Tagarchief: circel

De eeuwige moederliefde van God

Standaard

categorie : Hildegard von Bingen

.

.

hildegard

.

.

.

Een psalm van Hildegard: Laus Trinitati:

.

Geloofd zij de Drieëenheid, die klank en leven geeft

.

in het bestaan van alle schepselen 

.

.

scivias-t-11

.

.

Het mooiste visioen uit de Scivias is dat van de Drieëenheid (T 11 II,2): een mensengestalte omgeven door een cirkel van rood trillend vuur met daar omheen een cirkel van helder licht.

Hildegard heeft zelf geen titel aan dit visioen gegeven. Wel beschrijft ze in de tekst de Moederliefde van God: de ‘materna dilectio amplexionis Dei’ (de moederlijke liefde van Gods omhelzing).
Ze duidt de Vader aan door het zilver (trillend, levend licht), de Heilige Geest door goud (trillende, levende warmte) en het Mensgeworden Woord door saffierblauw, de Zoon (daaruit voortgekomen).

Hildegard ervaart in het visioen van de drie-enige God een levend licht. Dit levende licht komt naar haar toe en opent voor haar de geheimen van God. In dit visioen wordt voor haar een verborgen werkelijkheid getoond. Ze wordt betrokken in een diepte die alomvattend is en waarin de hele werkelijkheid ligt besloten.

Ze moet dit opschrijven: “Zoals het overeenkomt met de wil van degene, die alles weet, alles ziet en alles in de verborgenheid van zijn geheimenissen ordent.” (God, de algeest, alwetend, alwijs, alliefhebbend, almachtig) God werkt. God openbaart zich in haar visioenen, die zichtbaar worden door een goddelijke kracht. Ze ziet een volheid, die een dynamiek in zich heeft en die alles uit zichzelf tevoorschijn brengt en het een eigen bestaan geeft.

In dit visioen geeft de levende God aan zich te ervaren als oerkracht. God openbaart zich als een volheid die met een scherpe kracht overal ‘stroompjes van kracht’ (L. ‘rivulos fortium’: stroom van kracht, krachtstroom; van ‘rivus’ stromen) heeft geplant.

Deze ‘volheid’ verwijst naar de geheimen van God, de grond van alle dingen, waarin ‘al wat is’ leeft, beweegt en is. Alle schepselen zijn in hun oorsprong geplant door de levende God. In ieder mens, dier en ding bevindt zich een stroompje, een klein beekje (een stromende krachtbron, de geest) dat door Gods kracht is aangelegd.

.

.

Het stroompje van kracht

.

Dat betekent, dat al het geschapene niet in zichzelf bestaat. De oorsprong van alles ligt in de hand van de schepper, die de schepping ontworpen en geordend heeft. In hun oorsprong zijn alle schepselen verbonden met hun schepper. Ieder schepsel heeft een geheim in zich, dat in zijn oorsprong verwijst naar de levende God.

Dit geheim duidt Hildegard aan als ‘het beekje van kracht’ (de geest als stromende bron). Ieder schepsel heeft daardoor de mogelijkheid ontvankelijk te zijn voor de levende God. Ieder beekje is verbonden met de volheid, die de grote stroom van Gods leven is.

Deze ‘beekjes van kracht’ zijn altijd aanwezig en gaan aan alles vooraf. Door dit beekje ondergaat ieder schepsel de werking van Gods geheimen, ook de mens. De mens kan er niet over beschikken. Het geheim is er altijd, ook als de mens zich ervan afkeert, ervan vervreemd is en in zonden leeft.

.

.

.

levenskracht

levenskracht

Pasteltekening van John Astria

.

.

De moederliefde van God

.

De levende God wil werkzaam zijn als scheppende kracht. Zolang de beekjes onder stenen bedolven zijn en met ijs bedekt (de toestand van onbewuste vereenzelviging), kan de volheid niet naar het beekje toestromen. Zolang de mens in zichzelf besloten is (de stroom voor zichzelf houdt), kan de levende God de mens niet herscheppen en vernieuwen.

Hildegard beschrijft in dit visioen, hoe wij weer in verbinding met dit beekje van kracht kunnen komen. Daarvoor is het belangrijk dat dit beekje van kracht bevrijd wordt. In dit visioen beschrijft Hildegard hoe zij ziet, hoe God zichzelf opent en zich aan ons geeft (als Jezus, Gods Zoon). Dit aanbod krijgt gestalte in moederliefde. Deze moederliefde beschrijft Hildegard als natuurlijk, gevoelsmatig en opvoedend.

Als moederliefde stelt God zich geheel beschikbaar als voedende en behoedende. Als opvoedster leert de moederliefde van God de mens boetvaardigheid, opdat de band met de levende God wordt hersteld. De moederliefde van God opent de mens, waardoor hij deze liefde kan ontvangen en bevrijd wordt van de zonde.

Het is de moederliefde van God die ons weer in contact brengt met het beekje van kracht, waardoor wij ons kunnen openen voor de werking van Gods geheimen.  Dit proces beschrijft Hildegard in dit visioen. Hildegard ziet in dit visioen dat God werkt als een scheppende kracht in drie Personen: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Deze dynamiek openbaart zich door met ons iets te doen en door ons om te vormen.

Deze omvorming heeft als doel dat wij weer contact krijgen met het oorspronkelijke leven dat ons is ingeschapen, namelijk het beekje van kracht, het geheim dat verbonden is met de geheimen Gods. Deze omvorming wordt door de moederliefde Gods in gang gezet. Hildegard gebruikt het moederbeeld om de verlossing te beschrijven.

.

.

.

Het visioen vanuit de spiritualiteit benaderd

.

Onder spiritualiteit wordt verstaan de voortgaande omvorming van een persoon, betrokken op een onvoorwaardelijke aanspraak. Er is sprake van spiritualiteit waar iemand antwoord geeft op de uitnodiging en het appèl, die de Eeuwige onontwijkbaar op hem of haar richt. Aan Mozes openbaarde deze Aanspraak zich als ‘Ik ben er’. Voor Jezus droeg zij de naam Abba, Vader.

Voor Hildegard van Bingen draagt zij de naam: het Levende Licht. Zij wordt door dat licht persoonlijk geroepen. Haar antwoord hierop krijgt vorm in haar leven, werk en haar geschriften. In het visioen van de Drieëenheid ontstaat er een betrokkenheid tussen de drie goddelijke personen, die zich als één licht en één kracht wil geven aan Hildegard.

Deze betrokkenheid is een uitnodiging aan Hildegard om zich te laten betrekken in Gods levende licht, dat aan haar de geheimen Gods openbaart. Het visioen is een mystieke ervaring. Mystiek betekent de ervaring van een verborgen zin of onzichtbare werkelijkheid, waarin iemand binnengevoerd wordt. De betekenis van de geheimen wordt aan haar getoond, doordat zij in deze verborgen werkelijkheid betrokken wordt.

Deze ervaring zet een proces in gang en brengt een verandering teweeg. Dit proces wordt vanuit de spiritualiteit een omvorming genoemd. Dit proces houdt in: loskomen uit de oude vorm (de oude mens) en ingaan in de nieuwe vorm (de nieuwe mens). Deze omvorming voltrekt zich als een geestelijk proces. De oude mens is een mens die nog ongevormd is ten aanzien van de vorm die als mogelijkheid aanwezig is (het beekje van kracht) en ongeordend voor zover hij hiervan afwijkt.

In dit visioen is het de moederliefde Gods die de oude mens bevrijdt en hem in contact brengt met het ‘stroompje’ van goddelijk leven (de menselijke geest), opdat de ‘volheid’ van Gods kracht (de algeest) de mens kan herscheppen naar Gods beeld en gelijkenis. Er is een voortdurende werking van de goddelijke kracht die de mens omvormt van ‘onvolmaaktheid’ naar ‘volmaaktheid’.

De goddelijke kracht duidt Hildegard in haar visioen aan als ‘volheid waaraan niets ontbreekt’ (de algeest). Deze werkt en ontvouwt zich in de ervarende persoon, opdat ‘al wat leeft’ tot ontwikkeling en voltooiing komt. Dit proces is daarom niet alleen dynamisch, maar ook structurerend, wat zich verwerkelijkt in de ervarende persoon.

In deze omvorming zijn de goddelijke dynamiek en de menselijke ervaring op elkaar betrokken. Als schering en inslag zijn ze voortdurend met elkaar verweven. Dit is een nooit eindigend proces. In het eerst visioen ‘De Verlosser’ heeft Hildegard gezien dat de schepping geschied door de drie goddelijke personen. De Vader ziet ze als een hellicht vuur, de Zoon als een hemelsblauwe vlam die in de zachte adem van de heilige Geest brandt.

Van deze goddelijke personen gaat een neerdalende beweging uit naar de mensheid op aarde. Deze beweging zet de geschiedenis in gang vanaf de schepping ‘in den beginne’ tot aan de menswording van de Zoon van God. De menswording van de Zoon van God is de openbaring van dit visioen: God deelt zichzelf mee.

In het visioen van de drie-enige God is er geen neerdalende beweging te zien van God uit naar de mensheid, maar een innerlijke beweging tussen de drie personen. Er is een levende dynamiek tussen hen. De personen van de goddelijke Drieëenheid werken op elkaar in, om zichzelf te openen als drie-enige God voor de mens.

Hildegard ziet dit als een dynamisch proces tussen het heldere licht en het rode vuur. Ze stromen door elkaar heen. ‘Dit heldere licht doorstroomt het hele rode vuur en dit rode vuur doorstroomt weer heel het heldere licht. En dit heldere licht en dit rode vuur stromen door heel deze mensengestalte zodat het één licht en één kracht van mogelijkheden vormt’.

Verder valt op dat er in het visioen van de drie-eenheid van God gesproken wordt over ‘een allerhelderst licht’ en een ‘allerzoetst rood vuur’. In dit visioen hebben het licht en het vuur een intensiteit in de hoogste mate. Ook valt op dat de hemelsblauwe vlam zich ontwikkeld heeft tot een ‘mensengestalte’ in de kleur van saffierblauw.

.

.

de ware en de valse Drievuldigheid

de ware en de valse Drievuldigheid

Pasteltekening van John Astria

.

.

.De tekst van het visioen over de drie personen :

Daarom zie je een allerhelderst licht, dat zonder smet van begoocheling (misleiding, onwaarheid), zonder smet van verduistering (gebrek aan inzicht) en zonder smet van bedrog (onwaarheid) de Vader aanduidt. (‘Vader’, licht, komt overeen met: denken).

En daarin de mensengestalte in de kleur van saffierblauw, die zonder smet van verharding (harteloosheid), zonder smet van (gevoelens van) afgunst en zonder smet van onrechtvaardigheid de Zoon openbaart, die voor de tijden als God uit de Vader is geboren en in de tijd als mens is geïncarneerd. (‘Zoon’, komt overeen met: voelen)

Datgene wat geheel brandt met een allerzoetst rood vuur, een vuur zonder smet van dorheid (levenloosheid), zonder smet van sterfelijkheid (levenskracht) en zonder smet van duisternis (bewustzijn) wijst op de heilige geest (‘Heilige Geest’, komt overeen met: bewuste kracht, waarnemen en willen), waaruit dezelfde eniggeborene van God, naar het vlees ontvangen en uit de maagd in de tijd geboren, een licht van ware helderheid in de wereld uitgoot.

Maar dat dit heldere licht geheel dit rode vuur doorstroomt en ditzelfde heldere licht en rode vuur weer samen de hele mensengestalte doorstromen, zodat het één licht in één kracht van mogelijkheden vormt. Dat betekent dat de Vader, die de rechtvaardigste gelijkheid is, niet zonder de Zoon en niet zonder de heilige Geest bestaat de goddelijke eenheid is onafscheidelijk in deze drie personen van kracht .

.

Waar dit Woord (Jezus) al het goede tot stand bracht, hen (de mensen) door zijn zachtmoedigheid naar het leven terugvoerde, die door de onreinheid van zonde (door de onbewuste vereenzelviging) verworpen waren en die niet meer in de heiligheid, die zij verloren hadden, in staat waren terug te keren (Jezus, komt overeen met voelen).

Want door deze levensbron (Jezus) kwam de moederliefde van Gods omhelzing tot ons die ons tot leven voedde en die onze helpster (parakleitos) in gevaren is en die de diepste en allerzoetste liefde is, door ons boetvaardigheid te leren (Jezus, komt overeen met voelen).

.

.

.

Gods krachtstroom in de mens

.

Hildegard wordt betrokken in een diepte, die alomvattend is en waarin de hele werkelijkheid ligt besloten. In deze diepte doorschouwt ze de grond van alle dingen. Hildegard ziet dat de geheimen van God de absolute oorsprong zijn van alle schepselen. In de diepte ziet ze een oerkracht die al het geschapene heeft geplant: ‘Deze volheid heeft met een scherpe kracht stroompjes van kracht geplant’. De volheid van Gods levenskracht heeft beekjes geplant.

Ieder schepsel heeft een ‘beekje van kracht’, dat ontspringt aan de volheid van Gods levensstroom. In dit visioen ziet ze dat de schepping niet is ontstaan uit een niets of uit een oerknal. Ze schouwt de geheimen van God als een levensbron, als een volheid waar al wat leeft uit voortkomt. Hildegard schouwt dat de oorsprong van de dingen niet in de dingen zelf ligt. De schepping bestaat niet in zichzelf. God is de bron van al wat bestaat.

Het stroompje van kracht (de geest als bron) bevindt zich in ieder schepsel. Daar bevindt zich de levenskracht. Door dit stroompje is ieder schepsel met de volheid van Gods geheimen verbonden. Door dit stroompje kan God naar het geschapene stromen. Ieder heeft de mogelijkheid om ontvankelijk te zijn voor en om deel te nemen aan de volheid van Leven. Iedereen kan deelnemen aan deze goddelijke levenskracht. God is een stuwende kracht, die zich wil openen om naar de stroompjes toe te stromen.

Hildegard schouwt in haar visioen, dat er een relatie is tussen God en heel Gods schepping. De relatie tussen God en al wat geschapen is, is wezenlijk, opdat God zich kan ontvouwen in de schepselen. Goddelijk leven is overal aanwezig als een stroompje van kracht, waardoor Gods levenskracht in alle schepselen werkzaam kan zijn. God verhoudt zich tot heel de schepping als een volheid tot alle stroompjes van kracht, die in al het zichtbare en onzichtbare leven aanwezig zijn.

.

.

God in drie personen

.

Het goddelijke leven laat zich zien als een allerhelderst licht, als rood vuur (warmte) en een mensengestalte in de kleur van saffierblauw. Het rode vuur duidt op de Heilige Geest. Het is een vuur zonder smet van dorheid. Dit lijkt een tegenstrijdigheid, omdat vuur immers door hitte alles verdort. Het voorafgaande visioen over de verlosser werpt een licht op deze tegenstrijdigheid. Daar wordt dit rode vuur in verband gebracht met de plaats, waar het goddelijke woord kan incarneren.

Deze plaats wordt aangeduid als ‘morgenrood’, het vuur, waarin God zijn ‘Woord vol verlangen’ zond. God gaf dit woord als een ‘vruchtbrengende vrucht’ en liet het ‘als een geweldige bron tevoorschijn komen. Wie van deze bron drinkt, zal nooit meer van dorst vergaan. In dit licht van het morgenrood ontbrandde een buitengewone wil. Want in de glans van het rode licht toonde zich de groene kracht (viriditas, levenskracht, de Heilige Geest komt overeen met: willen) van het grote oude raadsbesluit.

.

.

De oneindigheid van de Drievulkdigheid

De oneindigheid van de Drievulkdigheid

Pasteltekening van John Astria

.

.

Samengebundelde kracht van goddelijk leven

.

Nu gaat er iets nieuws gebeuren. In het visioen ontstaat beweging. Het heldere licht en het rode vuur (de ongevormde oertoestand) stromen door elkaar heen en worden één om samen de gehele mensengestalte te doorstromen (de gevormde toestand). In het goddelijke leven is beweging zichtbaar. Het licht en het vuur en de mensengestalte stromen zo door elkaar heen, dat ze worden tot één krachtbundel: ‘Dit heldere licht doorstroomt het hele rode vuur en dit rode vuur stroomt weer door heel het heldere licht.

En dit heldere licht en en dit rode vuur stromen door geheel deze mensengestalte, zodat het één licht in een kracht van mogelijkheden vormt’. Deze samengebundelde kracht van goddelijk leven is een beginsel, een concentratie van mogelijkheden. Dit beginsel is een stuwende kracht die in beweging zet; een krachtbron voor al wat leeft (door de geestelijke vermogens). Deze kracht heeft een rijkdom aan mogelijkheden.

.

.

God werkt in drie personen

.

God is werkzaam als een dynamische kracht in drie personen (drie vormen). De Vader is werkzaam als ‘rechtvaardigste gelijkheid’. Rechtvaardig staat in verband met trouw en goedheid. Als ‘rechtvaardigste gelijkheid’ laat de Vader ieder schepsel tot zijn recht komen op ‘gelijke’ wijze. Ieder schepsel heeft eenzelfde ‘krachtstroom’.

De Heilige Geest maakt een beweging naar de gelovigen. Zij worden aangeraakt en in vuur en vlam gezet door de Geest. De Zoon is de ‘volheid van de vruchtbaarheid’. Hij draagt de mogelijkheid in zich heel de schepping vruchtbaar te doen zijn: ‘alles is door hem geworden en zonder hem is niets geworden wat geworden is’. Deze volheid van vruchtbaarheid is in alle dingen.

Het is een alomvattende kracht die met heel de schepping is verbonden en die ‘al wat is’ leven geeft. Alles is met de Zoon in de oorsprong verbonden. De hele schepping draagt een kiem van deze volheid. De Vader als de rechtvaardigste gelijkheid, de Heilige Geest als de ontsteker van de harten van de gelovigen en de Zoon als de volheid van de vruchtbaarheid, bestaan niet zonder elkaar.

Ze werken samen. De drie goddelijke personen vormen een eenheid en zijn als personen met elkaar verweven en op elkaar betrokken. In de goddelijke natuur zijn ze met elkaar verbonden. De drie personen van de Drieëenheid zijn tot een eenheid samengevoegd. De ene persoon staat niet boven de ander, ‘ze zijn één God in een onverdeelde majesteit’.

Ze zijn niet verdeeld, maar werken wel afzonderlijk als personen (de geestelijke vermogens). Als personen staan ze met elkaar in relatie. De Vader wordt kenbaar gemaakt door de Zoon. De Zoon weerspiegelt het allerhelderste licht dat de Vader is. ‘De Zoon wordt kenbaar gemaakt door de oorsprong van de schepselen’.

De volheid van de vruchtbaarheid van de Zoon is aanwezig in alle schepselen. ‘De heilige Geest wordt kenbaar gemaakt door dezelfde menswording van de Zoon’. De Vader bracht zijn Zoon voort in eeuwigheid. Dit is niet aan tijd gebonden: de Vader schept in eeuwigheid. Bij de Zoon begint de schepping. Door hem worden alle schepselen geboren uit de Vader.

Alle dingen hebben hun oorsprong in de Zoon. In de Zoon komen alle schepselen aan het licht (de gevormde toestand). De volheid van de vruchtbaarheid van de Zoon kan zich in alle schepselen openbaren. Ieder schepsel is vruchtbaar en kan tot voltooiing komen, dat is: worden zoals de Vader het in zijn allerhelderste licht heeft bedoeld. De Heilige Geest wordt kenbaar gemaakt door de menswording van Gods Zoon. De Heilige Geest, die zichtbaar werd als een duif bij de doop in de Jordaan, maakt Jezus Mensenzoon.

.

.

God verlangt naar de mens

.

God verbindt zich tot één licht en één kracht, als de ene God in drie personen, die verlangt naar een relatie met de mensen. De ene God wil zich openen en de mensen uitnodigen zich te laten betrekken in Gods leven: ‘De mens mag nooit vergeten, mij, de ene God in deze drie personen, aan te roepen’.
God wordt persoonlijk en verlangt naar een relatie met de mens: de mens mag mij aanroepen.

In het Latijn staat ‘invocare’, wat zowel aanroepen als inroepen betekent. De ene God aanroepen is vragen om contact en zich toewenden (het streven naar de hereniging). God inroepen is zich openen om God binnen te laten komen. God neemt er geen genoegen mee verzonken te zijn in zichzelf en wil betrokken zijn op mensen. God wil zichzelf te buiten gaan.

God wil zich niet opsluiten in zijn eigen wezen, in tegendeel, deze ene God in drie personen wil bestaan in een onbegrensde openheid naar de mensen toe, ‘want daartoe heb ik hen aan de mens geopenbaard, opdat de mens des te heviger aangeraakt in liefde tot mij ontbrande’. De bedoeling van Gods openbaring is dat de mens aangeraakt wordt in liefde en dat er een verlangen wakker wordt gemaakt, waardoor onze liefde tot God ontwaakt.

De mens is als schepsel in aanleg geschapen om de volle diepte van Gods liefde te ontvangen en van daaruit te leven. Daarnaar verlangt God en daartoe openbaart God zichzelf in de drie personen … opdat zij beseffen, dat de diepste beweging tussen God en mens er een is van liefde.

.

.

Eer aan God in de Hoge

Eer aan God in de Hoge

Pasteltekening van John Astria

.

.

Gods initiatief

.

Het initiatief van de liefde ligt niet bij de mensen, maar bij God. Deze liefde duidt Hildegard aan met ‘caritas’ (liefdadigheid), de liefde die in God woont. Deze liefde openbaart zich, doordat God zijn eniggeboren Zoon aan de mensheid schenkt. Het doel hiervan is, dat wij zullen leven. De zelfgave van God in zijn Zoon betekent leven voor ons. God deelt zichzelf mee en schenkt liefde aan de mensheid door de menswording van zijn Zoon, die hij heeft gezonden ‘tot verzoening van onze zonden’.

Christus is mens geworden opdat wij wegtrekken uit de duisternis van de zonde. De zonde is dat de mensen zich hebben afgewend van God (door de onbewuste vereenzelviging met de stof). Zij hebben geen contact meer met ‘het stroompje dat God zelf in hen heeft geplant’. Zij zijn hiervan vervreemd (ze zijn onbewust geworden, vervreemd van zichzelf als geest) en hebben dit goddelijke bewustzijn verloren. God wil deze relatie herstellen door zichzelf te geven in zijn Zoon, om zo de oorspronkelijke verbinding te herstellen.

Deze liefde duidt Hildegard aan met het woord ‘dilectio’. Deze liefde leidt tot het schenken van genade (‘genade’: welwillendheid). Het woord dilectio komt van ‘diligere’, dat uitkiezen en liefhebben betekent. God kiest ons uit door ons te beminnen en zo aan ons onze oorspronkelijke waarde terug te geven. Doordat God ons heeft bemind ‘is een ander heil ontstaan, dan wat wij bij onze eerste oorsprong bezaten’.

Onze eerste oorsprong duidt op de schepping van de eerste mensen in het paradijs, die leefden in verbondenheid met hun goddelijke oorsprong en die de erfgenamen waren van onschuld en heiligheid.
De eerste mensen konden nog geen onderscheid maken tussen goed en kwaad. Daarom kon het niet anders dan dat onze onschuld en heiligheid beproefd werden (op de aarde als leerschool).

Deze beproevingen zijn een kans om te groeien. Want in de beproevingen heeft de hemelse Vader aan ons zijn liefde laten zien, zegt Hildegard. Deze liefde duidt Hildegard aan met ‘caritas’. De liefde van God ervaren wij als een beproeving. Over deze beproevingen schrijft ze in het visioen van de oorsprong van het kwaad: ‘De grote heerlijkheid en eer, die aan de mensen gegeven is, kan niet zonder beproeving blijven, anders zou de mens nietig en ijdel zijn.

Goud moet in het vuur gelouterd worden, kostbare stenen moeten gereinigd en geslepen worden. Ook de mens, die volgens beeld en gelijkenis van God is geschapen, moet, om te kunnen bestaan, beproefd worden. Meer dan ieder wezen moet de mens beproefd worden en zijn toetsstenen zijn (zijn omgang met) de schepselen.

De geest toetst zich aan de geest (in de ontmoeting met medemensen), het vlees aan het vlees. Zo wordt de mens door ieder schepsel beproefd in het paradijs, op aarde en in de onderwereld. Willen wij groeien naar Gods beeld en gelijkenis, dan is het noodzakelijk dat wij (onze zelfstandigheid en vermogen de juiste keuzes te maken) worden beproefd, anders zouden wij nietig en ijdel blijven.

.

.

In de ban van de zonde

.

God laat zijn liefde zien als een beweging naar de mensen toe: Hij openbaart zijn ene Woord voor de mensenkinderen als een mogelijkheid voor hen om zich te laten betrekken in het goddelijke leven (de hereniging). Ze blijven ontvankelijk voor dit Woord, ondanks hun duisternis: ‘En het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet aangenomen’ (Joh. 1:5).

De mensen kunnen niet zelf uit hun duisternis (onbewustheid) breken. Toch wil God hen openen om opnieuw met hen de relatie aan te gaan. Dat kan enkel gebeuren ‘door een hemelse kracht’ die de Vader naar de wereld zendt, in zijn ene Woord, namelijk door de menswording van het ene Woord in Jezus Christus: ‘Het ware licht, dat ieder mens verlicht, kwam in de wereld’ (Joh. 1:9).

Dit mensgeworden Woord werkt al het goede uit: ‘door zijn zachtmoedigheid voert het Woord de mens terug tot het leven’. Niet door hardheid, niet door de macht, maar door zachtheid en mildheid wordt de mens teruggevoerd naar het leven.

Ondanks hun duisternis (onbewustheid) blijven de mensen de mogelijkheid behouden om open te staan voor deze hemelse kracht. Door de zonde zijn zij ervan af gekeerd en vervreemd, en kunnen niet op eigen kracht terugkeren, omdat de macht van de zonde hen in de ban heeft (door de onbewuste vereenzelviging met de stof).

.

.

Vader liefde en moeder liefde

Vader liefde en moeder liefde

Pasteltekening van John Astria

.

.

De moederliefde van God

.

De levensbron van God ontsluit zich als moederliefde, die als een omhelzing tot ons komt. De levensbron opent zich voor ons, opdat wij open worden voor God. De liefde, die uit deze levensbron stroomt, biedt een opening voor ons. Gods liefde maakt zich kenbaar als moederliefde. Deze liefde maakt een verbinding naar ons, opdat er tussen God en ons een relatie kan ontstaan.

Zoals een moeder zichzelf beschikbaar stelt met lichaam en ziel, opdat haar kind zal leven, zo voedt de moederliefde van God de mens ten leven. Zoals de moeder haar kind behoedt, zo is de moederliefde van God onze helpster (parakleitos, de heilige Geest) in gevaren. Hildegard duidt deze aspecten van moederliefde aan met het woord ‘dilectio’: de liefde, die de mens bevrijdt uit de duisternis, de liefde die werkt als een genade.

Waar de mens geopend is, kan Gods liefde naar de mens toestromen. Waar de mens kan ontvangen, kan God geven. Dit is één gebeuren. Dit wordt ervaren als ‘de diepste en allerzoetste liefde’. De moederliefde van God is er voor de mensen en nodigt hen uit tot leven. In deze relatie kan de mens bij zichzelf en bij God komen.

In deze aanwezigheid van God kan het besef doorbreken van zondig zijn, dat wil zeggen: van vervreemd zijn van God, afgesneden en niet zichzelf. Dit besef zet de mens op de weg naar terugkeer en herstel (bekering), ‘zo leert God ons te leven in boetvaardigheid’.

.

.

De innerlijke bewogenheid van God met de mens

.

God wil de relatie met de mens herstellen en dat gebeurt doordat God zich de mens herinnert. God heeft immers de mens geschapen uit liefde. Het beeld van de mens ligt onuitwisbaar in het geheugen van God getekend. Het is de herinnering aan het grote werk van God, die de mens geboetseerd heeft uit het slijk der aarde. God heeft de mens geschapen uit goddelijke kracht als ‘zijn kostbaarste parel’. De schoonheid van de mens ligt als een parel in het binnenste van God getekend.

De mens is geschapen als een parel én de parel ligt in de herinnering van God. Hier raken God en mens elkaar (het streven naar de hereniging). God heeft de mens tot leven gewekt door hem levensadem in te blazen. Zo werd de mens bezield met goddelijke geest. God heeft de mens gewekt, maar hij is nog niet tot voltooiing gekomen. Het krachtstroompje ligt nog bedolven. De kostbare parel, die in de diepte verborgen ligt, is nog niet aan het licht gekomen (door de onbewuste vereenzelviging).

Een parel groeit in de zee als parelmoerstof in het lichaam van een pareloester. Door onze(!) stroompjes zijn we verbonden met de ‘zee’, met de volheid (de goddelijke algeest), waaraan onze ‘stroompjes’ ontspringen. Door middel van onze stroompjes kunnen we op zoek gaan naar de parel (jezelf als geest) die daar in de diepte (van de ziel) verborgen ligt.

Gods herinnering aan de mens is vol barmhartigheid. God is bewogen met de mens, die hij tot leven heeft gewekt. Zoals een moeder de vrucht draagt tot haar dagen vervuld zijn, zo draagt God de mens in zijn innerlijk tot de vruchten voldragen zijn. God zet met zijn scheppende liefde een proces in gang en gaat een verbintenis aan met het leven, dat verwekt is. Gods barmhartigheid, die gestalte krijgt als moederliefde van God, voedt en behoedt als een zwangere vrouw dit komende leven opdat deze verbintenis tot voltooiing komt.

God verlangt naar ons en is met ons begaan. Deze bewogenheid is een stuwende kracht van verlangen, die naar ons kan toestromen als we worden bevrijd (van onze toestand van vereenzelving met de stof). Dan kan de volheid, waar alle leven uit voortkomt, naar onze stroompjes toestromen en ons herscheppen.

.

.

In de spiegel van Gods barmhartigheid

.

Gods moederliefde stelt zich beschikbaar voor ons en nodigt ons uit tot leven. Gods liefdevolle aanwezigheid betekent niet dat alles wordt toegedekt. We mogen onszelf tegenkomen in heel ons doen en laten (bewustworden door zelf ervaringen op te doen en te verwerken met onze vermogens). Gods barmhartigheid houdt ons een spiegel voor en confronteert.

In deze spiegel beseffen we onze zelfgenoegzaamheid, onze zelfzuchtigheid (door de onbewuste vereenzelviging met de stof). Deze houding noemt Hildegard hoogmoed en deze schrijft zij toe aan de duivel. Hier staan God en duivel tegenover elkaar. God die de mens wil verlossen en de duivel die hoogmoedig is en de mens in zijn ban heeft.

In aanwezigheid van Gods moederliefde kunnen we uit deze ban worden bevrijd en afdalen, opdat we nederig worden. In de Latijnse tekst van Hildegard staat ‘humilitas’, nederigheid. Dit woord is afkomstig van ‘humus’ en ‘humilis’. Humus betekent ‘grond’. Humilis betekent ‘laag bij de grond’, eenvoudig, deemoedig, nederig.

Nederigheid betekent: bij de grond zijn, buigen naar de aarde. Nederigheid maakt ontvankelijk (de geest is daardoor een ‘leegte’ en staat open voor God). Iemand die nederig is, vervult zichzelf niet met alles wat hij heeft en is. De duivel kent geen nederigheid. Die wil zelf op de plaats van God zitten. Dit zijn de hoogmoedige verzinsels van de listige slang.

Hoogmoed staat tegenover nederigheid. Hoogmoed verbeeldt zichzelf heel wat, terwijl nederigheid zichzelf ontledigt. Hoogmoed vervult zichzelf en is gericht op zichzelf (zelfgerichtheid), nederigheid is een houding van louter ontvangen in verbondenheid met de grond van het bestaan, waar onze stroompjes van kracht ontspringen.

.

.

Herschepping door liefde

.

Het initiatief tot onze verlossing neemt God als moederliefde die naar ons toekomt en ons bevrijdt. Barmhartigheid raakt de naam van God in het hart: Ik ben er. Barmhartigheid is teder én houdt ons een spiegel voor. Barmhartigheid omvat zowel de tedere kant als de confronterende kant van God. Deze twee aanzichten heeft de moederliefde van God. Gods moederliefde is een bron van genade, die uitnodigend is, opdat wij leven én houdt ons een spiegel voor, waarin wij onszelf kunnen tegenkomen (en zo tot zelfkennis kunnen komen).

Gods liefde is nabij én schept afstand. Zo komen wij in aanraking met ons stroompje van kracht en kunnen naar binnen keren om de diepte in te gaan, waar het diepste leven gewekt kan worden: de parel (geest) die vanaf onze oorsprong in ons aanwezig is (die wij vanaf onze oorsprong zelf zijn, maar onbewust).

Als barmhartige keert God zijn hart naar ons toe en verlangt ernaar ons te betrekken in zijn scheppende liefde, opdat wij worden tot wie wij zijn: schepsel naar het beeld van de ene God. God noemt Hildegard hier Schepper en Heer. De Zoon duidt Hildegard aan als Hoofd en Verlosser. Zijn levenskracht is van eeuwigheid werkzaam in alles wat leeft en omvat hemel en aarde.

Christus is een Verlosser, die onze zonden heeft afgewassen. Hij is onze zielverzorger, die ons verpleegt en verzorgt (voelen). Hij maakt onze wonden schoon. De Zoon van God is werkzaam als een verpleegkundige, een arts, die de mens geneest. Uit Christus komt het geneesmiddel voort, waardoor wij geheeld worden.

Deze werkzaamheid van het goddelijke leven is er altijd, zegt Hildegard. De geheimen van God zijn van eeuwigheid werkzaam. God kan ons ieder moment herscheppen. De mens heeft de mogelijkheid om door het krachtstroompje (de menselijke geest) deel te nemen aan de volheid, die oneindig diep is en waaraan niets ontbreekt (de goddelijke algeest). Deze kan zich ontvouwen in ieder schepsel en het voltooien (door geestelijke ontwikkeling).

De stroompjes blijven altijd aanwezig, ondanks het feit dat wij aan tegenslagen en veranderlijkheid onderhevig zijn. Door de stroompjes kunnen wij steeds weer opnieuw in contact komen met de geheimen van God waarin de drie goddelijke personen bewegen en die ‘ondeelbaar levend in de eenheid van de goddelijkheid’ zijn.

.

.

Slotbeschouwing

.

Als zwangere gaat Gods moederliefde een verbintenis aan met de mens, opdat het leven, dat gewekt is, voldragen wordt. Als zwangere draagt God het vruchtwater in zich, waarin mensen gedragen worden tot de tijden zijn vervuld, opdat zij opnieuw geboren worden (zelfverwerkelijking en hereniging).
Ook heel de schepping wacht op voltooiing: ‘De hele natuur kreunt en lijdt in barensweeën, altijd door’ (Rom. 8:23).

Waar God ons herschept, ervaren we dat we niet zelf de oorsprong en ontwerper zijn van het leven. Ons leven kent een dieper geheim. Betrokken op dit levensgeheim beseffen we dat we verbonden zijn met een alomvattende kracht die in heel de schepping aanwezig is en die ‘al wat is’ leven geeft (de goddelijke algeest). In ons zit dit geheim als een parel verborgen (wijzelf als de menselijke geest), die de belofte is van een nieuwe schepping.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

.

voorpagina openbaring a4

.

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

.

JOHN ASTRIA

Advertentie

De legende van de kruisen

Standaard

categorie : religie

 

 

 

1   Grieks kruis

 

Het Grieks kruis is de naam voor een kruis met vier armen van gelijke lengte. Het wordt veel gebruikt in de Or-thodoxe Kerk en vormt de grondvorm van een aantal protestantse- en  katholieke kerken, bijvoorbeeld de Onze Lieve Vrouwe kerk in Trier.

 

 

DSC07289 grieks kruis

 

 

 

2. Latijns kruis

 

Het christelijke of Latijnse kruis () is een kruisvorm  waarvan de verticale arm langer is dan de horizontale. Dit in tegenstelling tot het Grieks kruis, dat gelijke armen heeft. Het Latijnse kruis geldt als het symbool bij uitstek van het christendom.

 

 

ed674b50-33ff-11e4-8428-9c5f243cdf6b latijns kruis

 

 

 

3. Petruskruis

 

Dit is een omgekeerd kruis. Oorspronkelijk vertegenwoordigde dit (in de katholieke kerk) de nederigheid van de apostel Petrus in zijn martelaarschap. Hij zou erop gestaan hebben dat hij ondersteboven werd gekruisigd, omdat hij zich niet waardig achtte te sterven in dezelfde positie als Jezus. Maar vandaag – in het bijzonder in de rock-cultuur – vertegenwoordigt dit het Satanisme en zijn bespotting van Christus.

 

 

petruskors_stpeter150petruskruis

 

 

 

4. Filippuskruis

 

Filippus sterft de kruisdood aan een T-vormig kruis nadat hij in Frygië het evangelie verkondigt samen met Bar-tholomeus.

 

 

José_de_Ribera_054 filippuskruis

 

 

 

5. Andreaskruis

 

Een andreaskruis, andrieskruis of schuinkruis is een heraldisch symbool, een kruis dat schuin staat. Het bestaat uit de twee diagonalen van een rechthoek. Het andreaskruis dankt zijn naam aan de apostel Andreas, die aan een dergelijk kruis zou zijn gekruisigd.

 

 

DSCF0005andreas

 

 

 

6. Cruxmonogrammatica

 

Dit is vereenvoudiging van het Christusmonogram (chi-ro): twee eerste letters van het Griekse Chrestos (= He-breeuwse Messias).

 

chrismon-symbool-betekenis

 

 

.

7. Keltisch kruis

 

Het Keltisch kruis is een standaardkruis met een cirkel over de twee lijnen. De sectie binnen de (heilige) cirkel is identiek met de “cirkel in vier delen” bij de Wicca of het “medicine wheel” van de Amerikaanse indiaanse inboor-lingen. Vele christenen dragen dit kruis en weten niet dat het heidens is.

 

 

fb8_keltisch_kruis

 

 

.

8. Patriarchale kruis

 

Een patriarchaal kruis is in de heraldiek een verhoogd kruis of trappenkruis met lange voet en dubbele dwarsbalk, waarvan de bovenste balk korter is dan de onderste. Deze korte balk staat voor het plakkaat met het opschrift “INRI” op het kruis van Jezus. De aartsbisschopen met bijzondere voorrechten, zoals die van Venetië en Lissabon dragen het patriarchaal kruis in hun wapen.

 

 

Patriarchal-Cross-of-Lorraine-Pewter-Pendant-Key-Chain-th.jpg_220x220

 

 

 

9. Pauselijk kruis

 

Het pauselijk kruis geeft de drie gebieden aan waarover het gezag wordt uitgeoefend, zijnde de kerk, de wereld en de hemel.

 

 

a73e3230-3793-012f-da4b-00505694738d

 

 

 

10. Taukruis of Antoniuskruis

 

Het Tau-kruis, Sint-Anthoniuskruis of kortweg “Tau” is het symbool van de religieuze ridderorde van Sint Anto-nius(de Antonieten). Het heeft de vorm van een grote T. Zij droegen het in blauwe kleur op hun habijt. De heilige Antonius van Egypte  wordt in de iconografie vaak met het tau-kruis als attribuut afgebeeld.

 

 

11780-9205-0711132016-TAUkruis-1-

 

 

 

11. Taukruis van de Antonieten

 

Aangezien de Antonieten pest- en lepralijders verzorgden, werd er onder het kruis vaak een belletje afgebeeld. Dit verwees naar de bel die de pest- en lepralijders luidden om anderen te waarschuwen voor hun besmettelijke aanwezigheid.

 

 

 

200px-Tau-kruis

 

 

.

12. Gaffelkruis, is ook een runeteken

 

Het gaffelkruis is een kruis dat de vorm heeft van een gaffel ( een vork met twee tanden ) waarbij vaak het li-chaam van Christus afgebeeld wordt met de armen omhoog gestoken langs de armen van de gaffel. Het kruis komt vooral voor in de late middeleeuwen.

 

 

ABM t2142a_1.jpg.1200x630_q95_crop-smart

 

 

 

13. Krukkenkruis, ook Bourgondisch kruis

 

Het krukkenkruis is een heraldisch element in de vorm van een gewoon kruis waarvan elk uiteinde van een dwars-balk is voorzien. Indien de dwarsbalken niet tegen de wapenrand aanleunen spreekt men van een verkort kruk-kenkruis. Het krukkenkruis is vooral door de kruistochten bekend geworden. Er bestaat een variant die men het Jeruzalem kruis  noemt, waarin in iedere hoek nog een kruis aangebracht is.

 

 

potent (1) krukkenkruis

 

 

.

14. Hakenkruis of swastica

 

De swastica is een oud occult symbool van de zon en de vier windstreken. Terug tot leven gebracht door Hitler vertegenwoordigt dit racisme en de blanke suprematie bij neo-nazi’s. Zoals andere occulte symbolen wordt de swastika dikwijls in een cirkel geplaatst.

 

 

 

 

.

15. Ankerkruis of muurkruis.

 

Symbool van standvastigheid, vastberadenheid en trouw. Het is ook het symbool voor zeelieden. Als christelijke symbool wordt er de band met Christus mee aangegeven.

 

 

dscf1728

 

 

.

16. Maltezerkruis: embleem ‘Orde van Malta’

 

Het Maltezerkruis is het kenteken van de ridders van Malta, een geestelijke ridderorde uit de Middeleeuwen. Dit type kruis komt ook veel voor in eretekens, zoals bij het Belgische “Ridder in de Leopoldsorde”.

 

 

109961659.nNXQGnhC.DSC_2406

 

 

.

17. Hengselkruis of anchkruis

 

Soms ook koptisch kruis genoemd. Het is een Egyptisch kruis dat een mythisch eeuwig leven, wederge- boorte en leven gevende macht van de zon symboliseert.

 

 

Ankh

 

 

 

18. Rozenkruis

 

Het Rozenkruis is het symbool van eenheid tussen man en vrouw, tussen Jezus en Maria.

 

 

 

 

.

19. Jeruzalemkruis

 

Dit is een embleem voor de  ‘Orde van het Heilig Graf’ en wapenschild van de stad Jeruzalem. Het kruis is voor de Ridderorde van het Heilig Graf het symbool en tegelijkertijd het embleem. Het kruis kent in de christelijke ico-nografie een lange traditie. Toch is die traditie pas in de 4e eeuw als symbool in de christelijke liturgie, kunst en architectuur ontstaan. Het Jeruzalemkruis is een variant van het zogeheten “krukkenkruis” (een kruis waarvan de vier armen een dwarsstuk dragen).

 

 

200px-Kruis_van_Jeruzalem_(rood)

 

 

 

20. Herkruiste kruis

 

Een herkruist kruis is een kruis  waarvan drie of vier armen ieder een kruis zijn. Het herkruist kruis met spitse voet komt veel voor in Engelse heraldiek. Men gebruikt het kruis veel in Roemenië. Het kruis wordt daarom ook wel “Roemeens kruis” genoemd.

 

 

225

 

.

.

21. Russisch kruis

 

Dit is het zogenaamde achtarmige kruis  dat gebruikt wordt in de Russische Orthodoxie en oorspronkelijk uit Byzantium komt. Vaak is dit kruis afgebeeld op een driehoekig heuveltje, al dan niet met een schedel daarin af-gebeeld. Het symboliseert Golgotha en er worden aan dit kruis respectievelijk ter linker- en ter rechterzijde een lans en een rietstengel met spons toegevoegd, de lijdenssymbolen van Christus.

 

 

icoonplank_russisch_kruis

 

 

 

22. Kruisnimbus

 

Dit kruis wordt enkel gebruikt als nimbus voor Jezus. Christus is heel wat méér dan een heilige, hij moet dus direct herkenbaar zijn voor de beschouwer van een religieuze afbeelding. Het antwoord van de kunstenaar ligt voor de hand: Christus draagt zijn kruis ook in zijn nimbus, die daarom kruisnimbus heet.

 

 

Kruisnimbus

 

 

.

23. Prefatiekruis

 

Dit kruis wordt gevormd door twee letters van Vere Dignum (V=menselijke natuur van Christus en D=Goddelijke natuur). Veelal gebruikt op missaal- en communieprentjes.

 

 

2fab9344-8ef0-11e5-9e2d-49c8a95746de

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

John Astria

John Astria

 

 

Belangrijke oersymbolen

Standaard

Categorie : religie

 

 

 

De aarde is van oudsher het symbool van “moeder” . De eerste bouwwerken waren kunstmatige heuvels die de buik van de zwangere vrouw symboliseerden. De vrouw en de aarde werden gezien als beginsel van vruchtbaar-heid. Deze symboliek vinden we terug bij de megalietenbouwers en bij de bouwers van de dolmen. De dolmen symboliseren de baarmoeder. Deze kunstmatige heuvels, megalieten of dolmen werden gebouwd op plaatsen waar de thallurische energie het sterkst was, waar de aarde het meest genezend, dwz. het meest “moeder” was.

 

 

oersymbool aarde

 

.

Getallen zijn symbolen waarmee we dagelijks geconfronteerd wordenIn de oudheid was het getal de uitdruk-king van de kosmische wetmatigheid. De mens zag fenomenen zoals de zon, maan, sterren en seizoenen. Hij legde verbanden en drukte ze uit in getallen. De mens zag de wetmatigheid van de kosmos en interpreteerde dit niet wetenschappelijk maar sacraal.

Zo drukte elk bouwwerk deze kosmische wetmatigheid uit en dienden zij om deze kosmische wetmatigheid te versterken. De bouwwerken werden opgericht volgens strikte geometrische patronen. Op zichzelf zijn deze geometrische figuren symbolen. De Kabbalah, een belangrijk begrip in de joodse filosofie, is gebaseerd op getallensymboliek.

 

 

Figuur2

 

.

De cirkel is het symbool van oneindigheid, van perfectie en bijgevolg van God. Het is het natuurlijke symbool van zon en maan. Voor de primitieve mens waren de  zon en maan gelijkwaardig. Visueel zijn ze ook even groot. De eerste woningen waren cirkelvormige tenten. De eerste dansen waren cirkeldansen, zij brachten de mens in trance en gaven een gevoel van heelheid.

De voorstelling van de steen der wijzen, de ridders van de ronde tafel, de slang in de vorm van een cirkel die in haar eigen staart bijt was bij de gnostici het symbool van de wijsheid en van de onsterfelijkheid. God wordt beschreven als een cirkel waar de omtrek nergens en het middelpunt overal is.

 

.

img444 circels

 

.

De driehoek is een oersymbool dat overeenkomt met de fysische vorm van het vrouwelijk geslachtsorgaan. De drie hoeken zijn de drie aspecten van de vrouw.
1. de vrouw als maagd (sacraal: als priesteres)
2. de vrouw als moeder (het leven gevend beginsel)
3. de vrouw als minnares (minnares van God, brengster van tederheid, de bezorgde en de verleidster)

Deze drie godinnen zijn één, de driehoek is dan ook het symbool van de drie-eenheid. Over het woord “maagd” zijn heel wat misvattingen. De orthodoxe opvatting over het woord maagd is zeker niet de oorspronkelijke bete-kenis zoals die door de evangelisten bedoeld werd. Het gaat niet over het biologisch feit maagd te zijn maar over de kwaliteit van het bewustzijn. Christus werd geboren uit een maagd waarmee men bedoelt dat Hij werd gebo-ren uit het onbevlekte bewustzijn. Het maagd zijn van O.L.Vrouw dienen we te interpreteren niet als een biolo-gisch feit maar in de zin van een vrouw van zuiver en onbevlekt bewustzijn. De driehoek is ook het symbool van God en van Satan. In de gnostiek, het dualisme, zijn God en Satan niet los van elkaar te koppelen.

.

.

 

 

 

Het punt is het perfecte symbool. Het is in de astrologie het symbool voor de zon. Een cirkel met in het middel-punt een punt is het symbool van de mens. De mens is het punt, de cirkel symboliseert de begrenzing van zijn wereld. In de slaap is het bewustzijn een punt, een lichtpunt. 

.

9529a743ca063427909bd51d1c7408c5 punt 

 

De spiraal is het symbool van de spirituele groei. De spiraal drukt het cyclisch karakter uit van alles. Het menselijk bestaan is cyclisch, het komt steeds terug, maar niet zoals bij een cirkel, wel op een steeds hoger of lager niveau. De mens zoekt zijn weg in een spiraal.

 

.

 

spiraal1

 

.

 

De mandala (Sanskriet voor cirkel) is een cirkel in 64 delen opgedeeld en is het symbool van energie en kracht. De mandala drukt een hogere waarneming uit van een bepaald aspect van het universum. De mandala symboli-seert kracht en energie en is er een abstracte voorstelling van.

 

 

mandala paarden

 

 

.

Het medicijnwiel (soort indiaanse mandala) is eveneens het symbool van kracht. Alles wat kracht geeft is cirkel-vormig. Een draaiende beweging van het rad geeft ons het beeld van een spiegel. Door de spiegel doorziet men het leven. Het is ook een verzameling van kruisen die in een cirkel gevat zijn.

 

 

.wielmedicijnwiel

 

.

Het hexagram, Davidster, Salomonszegel of zespuntige ster bestaat uit twee in elkaar geschoven driehoeken en wordt de laatste decennia helaas geassocieerd met de Jodenster uit het Derde Rijk. Een symbool dat afkeer, schuldgevoelens en haat oproept. Dit oeroude en wijdverbreide symbool dat we tot in de verre oudheid terug-vinden betekent echter heel wat anders.

Wanneer we het hexagram goed bekijken onderscheiden we twee in elkaar geschoven driehoeken. De driehoek met de punt naar onder symboliseert de vrouw en het vrouwelijke. De driehoek met de punt naar boven symbo-liseert de man en het mannelijke. De vrouwelijke driehoek staat voor water, de delta. De mannelijke driehoek voor het vuur en het vurige.

Waarom werd dit symbool dan voor de Joden gebruikt? De zeshoekige ster werd door koning Salomon, zoon van David, vandaar Davidster of Salomonszegel, gebruikt om God te symboliseren. Zoals we weten kent het Judaïsme geen afbeeldingen of voorstellingen van God. De ster symboliseert Jahwe en werd gedragen door de koningen van Juda (door de koninklijke messiassen, niet door de profetische of de priesterlijke).

 

.

salomonszegel

 

 

 

De swastika (Sanskriet: “het is goed”) is het symbool van welzijn en geluk. Het symboliseert de wentelgang van de vier seizoenen van het ronddraaiend jaar en van oneindigheid. De swastika is bij de Boedhisten het symbool voor de zon. In het oude China staat het hakenkruis symbool voor de oriëntering naar de vier windstreken en wordt het gebruikt om het getal tienduizend (oneindig) aan te duiden.

De oorsprong van de kruisvorm (het Grieks kruis met de gelijke balken) kan een combinatie zijn van vertikale en horizontale balken (geest en materie) of van een orientatie-situatie N-O en Z-W. Het kan refereren naar de recht-opstaande mens met gespreide armen. In de Islam is het kruis het symbool van de universele mens.

Het kruis is ook het symbool van de antichaos, het symbool van de ordening en voor het evenwicht in de mens, in het leven, in de natuur en in de kosmos. Het kruis verdeelt een vlak in vier delen, wat visueel een sterke indruk maakt en vaak als schending van een oppervlak ervaren wordt. Het is dus niet verwonderlijk dat het kruis aan-dacht opeist.

Bij de Maya’s verwijst het kruis naar de kosmische indeling in vier windstreken met als vijfde deel het centrum: de mens zelf. Bij de oud-Egyptenaren gebruikte men het kruis in de hiërogliefen om vernietiging en wraak uit te drukken. Bij de Indianen van Noord-Amerika en Canada is het kruis een antropomorf oriëntatiebeeld (antro-pomorf is de menselijke godsvoorstelling).

De top van het kruis wijst naar de richting van de koude noorderwind, de linkerkruisarm of oostelijke symboliseert het hart en de liefde. De rechterarm is de richting van de vriendelijke westenwind, de plaats van de longen waar-van de adem uitgaat en de voet van het kruis symboliseert de brandende zuidenwind en is het symbool voor de vurige passie. In de symboliek van vele Afrikaanse stammen verwijst het kruis naar de kosmos, naar de sterren of naar hemellichamen.

 

 

Gelukssymbolen met swastika

 

.

 

Het Sint-Andrieskruis (gekanteld kruis of de x-vorm) is een oorspronkelijk runeteken dat de betekenis heeft van geven. Sinds de vroegste geschiedenis van de beschaving wordt het gekantelde kruis gebruikt om een snijpunt van wegen aan te geven. Het Andrieskruis heeft in tegenstelling tot het Griekse kruis een meer dynamisch en spiritueel actief karakter.

 

.

nummer-23 st andreiskruis

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

.

 

John Astria

John Astria

 

 

 

De chacra’s

Standaard

categorie : reiki en de aura

 

 

 

Chacra’s draaikolken van energie

 

Het woord chacra, een therm afkomstig uit India, komt uit het Sanskriet en betekent wiel of circel. Het is een draaikolk van energie die een wisselwerking heeft tussen de aura ( het energieveld rond het lichaam) en het lichaam. De religieuze en filosofische begrippen van chacra’s als energiecentra stammen uit India. In Oosterse filosofieën worden chacra’s beschouwd als niveaus van bewustzijn. Ze hebben invloed op fysieke, emotionele, mentale en spirituele aspecten van een persoon.

 

 

 

 

 

 

    De werking van het metafysisch stelsel

 

 

Wat is metafysica

 

Metafysica is de leer die op zoek gaat naar het wezen van de werkelijkheid. Ze kan met zintuigeijke waarheid, de fysica, niet bewezen worden. Eén van die metafysische stelsels is het chacrasysteem. Het gaat hierbij om een theorie, niet om een religie.

 

 

De uitgangspunten van het chacrastelsel

 

1:er zijn zeven hoofdchacra’s die vertikaal liggen op de ruggengraat. Ze komen overeen met zeven zenuwknopen in het lichaam en hebben invloed op de mentale en lichamelijke gezondheid van de mens.

2: er zijn talrijke nevenchacra’s die met elkaar verbonden zijn door energiebanen, ook nadi’s genoemd.

3: de noodzakelijke, onzichtbare energie (prana) komt via de kruin van het hoofd het lichaam binnen, gaat langs de ruggengraat naar beneden en geeft zo zijn energie af aan elke chacra. De overtollige energie wordt afgevoerd naar de aarde via de voeten.

4: de zeven hoofdchacra’s hebben invloed op fysieke eigenschappen van het lichaam en op de bewustzijnsniveaus.

5: Hoe hoger de chacra in het lichaam, hoe groter het corresponderende bewustzijnsniveau.

6: de onderste chacra’s zijn op hun ontwikkelingsniveau even belangrijk dan de bovenste.

7: de chacra’s worden in stand gehouden door twee verticale stromen die elkaar kruisen in elke hoofdchacra.

8: elke chacra correspondeert met een kleur, toon en dimensie.

9: de chacra’s staan voortdurend met elkaar in wisselwerking en kunnen slechts theoretisch van elkaar gescheiden worden.

10: de chacra’s kunnen door meditatie, acupunctuur, yoga  en spirituele ontwikkeling ruimer geopend worden met als resultaat verandering van bewustzijn.

 

 

 

 

 

   De zeven hoofdchacra’s

 

Chacra één

 

-naam: de Muladhara of het wortelchacra.

-is gelegen aan de onderkant van de ruggengraat en wordt in verband gebracht met  overleven. Het corresponderende element is aarde.

-de kleur is rood.

-het zenuwknooppunt is de plexus coccygeus.

-endocriene stelsel: de testikels en de geslachtsorganen.

-de corresponderende lichaamsdelen: de benen, botten en dikke darm.

-bij slecht functioneren: zwaarlijvigheid, aambeien en constipatie.

-klinkerklank: o als in boot.

 

 

 

 

Chacra twee

 

-naam: de Swadhistana of het heiligbeenchacra.

-is gelegen in de onderbuik en wordt in verband gebracht met emoties en seksualiteit. Het corresponderende element is water.

-de kleur is oranje.

-het zenuwknooppunt is de ganglion spinale, ook sacrale chacra genoemd.

-endocriene stelsel: de eierstokken, prostaat en testikels.

-de corresponderende lichaamsdelen: de baarmoeder, genitaliën, nieren en de blaas.

-bij slecht functioneren: impotentie, frigiditeit, problemen met blaas en baarmoeder.

-klinkerklank: oe als in doe.

 

 

 

 

 

Chacra drie

 

-naam: de Manipura of het juweelchacra.

-is gelegen in de buurt van de solar plexus en wordt in verband gebracht met wilskracht. Het corresponderende element is vuur.

-de kleur is geel.

-het zenuwknooppunt is de solar plexus, ook zonnevlecht genoemd.

-endocriene stelsel: de alvleesklier en de bijnieren.

-de corresponderende lichaamsdelen: het spierstelsel en de spijsvertering.

-bij slecht functioneren: maagzweren en diabetes.

-klinkerklank: a als in vader.

 

 

 

Chacra vier

 

-naam: de Anahata of het hartchacra.

-is gelegen in de hartstreek en word in verband gebracht met liefde. Het corresponderende element is lucht.

-de kleur is groen.

-het zenuwknooppunt is de plexus cardiacus.

-endocriene stelsel: de hymusklier.

-de corresponderende lichaamsdelen: de longen, hart , armen en de handen.

-bij slecht functioneren: astma en hoge bloeddruk.

-klinkerklank: ee als in mee.

 

 

 

 

Chacra vijf

 

-naam: de Vishudda of het keelchacra.

-is gelegen in de buurt van het strottenhoofd en staat in verband met communicatie en creativiteit. Het corresponderende element is geluid.

-de kleur is blauw.

-het zenuwknooppunt is de plexus pharingeus.

-endocriene stelsel: de hypothalamus en de schildklier.

-de corresponderende lichaamsdelen: de keel, oren en de mond.

-bij slecht functioneren: nekpijn en de griep.

-klinkerklank: ie als in zie.

 

 

 

 

Chacra zes

 

-naam: de Ajna of het voorhoofdschacra.

-is gelegen in de buurt van het voorhoofd en wordt in verband gebracht met helderziendheid en intuïtie. Het corresponderende element is licht.

-de kleur is indigo.

-het zenuwknooppunt is de plexus caroticus.

-endocriene stelsel: de pijnappelklier.

-de corresponderende lichaamsdelen: de ogen.

-bij slecht functioneren: hoofdpijn, nachtmerries en blindheid.

-klinkerklank: de mmm als in ohm.

 

 

 

 

Chacra zeven

 

-naam: de Sahasrara of het kruinchacra.

-is gelegen in de buurt van de kruin en wordt in verband gebracht met kennis en inzicht. Het corresponderende element zijn gedachten.

-de kleur is violet.

-het zenuwknooppunt is de Cerebrale cortex.

-endocriene stelsel: de hypofyse.

-de corresponderende lichaamsdelen: het centrale zenuwstelsel en de hersenschors.

-bij slecht functioneren: vervreemding, verwarring en depressie.

-klinkerklank: ngng als in zing.

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA