Tagarchief: leeuw

Openbaring les 2: Johannes ziet het waardige lam

Standaard

Categorie: religie

 

 

Achtergrond

 

Na trouw alles te hebben opgeschreven wat Christus bekend wilde maken aan de zeven gemeenten (Op.1:1, 19), ontving de apostel Johannes onmiddellijk daarna een ander visioen van God (Op.4:1). Alsof het eerste visioen waarin hij de verheerlijkte Christus mocht zien nog niet voldoende was, krijgt Johannes nu het niet met woorden te vatten voorrecht om de hemel te bezoeken. Dit bezoek kenmerkt een overgang in het boek Openbaring, gaande van de Gemeente op aarde naar “wat hierna zal geschieden” (1:19). God staat op punt om satan, demonen en zondaars te oordelen en Zijn schepping terug tot Zichzelf te nemen. Wachtend op die dag kunnen de levende wezens en de 24 oudsten rondom de troon enkel in eerbied aanbidden en zich verwonderen naarmate God de Schepper alles voorbereid voor deze glorieuze dag.

Terwijl Johannes getuige mag zijn van deze schitterende aanbidding, komt er een figuur in het beeld dat de apostel Johannes maar al te goed kent. In hoofdstuk 5 van Openbaring gaat de aanbidding van de Schepper nu naar de Verlosser. Weer opnieuw is Johannes hier getuige van de Here Jezus Christus. Christus, die hier wordt gezien als het waardige Lam van God, is de rechtmatige Heerser van de aarde. Enkel Hij heeft het recht, de macht en het gezag om over de gehele aarde te heersen. Hoewel al degenen die Hem liefhebben wachten op Zijn heerschappij, zal iedereen ook wachten wanneer de gehele schepping het lam dat alle lof waardig is zal aanbidden.

 

 

Openbaring hoofdstuk 4 ; de troonsheerlijkheid van God

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

Het werk van het Lam (Openbaring 5:1-6)

 

Nadat Johannes de glorieuze troon van God en de onverwoordbare majesteit van Degene die op de troon zit zag (Op.4), kijkt hij naar wat overblijft in Gods hand. Daar op Zijn troon gezeten houdt God in Zijn rechterhand iets wat Johannes omschrijft als “een boekrol, van binnen en van buiten beschreven, verzegeld met zeven zegels” (5:1). Deze boekrol die Johannes zag in Gods hand is de eigendomsakte van de gehele aarde. Voor de grondlegging van de wereld had God Iemand gekozen die de gehele aarde zou beërven. In deze boekrol was iedere detail hoe deze Gekozene Zijn rechtmatig eigendom terug zou verwerven. Hij zou dit doen door de oordelen van God die uitgegoten gingen worden over de aarde.

Het geeft ons weer hoe de Gekozene de wereld zal verlossen van de satan en de mensen en demonen die met hem hebben samengewerkt. Nu dat God alles op aarde bereid heeft om haar oordeel te geven, is alles wat er overblijft voor de Gekozenen om te onthullen. Brandend van verlangen om dit allemaal te weten te komen ziet Johannes nog iemand anders die evenzeer op zoek is naar de Gekozene die de boekrol zal openen. Johannes schrijft dat hij “een sterke engel” zag, “die met luide stem uitriep: Wie is het waard de boekrol te openen en zijn zegels te verbreken?” (5:2). De engel was op zoek naar Iemand die zowel de boekrol kon openen als haar zegels kon verbreken. Enkel iemand die waardig genoeg was zou de macht hebben om satan en zijn demonen te verslaan, de zonde en haar gevolgen weg te vagen en de vloek op de gehele schepping teniet te doen.

Op het eerste zicht leek niemand in aanmerking te komen. Johannes schrijft: “Niemand in de hemel en ook niet op de aarde of onder de aarde die de boekrol kon openen of hem inzien” (5:3). Na een zoektocht doorheen het hele universum, van de hel tot de hemel en alle plaatsen tussenin, bleek er niemand te zijn die waardig was om de boekrol te openen. Niemand had het waardig karakter en het goddelijk recht om in aanmerking te komen om de zegels te verbreken. Op dit moment overmand door verdriet en verbijstering, begint Johannes te wenen omdat er niemand was die waardig was om de boekrol te openen, noch deze in te kijken (5:4). Dit is de enige keer dat de Bijbel aangeeft dat er tranen waren in de hemel. Johannes weende omdat hij de wereld verlost wilde zien worden van het kwade, de zonde en de dood. Hij wilde satan zien verslagen worden en Gods Koninkrijk op aarde zien gevestigd worden. Johannes wist dat de Messias gedood was en dat Zijn Gemeente enorme verdrukking kende en besmet was met zonde (Hfdstn.2-3). Alles leek vanaf dit gezichtspunt slecht te gaan.

Ook al was het geween van Johannes oprecht, toch was het voorbarig. Hij moest niet wenen, omdat de zoektocht naar Degene die waardig was om de boekrol te openen zou gaan eindigen. Omdat zijn tranen ongepast waren, zei een van de 24 oudsten rondom de troon van God dat hij moest stoppen met wenen. Daarna trok hij de aandacht van Johannes naar een nieuwe Persoon die in beeld kwam, “de Leeuw Die uit de stam van Juda is” (Op.5:5). Geen mens, noch een engel, kan het universum verlossen, maar er is wel Iemand anders die dit kan. Deze Persoon is natuurlijk de verheerlijkte Heer Jezus Christus, hier beschreven met twee messiaanse titels.

De benaming “de Leeuw Die uit de stam van Juda” vindt haar oorsprong bij de zegen die Jakob gaf aan de stam van Juda in Genesis 49: 8-10. Uit de leeuwachtige stam van Juda zou een sterke, krachtige en dodelijke heerser komen – de Messias, Jezus Christus (Heb.7:14). Net als een leeuw zou Christus Degene zijn die Gods vijanden zou verscheuren en verwoesten. Zijn leeuwachtig oordeel over Zijn vijanden wacht op de nog komende dag die Hij gekozen heeft – de dag die zich hier begint te ontvouwen in Openbaring hoofdstuk 5. Jezus wordt hier ook gezien als “de Wortel van David”. Deze messiaanse benaming vinden we terug in Jesaja 11:1, 10.

Naar de genealogie in Mattheüs 1 (zie ook Lukas 3), was Jezus de afstammeling van David. Door naar Christus op deze manier te verwijzen bevestigde de oudste dat Jezus Degene was die waardig was om de boekrol te openen. Hij was waardig om:

wie Hij is – de rechtmatige Koning uit het geslacht van David

wat Hij is – de Leeuw uit de stam van Juda met de macht om Zijn vijanden te vernietigen

wat Hij heeft gedaan – Hij heeft “overwonnen” (5:5). Aan het kruis versloeg Hij de zonde (Rom.8:3), de dood (Heb.2:14-15) en al de machten van de hel (Kol.2:15; 1 Pet.3:19).

De gelovigen zijn nu overwinnaars door Zijn overwinning (Kol.2:13-14; 1Joh.5:5).

Dat Christus had overwonnen en niet overwonnen was, is duidelijk in het feit dat Johannes Hem ziet als het Lam van God (5:6). De Here Jezus kon niet de Leeuw van het oordeel, noch de glorieuze Koning zijn, tenzij Hij als eerst “het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt” zou zijn (Joh.1:29). Dat Johannes nu het lam ziet is het bewijs dat Christus dit laatste heeft gedaan. Het Lam staat nu levend, op Zijn voeten voor de troon van God, maar kijkt nog steeds alsof Het geslacht is geweest. Het littekens van de dodelijke wond die dit Lam kreeg waren duidelijk zichtbaar; maar toch leefde Hij nog. Ook al beraamden demonen en kwaadaardige mensen plotten tegen Hem en vermoordden ze Hem aan het kruis, toch verrees Hij uit de doden, versloeg dus Zijn vijanden en overwon hen.

 

 

Openbaring hoofdstuk 5 ; de heerlijkheid van de verzoening door Christus

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

De waardigheid van het Lam (Op.1: 7-10)

 

De verschijning van het Lam dat naar voren gaat om de boekrol te openen, maakte dat de vier wezens en de 24 oudsten Hem verheerlijkten (5:7-8). Net zoals ze in het eerdere visioen van Johannes hadden gedaan (Op.4) vielen alle levende wezens en oudsten neer voor het Lam. Zulk een houding is een van eerbiedige aanbidding, een natuurlijke reactie op de majestueuze, heilige, eerbied prikkelende glorie van Christus. Deze spontane uitbarsting van aanbidding komt voor uit het besef dat de lang verwachte overwinning van de zonde, dood en satan volledig volbracht zou worden en dat de Here Jezus terug naar de aarde zou keren om te zegevieren. De vloek over de zonde zou teniet gedaan worden en de Gemeente geëerd, verheven en het voorrecht gegeven worden om met Christus te regeren. Het nieuwe lied dat uitgaat van de oudsten herbevestigd dat Christus het waard is “om de boekrol te nemen en zijn zegels te openen” (5:9). Hij is waardig omdat Hij het Lam is, de Leeuw uit de stam van Juda, de Koning der koningen en Heer der Heren.

Daarna gaat het lied verder met het versterken van Christus’ waardigheid met de woorden “want U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie” (5:9). Het lied van de oudsten bevestigde het belang van Christus’ dood aan het kruis. Het was Christus’ opofferende dood die “ons voor God” kocht. Aan het kruis betaalde God de prijs die nodig was (Zijn eigen bloed; 1 Pet.1:18-19) om mensen te bevrijden uit de slavenmarkt van de zonde. Het moet voor Johannes aangrijpend en opbeurend zijn dat mensen van over de hele wereld tot de verlosten zouden behoren. De wetenschap dat vervolging en zonde de verspreiding van het Evangelie niet zouden belemmeren, moet vreugde en hoop gebracht hebben in het hart van de apostel.

De liederen gaan verder met weergeven van de gevolgen van de verlossing: “U hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters, en wij zullen als koningen regeren over de aarde” (5:10). Dat het verlossend werk van Christus zovelen op aarde zou treffen is niet het enige dat lovenswaardig is. De gevolgen van deze verlossing geven ook reden tot lofzang. De verlosten maken deel uit van Gods Koninkrijk, een gemeenschap van gelovigen onder Gods soevereine heerschappij. Ze zijn ook priesters voor onze God, wat hun volledige toegang tot aanbidding en dienstbaarheid in Gods aanwezigheid benadrukt. Het huidige priesterschap van gelovigen is een voorbode van de toekomstige dag waarop we allemaal toegang zullen krijgen tot God en volmaakte gemeenschap met God.

 

 

De aanbidding van het Lam (Op.1:11-14)

 

Onmiddellijk na de vier levende wezens en de 24 oudsten de waardigheid van het Lam te hebben zien bevestigen, ziet Johannes nog meer van wat zal plaatsvinden in de toekomst. Een visioen van degenen die het Lam aanbidden. Het is door Christus’ waardigheid dat de gehele schepping Hem zal aanbidden. Hierop volgend schrijft Johannes dat toen hij keek hij “een geluid van vele engelen rondom de troon, van de dieren en van de ouderlingen“ hoorde. “En hun aantal bedroeg tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen” (Op.5:11). De stemmen van de vier levende wezens en de 24 oudsten werden nu aangevuld met die van ontiegelijk veel engelen. Dit stemt overeen met Hebreeën 12:1 waarin staat dat het aantal heilige engelen niet geteld kan worden.

Deze kolossale groep begint dan zeggende met een luide stem met het loflied waarmee het hoofdstuk eindigt: “Het Lam Dat geslacht is, is het waard om de kracht te ontvangen, en rijkdom, wijsheid, sterkte, eer, heerlijkheid en dankzegging” (Op.5:12). Weer opnieuw ligt de nadruk op Christus’ dood die voorzag in een volmaakte verlossing. Het is in het licht van deze verlossing dat Christus lof, aanbidding en verering hoort gegeven te worden. Doorheen deze lofzang erkennen de engelen dat Christus erkend hoort te worden omwille van Zijn grote kracht, rijkdom en wijsheid. Christus weet alles, bezit alles en kan alles. Door al deze dingen en al Zijn andere eigenschappen is Jezus het waard om alle “eer, heerlijkheid en dankzegging” te ontvangen” (5:12).

Niet enkel deze kolossale groep engelen zullen lofzingen tot Christus in die komende dagen. Onmiddellijk na het horen van deze glorieuze stemmen van deze engelen hoort Johannes dat de gehele schepping meegaat in de lofzang. Het is op dit punt dat de schepping haar vreugde over haar nabije verlossing niet zal kunnen bevatten. “Elk schepsel dat in de hemel, op de aarde, onder de aarde en op de zee is, en alles wat daarin is” (Op.5:13) zal op een dag het Lam loven. Eindeloze eer, eindeloze heerlijkheid, eindeloze glorie en eindeloze aanbidding komt enkel aan God de Vader en de Here Jezus toe.

 

 

Conclusie

 

In de vroege kerkgeschiedenis werden gelovigen voortdurend vervolgd door degenen die over hen wilde regeren. Bemoedigend voor de Gemeente is dan te weten dat slechts één Persoon zulk een heerschappij toekomt – het Lam van God. God had al van vooraf ingesteld dat Zijn Zoon de gehele aarde zou beërven. Omdat Hij de zonde heeft overwonnen door Zijn dood, is Hij alleen bekwaam oordeel te brengen over de aarde en een volk te verlossen voor God. Wanneer deze dag komt en het oordeel ten uitvoer wordt gebracht zal de gehele schepping voortdurend eer betuigen aan Degene die alle eerbied waardig is – het Lam, dat was geslacht.

 

 

BEGELEIDENDE VRAGEN

 

 Welke visioen zien we dat Johannes heeft?

 

Als zijn eerste visioen van het zien van de verheerlijkte Christus nog niet genoeg was, wordt Johannes deze keer het meest wonderlijke privilege gegeven in het bezoeken van de hemel. Daar ziet Johannes God als Hij op Zijn troon zit. Hij staat op het punt om satan, demonen en zondaren te oordelen en Zijn schepping terug te nemen. Terwijl ze wachten op dag dat deze zal komen, kunnen degenen rond de troon, de levende wezens en 24 oudsten, alleen maar in eerbied en verwondering aanbidden wanneer God de Schepper de totstandbrenging van deze glorieuze dag voorbereid. Terwijl Johannes deze magnifieke aanbidding aanschouwt, gaat de lofprijzing die opgaat naar God door.

 

 

 Wat houdt God vast als Hij op de troon zit?

 

Zittende op Zijn troon, houdt God in Zijn rechterhand wat Johannes beschrijft als “een boekrol, van binnen en van buiten beschreven, verzegeld met zeven zegels” (5:1). Deze boekrol is de eigendomsakte voor de gehele aarde. Voordat de fundamenten van de aarde gelegd waren, had God Een gekozen die de gehele aarde zou erven. Binnen in de rol was elk detail beschreven van hoe deze gekozen Een zijn rechtmatige erfdeel zou herkrijgen. Het verteld hoe de Gekozene de wereld zal verlossen van satan, zijn demonen en slechte mensen. Nu dat God gereed is dat de aarde zijn oordeel zal ontvangen, is alles wat overblijft voor de Een om geopenbaard te worden.

 

 

 Wie heeft er net als Johannes een gretig verlangen om

te zien wie de rechtmatige erfgenaam is van de aarde?

 

Johannes ziet iemand anders die net zo graag er achter wil komen wie de Een is die de boekrol kan openen. Johannes schrijft dat hij een “sterke engel” zag, die “met luide stem uitriep: Wie is het waard de boekrol te openen en zijn zegels te verbreken?” (5:2). De engel zocht iemand die waard was en de boekrol kon openen en de zegels kon breken. Alleen degene die waardig genoeg was, zou de macht hebben om satan en zijn demonen te verslaan, zonde en zijn gevolgen weg te vagen en de vloek over de gehele schepping ongedaan te maken.

 

 

 Waarom begint de apostel Johannes te wenen tijdens zijn visioen?

 

Op het eerste gezicht leek het dat niemand geschikt was. Johannes schrijft, “niemand in de hemel en ook niet op de aarde of onder de aarde die de boekrol kon openen of hem inzien” (5:3). Overweldigd met droefheid, begint Johannes in tranen los te barsten, omdat niemand gevonden werd die waard was om de boekrol te openen of in te zien (5:4). Johannes weende, omdat hij wilde dat de wereld van het kwaad, de zonde en dood ontdaan werd. Hij wilde zien dat satan overwonnen werd en Gods koninkrijk op aarde gestalte kreeg. Johannes wist dat de Messias terechtgesteld was en dat Zijn gemeente intense vervolging onderging en besmet was met zonde (hfdst.2-3). Alles leek vanuit zijn perspectief slecht te gaan.

 

 

 Bij het troosten van de apostel richt een van de oudsten de aandacht

van Johannes naar een Persoon, wie is deze Persoon?

 

Johannes hoefde niet te huilen, want de zoektocht voor de Een die waard was de boekrol te openen was bijna ten einde. Omdat zijn tranen ongepast waren, verteld een van de 24 oudsten rond Gods troon dat hij stoppen moet met wenen. Daarna trekt hij de aandacht van Johannes naar een nieuw Persoon, die de oudste noemt als “de Leeuw Die uit de stam van Juda is, de Wortel van David, heeft overwonnen” (5:5). Geen mens en geen engel kunnen het universum verlossen, maar er is Een die het wel kan. Deze Persoon is natuurlijk de verheerlijkte, verhoogde Here Jezus Christus. Als een leeuw zal Christus de Een zijn die zijn vijand verscheuren en vernietigen. En zoals het geslachtregister in Mattheüs 1 onthult, was Jezus ook een nakomeling (of de wortel) van David. Hij was waard, omdat Hij de rechtmatige Koning uit Davids lijn is en ook omdat vanwege wat Hij gedaan heeft – Hij heeft overwonnen. Op het kruis heeft Hij de zonde, dood en alle macht van de dood verslagen. Gelovigen zijn nu overwinnaars door Zijn overwinning.

 

 

 Op welke manier wordt aan de apostel Johannes de Here Jezus bekend gemaakt?

 

Dat Christus overwonnen had wordt duidelijk als Johannes Hem ziet als Lam van God (5:6). Het Lam staat voor de troon van God, levend, op Zijn voeten, maar kijkende alsof Hij geslacht was. De littekens van de dodelijke wond die deze Lam ontving, waren duidelijk zichtbaar; doch Hij was levend. Hoewel demonen en slechte mensen zweerden samen tegen Hem en Hem doden aan het kruis, stond Hij op uit de dood, daarmee Zijn vijanden verslaand en zegevierende.

 

 

 Hoe reageren de oudsten en vier levende wezens in de hemel op het Lam van God?

 

Het voorkomen van het Lam, als Hij beweegt om de boekrol te nemen, veroorzaakt lofprijzen van de vier levende wezens en de 24 oudsten (5:7-8). Als ze neervallen voor Zijn voeten, realiseren ze zich dat de langverwachte vernietiging van zonde, dood en satan op het punt staat te gebeuren en dat de Here Jezus triomferend zal terugkeren naar de aarde. Gelet op het kruis blijft een ieder van hen Christus’ waardigheid herbevestigen, door te zeggen, “want U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie” (5:9).

 

 

 Wat heeft volgens Johannes’ visioen het geslachte Lam volbracht?

 

Aan het kruis heeft Jezus Christus de prijs betaald om de mens te redden / verlossen van de slavenmarkt van zonde. Door deze aankoop, worden gelovigen die eens van God gescheiden waren, nu deel van Gods koninkrijk. Ze zouden ook priesters tot onze God zijn, wat betekend dat ze in de mogelijkheid zijn om God voor altijd te kunnen aanbidden.

 

 

 Wie reageert er ook in lofprijs naar het Lam?

 

Gelijk na het zien van de bevestiging van de waardigheid van het Lam door de vier levende wezens en de vierentwintig oudsten, ziet Johannes meer van wat er in de toekomst zal gebeuren. Door Christus’ waardigheid, zal de hele schepping eens Hem aanbidden. Hierop volgend schrijft Johannes dat toen hij keek, hij een ontelbare menigte engelen zag en dat de hele schepping de Heer prees. Wat een wonderlijke zicht dat dit voor Johannes geweest moet zijn. Om wie Christus is en wat Hij gedaan heeft, behoort alle eer, glorie en zegen aan de Here Jezus Christus.

 

 

Openbaring hoofdstuk 1, 2 en 3 ; de Openbaring van Christus’ heerlijkheid aan Johannes

 

 

SAMENVATTING

 

Nadat Johannes het visioen van Christus ziet en dan alles getrouw opschrijft, waar hij opdracht toe had gekregen om aan de zeven gemeenten te schrijven, ontvangt Johannes nog een visioen. Dit maal gaat het over de hemel en het middelpunt God zittende op Zijn troon. Wanneer de vier levende wezens en de vierentwintig oudsten allen God blijven prijzen, is er veel commotie over wie er waard is om de boekrol te openen die God in Zijn rechterhand houdt. Net wanneer niemand waard is om de boekrol te openen, om naar zonde te handelen en de aarde te herstellen, komt de Leeuw van de stam van Juda, de Wortel van David. Daar tussen de troon en de vier levende wezens wordt Christus gezien als het geslachte Lam, maar niet verslagen. Hij leeft en staat op Zijn voeten. Aangezien het duidelijk is dat Hij degene is die de dood heeft overwonnen, breekt de hemel uit in lofprijzing. De vier levende wezens, de vierentwintig oudsten, een ontelbare menigte engelen en heel de schepping geven alle glorie, eer en zegen aan het Lam. Hij die de mens vrijkocht van hun zonden, het Lam van God, is de enige die waard is om de boekrol te openen.

Johannes’ visioen van de hemel en wat er plaats vindt in de toekomst, geeft ons een wonderbaarlijk voorbeeld. Christus die de zonde en de dood overwon en ons zo verloste tot kinderen Gods, zou ons moeten aansporen om lof te offeren en Hem te danken. Dat Hij voortleeft en regeert, zou een bemoediging voor de gelovigen moeten zijn. Helaas kent en volgt niet iedereen dit lam. Ieder van ons zou met groot verlangen anderen over het Lam van God moeten vertellen.

 

 

Chronologie Johannes’ visioen

 

God wilde de apostel Johannes iets laten zien dat nog niet echt gebeurd was. Hij gaf Johannes een droom waarin Hij hem meenam naar de hemel. Het was een heel speciale droom. Alles wat hij in die droom zag, zou ooit echt gaan gebeuren. Omdat God wilde dat alle mensen dit zouden weten, moest Johannes alles wat hij in die droom zag opschrijven. “Ik zag iemand op een troon met in zijn rechterhand een boekrol. Deze boekrol was van binnen en van buiten beschreven, en verzegeld met zeven zegels. Ook zag ik een machtige engel. Hij riep luid: ‘Wie mag de zegels verbreken en de boekrol te openen?’ Maar niemand in de hemel, op aarde of onder de aarde was in staat de boekrol te openen en te lezen. Ik brak in tranen uit, omdat niemand de boekrol kon openen of lezen. Toen zei iemand tegen hem: ‘Huil niet! De leeuw van Juda heeft overwonnen: hij kan de zeven zegels verbreken en de boekrol openen.’

Toen zag ik midden voor de troon een Lam dat heel veel pijn had gehad. Het Lam kwam naar voren en nam de boekrol aan. Toen het de boekrol nam, viel iedereen die voor de troon stond neer. En ze zongen een nieuw lied: ‘U komt de eer toe de boekrol te nemen en haar zegels te verbreken. Want u bent geslacht en met uw bloed hebt u voor God mensen gekocht uit elke stam en taal, uit elk volk en ras. U hebt hen tot koningen gemaakt, tot priesters voor onze God en zij zullen heersen op aarde.’ Toen hoorde en zag ik vele engelen rondom de troon, met de vier wezens en de oudsten. Zij waren met duizenden en duizenden, ja met miljoenen. En zij riepen luid: ‘Het Lam dat geslacht werd, komt de eer toe om de macht te ontvangen, de rijkdom, de wijsheid en de kracht, de eer, de glorie, de lof.’

En ik hoorde iedereen die God had gemaakt in de hemel en op de aarde, onder de aarde en in de zee, ja echt echt iedereen zingen: ‘Aan God op de troon, en aan het Lam komen toe: lof en eer, glorie en kracht voor altijd, voor eeuwig!’ “

Johannes mocht een stukje zien van wat er in de hemel bij God gebeuren zal. God heeft aan Jezus beloofd dat Hij de Koning van de aarde mag zijn. Alleen Hij mag de echte Koning zijn! Wat een dag zal dat zijn als iedereen Jezus de grote Koning zal zien. Dan zal iedereen voor Hem buigen. Want Hij alleen is het waard om aanbeden te worden.

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Advertentie

Matteüs hoofdstuk 26 : vers 52

Standaard

categorie : religie

 

 

 

Matteüs 26 : 52

 

 

WIE HET ZWAARD HANTEERT

ZAL DOOR HET ZWAARD OMKOMEN!

 

 

hoofdstuk 20 ; de eerste opstanding en de tweede dood

Oordeel op de laatste dag

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

Openbaring 1 : 16

 

16 En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand en uit Zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard; en Zijn gezicht was zoals de zon schijnt in haar kracht.

 

 

Openbaring 19 : 15

 

15 En uit Zijn mond ging een scherp zwaard, opdat Hij daarmede de heidenen slaan zou. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren roede; en Hij treedt den wijnpersbak van den wijn des toorns en der gramschap des almachtigen Gods.

 

 

Uitleg

 

Uit Matteüs  26 : 25 leidt men af dat iemand die geweld gebruikt door geweld aan zijn einde zal komen. Het zijn de woorden van Christus zelf. Maar is dat wel zo ? De regel zal ongetwijfeld bij sommigen van toepassing zijn maar zeker niet bij elke geweldenaar. Het lijkt alsof vele geweldenaars ongestraft hun gang kunnen gaan en een heerlijk leventje leiden tot de dood. Wat bedoelde Christus dan in het evangelie van Matteüs?

De woorden die Christus sprak verwijzen naar de eindtijden, geopenbaard aan Johannes op het eiland Patmos. In die dagen wordt het lam, dat zoenoffer werd voor de zonden van de mens, de leeuw van Judea die komt om te oordelen en te voltrekken. Een geweldenaar zal dus omkomen door Christus, het zwaard, op de laatste dag. Christus zal als koning terugkomen in alle heerlijkheid omring door ontelbare engelen. Alle volkeren zullen voor Hem vergaard worden, ook zij die Hem doorstaken aan het kruis!

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

John Astria

Een beschermende leeuw

Standaard

categorie : spirituele prenten van John Astria

 

 

 

Afbeelding (9)

 

Pasteltekening gemaakt door John Astria

 

 

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

HET BOEK DER OPENBARING IS TE VERKRIJGEN VIA :

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

Wie is de Koning der Koningen?

Standaard

categorie : religie

.

.

Jezus is de Koning der koningen

.

.

..

.

Jezus Christus is de Heer der heren en de Koning der koningen, zegt de Bijbel. Onderstaande Bijbelgedeelten en schilderijen helpen je beseffen hoe majestueus Hij is

.

Jezus Christus heeft alle macht in de hemel en op aarde en de hoogste naam boven alles wat een naam heeft. Niets of niemand is aan Hem gelijk. Op deze pagina zie je diverse meesterwerken die Jezus Christus niet als lijdend mens laten zien, maar als de eeuwige en almachtige Overwinnaar en allerhoogste Heer.

Laat de kracht en de schoonheid van de Bijbelteksten tot je hart doordringen, zodat je veel dieper gaat beseffen hoe machtig en wonderlijk Jezus Christus eigenlijk is.

.

Jezus Christus is de Schepper

.

christelijke kunst over Jezus als schepper

.

.

Christus is het beeld van de onzichtbare God, hij is als eerstgeborene verheven boven de hele schepping. Want God heeft door hem alles geschapen in de hemel en op de aarde, het zichtbare en het onzichtbare zoals tronen en heerschappijen, overheden en machten.

.

Alles is door hem en voor hem geschapen. Hij bestaat vóór alles en alles bestaat dankzij hem

.

Hij is ook het hoofd van het lichaam, de kerk. Hij is haar oorsprong, de eerste die uit de dood is opgestaan zodat hij in alle opzichten de eerste is. Want God heeft volledig in hem willen wonen en door hem alles met zich willen verzoenen alles op de aarde en in de hemel.

‘Want hij heeft vrede gebracht door zijn bloed door zijn kruisdood.’

(Kolossenzen 1:15-20)

.

Jezus Christus is hoog verheven

.

Jezus Christus op de troon

.

.

‘God heeft Christus opgewekt uit de dood en hem heeft hij in de hemel de ereplaats gegeven aan zijn rechterzijde, hoog boven alle overheden, machten, krachten, heerschappijen en hoe ze ook maar genoemd worden, zowel in deze als in de komende tijd.

God heeft alles aan hem onderworpen, hem boven alles verheven en hem aan het hoofd gesteld van de kerk.’

(Efeze 1:20-22)

.

Koning der koningen

.

kunstwerk jezus christus op paard

.

.

‘Ik zag dat de hemel geopend was, en dit zag ik: een wit paard met een ruiter, die ‘Trouw en betrouwbaar’ heet, die een rechtvaardig vonnis velt en een rechtvaardige strijd voert.

.

Zijn ogen waren als een vlammend vuur en op zijn hoofd had hij veel kronen

.

Er stond een naam op hem geschreven die niemand kende, alleen hijzelf. Hij droeg met bloed doordrenkte kleren. Zijn naam luidde ‘Woord van God’.

De hemelse legermacht, gekleed in zuiver, wit linnen, volgde hem op witte paarden. Uit zijn mond komt een scherp zwaard waarmee hij de volken zal slaan, en hij zal hen met een ijzeren herdersstaf hoeden. Hij zal de wijnpers van de hevige woede van de almachtige God treden. Op zijn kleding en op zijn dij staat de naam:

.

‘Heer der heren en Koning der koningen’

.

Daarna zag ik dat het beest en de koningen der aarde met hun legers zich verzamelden en de strijd aanbonden met hem die op het paard zat, en met zijn leger. Het beest werd gevangengenomen, evenals de valse profeet die in zijn bijzijn wondertekenen had verricht waarmee hij de mensen misleidde die het merkteken van het beest droegen en zijn beeld aanbaden.

Het beest en de valse profeet werden levend in een zee van vuur gegooid, een zee van zwavel. Hun aanhang werd gedood door het zwaard dat uit de mond kwam van hem die het paard bereed, en alle vogels vraten zich vol aan hun vlees.’

(Openbaring 19:11-21)

.

.

Openbaring hoofdstuk 19

Openbaring hoofdstuk 19 : pasteltekening van John Astria

 

.

.

Jezus is de eeuwige God

.

Jezus is God

.

.

‘God maakt van zijn engelen stormwinden en van zijn dienaars vlammen van vuur, maar over zijn Zoon Jezus Christus zegt hij:

.

Vast staat uw troon, o God, voor altijd en eeuwig

.

Recht is het kenmerk van uw heerschappij, rechtvaardigheid gaat u boven alles, u haat onrecht. Daarom, o God, heeft uw God u verkozen boven al uw metgezellen en vreugde en geluk over u uitgegoten als geurige olie.

In het begin, o Heer, hebt u de aarde vastgezet en de hemel met eigen handen gemaakt.

.

Zij zullen vergaan, maar u blijft bestaan

.

Zij zullen verslijten als kleren. U zult ze oprollen als een mantel, als kleren zullen ze verwisseld worden. Maar u blijft die u bent, uw jaren nemen geen einde.’

(Hebreëen 1:6-10)

.

Alle eer komt Hem toe

.

Jezus Christus en de engelen

.

.

‘Toen hoorde en zag ik vele engelen rondom de troon met de vier wezens en de oudsten. Zij waren met duizenden en duizenden, ja met miljoenen. En zij riepen luid:

.

‘Het Lam dat geslacht werd komt de eer toe om de macht te ontvangen de rijkdom, de

wijsheid en de kracht, de eer de glorie, de lof.’

.

En ik hoorde elk schepsel in de hemel en op de aarde onder de aarde en in de zee ja alle wezens in het heelal zingen: ‘Aan hem die op de troon is gezeten en aan het Lam komen toe: lof en eer, glorie en kracht voor altijd, voor eeuwig!’

(Openbaring 5:11-13)

.

Openbaring hoofdstuk 5

Openbaring hoofdstuk 5

pasteltekening van John Astria

.

Lam van God en Leeuw van Juda

.

Jezus is lam van God en leeuw van Juda

.

.

‘Ook zag ik een machtige engel. Hij riep luid: ‘Wie komt de eer toe de zegels te verbreken en de boekrol te openen?’ Maar niemand in de hemel, op aarde of onder de aarde was in staat de boekrol te openen en te lezen. Ik brak in tranen uit, omdat niemand de eer bleek toe te komen de boekrol te openen of te lezen. Maar een van de oudsten zei tegen me: ‘Huil niet!

.

 De leeuw uit de stam Juda, de telg van David, heeft overwonnen: 

hij kan de zeven zegels verbreken en de boekrol openen.’ Toen zag ik midden voor de troon en omgeven door de vier wezens en de oudsten een lam staan. Het Lam leek geslacht.’

(Openbaring 5:2-6)

.

De Bruid en de Bruidegom

.

Bruid van Christus

.

.

‘Toen hoorde ik een geluid als van een grote menigte, als van een machtige waterval, als van zware donderslagen. Ik hoorde zeggen:

.

‘Halleluja! Want God de Heer, de Almachtige, voert nu de heerschappij

.

Laten we blij zijn en juichen, laten we hem eer geven. Want de tijd is aangebroken voor de bruiloft van het Lam; zijn bruid heeft zich getooid. Ze mag zich kleden in blinkend wit, smetteloos linnen.’ Want het witte linnen is het goede dat de heiligen gedaan hebben.

Toen zei de engel tegen me: ‘Schrijf neer: gelukkig zij die zijn uitgenodigd voor het bruiloftsmaal van het Lam.’ En hij voegde eraan toe: ‘Deze woorden komen van God en zijn waarachtig.’

Ik viel aan zijn voeten neer om hem te aanbidden, maar hij zei: ‘Doe dat niet! Ik ben een dienaar, zoals u en uw broeders die trouw blijven aan het getuigenis van Jezus. Aanbid God!’ Want het getuigenis van Jezus is wat de profeten doet spreken.’

(Openbaring 19:6-10)

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

John Astria

De tactiek van de duivel

Standaard

categorie : religie

.

.

.

.

De tactiek van satan, de duivel

Satan is één van de belangrijkste engelen in de hemel die in opstand kwam tegen God en uit de hemel verwijderd werd. Het karakter van satan is beschreven a.d.h. van het woordgebruik in het Hebreeuws en het Grieks. Hieruit wordt geleerd dat satan een kwaadspreker, een roddelaar en een tegenstander van God is.

.

.

Hoe gaat satan te werk?

De tegenstander van God werkt vanuit de duisternis en kan God die het licht is niet verdragen. Hij zal God dan ook op alle mogelijke manieren tegenwerken. Zijn actieterrein is de aarde en in het bijzonder de mensen die willen leven in gehoorzaamheid aan God. Gods tegenstander zal op alle mogelijk manieren proberen deze mensen van God af te houden.

Elke discipel van Jezus, iedereen die op Jezus vertrouwt, in elk facet van het leven, zal de tegenstander op zijn weg tegenkomen. Paulus schrijft:

Allen, die in Christus Jezus godvruchtig willen leven, zullen vervolgd worden.   (2 Timotheüs 3:12)

‘Zullen vervolgd worden’ is de vertaling van het Griekse woord ‘dioko’. Enkele andere vertalingen zijn:

  • verdrijven / op de vlucht drijven / hard rennen om iets of iemand te vangen / achter iets aan rennen / iemand op elke mogelijke manier dwarszitten.

.

Satan, de tegenstander, probeert mensen in de val te lokken

Jezus zei tegen de satan, de tegenstander:

Ga weg, achter Mij, satan; gij zijt Mij een aanstoot, want gij zijt niet bedacht op (gij hebt geen begrip van) de dingen van God (dat wat van God is), maar op die van de mensen.   (Mattheüs 16:23)

In het Grieks wordt ‘skandalon’ vertaald als aanstoot of

  • het losse stuk hout dat een val voor dieren openhoudt.

Gods  tegenstander probeert in te spelen op menselijke verlangens, om iemand op die manier in de val te lokken en zo van God weg te houden.

.

De duivel, de kwaadspreker, is een moordenaar

.De apostel Petrus schrijft:

Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden.
(1 Petrus 5:8)

De duivel gaat in de wereld rond als een brullende leeuw. Hij kan niet zomaar iedereen verslinden. Hij moet zijn prooi zoeken en vindt dat in mensen die hij kan intimideren en bang maken, zodat ze een gemakkelijke prooi worden. Iemand die verstart van angst door het brullen van de leeuw, wordt snel overmeesterd.

Zoals de leeuw zal hij proberen een dier te isoleren door middel van angst, in de hoop dat het de verkeerde kant op vlucht. Daarna zal hij er net zo lang achteraan jagen, totdat zijn prooi moe wordt en verslapt, zodat hij die kan bespringen.

.

.

666 en de antichrist

Pasteltekening van John Astria

.

.

De duivel, de kwaadspreker, is een leugenaar

.Jezus zei over hem:

Die was een mensenmoordenaar van in het begin en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen.   (Johannes 8:44)

In deze uitspraak geeft Jezus aan, dat de tegenstander een mensenmoordenaar is, omdat hij zich tot doel stelt, te voorkomen dat zijn prooi in de eeuwigheid bij God zou zijn. Zijn middel is de leugen. Een voorbeeld is de eerste leugen die uitgesproken werd in het paradijs, door de slang (die ook genoemd wordt de duivel en de satan – Openbaringen 12:9 / 20:2) toen hij zei:

God heeft zeker wel gezegd: Gij zult van geen enkele boom in de hof eten.
(vrij vertaald naar Genesis 3:1)

God had gezegd dat Adam en Eva van alle bomen in de hof mochten eten, uitgenomen één, waar ze niet van mochten eten (Genesis 2:16-17). De tegenstander, draait de waarheid om, zodat Eva onzeker wordt, gaat twijfelen over wie God is en wat Hij gezegd heeft. Daardoor maakt ze de verkeerde keuze.

.

De juiste ontsnappingsroute

De Psalmist schrijft:

Red mij van mijn vijanden, Here, tot U vlucht ik.   (Psalmen 143:9)

.

De juiste houding tegenover de tegenstander

Daarover schrijft de apostel Jacobus:

Onderwerpt u (maakt u ondergeschikt, gehoorzaamt) dus aan God, maar biedt weerstand aan (stelt u op tegenover) de duivel, en hij zal van u vlieden (wegvluchten).   (Jakobus 4:7)

Wie zich onderwerpt aan God, wie Jezus gehoorzaamt en wandelt in het Licht, heeft niets te vrezen van deze brullende leeuw, die leeft in de duisternis en het Licht haat:

  • duisternis moet wijken voor het licht
  • duisternis vlucht voor het licht.

.

.

Jezus bood weerstand aan de duivel 

.

Mattheüs 4: 1 – 10

1 Daarna stuurde de Heilige Geest Jezus naar de woestijn. Daar moest Jezus door de duivel op de proef worden gesteld. 2 Hij bleef 40 dagen in de woestijn. Al die tijd at Jezus niets. Tenslotte kreeg Hij honger.

3 Toen kwam de duivel. Hij zei tegen Hem: “Als U Gods Zoon bent, zeg dan tegen deze stenen dat ze in broden moeten veranderen.” 4 Maar Jezus antwoordde: “In de Boeken staat:

‘Je kan niet alleen van brood leven. Alles wat God zegt, heb je óók nodig om te leven.’ “

5 Toen nam de duivel Hem mee naar Jeruzalem. Daar zette hij Hem op de rand van het dak van de tempel. 6 En hij zei tegen Jezus: “Als U Gods Zoon bent, spring dan naar beneden. Er staat toch in de Boeken: ‘God zal zijn engelen de opdracht geven dat ze U op hun handen moeten dragen. Dan zult U uw voeten niet aan een steen stoten.’ ” 7 Jezus antwoordde: “Maar er staat ook in de Boeken:

‘Je mag je Heer God niet uitdagen.’ “

8 Daarna nam de duivel Jezus mee naar een hoge berg. Vanaf die berg liet hij Jezus alle koninkrijken van de wereld zien, met al hun macht en rijkdom. 9 En hij zei tegen Jezus: “Dat geef ik allemaal aan U, als U voor mij neerknielt en mij aanbidt!” 10 Toen zei Jezus:

“Ga weg, duivel! Er staat toch ook in de Boeken: ‘Aanbid je Heer God en dien alleen Hém.’ “

11 Toen liet de duivel Hem met rust. En er kwamen engelen om Hem te dienen.

.

.

De verzoeking van Jezus door de duivel

.

Een waarschuwing

De satan zelf doet zich voor als een engel van het licht.   (2 Corinthiërs 11:14)

Geliefden, vertrouwt niet iedere geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn in de wereld uitgegaan.   (1 Johannes 4:1)

Doordat zij de rechte weg verlaten hebben, zijn zij verdwaald   (2 Petrus 2:15)

Het is dus noodzakelijk om alles te toetsen aan Het Woord, de Bijbel en aan Jezus, Het Levende Woord om zo het goede te behouden.

Zalig is de man (de mens), die in verzoeking (ook: beproeving / inwendige verleiding tot zondigen) volhardt, want, wanneer hij de proef heeft doorstaan, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben.   (Jakobus 1:12)

.

.

.

.

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

Satan bestaat echt!

Standaard

categorie : religie

 

 

 

Het aanbidden van de Mammon, de geldduivel

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

 De duivel  bestaat

 

De Bijbel schildert de duivel af als een echte persoon. Alleen kunnen mensen de duivel niet zien, net zomin als ze God kunnen zien. De Bijbel zegt namelijk: „God is een Geest” (Johannes 4: 24). Ook de duivel is een onzichtbare geest. Maar in tegenstelling tot de Schepper heeft de duivel een begin gehad.

 

 

Lang voordat God mensen schiep, had hij een groot aantal geestelijke schepselen gemaakt (Job 38:4, 7). In de bijbel worden deze geesten engelen genoemd (Hebreeën 1:13, 14). God schiep hen allemaal volmaakt, niet één was een duivel of had een slechte eigenschap.

Het woord duivel betekent lasteraar en verwijst dan ook naar iemand die boosaardige leugens over anderen vertelt. Satan betekent tegenstrever of tegenstander. Eén van de volmaakte geestenzonen van God werd Satan de Duivel door toe te geven aan een verkeerd verlangen.

De Bijbel verklaart het proces van ontaarding als volgt: „Een ieder wordt beproefd doordat hij door zijn eigen begeerte meegetrokken en verlokt wordt. Vervolgens baart de begeerte, als ze vruchtbaar is geworden, zonde; de zonde op haar beurt, wanneer volbracht, brengt de dood voort.”  Jakobus 1:14, 15.

Dat is kennelijk wat er gebeurd is. Toen God het eerste mensenpaar, Adam en Eva, schiep, keek de engel die op het punt stond tegen God in opstand te komen oplettend toe. Hij wist dat God Adam en Eva had geboden de aarde te vullen met rechtvaardige mensen, die de Schepper zouden aanbidden (Genesis 1:28).

Deze engel zag zijn kans schoon om eer te behalen en belangrijk te worden. Gedreven door hebzucht hunkerde hij naar wat alleen de Schepper toekomt: de aanbidding van mensen. In plaats van dit onjuiste verlangen te verwerpen, koesterde deze geestenzoon van God het totdat het een leugen en daarna opstand baarde.

De opstandige engel gebruikte een slang om met de eerste vrouw, Eva, te spreken. Hij vroeg aan Eva:

Is het werkelijk zo dat God heeft gezegd dat gij niet van elke boom van de tuin moogt eten?

 

Toen Eva Gods gebod en de straf op het overtreden ervan aanhaalde, zei de slang:

Gij zult volstrekt niet sterven. Want God weet dat nog op de dag dat gij [van de boom die in het midden van de tuin staat] eet, uw ogen stellig geopend zullen worden en gij stellig als God zult zijn, kennend goed en kwaad (Genesis 3:1-5).

 

Met deze woorden beweerde de slang in feite dat God Adam en Eva niet de waarheid had verteld. Door de vrucht van die boom te eten zou Eva zogenaamd net als God worden en het recht hebben om zelf te bepalen wat goed en wat slecht was. Dat was de allereerste leugen. Door te liegen maakte die engel zich tot een lasteraar. Hij werd ook een tegenstander van God. De Bijbel noemt deze vijand van God dan ook de oorspronkelijke slang, die duivel en Satan wordt genoemd. — Openbaring 12:9.

 

 

 

Wees waakzaam

 

De leugen die de duivel Eva vertelde, had precies de beoogde uitwerking. De bijbel zegt:

Dientengevolge zag de vrouw dat de boom goed was tot voedsel en dat hij iets was waarnaar het verlangen der ogen uitging, ja, de boom was begeerlijk om naar te kijken. Zij nam dan van zijn vrucht en ging ervan eten. Daarna gaf zij er ook van aan haar man, toen deze bij haar was, en hij ging ervan eten (Genesis 3:6).

 

Eva geloofde Satan en was God ongehoorzaam. Het lukte haar om ook Adam over te halen Gods wet te overtreden. Zo slaagde de duivel erin het eerste mensenpaar tegen God op te zetten. Van toen af aan heeft Satan een onzichtbare invloed op het doen en laten van mensen uitgeoefend. Met welk doel? Hij wil dat mensen hem gaan aanbidden in plaats van de ware God (Mattheüs 4:8, 9).

De bijbel waarschuwt daarom terecht:

Houdt uw zinnen bij elkaar, weest waakzaam. Uw tegenstander, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek om iemand te verslinden — 1 Petrus 5:8.

 

De Bijbel schildert de duivel dus heel duidelijk af als een echt bestaand geestelijk wezen — een engel die verdorven en gevaarlijk werd! Om alert te blijven, moeten we om te beginnen erkennen dat hij echt bestaat. Maar onze zinnen bij elkaar houden en waakzaam zijn omvat meer. Het is ook belangrijk dat we niet onwetend zijn van Satans „bedoelingen” en van de manieren waarop hij mensen misleidt (2 Korinthiërs 2:11).

 

 

De duivel als de antichrist of de valse profeet en Christus, de Messias

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

De Duivel buit een aangeboren menselijke behoefte uit

 

De duivel observeert mensen al sinds de schepping van de mens. Hij weet hoe de mens in elkaar zit — wat zijn behoeften, interesses en verlangens zijn. Satan beseft heel goed dat de mens geschapen werd met een geestelijke behoefte, en hij heeft die behoefte sluw uitgebuit. Hoe? Door de mensheid te voeden met religieuze onwaarheden (Johannes 8:44).

Veel religieuze leringen over God zijn tegenstrijdig en verwarrend. Veel religieuze leringen zijn specifiek door Satan ontworpen en gebruikt om mensen te misleiden. In feite noemt de Bijbel hem „de god van dit samenstel van dingen”, die de geest van mensen heeft verblind. — 2 Korinthiërs 4:4.

Goddelijke waarheid biedt bescherming tegen religieus bedrog. De Bijbel vergelijkt de waarheid van Gods Woord met de gordel die een soldaat in de oudheid droeg om zijn lendenen te beschermen (Efeziërs 6:14). Als u kennis opdoet van de bijbel en stevig vasthoudt aan de erin vervatte boodschap, alsof die een gordel was, zal Gods Woord u tegen misleiding door religieuze leugens en dwalingen beschermen.

De religiositeit van de mens brengt hem ertoe het onbekende te verkennen. Hierdoor wordt hij blootgesteld aan een andere bedrieglijke list van Satan. De Duivel slaat munt uit de nieuwsgierigheid van mensen naar vreemde en mysterieuze dingen, door spiritisme te gebruiken om velen in zijn macht te krijgen.

Zoals een jager lokaas gebruikt om prooi aan te trekken, werkt Satan met middelen als waarzeggerij, astrologie, hypnotisme, hekserij, handlijnkunde en magie om overal mensen aan te trekken en in de val te lokken. — Leviticus 19:31; Psalm 119:110.

Hoe kunt u zich tegen de valstrik van spiritisme beschermen? Deuteronomium 18:10-12 merkt op:

Er dient onder u niemand te worden gevonden die zijn zoon of zijn dochter door het vuur laat gaan, niemand die aan waarzeggerij doet, geen beoefenaar van magie, noch iemand die voortekens zoekt, noch een tovenaar, noch iemand die anderen door een banspreuk bindt, noch iemand die een geestenmedium of beroepsvoorzegger van gebeurtenissen raadpleegt, noch iemand die de doden ondervraagt. Want iedereen die deze dingen doet, is iets verfoeilijks voor God, en wegens deze verfoeilijkheden verdrijft Jehovah, uw God, hen van voor uw aangezicht.

 

 

 

Satan buit menselijke zwakheden uit

 

Een volmaakte engel werd Satan, de duivel, omdat hij toegaf aan het verlangen naar zelfverheffing. Ook in Eva wekte hij een trots, egoïstisch verlangen op om als God te zijn. Tegenwoordig houdt Satan velen in zijn greep door een gevoel van trots in hen op te wekken. Sommigen voelen zich bijvoorbeeld op grond van hun ras, etnische achtergrond of nationaliteit beter dan anderen. De bijbel verklaart duidelijk:

God heeft uit één mens elke natie van mensen gemaakt. — Handelingen 17:26.

 

Een effectieve verdediging tegen Satans beroep op trots is nederigheid. De Bijbel geeft ons de raad:

Niet meer van onszelf te denken dan nodig is  -(Romeinen 12:3).

God weerstaat de hoogmoedigen, maar hij geeft onverdiende goedheid aan de nederigen  – (Jakobus 4:6).

 

Een andere menselijke zwakheid waar de Duivel maar al te graag misbruik van maakt, is toegeven aan onjuiste zinnelijke verlangens. God wil dat mensen van het leven genieten. Als verlangens binnen de grenzen van Gods wil vervuld worden, leidt dat tot echt geluk.

Satan verlokt mensen ertoe zich op immorele manieren aan hun begeerten over te geven. – (1 Korinthiërs 6:9, 10).

Het is veel beter om onze geest voortdurend te richten op dingen die eerbaar en deugdzaam zijn. – (Filippenzen 4:8).

 

 

De ware- en de valse Drievuldigheid

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

Blijf de duivel weerstaan

 

De mens kan de Duivel weerstaan. De Bijbel verzekert ons:

Weerstaat de Duivel en hij zal van u wegvluchten  (Jakobus 4:7).

 

Zelfs als u Satan weerstaat, betekent dat nog niet dat hij het meteen opgeeft en het u, terwijl u kennis van God in u opneemt, nooit meer lastig maakt. Nee, de Duivel zal het nog eens proberen:

Op een andere geschikte tijd   (Lukas 4:13).

 

Maar u hoeft niet bang te zijn voor de Duivel. Als u hem blijft weerstaan, zal het hem niet lukken u van de ware God af te trekken.

Om de Duivel te kunnen weerstaan, moeten we weten wie hij is en hoe hij mensen misleidt, maar ook wat we kunnen doen om ons tegen zijn listen te beschermen. Er is slechts één nauwkeurige bron van die kennis: Gods Woord, de Bijbel.

Besef echter wel dat als u de Bijbel bestudeert, Satan tegenstand of vervolging kan gebruiken om u ervan af te brengen de waarheid uit Gods Woord te leren kennen. Sommigen zouden boos op u kunnen worden omdat u de Bijbel bestudeert, anderen maken u misschien belachelijk.  Zo wil de duivel u ontmoedigen zodat u ermee stopt meer over de ware God te leren.

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

 

 

De leeuw in de Bijbel.

Standaard

categorie : religie

 

 

de leeuw van Juda

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

De leeuw

 

Als vijfde en laatste in de reeks van dingen die een grote indruk op Agur hebben gemaakt, komt een lijst van vier wezens die fier voortbewegen: “Drie hebben een voorname tred, vier schrijden statig voort” (Spreuken 30: 29 – 30). Het zijn de leeuw, de haan, de bok en de koning.

 

 

Spreuken 30:29 – 30

 

29 Deze drie, nee, deze vier lopen heel statig en deftig:
30 een leeuw, de koning van de dieren
die voor niets of niemand bang is

 

 

 

 

De leeuw is feitelijk ook een koning, die van de dieren, want hij “deinst voor niets terug” (vers 30). Hij weet dat hij de baas is en laat dat merken ook. Het Hebreeuwse woord dat hier wordt gebruikt, “layish”, betekent een oude leeuw, een die zijn vrouwen en welpen om zich heen heeft.Leeuwen zijn de enige katachtige roofdieren die in groepen jagen. Hun jachttactieken zijn zo effectief, dat zelfs olifanten hun soms ten prooi vallen. Met één klap van hun klauwen kunnen zij een groot dier vellen, en hun schaar-achtige tanden kunnen vlees afscheuren, snijden en vermalen.In de Bijbel staat de leeuw vanzelfsprekend voor een vertoon van kracht en trots. In die tijd kwamen leeuwen overal in het land Israël voor, en zij waren geduchte vijanden van o.a. de schaapherders. De jonge David toonde zijn bekwaamheid in de strijd tegen de reus Goliat nadat hij, om zijn schapen te beschermen, zowel leeuw als beer had overmeesterd (1 Samuël 17: 32-37).

 

 

 

1 Samuël 17: 32-37

 

32 David zei tegen Saul: “Laat niemand de moed verliezen door die Filistijn. Ik zal met hem vechten.” 33 Maar Saul zei tegen David: “Dat kun je niet. Je bent veel te jong. En híj vecht al van jongs af aan.” 34 Maar David zei tegen Saul: “Ik ben gewend om voor mijn vader de schapen te hoeden. Soms roofde een leeuw of beer een schaap uit de kudde. 35 Dan liep ik hem achterna, sloeg hem neer en redde het dier uit zijn bek. En als de leeuw mij dan aanviel, greep ik hem bij zijn manen en doodde hem.

36 Ik heb leeuwen en beren verslagen. Met deze ongelovige Filistijn zal het net zo aflopen. Want hij heeft het leger van de levende God uitgedaagd. 37 De Heer heeft mij gered van de klauwen van leeuwen en beren. Hij zal mij ook redden uit de handen van deze Filistijn.” Toen zei Saul: “Ga dan maar. De Heer zal met je zijn.”

 

 

Het oordeel van de leeuw, de teerlingen zijn geworpen

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

Al vroeg in de Bijbel vinden wij de koning vergeleken met een leeuw. Toen Jakob de toekomst van zijn zonen voorzegde, beschreef hij Juda als een jonge leeuw, aan wie het koningschap zou toebehoren (Genesis 49: 8-10). Aan het eind van Gods Woord komen wij de uitdrukking “de leeuw uit de stam Juda” tegen (Openbaring 5: 5), iets dat duidelijk betrekking heeft op de Here Jezus. Hij is de ware Koning, die tot in eeuwigheid zal regeren op de troon van David (Lucas 1: 32-33). 

 

 

Genesis 49: 8-10

 

8 Juda, je zal door je broers worden geprezen. Je zal je vijanden overwinnen. Je eigen broers zullen voor je bui-gen. 9 Je lijkt op een jonge leeuw die na de jacht, als hij zijn prooi heeft opgegeten, op een hoge plaats gaat rusten. Wie zal hem daar durven storen? 10 De koningsstaf zal altijd in zijn hand zijn. Zijn heersersstaf zal altijd regeren, totdat Silo (= ‘Vredevorst’) komt. Alle volken zullen hem gehoorzamen.

 

 

Openbaring 5: 5

 

5 Toen zei één van de gemeenteleiders tegen mij: “Huil maar niet. Kijk, de Leeuw uit de stam van Juda, de Zoon van David, heeft overwonnen. Daarom mag Hij de zeven zegels losmaken en de boekrol openmaken.”

 

 

Lucas 1: 32-33

 

32 Hij zal een belangrijk mens zijn en Hij zal ‘Zoon van de Allerhoogste God’ worden genoemd. De Heer God zal Hem koning van Israël maken, net als zijn voorvader David . 33 Hij zal voor eeuwig als koning regeren over het volk Israël. Er zal nooit een eind komen aan zijn heerschappij.”

 

 

De eindstrijd tussen goed en kwaad op de laatste dag

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

Toch zag Johannes geen leeuw maar een geslacht Lam; op aarde had Hij Zich nederig en gehoorzaam aan de wil van Zijn Vader onderworpen, tot de kruisdood toe. Daarom kwam het koningschap Hem toe en werd Hij boven-mate verhoogd (Filippenzen 2: 8-11). Als lam is Hij gestorven, maar als leeuw zal Hij afrekenen met zijn vijanden (Psalm 2). 

 

 

Filippenzen 2: 8-11

 

8 En als mens heeft Hij Zichzelf vernederd door God gehoorzaam te zijn tot de dood. Ja, zelfs tot de dood aan een kruis. 9 Daarom heeft God Hem ook de hoogste eer en de allergrootste macht gegeven. Hij heeft Hem be-langrijker en machtiger gemaakt dan wie dan ook. 10 Want God wil dat iedereen in de hemel, op de aarde en onder de aarde de knieën zal buigen voor Jezus. 11 Hij wil dat iedereen hardop zal toegeven dat Jezus de Heer is. Want dat eert God de Vader!

 

 

Psalm 2

.

1 Waarom gaan de volken tekeer?
Ze smeden plannen die toch niet zullen slagen.
2 De koningen van de aarde maken zich klaar voor de strijd.
Ze sluiten zich bij elkaar aan en komen in opstand tegen de Heer
en tegen de man die Hij tot koning heeft gezalfd.
3 Ze zeggen: “We willen niet dat zij over ons heersen!
We willen niet dat zij ons vertelle

n wat wel en niet mag!”

4 God in de hemel trekt zich niets van hun plannen aan.
De Heer lacht om hen.
5 Dan spreekt Hij woedend tegen hen.
Als ze zien hoe kwaad Hij is, worden ze doodsbang.
6 Hij zegt: “Deze koning heb Ik Zelf uitgekozen
als koning over mijn heilige berg Sion!”

7 De koning zegt:
“Ik zal jullie vertellen wat de Heer heeft besloten.
Hij heeft tegen mij gezegd:
‘Jij bent mijn zoon. Vanaf vandaag ben Ik je Vader.
8 Je mag Mij alles vragen.
Ik zal je alle volken geven.
De hele aarde zal van jou zijn.
9 Je zal streng over hen regeren, als met een ijzeren staf.
Je zal hen vernietigen, zoals je een kruik stukbreekt.’

10 Wees dus verstandig, koningen en leiders!
Luister naar mij en doe wat ik zeg:
11 Dien de Heer met diep ontzag.
Wees vol eerbied blij over Hem.
12 Buig je voor de zoon, zodat hij niet boos op je wordt.
Wacht niet te lang, want straks is het te laat.
Dan zal hij iedereen vernietigen die hem niet gehoorzaamt.
Het is heerlijk voor een mens om op God te vertrouwen!”

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

Het raadsel van Simson in Richteren: 14

Standaard

categorie: religie

 

 

 

bijbel_open

.

 

Rechters, ook wel Richteren genoemd, is het zevende boek van zowel de joodse Bijbel als de christelijke Bijbel. Het boek vertelt over een aantal Israëlitische rechters die in Israël optraden na de aankomst van de Israëlieten in Kanaän. Deze rechters traden op als leiders en militaire bevelvoerders.

 

In de Hebreeuwse Bijbel valt het boek onder de Profeten. In de christelijke Bijbel maakt het boek deel uit van het Oude Testament en wordt het tot de historische boeken gerekend. De naam ontleent het boek aan het onderwerp. Het behandelt de geschiedenis van het Hebreeuwse volk tijdens de periode van de mensen die de titel “rechter” droegen. Hoewel deze rechters zich ook bezighielden met rechtspraak, heeft het boek vooral aandacht voor hun optreden als militaire leiders die het volk aanvoerden in de strijd tegen onderdrukkers en vijanden.

 

De in het boek Rechters beschreven gebeurtenissen vinden plaats tussen de in Jozua beschreven verovering van Kanaän en het optreden van Samuel, dus ergens in de tweede helft van het 2e milenium voor Christus. Het is Samuel die aan het eind van zijn leven het koningschap instelt. Volgens de Joodse traditie is Samuel ook de auteur van Rechters. Vanaf de instelling van het koningschap spelen rechters geen rol van betekenis meer in de Bijbel en wordt hun rol overgenomen door koningen enerzijds en profeten anderzijds.

 

.

Het raadsel van Simson

.

 

richteren-simson-en-het-raadsel-20-bijbelplaten-voor-het-digibord-kleuteridee-nl-bijbelles-voor-kleuters

.

1Op een keer kwam Simson in Timna en ontmoette daar een Filistijns meisje.
2Hij ging naar huis en zei tegen zijn ouders dat hij met dat meisje wilde trouwen.
3Maar zijn ouders hadden bezwaar tegen dat huwelijk. ‘Waarom trouw je niet met een meisje uit ons eigen volk?’ zeiden ze. ‘Waarom kies je juist een meisje van die heidense en onbesneden Filistijnen? Is er bij het volk Israël niet één meisje met wie je zou willen trouwen?’ Maar Simson zei tegen zijn vader: ‘Ik wil niemand anders dan haar. Ga haar voor mij halen.’
4Zijn ouders wisten echter niet dat de Heredit zo had geleid, want Hij zocht een gelegenheid om iets tegen de Filistijnen te doen, die in die tijd Israël bezet hielden.
5Toen Simson met zijn ouders naar Timna reisde, werd hij bij de wijngaarden aan de rand van de stad aangevallen door een jonge leeuw die brullend op hem afsprong.
6Op dat moment kwam de Geest van deHere over hem en aangezien hij geen wapen bij zich had, greep hij de leeuw bij zijn kaken en scheurde hem in tweeën alsof het een bokje was! Maar hij vertelde het niet aan zijn ouders.
7Nadat hij in Timna was aangekomen, ging hij met het meisje praten en hij mocht haar graag, daarom werden de voorbereidingen voor een huwelijk getroffen.
8Na enige tijd ging hij terug voor de bruiloft. Onderweg keek hij nog even bij de dode leeuw. Er bleek een bijenzwerm in het kadaver te zitten en er was ook honing.
9Hij nam wat honing en liep al etend verder. Hij gaf ook wat aan zijn ouders, maar vertelde hun niet waar het vandaan kwam.
10-11Terwijl zijn vader bezig was met de laatste voorbereidingen voor het huwelijk, gaf Simson een groot feest voor dertig jongemannen uit de stad, zoals in die tijd gebruikelijk was.
12Toen Simson vroeg of zij een raadsel wilden horen, waren zij daar best voor te vinden. ‘Als jullie mijn raadsel kunnen oplossen binnen de zeven dagen van het bruiloftsfeest,’ zei hij, ‘dan zal ik jullie dertig stel bovenkleren en onderkleren geven.
13Maar als jullie de oplossing niet weten, moeten jullie al die kleren aan mij geven!’ ‘Goed,’ zeiden de anderen. ‘Vertel het raadsel maar.’
14En dit was zijn raadsel: ‘Voedsel kwam uit de eter en zoetigheid uit de sterke!’
Drie dagen later hadden ze nog steeds de oplossing niet gevonden.
15Op de vierde dag zeiden ze tegen zijn jonge vrouw: ‘Probeer het antwoord van je man los te krijgen, anders zullen we je vaders huis met jou erin platbranden! Heb je ons soms op dit feest uitgenodigd om ons arm te maken?’
16Toen barstte Simsons vrouw in tranen uit en verweet haar man: ‘Je houdt helemaal niet van me, je geeft niets om me. Want je hebt mijn volk een raadsel opgegeven en mij de oplossing niet eens verteld!’ ‘Ik heb het zelfs niet aan mijn ouders verteld, waarom dan wel aan jou?’ antwoordde hij.
17Maar steeds als zij bij hem was, huilde ze en dat hield ze de rest van het bruiloftsfeest vol. Ten slotte, op de zevende dag, vertelde hij haar het antwoord en zij verklapte het onmiddellijk aan de jongemannen. 18Toen, op de zevende dag, voor het donker werd, vertelden de jongemannen Simson het antwoord. Ze zeiden: ‘Wat is zoeter dan honing, en wie is sterker dan een leeuw?’ Maar Simson antwoordde boos: ‘Jullie hebben mijn vrouw uitgehoord, anders hadden jullie het antwoord nooit kunnen weten!’
19Toen kwam de Geest van de Here over hem. Hij ging naar de stad Askelon, doodde daar dertig mannen en nam hun kleren. Die gaf hij de jongemannen die het antwoord hadden gegeven. Woedend ging hij naar zijn ouders terug en bleef bij hen wonen.
20Zijn vrouw werd toen uitgehuwelijkt aan de man die bij het huwelijk ceremoniemeester was geweest.
.

 

 

SPIJZE GING UIT VAN DE ETER, EN ZOETIGHEID VAN DE STERKE : Richteren 14:14

.

In dit hoofdstuk willen wij nadenken over de bijzondere gevolgen van Christus’ overwinning over de macht van de boze, die nog steeds rondgaat in deze wereld als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden.

.

.

Sterker dan de leeuw

.

De geschiedenis van Simson’s huwelijk en raadsel leert ons iets over de zegenrijke gevolgen van Christus’ overwinning over de macht van de tegenstander, die volgens Petrus immers rondgaat ‘als een brullende leeuw, op zoek wie hij zou kunnen verslinden’ (1 Petr. 5:8). De verslagen en gedode leeuw is een beeld van de duivel, die in Christus zijn Meerdere heeft ontmoet. De duivel is een ‘eter’, voortdurend op zoek naar een prooi.

Hij is ook de ‘sterke’, die zijn domein bewaakt en die alleen overwonnen kan worden door Iemand die sterker is dan hij. Deze beide kwalificaties gebruikte Simson in zijn raadsel met betrekking tot de leeuw die hij had gedood in de wijnbergen van Timna. De geestelijke betekenis van Simson’s woorden is voor ons niet moeilijk te raden. Wij weten wie de ‘eter’ heeft overwonnen.

 

.

 Simson, verliezer of winnaar?

.

Christus is de Sterkere, die de sterke eter niet slechts heeft gebonden, maar hem ook de doodssteek heeft gegeven (vgl. Matt. 12:29). Eigenlijk is deze laatste uitdrukking niet helemaal correct. Simson had totaal geen wapen bij zich om de leeuw te doden. David had dit vermoedelijk wel toen hij de kudde van zijn vader hoedde en zowel leeuw als beer versloeg, 1 Sam. 17:34-35.

Simson behaalde de overwinning met blote handen. De Geest des Heren greep hem aan, zodat hij de leeuw die hem brullend tegemoet kwam met zijn eigen handen uiteenscheurde, zoals men een bokje uiteenscheurt (14:5-6).

Zo is het ook met de overwinning die Christus op de satan heeft behaald. Christus trad hem tegemoet in de kracht en de waardigheid die Hij persoonlijk bezat, zonder verdere menselijke hulpmiddelen. Hij streed de strijd geheel alléén en geen mens stond Hem terzijde. Hij behaalde echter (eveneens door de kracht van Gods Geest) een plotselinge en definitieve overwinning over de boze, wiens macht nu voorgoed verbroken is.

 

.

Drie belangrijke lessen

.

Ik denk dat dit de voornaamste typologische les is van dit gedeelte, en het is nodig die eerst goed tot ons te laten doordringen. Natuurlijk rijzen er dan ook vragen, omdat Satan nog steeds de overste van deze wereld is en nog steeds rondgaat als een brullende leeuw, maar die zijn van secundair belang. Wij moeten eerst onder de indruk komen van de geweldige en definitieve overwinning die Christus heeft behaald op Zijn tegenstander.

 

.

Het oordeel van Christus op zijn witte troon

Het oordeel van Christus op zijn witte troon

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

Het lijkt erop dat de Schrift ons hier wil leren wat :

.

(1) de kern is van het conflict,

(2) wat de definitieve afloop ervan is,

(3) en ook welke zegenrijke gevolgen Christus’ overwinning tot gevolg heeft gehad voor de Zijnen.

(1) Christus was de Rechter en de Verlosser van Zijn volk, de Nazireeër die van Zijn moederschoot af volkomen aan God was toegewijd. Hij kwam oog in oog te staan met Zijn gewelddadige tegenstander die Hem naar het leven stond. Dit begon al bij de verzoeking in de woestijn, toen de duivel Hem probeerde te verleiden maar na verloop van tijd van Hem moest wijken. Christus behaalde de overwinning geheel alleen, doordat Hij streed in Gods kracht. Hij bezat geen menselijke wapens. Zijn enige wapen was het ‘zwaard’ van het Woord van God.

(2) Daarop volgden de jaren van het dienstwerk van de Heer, waarin Hij door Zijn macht telkens weer de ‘sterke’, d.i. de satan, bond en zijn huis beroofde. Dit aspect blijft hier in de geschiedenis van Simson helemaal buiten beschouwing. We vinden hier zoals gezegd alleen de definitieve afloop van de confrontatie tussen de Heer en de vijand van de zielen.

Christus behaalde de totale overwinning op Zijn tegenstander op het kruis van Golgotha. Zoals de Hebreeënbrief het zegt: Christus is Mens geworden en Hij heeft aan bloed en vlees deelgenomen, ‘opdat Hij door de dood te niet zou doen hem die de macht over de dood had, dat is de duivel, en allen zou verlossen die uit vrees voor de dood hun hele leven door aan slavernij onderworpen waren’ (Hebr. 2:14-15).

Hier gebruikte Hij evenmin een menselijk wapen. Hij overwon Zijn tegenstander ‘door de dood’, namelijk door binnen te dringen in het laatste bolwerk van de vijand en hem zijn macht te ontnemen. Deze overwinning is definitief en absoluut, zoals diverse plaatsen in het Nieuwe Testament ons verzekeren (Joh. 12:31; 14:30; 16:11; Kol. 2:14-15).

(3) Deze overwinning heeft in deze tijd echter alleen zegenrijke gevolgen voor degenen die geloven. Dat betekent ook een groot spanningsveld. Want enerzijds is de duivel een verslagen vijand, maar anderzijds gaat hij nog steeds rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij kan verslinden. Zijn nederlaag staat vast, maar de uitvoering van het vonnis wacht tot het begin van het Vrederijk.

Aan het begin daarvan zal hij gebonden en in de afgrond worden geworpen, en aan het einde van de duizend jaren zal hij in de poel van vuur en zwavel worden geworpen (Openb. 20:2,10). Daarom is de spijze die uitgaat van de eter, en de zoetigheid die voortkomt uit de sterke, nog niet voor iedereen beschikbaar.

De hele schepping deelt nog niet in de heerlijke gevolgen van de triomf die Christus heeft behaald op Golgotha; dat gebeurt pas bij Zijn wederkomst. Maar ondertussen delen zij die met Hem zijn verbonden wel in de zoete en zegenrijke resultaten van Zijn werk. Zij proeven van de honing die uitgaat van de sterke, zoals Simson zelf al etende verder ging en ook zijn vader en moeder te eten gaf van de honing uit het lichaam van de dode leeuw (14:9).

Alleen de familie van de Overwinnaar deelt op dit moment in de zege. Wij die Hem kennen en toebehoren, die het Woord van God horen en doen, zijn nu Zijn verwanten. Aanvankelijk bestond deze familie alleen uit gelovigen uit Israël, maar later zijn de gelovigen uit de volken er bijgevoegd.

Het geheim van Christus’ kruis en opstanding blijft voor de meeste mensen een groot geheim, zoals ook geïllustreerd wordt in dit verhaal. Zelfs Simson’s ouders, zijn naaste familieleden, wisten niet wat de oorsprong was van de honing die hun zoon hun te eten gaf. Zo is de blijde boodschap van het Evangelie nu nog een verborgenheid voor het Joodse volk, doordat er een bedekking over hun hart ligt (Rom. 11:8; 2 Kor. 3:15).

Voor Filistijnen, de wereldlingen, is het helemaal een raadsel. Het woord van het kruis is zelfs dwaasheid voor hen die verloren gaan (1 Kor. 1:18). Zij begrijpen er helemaal niets van

1: dat het heil alléén te vinden is in Christus, de Gekruisigde;

2: dat Hij door Zijn lijden en sterven en door Zijn glorieuze opstanding uit de dood alle vijandige machten voorgoed heeft tenietgedaan;

3: dat de Zijnen delen in de zoete vruchten van Zijn werk.

Al die dingen zijn een zaak van geloof in Gods Woord, geloof in het volbrachte werk van Christus, en ook in God die Hem uit de doden heeft opgewekt. Anders blijft het allemaal een verborgenheid, een geheim, een raadsel dat niemand kan oplossen, in drie dagen niet en ook in zeven dagen niet (14:14-15).

Alleen via een omweg kwamen de Filistijnen, de vijanden van Gods volk, hier aan de oplossing van het raadsel. Zij presten Simson’s vrouw om het hun mee te delen, maar dit betekende ook het einde van het feest. Het luidde hun eigen ondergang in. Met ons die geloven is het heel anders gesteld. Gods geheimen blijven voor ons géén verborgenheid.

 

De strijd tussen Israel en de Filistijnen in de tijd van de Richteren vond altijd plaats in de vlakte tussen de kust en het bergland van Judea

De strijd tussen Israël en de Filistijnen in de tijd van de Richteren vond altijd plaats in de vlakte tussen de kust en het bergland van Judea

 

Het is de Heilige Geest Zelf die in ons woont, die ze verklaart en die ons inwijdt in de raadselen van Gods wijsheid (1 Kor. 2:6vv.). Daardoor kunnen wij het de Overwinnaar nazeggen: ‘Wat is zoeter dan honing, wat is sterker dan een leeuw?’ Met andere woorden: niets is te vergelijken met de heerlijke gevolgen van het werk van Christus, die de sterke vijand heeft verslagen.

Christus’ liefde was sterker dan de dood. Hij heeft hem die de macht over de dood had tenietgedaan. Wij zijn nu verlost en bevrijd. Wij genieten voedsel, vrede, vrijheid, eeuwig leven. De honing was één van de zegeningen van het beloofde land (Deut. 8:7-9).

Het land Kanaän is een beeld van de hemelse gewesten met hun rijkdom van zegen voor de christen (Ef. 1:3). Christus’ overwinning op het kruis van Golgotha stelt ons in het bezit van alle hemelse zegeningen. De ‘honing’ verlicht onze ogen, ons hart, ons verstand, totdat wij met de Overwinnaar in heerlijkheid zullen worden geopenbaard en het geheim van Zijn overwinning voor aller oog zal worden onthuld.

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

John Astria

Satan nog steeds actief

Standaard

categorie : religie

 

 

 

Satan nog steeds actief

 

 

c1d3e09d51a53d4a7b7bf124d6f0cf5aactief

 

In Hebreeën 2: 8 lezen we dat Jezus de machten der duisternis aan Zich onderworpen heeft, doch dat wij thans nog niet zien dat alles Hem onderworpen is. Het Nieuwe Testament en in het bijzonder de brieven van Paulus, Petrus, Jakobus en Johannes tonen ons dat er nog strijd en tegenstand is die de gelovige zal moeten weerstaan.

Uitdrukkingen zoals standhouden, weerstaan, overwinnen, lijden, vervolging zijn allemaal bewijs dat de duisternis nog altijd actief is. Lees bijvoorbeeld Efeze 6: 10-20; 1 Petrus 5: 8 en Openbaring 12: 11.

 

 

Efeze 6: 10-12

.

10 Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in den Heere, en in de sterkte Zijner macht.
11 Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels.
12 Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht.
.
.
.

1Petrus5: 8-9

.

8Zijt nuchteren, en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende, wien hij zou mogen verslinden;
9Denwelken wederstaat, vast zijnde in het geloof, wetende, dat hetzelfde lijden aan uw broederschap, die in de wereld is, volbracht wordt.
.
.
.

Openbaring12: 11

.

11En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad, tot in de dood.
.
In Handelingen 4 ontdekken we dat de eerste gelovigen reeds geconfronteerd werden met duidelijke tegenstand nadat ze getuigd hadden van de opstanding van Jezus Christus. Zie Handelingen 4: 23-31. Paulus, toen nog Saulus, was een vervolger van de gemeente maar na zijn bekering is Paulus zelf degene die veel tegenstand ervoer en zelfs in 2 Corinthiërs 12 verklaarde hij dat een engel des satans hem met vuisten sloeg.

 

 

Handelingen4: 23-31

 

23 En zij, losgelaten zijnde, kwamen tot de hunnen, en verkondigden al wat de overpriesters en de ouderlingen tot hen gezegd hadden.
24 En als dezen dat hoorden, hieven zij eendrachtelijk hun stem op tot God, en zeiden: Heere! Gij zijt de God, Die gemaakt hebt den hemel, en de aarde, en de zee, en alle dingen, die in dezelve zijn.
25 Die door den mond van David Uw knecht, gezegd hebt: Waarom woeden de heidenen, en hebben de volken ijdele dingen bedacht?
26 De koningen der aarde zijn te zamen opgestaan, en de oversten zijn bijeenvergaderd tegen den Heere, en tegen Zijn Gezalfde.
27Want in der waarheid zijn vergaderd tegen Uw heilig Kind Jezus, Welken Gij gezalfd hebt, beiden Herodes en Pontius Pilatus, met de heidenen en de volken Israels;
28 Om te doen al wat Uw hand en Uw raad te voren bepaald had, dat geschieden zou.
29 En nu dan, Heere, zie op hun dreigingen, en geef Uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid Uw woord te spreken;
30Daarin, dat Gij Uw hand uitstrekt tot genezing, en dat tekenen en wonderen geschieden door den Naam van Uw heilig Kind Jezus.
31 En als zij gebeden hadden, werd de plaats, in welke zij vergaderd waren, bewogen. En zij werden allen vervuld met den Heiligen Geest, en spraken het Woord Gods met vrijmoedigheid.
,
,

 

2 Corinthiërs 12: 6-10

 

6En zelfs al zou ik hoog van mezelf willen opgeven, dan nog zou ik geen dwaas zijn, want ik zou de waarheid spreken. Maar ik zie ervan af, want ik wil worden beoordeeld op grond van wat men van mij hoort en ziet, 7niet op grond van de uitzonderlijke openbaringen die ik heb gekregen. Om te verhinderen dat ik mezelf zou verheffen, werd mij een doorn in het vlees gestoken: ik word gekweld door een engel van Satan. 8Ik heb de Heer driemaal gesmeekt mij van hem te bevrijden, 9maar hij zei: ‘Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid.’ Dus laat ik mij veel liever voorstaan op mijn zwakheid, zodat de kracht van Christus in mij zichtbaar wordt. 10Omdat Christus mij kracht schenkt, schep ik vreugde in mijn zwakheid: in beledigingen, nood, vervolging en ellende. In mijn zwakheid ben ik sterk.

Petrus waarschuwt dat de duivel rondgaat als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden, doch die wij moeten weerstaan in het geloof. In 1 Petrus 2: 21 en verder leert Petrus ons dat Jezus ons een voorbeeld heeft nagelaten opdat wij in Zijn voetsporen zouden wandelen. Hij spreekt daar in de context van het lijden.

 

 

1 Petrus 2: 21

 

21Want hiertoe zijt gij geroepen, dewijl ook Christus voor ons geleden heeft, ons een voorbeeld nalatende, opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen;

In 1 Petrus 5: 8-9 stelt Petrus dat hetzelfde lijden aan de broederschap in de wereld wordt toegemeten. Het is de duivel die dit lijden toemeet, want God geeft genade en heerlijkheid aan al diegenen die lijden vanwege het Evangelie. 1 Petrus 5: 10 staat in tegenstelling tot vers 9 “doch de God van alle genade”. Het is dus duidelijk dat God niet de auteur is van het lijden doch de Boze en zijn machten die ons trachten te hinderen in onze opdracht om het Koninkrijk van God te vestigen op aarde.

 

 

1 Petrus 5: 8-9

 

8 Zijt nuchteren, en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende, wien hij zou mogen verslinden;
9 Denwelken wederstaat, vast zijnde in het geloof, wetende, dat hetzelfde lijden aan uw broederschap, die in de wereld is, volbracht wordt.
.
.
.

1 Petrus 5: 10

.

10 Onze God is een en al ontferming. Hij heeft u allen geroepen om deel te hebben aan dezelfde eeuwige heerlijkheid als Christus. Nadat het een korte tijd heel moeilijk is geweest, zal Hij u persoonlijk overeind helpen op de plaats waar u hoort te staan. Hij zal u zo sterk maken dat u nooit meer hoeft te wankelen.

Door de eeuwen heen hebben we steeds hetzelfde patroon gezien waar mensen die opstonden voor de naam van de Here Jezus Christus onder zware vervolging kwamen te staan. De tijd van de reformatie is daar een voorbeeld van en velen hebben zelfs hun leven gegeven vanwege de verkondiging van hun geloof.

Matteüs 11: 12 verklaart dat sinds de dagen van Johannes de Doper, het Koninkrijk van God zich aanbreekt met geweld en geweldenaars grijpen ernaar. Het Koninkrijk van God lijdt aan geweld; de boze is niet blij met de prediking van Jezus en het Koninkrijk en tracht de boodschap te stoppen. Het vraagt dus geweldenaars, mannen en vrouwen met vastberadenheid en moed om ondanks tegenstand door te breken en het licht van God te vestigen, waardoor duisternis moet wijken.

 

 

Matteüs 11: 11-12

 

11 Onthoud dit: Van alle mensen die ooit geboren zijn, is niemand groter dan Johannes de Doper. Toch is de kleinste in het Koninkrijk van de hemelen groter dan hij!

12 Sinds de dag dat Johannes de Doper zijn werk begon tot nu toe proberen talloze mensen het Koninkrijk van de hemelen binnen te dringen.

 

 

 

.

3d-gouden-pijl-5271528.

 

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

.

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA