Tagarchief: mens

Het Onze Vader van de islam

Standaard

categorie : religie

.

.

Het ‘Onze Vader’ van de islam

.

.

Koran-leren

.

.

Het eerste hoofdstuk van de Koran, Sura Al Fatihah of ‘De Opening’ wordt ook wel eens het Onze Vader van de islam genoemd. Muslims bidden vijf maal per dag en herhalen dit gebed gedurende die 5 cycli minstens 17 keer op een dag. Het gebed gaat als volgt (Koran 1:1-7) :

In de naam van God, de erbarmer, de barmhartige.
Lof zij God, de Heer van de wereldbewoners,
de erbarmer, de barmhartige,
de heerser op de oordeelsdag.
U dienen wij en U vragen wij om hulp.
Leid ons op de juiste weg,
de weg van hen aan wie U genade geschonken hebt, op wie geen toorn rust en die niet dwalen.

Dit hoofdstuk is de ontsluiting van van de Koran. Het bestaat uit tweede delen:

.

 

– De verzen van God

Deze verzen geven de essentie van God weer:

.

1 In de naam van God, de erbarmer, de barmhartige.

.

Ermbarmer (of Genadevolle) verwijst naar de nooit ophoudende stroom van liefdevolle genade van God voor iedereen, geheel onafhankelijk van wat de mensen doen. Ook als God mensen straft is Zijn liefde voor hen nog altijd groter

“Met Mijn bestraffing tref Ik wie Ik wil en Mijn Rahmah (genade, erbarmen) omvat alles.” (Koran 7:156)

Barmhartige slaat het liefdevolle medelijden dat God heeft voor diegenen die door hun daden zijn barmhartigheid verdienen. Deze barmhartige liefde gaat het menselijk bevattingsvermogen ver te boven. Volgens een uitspraak van de profeet is het zo dat als God 100 eenheden barmhartige liefde heeft, hij er maar 1 eenheid van verdeeld heeft over het universum (de liefde van mensen voor elkaar, van een moeder voor haar kind, van dieren voor elkaar enz), de overige 99 eenheden liefde zijn bij God. Deze liefde is  zo groot  dat mensen  zich dit niet kunnen voorstellen.

Op één hoofdstuk na opent elk hoofdstuk van de Koran met dit vers. Alles wat in de Koran staat moet vanuit dit algemeen liefdevol kader begrepen worden. Ook de bestraffende verzen kaderen in een grotere liefde, zoals wanneer een liefhebbende ouder zijn kinderen vermaant.

.

.

2 Lof zij God, de Heer van de wereldbewoners

.

Dit vers is een lofprijzing, een dankbetuiging vanuit het besef dat al het goede in het leven aan God en aan zijn liefdevolle genade en barmhartigheid te danken is. Het is omwille van deze dankbaarheid dat moslims ernaar streven God te behagen en het goede te doen. Moslim zijn betekent dat men zich wil inschrijven in zijn project van genade, dat men niets van zichzelf aan die genade wil onttrekken. Zich overgeven aan God doet men dan ook niet omwille van dogmatiek, maar omwille van een diep besef van dankbaarheid voor een zo overweldigend geschenk van liefde en genade.

Het is daarom dat men God’s leidraad wil volgen, dat men zich wil gedragen op een manier die deze genade waard is.Het vers noemt God ook de Heer van alle wereldbewoners, niet alleen van de mensen, maar ook van de dieren. De islam beschouwt de mens niet als een soort boven de soorten, maar als een soort tussen de soorten.  De mens is verantwoordelijk  voor het welzijn en het beschermen van alle soorten.

.

.

3 de erbarmer, de barmhartige

.

Dit vers benadrukt nogmaals de essentiële kenmerken van God, nl zijn liefdevolle genade en barmhartigheid. God is niet enkel liefde  maar ook rechtvaardigheid. Beide kenmerken van God zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

.

.

4 de heerser op de oordeelsdag

.

Liefde is geen vrijgeleide voor de mensen om zomaar alles te doen wat ze willen vanuit het idee dat God toch liefde is. Nee, God is ook rechtvaardigheid. Het geloof in een oordeelsdag is een ultieme uiting daarvan. Alles wat men in het leven aan onrecht onderging dat tijdens dit leven niet rechtgezet werd, moet op de oordeelsdag  verantwoord worden. Al het onrecht dat men zelf begin en waar men ongestraft mee wegkwam zal men op de oordeelsdag voorgeschoteld krijgen.

Dit vers wijst dus ook op de grote individuele verantwoordelijkheid van iedereen. Elke mens schrijft, door de manier waarop hij of zij leeft, het scenario van zijn eigen oordeelsdag.Op de oordeelsdag is er de bijzondere genade die God de gelovigen schenkt, meer bepaald de geloven die berouw tonen.

Er is geen wanhoop in de islam. Elk mens kan zich altijd opnieuw herpakken, kan vergiffenis vragen.  Om die genade te verkrijgen moet men zich wel inspannen en zich houden aan de leidraad van God. Diegenen die dat niet doen, zullen daarvan de gevolgen moeten dragen.

.

.

De verzen van de mensen

Deze verzen geven de essentie weer van de relatie tussen mens en God

.

.

5 U dienen wij en U vragen wij om hulp

.

Er staat “U dienen wij”, en niet “wij dienen u”. Deze uitdrukkingsvorm beklemtoont dat men alleen God verheerlijkt en dank betuigt, niemand anders is die verheerlijking en dank waardig.Nadat men belijd heeft dat men alleen God verheerlijkt, vraagt men God om hulp.

.

.

6 Leid ons op de juiste weg

.

Met de juiste weg wordt bedoeld de weg van de profeten. De islam gelooft dat mensen zonder zonde, in perfecte harmonie, met verstand, gevoel en vrije wil geboren wordt. De zin van het leven is volgens de islam  een test om na te gaan wat we met die vrije wil zullen doen, het goede of het kwade. Deze keuze stelt zich elke dag herhaaldelijk. Op het einde van de rit zal iedereen daar volgens de islam rekenschap moeten over afleggen.

God laat mensen echter niet aan hun lot over bij het doorlopen van die test. Hij zond boodschappers, mensen die van God openbaringen kregen over wat de beste manier is om het leven te leven. Deze mensen, de profeten, brachten echter op zich niets nieuws. De islam gelooft immers ook dat de ziel  geboren wordt met een elementair besef van goed en kwaad. De boodschappen van de profeten sluiten daarbij aan en herinneren de mensen aan wat zij in hun hart al weten.

.

.

7 de weg van hen aan wie U genade geschonken hebt,

op wie geen toorn rust EN DIE NIET DWALEN

.

De weg van diegenen aan wie God genade’ schonk, wordt hier in brede zin gebruikt. Moslims verwijzen in hun dagelijkse gebeden naar de profeten en hun volgelingen (niet alleen  Mohamed maar bijvoorbeeld ook  Abraham en zijn volgelingen). Moslims vragen God hen te helpen om het pad te volgen van deze voorgangers, die de boodschap van God in hun dagelijks leven werkelijk als voorbeeld beleefden.

Het gedeelte ‘op wie geen toorn rust en die niet dwalen’ slaat op diegenen die op allerhande manieren onrecht plegen, die arrogant en onverdaagzaam zijn, die het rechte pad van broederlijkheid, naastenliefde, nederigheid en hulpvaardigheid verlaten.Het is een waarschuwing aan moslims dat zij niet van het pad mogen afdwalen. Immers, een moslim is niet zeker dat hij naar het paradijs gaat, wanneer hij zich misdraagt, kan hij in de hel terechtkomen.

Herinneren we er ook aan dat volgens de Koran niet alleen moslims die zich goed gedragen hebben naar het paradijs kunnen. Het is niet de naam van de “kerk” waartoe men behoort of de richting waarin men bidt die van tel is, maar wel dat men vroom is, zich goed gedraagt, goede werken doet enz:

“Vroomheid is niet dat je je gezicht naar het oosten en het westen wendt, maar vroom is wie gelooft in God, in de laatste dag, in de engelen, in het boek en in de profeten en wie zijn bezit, hoe lief hij dat ook heeft, geeft aan de verwanten, de wezen, de behoeftigen, aan hem die onderweg is, aan de bedelaars en voor de vrijkoop van de slaven, en wie de salaat (gebed) verricht en de zakaat (liefdadigheid) geeft en wie hun verbintenis nakomen, als zij een verbintenis zijn aangegaan en wie volhardend zijn in tegenspoed en rampspoed en ten tijde van strijd. Zij zijn het die oprecht zijn en dat zijn de godvrezenden.” (Koran 2:177)
.
.
.

DE ISLAM IS DE 

TEGENBEWEGING

TEGEN HET WARE CHRISTENDOM

.

.

voorpagina openbaring a4

.

.

pijl-omlaag-illustraties_430109

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

Advertentie

Herkennen van een valse leer

Standaard

categorie : religie

 

 

 

 

Hoe valse leren herkennen?

 

 

De ware- en de valse Drievuldigheid

 

Pasteltekening van John

 

Hoe ethisch of moreel hoogstaand een leer ook mag zijn, hoe liefdevol, mooi en aantrekkelijk deze mag lijken, hoe vredevol, logisch, vol van goede bedoelingen hij overkomt: als ze Jezus Christus niet brengt als dé goddelijke Zoon van de Vader die als mens op aarde kwam, voor onze zonden aan het kruis stierf en zo Zijn heilige bloed vergoot voor de vergeving van onze zonden en lichamelijk uit de doden is opgestaan en ten hemel is gevaren, kun je er zeker van zijn dat je te maken hebt met een valse leer.

 

 

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

 

 

Waarom de Openbaring lezen ?

 

Johannes 17 : 3 > ‘’dit betekent eeuwig leven, dat zij voortdurend kennis in zich opnemen van u, de enige ware God en van hem die gij hebt uitgezonden, Jezus Christus ‘’.

Openbaring 1 : 3 > ‘’ gelukkig is hij die deze profetische woorden van de Here voorleest; en dat geldt ook voor de mensen die ernaar luisteren en het zullen onthouden. Want de tijd dat deze dingen werkelijkheid worden, komt steeds dichterbij ‘’.

Openbaring 22 : 7 > Jezus zegt : ‘’ ja, ik kom gauw. Gelukkig is hij die de profetische woorden van dit boek onthoudt ‘’.

 

Dit zijn enkele citaten uit de Bijbel waarin God de mens aanmaant kennis in zich op te nemen over zichzelf en Jezus Christus. Wie God zoekt zal hem vinden. Het is aan de mens om de eerste stap te zetten. Wanneer we God om inzichten vragen zal de Heilige Geest ons geestelijk denken verlichten. Het onbegrijpelijke wordt plots of op het gepaste moment verstaanbaar. In het eerste en het laatste hoofdstuk  van de Openbaring zegt Christus tot twee maal toe dat het lezen ervan een zegening geeft. Het woord van God, de Bijbel, is meer dan de traditionele preken en parabels die we al jaren kennen. Kennis opnemen van God is niet alleen bestemd voor theologen, maar voor iedereen. Door die opname van kennis krijgen we inzichten in het verleden en heden waardoor we met een gerust hart en vertrouwen de toekomst tegemoet kunnen gaan.

 

 

 

 

 

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

 

Dierenrechten volgens de Islam

Standaard

 categorie : religie

.

.

Volgens de wetenschap en de evolutietheorie is de mens niet superieur aan de andere soorten, maar is de mens slechts een soort tussen de soorten. Ook de Koran is deze mening toegedaan en beklemtoont de absurditeit en onwenselijkheid van het antropocentrisme:

“De schepping van de hemel en van de aarde is groter dan de schepping van de mens, maar de meeste mensen weten het niet.” (Koran 40:57)

.

.

hond

.

.In de Koran Notities “”Dierenrechten in de Islam” wordt  een uitgebreide analyse gemaakt van de dierenrechten op grond van de Koran en de Sunna. Daaruit citeren we volgende besluiten :

.

Islam over de plaats van de dieren en hun rechten

.

  • Dieren aanbidden en verheerlijken God.
  • Zoals de mensen een gemeenschap vormen, vormen ook dieren gemeenschappen op zich, en hebben zij dus alle daarmee geassocieerde rechten (recht op gezonde voeding, op beschutting tegen slecht weer, op sociaal leven, op recreatiemogelijkheden, op het zelf grootbrengen van de eigen kinderen, enz).
  • Dieren hebben een bewustzijn (geest en verstand), handelen intelligent en doelgericht en hebben gevoelens; hun gevoelens mogen niet gekwetst worden.
  • Dieren hebben een waardigheid en een schoonheidsgevoel. Zij moeten daarin gerespecteerd worden.
  • Dieren hebben een geboorterecht op hun deel van de natuurlijke rijkdommen, zelfs als er onder de mensen schaarste heerst aan voedsel en water.
  • Dieren hebben recht op waardig fysisch, psychisch en sociaal leven.
  • Dieren hebben recht op aandacht en op een zorgzame behandeling.
  • Goede daden tegenover een dier worden beloond, voor slechte daden tegenover een dier zal men op Oordeelsdag verantwoording moeten afleggen en mogelijks gestraft worden, mogelijks zelfs met eeuwige verbanning naar de hel.

.

.

Islam staat volgende zaken NIET toe

.

  • het slaan van een dier in het aangezicht;
  • het brandmerken van een dier op gevoelige plaatsen zoals het gezicht;
  • het overbelasten van een lastdier;
  • het doden van een dier in het bijzijn van een ander dier (om de gevoelens van het ander dier niet te kwetsen);
  • het doden van een dier op een wrede manier of voor het plezier;
  • het doodmartelen of nodeloos doen lijden van dieren (zelfs al gaat het om de meest schadelijk geachte soorten, zoals schorpioenen enz);
  • het klaarmaken van slachtgerief (scherpen van mes) in bijzijn van het te slachten dier;
  • een dier laten wachten om gedood te worden;
  • een dier vastbinden en dan doden;
  • het versnijden van een voor voedsel gedood dier alvorens lijkstijfheid is ingetreden (door de verplichting zolang te wachten, verzekert Islam dat een dier dat dood lijkt maar waar nog een sprankeltje leven in zit, zeker geen pijn zou toegebracht worden);
  • het tegen elkaar opzetten van dieren en dierengevechten (hanengevechten, stieren- gevechten, …);
  • jachtsporten (vossenjacht,…);
  • het verminken van dieren en verwijderen van een deel van een dier terwijl het in leven is (met als uitzondering wanneer het nodig is om het leven van een dier in nood te redden – vb amputatie is toegestaan en is zelfs een goede daad wanneer dit het leven van een dier in nood kan redden);
  • het vangen van vogels en hen in kooien stoppen zonder enig speciaal doel (dit wordt aanzien als abominabel);
  • het opsluiten van dieren zonder voedsel;
  • het toebrengen van lichamelijke of emotionele schade aan een dier tijdens leven of gedurende de slacht;
  • het begaan van lichamelijke of geestelijke wreedheden tegenover dieren;
  • factory farming (dwz het grootschalig kweken van dieren volgens industriëe veehouderijmethodes)
  • experimenten op dieren;
  • afmaken van dieren voor hun vacht (Islam laat enkel gebruik toe van huiden of pels van gedomesticeerde dieren die een natuurlijke dood stierven of van dieren die gedood werden voor voedsel);
  • het doden van een dier zonder rechtvaardigbare reden (dit is zelfs één van de hoofdzonden);
  • verspilling in het algemeen, en in het bijzonder van producten waarvoor dieren gedood werden;
  • het doden van dieren tijdens oorlog behalve wanneer dit nodig is voor voedsel;
  • het doden van dieren voor voedsel zonder “In de Naam van God” te zeggen (en dit om de mens er nogmaals aan te herinneren dat het leven heilig is en men geen andere reden  mag hebben om het leven van het dier te beëindigen, dan de nood om voedsel;
  • het consumeren van producten van dieren die niet correct geslacht  of tijdens het leven mishandeld werden, vermits die producten daardoor onwettig werden voor consumptie. Dit laatste zou men kunnen aanzien als een preventieve maatregel die er voor zorgt dat muslimboeren hun dieren goed behandelen.

.

.

DE ISLAM IS DE GOEDSCHIKSE

TEGENBEWEGING

TEGEN HET WARE CHRISTENDOM

.

.

voorpagina openbaring a4

.

.

pijl-omlaag-illustraties_430109

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

De scheppingsverhalen in Genesis 1 en 2

Standaard

categorie : religie

.

.

Vraag: “Waarom zijn er twee verschillende

Scheppingsverhalen hoofdstukken 1 en 2 van

het boek Genesis?”

.

.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

.

.

Antwoord

.

Genesis 1:1 zegt: “In het begin schiep God de hemel en de aarde.” Verderop in Genesis 2:4 lijkt er een tweede, afwijkend verhaal over de schepping verteld te worden. Het idee dat er twee verschillende scheppingsverhalen zijn is een veelgehoorde foutieve interpretatie van deze twee passages die in werkelijkheid dezelfde schepping beschrijven. Ze zijn het niet met elkaar oneens wat betreft de volgorde waarin dingen geschapen werden en spreken elkaar niet tegen.

Genesis 1 beschrijft “zes scheppingsdagen” (en een zevende rustdag) terwijl Genesis 2 slechts één dag van die scheppingsweek beslaat — de zesde dag— en er is geen tegenstrijdigheid.

In Genesis 2 grijpt de schrijver terug op de temporele volgorde van de zesde dag, toen God de mens schiep. In het eerste hoofdstuk zet de schrijver van Genesis de schepping van de mens op de zesde dag neer als het hoogtepunt van de schepping. Daarna geeft de schrijver in het tweede hoofdstuk meer details over de schepping van de mens.

In hoofdlijnen zijn er twee zienswijzen die tegenstrijdigheid veronderstellen tussen Genesis 1 en 2. De eerste betreft het plantenleven. In Genesis 1:11 staat opgetekend dat God het groen op de derde dag schiep. Volgens Genesis 2:5 groeide er vóór de schepping van de mens “op de aarde nog geen enkele struik en was er geen enkele plant opgeschoten, want God, de HEER, had het nog niet laten regenen op de aarde, en er waren geen mensen om het land te bewerken.” Dus, hoe zit het nu? Schiep God de flora op de derde dag voordat Hij de mens schiep (Genesis 1) of nadat Hij de mens schiep (Genesis 2)?

De Hebreeuwse woorden voor “vegetatie” verschillen in de beide tekstdelen. Genesis 1:11 gebruikt een term die slaat op vegetatie in het algemeen. Genesis 2:5 gebruikt een meer specifieke term die refereert aan vegetatie ten behoeve waarvan landbouwactiviteiten uitgevoerd moeten worden, dat wil zeggen er is iemand die er voor zorgt, een tuinman. De passages spreken elkaar niet tegen. Genesis 1:11 heeft het er over dat God vegetatie maakt, en Genesis 2:5 zegt dat God pas “agrarische” vegetatie liet groeien nadat Hij de mens gemaakt had.

De tweede veronderstelde tegenstrijdigheid betreft het dierlijke leven. In Genesis 1:24-25 staat opgetekend dat God de fauna op de zesde dag creëerde, voordat Hij de mens maakte. In sommige vertalingen lijkt Genesis 2:19 te zeggen dat God de dieren maakte nadat hij de mens geschapen had. Een goede en aannemelijke vertaling van Genesis 2:19-20 luidt echter:

“Uit aarde vormde Hij alle dieren op het land en alle vogels in de lucht. Hij bracht ze bij de mens om te zien hoe die ze zou noemen; elk dier zou de naam krijgen die de mens hem gaf. Toen gaf de mens namen aan alle tamme dieren, alle vogels en alle wilde dieren.”

Deze tekst uit de Groot Nieuws Bijbel zegt niet dat God eerst de mens schiep, daarna de dieren schiep en deze vervolgens bij de mens bracht, maar dat de Heer “uit aarde alle dieren op het land en alle vogels in de lucht” (al) gevormd had. Er is geen tegenstrijdigheid. Op de zesde dag schiep God de dieren, daarna de mens en daarna bracht hij de dieren bij de mens zodat de mens ze kon benoemen.

Door de twee scheppingsverhalen individueel te beoordelen en ze daarna met elkaar in overeenstemming te brengen, zien we dat God de volgorde van de schepping in Genesis 1 beschrijft, en dan de belangrijkste details, in het bijzonder die van de zesde dag, nader toelicht in Genesis 2. Er is geen sprake van een tegenstrijdigheid, maar van een vaak gebruikte literaire wijze om een gebeurtenis eerst in zijn algemeenheid en dan specifiek te beschrijven.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

De scheppingsdagen en hun symboliek

Standaard

categorie : religie

.

.

.

.

Symboliek van de scheppingsdagen

.

“De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed…” (Genesis 1:2)

God heeft in zes dagen deze mistroostig uitziende aarde van Genesis 1:2 tot een prachtige, volmaakte schepping gemaakt.

“God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was.” (Genesis 1:31)

De zes scheppingsdagen, zoals beschreven in Genesis 1, vertonen een bepaalde structuur.

.

.

voorbereiding vervulling
1 licht 4 zon (+ maan + sterren)
2a atmosfeer 5a vogels
2b zeeën 5b vissen
3a vasteland 6a landdieren
3b eerste leven: planten 6b hoogste leven: mens

 

.

Scheppingsdagen

.

  1. De eerste drie dagen hebben te maken met het wegdoen van de duisternis en het opruimen van de chaos, kortom met het klaarmaken van de aarde om bewoond te worden.
  2. Tijdens de tweede serie van drie dagen wordt het land, de zee en de lucht gevuld met allerlei soorten levende wezens.

De manier waarop God de puinhoop aarde van Genesis 1:2 in zes dagen tot iets moois heeft geschapen of herschapen, is een afbeelding van de manier waarop God een ontluisterd mensenleven wil herscheppen tot een nieuwe schepping.

1 : De voorbereidingfase (scheppingsdagen 1-3) kan worden vergeleken met de beginfase van het        christenleven: wedergeboorte, de eerste leerperiode en een begin van geloofsgroei en vruchtdragen.

2 : De vervullingfase (scheppingsdagen 4-6) kan worden vergeleken met groeiende geestelijke volwassenheid. In de geestelijke betekenis van de begrippen is er natuurlijk een geleidelijke overgang van de eerste naar de tweede fase.

.

.

plaat2 (1)

.

.

Scheppingsdag 1 – licht

.

Het licht van scheppingsdag 1 wijst op de komst van Jezus, die zichzelf terecht het licht voor de wereld noemde.

“Ik ben het licht van de wereld. Wie Mij volgt, gaat zijn weg niet in de duisternis, maar zal het ware levenslicht hebben.” (Johannes 8:12)

Evenals licht de belangrijkste energiebron is voor de aarde en de belangrijkste voorwaarde voor leven, zo heeft het licht in geestelijke zin alles te maken met het nieuwe leven. God wil dit leven geven aan ieder mens die het van Hem wil ontvangen. Zodoende is de doorbraak van het licht op de eerste scheppingsdag een beeld van bekering en wedergeboorte, het begin van de wandel in het licht:

“Dezelfde God die gesproken heeft: Uit de duisternis zal het licht schijnen, heeft zijn licht doen schijnen in ons hart…” (2 Korintiërs 4:6)

Daarna gaat God verder met zijn herscheppingswerk in de mens. Onder invloed van het licht van de eerste scheppingsdag volgt een levenslang proces van geloofsgroei en vernieuwing. Door de zegenrijke werk van Gods Geest in het hart van de gelovige dringt dit licht steeds verder door tot in alle aspecten van het leven.

.

Scheppingsdag 2a – atmosfeer (verstand)

.

Het geschikt maken van de atmosfeer is een illustratie van het verstandsaspect van geloofsgroei of kort gezegd: groei in geloofszekerheid. De nadruk ligt daarbij op de nieuwe inzichten die je als gelovige krijgt door de werking van de Heilige Geest in je verstand.

Gezonde lucht is de eerste levensbehoefte van de mens. Zo heeft de gelovige het nodig dat hij zich dagelijks laat inspireren door de Bijbel om een krachtig fundament van waarheid te ontwikkelen en een gezonde manier van denken. Hoe meer de gelovige zijn verstand laat verlichten door de ‘adem van Gods Geest’, hoe beter zicht hij heeft op God en zijn bedoelingen met zijn leven.

De wind zorgt voor zuivering van de atmosfeer, doordat schadelijke dampen en gassen worden weggevoerd en verspreid. De Heilige Geest wil ons helpen de leugens van de wereld te ontmaskeren en af te wijzen, zodat onze gedachten er niet door vergiftigd worden. Zodoende is de atmosfeer ook een beeld van ons geweten dat ons bovendien helpt om rein te leven volgens Gods leefregels.

.

Scheppingsdag 2b – water (gevoel)

.

Het scheiden van het water is een illustratie van het gevoelsaspect van geloofsgroei of kort gezegd: groei in geloofsvertrouwen. De nadruk ligt daarbij op de geloofsbeleving die je als gelovige krijgt door de werking van de Heilige Geest in je gevoelsleven. Behalve lucht is ook water noodzakelijk voor leven op aarde. Water is het beeld van het beweeglijke element in de mens, zijn gevoelsleven.

Op scheppingsdag 2 ontstaat er een evenwicht tussen de atmosfeer (boven) en de watermassa’s (beneden). Evenzo moet je verstand in evenwicht komen met het gevoel, waarvan water een beeld is. Hoe meer je verstand zich laat verlichten door het Woord van God, hoe beter je als gelovige leert om te gaan met beproevingen en verleidingen. Hierdoor en door je persoonlijke omgang met God en wat je leert door omgang met medegelovigen leer je steeds meer op God te vertrouwen. Zo leer je te genieten van een gelukkig leven vanuit de verbondenheid met God, ook onder moeilijke omstandigheden.

Het leerproces van scheppingsdag 2 gaat vaak gepaard met veel innerlijke strijd en dat wordt eigenlijk pas op scheppingsdag 3 afgerond, als het vasteland tevoorschijn komt, ofwel als de overwinning in die innerlijke strijd zich begint af te tekenen. Dit heeft ook te maken met het feit dat het verslag van scheppingsdag 2 niet wordt afgesloten met de gebruikelijke woorden: “God zag dat het goed was”. Aan het einde van scheppingsdag 2 is er immers nog geen ‘eindproduct’. De strijd is nog niet geheel gestreden…

.

Scheppingsdag 3a – vasteland (wil)

.

Het ontstaan van het vasteland is een illustratie van het wilsaspect van geloofsgroei of kort gezegd: groei in geloofskracht. Daarbij gaat het vooral om je toewijding aan Jezus en de nieuwe kracht die je als gelovige krijgt door de werking van de Heilige Geest ten opzichte van je wil. Het oprijzen van vaste grond boven het wateroppervlak, doet denken aan de opstanding van Jezus. Zoals het vasteland het heeft gewonnen van de zee, zo heeft Jezus aan het kruis de grootste overwinning van alle tijden behaald. Het leven heeft eens en voorgoed gewonnen van de dood.

“… Jezus zei: ‘Ik ben de opstanding en het leven …” (Johannes 11:25)

Het ontstaan van het vasteland symboliseert ook de overwinning in de innerlijke strijd van scheppingsdag 2, tegen leugens, overweldigende levensomstandigheden, zondige verlangens, enzovoort. Die overwinning komt tot stand doordat je met je wil kiest om te doen wat God in zijn woord zegt (geloofsgehoorzaamheid). Dan krijg je in geestelijke zin vaste grond onder je voeten. Je leert bouwen op God, de Rots, waardoor je niet meer zo snel wankelt. Telkens wanneer je gedurende de innerlijke strijd tot overwinning komt, ontstaat er geestelijk gezien een stuk vasteland.

“En dit is de overwinning, die de wereld overwonnen heeft: ons geloof.” (1 Johannes 5:4)

Tijdens scheppingsdag 2 PROBEER je uit geloof te leven; op scheppingsdag 3a LEEF je uit geloof.

.

Scheppingsdag 3b – plantengroei (gedrag)

.

Het ontstaan van plantengroei is een illustratie van het gedragsaspect van geloofsgroei of kort gezegd: groei in geloofspraktijk. De nadruk ligt daarbij op de nieuwe levensstijl die je als gelovige ontwikkelt door de werking van de Heilige Geest ten opzichte van je gedrag.

Plantengroei is de eerste geschapen levensvorm op aarde. Een levend geloof is een vruchtdragend geloof ofwel een geloof dat zich uit in de praktijk van het dagelijks leven. Geestelijke vrucht is wat God wil doen in en door elke wedergeboren gelovige. Evenals vruchten aan een boom groeien door het sap dat via wortels en takken wordt aangevoerd, zo groeien geestelijke vruchten in de gelovige door het levende water. Dat is de Heilige Geest die door en uit de gelovige stroomt.

“De Schrift zegt over wie in mij gelooft: Zijn hart zal een bron zijn waaruit stromen levend water vloeien.” (Johannes 7:38)

De meeste planten groeien op de vaste grond. Eerst ontwikkelt zich het gedeelte ONDER de grond en vervolgens het bovengrondse deel. Het wortelgestel zorgt onder meer voor de stabiliteit van de plant en de opname van voedingsstoffen uit de grond. Het zorgt ervoor dat de boom onder alle weersomstandigheden kan overleven en vrucht dragen. Dat voorbeeld wordt uitgewerkt in Psalm 1, waarin een gehoorzame gelovige wordt vergeleken met een boom die bij het water geplant is. Daardoor is die boom in staat om vrucht te dragen, terwijl zelfs de bladeren bij droogte niet verpieteren.

.

Scheppingsdag 4 – zon, maan en sterren (vol van Jezus)

.

Met scheppingsdag 4 begint de vervullingsfase van de schepping en die staat symbool voor het volwassen stadium van de gelovige. Het gaat daarbij om een verdere, diepere uitwerking van wat er tijdens het jeugdstadium is geleerd. In de normale betekenis van het woord betekent volwassen worden dat je leven niet meer alleen om jezelf draait, maar dat je ook verantwoordelijkheid neemt voor anderen. Geestelijke volwassenheid betekent in de eerste plaats: niet zozeer eigen welzijn en zegeningen nastreven, maar gericht zijn op Jezus (de zon) en op het zegenen van je medemensen.

De zon kunnen we zien als een beeld van Jezus, die op de aarde is gekomen om het licht van God te laten schijnen in de harten van de mensen als het ‘licht van de wereld’. De maan kan gezien worden als het beeld van zijn Gemeente, terwijl individuele gelovigen kunnen worden vergeleken met sterren.

“opdat u zuiver en smetteloos bent, onberispelijke kinderen van God te midden van een verdorven en ontaarde generatie, waartussen u schittert als sterren aan de hemel.” (Filippenzen 2:15)

Zon en maan hebben beide als taak licht te geven op aarde. De maan en de sterren verrichten hun taak wanneer de zon onzichtbaar is, ofwel in de nacht, in afwachting van de wederkomst van de Heer. Daarom heeft de Gemeente als geheel en afzonderlijk de opdracht om licht in de wereld te verspreiden. Jezus zei:Ik ben het licht der wereld (Johannes 8:12) maar ook: jullie zijn het licht der wereld (Johannes 5:13) om Jezus te laten zien.

.

Scheppingsdagen 5-6 – steeds meer op Jezus gaan lijken

.

Op scheppingsdag 5a, 5b en 6a heeft God de dieren geschapen die een beeld zijn van een verdere vervulling van je verstand, gevoel en wil: verdieping van inzicht, geloofsbeleving en geloofskracht.

Op scheppingsdag 6b heeft God de mens geschapen als de hoogste scheppingsvorm en het meest op God gelijkende evenbeeld. Deze scheppingsdag is een overduidelijk beeld van wat er gebeurt als iemand met God wandelt: er groeit een levensstijl van zegenen , echte liefde en offerbereidheid in navolging van Jezus. Als een gevolg van het proces van geloofsgroei gaat het karakter van de gelovige steeds meer op dat van Jezus lijken. En dat is het hoogste doel voor de mens tijdens zijn leven op aarde.

.

Scheppingsdag 7: rusten in Jezus

.

De diepere bedoeling van deze dag is dat mensen de rust ontdekken die bij Jezus te vinden is: rust om je geestelijke bestemming te vinden bij de wedergeboorte, rust om tijdens het leven te blijven vertrouwen op Gods hulp, en de rust in het hiernamaals als je aardse taak als gelovige is afgelopen en je Jezus op een nieuwe manier zal mogen dienen in het hiernamaals.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

De Bijbel en de wetenschap.

Standaard

categorie : religie

 

 

 

De Bijbel

 

De Bijbel is geen wetenschappelijk boek, maar een boek over God en over mensen. De Bijbel bestaat uit 66 boeken met geschiedenis, liederen, gedichten, spreuken, profetieën en brieven. Hij is geschreven door meer dan 40 mensen, gedurende een periode van ongeveer 1600 jaar.

De boeken zijn geschreven in het Hebreeuws, Grieks en Aramees. Ze zijn geschreven op de continenten Azië, Afrika en Europa. Er zit een periode van 400 jaar tussen het ‘Oude’ en het ‘Nieuwe Testament’. Toch is de Bijbel een eenheid en alle belangrijke details kloppen. Er zijn tienduizenden manuscripten en fragmenten gevonden. Geen enkel boek uit de oudheid kan daaraan tippen. Daarom kunnen we de Bijbelse geschriften gebruiken om een beeld te vormen van de geschiedenis van de aarde. Dat houdt in dat we uitgaan van een recente schepping (6000 – 8000 jaar geleden)en een grote overstroming die ongeveer jaar 1500 jaar later gebeurde. Deze overstroming werd overleefd door  8 mensen die onze voorouders zijn.

De Bijbel kan zonder problemen als een betrouwbare beschrijving van de geschiedenis gezien kan worden. God wil zichzelf ook bewijzen aan mensen die Hem daarom vragen (dit blijkt uit verschillende delen van de Bijbel, zoals de geschiedenis van de ‘ongelovige Thomas’). Een wetenschapper kan zonder problemen de Bijbel met het volste vertrouwen omarmen, zonder zijn of haar wetenschappelijke integriteit te verliezen. Het is in een Bijbels denkkader geoorloofd om kritische vragen te stellen en ook een antwoord te verwachten!

Er staan ook dingen in de Bijbel die niet wetenschappelijk kunnen verklaard worden. Deze ‘wonderen’ of ‘tekenen’ zijn juist het mooie van de Bijbel omdat ze waargenomen zijn te midden van de alledaagse werkelijkheid.

 

 

Nederlandse Bijbelcompagnie – Statenvertaling 1865

 

 

 

Het Oude Testament

 

Het Oude Testament is door de Masoreten (overleveraars, Joodse geleerden) in een periode van 500 tot 900 na Christus letter voor letter overgeschreven. Elke foute kopie werd vernietigd. De Dode Zee rollen, die dateren uit de periode ca. 250 vóór Christus tot ca. 50 na Christus, werden gevonden in 1947 in grotten bij Qumran. Hoewel deze manuscripten 1000 jaar ouder zijn dan die van de Masoreten, bleken ze daar toch zeer nauwkeurig op aan te sluiten.

Er wordt vanuit een evolutionistisch denkkader vaak aangenomen dat mensen eerst geleidelijk aan gingen praten  en later pas gingen schrijven. Maar in de Bijbel staat dat God de mens helemaal perfect schiep. Adam was zo gemaakt dat hij gelijk kon praten, want hij sprak met God en zijn vrouw (zie Genesis). Daaruit kun je afleiden dat hij waarschijnlijk ook kon schrijven. En zelfs al schreef hij niet; hij was Gods eerste mens en moet dus een perfect geheugen gehad hebben.

Hij heeft 930 jaar geleefd en kreeg veel kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen, die onder andere al metaal bewerkten en instrumenten bespeelden. Het is heel waarschijnlijk dat er toen ook al geschreven werd en dat uiteindelijk een aantal van die geschriften meegingen met Noach in de ark. Onze kennis van de vroegste culturen kan alleen maar bevestigen dat taal altijd een hoge mate van complexiteit gehad heeft. Oude talen zijn eerder ingewikkelder dan eenvoudiger.

 

 

 

Het Nieuwe Testament

 

De betrouwbaarheid van de Nieuwe Testamentische geschriften is nog groter dan die van het Oude Testament. Er zijn  24000 manuscripten gevonden en vergeleken. Veel meer dan enig ander werk uit de oudheid. (De Ilias van Homerus komt op de tweede plaats met 643 manuscripten).

Er zijn geen belangrijke verschillen tussen de manuscripten, alleen wat namen en onbelangrijke spelling.
Over de betrouwbaarheid van het Nieuwe Testament wordt door taal- en geschiedkundigen nog minder getwijfeld dan over het Oude Testament. Dat vrijwel alle gevonden oude kopieën identiek zijn is een sterk bewijs dat de geschriften accuraat zijn overgeleverd.
Een ander sterk argument voor de betrouwbaarheid van de inhoud is dat de mensen die het geschreven hebben (behalve Johannes) allemaal een gruwelijke dood gestorven zijn, omdat ze vast bleven houden aan wat ze geschreven hadden over Jezus.

 

 

 

Wetenschap en de Bijbel

 

Wetenschap gaat over het vergaren van kennis en inzicht. Feiten geven inzicht in de dingen die we willen weten. De Bijbel geeft ons bepaalde feiten. Veel van die feiten zijn in de loop der jaren door de wetenschap bevestigd. Dit maakt het waarschijnlijk dat de schrijvers van de Bijbel kennis van zaken hadden en niet puur schreven vanuit de behoefte een religie te stichten. Ze schreven de dingen waarheidsgetrouw op zoals zij ze zagen.
De Bijbel is een boek over geestelijke dingen, met symboliek, leefregels en moraal. Er staan ook dingen in die geschiedkundig kloppen en bevestigd kunnen worden door onze huidige kennis van biologie, natuurkunde, sterrenkunde, archeologie, paleontologie en dergelijke.

 

 

 

Enkele voorbeelden in de Bijbel over wetenschappelijk

correcte uitspraken

.

1.
“Hij hangt de aarde op aan niets.” Dit staat in Job 26:7

2.
Hebreeën 11:3 zegt dat alles wat we zien gemaakt is van dingen die we niet kunnen zien. Dat klopt. We kunnen atomen niet met het blote oog zien. De elementen waaruit atomen bestaan, kunnen helemaal niet gezien worden.

3.
Genesis 1:1 en Hebreeën 1:10-12 gaan over een ‘begin’ en een ‘einde’ van hemelen en aarde. Tijd en ruimte hebben een begin, maar ook een einde. Dat wordt nu ook door wetenschappers erkend, hoewel dat niet altijd zo was.

4.
Genesis 6:15 geeft de perfecte afmetingen voor een stabiel vrachtschip waarmee Noach (met zijn gezin en van elk basistype landdier een paar of een groep) de zondvloed kon overleven.

5.
Leviticus 15:13 geeft instructies voor het wassen met water. Dit moest stromend water zijn, geen stilstaand water. Eeuwenlang hebben mensen zich met stilstaand water gewassen, met alle gevolgen van dien. Vandaag de dag weten we hoe belangrijk het is om zich met stromend water te wassen.

6.
In Deuteronomium 23:12-13 krijgt het volk Israël in de woestijn de opdracht om hun uitwerpselen buiten het kamp te begraven. Ze hadden daarvoor zelfs een schepje in hun standaard uitrusting. Hoeveel mensen zijn er in de middeleeuwen niet gestorven aan ziektes, die voorkomen hadden kunnen worden als ze zich aan deze instructies hadden gehouden?

7.
Job 38:16 spreekt over de ‘fonteinen van de zee (oceaan)’. Deze onderwater fonteinen zijn in de zeventiger jaren van de vorige eeuw ontdekt. Er zijn inderdaad fonteinen op grote diepte. De fonteinen waarover in Genesis 7:11,12 wordt gesproken waren catastrofaal; misschien veroorzaakt door het scheuren van de aardkorst en magma of gesmolten zout dat de zee instroomde. Mogelijk zijn de huidige fonteinen restanten van die catastrofale gebeurtenis.

8.
Volgens Jona 2:5-6 zijn er bergen in de zee. Ook dit is in de afgelopen eeuw ontdekt.

9.
Leviticus 17:11,14 zegt dat het leven in het bloed zit. Aderlating bij zieke mensen heeft veel slachtoffers geëist . Nu weten we dat essentiële voedingsstoffen en zuurstof door het bloed naar alle delen van het lichaam worden getransporteerd.

10.
Volgens Genesis 1:24 schiep God alle dieren naar hun ‘aard’ of ‘soort’. Dit stemt overeen met wat wetenschappers waarnemen. Honden brengen honden voort. Katten brengen katten voort. Rozen brengen rozen voort. Verschillende soorten kunnen niet gekruist worden. Belangrijker is dat het nog nooit is waargenomen dat een bepaalde soort in een nieuwe is overgegaan. Er zijn bijvoorbeeld wel meerdere ‘soorten’ honden, kippen of paarden, maar daarvan weten we dat ze uit één grondsoort komen.

11.
Volgens Genesis 2:7 en 3:19 is de mens gemaakt van het stof van de aarde. Wetenschappers hebben ontdekt dat het menselijk lichaam bestaat uit ongeveer 28 basis- en sporenelementen, die ook allemaal in de aarde gevonden worden.

12.
In de eerste drie verzen van Genesis wordt de schepping van alle bekende aspecten van onze zichtbare wereld beschreven: tijd, ruimte, materie en energie. Genesis 1:1-3 zegt: “In het begin (tijd) schiep God de hemelen (ruimte) en de aarde (materie). En God zei, laat [er] licht (energie) zijn.” God schiep dus hemel en aarde door eerst licht te maken. We weten dat de materie bestaat uit deeltjes die zo ‘groot’ zijn als een lichtstraal.

13.
In Jesaja 40:22 staat niet dat de aarde plat is, zoals velen hebben beweerd, maar het beschrijft de aarde als een cirkel en de hemel als een tent die ‘uitgestrekt’ is.  Deze Goddelijke handeling van ‘uitrekken’ of ‘uitspreiden’ kan worden gebruikt om te verklaren waarom wij sterrenlicht zien van miljarden lichtjaren ver, terwijl de aarde volgens de Bijbel slechts duizenden jaren oud is.

14.
Psalm 8:8 beschrijft de ‘paden’ van de zee die door de vissen worden genomen. Er zijn inderdaad paden in de oceanen, wij noemen ze ‘zeestromen’,

15.
In een tijd dat er minder dan 5000 sterren zichtbaar waren schreef Jeremia (33:22) dat het aantal sterren ontelbaar was. We weten nu dat het aantal sterren alleen te schatten is.

16.
Petrus voorspelde (in 2 Petrus 3:5-6) dat de zondvloed zou worden ontkend en dat ermee zou worden gespot. En dat gebeurd inderdaad nog steeds, ondanks de vele bewijzen voor een wereldwijde overstroming.

17.
Veel geologen zijn het erover eens dat de continenten aan elkaar hebben gezeten. Genesis 1:9-10 zegt dat het water naar één plek samenvloeide, wat inhoudt dat het land uit één stuk bestond.

18.
God ‘weeft’ of ‘borduurt’ ons in de baarmoeder. (Psalm 139:13-15). Het is inderdaad zo dat onze ‘weefsels’ als een soort ‘borduurwerk’ in elkaar zitten.

19.
Wetenschappers zijn er nu achter dat we allemaal van één set genen afstammen. Handelingen 17:26 en Genesis 5 geven al aan dat we allemaal van één man afstammen.

20.
Genesis 11 verklaart de verschillende taalgroepen en rassen die we nu kennen. De evolutietheorie biedt daar geen goede verklaring voor.

21.
Wetenschap heeft bevestigd dat bladen van bomen als medicijn kunnen dienen (Ezechiël 47:12 en Openbaringen 22:2).

22.
De Bijbel beschrijft de kringloop van het water in o.a. Prediker 1:7 en Job 36:27,28. Het opstijgen van damp uit de zeeën, de regen en de rivieren.

23.
De besnijdenis van jongetjes op de achtste dag is ideaal omdat alleen op die dag de bloedstollingswaarde 110% is.

24.
Het licht volgt een pad volgens Job 38:19. Tot de zeventiende eeuw werd geloofd dat het licht overal direct is. Nu weten we dat het licht inderdaad een weg aflegt.

25.
Archeologie heeft bevestigd dat onze voorouders niet primitief waren, maar dat ze gebruik maakten van legeringen (sommige legeringen kan men niet eens namaken), ze hadden luchtgekoelde gebouwen, maakten instrumenten, bestudeerden de sterren en nog veel meer (Gen. 4:20-22, Job 8:8-10 en 12:12).

26.
Brute holbewoners worden beschreven in de Bijbel (Job 30:1-8). Het waren geen primitieve voorouders, maar verwilderde mensen uit de turbulente periode na de zondvloed. Job is één van de oudste boeken van de Bijbel en is mogelijk niet zo lang na de zondvloed geschreven.

27.
De sterrengroepen Pleiaden en Orion worden beschreven in Job 38:31. De Pleiaden zijn gebonden en Orion is los volgens deze tekst. Dit is inderdaad het geval. De Pleiaden zijn gebonden door gravitatiekrachten en de sterren van Orion bewegen van elkaar af.

28.
Alleen de Bijbel kan verklaren waar het menselijk gevoel voor moraal, schoonheid en muziek vandaan komt. Als het niet door God is ingegeven, waar komt het dan vandaan? Waar komt liefde en altruïsme vandaan? Wat voor nut heeft het? De evolutietheorie heeft daar geen bevredigende verklaring voor.

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

Boeddha wijsheden ; deel 9

Standaard

categorie : religie

.

.

31677

.

.

Haat wordt niet door haat overwonnen;

haat wordt door liefde overwonnen,

zo is van eeuwigheid de

orde der dingen

.

boedhha(1)

.

.

Wie is een groot mens?

Die het sterkst is in het

uitoefenen van geduld

.

animaatjes--boeddha-87902

.

.

Wie kinderen heeft,

is bezorgd om zijn kinderen.

Wie runderen heeft,

is bezorgd om zijn runderen.

Wie niets heeft, kent geen zorgen

.

.

pijl-omlaag-illustraties_430109

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

John Astria

John Astria

Boeddha wijsheden : deel 8

Standaard

categorie : religie

.

.

buddha_orange

.

.

Het is voor ons belangrijk om goede gedachten te

hebben, want wij worden wat wij denken.

.

Haat wordt niet door haat overwonnen; haat wordt

door liefde overwonnen, zo is van eeuwigheid de

orde der dingen.

.

Wie is een groot mens? Die het sterkst is in het

uitoefenen van geduld.

.

.

ontwaakt - Manjishi

.

.

pijl-omlaag-illustraties_430109

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

John Astria

John Astria

De vogels in de Bijbel.

Standaard

categorie : religie

 

 

 

In de Bijbel worden op talloze plekken verwezen naar vogels, de ene keer in het algemeen en de andere keer zeer specifiek naar een bepaalde vogel, zoals een mus, een arend, een duif of een kraanvogel. 

 

 

Vogels in de bijbel - algemeen: rein/onrein en Gods zorg

 

.

.

 schepping en algemene aanduiding

 

In de Nieuwe Bijbel Vertaling heeft men het vaak over ‘de vogels aan de hemel’. (Psalm 8:9)

In het Bijbelboek Genesis kunnen we lezen dat God op de vijfde dag de vogels maakt:

  • God zei: ‘Het water moet wemelen van levende wezens, en boven de aarde, langs het hemelgewelf, moeten vogels vliegen.’ En hij schiep de grote zeemonsters en alle soorten levende wezens waarvan het water wemelt en krioelt, en ook alles wat vleugels heeft. En God zag dat het goed was. God zegende ze met de woorden: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk en vul het water van de zee. En ook de vogels moeten talrijk worden, overal op aarde.’ Het werd avond en het werd morgen. De vijfde dag. (1:20-23)

 

 

 

Reine en onreine vogels in de Thora

 

De Thora maakt een onderscheid tussen reine en onreine vogels. Alle vogelsoorten die rein zijn, mogen de Israëlieten eten. De volgende vogels mogen niet gegeten worden:

 

de vale gier;

de lammergier;

de zwarte gier;

de rode wouw;

de verschillende soorten buizerds;

alle soorten kraaien en raven;

de struisvogel;

de velduil;

de bosuil;

alle soorten valken

de steenuil;

de ransuil;

de katuil;

de dwergooruil;

de visarend;

de visuil;

de ooievaar;

de verschillende soorten reigers;

de hop; en

de vleermuis. (Deuteronomium 14:12-18; vgl. Leviticus 11:13-19)

 

 

De visarend / Bron: MinoZig / Wikimedia Commons

 

 

Volgens drs. Ben Hobrink in ‘Moderne wetenschap in de bijbel’, zijn de beschermde vogels vooral belangrijk voor het biologische evenwicht in de natuur. God gaf niet zomaar een willekeurig lijstje met vogels op. Hobrink legt uit dat de beschermde vogels grofweg zijn in te delen in zes groepen of clusters:

  1. Kraaiachtigen – zijn echte alleseters, die hetgeen grote aaseters laten liggen oppeuzelen.
  2. Gieren en wouwen – deze dieren ruimen kadavers op, ze houden het milieu schoon.
  3. Roofvogels en uilen – Pas sinds enkele tientallen jaren weten we hoe belangrijk de bescherming van deze dieren is. Ze voeden zich met schadelijke dieren (ratten en muizen), ze ruimen kadavers op en doen zich te goed aan zwakke dieren.
  4. Ooievaars, reigers, ibissen en roerdompen – naast vis – vooral dode en zieke exemplaren – staan er muizen en sprinkhanen op hun menu.
  5. Bijeneters en hoppen – doen zich onder andere te goed aan sprinkhanen en andere insecten.
  6. Struisvogels – Volgens Hobrink is van deze vogel nog niet bekend waarom de struisvogel beschermd werd, waarschijnlijk omdat het een alleseter is.

 

 

Deze beschermde vogels zijn dus belangrijk voor het biologische evenwicht. Vogels die rein zijn volgens de voorschriften in de Thora, zijn niet belangrijk voor het in stand houden van dit evenwicht; zij eten vis, insecten, waterplanten, kevers, zaden, enz. Het zijn geen opruimers.

 

 

 

Gods zorg voor vogels (dieren) en de mens

 

Jezus wees naar de vogels in de lucht om te laten zien dat God voor deze schepselen zorg draagt:

Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren, het is jullie hemelse Vader die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan zij? (Matteüs 6:26)

Maar de boodschap reikt verder dan dat. Als onze Vader die in de hemel woont voor de vogels zorgt, dan zal Hij toch zeker Zijn kinderen geven wat ze nodig hebben?

Dat de mens van het dier en vogels kan leren, komt ook in het Oude Testament voor:

Vraag het vee hiernaar, het zal je onderrichten, vraag de vogels in de lucht, ze zullen het verkondigen. (Job 12:7)

 

 

Bescherming tegen een demon

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

De Mensenzoon heeft geen tehuis

 

Zelfs vogels die een rusteloos bestaan leiden hebben een veilige nest, een thuis, terwijl de Zoon des Mensen geen tehuis heeft:

Jezus zei tegen hem: ‘De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon kan zijn hoofd nergens te ruste leggen.’ (Lucas 9:58)

De man aan wie Jezus dit zei, had tegen Jezus gezegd: “Ik zal u volgen waarheen u ook gaat.” Hij realiseerde zich niet dat al wie Jezus wil navolgen, moet delen in zijn rusteloos bestaan.

 

 

 

Vogelvallen en de vluchtende mens

 

De vogel wordt belaagd door vogelvangers: “… zoals een vogel in het net vliegt en niet merkt dat het hem zijn leven kost.” (Spreuken 7:23)

Of, zoals Prediker het uitdrukt:

“Nooit weet de mens wanneer zijn tijd gekomen is: zoals de vissen verraderlijk worden gevangen door de fuik en de vogels door de val, zo wordt de mens verrast door de verraderlijke tijd, wanneer die als een klapnet op hem valt.” (9:12)

De mens die in het nauw wordt gebracht of vluchtende en opgejaagd is, wordt in de Bijbel diverse keren vergeleken met een vogel:

 

Psalm 11:1

Psalm 124:7

Spreuken 6:5

Spreuken 27:8

Jesaja 16:2

 

 

 

Bloed van vogels, reinigingsritueel en Jezus

 

In het Bijbelboek Leviticus kunnen we lezen dat het bloed van vogels een rol speelt in het reinigingsritueel.

De HEER zei tegen Mozes: ‘Dit zijn de voorschriften die van toepassing zijn wanneer iemand die door huidvraat getroffen is, weer rein kan worden verklaard. Zo iemand moet naar de priester worden gebracht, en de priester moet buiten het kamp onderzoeken of hij van zijn huidvraat genezen is. Als dat zo is, moet de priester opdracht geven om voor degene aan wie de reiniging moet worden voltrokken twee levende, reine vogels te halen, en cederhout, karmozijn en majoraan.

De ene vogel laat hij slachten boven een met bronwater gevulde aarden schaal. De andere, levende vogel moet hij, net als het cederhout, het karmozijn en de majoraan, in het bloed van de boven het bronwater geslachte vogel dopen, en met dat bloed moet hij degene die na zijn huidvraat moet worden gereinigd zevenmaal besprenkelen.

Daarna verklaart hij hem rein. De levende vogel moet hij vrijlaten in het open veld. Degene aan wie de reiniging wordt voltrokken, moet zijn kleren wassen, al zijn haar afscheren en zich met water wassen. Dan is hij weer rein. Daarna mag hij in het kamp terugkeren, maar hij moet zeven dagen buiten zijn tent blijven. Op de zevende dag moet hij opnieuw al zijn haar afscheren, zijn hoofdhaar, zijn baard en zijn wenkbrauwen. Al zijn haar moet hij afscheren en zijn kleren en zijn lichaam moet hij met water wassen; dan is hij weer rein…’ (14:1-9)

In Marcus 1:40-45 lezen we dat Jezus in Galilea een man van huidvraat (lepra) geneest. Jezus stuurde hem naar de priester om te laten zien dat hij genezen was en het reinigingsoffer dat Mozes heeft voorgeschreven te brengen, als getuigenis voor de mensen. Jezus had de man gereinigd en de priester moest hem rein verklaren. Dit stuk laat zien dat Jezus zich aan de wet van God hield. Hij houdt zich aan de voorschriften zoals beschreven staan in Leviticus. Het zegt dat het hier gaat om een echte genezing, want priesters moeten vaststellen en bevestigen. Dit is dan tevens een getuigenis van Jezus’ liefde en goddelijke macht.

 

 

 

 

 

Diep symbolische betekenis

 

Er schuilt een diep symbolische betekenis in het Bijbelgedeelte. De vogel die geslacht wordt en de besprenkeling die daarop zevenmaal volgt:

zeven is het getal van de compleetheid en totaliteit en wijst op de offerdood van Jezus, het bloed van Jezus reinigt ons van alle zonde. (1 Johannes 1:7) Jezus’ offerdood reinigt ons totale wezen.

En dan is daar nog de levende vogel die vrijlaten wordt in het open veld. Die verwijst naar de heilige Geest die in de gedaante van een duif op Jezus neerdaalde, nadat Hij zich had laten dopen. (Lucas 3:22) Na overgave aan Jezus en reiniging van zonde, komt de Heilige Geest over ons met al het goede dat daarbij hoort: “Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God.” (Lees: Romeinen 8:14-17)