doctrine breder werd toegepast, zoals bij de exegese van de Bijbel en andere teksten, in de symboliek en de kennis van het zichtbare en het onzichtbare. In die tijd werd het als heel werkelijk en samenhangend beschouwd.

 

 

Michel Foucault

 

 

Betrouwbaarheid van de signatuurleer

 

Ter verdediging van de signatuurleer worden diverse gevallen genoemd waarbij een verband aangewezen kan worden tussen de vorm van een plant en de werking ervan. Zo bevat de door Coles genoemde walnoot, waarvan de vorm doet denken aan hersenen in een hersenpan, werkelijk vetzuren die belangrijk zijn voor het functioneren van de hersenen.

 

walnoot

 

Critici wijzen erop dat dit soort verbanden louter toeval zijn, en dat er net zo goed voorbeelden zijn waarbij een schijnbare overeenkomst geen aanwijzing is voor een medicinale werking. Zo is geen van de aan vrouwenmantel toegeschreven medische werkingen bij vrouwenkwalen wetenschappelijk aantoonbaar, en ook het longkruid is volgens onderzoek niet werkzaam tegen longkwalen. De vetzuren die maken dat de walnoot goed is voor de hersenen kunnen ook gevonden worden in andere noten, die helemaal geen gelijkenis met hersenen vertonen.

 

vrouwenmantel

 

Geneeswijzen zoals de door Nicolas Lemery in een uit 1697 daterend boek aangeraden toepassing van een gedroogde en tot poeder vermalen schedel van een door geweld om het leven gekomen mens, tegen hersenziekten zijn niet op empirisch onderzoek gebaseerd, maar op analogie-denken. Voor wetenschappers geldt de signatuurleer nu dan ook als een pseudowetenschap.

 

 

Nicolas Lemery

 

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

Onkruid soorten in ons land – letter S

Standaard

Categorie: Kamerplanten en bloemen

 

 

 

Onkruid soorten

 

Hieronder vindt u alle soorten onkruid die ons land kent. Een enorm groot overzicht maar netjes op alfabetische volgorde en met omschrijving. Veel succes met het herkennen en bestrijden van deze vaak hardnekkige planten.

 

 

 

De Schermbloemigen met fijn verdeelde bladeren (Umbelliferae)

 

Deze schermbloemigen vormen een charmante groep planten, die op hun mooist uitkomen wanneer ze in de wegberm of op een dijk groeien waar ze uitsteken boven de andere begroeiing. Fluitenkruid heeft niet voor niets de bijnaam ‘Hollands kant’. Zelfs wanneer deze planten de tuin binnendringen hoeft men dat niet te betreuren. Hun diep uit de grond voedsel halende penwortels brengen namelijk waardevolle mineralen naar boven waardoor die ook voor ondiep wortelende planten ter beschikking komen. Zorg er echter wel voor dat deze onkruiden niet tot zaadvorming komen: Wilde peen bijvoorbeeld brengt per plant ongeveer 4000 zaden voort en 4000 penen is wel wat veel van het goede.

 

 

Fluitekruid

 

FLUITEKRUID (Anthriscus sylvestris) is een overblijvende plant van 0,60 tot 1,50 meter hoog, met wijd vertakte ondergrondse stengels, die binnen korte tijd een flink stuk grond in beslag kunnen nemen. De zachte, heldergroene bladeren staan afwisselend, zijn tot 30 cm lang en 2-3 maal geveerd met ruw gezaagde randen. Ze komen tevoorschijn uit gegroefde scheden op de holle, eveneens van groeven voorziene stengels, die aan de onderkant donzig behaard zijn en aan de bovenkant kaal. De bloeiwijze is een eindstandig, samengesteld scherm met kleine witte bloemen die vijf bloemblaadjes hebben. De vruchtjes zijn langwerpig, kaal en zwart, met twee snavels aan de top.

Fluitekruid is inheems in Europa, Noord-Azië en Noord-Afrika. In ons land een zeer algemene verschijning op grazige, vochtige plaatsen, langs wegen en dijken en in vochtige loofbossen. De bloeitijd is mei-juni.

 

 

 

fluitekruid

 

 

 

 

 

Hondspeterselie

 

HONDSPETERSELIE (Aethusa cynapium) is een vertakte, eenjarige plant, die een grote variatie in afmetingen vertoont: gewoonlijk is hij tussen 30 en 90 cm hoog, maar er zijn ook exemplaren bekend van 3 cm hoog en andere die wel 2 meter bereiken! De holle stengels zijn blauwachtig van kleur en voorzien van fijne ribbels; de bladeren staan afwisselend en hebben een donkergroene kleur; ze zijn niet zo fijn verdeeld als bij de voorgaande soort. Ook hier staan de bloemen in samengestelde schermen, maar deze zijn minder dicht; aan de onderkant zitten omwindseltjes met drie tot vier bladeren.

De bloemen verschijnen van juni tot in de herfst. Wanneer de vruchtjes rijp worden buigen de steeltjes zich naar beneden terwijl de vruchtjes zelf rechtop staan. Ze zijn eivormig en geribbeld, zonder snavels. Alle delen van de plant zijn giftig. Er zijn vergiftigingen bekend in gevallen dat de bladeren waren aangezien voor die van gewone peterselie en de wortels voor jonge raapjes of radijzen. Hoewel dieren de planten weigeren te eten vanwege de onaangename geur, eten zij ze wèl wanneer de planten in hooi verwerkt zijn. Door het drogen zijn de giftige eigenschappen dan verdwenen. Hondspeterselie komt voor in de meeste delen van Europa en is in ons land algemeen langs wegen, op bouwland, in moestuinen en dergelijke.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Peen

 

PEEN (Daucus carota) is een tweejarige plant die 30 tot 90 cm hoog wordt. De slanke stengels staan rechtop en zijn vertakt; ze zijn hol, geribbeld, en borstelig behaard. De fijne verdeling van de afwisselend staande bladeren doet de plant eruit zien alsof hij gemaakt is van kant. De kleine witte bloempjes zitten in dichte, samengestelde schermen, die aan de voet een groot aantal schutblaadjes bezitten. Het middelste bloemetjes in het scherm is vaak rood of paars.

Na de bloei krommen de stelen van het scherm zich naar boven, waardoor als het ware een vogelnestje ontstaat. De vruchtjes zijn langwerpig, met en afgeplatte en een geribbelde, borstelige zijde. De bloeitijd loopt van juni tot in de herfst en het verspreidingsgebied omvat geheel Europa en een groot deel van Noord-Amerika. In ons land algemeen op grazige plaatsen, langs dijken en wegen. Dit is de stamvorm van de gekweekte peen.

 

 

 

 

 

 

 

Spurrie (Caryophyllaceae)

 

GEWONE SPURRIE (Spergula arvensis) lijkt wel wat op Kleefkruid. Hij heeft dezelfde manier van groeien en dezelfde kleverige stengels met de bladeren in kransen. Maar terwijl bij Kleefkruid de bladeren lancetvormig zijn, zijn die van Gewone spurrie lijnvormig. De rangschikking van de bloemen is ook anders, ze staan eindstandig in open groepjes; de vijf bloemblaadje zijn wit. De bloeiperiode loopt van april tot in de herfst. Deze eenjarige plant wordt 15 tot 30 cm hoog. Het verspreidingsgebied omvat geheel Europa. In ons land algemeen op zandgrond; wordt ook gekweekt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De hof van Eden

Standaard

categorie : religie

.

.

345

.

.

De hof van Eden is voor de mensheid geschapen

.

De hof van Eden wordt in hoofdstukken 2 en 3 van het boek Genesis beschreven. De Heer schiep de hof specifiek voor Adam, de eerste mens die door God was geschapen. In Genesis 2:8-9 lezen we:

“Daarna legde de Heer God een tuin aan in Eden, ergens in het oosten, en daarin plaatste Hij de mens die Hij geboetseerd had. De Heer God liet uit de grond allerlei bomen opschieten, aanlokkelijk om te zien en heerlijk om van te eten”.

Sommige mensen geloven dat de hof zich op een bergtop bevond of dat er mogelijk zoetwaterbronnen ontsproten, omdat we het volgende kunnen lezen:

“In Eden ontspringt de rivier die water geeft aan de tuin; zij splitst zich in vier armen” (Genesis 2:10).

De hof van Eden was perfect, bood de mens schoonheid en voeding en was de thuisplaats van allerlei bomen die “aanlokkelijk om te zien en heerlijk om van te eten” waren. De hof was een bron van zoet drinkbaar rivierwater. God plaatste de mens “in de tuin van Eden, om die te bewerken en te beheren” (Genesis 2:15).

.

.

Is de hof van Eden een Bijbelse tegenstrijdigheid?

.

De hof van Eden, zoals deze in het boek Genesis wordt beschreven, wordt door critici vaak genoemd omdat deze een schijnbare tegenstrijdigheid bevat. Critici vergelijken de “scheppingsweek” in Genesis hoofdstuk 1 (de schepping van planten op dag 3 en van dieren en mensen op dagen 5 en 6) met de schepping van de hof van Eden in Genesis hoofdstuk 2 (de hof werd voor de mens geschapen nadat de mens reeds door God was voortgebracht).

We lezen:

“Zo werden de hemel en de aarde voltooid, en alles waarmee ze toegerust zijn. Op de zevende dag bracht God het werk dat Hij verricht had tot voltooiing. Hij rustte op de zevende dag van al zijn werk dat Hij verricht had. God zegende de zevende dag en maakte hem heilig, want op die dag rustte God van al het werk dat Hij scheppend tot stand had gebracht. Dit is de geschiedenis van het ontstaan van de hemel en de aarde, zoals ze geschapen zijn. Toen de Heer God aarde en hemel maakte, waren er op aarde nog geen wilde planten en groeide er geen enkel veldgewas, want de Heer God had nog geen regen op de aarde laten vallen en er was nog geen mens om de grond te bebouwen” (Genesis 2:1-5).

Critici wijzen erop dat Genesis 1 beweert dat planten op dag 3 werden geschapen, terwijl de mens op dag 6 werd geschapen. Waarom lezen we dan in Genesis 2 dat er geen planten waren omdat de mens nog niet gevormd was? De sleutel tot het antwoord is dat we Genesis 1 en Genesis 2 in de juiste context moeten lezen.

Genesis 2:1-4 beëindigt de “scheppingsweek” terwijl Genesis 2:5 begint met het verslag over de hof van Eden. Dit wordt duidelijk uit de volledige context van Genesis hoofdstuk 2 en het feit dat de hof nog niet door God was aangelegd. Hij had de mens nog niet geschapen die de Hof moest “bewerken en beheren” (Genesis 2:15).

We lezen dat God in de hof van Eden, die Hij voor de mens had geschapen, elk dier uit de aarde boetseerde en naar Adam bracht om van hem een naam te krijgen. Critici stellen dat dit een tegenstrijdigheid is, omdat we lezen dat God de dieren op dagen 5 en 6 van de scheppingsweek schiep. Dit was dus voordat de hof door God was geschapen.

Deze schijnbare tegenstrijdigheid kan gemakkelijk verklaard worden. God schiep de wereld en alle dieren in de wereld. Daarna schiep Hij de mens. En daarna toonde Hij elk dier aan de mens zodat de mens elk dier een naam kon geven (en waarschijnlijk ook om de mens te laten zien dat God inderdaad de dieren had geschapen, omdat de mens later werd geschapen dan de dieren en hier dus geen getuige van was geweest).

“De mens gaf dus namen aan alle tamme dieren” (Genesis 2:20).

Het afzonderlijk lezen van de twee verslagen (de schepping van de aarde als een biosfeer in Genesis 1 en de schepping van een enkele hof en wat daarin gebeurde in Genesis 2) en vervolgens de verschillen tussen deze twee verslagen een “tegenstrijdigheid” noemen, getuigt van een zwakke hermeneutiek (interpretatie van de Bijbel).

conclusie : na de schepping van hemel en aarde schiep God op de derde dag de planten. Op dag 5 schiep hij de dieren en op dag 6 de mens. Dan maakte God op aarde een paradijs voor de mens, de hof van Eden. Dan plaatste God de dieren en de mens in de hof. De mens mocht de hof bewerken en de dieren een naam geven.

.

.

maxresdefault

.

.

Het paradijselijke land

.

God gaf de hof van Eden aan de mens om deze te beheren en te bewerken. En hoewel de hof ongetwijfeld spectaculair was, was deze nog niet het paradijs. Het mooiste juweel in de kroon van perfectie, het toppunt van aardse schoonheid, ontbrak nog. God verkondigde:

Het is niet goed dat de mens alleen blijft…” (Genesis 2:18).

En ook al gaf Adam “dus namen aan alle tamme dieren en aan alle vogels van de lucht, en aan al de wilde beesten”, toch was hij niet in staat om een hulp te vinden die bij hem paste. Daarom

liet de Heer God de mens in een diepe slaap vallen; en terwijl hij sliep, nam Hij één van zijn ribben weg en zette er vlees voor in de plaats. En de Heer God vormde de rib die Hij uit de mens had weggenomen tot een vrouw, en bracht haar naar de mens. Toen zei de mens: ‘Eindelijk, dit is been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees! Mannin zal zij heten, want uit een man is zij genomen.’ Daarom zal een mens zijn vader en zijn moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één zijn. Ze waren beiden naakt, de mens en zijn vrouw, maar ze voelden geen schaamte voor elkaar” (Genesis 2:21-25).

Terugkomend op de vermeende tegenstrijdigheid die we hierboven noemden, is het belangrijk om op te merken dat Jezus Christus de verslagen in Genesis1 en 2 letterlijk nam. In Matteüs 19:3-6 lezen we:

“Er kwamen farizeeën op Hem af om Hem op de proef te stellen. Ze zeiden: ‘Is het een man geoorloofd zijn vrouw te verstoten om een willekeurige reden?’ Hij gaf ten antwoord: ‘Hebt u niet gelezen dat de schepper hen vanaf het begin mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt? En dat Hij gezegd heeft: Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één zijn? Ze zijn dus niet meer twee, maar één. Dus, wat God heeft verbonden, moet de mens niet scheiden.’

Hier citeerde Jezus uit Genesis 1 -27 en 2-24, wat aantoont dat Hij Genesis1 en 2 niet zag als tegenstrijdige scheppingsverhalen die gecorrigeerd zouden moeten worden.

.

.

Het land van de keuze

.

De mens werd geschapen om een ware liefdesrelatie met zijn Schepper God te hebben in de hof van Eden. Een noodzakelijk ingrediënt van een oprechte liefdesrelatie is een vrije wil. Ware liefde kan per definitie niet bestaan als hier niet vrijwillig voor wordt gekozen. Zonder een keuzemogelijkheid is het dus niet mogelijk om werkelijk lief te hebben.

Een misvatting die mensen vaak hebben, is dat liefde een emotie of een verlangen zou zijn. Begeerte is een emotie of een verlangen, liefde is een beslissing. Liefde is jouw beslissing om de verlangens van die ander op de eerste plaats te stellen in plaats van je eigen verlangens.

En dus gaf God de mens het vermogen om te kiezen om God lief te hebben of om zichzelf op de eerste plaats te stellen.

“En de Heer God gaf de mens dit gebod: ‘Je mag van alle bomen in de tuin overvloedig eten, maar van de boom van de kennis van goed en kwaad mag je niet eten'(Genesis 2:16-17).

De mens had dus een keuze, God gehoorzamen of God niet gehoorzamen. De mens had de keuze om Gods wensen voorrang te geven of om zijn eigen verlangen voorrang te geven; zijn verlangen om eerst van de verboden vrucht te eten. De mens at van deze vrucht nadat Satan de mens door een leugen om de tuin leidde. De mens zou volgens Satan gelijk worden aan God en kennis krijgen van goed en kwaad na het eten van de verboden vrucht.

.

.

Satan die via de slang de mens in de verleiding bracht om te zondigen

Satan die via de slang de mens in de verleiding bracht om te zondigen

.

Door het toedoen van een geestelijk schepsel zondigde de mens en werd daarom door God uit de hof van Eden verbannen. Het paradijs ging verloren. Vanwege de opstandigheid van de mens vervloekte God de wereld, in het belang van de mens. God schiep de mens met het potentieel om te zondigen, maar Hij schiep de zonde niet.

De eerste man en de eerste vrouw zetten dat potentieel om in een werkelijkheid en brachten zo de zonden in de wereld. Sindsdien zijn alle mannen en vrouwen verraderlijk, roekeloos, verwaand en meer genotzuchtig dan godvruchtig geweest (2 Timoteüs 3:4).

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

John Astria

John Astria

De sprinkhaan in de Bijbel

Standaard

categorie : religie

 

 

 

 

 

 

De sprinkhaan

 

Voor boeren in de landen grenzend aan de Middellandse Zee, is het ergste dat hen kan overkomen – op een lang-durige droogte na – een sprinkhanenplaag. De sprinkhanen daar zijn verwant aan die in ons land. Het zijn insec-ten, die in zulke enorme aantallen optrekken, en met zo’n precisie te werk gaan, dat zij alles wat zij op hun pad tegenkomen en dat groen is, volledig kaalvreten.

Wanneer wij in het boek Exodus lezen over de achtste plaag die God over Egypte bracht, beseffen wij wat voor catastrofe dat moet zijn geweest (Exodus 10: 1-20). De vroege gewassen, het vlas en de gerst, waren al door de hagel neergeslagen; nu waren de tarwe en de spelt aan de beurt (Exodus 9: 29-33).

Omdat de Farao steeds weigerde naar God te luisteren, voerde Hij met een oostenwind een zwerm sprinkhanen aan, groter dan Egypte ooit had gezien. Nadat zij al het overige gewas kaalgevreten hadden, voerde God hen weer weg met een westenwind. Sprinkhanen werden dus door God gebruikt om mensen te straffen, onder meer de Israëlieten toen zij Hem de rug toekeerden (Deuteronomium 28: 38-42).

 

 

 

Exodus 10: 1-20

 

1 De Heer zei tegen Mozes: “Ga opnieuw naar de farao. Want Ik heb hem en zijn dienaren zó koppig gemaakt, dat ze niet zullen willen luisteren. Want Ik wil mijn wonderen bij hen doen. 2 Dan zullen jullie aan je kinderen en kleinkinderen vertellen wat Ik voor wonderen in Egypte heb gedaan. Jullie zullen weten dat Ik de Heer ben.”

3 Toen gingen Mozes en Aäron weer naar de farao. Ze zeiden tegen hem: “Dit zegt de Heer, de God van de He-breeën: hoelang zult u blijven weigeren om Mij te gehoorzamen? Laat mijn volk vertrekken, zodat ze Mij kunnen aanbidden. 4 Als u mijn volk niet laat gaan, zal Ik morgen sprinkhanen in uw land laten komen. 5 Ze zullen het hele land bedekken. Zelfs de grond zal niet meer te zien zijn. Ze zullen alles opeten wat er na de hagelbuien nog is overgebleven van de oogst en de bomen.

6 En alle huizen in Egypte zullen vol met sprinkhanen zitten. Nog nooit eerder is zoiets gebeurd in de geschie-denis van Egypte.” Toen draaide Mozes zich om en vertrok. 7 De dienaren van de farao zeiden tegen hem: “Hoelang zal deze man ons nog ellende bezorgen? Laat die mannen vertrekken om hun Heer God te aanbidden! Ziet u dan niet dat Egypte helemaal wordt vernietigd?”

8 Toen werden Mozes en Aäron bij de farao terug geroepen. De farao zei tegen hen: “Ga jullie Heer God maar aanbidden. Maar wie zullen er eigenlijk allemaal gaan?” 9 Mozes antwoordde: “We gaan met jong en oud, met onze zonen en dochters, met onze schapen, geiten en koeien. Want we hebben een feest voor de Heer.” 10 Toen zei de farao tegen hen: “Ik wens jullie nog liever de zegen van de Heer toe, dan dat ik jullie en jullie kinderen laat vertrekken! Pas maar op, want ik begrijp wel wat jullie van plan zijn!

11 Nee, alleen de mannen mogen gaan om de Heer te aanbidden, want dat was wat jullie hadden gevraagd.” En hij joeg hen zijn paleis uit. 12 Toen zei de Heer tegen Mozes: “Strek je hand uit over Egypte. Dan zullen er sprinkhanen in Egypte komen. Ze zullen alle planten opeten, alles wat er na de hagel nog is overgebleven.” 13 Toen strekte Mozes zijn staf uit over Egypte. En de Heer zorgde ervoor dat er die hele dag en die hele nacht een oostenwind over het land waaide. Toen het ochtend werd, bracht de wind sprinkhanen mee.

14 Zo kwamen er sprinkhanen in heel Egypte. In het hele land streken ze in grote zwermen neer. Nog nooit eer-der was er zó’n grote sprinkhanenplaag in Egypte geweest en zo één zal er ook nooit meer komen. 15 Ze be-dekten het hele land. Het zag er zwart van de sprinkhanen. Ze aten alle planten en vruchten op die niet door de hagel waren vernield. Zo bleef er in heel Egypte geen sprietje groen meer over.

16 Toen liet de farao snel Mozes en Aäron halen en zei: “Ik heb verkeerd gedaan tegen jullie Heer God en tegen jullie! 17 Vergeef het mij nog één keer! Bid tot jullie Heer God dat Hij ons redt! Want zo gaan we allemaal dood!” 18 Toen ging Mozes bij de farao weg en bad tot de Heer. 19 En de Heer zorgde ervoor dat er een harde westenwind ging waaien. Die nam de sprinkhanen mee en blies ze de Rietzee in. Er bleef in heel Egypte geen één sprinkhaan over. 20 Maar de Heer zorgde ervoor dat de farao koppig bleef, zodat hij de Israëlieten niet liet gaan.

 

 

 

Exodus 9: 29-33

 

29 Mozes zei tegen hem: “Zodra ik buiten de stad ben, zal ik tot de Heer bidden. Het onweer zal ophouden en het zal niet meer hagelen. Dan zult u toegeven dat de aarde van de Heer is. 30 Maar ik weet dat u en uw die-naren nog steeds geen ontzag hebben voor de Heer God.” 31 Het vlas en de gerst waren door de hagel platge-slagen, want de gerst had al aren en het vlas stond net in bloei.

32 Maar de tarwe en de spelt waren niet platgeslagen, want die groeien later. 33 Mozes ging bij de farao weg. Hij ging de stad uit, stak zijn handen op naar de Heer en bad tot Hem. Toen hield het zware onweer op en de ha-gel en de stortregen stopten.

 

 

 

Deuteronomium 28: 38-42

 

38 Jullie zullen veel zaad in de akkers zaaien, maar weinig oogsten. Want de sprinkhanen zullen de oogst opvreten.
39 Jullie zullen wijngaarden planten en bewerken, maar geen wijn drinken of druiven plukken. Want de wormen zullen alles kaalvreten.
40 Jullie zullen in het hele land olijfbomen hebben, maar jullie zullen je niet met olie zalven. Want de olijven zullen afvallen.
41 Jullie zullen zonen en dochters krijgen, maar niet van hen genieten. Want ze zullen als buit meegenomen worden.
42 Alle bomen en akkers zullen door ongedierte worden kaalgevreten.

 

 

De 10 plagen van Egypte

 

 

 

“De sprinkhanen – een koning hebben zij niet, maar ze rukken in slagorde op” (Spreuken 30: 27) zei Salomo. De profeet Joël voorspelde zo’n sprinkhanenplaag, zowel letterlijk als figuurlijk, als een sterke invallende macht (Joël 1: 1-7). In vers 4 worden vier verschillende woorden voor de sprinkhanen gebruikt; ze worden vertaald als knager, sprinkhaan, verslinder en kaalvreter.

 

 

 

Spreuken 30: 27

 

27 De sprinkhanen – ze hebben geen koning, maar toch trekken ze als één groot leger op.

 

 

 

Joël 1: 1-7

 

1 Dit is wat de Heer zei tegen de profeet Joël, de zoon van Petuël. 2 Luister, leiders van het volk! Luister goed, bewoners van het land! Luister naar wat Ik nu ga zeggen. Is dit ooit eerder gebeurd in de geschiedenis van dit land? 3 Vertel het aan je kinderen. En laten zij het weer aan hún kinderen vertellen, en ook zij weer aan hún kin-deren.

4 De sprinkhanen eten alles op: wat de knager overlaat, eet de sprinkhaan op. Wat de sprinkhaan overlaat, wordt opgevreten door de verslinder. En wat de verslinder overlaat, eet de kaalvreter op.

5 Dronkenlappen, word wakker! Huil en klaag, zuipers, want jullie zullen geen nieuwe wijn hebben! 6 Want een groot volk valt dit land aan. Een machtig, ontelbaar leger. Als een leeuw verslindt het alles met zijn tanden. 7 Israël, mijn wijnstruik, wordt helemaal verwoest. Mijn vijgenboom Israël ziet wit als schuim. Het leger schilt mijn vijgenboom helemaal kaal en werpt hem weg. De takken zijn kaal en wit geworden.

 

 

sprinkhanenplaag

 

 

Wij weten niet wanneer Joël profeteerde, maar het feit dat de bazuin op Sion geblazen moest worden (Joël 2: 1), betekent dat een aanval op Juda ophanden was. Dit zou wellicht de aanval van de Assyrische koning Sanherib in de dagen van koning Hizkia geweest kunnen zijn. Interessant is dat er in 2 Koningen 15 t/m 18 over vier invallen van Assur wordt geschreven, drie op het noordelijke rijk en één op Juda.

 

 

 

Joël 2: 1

 

1 Blaas op de ramshoorn in Jeruzalem! Sla alarm op mijn heilige berg Sion! Laten de bewoners van het land beven van angst, want de dag van Gods straf komt eraan!

 

 

In Arabische landen gebruikt men nog steeds sprinkhanen als voedsel. Dus is het niet zo vreemd dat Johannes de Doper, toen hij in de woestijn was, leefde van deze insecten en wilde honing (Matteüs 3: 4). En de wet van Mozes stond hem dat toe (Leviticus 11: 20-22).

 

 

Matteüs 3: 4

 

4 Johannes droeg een mantel die van kameelhaar was gemaakt, met een leren gordel om zijn middel. Hij leefde van sprinkhanen en honing van wilde bijen.

 

 

 

Leviticus 11: 20-22

 

20 Alle insecten moeten jullie walgelijk vinden. 21 Maar alle insecten die springpootjes hebben, mogen jullie wél eten. 22 Dat zijn dus alle soorten sprinkhanen. 23 Maar alle andere insecten moeten jullie walgelijk vinden.

 

 

 

 

 

 

Planten die de lucht zuiveren

Standaard

categorie : Kamerplanten en bloemen

 

 

 

Alles over luchtzuiverende planten

 

Wist je dat sommige planten niet alleen zorgen voor sfeer en zuurstof, maar ook de lucht kunnen zuiveren? Dat betekent een schonere én frissere lucht in huis. Deze natuurlijke luchtverfrissers zijn de perfecte kantoorplanten, maar zijn ook prettig in de woonkamer of slaapkamer. Maar hoe werken deze planten precies? En wat zijn nu de beste luchtzuiverende kamerplanten?

 

 

lepelplant

 

 

 

Schone lucht in huis

 

Onze huizen zijn tegenwoordig zo goed geïsoleerd dat we sneller te maken krijgen met droge lucht en te weinig zuurstof in onze kamers. Ongezonde lucht in huis kan leiden tot klachten zoals hoofdpijn, slaapproblemen, huid-klachten en longproblemen (astma). Omdat we steeds meer tijd binnen doorbrengen – bijvoorbeeld door thuis-werken – is het belangrijk daar eens bij stil te staan. Voor een gezond en prettig binnenklimaat spelen er verschil-lende dingen mee, zoals de temperatuur, voldoende daglicht en een goede luchtkwaliteit. Natuurlijk is voldoende ventilatie belangrijk voor de luchtkwaliteit, maar ook planten kunnen helpen. Ze helpen trouwens niet alleen de luchtkwaliteit te verbeteren, maar zorgen ook voor een betere akoestiek, sfeer en maken van je huis echt een thuis.

 

 

Natuurlijke luchtverfrisser

 

Elke kamerplant produceert zuurstof, maar niet alle kamerplanten hebben een luchtzuiverende werking. Er is ech-ter een groep kamerplanten waarvan wetenschappelijk is bewezen dat ze bijdragen aan een schonere lucht in huis. Deze planten nemen via hun bladeren schadelijke stoffen op uit de lucht. Vervolgens worden deze stoffen in de plant of de wortel opgeslagen en afgebroken. Luchtzuiverende kamerplanten zetten overdag CO2 om in zuur-stof en ze brengen waterdamp in de lucht, waardoor de luchtvochtigheid verbetert. Ook kunnen luchtzuiverende kamerplanten ‘onfrisse geuren’ afbreken; ze zijn dus eigenlijk een soort natuurlijke luchtverfrissers. Het binnen-klimaat in je huis verbetert door deze planten, waardoor je je prettiger voelt en beter en meer geconcentreerd kunt werken – ideaal dus als je vaak thuis werkt.

 

 

 

Top 10 luchtzuiverende kamerplanten

 

Er zijn een aantal kamerplanten die in staat zijn de lucht binnenshuis te zuiveren. De lepelplant is bijvoorbeeld een sterk luchtzuiverende plant die rijk bloeit en makkelijk te verzorgen is – ideaal op het bureau of in de woonkamer. Varens stralen gezondheid en rust uit en zorgen ook voor een schone lucht, vooral de krulvaren is een goede keu-ze.

 

 

1.    Chamaedorea palm (Chamaedorea)

 

 

 

 

 

 

2.    Areca palm (Chrysalidocarpus)

 

 

 

 

 

 

3.    Drakenbloedboom (Dracaena ‘Janet Craig’)

 

 

 

 

 

 

4.    Drakenbloedboom (Dracaena Massangeana)

 

 

 

 

 

 

5.    Ficus alii (voorheen: Ficus longifolia)

 

 

 

 

 

 

6.    Rubberplant (Ficus elastica)

 

 

 

 

 

 

7.    Klimop (Hedera)

 

 

 

 

 

 

8.    Krulvaren (Nephrolepis)

 

 

 

 

 

 

9.    Canarische dadelpalm (Phoenix canariensis)

 

 

 

 

 

 

10.    Lepelplant (Spathiphyllum)

 

 

 

 

 

 

 

 

De schepping roept vragen op

Standaard

categorie : religie

 

 

 

zeven-scheppingsdagen-franc%cc%a7ois-foucras

 

.

 

Is de aarde geschapen in 6×24 uur?

 

De Schepper is de enige die er bij was toen de kosmos ontstond. God heeft persoonlijk gezegd dat Hij de wereld in zes dagen heeft geschapen:

.

“Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft…”(Exodus 20:11)

.

Veel christenen gaan er van uit dat God de wereld in 6×24 uur heeft geschapen. Daar is niets verkeerd mee. Tegelijk weten we dat het Bijbelse begrip ‘dag’ evengoed als een tijdperk van onbepaalde lengte kan worden gelezen. Vanwege onze onbekendheid met het wezen van de tijdloze geestelijke wereld van waaruit de aarde is geschapen, is de discussie over al dan niet dagen van 24 uur niet erg zinvol.

Pas op de vierde scheppingsdag heeft God de aardse tijdrekening mogelijk gemaakt, toen Hij de hemellichamen schiep. Bij de eerste drie scheppingsdagen bestond die mogelijkheid nog niet. Laten meningen over de lengte van de scheppingsdagen geen toetssteen worden voor Bijbelgetrouwheid. Velen gebruiken een langere tijdsduur om daarmee de evolutie aannemelijk te willen maken.

God is in staat om de aarde te scheppen in zes miljard jaar, in zes perioden, in 6×24 uur of in zes seconden. Eenmaal zal God een nieuwe aarde scheppen. God zal daarvoor geen evolutieproces van miljarden jaren nodig zal hebben. Dan niet en in het verleden ook niet.

.

 

Spreken Genesis 1 en 2 elkaar tegen?

.

genesis

 

 

In Genesis 2:4 verandert de stijl van schrijven ten opzichte van de scheppingsgeschiedenis van Genesis 1-2:3. Het lijkt op een alternatief scheppingsverhaal waarbij sommige gebeurtenissen in een verschillende volgorde worden geplaatst.

De laatste eeuwen zijn de verschillen tussen Genesis 1 en 2 door ongelovigen en critici aangegrepen om de Bijbelse boodschap over de schepping uit te hollen. Degene die als eerste invloedrijke denker zijn pijlen op Genesis 2 richtte was de Franse vrijmetselaar en filosoof Voltaire uit de achttiende eeuw, die nadrukkelijk het menselijk denken de voorrang gaf boven de Bijbel.

Hij bestreed het christelijke geloof onder meer door de verschillen tussen Genesis 1 en 2 uit te vergroten en te suggereren dat er twee tegengestelde scheppingsverhalen in de Bijbel staan. Daardoor zou minstens een van de beide verhalen als symbolisch moet worden opgevat en zou men het totale scheppingsverhaal niet als feitelijke waarheid kunnen aannemen.

Sommige Bijbeluitleggers concluderen uit de verandering van stijl vanaf Genesis 2:4 dat het daarom door een andere auteur moet zijn geschreven, maar dat hoeft natuurlijk niet. Dezelfde schrijver kan voor verschillende soorten proza een verschillende stijl kiezen. En al zou het zo zijn, in dat geval moet het door Mozes zijn beschouwd als waarheidsgetrouw en als zodanig samengevoegd met de andere tekst.

Opmerkelijk is in dit Bijbelgedeelte vooral dat er vanaf Genesis 2:4 een andere benaming voor God wordt gebruikt. In onze Bijbelvertalingen lezen we de toevoeging Heere, Here of Heer als het over God gaat. Dat is niet zo vreemd, want deze benaming wordt vooral gebruikt waar het gaat om het aspect ‘verbondenheid tussen God en mens’.

En dat is in dit gedeelte ook aan de orde. Genesis 1 is een feitelijk verslag van de schepping in grote lijnen, terwijl in Genesis 2 de geschiedenis van de mensheid begint en hoe de betrokkenheid van God met de mens is begonnen. Een andere focus dus, waarbij geen reden is om daar allerlei andere conclusies aan te verbinden.

De Bijbel richt in Genesis 2 de schijnwerper op de mens, die op de zesde scheppingsdag werd geschapen. In Genesis 1:26-28 wordt de schepping van man en vrouw genoemd, terwijl uit Genesis 2 blijkt dat eerst de man en daarna de vrouw is geschapen. Genesis 1 geeft ons dus een globaal overzicht, terwijl er in Genesis 2 enkele details uit worden gelicht.

Bij het lezen vanaf Genesis 2:4 kun je als lezer de indruk krijgen dat God:

  • eerst de mens schiep (vers 7)
  • vervolgens planten (vers 8-9)
  • daarna dieren (vers 19)

Toch kan aan de gebruikte werkwoordvormen geen volgtijdelijkheid worden afgeleid. Verschillende vertalingen gebruiken daarom terecht tijdvormen waaruit helemaal geen volgorde is af te leiden. Voorbeeld:

.

“Ook had de Heere God een hof geplant in Eden…” (Genesis 2:8)

.

Er blijven geen redenen over om te zeggen dat de beide scheppingsverhalen elkaar tegenspreken of elkaars betrouwbaarheid ondermijnen.

 

.

 

Hoe zijn de soorten ontstaan?

.

Wetenschappers hebben aangetoond dat in de loop van de afgelopen eeuwen kleine veranderingen binnen de soorten planten en dieren hebben plaatsgevonden. Dat wordt ook wel eens micro-evolutie genoemd waarbij de soort niet is veranderd, maar hooguit varianten van dezelfde soort zijn ontstaan. Maar de Bijbel zegt nadrukkelijk dat God de soorten planten en dieren afzonderlijk heeft geschapen:

“En God zei: Laat de aarde groen doen opkomen, zaaddragend gewas, vruchtbomen, die naar hun soort vrucht dragen, waarin hun zaad is op de aarde! En het was zo. En de aarde bracht groen voort, zaaddragend gewas naar zijn soort en bomen die vrucht dragen waarin hun zaad is, naar hun soort. En God zag dat het goed was.” (Genesis 1:11-12)

“En God schiep de grote zeedieren en alle krioelende levende wezens waarvan het water wemelt, naar hun soort, en alle gevleugelde vogels naar hun soort… En God maakte de wilde dieren van de aarde naar hun soort, het vee naar hun soort, en alle kruipende dieren van de aardbodem naar hun soort…” (Genesis 1:21,25)

 

 

 

Klopt de volgorde van de scheppingsdagen?

.

Veel mensen hebben moeite met de volgorde van wat God in de zes achtereenvolgende dagen heeft geschapen. Die moeite ontstaat doordat ze hun eigen logica als maatstaf nemen voor de aannemelijkheid van de geschiedenis. Bijbelvers:

.

“Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde. Zo ontstonden ze, zo werden ze geschapen.” (Genesis 2:4)

.

Een andere manier om Genesis 1 te ontkrachten is te beweren dat het is geschreven naar het wereldbeeld van die tijd en dat we het dus het niet letterlijk kunnen nemen. Verwacht je echt dat je later in de hemel te horen zult krijgen dat God zo’n belangrijk verslag als dat van de schepping in de vorm van een simpel verhaaltje voor simpele zielen in de Bijbel heeft laten schrijven, terwijl de werkelijkheid heel anders was?

Ook kunnen Bijbellezers moeite hebben met het feit dat God op de eerste dag het licht schiep en op de vierde dag de zon. De meeste Bijbellezers staan er niet bij stil dat het licht van de eerste scheppingsdag van een heel andere aard moet zijn geweest dan dat van de zon.

Bovendien vertelt Genesis 1 ons niet dat het licht van de eerste dag werd vervangen door het licht van de vierde scheppingsdag. Het licht van de eerste dag was namelijk de schepping van de engelen en de onzichtbare wereld.

 

 

Welke plaats van de aarde binnen de kosmos?

.

Veel Bijbellezers vragen zich af of Genesis 1 wel klopt omdat daar de aarde als het centrum van de kosmos wordt voorgesteld. Wat is er voor bijzonders aan dit onbeduidende planeetje dat om een niet al te grote ster draait, die deel uitmaakt van een van de vele melkwegstelsels? Onze Schepper kan er immers een heel andere logica op na houden dan wij.

Het zou ons niet hoeven te verbazen dat de aarde binnen het heelal een unieke plaats inneemt en de enige planeet is waar menselijk leven voorkomt. Het tegendeel is nog nooit bewezen, hoe hard wetenschappers ook hun best doen. Het ontdekken van leven buiten de aarde lijkt een van de belangrijkste doelstellingen van ruimtevaartmissies lijkt te zijn. Kosten noch moeiten worden gespaard om te kunnen aantonen dat leven overal vanzelf kan ontstaan zonder Schepper.

Denk aan de ruimtevaart missies die gericht zijn op de planeet Mars en de recente pogingen van astronomen om ergens in ons melkwegstelsel planeten te ontdekken met condities die lijken op die van de aarde. Het gaat steeds weer over die ene vraag: wat is de oorsprong van de mensheid? Kennelijk heeft de mensheid astronomische bedragen over voor zelfs het kleinste glimpje hoop op de ontdekking van leven dat spontaan ontstaan is.

 

.

ons-melkwegstelsel-02

 

.

 

Is de catastrofetheorie een goed alternatief?

.

“De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water.(Genesis 1:2)

.

Na het prachtige eerste Bijbelvers van Genesis 1 over de schepping van hemel en aarde zien we het beeld van een ruige aarde, bedekt met een soort oervloed. Is het aannemelijk dat God in het begin een aarde heeft geschapen die er zo afstotelijk uitzag, als een soort tussenproduct dat nog afgemaakt moest worden? Is dat wel verenigbaar met Gods manier van doen.

In de 19e eeuw zijn C.I. Scofield en later ook Dr. Chambers tot de mening gekomen dat er in de grondtekst van Genesis 1:2 niet staat “de aarde WAS woest” maar “de aarde WERD woest”. Daarvan uitgaande kwamen zij tot de visie dat er tussen verzen 1 en 2 van Genesis 1 een of andere catastrofe moet hebben plaatsgevonden. Jesaja 45:18 wijst ook in die richting:

.

“Want zo zegt de HERE, die de hemelen heeft geschapen; Hij is God, die de aarde heeft gevormd en toebereid – Hij heeft haar niet als een woestenij geschapen …” (Jesaja 45:18)

.

Een eventuele catastrofe is te associëren met de val van de satan en het feit dat hij op de aarde is geworpen (Openbaring 12:9) en de oorspronkelijke schepping tot een puinhoop heeft gemaakt. Deze Bijbeluitleg wordt overigens ook wel de ‘gap-theorie’ genoemd. Het resultaat van die catastrofe, een woeste, lege, duistere aarde, past uitstekend bij het standaard resultaat van satanische activiteiten.

Als we verder borduren op de catastrofetheorie, zou het overige van Genesis 1 vertellen hoe God de verwoeste aarde van vers 2 herschiep tot een volmaakte woonplaats voor mens en dier. Mogelijk waren er dan bij de oorspronkelijke schepping al planten en dieren geschapen, waarvan fossielen gevonden zijn. Deze theorie geeft dus de mogelijkheid om bepaalde vormen van leven te veronderstellen, die bij de catastrofe zijn uitgeroeid.

Uitgaande van deze uitleg zouden we in zekere zin kunnen spreken van de schepping (Genesis 1:1) en de herschepping van de aarde (Genesis 1:3-31). God heeft in zes dagen de lelijke, woeste, lege aarde dan herschapen tot een prachtige planeet vol levende wezens.

Deze catastrofetheorie is niet erg populair onder christenen omdat het niet zo overtuigend kan worden onderbouwd vanuit de Bijbel.

.

.

Verwondering over de schepping

.

Door al die discussies over het ontstaan van de aarde zouden we bijna vergeten om ons te verwonderen over de grootsheid van het feit dat God hemel en aarde heeft geschapen. Daarbij kunnen we onder meer aan het volgende denken:

.

  1. God heeft de aarde op zijn eigen manier gemaakt, zonder dat er een mens bij is geweest. Hoe God alles gemaakt heeft zal waarschijnlijk altijd een raadsel blijven.
  2. God heeft de aarde goed gemaakt, zonder ontwerpfouten en zonder gebreken.
  3. Direct na de schepping bruiste de aarde van leven en levenslust. Dood en verderf waren nog onbekend.
  4. God heeft de mens als hoogst ontwikkelde schepsel de zorg en het beheer van de aarde toevertrouwd.
  5. In de schepping straalt veel van Gods heerlijkheid af:
    – in de overvloedigheid van vormen, kleuren, geuren en geluiden
    – in de eindeloze creativiteit en veelheid van soorten planten en dieren
    – in de onmetelijkheid van de kosmos met talloze sterrenstelsels, waarvan wellicht het grootste deel nooit door mensen zal worden waargenomen
    – in de onnaspeurlijkheid van de microkosmos en de elementaire structuur van de materie
  6. God heeft het leven geschapen als een geheim dat in Hem zelf verborgen ligt, terwijl wetenschappers sinds eind vorige eeuw het hebben opgegeven om te zoeken naar een materiële beschrijving van wat ‘het leven’ in levende cellen precies inhoudt
  7. De Schepper die in staat is geweest om zo’n complexe en bijna oneindige schepping te creëren verdient het respect en de liefdevolle toewijding van alles wat leeft.
  8. De God die de schepping gemaakt heeft is ook de enige die precies weet hoe deze schepping hoort te functioneren.
  9. Deze God is de enige die recht heeft om de mensen voor te schrijven hoe zij zich behoren te gedragen en die hen kan beoordelen en aanspreken op hun daden.
  10. De God die de aarde gemaakt heeft weet hoe Hij zijn schepselen gelukkig kan maken. Gelukkig wil Hij dat ook.

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

.

voorpagina openbaring a4

.

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

John Astria

Koolstofdatering

Standaard

Categorie: religie

.

.

.

.

Wat is de koolstofdatering en hoe werkt het?

.

Hoe werkt koolstofdatering, ook wel C14-datering genoemd? Koolstof (C14) is een natuurlijk element dat in overvloed voorkomt in de atmosfeer, in de aarde, in de oceanen en in elk levend wezen. C12 is veruit het meest voorkomende isotoop, terwijl slechts één op elke triljoen koolstofatomen een C14-atoom is. C14 wordt in de hogere atmosfeer geproduceerd wanneer stikstof-14 (N14) onder de invloed van kosmische straling wordt veranderd; een proton wordt door een neutron vervangen en het netto resultaat is een transformatie van het stikstofatoom tot een koolstofisotoop.

Het nieuwe isotoop wordt “radioactieve koolstof” genoemd omdat het, zoals de naam zegt, radioactief is (maar ongevaarlijk). C14 is instabiel en zal daarom na verloop van tijd spontaan weer vervallen tot N14. Het duurt ongeveer 5730 jaar voordat de helft van een bepaalde hoeveelheid radioactieve koolstof tot stikstof is vervallen. Het duurt vervolgens weer 5730 jaar voordat de helft van de resterende koolstof is vervallen, en dan weer 5730 voor de helft van dat restant, enzovoorts. De tijdsduur die nodig is om de helft van een hoeveelheid koolstof te laten vervallen wordt de “halfwaardetijd” genoemd.

Radioactieve koolstof oxideert (dat wil zeggen, verbindt zich met zuurstof) en komt de biosfeer binnen via natuurlijke processen zoals ademhaling en voeding. Planten en dieren nemen zowel het overvloedige C-12 en het veel zeldzamer C-14 in hun weefsel op, in ongeveer dezelfde verhouding als de C14/C12 verhouding in de atmosfeer. Wanneer een dier sterft, wordt er geen radioactieve koolstof meer opgenomen, maar de C14 die reeds in het lichaam aanwezig was blijft vervallen tot stikstof.

Als we dus de resten van een dood wezen vinden waarin de verhouding tussen C12 en C14 de helft is van wat het zou moeten zijn (dat wil zeggen één C14 atoom op elke twee triljoen C12 atomen in plaats van één op elke triljoen), dan kunnen we aannemen dat het dier al ongeveer 5730 jaar dood is (omdat de helft van de radioactieve koolstof ontbreekt en het ongeveer 5730 jaar duurt voordat de helft van de radioactieve koolstof tot stikstof vervalt). Als de verhouding een kwart is van wat het zou moeten zijn (één op vier triljoen), dan kunnen we aannemen dat het dier al zo’n 11.460 jaar dood is (twee keer de halfwaardetijd).

Na tien keer de halfwaardetijd is de resterende hoeveelheid radioactieve koolstof niet meer meetbaar. Deze techniek is daarom niet bruikbaar voor de datering van dieren die meer dan 60.000 jaar geleden stierven. Een andere beperking is dat deze techniek alleen toegepast kan worden op organisch materiaal zoals botten, vlees of hout. De techniek kan niet gebruikt worden om gesteente rechtstreeks te dateren.

.

.

 Het uitgangspunt van de koolstofdatering

.

Koolstofdatering is een dateringsmethode die afhankelijk is van de volgende drie zaken:

  • De snelheid waarmee het onstabiele radioactieve C14 tot de stabiele niet-radioactieve N14 isotoop vervalt,
  • De verhouding tussen C12 en C14 die in het monster wordt aangetroffen,
  • En de verhouding tussen C12 en C14 die in de atmosfeer wordt aangetroffen ten tijde van de dood van het monster.

.

De controverse van de koolstofdatering

.

Koolstofdatering is controversieel om verschillende redenen. Ten eerste is de methode afhankelijk van enkele twijfelachtige aannames. We moeten bijvoorbeeld aannemen dat de vervalsnelheid (dat wil zeggen, de halfwaardetijd van 5730 jaar) in het verleden altijd constant is gebleven. Maar dat kan niet gemeten worden. Er bestaat zelfs krachtig bewijs voor een sterke toename van de radioactieve vervalsnelheid in het verleden.1 We moeten bovendien aannemen dat de verhouding tussen C12 en C14 in de atmosfeer in het verleden altijd constant is gebleven (zodat we kunnen weten wat deze verhouding was op het moment van de dood van het monster).

En toch weten we dat “radioactieve koolstof 28-37% sneller wordt gevormd dan het vervalt”2. Dat betekent dat er nog geen evenwicht is bereikt; deze verhouding is vandaag de dag dus groter dan in het niet-waarneembare verleden. We weten ook dat deze verhouding drastisch steeg ten tijde van de industriële revolutie, als gevolg van de drastische toename van CO2 dat door de fabrieken werd geproduceerd. Deze door de mens veroorzaakte fluctuatie was geen natuurlijk verschijnsel, maar het toont aan dat fluctuaties mogelijk zijn en dat ook natuurlijke verstoringen deze verhouding sterk zouden kunnen beïnvloeden.

Vulkanen stoten CO2 uit, wat zou kunnen leiden tot een afname van deze verhouding. Dieren die in een periode van hoge vulkanische activiteit leefden en stierven, zouden ouder lijken dan ze werkelijk waren als we hun leeftijd met deze techniek zouden bepalen. De verhouding kan verder worden beïnvloed door de productiesnelheid van C14 in de atmosfeer, die op zijn beurt weer wordt beïnvloed door de hoeveelheid kosmische straling die de atmosfeer van de aarde binnendringt. En deze hoeveelheid straling is zelf weer afhankelijk van factoren zoals het magnetische veld van de aarde (dat kosmische straling kan doen afbuigen).

Nauwkeurige metingen die over de afgelopen 140 jaar hebben plaatsgevonden, hebben aangetoond dat de sterkte van het magnetische veld van de aarde gestaag afneemt. Dit betekent dat er een gestage toename van de productie van radioactieve koolstof heeft plaatsgevonden (wat de verhouding zou doen toenemen).

Tenslotte kunnen we zeggen dat deze dateringsmethode controversieel is omdat de data die hiermee bepaald worden vaak gruwelijk inconsequent zijn. Bijvoorbeeld: “Eén lichaamsdeel van Dima [een beroemde babymammoet die in 1977 werd ontdekt] was 40.000 RCY [radioactieve koolstofjaren] oud, maar een ander was 26.000 RCY, en ‘hout dat in de onmiddellijke omgeving van het kadaver werd gevonden’ bleek 9000-10.000 RCY jaar oud te zijn.” (Walt Brown, In the Beginning, oftewel “In het begin”, 2001, p. 176)

  • D. R. Humphreys, J. R. Baumgardner, S. A. Austin, en A. A., Snelling, “Helium diffusion rates support accelerated nuclear decay”, oftewel Helium diffusiesnelheden ondersteunen een versneld nucleair verval, in Proceedings of the Fifth International Conference on Creationism, R. Ivey, Ed., Creation Science Fellowship, Pittsburgh, PA, 2003. Zie ook: Walt Brown, In the Beginning, oftewel In Het Begin, 2001, p. 75, onder “Constant Verval?”
  • Brown, Idem, p. 246.

 

.

.

.

Koolstofdatering – Dendrochronologie

.

Om de C14-datering te kunnen gebruiken , moeten we – zoals we reeds gezien hebben – weten wat de verhouding tussen C12 en C14 is op het moment van de dood van het monster. Als deze verhouding in het (niet-waarneembare) verleden gefluctueerd heeft (en we kunnen er zeker van zijn dat dit het geval is geweest), hoe kunnen we dan bepalen wat deze verhouding was tijdens het leven van een organisch proefdier, dat leefde en stierf vóórdat we deze verhouding konden meten?

Voorstanders van de C14-dateringsmethode hebben zich tot de “dendrochronologie” (“jaarringenonderzoek” genoemd) gewend om hun tijdschaal te kalibreren (door geschatte fluctuaties van de verhouding tussen C12 en C14 hierin te verwerken). Wanneer de leeftijd van een stuk hout op twee manieren bepaald wordt, enerzijds met koolstofdatering en anderzijds door de jaarringen te tellen, kunnen wetenschappers een tabel opstellen waarmee zij de twijfelachtige C14-jaren naar werkelijke kalenderjaren kunnen omzetten.

Dit werkt als volgt: wetenschappers beginnen met een levende boom of een proefstuk van dood hout waarvan de leeftijd met betrouwbare methoden kan worden vastgesteld. Vervolgens gaan zij op zoek naar stukken dood hout die ouder zijn dan dat eerste proefstuk, maar met overeenkomstige, overlappende jaarringen (jaarringen kunnen onder invloed van verschillende omgevingsfactoren een grote variatie in breedte vertonen en zo een patroon vormen waarmee we proefstukken uit dezelfde omgeving kunnen vergelijken). De wetenschappers gaan vervolgens op zoek naar nog meer stukken dood hout die met dit tweede proefstuk overlappen, enzovoorts.

En tenslotte worden alle jaarringen geteld, waarbij de overlappende patronen worden gebruikt om alle stukken met elkaar te verbinden. Op deze manier wordt uiteindelijk de leeftijd van het oudste stuk hout bepaald. Dit wordt een “lange chronologie” genoemd. Het oudste stuk hout wordt dan ook gedateerd met de koolstofdateringsmethode. Door de twee data te vergelijken, kunnen wetenschappers de noodzakelijke bijstellingen in hun berekeningen maken.

Helaas heeft het gebruik van jaarringenonderzoek als kalibratiemiddel van de C14-dateringsmethode  zijn eigen tekortkomingen. Dr Walt Brown legt dit uit: “…verbanden worden gelegd op basis van het oordeel van een jaarringspecialist. Soms worden ‘ontbrekende’ ringen toegevoegd.1… Eenvoudige statistische berekeningen zouden kunnen vaststellen in welke mate het dozijn overlappende jaarringen werkelijk met elkaar overeenkomen. Maar jaarringspecialisten weigerden om hun bevindingen aan dergelijk statistisch onderzoek te onderwerpen en wilden hun data niet vrijgeven zodat anderen deze statistische proeven zouden kunnen uitvoeren” (Walt Brown, In the Beginning,, oftewel “In het begin”, 2001, p. 246).

Deze weigering om medewerking te verlenen aan verder onderzoek is reden genoeg voor scepticisme, vooral in het licht van de duidelijke cirkelredenering die door de onderzoekers wordt toegepast. “De leeftijd van houten proefstukken die voor ‘lange chronologieën’ worden gebruikt, wordt eerst met behulp van koolstofdatering bepaald. Als die leeftijd hoog genoeg genoeg is (mogelijk door een verkeerde aflezing), dan kijken jaarringspecialisten naar de breedte van de ringen om te kijken of de ‘lange chronologie’ verder kan worden doorgetrokken. Deze chronologie wordt vervolgens gebruikt als garantie dat de koolstofdatering gekalibreerd is met een ononderbroken reeks jaarringen.”

[Deze praktijk wordt ook beschreven door Henry N. Michael en Elizabeth K. Ralph, “Quickee” 14C Dates, Radiocarbon, Vol. 23 No. 1, 1981, pp. 165-166].” (Brown, idem, p. 246; Zie ook Gerald E. Aardsma, “Myths Regarding Radiocarbon Dating”, oftewel Mythen over de koolstofdateringImpact, No. 189, maart 1989)

.

.

.

.

Wat zeggen de experts?

.

Robert Lee gaf in zijn artikel “Radiocarbon, Ages in Error” (oftewel Radioactieve koolstof; verkeerde leeftijden) in het Anthropological Journal of Canada een samenvatting van de controverse rond de koolstofdatering: “De problemen van de koolstofdateringsmethode zijn onmiskenbaar diepgaand en ernstig. Ondanks 35 jaar technische verfijning en toenemend begrip worden de onderliggende aannames  sterk in twijfel getrokken. Men waarschuwt dat de radioactieve koolstofdatering zich binnenkort wel eens in een crisistoestand zou kunnen bevinden.

Een verder gebruik van de methode is afhankelijk van een benadering die feitelijk stelt: ‘we lossen problemen wel op wanneer we ze tegenkomen’; een benadering die open staat voor afwijkingen, gesleutel met factoren, en kalibratie wanneer het ook maar mogelijk is. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat maar liefst de helft van de verkregen data wordt afgewezen. Maar er moet toch zeker wel verwondering bestaan over het feit dat de andere helft wél aanvaard wordt. Maar ongeacht hoe ‘bruikbaar’ de radioactieve koolstofmethode is, ze is nog steeds niet in staat om nauwkeurige en betrouwbare resultaten te geven.

Er bestaan aanzienlijke discrepanties, de chronologie is ongelijkmatig en relatief, en de aanvaarde data zijn eigenlijk geselecteerde data” (Robert E. Lee, “Radiocarbon, Ages in Error”, oftewel Radioactieve koolstof; verkeerde leeftijdenAnthropological Journal of Canada, Vol. 19, No.3, 1981, pp. 9, 29).

  • Zie Harold S. Gladwin, “Dendrochronology, Radiocarbon and Bristlecones,” Anthropological Journal of Canada, Vol. 14, No. 4, 1976, pp. 2-7.)

 

.

.

.

.

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.