Tagarchief: babel

De ceder in de Bijbel

Standaard

categorie : religie

 

 

.

.

.

.

De ceder

.

Bomen komen veelvuldig in de Bijbel voor en de ceders van de Libanon nemen daarin een voorname plaats in. Niet minder dan 72 keer wordt er in het Oude Testament van deze statige coniferen melding gemaakt. De ceder groeit langzaam en wordt zeer hoog, tot wel 40 meter. Hij is inheems in de landen rondom de Middellandse Zee, maar wordt overal in de wereld als sierboom geplant.

Een ceder is ook makkelijk te herkennen aan zijn dikke, rechte stam en zijn enorme kroon van horizontale takken. Cederhout is zacht, aromatisch en duurzaam. Het wordt in de wijde omgeving als bouwmateriaal gebruikt en verwerkt.

In de Bijbel lezen wij voor het eerst over ceders in verband met de reinigingsrituelen van de Israëlieten: de reiniging van een melaatse (Leviticus 14) en in het voorbereiden van het reinigingswater (Numeri 19). De combinatie met hysop, een zeer algemene plant, doet vermoeden dat hier wordt bedoeld dat iedereen, rijk of arm, reiniging nodig heeft (zie 1 Koningen 4:33).

 

.

 

Leviticus 14

.

1 De Heer zei tegen Mozes: 2 “Als iemand genezen is van een besmettelijke huidziekte en hij wil weer rein verklaard worden, dan moet hij naar de priester gaan. 3 De priester moet naar hem toe gaan, buiten het tentenkamp. Als hij ziet dat de besmettelijke huidziekte genezen is en helemaal verdwenen, zal de priester hem zeggen dat hij weer gezond is. 4 De priester moet de man twee levende, reine vogels laten brengen, voor een offer. Verder ook cederhout, rode wol en een bosje van de hysop-plant. 5 De ene vogel moet worden geslacht boven een pot van gebakken klei waar vers bronwater in zit. 6 Daarna moet de priester de levende vogel nemen, met het cederhout, de rode wol en het bosje hysop. Hij moet die alle drie, samen met de levende vogel, indopen in het bloed van de vogel die boven het verse bronwater is geslacht. 7 Dan moet hij de man die van de besmettelijke huidziekte gereinigd moet worden, zeven keer met dat bloed besprenkelen. Daarna zal de man rein zijn. De levende vogel moet hij vrij laten wegvliegen. 8 En de man die gereinigd moet worden, moet zijn kleren wassen, zijn haar en baard afscheren en zich in water wassen. Dan zal hij rein zijn. Daarna mag hij weer in het tentenkamp komen. Maar hij moet nog zeven dagen buiten zijn tent blijven. 9 Op de zevende dag moet hij al zijn haar afscheren: zijn hoofdhaar, zijn baard en zijn wenkbrauwen. Hij moet zijn kleren wassen en zich helemaal in water wassen. Dan zal hij rein zijn.

.

 

Numeri 19 : 1-7

 

1 De Heer zei tegen Mozes en Aäron: 2 “Dit is de wet die Ik geef: Laat de Israëlieten een gezonde, roodbruine koe naar de priester Eleazar brengen. Het dier mag nog nooit een juk gedragen hebben. 3 Eleazar moet het dier buiten het tentenkamp laten slachten en daar zelf bij zijn. 4 Daarna moet Eleazar zijn vinger in het bloed dopen en zeven keer bloed sprenkelen in de richting van de tent van ontmoeting. 5 Daarna moet een priester de hele koe verbranden tot er alleen nog as van over is: de huid, het vlees, het bloed, de darmen en de mest moeten worden verbrand. Eleazar moet daar bij zijn. 6 Hij moet cederhout, een bosje van de hysop-plant en wat rode wol op de brandende koe gooien. 7 Daarna moet hij zijn kleren wassen en zich helemaal in water wassen. Pas daarna mag hij het tentenkamp weer in komen. Maar hij is tot de avond onrein.

.

 

 

1 Koningen 4 : 33

.

33 Over alles wist hij wel een wijze spreuk: over de bomen, van de grote cederboom op de Libanon tot en met de kleine hysop-plant die op de muren groeit, over het vee, de vogels, de kruipende dieren en de vissen.

 

Cederhout was toen zeer gewild voor bouwwerken; het werd gebruikt voor de paleizen van de koningen David en Salomo, en voor de tempel, die Salomo voor de Heer bouwde. Dit was mogelijk omdat Hiram, de koning van Tyrus, bevriend was met Israël (1 Koningen 5:1-12).

.

 

.

1 koningen 5 : 1-12

 

1 Koning Hiram van Tyrus hoorde dat Salomo de nieuwe koning was. Hij stuurde dienaren naar hem toe om hem te feliciteren. Want Hiram was altijd goed bevriend geweest met David. 2 Daarna stuurde Salomo hem een boodschap: 3 “U weet wel dat mijn vader David geen tempel voor zijn Heer God kon bouwen, omdat hij aldoor oorlog voerde. Uiteindelijk heeft de Heer al Davids vijanden overwonnen. 4 Nu heeft mijn Heer God mij aan alle kanten vrede gegeven. Er is geen enkele vijand en geen enkel gevaar. 5 Nu zou ik voor mijn Heer God een tempel willen bouwen. Want de Heer heeft tegen mijn vader David gezegd: ‘Jouw zoon die Ik na jou koning zal maken, zal een tempel voor Mij bouwen.’ 6 Wilt u alstublieft uw dienaren opdracht geven om voor mij op de Libanon cederbomen te kappen. Mijn dienaren zullen hen helpen. Ik zal uw dienaren betalen wat u wil. Want niemand heeft zoveel verstand van het kappen van bomen als de Sidoniërs.”

7 Toen Hiram deze boodschap van Salomo kreeg, was hij erg blij. Hij zei: “Prijs de Heer! Hij heeft David een wijze zoon gegeven om over dit grote volk te regeren!” 8 En hij liet tegen Salomo zeggen: “Ik heb uw boodschap ontvangen. Ik zal alles doen wat u wenst wat betreft het cederhout en het cipressenhout. 9 Mijn dienaren zullen het van de Libanon naar de zee brengen en er daar vlotten van maken. Laat mij weten waar ik die vlotten naar toe moet laten brengen. Daar zal ik de vlotten weer uit elkaar laten halen, zodat u het hout kan ophalen. Als betaling levert u het eten voor mijn paleis.” 10Zo leverde Hiram aan Salomo zoveel cederhout en cipressenhout als Salomo wenste. 11 En Salomo betaalde Hiram hiervoor elk jaar 20.000 kor (5 miljoen liter) tarwe en 20 kor (500 liter) olijf-olie voor zijn paleis.12 De Heer deed wat Hij had beloofd en maakte Salomo heel erg wijs. En er was vrede tussen Hiram en Salomo. Ze sloten een verbond met elkaar.

 

.

 

.

Hier hebben wij een voorbeeld van een goede samenwerking tussen Israëlieten en niet-Israëlieten. Later, na de ballingschap, haalden de teruggekeerde Israëlieten ook cederhout van de Libanon om de verwoeste tempel te herbouwen (Ezra 3:7).

 

 

 

Ezra 3 : 7

 

7 Voor de herbouw van de tempel huurden ze steenhouwers en timmermannen. Ze betaalden hen met geld. Uit Sidon en Tyrus bestelden ze cederhout van bomen van de Libanon. De boomstammen werden naar zee gebracht en dreven van daar naar Jafo. Ze betaalden voor het hout met voedsel, drank en olijf-olie. Voor dit alles hadden ze de toestemming van koning Kores.

 

 

 

Wij komen ceders ook tegen als beeld van iets anders. In positieve zin, als beschrijving van welvaart (Numeri 24:5-6), van de rechtvaardigen (Psalm 92:13), of van de bruidegom in het boek Hooglied (5:15). Daartegenover gebruiken de profeten ceders ook als beeld van menselijke trots tegenover God (Jesaja 2:12-13), of van één van de grootmachten uit die tijd (Ezechiël 31:3).

 

 

.

Numeri 24 : 5-6

.

5 Wat zijn jullie tenten gezegend, volk van Jakob,
en de plaatsen waar jullie wonen ook, volk van Israël!
6 Jullie dorpen en steden zullen de dalen vullen.
Ze zullen zo mooi zijn als tuinen langs een rivier.
De Heer heeft ze geplant,
zoals sandelbomen en cederbomen die langs het water staan.

 

 

 

Pslam 92 : 13

 

13 Als je leeft zoals God het wil, zal het goed met je gaan.
Je zal groeien als een palmboom,
hoog worden als een cederboom op de Libanon.

 

 

 

Hooglied 5 : 15

 

15 Zijn benen zijn als pilaren van wit marmer
die op voetstukken van zuiver goud staan.
Hij is zo groot en sterk als een grote cederboom van de Libanon.

 

 

 

jesaja 2 : 12-18

 

12 Op de dag van de Heer  zal iedereen die trots en eigenwijs is, moeten buigen voor de Heer van de hemelse legers. 13 Alles zal moeten buigen: ook de trotse en hoge cederbomen van de Libanon, de eikenbomen van Basan, 14 de trotse bergen en de hoge heuvels, 15 de hoge torens en de sterke muren, 16 de schepen van Tarsis en de prachtige versieringen. 17 Alles waar de mensen trots op zijn, zal moeten buigen. En alle trotse mensen zullen moeten buigen. Op die dag zullen ze toegeven dat God de hoogste Heer is. 18 Er zal geen enkele afgod overblijven.

 

 

 

Ezechiel 31:3

 

3 U bent te vergelijken met Assur. Assur was een cederboom op de Libanon. Hij had prachtige takken, veel bla-deren en een hoge stam. Zijn top kwam tot aan de wolken.

 

 

.

 

In een veelzeggende gelijkenis wordt het beeld op de laatste koning van Juda toegepast, nu maar als een twijg die door de koning van Babel werd geplukt (Ezechiël 17:1-4). Toch zal God die situatie keren, zodat Zijn volk niet meer zal worden geplunderd maar als een prachtige ceder in het land Israël gedijen (Ezechiël 17: 22-24).

 

 

 

Ezechiël 17:1-4

 

1 De Heer zei tegen mij: 2 “Mensenzoon, geef het volk Israël een raadsel op. Vertel hun het volgende verhaal: 3 De Heer zegt: De grote adelaar vloog naar de berg Libanon. Hij had machtige vleugels, prachtig gekleurde veren en een sterke vleugelslag. Hij vloog naar de Libanon en rukte daar de top van een cederboom af. 4 Hij brak het hoogste topje af en bracht dat naar een land waar veel handel is. Daar plantte hij het in een drukke handelsstad.

.

 

 

Ezechiël 17 : 22-24

 

22 Dit zegt de Heer: Dan zal Ik Zelf uit de top van de hoge cederboom een jong takje afplukken. Dat zal Ik planten op een hoge berg. 23 Ik zal het op de hoogste berg van Israël planten. Er zullen takken en vruchten aan groeien. Het zal een prachtige cederboom worden. Er zullen allerlei soorten vogels in de schaduw tussen zijn takken wonen. 24 Alle bomen zullen beseffen dat Ik, de Heer, de hoge cederboom heb omgekapt, de kleine boom heb laten verdrogen en de kleine tak tot een machtige boom heb gemaakt.  Ik, de Heer, zal doen wat Ik heb gezegd.”

 

.

 

 

 

Advertentie

Het beeld van het beest.

Standaard

categorie : religie

 

 

 

Het Beeld van het Beest is het toekomstige beeld dat op bevel van het Beest uit de Aarde (= de valse profeet, de antichrist) door de mensen gemaakt wordt voor het Beest uit de Zee, een grote politieke leider. Als het beeld klaar is, krijgt het Aardebeest van hogerhand de macht om het beeld adem te geven, leven in te blazen. Het beeld moet aanbeden worden. Het zorgt ervoor dat iedereen die het beeld niet aanbidt, gedood wordt.

.

 

Openbaring 13 : de komst van de antichrist en de valse profeet

Openbaring 13 : de komst van de antichrist en de valse profeet

pasteltekening van John Astria

 

 

Openbaring 13:14. En het misleidt hen die op de aarde wonen, door de tekenen die hem gegeven zijn te doen in tegenwoordigheid van het beest, en het zegt tot hen die op de aarde wonen, dat zij voor het beest dat de wond van het zwaard had en weer leefde, een beeld moesten maken.


Openbaring 13:15. En het werd hem gegeven aan het beeld van het beest adem te geven, opdat het beeld van het beest ook zou spreken en maken dat allen die het beeld van het beest niet aanbaden, gedood zouden worden.

Het Beeld van het Beest wordt massaal aanbeden (vgl. Opb. 14:9; 14:11; 16:2; 19:20). Opvallend is dat het Beest uit de Zee deze beeldverering kennelijk goedvindt, hoewel hij zich verzet en zich verheft tegen al wat een voorwerp van verering is (2 Thess. 2:4). Een dergelijke tegenstrijdigheid betreft ook zijn afwijzing van al wat God heet, hoewel hijzelf “in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is” (2 Thess. 2:4). Vergelijk de voorzegging door de engel aan Daniël over een toekomstige koning:

Da 11:36.  Die koning zal handelen naar eigen goeddunken. Hij zal zich verheffen en zich groot maken boven elke god. Hij zal tegen de God der goden wonderlijke dingen spreken. Hij zal voorspoedig zijn tot de gramschap voltrokken is. Want wat vast besloten is, zal gebeuren.


Da 11:37.  En hij zal niet letten op de goden van zijn vaderen, [en] ook niet op het verlangen van de vrouwen. Hij zal op geen enkele god letten, maar zichzelf boven alles groot maken.


Da 11:38.  En hij zal de god van de vestingen in zijn standplaats eren. Hij zal namelijk de god die zijn vaderen niet gekend hebben, eren met goud, met zilver, met edelgesteente en met kostbaarheden.

Da 11:39.  Hij zal versterkte vestingen maken samen met een vreemde God. Voor hen die hij zal kennen, zal hij de eer laten toenemen en hen laten heersen over velen en hij zal het land uitdelen als beloning.

Aanbidding van het Zeebeest en zijn beeld is je reinste afgodendienst. Er zullen echter mensen zijn die er niet aan mee doen. Zij weten dat God een na-ijverig God is en geen aanbidding van mensen of beelden kan verdragen.

Exodus 20:2.  Ik ben de Heere, uw God, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft.


Exodus 20:3.  U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben.


Exodus 20:4.  U zult voor uzelf geen beeld maken, geen enkele afbeelding van wat boven in de hemel, of beneden op de aarde of in het water onder de aarde is.


Exodus 20:5.  U zult zich daarvoor niet neerbuigen, en die niet dienen, want Ik, de Heere, uw God, ben een na-ijverig God, Die de misdaad van de vaderen vergeldt aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten,


Exodus 20:6. Maar Die barmhartigheid doet aan duizenden van hen die Mij liefhebben en Mijn geboden in acht nemen.

Degenen die weigeren mee te doen aan de aanbidding van het Beeld en van het Beest en ook het merkteken van het Beest weigeren, al kost het ook hun leven, zijn overwinnaars en zullen opgewekt worden en met Christus in het duizendjarig Vrederijk regeren.

Openbaring 15:2.  En ik zag als een glazen zee met vuur gemengd, en hen die de overwinning behaald hadden over het beest en over zijn beeld en over het getal van zijn naam, op de glazen zee staan met harpen van God.

Openbaring 20:4.  En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven; en ik zag de zielen van hen die om het getuigenis van Jezus en om het woord van God onthoofd waren, en die het beest of zijn beeld niet hadden aangebeden en niet het merkteken aan hun voorhoofd en aan hun hand ontvangen hadden; en zij werden levend en regeerden met Christus duizend jaren.

 

 

Openbaring 20 : de eerste opstanding en de tweede dood

Openbaring 20 : de eerste opstanding en de tweede dood

 

pasteltekening van John Astria

 

 

Het Beeld van het beest dan wel het Beest zelf is waarschijnlijk gelijk aan de gruwel der verwoesting‘ waarvan door de profeet Daniël gesproken is. De Heer Jezus verwijst naar deze de gruwel, die in ‘de heilige plaats’ , de tempel in Jeruzalem, zal staan.

Mattheüs 24:14.  En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn.


Mattheüs 24:15.  Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting, waarvan door de profeet Daniel gesproken is, op de heilige plaats ziet staan (wie het leest, geve er acht op)


Mattheüs 24:16.  laten dan wie in Judea zijn, vluchten naar de bergen.

 

.

 

Voorafschaduwing

.

Een historische voorafschaduwing van het Beeld is het gouden beeld dat de beroemde Babylonische koning Nebukadnezar liet oprichten en waarvoor iedereen moest buigen. Het was ongeveer 30 meter (60 el) hoog en 3 meter (6 el) breed. Wie weigerde te buigen, moest in een brandende oven geworpen worden.

Daniël 3:1.  Koning Nebukadnezar maakte een gouden beeld, waarvan de hoogte zestig el was, en zijn breedte zes el. Hij richtte het op in het dal Dura, in het gewest Babel.

Daniël 3:5.  Op het moment dat u het geluid hoort van de hoorn, fluit, citer, luit, lier, panfluit, en allerlei muziekinstrumenten, moet u neervallen en het gouden beeld aanbidden dat koning Nebukadnezar heeft opgericht.

Daniël 3:6. Wie niet neervalt en aanbidt, zal op hetzelfde ogenblik midden in de brandende vuuroven worden geworpen.

Daniël 3:7.  Daarom, zodra al de volken het geluid hoorden van de hoorn, fluit, citer, luit, lier, en allerlei muziekinstrumenten, vielen op datzelfde tijdstip alle volken, natiën en talen neer, [en] aanbaden het gouden beeld dat koning Nebukadnezar had opgericht.

.

 

Afbeelding: gedwongen verering van het beeld van Nebukadnezar.
Het 30 meter hoge beeld is naar verhouding nog te klein getekend.

.

Drie Joodse mannen, namelijk Sadrach, Mesach en Abed-Nego, die Nebukadnezar over het bestuur van het gewest Babel had aangesteld, weigerden het gouden beeld te aanbidden. Zij werden er dan ook van beschuldigd dat zij Nebukadnezars goden niet vereren en het gouden beeld niet aanbidden (Dan. 3:12). Zij antwoordden de koning:

Daniël 3:17.  Als het moet, kan onze God, Die wij vereren, ons verlossen uit de brandende vuuroven, en Hij zal ons, o koning, uit uw hand verlossen.


Daniël 3:18.  En zo niet, het zij u bekend, o koning, dat wij uw goden niet zullen vereren en het gouden beeld dat u hebt opgericht, niet zullen aanbidden.

Daarop werden ze in de brandende oven geworpen. In de oven verscheen een vierde persoon, een engel, en deze was bij de mannen en zij werden gespaard. Nebukadnezar zag hun wonderlijke bewaring en riep de Joden uit de oven terug. Hij noemde ze “dienaren van de allerhoogste God” (Dan. 3:26). Er was aan de mannen helemaal niet te merken dat ze in de oven waren geweest.

Daniël 3:27. Toen kwamen de stadhouders, de machthebbers, de landvoogden en de raadslieden van de koning bijeen. Zij zagen aan deze mannen dat het vuur geen vat had gekregen op hun lichaam: het haar van hun hoofd was niet geschroeid, en hun mantels waren niet verteerd, ja, er hing [zelfs] geen brandlucht aan hen.


Daniël 3:28.  Nebukadnezar nam het woord en zei: Geloofd zij de God van Sadrach, Mesach en Abed-Nego, Die Zijn engel heeft gezonden en Zijn dienaren heeft verlost, die op Hem hebben vertrouwd, het bevel van de koning hebben weerstaan en hun lichaam hebben overgegeven, omdat zij geen enkele god wilden vereren of aanbidden dan hún God.


Daniël 3:29.  Daarom wordt door mij een bevel uitgevaardigd dat elk volk, [elke] natie of taal die lasterlijke dingen zegt over de God van Sadrach, Mesach en Abed-Nego, in stukken zal worden gehouwen en dat zijn huis tot een mesthoop zal worden gemaakt, want er is geen andere god die zo redden kan.


Daniël 3:30.  Toen maakte de koning Sadrach, Mesach en Abed-Nego voorspoedig in het gewest Babel.

 

.

In meerdere opzichten schaduwt Nebukadnezars beeld het beeld van het Beest vooraf

.

  1. het beeld is een beeld van de grote Leider
  2. de gedwongen aanbiddig
  3. de massaliteit van de aanbidding
  4. de doodstraf bij weigering

Een eigentijdse voorloper van de verering van een mansbeeld is de eer die burgers in Noord-Korea dagelijks moeten bewijzen aan Kim Il-Sung, bij diens immense standbeeld in de hoofdstad van het land. Wie dat niet doet, riskeert het strafkamp.

 

 

 

Foto: eerbetoon bij het 23 meter hoge standbeeld van Kim Il-Sung.
Het beeld van Nebukadnezar was zo’n 7 meter hoger.

 

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

John Astria

John Astria

Wie is de morgenster?

Standaard

categorie : religie

 

 

In het figuurlijk-typisch taalgebruik van de Bijbel kan ‘ster’ een koning of heerser aanduiden. Jezus Christus is de ster die voorkomt uit Jacob (Nu. 24:17). Hij is ook de blinkende morgenster. Hij is de koning der koningen, de allerschitterendste ster.

 

 

Christus de morgenster

Christus de morgenster

 

Opb 22:16 Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden om u deze dingen te betuigen voor de gemeenten. Ik ben de wortel en het geslacht van David, de blinkende morgenster.
Opb 2:28 en Ik zal hem de morgenster geven.

 

 

Openbaring hoofdstuk 22: eeuwig leven gevend water door de morgenster

Openbaring hoofdstuk 22: eeuwig leven gevend water door de morgenster

pasteltekening van John Astria

 

 

De koning van Babel. Lucifer, werd de morgenster genoemd. Door hoogmoed wilde hij zich verheffen boven de sterren van God. Hij betwijfelde de soevereiniteit van God in de hemel en werd zo de tegenstander, de Satan, van de schepper van hemel en aarde.

Jes 14:12 Hoe zijt gij uit den hemel gevallen, o morgenster, gij zoon des dageraads! [hoe] zijt gij ter aarde nedergehouwen, gij, die de heidenen krenktet!


Jes 14:13 En zeidet in uw hart: Ik zal ten hemel opklimmen, ik zal mijn troon boven de sterren Gods verhogen; en ik zal mij zetten op den berg der samenkomst aan de zijden van het noorden.


Jes 14:14 Ik zal boven de hoogten der wolken klimmen, ik zal den Allerhoogste gelijk worden.

 

 

Lucifer de gevallen morgenster

Lucifer de gevallen morgenster

 

De koning van Babel is een afbeelding van de satan, die aan God gelijk wilde worden. In het rijk van de geschapen geesten is satan de zich opwerpende koning der koningen, de valse bedrieglijke morgenster. Christelijke uitleggers hebben de zelfverheffing, gewelddadige heerschappij en val van satan in deze schildering van de koning van Babel doorzien.

De Heer Jezus zag de satan als een bliksem, dat plotselinge lichtschijnsel, uit de hemel vallen (Lu 10:18).

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

.

 John Astria

John Astria

De spraakverwarring in Genesis

Standaard

categorie : religie

 

 

 

De spraakverwarring: nog meer moeilijkheden voor compromistheorieën

 

 

3790_o_the_tower_of_babel

 

 

Stel je voor… je bent een christen en gelooft in de Bijbel. Maar anderzijds ben je er toch ook van overtuigd dat het wetenschappelijke materiaal wijst op een miljoenen jaren oud aarde. Wat doe je? Mogelijkerwijs denk je dat de Bijbel niet altijd even letterlijk gelezen moet worden en wel in lijn gebracht kan worden met de hedendaagse ‘wetenschappelijk inzichten’. Maar hoe ga je dan om met de spraakverwarring?

 

 

In Genesis 11 lezen we:

 

1 De gehele aarde nu was één van taal en één van spraak. 2 Toen zij oostwaarts trokken, vonden zij een vlakte in het land Sinear, waar zij zich vestigden. 3 En zij zeiden tot elkander: Welaan, laten wij tichelen maken en die goed bakken. En de tichel diende hun tot steen en het asfalt diende hun tot leem. 4 Ook zeiden zij: Welaan, laten wij ons een stad bouwen met een toren, waarvan de top tot de hemel reikt, en laten wij ons een naam maken, opdat wij niet over de gehele aarde verstrooid worden. 5 Toen daalde de HERE neder om de stad en de toren, die de mensenkinderen bouwden, te bezien, 6 en de HERE zeide: Zie, het is één volk en zij allen hebben één taal. Dit is het begin van hun streven; nu zal niets van wat zij denken te doen voor hen onuitvoerbaar zijn. 7 Welaan, laat Ons nederdalen en daar hun taal verwarren, zodat zij elkanders taal niet verstaan. 8 Zo verstrooide de HERE hen vandaar over de gehele aarde, en zij staakten de bouw van de stad. 9 Daarom noemt men haar Babel, omdat de HERE daar de taal der gehele aarde verward heeft en de HERE hen vandaar over de gehele aarde verstrooid heeft.

 

Dit verhaal kun je moeilijk opvatten als slechts een allegorie. Het wordt namelijk verteld als historisch narratief (een opeenvolging van gebeurtenissen). Er is geen tekstuele reden om het allegorisch of symbolisch op te vatten, dus moeten we dat met deze passage net zo min doen als bijvoorbeeld met het verhaal van Esther, of het verhaal dat Abraham zijn zoon Isaak moest offeren. Bovendien past dit verhaal van de spraakverwarring in de bredere context van de hoofdstukken ervoor en erna.

En daar nog bovenop wordt het verhaal omsloten door geslachtsregisters (Genesis 10 en 11:10-32). Dat is geschiedschrijving van de puurste vorm. En verder hebben sommige volken (zoals de Tohono O’odham Indianen) nog herinneringen aan de spraakverwarring, wat sterk wijst op een historische gebeurtenis. Dus het moet waargebeurd zijn. Maar wat is dan het probleem? Het probleem wordt duidelijk als we ons afvragen wanneer de spraakverwarring heeft plaatsgevonden.

 

 

 

 

 

Wanneer was de spraakverwarring?

 

We weten dat het enige tijd na de zondvloed is gebeurd en we kunnen berekenen wanneer de zondvloed ongeveer was. Aan de hand van onder meer de geslachtsregisters in Genesis 11 kunnen we dit narekenen. Het ligt er een beetje aan welke manuscripten je gebruikt, want bijvoorbeeld de Septuagint geeft iets andere getallen dan de Masoretische tekst waar onze moderne vertalingen op zijn gebaseerd. Maar hoe dan ook komt er uit dat de zondvloed (en dus de spraakverwarring) niet veel meer dan 6000 jaar geleden geweest kan zijn.

Conclusie: minder dan 6000 jaar geleden was “de gehele aarde één van taal en één van spraak” en waren alle mensen op één plek geconcentreerd.

Maar wacht eens even… Dit stelt ons voor een probleem, nietwaar? Want volgens seculiere wetenschappers waren mensen al veel langer geleden over een groot deel van de wereld verspreid! En dat baseren ze op verschillende dateringsmethoden, zoals de koolstofdateringsmethode en de thermoluminescentiedateringsmethode, waarmee ze archeologische vondsten dateren. Het lijkt erop dat je moet kiezen: of die dateringen kloppen niet, of de Bijbel klopt niet.

Als je voor het eerste kiest: gefeliciteerd! Je hebt ervoor gekozen meer vertrouwen te stellen in het Woord van God dan in de woorden van mensen (ook al noemen die zich wetenschappers). En gelukkig zijn er hele goede antwoorden op vragen als: hoe zit het dan met de koolstofdateringsmethode?

Als je er daarentegen voor kiest om die dateringsmethoden te vertrouwen… dan zul je de geslachtsregisters in Genesis 11 moeten oprekken. Hoe ver moet je die eigenlijk oprekken? Een paar eeuwen? Nou nee. Volgens de gangbare wetenschappelijke theorieën zaten indianen 10.000 jaar geleden al in Amerika. Een paar duizend jaar dus? Nou… nee. Aboriginals zouden namelijk 40.000 jaar geleden al in Australië hebben gezeten.

Je moet de geslachtsregisters dus minimaal een goede 35.000 jaar oprekken. (En dan houden we nog niet eens rekening met allerlei vondsten van stenen werktuigen die honderdduizenden tot miljoenen jaren oud zouden zijn.) Het probleem is dat die geslachtsregisters niet zo ver opgerekt kunnen worden, zoals in een toekomstig artikeltje uitgelegd zal worden. Maar daarnaast zijn er ook nog andere redenen waarom het niet waarschijnlijk is dat de spraakverwarring meer dan 40.000 jaar geleden plaatsvond.

 

 

 

Moeilijkheid #1: mondelinge overlevering en de uitvinding van het schrift

 

Als de spraakverwarring echt zo lang geleden was, dan moet het wel heel lang geduurd hebben voordat men het schrift uitvond. Los van de vraag waarom deze uitvinding zo lang op zich heeft laten wachten (want mensen zouden 40.000 jaar geleden niet minder intelligent geweest zijn dan tegenwoordig) betekent dit dat de verhalen over Adam, Eva, Kaïn, Abel, Noach en de toren van Babel tienduizenden jaren lang mondeling overgeleverd zouden moeten zijn, totdat men iets meer dan 5000 jaar geleden eindelijk eens een keertje het schrift uitvond. Maar hoe kunnen deze verhalen zo’n enorm lange tijd zo accuraat zijn overgeleverd? Vooral het zondvloedverhaal is daar veel te gedetailleerd voor.

In het geval van de Bijbel zouden christenen die in miljoenen jaren geloven nog kunnen zeggen dat het niets uitmaakt hoeveel tijd er tussen de gebeurtenissen en het op schrift stellen heeft gezeten: God heeft de Bijbel immers geïnspireerd? Dat klopt. Maar voor de vele andere volken die nog steeds legenden over de zondvloed en de spraakverwarring hebben gaat die vlieger niet op. Zie het artikel Zondvloedlegenden. Hoe kunnen de herinneringen aan deze verhalen zo enorm lang bewaard zijn gebleven?

Binnen het scheppingsmodel (dat uitgaat van een recente schepping, zondvloed en spraakverwarring, slechts enkele duizenden jaren geleden) zit alles veel logischer in elkaar. Het schrift kan al voor de zondvloed zijn uitgevonden en Mozes kan Genesis geschreven hebben op basis van mondelinge overleveringen en schriftelijke bronnen.

 

 

 

 

 

Moeilijkheid #2: agricultuur

 

Een ander serieus probleem is de oorsprong van agricultuur. Volgens de seculiere theorieën (gebaseerd op de eerder genoemde dateringsmethoden) hebben mensen honderdduizenden jaren lang als jagers-verzamelaars geleefd, totdat ze enkele duizenden jaren geleden ontdekten dat het veel efficiënter is om planten te verbouwen en dieren te houden.

Als je gelooft dat de spraakverwarring meer dan 40.000 jaar geleden plaatsvond, dan is het de vraag waarom het zo lang geduurd heeft voordat agricultuur ontwikkeld werd. Dit is extra problematisch omdat Noach en zijn onmiddellijke nakomelingen kennelijk heel goed op de hoogte waren van verscheidene landbouwtechnieken. Volgens Genesis 6:21 was Noach in staat om een grote voedselvoorraad aan te leggen.

Hij en zijn zonen moeten in elk geval iets hebben geweten over het houden en verzorgen van dieren (in de ark, maar zie ook Genesis 4:20). En bovenal zegt Genesis 9:20-21 dat Noach na de zondvloed een landbouwer werd en een wijngaard aanlegde. En ook de bouw van de stad Babel wijst erop dat men landbouw bedreef (want waar grote groepen mensen bij elkaar zijn, is het waarschijnlijk dat landbouw nodig is om voldoende voedsel op te brengen).

Naast de vraag waarom het zo lang duurde voordat agricultuur ontwikkeld werd, is het de vraag hoe het komt dat deze ontwikkeling een paar duizend jaar geleden plotseling op verschillende plaatsen ter wereld schijnbaar onafhankelijk van elkaar plaatsvond. Vanaf zo’n 10.000 tot 7000 jaar geleden (volgens de eerder genoemde dateringsmethoden) zou agricultuur zijn ontwikkeld in Mesopotamië, Nieuw-Guinea, Sahel (daar ligt tegenwoordig de Sahara), China en Amerika.

Opnieuw vallen alle puzzelstukjes veel makkelijker op hun plaats als je aanneemt dat de spraakverwarring helemaal niet zo lang geleden was, maar gewoon een paar duizend jaar geleden, zoals de Bijbel zegt. Vanuit Babel verspreidden de volken zich over de aarde, en sommige van die volken begonnen gelijk met het toepassen van de landbouwtechnieken die ze nog kenden op de plaatsen waar ze zich vestigden.

 

 

 

Moeilijkheid #3: metaalbewerking

 

Nog zo’n soort probleem is de ontdekking van metallurgie. Volgens de seculiere theorieën is metaalbewerking pas een paar duizend jaar geleden ontdekt, en is deze ontdekking vooraf gegaan aan een tienduizenden jaren durend ‘stenen tijdperk’. Maar dit is rechtstreeks in strijd met wat de Bijbel ons vertelt. Genesis 4:22 zegt dat de bewerking van zowel koper (of brons, volgens de NBV) als ijzer al uitgevonden was voor de zondvloed.

 

 

 

 

 

Moeilijkheid #4: urbanisatie

 

Als je denkt dat de spraakverwarring >40.000 jaar geleden plaatsvond is het een mysterie waarom stedenbouw pas zo recent op gang gekomen is. Volgens de gangbare seculiere theorieën zijn mensen pas in de laatste 10.000 jaar begonnen met het bouwen van stadjes, en de wat grotere steden kwamen pas zo’n 6000 jaar geleden op de kaart te staan.

Dit is vooral een mysterie omdat de mensen die bij de Babelaffaire betrokken waren logischerwijs goed bekend waren met het principe van stedenbouw. (Genesis 11:3: “Ze zeiden tegen elkaar: ‘Laten we van klei blokken vormen en die goed bakken in het vuur.’ De kleiblokken gebruikten ze als stenen, en aardpek als specie.”)

Net als voor agricultuur geldt dat stedenbouw in de recentere geschiedenis verbazingwekkend genoeg op verschillende plaatsen ter wereld ogenschijnlijk ‘onafhankelijk’ van elkaar losbarstte. Na tienduizenden jaren van wonen in grotten, tenten en kleine vestigingetjes, worden er in de periode van 6000 tot 4000 jaar geleden plotseling steden gebouwd in Mesopotamië, Egypte, India, China en Peru.

Dit past natuurlijk opnieuw veel beter in het Bijbelgetrouwe model van een recente spraakverwarring, waarna de volken in verschillende richtingen trokken en sommige daarvan binnen korte tijd nieuwe beschavingen opbouwden. Het past ook goed dat de oudste beschavingen zich in Mesopotamië bevonden, in het gebied waar Babel ook gelegen heeft.

Wat het nog interessanter maakt, is dat verschillende antieke culturen op verschillende plaatsen ter wereld een overeenkomstig architectonisch idee hadden, namelijk de zogenaamde trappiramide:

  • In Egypte waren trappiramides de oudste vormen van piramides.
  • In Mesopotamië bouwden de Sumeriërs en hun opvolgers vanaf het vierde millennium voor Christus (volgens seculiere dateringen) de zogenaamde ziggurats, die een zelfde soort vorm hebben.
  • Op het Italiaanse eiland Sardinië staan de restanten van een oude trappiramide die eveneens uit het vierde millennium voor Christus zou stammen.
  • In Midden Amerika bouwden de Maya’s, Azteken en Tolteken trappiramides.
  • In Zuid Amerika werden trappiramides gebouwd door de Inca’s, de Moche en de Chavin.
  • In het antieke China werden er ook piramides gebouwd, al is het niet duidelijk hoe ver de bouw van piramides in China teruggaat.

Deze architectonische overeenkomsten passen natuurlijk uitstekend bij een recente datering van de spraakverwarring. Het lijkt erop dat de Toren van Babel een soort ziggurat was, en dat verschillende wegtrekkende volken dit idee meegenomen hebben en het in hun nieuwe woongebieden opnieuw hebben toegepast.

 

 

 

Het hele verhaal dan maar herinterpreteren?

 

Het verhaal over de spraakverwarring kan niet symbolisch gelezen worden. Ook hebben we gezien dat die gebeurtenis niet redelijkerwijs meer dan 40.000 jaar geleden plaatsgevonden kan hebben. Het lijkt erop dat er nog maar één optie overblijft voor christenen die Genesis per se in lijn willen brengen met gangbare theorieën binnen de wetenschap. Het verhaal zelf moet gewoon drastisch geherinterpreteerd worden: als er staat “De gehele aarde nu was één van taal en één van spraak” dan betekent dat in feite dat alleen de mensen in een beperkt gebiedje op de wereld één van taal en spraak waren.

En dat er intussen overal op de wereld al andere mensen leefden die allerlei talen spraken. Maar dat komt gewoon neer op een regelrechte ontkenning van de hele hoofdgedachte van het verhaal: de mensen wilde zich niet over de aarde verspreiden, maar God verstrooide ze over de hele wereld.

 

 

 

Conclusie

 

Als we compromissen proberen te sluiten tussen de Bijbel en de populaire theorieën binnen de wetenschap, worden daarbij meer problemen gecreëerd dan opgelost. Het is een misvatting dat de tegenspraak tussen de Bijbel en de dominante ideeën binnen de wetenschap opgelost kunnen worden door simpelweg Genesis 1 als een symbolisch verhaal te lezen. Daar blijft het namelijk niet bij. Om binnen Genesis ruimte te maken voor de gangbare ideeën over miljoenen jaren, moeten ook de schepping van Adam en Eva(Genesis 2), de zondeval (Genesis 3), de geslachtsregisters (Genesis 5 en 11), de zondvloed (Genesis 6-9) en de de spraakverwarring (Genesis 11) totaal geherinterpreteerd worden. Genesis staat het simpelweg niet toe.

 

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

De betekenis van Babylon

Standaard

categorie : religie

 

 

 

Wat waren Babylon en Babel?

 

Babylon of Babel was de beroemdste, door Nimrod gebouwde stad van het oude Mesopotamië, de hoofdstad van het oude Babylonische rijk ( ca. 1800 tot 539 v.C ). Door Babel stroomde de rivier Eufraat, die de stad in twee helften deelde. Tegenwoordig heet de plaats Hillah. Onder leiding van de koning Nebukadnezar onderwierp het Juda.

 

 

1

 

 

 

2uDxA2I

 

 

 

Belangrijke goden van het Babylonische rijk

 

De opperste god van de Babyloniërs was Merodach . Hij droeg de titel ‘Bel’ (=’heer’). De Babyloniërs vereerden hem als de koning van hemel en aarde. Hij was de beschermgod van de stad Babel. De naam ‘Babel’ betekent ‘poort van Bel’.

 

 

Merodach

Merodach

 

 

Door de dienst van de profeet Jeremia kondigde God het strafgericht over Bel aan:

Jeremia 50:2 Verkondig onder de heidenvolken, laat het horen, hef een banier omhoog, laat het horen, verberg het niet, zeg: Babel is ingenomen, Bel staat beschaamd, Merodach is verpletterd. Zijn afgoden staan beschaamd, zijn stinkgoden zijn verpletterd.
Jeremia 51:44 Ik zal Bel in Babel straffen, Ik zal wat hij verzwolgen heeft, uit zijn muil halen. De heidenvolken zullen niet meer naar hem toestromen. Zelfs de muur van Babel is gevallen!

Een andere Babylonische god was Nebo, de zoon van de god Merodach. Nebo is de god van de wetenschap en de schrijfkunst. Ook wordt hem het wereldbestuur toegedicht. Veel namen van Babylonische koningen zijn samengesteld met de naam Nebo, zoals Nabonassar, Nabopolassar, Nebukadnezar en Nabunit.

 

 

Nebo

Nebo

 

 

De profeet Jesaja profeteerde over Nebo:

Jesaja 46:1 Bel is gekromd, Nebo neergebogen, hun afgodsbeelden zijn geworden voor de dieren en voor de beesten; uw opgeladen pakken zijn een last voor de vermoeide dieren

 

 

 

De droom van koning Nebukadnezar

 

Koning Nebukadnezar kreeg eens een door God ingegeven droom (zie Dan. 2), waarin het rijk van Babel wordt geschilderd als het eerste van vier wereldrijken.

 

 

beeld

 

 

1 Babylonische rijk,

2 Medisch – Perzische rijk,

3 Grieks – Macedonische rijk,

4 Romeinse rijk.

Het Babylonische rijk wordt voorgesteld als het gouden hoofd van het statenbeeld dat Nebukadnezar in zijn droom zag. Het rijk van Babel is het hoofd, het is van zuiver goud.

In Dan.7 wordt het rijk voorgesteld als een leeuw. Ook Gods woord door de dienst van Jeremia noemt het rijk een leeuw.

Jer 4:7 De leeuw is opgekomen uit zijn haag, en de verderver der heidenen is opgetrokken, hij is uitgegaan uit zijn plaats, om uw land te stellen in verwoesting; uw steden zullen verstoord worden, dat er niemand in wone.

 

 

Babylonische leeuw

Babylonische leeuw

 

 

 

Het lijden van Israël onder het Babylonische rijk

 

Jeremia 50:17 Israël is een opgedreven schaap, leeuwen hebben het opgejaagd. Eerst heeft de koning van Assyrië het verslonden, en ten slotte heeft deze, Nebukadrezar, de koning van Babel, zijn beenderen verbrijzeld.

Het koninkrijk van Babel zou worden vernietigd in het oordeel dat God over alle vier bovengenoemde rijken (Dan. 2 en 7). Babel is gevallen en gebroken; het was niet te genezen (Jes.21:9; Jer.51:7-10).

Als onderdeel van het samenstel van vier wereldrijken zal het in de toekomst geheel en al vernietigd worden als Jezus Christus zijn rijk opricht (Dan.2 en 7).

 

 

 

Babel, de verwarring

 

‘Babylon’ is de Griekse vorm van het Hebreeuwse ‘Babel’. De naam Babel betekent in het Hebreeuws ‘verwarring’. De naam is ontleend aan de spraakverwarring die God teweegbracht toen de mensheid – nog één volk en één van spraak – een stad en een hoge toren bouwde en zich een naam wilde maken, om te voorkomen dat men over de hele aarde verstrooid zou raken, hoewel God Noach en de zijnen bevolen had de aarde te vervullen.

Ge 11:4 En zij zeiden: Kom, laten wij voor ons een stad bouwen, en een toren waarvan de top in de hemel reikt, en laten we voor ons een naam maken, anders worden wij over heel de aarde verspreid!
Ge 11:5 Toen daalde de Heere neer om de stad en de toren te zien die de mensenkinderen aan het bouwen waren,
Ge 11:6 en de Heere zei: Zie, zij vormen één volk en hebben allen één taal. Dit is het begin van wat zij gaan doen, en nu zal niets van wat zij zich voornemen te doen, voor hen onmogelijk zijn.
Ge 11:7 Kom, laten Wij neerdalen en laten Wij hun taal daar verwarren, zodat zij geen van allen elkaars taal zullen begrijpen.
Ge 11:8 Zo verspreidde de Heere hen vandaar over heel de aarde, en zij hielden op met het bouwen van de stad.
Ge 11:9 Daarom gaf men haar de naam Babel; want daar verwarde de Heere de taal van heel de aarde, en vandaar verspreidde de Heere hen over heel de aarde.

 

 

Babel-1024x575

 

 

 

Petrus over Babylon

 

De apostel Petrus noemt Babylon in zijn eerste brief:

1Pe 5:12 Door Silvanus, die naar ik meen voor u een trouwe broeder is, heb ik in het kort geschreven om u te vermanen en te betuigen, dat dit de ware genade van God is waarin u moet staan.
1Pe 5:13 U groet de medeuitverkorene in Babylon, en mijn zoon Markus.

Sommige uitlegger menen dat in dit vers sprake is van de letterlijke stad Babylon, waar ten tijde van Petrus veel joden woonden. Andere uitleggers zien er een codewoord of figuurlijke aanduiding voor Rome in, de hoofdstad van het Romeinse rijk.

De Iraakse dictator Saddam Hussein (1937-2006) startte de bouw van een moderne stadBabylon, ongeveer 80 km ten zuiden van Bagdad.

 

 

 

Het Apocalyptische Babylon

 

In het laatste Bijbelboek komt een stad voor genaamd Babylon. Het is een grote stad.

Opb 14:8 En een andere, een tweede engel volgde en zei: Gevallen, gevallen is het grote Babylon, dat van de wijn van de grimmigheid van haar hoererij alle naties heeft laten drinken.
Opb 17:5 En op haar voorhoofd was een naam geschreven: Verborgenheid, het grote Babylon, de moeder van de hoeren en van de gruwelen van de aarde.
Opb 18:2 En hij riep met krachtige stem de woorden: Gevallen, gevallen is het grote Babylon, en het is een woonplaats van demonen en een bewaarplaats van elke onreine geest en een bewaarplaats van elke onreine en gehate vogel geworden.
Opb 18:10 terwijl zij uit vrees voor haar pijniging in de verte blijven staan en zeggen: Wee, wee de grote stad, Babylon, de sterke stad; want in een uur is uw oordeel gekomen.
Opb 18:21 En een sterke engel hief een steen op als een grote molensteen en wierp die in de zee en zei: Zo zal de grote stad Babylon met geweld neergeworpen worden en zij zal geenszins meer gevonden worden.

 

 

hoofdstuk 17 ; Babylon wordt geoordeeld

hoofdstuk 17 ; Babylon wordt geoordeeld

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

De vernietiging van Babylon

De vernietiging van Babylon

Pasteltekening van John Astria

 

 

Vergelijk

Da 4:30 Sprak de koning, en zeide: Is dit niet het grote Babel, dat ik gebouwd heb tot een huis des koninkrijks, door de sterkte mijner macht, en ter ere mijner heerlijkheid! 

Sommige Bijbeluitleggers menen dat de stad Babylon in de Openbaring het herbouwde Babylon is, dat weer rijk en machtig zal worden. Volgens de meeste uitleggers echter heeft het apocalyptische Babylon een symbolische betekenis en verwijst het naar de stad Rome en de valse kerk van de eindtijd.

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

John Astria

2 Kings, Koningen 20-21: The worst king / De ergste koning

Standaard

Category, categorie:  The Bible explained/De Bijbel uitgelegd: video

.

 

2 Koningen 20 1 – 11 Ziekte en genezing van Hizkía
12 – 20 Gezanten van Babel
21 – 21 Hizkía’s dood
2 Koningen 21 1 – 18 Manasse koning van Juda
19 – 26 Amon koning van Juda

.

2 Kings 20-21: The worst king

.

2 Koningen 20-21: De ergste koning

.

Paul LeBoutillier

.

 

 

.