categorie : religie
.
.
Het ‘Onze Vader’ van de islam
.
.
.
.
Het eerste hoofdstuk van de Koran, Sura Al Fatihah of ‘De Opening’ wordt ook wel eens het Onze Vader van de islam genoemd. Muslims bidden vijf maal per dag en herhalen dit gebed gedurende die 5 cycli minstens 17 keer op een dag. Het gebed gaat als volgt (Koran 1:1-7) :
In de naam van God, de erbarmer, de barmhartige.
Lof zij God, de Heer van de wereldbewoners,
de erbarmer, de barmhartige,
de heerser op de oordeelsdag.
U dienen wij en U vragen wij om hulp.
Leid ons op de juiste weg,
de weg van hen aan wie U genade geschonken hebt, op wie geen toorn rust en die niet dwalen.
Dit hoofdstuk is de ontsluiting van van de Koran. Het bestaat uit tweede delen:
.
– De verzen van God
Deze verzen geven de essentie van God weer:
.
1 In de naam van God, de erbarmer, de barmhartige.
.
Ermbarmer (of Genadevolle) verwijst naar de nooit ophoudende stroom van liefdevolle genade van God voor iedereen, geheel onafhankelijk van wat de mensen doen. Ook als God mensen straft is Zijn liefde voor hen nog altijd groter
Barmhartige slaat het liefdevolle medelijden dat God heeft voor diegenen die door hun daden zijn barmhartigheid verdienen. Deze barmhartige liefde gaat het menselijk bevattingsvermogen ver te boven. Volgens een uitspraak van de profeet is het zo dat als God 100 eenheden barmhartige liefde heeft, hij er maar 1 eenheid van verdeeld heeft over het universum (de liefde van mensen voor elkaar, van een moeder voor haar kind, van dieren voor elkaar enz), de overige 99 eenheden liefde zijn bij God. Deze liefde is zo groot dat mensen zich dit niet kunnen voorstellen.
Op één hoofdstuk na opent elk hoofdstuk van de Koran met dit vers. Alles wat in de Koran staat moet vanuit dit algemeen liefdevol kader begrepen worden. Ook de bestraffende verzen kaderen in een grotere liefde, zoals wanneer een liefhebbende ouder zijn kinderen vermaant.
.
.
2 Lof zij God, de Heer van de wereldbewoners
.
Dit vers is een lofprijzing, een dankbetuiging vanuit het besef dat al het goede in het leven aan God en aan zijn liefdevolle genade en barmhartigheid te danken is. Het is omwille van deze dankbaarheid dat moslims ernaar streven God te behagen en het goede te doen. Moslim zijn betekent dat men zich wil inschrijven in zijn project van genade, dat men niets van zichzelf aan die genade wil onttrekken. Zich overgeven aan God doet men dan ook niet omwille van dogmatiek, maar omwille van een diep besef van dankbaarheid voor een zo overweldigend geschenk van liefde en genade.
Het is daarom dat men God’s leidraad wil volgen, dat men zich wil gedragen op een manier die deze genade waard is.Het vers noemt God ook de Heer van alle wereldbewoners, niet alleen van de mensen, maar ook van de dieren. De islam beschouwt de mens niet als een soort boven de soorten, maar als een soort tussen de soorten. De mens is verantwoordelijk voor het welzijn en het beschermen van alle soorten.
.
.
3 de erbarmer, de barmhartige
.
Dit vers benadrukt nogmaals de essentiële kenmerken van God, nl zijn liefdevolle genade en barmhartigheid. God is niet enkel liefde maar ook rechtvaardigheid. Beide kenmerken van God zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
.
.
4 de heerser op de oordeelsdag
.
Liefde is geen vrijgeleide voor de mensen om zomaar alles te doen wat ze willen vanuit het idee dat God toch liefde is. Nee, God is ook rechtvaardigheid. Het geloof in een oordeelsdag is een ultieme uiting daarvan. Alles wat men in het leven aan onrecht onderging dat tijdens dit leven niet rechtgezet werd, moet op de oordeelsdag verantwoord worden. Al het onrecht dat men zelf begin en waar men ongestraft mee wegkwam zal men op de oordeelsdag voorgeschoteld krijgen.
Dit vers wijst dus ook op de grote individuele verantwoordelijkheid van iedereen. Elke mens schrijft, door de manier waarop hij of zij leeft, het scenario van zijn eigen oordeelsdag.Op de oordeelsdag is er de bijzondere genade die God de gelovigen schenkt, meer bepaald de geloven die berouw tonen.
Er is geen wanhoop in de islam. Elk mens kan zich altijd opnieuw herpakken, kan vergiffenis vragen. Om die genade te verkrijgen moet men zich wel inspannen en zich houden aan de leidraad van God. Diegenen die dat niet doen, zullen daarvan de gevolgen moeten dragen.
.
.
– De verzen van de mensen
Deze verzen geven de essentie weer van de relatie tussen mens en God
.
.
5 U dienen wij en U vragen wij om hulp
.
Er staat “U dienen wij”, en niet “wij dienen u”. Deze uitdrukkingsvorm beklemtoont dat men alleen God verheerlijkt en dank betuigt, niemand anders is die verheerlijking en dank waardig.Nadat men belijd heeft dat men alleen God verheerlijkt, vraagt men God om hulp.
.
.
6 Leid ons op de juiste weg
.
Met de juiste weg wordt bedoeld de weg van de profeten. De islam gelooft dat mensen zonder zonde, in perfecte harmonie, met verstand, gevoel en vrije wil geboren wordt. De zin van het leven is volgens de islam een test om na te gaan wat we met die vrije wil zullen doen, het goede of het kwade. Deze keuze stelt zich elke dag herhaaldelijk. Op het einde van de rit zal iedereen daar volgens de islam rekenschap moeten over afleggen.
God laat mensen echter niet aan hun lot over bij het doorlopen van die test. Hij zond boodschappers, mensen die van God openbaringen kregen over wat de beste manier is om het leven te leven. Deze mensen, de profeten, brachten echter op zich niets nieuws. De islam gelooft immers ook dat de ziel geboren wordt met een elementair besef van goed en kwaad. De boodschappen van de profeten sluiten daarbij aan en herinneren de mensen aan wat zij in hun hart al weten.
.
.
7 de weg van hen aan wie U genade geschonken hebt,
op wie geen toorn rust EN DIE NIET DWALEN
.
De weg van diegenen aan wie God genade’ schonk, wordt hier in brede zin gebruikt. Moslims verwijzen in hun dagelijkse gebeden naar de profeten en hun volgelingen (niet alleen Mohamed maar bijvoorbeeld ook Abraham en zijn volgelingen). Moslims vragen God hen te helpen om het pad te volgen van deze voorgangers, die de boodschap van God in hun dagelijks leven werkelijk als voorbeeld beleefden.
Het gedeelte ‘op wie geen toorn rust en die niet dwalen’ slaat op diegenen die op allerhande manieren onrecht plegen, die arrogant en onverdaagzaam zijn, die het rechte pad van broederlijkheid, naastenliefde, nederigheid en hulpvaardigheid verlaten.Het is een waarschuwing aan moslims dat zij niet van het pad mogen afdwalen. Immers, een moslim is niet zeker dat hij naar het paradijs gaat, wanneer hij zich misdraagt, kan hij in de hel terechtkomen.
Herinneren we er ook aan dat volgens de Koran niet alleen moslims die zich goed gedragen hebben naar het paradijs kunnen. Het is niet de naam van de “kerk” waartoe men behoort of de richting waarin men bidt die van tel is, maar wel dat men vroom is, zich goed gedraagt, goede werken doet enz:
DE ISLAM IS DE
TEGENBEWEGING
TEGEN HET WARE CHRISTENDOM
.
.
.
.
.
.
preview en aankoop boek “De Openbaring “:
http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget
.
.