Tagarchief: lijden

Aartsengel Michaël : het vierde karmische patroon

Standaard

categorie : religie

 

 

 

Het vierde karmische patroon: Geweld

 

 

 

A. E. Michael in klassiek beeld: de drakendoder

 

 

 

 

Bij ons zijn vandaag vele engelen en Meesters aanwezig. Iedereen is verheugd over het feit dat vandaag de gelegenheid gegeven wordt om alweer een stuk karma los te maken, te transformeren. Moeder Aarde, de leden van de Witte Broederschap en Al Wat Is zijn aan het jubelen. Als een klein groepje mensen zichzelf verlost van oud karma heeft dit effect op alles Wat Is, omdat alles met elkaar verbonden is. Niets staat op zichzelf.

Aartsengel Michael gaat informatie over het karmische patroon van geweld doorgeven en Meester St. Germain zal alle karma dat voortgevloeid is uit dat karmische patroon gedurende ons hele bestaan op aarde in de derde dimensie, met de violette vlam transformeren. Daarnaast zijn een heleboel helpers, Engelen en Gidsen,  om ieder van ons te begeleiden, te helpen datgene te doen wat op dit moment voor ieder van ons het juiste is.

De ontwikkeling, de groei van onze ziel en ons levensplan zit in ons DNA opgesloten. Allemaal gaan we evolueren, maar hoe en wanneer bepaalt ieder persoon zelf, omdat we allemaal begiftigd zijn met  vrije wil. Ik vraag jullie namens onze geliefde Michael en namens Meester St. Germain om nog een keer te bevestigen of jullie wel of niet bereid zijn om verlost te worden van dat karma. Maak je intentie duidelijk door deze te benoemen.

 

 

Lieve vrienden, children of love, ik ben Michael.

 

Vandaag zal ik tot jullie spreken over het karmische patroon van geweld. Geweld is zowel een daad als een gedachte. Geweld heeft een uiterlijk en een innerlijk aspect. Zoals alle karmische patronen is geweld ook afkomstig uit angst. Angst is op haar beurt het gevolg van jullie afgescheidenheid van de Bron. De derde dimensie waar jullie grotendeels in verkeren wordt door angst geregeerd.

Geweld is ontstaan als gevolg van de diversiteit die op een gegeven ogenblik op de planeet ontstond. Ooit was jullie soort de enige op aarde. Maar Het Bewustzijn, waarvan jullie ook medescheppers zijn, had daar geen vrede mee omdat er weinig te leren viel. Dus meerdere rassen van andere planeten incarneerden ook op aarde.

Die zagen er anders uit. Het “anders zijn” bracht angst met zich mee. Oordelen en vooroordelen zijn eerst geboren. Beide groepen werden bang van elkaar. Als de angst groot werd, werd het overlevingsinstinct geactiveerd met als gevolg dat geweld voor het eerst het licht van de derde dimensie zag. Geweld is een expressie van het overlevingsinstinct in situaties van extreme angst. Het idee dat alleen “slechte” mensen gewelddadig kunnen zijn is een misvatting, mijn vrienden.

Geweld is een gemanifesteerde uiterste vorm van angst en paniek. Geweld veroorzaakt veel leed maar is ook een goddelijke expressie in de derde dimensie. Het concept “slecht” net als “het kwade” zijn vooroordelen en overtuigingen van jullie mind. Ze zijn een illusie van jullie afgescheiden geest. Er bestaan namelijk geen slechte of goede mensen. Jullie zijn allemaal goddelijke wezens, tijdelijk afgescheiden van jullie essentie en met het hoogste doel het Goddelijk Bewustzijn te dienen.

 

 

 

 

De diverse religies hebben geweld veroordeeld en er een zonde van gemaakt. Aan die zonde waren ook straffen verbonden. In het christendom was de hel de straf die gewelddadige mensen wachtte na hun dood. In de dualiteit hadden straffen wel degelijk een doel. Zolang angst de scepter zwaaide, moesten normen en waarden, straffen en beloningen de voorzetting van jullie soort beschermen.

Zo zijn een aantal leefregels ontstaan die door onze Meesters nooit gepredikt zijn maar door de toenmalige leiders van de religieuze stromingen geïntroduceerd. Dat verklaart waarom jullie nooit de moeite hebben genomen om voldoende onderzoek te doen naar de oorsprong van geweld. Nog steeds wordt geweld bestraft. Maar de oorzaak van geweld, de onderliggende angst, de onderliggende vooroordelen, worden daarmee niet aangepakt.

Het wordt tijd lieve vrienden, children of love, dat jullie gevangenissen van vorm gaan veranderen. Een geweldpleger is zelden gebaat bij lange gevangenisstraffen. Hij is eerder gebaat bij acceptatie, zelf inzichten en een nieuw zelfbeeld. Ieder geweldpleger voelt zich diep in zijn hart schuldig. Iedere geweldpleger haat zichzelf. Door de veroordelingen, gevangenisstraffen of andersoortige straffen wordt zijn “slecht” zelfbeeld extra bevestigd en meer beschadigd.

Denken jullie dan dat iets bij de broeder of zuster van jullie, de geweldpleger, kan veranderen?  Natuurlijk niet. Hij raakt alleen steeds verder en verder afgescheiden van wie hij in wezen is. Het wordt dus tijd dat in jullie gevangenissen onderwezen wordt wat de essentie van ieder mens is en wat geweld betekent. Het wordt tijd dat gevangenen de kans krijgen om inzicht in zichzelf en hun daden te krijgen. We zeggen niet dat ze beloond moeten worden. We denken niet in straf en beloning. We denken in oorzaak en gevolg. Daar gaan jullie ook naar toe, broeders en zusters.

De komende honderd jaar zal veel veranderd moeten worden om de Eenheid bij de samenleving en de mensheid vorm te geven en te verankeren. Een van de eerste veranderingen die plaats zal vinden is dat mensen te horen zullen krijgen wie ze werkelijk zijn. Jullie moeten allemaal weten dat er geen goede en slechte mensen bestaan, alleen mensen die door angst worden gedreven en mensen die door liefde worden gedreven, beginners of gevorderden op de levensschool.

Deze scheiding zal de komende tijd steeds duidelijker en duidelijker worden. Degenen die vanuit liefde gedreven worden zullen de weg wijzen aan de broeders en zusters die nog in angst en oordelen leven.
Er zijn verschillende vormen van geweld. Sommige vormen zijn legaal. Er zijn nog culturen op jullie planeet waar lijfstraffen en martelingen de norm zijn en legaal uitgevoerd worden. Er zijn vormen van geweld die nog steeds getolereerd worden. Zoals oorlog. Het doden van broeders en zusters is nog steeds legaal mits dit in oorlog situatie plaatsvindt. Dat is een grote misvatting lieve broeders en zusters.

Een misvatting als gevolg van dat jullie planeet nog steeds in de derde dimensie leeft waar angst en afgescheidenheid nog steeds regeren. Alles wat er plaats vindt, alle acties en reacties hebben een functie die het Goddelijke plan dient. Er bestaat niets dat geen functie heeft, lieve broeders en zusters. Iedere creatie leidt tot een nieuwe creatie. De Goddelijke Intelligentie zorgt dat de levenscycli in hun baan blijven bewegen en alles wat plaats vindt leidt naar datzelfde goddelijke doel, namelijk groei, ontwikkeling en verandering.

Sinds het jaar 2000 wordt geen karma meer naar een volgende incarnatie meegenomen omdat in de Eenheid geen plaats voor karma is. Alle karma wordt in datzelfde leven afgelost of wordt meegenomen om bij de tweede Aarde uitgewerkt te worden. In de huidige overgangstijd hebben oorlog en geweld een nieuwe en belangrijke functie. De oorlog en het geweld van nu en de komende jaren zijn een nieuw middel voor sommige zielen om definitief met angst en geweld af te rekenen.

De ziel van degenen die nu in oorlog sterven ervaart bewust voor de laatste keer de grote dwaling, de grote wond van angst en geweld en daardoor verlangt zij des te sterker naar het licht en de eenheid. Dat betekent dat alle zielen die nu in een oorlog sterven de kans hebben om opnieuw op de nieuwe Aarde te incarneren en direct in de Eenheid te stappen. Dus de mensen die nu nog woede en machteloosheid in zichzelf voelen en vanuit deze drijfveren misdrijven plegen of in een oorlogssituatie belanden creëren geen karma meer. In tegendeel, hun ziel rekent bij het verlaten van hun fysieke lichaam voorgoed af met de illusie van de afgescheidenheid.

 

 

 

 

Geweld is niet altijd zichtbaar, broeders en zusters. Geweld kan ook een innerlijke houding zijn die gericht is op vernietiging in plaats van op creatie. Jullie natuurlijke goddelijke aard is om te creëren. Het karmische patroon van geweld overschaduwt soms jullie creatieve aard en vervalt in vernietiging. Soms is de vernietiging gericht op jezelf. Vele broeders en zusters, zeker degenen die bij een kerkgenootschap of een ander religieuze groepering  horen of sterk erdoor beïnvloedt zijn zullen hun attitude van geweld, hun wond, nooit naar derden richten maar alleen naar zichzelf.

Hetzelfde patroon vertonen veel onder jullie broeders en zusters die op het pad van de vierde dimensie lopen. Jullie worden bewust van agressieve en gewelddadige gedachten, gevoelens en attitudes in jezelf, jullie schamen je daarvoor en onderdrukken vervolgens deze neigingen. Onderdrukte gedachten, gevoelens en gedrag zoeken in deze overgangstijd snel de weg naar het licht en daarom exploderen ze onverwachts als gevolg van een onbelangrijke aanleiding voordat de mind deze opnieuw kan onderdrukken.

In de tussentijd hebben ze hun vernietigende werking bij jullie zelf gedaan. Dat creëert net zoveel karma, lieverds, als het plegen van geweld bij derden. Dit omdat er geen verschil tussen jezelf en de ander is. Dus of je jezelf kapot maakt of een ander, beide daden zijn afkomstig van de afgescheidenheid en de illusie dat jullie machteloos en overgeleverd aan het lot zijn. Er zijn vele vormen van zelfvernietiging die soms heel subtiel kunnen zijn en kunnen uitmonden in fysieke ziektes, maar ook in gebrek aan succes, armoede en tegenslagen.

Hoe het mogelijk is, broeders en zusters, dat jullie jezelf pijn kunnen doen? Heel simpel eigenlijk: Hetzelfde motief waarmee jullie je medemens pijn kunnen doen. En het motief is angst als gevolg van de afgescheidenheid van jullie bewustzijn van de Bron. Je kunt angstig  zijn voor iemand buiten jezelf maar je kunt ook angstig zijn voor onbekende aspecten van jezelf. Voor bepaalde emoties, ideeën en overtuigingen die je over jezelf hebt. Maar ook voor succes en overvloed.

Voor vreugde en onbezorgdheid. Als je als kind te horen kreeg dat je altijd beter je best moest doen, trok je de conclusie dat je niet goed genoeg was. Als je opgegroeid ben in een gezin waar geen plaats was voor liefde, trok je de conclusie dat je het niet waard was om geliefd te zijn. Die gevoelens van niet goed genoeg zijn en niet de moeite waard zijn hebben in je ziel nieuwe wonden veroorzaakt. Zelfhaat en geweld plegen tegen jezelf. Het niet eren van wie je bent, het niet onvoorwaardelijk van jezelf houden betekent geweld plegen aan jezelf. Het gevolg is: zelfvernietiging.

Vergeet niet broeders en zusters dat je leven gevormd wordt door je gedachten en je gevoelens. Wat je denkt manifesteer je in de materie.  Verschillende fysieke en psychische ziektes laten zien hoe iemand zichzelf verafschuwt en zichzelf liever straft dan onvoorwaardelijk accepteert. Als je vindt dat je het niet waard bent om geliefd en succesvol te zijn en in overvloed te leven zul je tegenslag, ziekte en armoede creëren.

 

 

 

 

Lieve vrienden, laat je hart spreken. Durf de aspecten van geweld die in jou leven en een rol spelen onder ogen te zien. Je hoeft er niet voor te schamen. Omdat er niets is om je voor te schamen. Net zo goed als er geen rede is om iemand te straffen is ook geen rede om je voor je daden te schamen. Zie jouw persoonlijke geweldplegingen als een wond, die ontstaan is door je afgescheidenheid van je bron. Die wond is oud, heel erg oud.

Een van de eerste wonden die je ziel opliep toen ze op aarde wandelde duizenden jaren geleden. Kun je iemand die gewond is straffen? Verdient zo iemand werkelijk straf? Neen, alleen liefde kan de wonden genezen, lieve children of love. Compassie hebben voor jezelf en je gewelddadige neigingen naar jezelf en anderen. Maar ook compassie hebben voor je medemens die openlijk geweld pleegt, die in tijden van oorlog mensen om zich heen doodschiet. Alleen compassie  en onvoorwaardelijke liefde kan jullie en de wonden waaronder jullie lijden, genezen.

Laat je vooroorden en je oordelen over jezelf en je medemens die misdrijven pleegt, varen. Je hebt ze niet meer nodig. Geweldpleging en misdaden komen voort uit ernstige bloedende wonden die nu in deze tijd aan het licht komen om genezen te worden. Heb jezelf lief en stuur je onvoorwaardelijke liefde en compassie naar die broeders en zusters. Jullie zijn allemaal bewust van de kracht van liefde. Kunnen jullie je voorstellen wat er zou kunnen gebeuren als een groep mensen oprechte, onvoorwaardelijke liefde zou sturen naar de lijdende medemens in een ander land die nu wild om zich heen schiet?

Kunnen jullie voorstellen dat deze kracht, de liefde, in staat zou zijn om een oorlog te beëindigen? We zeggen jullie dat dit mogelijk is. Over al niet te lange tijd zullen jullie de kracht van liefde inzetten om de Eenheid op aarde te verankeren. Maar eerst is het van belang dat je met onvoorwaardelijk liefde naar jezelf kan kijken. Omdat als je niet jezelf onvoorwaardelijk lief hebt, het onmogelijk is om niet over je medemens te oordelen, deze te veroordelen of te straffen in plaats van lief te hebben. Richt je aandacht naar je eigen wond, de wond van afgescheidenheid, de pijn en angst die je daardoor voelt, waardoor je in de loop van je leven tot gewelddadige gedachten of daden bent gedreven.

Alleen door de gevolgen van het karmische patroon van geweld bij jezelf te onderkennen en te respecteren is het nu mogelijk om deze voorgoed te transformeren. Meester St. Germain is nu bezig om alle karma dat jullie opgebouwd hebben leven na leven, als gevolg van geweld, op te schonen en te transformeren. Dat betekent dat jullie karmavrij zijn. Maar jullie zijn nog niet verlost van de gewoonte om volgens dat karmische patroon te denken, te voelen en te handelen.

Dat is iets wat jullie zelf de komende tijd zullen doen door middel van bewustwording. We zeggen jullie dat vanaf nu iedere keer dat je jezelf er op betrapt dat je vanuit het karmische patroon van geweld denkt, voelt of handelt, bij jezelf of een ander, je onmiddellijk het patroon kan stopzetten. Dat betekent dat over niet al te lange tijd het karmisch patroon van geweld uit je bewustzijn verdwenen zal zijn.

We vragen jullie nu om je Hogere Zelf te visualiseren als een gouden bal die 6o cm. boven je hoofd zweeft. Stuur vanuit je kruin een energielijn naar je Hogere Zelf. Zodra de lijn daar aangekomen is stuurt je Hoger Zelf zijn antwoord terug: een energielijn naar je hart en vandaar uit terug naar kruin en je Hogere Zelf. Zo zijn jullie met elkaar in een rechte lijn verbonden. Je hoofd, je hart en je Hogere Zelf. Als jullie eenmaal verbonden zijn met je HZ ben je ook in staat om je met ons en Al Wat Is te verbinden. We bedoelen: je bewust worden van de verbinding die altijd is geweest, en IS. Bewust verbinden.

Vanuit deze bewuste verbinding kun je de Eenheid voelen. We nodigen jullie uit om je met ons en Al Wat is te verbinden en we vragen je om vanuit je Hogere Zelf energielijnen te sturen naar broeders en zusters over de hele wereld. Stuur ook je verbindingslijnen naar de natuur, de bomen, de bergen de zeeën en de dieren. Ervaar dit moment van Eenheid. Dat is je nabije toekomst, broeders en zusters. Voortdurend vanuit de staat van Eenheid denken, voelen en handelen. We houden onvoorwaardelijk van jullie,

 

Ik ben

Michael

 

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

Welvaartspredikers misbruiken 10 Bijbelverzen

Standaard

categorie : religie

 

 

Het welvaartsevangelie verkondigt dat God persoonlijk geluk, financiële rijkdom en een goede, lichamelijke gezondheid belooft aan hen die veel geloof hebben. Bijbel-teksten waarin wordt vermeld dat het christenleven gepaard gaat met vervolging, lijden en zelfverloochening blijven achterwege. Hier worden tien Bijbelverzen op een rij vermeld die welvaartspredikers vaak citeren.

 

 

 

 

 

1. ‘De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en verloren te laten gaan; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben’ (Johannes 10:10)


Dit vers wordt gebruikt om te suggereren dat God in alles het geluk voor ogen heeft voor Zijn volgelingen. Maar daarmee wordt de context rondom dit vers verwaarloosd. De overvloed waar dit vers over spreekt, heeft te maken met het kennen en gekend worden door Jezus. Dat zijn niet-materiële zaken.

 

 

2. ‘U krijgt niet, omdat u niet bidt’ (Jakobus 4:2)


Dit vers wordt binnen het welvaartsevangelie gebruikt om biddend te claimen wat je zelf niet bezit. Wanneer je niets hebt, komt dat omdat je niet genoeg gebeden hebt. Maar deze interpretatie negeert het vers dat volgt: ‘U bidt wel, maar u ontvangt niet, omdat u verkeerd bidt met het doel het in uw hartstochten door te brengen.’

Het gebed is cruciaal in het leven van een christen. Dit als middel gebruiken om eigen verlangens af te dwingen bij God gaat ook in tegen het gebed dat Jezus bad aan de vooravond van Zijn kruisiging: ‘Laat niet Mijn wil, maar de Uwe geschieden’ (Lukas 22:42).

 

 

3. ‘Er is niemand die huis of broers of zusters of vader of moeder of vrouw of kinderen of akkers verlaten heeft omwille van Mij en om het Evangelie, of hij ontvangt honderdvoudig, nu in deze tijd.’


Welvaartspredikers leggen graag de nadruk op geven, zodat hun visie op het eerste gezicht in lijn lijkt met de Schrift. Maar de motivatie die erachter zit verstoort de Bijbelse boodschap. De predikers denken door financiële donaties te geven dit 100 maal terug te ontvangen.

Dit is uiteraard niet de juiste uitleg van het desbetreffende vers. Het volgende vers geeft duidelijkheid: ‘Maar veel eersten zullen de laatsten zijn, en veel laatsten de eersten.’ Hier wordt gehoorzaamheid en discipelschap aangemoedigd in plaats van persoonlijk gewin.

 

 

 

 

 

4. ‘De zegen van Abraham is in Christus Jezus tot de heidenen gekomen, opdat wij de belofte van de Geest zouden ontvangen door het geloof’ (Galaten 3:14)


Welvaartspredikers gebruiken dit vers om te verwijzen naar het in Genesis gesloten verbond met Abraham en concluderen daaruit dat God de nakomelingen van Abraham financiële zegeningen heeft beloofd. Opnieuw wordt een Bijbelgedeelte verwaarloosd.

In hetzelfde gedeelte staat vermeld dat Jezus is geofferd, zodat wij door het geloof de belofte van de Geest ontvangen. Paulus herinnert de Galaten hier aan de geestelijke zegeningen als gevolg van Jezus’ redding – wat niets te maken heeft met aardse rijkdom.

 

 

5. ‘Want u kent de genade van onze Heer Jezus Christus, dat Hij omwille van u arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat u door Zijn armoede rijk zou worden’ (2 Korinthiërs 8:9)


Welvaartspredikers suggereren aan de hand van dit vers dat Jezus’ dood ons rijkdom geeft. De meeste christenen zijn het erover eens dat wanneer Paulus zegt dat Jezus ‘rijk’ werd, hij verwijst naar Zijn status als de Zoon van God. En Zijn armoede is een verwijzing naar Zijn vrijwillige daad om mens te worden. Paulus maakte de vroege christenen duidelijk dat Zijn doel gelijkheid was.

 

 

6. ‘Geliefde, ik wens dat het u in alles goed gaat en dat u gezond bent, zoals het uw ziel goed gaat’ (1 Johannes 3:2)


Binnen het welvaartsevangelie wordt naar aanleiding van dit vers beweerd dat lichamelijke gezondheid onlosmakelijk verbonden is met geestelijke groei. Wanneer iemand voldoende geloof bezit, zal hij of zij lichamelijke zegeningen ontvangen. Maar dit vers is ‘gewoon’ het begin van een brief aan Johannes door middel van een groet.

Dit zou je kunnen vergelijken met iemand die uit beleefdheid aan het begin van een brief de ander het goede toewenst. Het gaat hier niet om een belofte en dit mag zeker niet worden opgevat als de belofte dat Gods kinderen niet ziek kunnen worden.

 

 

7. ‘Breng al de tienden naar het voorraadhuis, zodat er voedsel in Mijn huis is. Beproef Mij toch hierin, zegt de Heer van de legermachten, of Ik niet de vensters van de hemel voor u zal openen, en zegen over u zal uitgieten, zodat er geen schuren genoeg zullen zijn’ (Maleachi 3:10)


Dit vers wordt vaak als krachtig hulpmiddel gebruikt bij fondsenwerving onder welvaartspredikers. Gelovigen worden zo gemanipuleerd om tienden te geven, waarna ze er veel meer voor zullen terugkrijgen. Maar dit vers is niet van toepassing op individuele rijkdom. Integendeel, het komt voort uit de historische situatie van het volk Israël.

De Israëlieten waren ongehoorzaam aan God door onvoldoende voedsel te geven aan de nationale opslagplaats, dat werd gebruikt door de priesters. God vermaande Zijn volk en riep op tot gehoorzaamheid. Als zij zouden gehoorzamen, zou beloning volgen.

 

 

 

 

8. ‘De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen’ (Jesaja 53:5)


De meeste christelijke geleerden lezen dit vers als een profetie waarin de overwinning op onze zonden wordt vermeld, dankzij het verzoenende werk van de Heer Jezus. Maar welvaartspredikers gebruiken dit vers om duidelijk te maken dat geloof zal leiden tot lichamelijke genezing.

Eén van de oprichters van het welvaartsevangelie schreef: “Het plan van onze Vader is, dat Hij in Zijn grote liefde en barmhartigheid, geen enkele gelovige ooit nog ziek wordt. Iedere gelovige zal zijn volledige levensduur in gezondheid op aarde zijn.”

 

 

9. ‘Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de Heer. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven’ (Jeremia 29:11)


Dit is één van de meest onbegrepen Bijbelverzen onder christenen. Jeremia 29:11 wordt gebruikt om anderen goed nieuws te beloven en suggereert dat God iedere slechte situatie in ons voordeel gebruikt. Dit vers is niet bedoeld voor hedendaagse christenen die hun baan hebben verloren. Het was een door God gegeven belofte aan het volk van Israël, waaruit blijkt dat God op Zijn eigen tijd het volk zou herstellen.

 

 


10. ‘Als u iets vragen zult in Mijn Naam, Ik zal het doen’ (Johannes 14:14)

 

Dit is vergelijkbaar met het misbruiken van Jakobus 4:2 door welvaartspredikers. Alsof God alle gebeden van gelovigen zou beantwoorden. Christenen die bidden voor financiële rijkdom doen er verstandig aan om Mattheüs 19:24 te lezen: ‘Het is gemakkelijker dat een kameel door het oog van een naald gaat, dan dat een rijke het Koninkrijk van God binnengaat.’

In Johannes 14:14 moedigt Jezus zijn discipelen aan om het Evangelie te verspreiden. Dit vers moet dan ook worden gelezen in de context van de verzen die erop volgen: ‘Wie in Mij gelooft, zal de werken doen die Ik doe’ (vers 12) en ‘Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht’ (vers 15).

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

Why does God allow evil, pain, and suffering? Waarom laat God kwaad, pijn en lijden toe?

Standaard

Category, categorie: religion, religie, video

 

 

Waarom laat God kwaad, pijn en lijden toe?

Why does God allow evil, pain, and suffering?

 

 

Dr. Stanley

 

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

JOHN ASTRIA

 

Aartsengel Michael : het tweede karmische patroon: verslaving

Standaard

categorie : religie

 

 

 

Het tweede karmische patroon: verslaving

 

 

64995b70306f92bd2e86efc628438d93

 

 

Voordat je dit bericht leest, zorg dat je in een diepe rust komt. Je geest is dan ontvankelijker om de informatie op te nemen en te verwerken. Lees met je hart en niet met je hoofd. Roep de aanwezigheid van Aartsengel Michael, van Meester St. Germain, Meester Sananda en je eigen gidsen en begeleiders. Lees de boodschap verschillende keren zodat je je meer met de tekst kunt identificeren.

Als je de inhoud kunt beleven in plaats van alleen maar lezen, zullen de Meesters de gelegenheid krijgen om je te bevrijden van dit karmische patroon. Dat is het geval met alle zeven karmische patronen die de komende tijd behandeld zullen worden. Ze zijn niet alleen maar als informatie bedoeld maar ook als een gelegenheid om, indien je dit wenst, gezuiverd en bevrijd te worden op karmische niveau van het patroon dat miljoenen jaren je gedrag min of meer heeft bepaald zodat je je lessen kon leren en je bewustzijn kon groeien.

Nog een laatste aanwijzing: Vraag voordat je begint duidelijk en hardop om genade om te worden bevrijd van de zeven karmische patronen. Zoals jullie inmiddels weten mag er niets worden opgedrongen of opgelegd zonder dat er eerst toestemming is verleend. De wet van de vrije wil bepaalt dat. Aartsengel Michael en de Meesters hebben je toestemming nodig om je van de karmische patronen te mogen bevrijden. Vraag dus eerst om genade, om dispensatie te mogen ontvangen van het karmische patroon van verslaving. Wees ervan overtuigd, geloof, dat je deze ook zult ontvangen.

De individuele intentie vanuit de vrije wil is noodzakelijk. Als die ontbreekt, is het onmogelijk. Dus spreek bij deze je intentie uit als je bevrijdt wilt worden van dit karmische patroon en vraag de Meesters om genade. Meester St. Germain is aanwezig om dit patroon met zijn Violette Vlam – op het moment dat je intentie samenvalt met het assimileren, het herkennen en erkennen van het patroon bij jezelf – te zuiveren en te verwijderen uit je systeem. Dat betekent dat het patroon wordt verwijderd uit alle levens die je hebt gehad en waarin je met dit patroon hebt gewerkt om ervan te leren.

Lieve vrienden, children of love, ik ben Michael. De tijd waarin jullie met de karmische patronen hebben mogen werken, spelen en ervan hebben kunnen leren, is voorbij. De karmische patronen horen bij de derde dimensie. Ze zijn overbodig in de Eenheid, waar jullie nu naartoe gaan. Alle zeven karmische patronen hebben jullie naar de derde dimensie meegenomen als de spelregels van het levenspel.

 

Dankzij deze regels kon jullie bewustzijn groeien tot op dit moment, het moment waarop het besef is gekomen dat de dualiteit, de afgescheidenheid, de illusie, alleen maar een spelregel is om het levensspel te kunnen spelen. De tijd is nu rijp om te beseffen dat jullie Goden zijn en dus ook de scheppers van deze regels. En zoals het een ware leider betaamt, past hij de regels steeds aan de gegeven omstandigheden aan.

 

En ja, de omstandigheden in de kosmos zijn nu veranderd omdat niets hetzelfde blijft. Het leven is een en al beweging, verandering. Stilstaan is een illusie. Vandaag willen we jullie aandacht dus richten op het karmische patroon van verslaving. Zoals alle karmische patronen komt ook verslaving voort uit angst en onwetendheid, de gevolgen van afgescheidenheid. Als de afgescheidenheid van de ziel volledig is en het bewustzijn in de derde dimensie is ondergedompeld, is verslaving een noodzaak om te overleven en om de angst te kunnen hanteren.

 

Er zijn vele vormen van verslaving. Sommigen zijn heel duidelijk en herkenbaar maar de meesten spelen zich af op het subtiele niveau van de geest, van het denken en voelen. De voor iedereen herkenbare vorm is verslaving aan drugs en genotsmiddelen. Aan middelen die het bewustzijn verruimen of vernauwen, aan middelen die de pijn verdoezelen. Die middelen zijn door jullie bedacht om de verantwoordelijkheid voor pijnlijke momenten te ontlopen.

 

Ze zijn uitstekend geschikt om, zoals jullie het noemen, de ogen te sluiten voor wat er werkelijk is. Hebben jullie je wel eens afgevraagd wat voor een effect die middelen hebben op het etherische lichaam en de andere geestelijke lichamen? Die effecten zijn namelijk veel schadelijker dan die op het fysieke lichaam. Goed, lieve vrienden, die informatie is jullie bekend.

 

We willen nu juist de subtiele vormen van verslaving belichten. Een van de meest voorkomende is verslaafd zijn aan bepaalde gewoontes, aan routine, de dagelijkse routine. De gewoonte om iedere ochtend op een bepaalde tijd op te staan, dezelfde handelingen te verrichten, hetzelfde voedsel tot je te nemen, de gewoonte om televisie te kijken of om op de computer te spelen of om vakantie te gaan. Kortom gewoontes die maatschappelijk aanvaard en soms gewenst zijn maar die wel het bewustzijn van zijn essentie afleiden.

 

Het zijn geen gevaarlijke drugs, maar het zijn wel geestelijke drugs omdat ze jullie vrijheid ondermijnen. We hebben het hier niet over bepaalde rituelen, maar over verslaving. Wat is het verschil tussen een ritueel uitvoeren en verslaafd zijn aan dat ritueel? Het verschil ligt in de mate van afhankelijkheid van je gewoontes. Ik kan jullie verzekeren dat jullie veel afhankelijker zijn van bepaalde gewoontes dan je denkt.

 

 

Facebook is a drug 490x326 Het tweede karmische patroon: verslaving

 

 

 

Neem bijvoorbeeld televisie kijken. Vraag eens eerlijk aan jezelf: Kijk ik televisie omdat ik in dat programma geïnteresseerd ben? Kijk ik naar een bepaald programma omdat ik gevoed wil worden of kijk ik naar televisie om afgeleid te worden? Kijk ik naar de televisie om niet verder na te denken, om me geen zorgen te hoeven maken of om niet te hoeven doen wat ik eigenlijk wel had willen doen?

 

Wij oordelen niet, lieve vrienden en we veroordelen jullie ook zeker niet. Wij wensen jullie de moed en de kracht om hetzelfde te doen: Veroordeel jezelf niet. Spreek nu je intentie uit: Wil je verlost worden van bepaalde gewoontes? Ben je bereid te erkennen dat bepaalde gewoontes een verslaving zijn geworden? En als het antwoord Ja is, weet dan zeker dat je er vanaf nu van bevrijd zal zijn.

 

Een andere subtiele vorm van verslaving is het verslaafd zijn aan bepaalde relaties. Afhankelijk zijn van bepaalde mensen in je omgeving die je niet meer voeden. Jullie hebben daarvoor een mooi excuus bedacht: Ik kan hem/haar niet loslaten want dan voel ik me schuldig. Er zijn zoveel dingen waarover jullie je schuldig voelen. Ook dat kan een afhankelijkheid zijn. Gewenning aan pijnlijke en ongewenste gevoelens, zoals schuld.

 

En ook hier kun je voor jezelf herkennen en erkennen of je bepaalde onplezierige relaties in stand houdt, omdat je er verslaafd aan bent. Stel jezelf de vraag: Wat betekent deze relatie voor mij? Ben ik afhankelijk van deze persoon of vervult deze persoon mij met liefde en vreugde? Ben ik iedere dag blij om hem/haar te zien of kan ik niet zonder zijn/haar aanwezigheid leven? Of denk ik dat hij/zij niet zonder mij kan? Of weet ik dat ik me schuldig zou voelen als ik de relatie verbrak? Ben ik ervan overtuigd dat ik onvoorwaardelijk van deze persoon hou? Is het mogelijk om onvoorwaardelijk van iemand te houden terwijl de persoon je ongelukkig maakt?

 

Natuurlijk niet, lieve vrienden. Onvoorwaardelijke liefde schenkt alleen maar liefde en vreugde. Zulke relaties kunnen ook een vorm van verslaving zijn. En ook hier vragen we jullie om zo moedig en krachtig te zijn om – zonder jezelf te veroordelen – te erkennen of je dergelijke verslavingen in je leven hebt. En als je merkt dat het antwoord “Ja” is en je intentie om dit los te laten aanwezig is, wees er dan van verzekerd dat de Violette Vlam deze verslaving nu onmiddellijk transformeert.

 

 

logo

 


Een andere subtiele vorm van verslaving ligt in een bepaalde levensstijl. De welvaart in de Westerse samenleving heeft ertoe geleid dat velen van jullie verslaafd zijn geraakt aan de welvaart. En het is aan ieder van jullie zelf om te beoordelen welke onderdelen van je levensstijl verslavingen zijn of alleen plezier en genot schenken. Want ook dat is een subtiel verschil. Welvaart en overvloed komen jullie toe, lieve vrienden.

 

Ze zijn jullie geboorterecht. Maar wil je je geboorterecht opeisen, is het belangrijk om je verslaving aan genot en welvaartsmiddelen eerst los te laten. Jezelf ervan bevrijden. Heel veel ellende, zoals lijden, geweld en oorlog, komt voort uit de verslavende werking van de Westerse welvaart. Miljarden broeders en zusters lijden onder de verslaving aan een onverzadigbare behoefte om steeds meer materiële zaken en bezittingen te vergaren. Jullie hele economie is gebaseerd op deze gevoeligheid voor verslaving die als een karmisch patroon in jullie systeem verankerd is.

 

De hele economie stoelt op deze onverzadigbare behoefte en de verslaving er aan. Het bestaan van tientallen soorten melk, cosmetica of auto’s bijvoorbeeld wordt veroorzaakt door de verslaving aan meer en meer hebben en meer kopen. Terwijl de drugsverslaving een erkend probleem is in jullie samenleving, is de nog vele malen grotere verslaving van hebzucht nog niet als zodanig onderkend. Velen van jullie zijn nog steeds in de veronderstelling dat “hebben” vreugde brengt en dat materiële welvaart de sleutel tot geluk is.

 

Diep in jullie hart weten jullie dat dit alles behalve waar is. Dus, lieve vrienden, heb de moed om eerlijk tegenover jezelf te zijn en de vraag te stellen: Waarom koop ik dit of dat? Is het omdat ik het nodig heb, omdat ik er plezier aan beleef of omdat ik niet anders kan, alsof er een sterke behoefte in me zit om te kopen en het te hebben? Mocht het antwoord “ja” zijn, veroordeel jezelf dan niet. Wees er zeker van dat als het je intentie is om deze verslaving los te laten, de Violette Vlam van onze broeder St. Germain deze NU zal transformeren.

 

 

power_addiction_300

 

 

We gaan verder met een andere subtiele vorm van verslaving. De verslaving aan macht. Misschien denken jullie dat deze verslavingsvorm alleen grote leiders en mensen in belangrijke posities toebehoort. We verzekeren jullie, lieve vrienden, children of love, dat deze verslaving bij ieder van jullie aanwezig kan zijn. Ook bij degenen die op het vierde pad lopen, ook bij degenen die in de veronderstelling zijn dat ze al bevrijd zijn van de behoefte aan macht. De behoefte aan macht, lieverds, zit diep in jullie karmische patroon verankerd.

 

Het is de sterkste en meest primitieve overlevingsstrategie. Jullie zijn daar nog niet volledig van bevrijd. Hoe uit de behoefte aan macht zich bij jou? Is het simpelweg behoefte aan aandacht, de behoefte om altijd in de belangstelling te staan, het hoogste of laatste woord te hebben? Is het de behoefte om controle te willen uitoefenen op je omgeving, je gezin, je vrienden, kinderen of in je werkomgeving? Is het de behoefte om altijd gelijk willen hebben? Het onvermogen om “sorry” te kunnen zeggen?

 

Deze behoeften zijn heel subtiele vormen van macht die verband houden met de onverzadigbare behoefte aan erkenning, bevestiging, overheersing en contact. Terwijl wij deze woorden uitspreken, komt er NU bij jullie beelden op van je persoonlijke behoeften en verslaving hieraan. Zodra je deze behoeften en de afhankelijkheid ervan erkent, heb dan de moed om van jezelf te blijven houden, om jezelf niet te veroordelen, maar om het gewoon te accepteren als iets dat bij jouw uitrusting hoorde, miljoenen jaren lang. Spreek nu je intentie uit om dit los te laten omdat je de oude uitrusting niet meer nodig hebt. Wees ervan overtuigd dat Meester St. Germain met zijn Violette Vlam de verslaving onmiddellijk zal transformeren.

 

Jullie geest (denken en voelen), lieve vrienden, is geniaal. Jullie kunnen zelfs verslaafd raken aan de rol van slachtoffer. Jullie raken even makkelijk verslaafd aan je rot voelen, aan ziek zijn, aan arm zijn, aan pech hebben als aan succes, macht, hebzucht of drugs. Jullie geloven dit misschien niet. Maar we verzekeren jullie dat dit WAAR IS. Dat komt door de dualiteit. In de dualistische dimensie waar jullie nog steeds van deel uitmaken, is het bewustzijn afgescheiden van de Bron, van de Essentie en daarom wordt dit beheerst door angst en door zwart-wit denken.

 

Gewenning geeft jullie een veilig gevoel. Daarentegen brengt verandering angst met zich mee. Op dit patroon, dat inherent is aan het dualistisch bewustzijn, zijn alle vormen van verslaving gebaseerd. Voor jullie geest is het niet belangrijk waaraan het verslaafd raakt. Pijn of genot, het is om het even. Het gaat om het patroon van het ontlopen van de verantwoordelijkheid, die verandering met zich mee brengt. En het leven is niet statisch. Het leven is onderhevig aan voortdurende verandering.

 

De komende tijd krijgen jullie de gelegenheid om te kiezen voor verlossing van de karmische patronen door jullie intentie te uiten en door gebruik te maken van de Violette Vlam van onze broeder St. Germain. Als jullie van een karmisch patroon in dit leven worden verlost zijn tegelijkertijd alle gevolgen van het karmisch patroon, ontstaan gedurende jullie vorige levens ook gezuiverd.

 

Zoals jullie weten bestaat in de hogere dimensies geen tijd meer. Dat heeft tot gevolg dat ook jullie karma als gevolg van de karmische patronen ongedaan gemaakt wordt. Dan pas zijn jullie voorgoed vrijgesteld van de karmische patronen. Dus spreek nu je intentie uit om bevrijd te mogen worden van het karmisch patroon van verslaving in al haar gedaantes. Zoek je eigen gewenningen en verslavingen op. Zie ze onder ogen. Veroordeel jezelf niet. Heb compassie met jezelf. Hou van wie je nu bent en niet van wie je kan worden. Je bent nu ook Volmaakt. Dat ben je altijd geweest. Alleen was je dit vergeten.

 

Lieve vrienden, de tijd is nu rijp om vrijheid en liefde in je leven te ervaren. Beiden liggen niet buiten jezelf, maar in jezelf. Gun jezelf de vrijheid. Gun jezelf onvoorwaardelijke liefde. Dat is wat je bent. Je was dit vergeten omdat je te maken had met de zeven karmische patronen, de zeven spelregels die zo sterk zijn dat je vergeten was waar het eigenlijk in het leven om ging en wie je werkelijk was. Miljoenen jaren lang ben je bezig geweest met deze zeven spelregels en het karma dat je daarmee creëerde.

 

Miljoenen jaren en duizenden levens wist je niet wie je was. Je was in de veronderstelling dat je een speelbal van het lot was of overgeleverd aan de goden. Je speelde het spel met hart en ziel en je leerde van je ervaringen. Door de planetaire omstandigheden en door de grote evolutiecyclus die op zijn einde loopt, worden de sluiers dunner en dunner. Jullie hebben deze kans gegrepen om de derde dimensie af te sluiten en de Eenheid te verankeren. In de Eenheid is er noch plaats voor verslaving, noch voor de overige karmische patronen. Er is alleen maar vrijheid. Doen wat je leuk vindt. Doen wat je voldoening geeft.

 

Het is niet nodig om iets te ontvluchten, omdat het leven een spel is. En dat besef je NU. Zodra je dit beseft kun je het spel met vreugde spelen, zoals een kind het doet, zonder angst, zonder het spel al te serieus te nemen. Er is niets om serieus te nemen. Het is zoals het is. Het leven Is. Buiten het duister is er alleen maar Liefde. En Liefde is vreugde, Liefde is lachen en je veilig voelen. Geniet van ieder moment van de dag. Ook al lijkt het op bepaalde momenten alsof je lichaam pijn lijdt of dat je ziel bloedt. Neem afstand, besef dat pijn en lijden maar illusie is.

 

In werkelijkheid is er alleen Liefde, vreugde en overvloed. Waarom zou je een moment van het leven willen ontvluchten? Besef hoe kostbaar het leven is. Besef wat een geschenk het is te mogen spelen. Besef dat dit gebeurt omdat jullie Goddelijke wezens zijn en omdat jullie er zelf voor gekozen hebben om dit spel te spelen. Zelfs de regels hebben jullie zelf gemaakt en daarom kunnen jullie die ook zelf veranderen. Als je een minuut geleden in de veronderstelling was dat je zonder televisie, pillen, ijskast of auto niet kon leven, vergeet dit. Dat is een gevangenschap die je jezelf oplegt. Je bent nergens van afhankelijk.

 

Ook van eten ben je in wezen niet afhankelijk. Fysiek voedsel, waarvan jullie overtuigd zijn dat het noodzakelijk is om te overleven, is ook een illusie. Jullie hebben fysiek voedsel niet nodig. Eten moet een plezier zijn, een genot. Maar nodig om te overleven, neen. Ook dat is een illusie die jullie collectief hebben geschapen. Lucht en licht zijn noodzakelijk. Voedsel niet. Maar zolang de collectieve overtuigingen geldig zijn, en dat zal nog lange tijd duren, hebben jullie voedsel, ijskasten, televisie, medicijnen en auto’s nodig. Maar je kunt jezelf wel bevrijden van de afhankelijkheid van deze middelen.

 

Zie deze middelen als een geschenk, geniet ervan, wees er dankbaar voor, speel er mee. Jij bent er de schepper van. Je mag ze gebruiken, maar je hoeft er niet van afhankelijk van te zijn. Je bent van niemand afhankelijk. Jullie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. We zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. We zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Al Wat Is, is onlosmakelijk met elkaar verbonden.

 

Als je je daar bewust van wordt, ben je altijd verbonden, nooit alleen. Je hebt geen enkele illusie meer nodig. Het gevoel van liefde en verbondenheid met al wat is is de grootste vreugde die het leven schenkt. Daar zijn jullie medescheppers van, lieve vrienden, children of love. We vragen jullie nu de volgende oefening te doen: Stel je boven je hoofd, ongeveer 60 cm boven je kruin, een stralende gouden lichtbol voor. Dat staat symbool voor je hogere Zelf, je Essentie, de oudste en trouwste vriend die je hebt, je onzichtbare grote broer of zus, je raadgever die op onverwachte momenten tot je spreekt.

 

Je Hogere Zelf. Laat vanuit je kruin een energielijn naar je Hogere Zelf lopen. Op het moment dat die verbinding tot stand is gebracht, ontstaat er een nieuwe energielijn vanuit je Hogere Zelf direct naar je hart. Zodra die verbinding er is, ontstaat onmiddellijk weer een nieuwe lijn van je hart naar je kruin en vervolgens naar je Hogere Zelf. Vanuit deze drie punten zul je de komende tijd in de eenheid leven. Deze verbinding is de verbinding met je Hogere Zelf. Van hieruit zullen alle centra worden gevoed.

 

Als gevolg daarvan zullen je denken, je gevoelens en je handelingen, maar ook je gezondheid en je spirituele ontwikkeling voortaan door je Hogere Zelf worden bestuurd. Als jullie willen, mogen jullie NU de intentie uitspreken dat je jezelf overgeeft aan je Hogere Zelf. Voortaan is je Hogere Zelf de bestuurder. Je ego en je mind zijn de instrumenten. Zo hebben jullie jezelf ontworpen. Vanaf nu zal er geen afgescheidenheid meer zijn. Vanaf Nu ben je Een met je Hogere Zelf. Ga nu met je aandacht terug naar je Hogere Zelf en werp lichtlijnen naar alle aanwezigen. Aanschouw het prachtige kunstwerk, het prachtige lichtschilderij, dat nu is ontstaan.

 

Ga terug naar je Hogere Zelf en werp vanuit daar energielijnen naar ons, jullie broeders en zusters achter de sluiers. De sluiers zijn er niet meer. Aanschouw nu het grotere kunstwerk dat is ontstaan. Het is geen statisch ontwerp. Het vibreert en beweegt en schijnt voortdurend. Ga terug naar je Hogere Zelf en werp opnieuw energielijnen naar mensen van wie je houdt of naar mensen over de hele wereld, ook naar die onbekenden gezichten die nu in je opkomen, ook naar bomen, planten, dieren, want je licht is oneindig. Je Hogere Zelf is een Bron van Goddelijke energie. Als je wilt kun je te allen tijde met Al Wat Is verbonden zijn en dan urenlang genieten van het kunstwerk van het leven zelf.

 

 

We houden onvoorwaardelijk van jullie,

Ik ben

Michael

 

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

Tiende Miniatuur : eerste Visioen van het Tweede Boek

Standaard

categorie : Hildegard von Bingen

.

.

.

.

.Tiende Miniatuur: eerste Visioen van het Tweede Boek

.

Het feit dat Hildegard een nieuw boek begint wijst erop, dat de openbaring van haar mystieke belevenis, aan belangrijkheid gaat winnen. Inderdaad, de vijf volgende visioenen en miniaturen vormen samen het middenluik van de triptiek waaruit Scivias bestaat.

De woorden van de hemelse stem:

“De levende God schiep alles door zijn woord. Door ditzelfde Woord, dat vlees aannam, heeft Hij ook zijn schepsel de mens, ongelukkig geworden door de zondeval in de duisternis, de vurig verhoopte verlossing teruggebracht.”

.

Hoe is dit geloofsgegeven door Hildegard in beeld gebracht?

.

Op een groot veld van zilver zien we twee cirkels, een gouden en een donkerblauwe. Het zilver wijst op de Eerste Persoon van de H. Drievuldigheid. In de vorige miniaturen werd met zilver het geloofslicht aangeduid. Abraham houdt in miniatuur acht een mes vast van zilver en sommige engelen in miniatuur negen dragen zilveren helmen.

De kleuren hebben bij Hildegard een wisselende betekenis in al de 35 miniaturen. Iedere keer verschuift de betekenis van de kleuren, die echter wel associatief met elkaar verbonden blijven. Zo staat zilver op de eerste plaats voor wit licht, dus niet het zonlicht maar het soort daglicht dat er is vóór zonsopgang of na zonsondergang.

We hebben in het visioen van de engelen reeds gezien dat God werd aangeduid door een kern van zuiver wit. Meer dan eens echter wordt in de miniaturen de heraldische kleur wit gebruikt voorgesteld door het metaal zilver. Verder wordt zilver gebruikt als er sprake is van een spiegel en haar weerspiegeling.

Omdat spiegels in die tijd gemaakt werden van gepolijst ijzer, is het ook te begrijpen dat de glanzende wapenrusting en zwaarden en lansen, waarover in de visioenen wordt gesproken, bij voorkeur worden aangegeven door zilver. Langs die weg ontstaat een associatie met macht, rechtvaardigheid en sterkte. En zo wordt het duidelijk dat Hildegard God, in het bijzonder de Vader, aanduidt met zilver.

In deze levenssfeer van de Vader zien we in de miniatuur twee cirkels, die als polen op elkaar inwerken. Er is een gouden cirkel die een blauwe circel omvat. Het goud staat hier voor de H. Geest en de liefdegloed waarmee deze alles tot ontwikkeling brengt. Deze gloed van de Geest omgeeft het Goddelijk Woord, de tweede Persoon van de H. Drievuldigheid. Deze is hier aangegeven door een discus van blauwe kleur, verlevendigd met golvende witte lijnen.

Met dit blauw wil Hildegard de diepste wezensopenbaring van God uitbeelden. De tweede Persoon is mens geworden in Christus en Deze heeft zich tot doel gemaakt van ons geestelijk leven en vormt tevens de overkoepeling van heel de schepping. Bij de volgende miniatuur wordt betekenis van de kleur blauw in de mystieke ervaringen van Hildegard met betrekking tot dit goddelijk geheim verduidelijkt.

De donkere schijf in het middenveld van deze miniatuur stelt de oerchaos voor waarover de H. Schrift in haar aanvang spreekt. De aarde was nog ongeordend en leeg en over de wereldzee heerste de duisternis. Dan begint de geschiedenis van Gods Geest die broedde over de wateren en de aarde bevruchtte. In de tekst van Scivias staat:

“De Vlam Gods werd witgloeiend en zie, er ontstond plotseling een donkere luchtkogel van enorme omvang, waarop de Vlam verschillende keren sloeg en iedere keer sprong er een vonk naar voren. Zo werd die kogel tot voltooiing gebracht en hemel en aarde kwamen ten volle in het licht.”

.

Op dit beeld van de Vlam die enkele keren op de luchtkogel sloeg, dienen we even dieper in te gaan. De Latijnse tekst spreekt van een faber, een werkman, die enkele slagen geeft en daardoor uit de donkere luchtkogel vonken deed springen. Hier wordt evenwel van geen gereedschap gesproken.

Zr. Böckeler vertaalt dit zo, dat de vlam op de kogel sloeg als een smid op een aambeeld, waardoor er bij iedere slag een vonk uitspatte. Dom Baillet zegt in zijn beschrijving van deze miniatuur, dat de zwarte cirkel aangeraakt wordt door een zilveren vinger en dat zo de wezens ontstaan. Hij verbaast zich wel erover dat de vinger niet blauw is, want door het Woord van de tweede Persoon is toch alles geschapen.

Hiltgart Keller spreekt van een zilveren tong, die uit een klomp leem een mens te voorschijn roept. Inderdaad zien we beelden van de zes scheppingsdagen, waarover in de tekst niet gesproken wordt, rondom deze tong geschikt.

We zien dat de miniaturist hier van de tekst afgeweken is, hetgeen hij nooit heeft kunnen doen buiten Hildegard om. We hebben nu als het ware twee verschillende lezingen van de visioenervaring: de eerste is de tekst in de Scivias met de uitleg ervan, de tweede is de weergave in de miniatuur.

Het gaat om de schepping van de mens en zijn verlossing. De schepping geschiedt door de drie goddelijke Personen. Deze Drieëenheid is voorgesteld door drie elementen, namelijk een gouden cirkel met rode lijnen verlevendigd, daar binnen een blauwe schijf verlevendigd met witte lijnen, en op de derde plaats een zilveren roede die doordringt in de ronde kogel van de oerchaos.

Vuur, hier uitgebeeld door het goud, is steeds het beeld van Gods Geest. De blauwe schijf noemt Hildegard een vlam van hemelkleur, die schittert als een saffier. Zo wordt deze vlam ook in het volgende visioen aangegeven, waar uitvoerig wordt uitgelegd, hoe deze saffier, het binnenste van God zelf, de tweede Persoon betekent.

De roede heeft de kleur van het metaal zilver, het heraldisch gegeven voor wit. Zoals wij in het visioen van de engelen in het middelpunt de witte kleur aantroffen als beeld van de volmaaktheid van God, zo wil de zilveren roede ons de almacht van God tonen.

Dom Baillet spreekt van een vinger, Hiltgart Keller van een tong en Zr. Böckeler van een smidshamer. Iedere godsdienstgeschiedkundige zal bij de eerste blik op deze miniatuur, zonder iets van het onderwerp af te weten, denken aan het fallisch symbool dat in alle godsdiensten voorkomt om de vruchtbare liefde van de Godheid voor de schepping aan te duiden.

Voor Hildegard zijn alle vormen van leven, van plantaardig -, dierlijk – tot geestelijk leven toe, allemaal openbaringen van Gods vruchtbaarheid. Het is niet moeilijk in de zes medaillons een uitbeelding te zien van de zes scheppingsdagen. Op de eerste dag, toen God sprak: “Het worde licht” zijn de engelen geschapen. Onder in de donkere luchtkogel zien we uit rode leem een mensenhoofd te voorschijn komen om de schepping van de mens uit te beelden.

Voor Hildegard is scheppen niet alleen iets smeden, iets maken, maar vooral de dingen het leven schenken, zoals een vader dat doet. De eerste mens zien wij – bovenaan rechts – ruiken aan een bloem die hangt aan de gouden schijf als een dauwdruppel aan een grashalm. Het is een prachtig beeld van het goddelijk aanbod van het zoete gebod der gehoorzaamheid. Zo kostbaar als de wonderbare dauw is voor de groei van de halm, zo waardevol is dit gebod van God voor de groei van het geestelijk leven.

Dom Baillet uitte zijn verbazing er over, dat de bloem zonder enige steun in de lucht hangt. Als men echter bij het opkomen van de zon voor een grasveld staat en men ziet hoe de dauwdruppels daar hangen, is men verbaasd over het wonder van de adhesi-capaciteit van een druppel. Hij hangt los aan de grashalm, maar valt niet naar beneden. Iets dergelijks bedoelde Hildegard, toen zij de stengel van Gods wet met drie bloempjes liet uitbeelden, als het ware klevend aan de goddelijke cirkel.

Helaas, Adam aanvaardde deze wet niet, hij rook er slechts aan en keerde zich er van af. Sedert dit moment breidde de chaos zich uit over het ganse heelal en heeft de duisternis de betekenis gekregen van zonde en dood. Immers, toen viel de mens ten prooi aan lijden en sterven.

Maar es kwam nieuwe hoop. God is machtig genoeg om zijn schepping te redden. Om deze overwinning van het licht op de duisternis voor te bereiden en aan te kondigen zendt God de aartsvaders en de profeten van wie St. Jan de Doper de laatste en de grootste is. Zij worden hier voorgesteld door gouden sterren.

Links zien we twaalf sterren waarvan er negen zeven punten hebben, en drie grotere met acht of negen punten: de drie aartsvaders. Rechts bevinden zich zeven sterren waarvan er één grotere met negen punten de voorloper St. Jan moet aanduiden. Verder zijn deze grote sterren omringd door kleine witte met zes punten, de  rechtvaardigen die leefden vóór de komst van Christus.

Zij zijn vierentachtig in getal, zeven maal twaalf. Zeven is een heilig getal in de Bijbel dat verwijst naar een nieuw gevolg en 12 is in de Bijbel het symbool voor perfect bestuur. Plotseling verschijnt op de aarde, vervolgt de uitleg, een licht als de dageraad en de Vlam verenigt zich op wonderbare wijze met die dageraad zonder zich van haar gouden oorsprong los te maken.

Hier komen we bij een van de voornaamste kernpunten van de mystieke openbaring voor Hildegard. In dit kerngegeven ontmoeten we het trefwoord ‘Aurora’ of de dageraad. Als men de acht teksten uit de H. Schrift, waarin sprake is van aurora naslaat, kunnen waarschijnlijk twee daarvan bij Hildegard voor dit beeld een rol spelen. De eerste zou dan de vraag van God aan Job zijn:

“Hebt ge ooit in uw leven de morgen ontboden en de dageraad zijn plaats gewezen?” (Job 38-12).

.

Hier laat God Job en ieder mens duidelijk voelen, dat Hij de schepper is en dat Hij alle dingen hun plaats aanwijst naar Zijn inzicht.

De tweede tekst is uit het Hooglied:

“Wie rijst daar op als het morgenrood?” (Hooglied 6-10).

.

Hier wordt het morgenrood als iets buitengewoons gezien en de aanstaande bruidegom spreekt zijn bewondering voor zijn bruid uit door haar daarmee te vergelijken.

In de duisternis van de chaos na de zonde komt er volgens Hildegard toch een nieuwe dageraad. Zonder de aarde met zijn vurige roede opnieuw te bevruchten, kiest God een andere weg. Hij zaait in maagdelijke grond. Alles wat door God is aangeraakt, is ongeschonden als een maagd. Uit deze maagdelijke grond neemt het Woord het vlees aan en wordt Hij de nieuwe bron van licht en leven.

Dit is het raadsbesluit van God, dat noch door engelen noch door heiligen of profeten kan worden begrepen. Daarom is hier de dageraad voorgesteld als een gloed oprijzende van achter de omlijsting. Hij is volledig gescheiden van de zwarte band die het middenveld van de miniatuur bedekt. God begint iets nieuws, en vanuit dit nieuwe valt het mensgeworden Woord de verduisterde chaos aan.

We zien, hoe een geheel vergulde Christusfiguur met zijn stralenkrans tot in de duisternis doorstoot, om de gevallen mens te verlichten en te verlossen. Het is merkwaardig, dat het morgenrood dat in feite op Maria slaat, met dezelfde kleuren wordt uitgebeeld als de grote zonnecirkel van de Godheid. In de kern zien we blauw en daar omheen een gouden gloed verlevendigd door rode lijnen.

Op deze kleuren komen we bij de bespreking van het volgende visioen nog uitvoerig terug. Nu reeds kunnen we zeggen, dat in het mysterie van de maagdelijkheid van Maria, van wie de Tweede Persoon zijn lichaam ontving, de drievoudige goddelijke activiteit zich als het ware opnieuw openbaart.

Hildegard zegt hiervan, dat in dit morgenrood de diepste wilsuiting van de Drieëne God zich geopenbaard heeft, om kost wat kost de gevallen mens toch op te nemen in Zijn goddelijk leven. Als Hildegard evenwel poogt nog dieper door te dringen in dit raadsbesluit, dan schrijft zij:

“Er werd mij een geheimnisvol zegel opgedrukt.” Want, zegt de hemelse Stem, je moet de geheimen Gods niet dieper willen doorvorsen, dan tot waar de goddelijke majesteit het in zijn liefde gunt aan hen, die Hem in diep geloof aanhangen”.

.

Hier naderen we het hoogtepunt van de mystieke ervaring, de vereniging van God met de ziel van de zieneres. Het is immers geen verwijt aan de geliefde, dat God haar niet toestaat dieper door te dringen in Zijn mysterie. Het is de bruidegom die zijn bruid verklaart dat zij op dit moment nog niet alles kan vatten van het overgrote geheim van het goddelijke trinitaire leven en van de Menswording.

Het is niet de mens die God begrijpen kan, nee het is andersom. Ondanks de eerste afwijzing gaat God toch de geliefde mensheid achterna. Het is het oerspel van elke liefdesbeleving: als de bruid wegloopt, vlamt de liefde hoger op met alle consequenties van dien. Maar de goddelijke greep en vereniging kunnen pijnlijk zijn. Hildegard dicteerde hier:

“In dit visioen is mij een geheim zegel opgedrukt.”

.

Als we de Bijbelteksten naslaan, zijn er maar twee te vinden in het Oude Testament en één enkele in het Boek der Openbaring van Johannes, wanneer hij spreekt over de zeven zegels, die eenmaal door het Lam verbroken worden. De eerste uit het O.T, is uit Job, waar de zon bevel krijgt niet te stralen en de sterren onder een zegel worden geplaatst. (Job. 9,7)

De andere tekst uit het Oude Testament is uit het Hooglied: “Leg mij op uw hart als een zegel en om uw arm als een band. Want sterk is de liefde.” (Hoogl. 8,6) Deze staat in de epiloog van het Hooglied, waar gezongen wordt over het altijd verenigd zijn van bruid en bruidegom.

Terwijl de bruidegom van het Hooglied vraagt als een zegel op het hart van de bruid gelegd te worden, zegt hier Hildegard, dat God zich als een geheim zegel op haar hart gedrukt heeft. Hier is in Bijbelse beeldspraak de hoogste mystieke vereniging aangeduid.

We kunnen nagaan wat in de Bijbelse tijden de uitdrukking van een zegel leggen op het hart betekend heeft. De zegelstempel en ook de zegel afdruk betekenen een persoonlijk en kostbaar bezit “Ik draag U (Zorobabel zoon van Salatiël) als een zegelring want Ik heb U uitverkoren” (Aggeus 2,23); zie verder Jer. 32 10-14. Neh. 10-1. Esth. 3-10 en 8-8 alsook Tob. 9-5. In al deze teksten is bezegeling tevens persoonlijke toe-eigening en bescherming (zie Deut. 6-18, Tob. 9-5, Mat. 27-66).

Het geheimnisvolle zegel drukt de bekroning uit van de liefdesvereniging van God met Hildegard. Dat hier geen afschermen van het mysterie is bedoeld, bewijst het volgende visioen, dat juist een dieper doordringen in het mysterie behelst. Het blijft merkwaardig, dat in deze miniatuur het verloop van het mysterie van de Menswording als een korte episode wordt weergegeven.

Slechts een felle aanval op de burcht van de duisternis. Misschien is dit wel de juiste benadering, zoals alleen een mystica die kan vatten. Dom Baillet, die zich liever houdt aan de geschreven tekst waar gesproken wordt over de levensloop van de Verlosser en de stichting van de Kerk, heeft een beetje moeite met deze vereenvoudiging, maar hij geeft er toch een spitsvondige verklaring voor.

Hij schrijft: “De miniaturist heeft het niet nodig gevonden om de Verrijzenis, de verschijningen van Pasen, Hemelvaart en Pinksteren weer te geven, al had hij in de traditionele iconografie voldoende modellen om na te tekenen. Een minder persoonlijk genie zou deze kans hebben aangegrepen om het perkament zonder veel moeite vol te maken. Onze kunstenaar had daar maling aan!”

In feite is het zo, dat het de bedoeling van Hildegard is geweest het leven van Christus in het verloop van het scheppings- en verlossingsverhaal te zien als een snelle meteoor, die flitst langs het donker hemelgewelf van tijd en eeuwigheid.

Even dienen we nog aandacht te schenken aan het figuurtje in de donkere chaos dat, overdekt met bloedrode wonden, aangeraakt wordt door de gulden vlam van de Christusfiguur, die oprijst uit de dageraad. Deze zwaar gewonde mens met witte haren kan zowel Christus zelf betekenen als de gevallen Adam, de vertegenwoordiger van de hele mensheid.

De uitleg van Hildegard is dat de Mensenzoon, die voortkomt uit de dageraad, zich hevig laat verwonden aan de duisternis, om daarna de gevallen mens op te richten. Dom Baillet vindt deze miniatuur de minst verantwoorde ten opzichte van de tekst van Scivias. Toch leert deze miniatuur ons het meeste over de spiritualiteit van Hildegard.

Zij leert ons de nieuwe wegen welke God gegaan is om, ondanks de val der engelen en van Adam in het paradijs, toch de voltooiing van Zijn glorie te bereiken. Het is de triomf van de Wijsheid en de Justitia van God, waarop in miniatuur 30 dieper wordt ingegaan.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

JOHN ASTRIA

 

Gebedsgenezing

Standaard

categorie : religie

 

 

Wat zegt de Bijbel over gebedsgenezing?

 

 

levenskracht

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

De Bijbel spreekt als geen ander boek op aarde over gebedsgenezing. Van begin tot eind verhaalt de Bijbel over de grote God van wonderen, die vol liefde is voor de gebroken mens, en die van harte bereid is onze ziekten te genezen en ons het leven in overvloed te geven. Zowel de profeten in het Oude Testament als de apostelen in het Nieuwe Testament zagen steeds weer dat God mensen volkomen herstelde door gebedsgenezing.

 

In het bijzonder in de bediening van Jezus Christus, die ons op volmaakte wijze liet zien wie God is, gebeurde vele duizenden wonderen van genezing.

 

Zo’n 25 procent van de evangeliën bestaat uit de geschiedschrijving van de talloze wonderen die Jezus deed. Door zoveel zieken te genezen, liet Hij enerzijds zien dat hij inderdaad de Zoon van God is. Het bevestigde zijn goddelijke gezag, zodat mensen luisteren naar zijn boodschap. Bovendien toonde Hij op deze manier hoeveel liefde en bewogenheid God heeft voor de lijdende mens en dat het niet Gods wil is dat zijn dierbare, geliefde kinderen ondraaglijk lijden door gruwelijke ziekte en pijn.

Jezus Christus genas echter niet alleen zelf vele duizenden zieken, Hij gaf ook zijn volgelingen nadrukkelijk opdracht hetzelfde te doen. Dit is wat Jezus Christus zei tegen zijn volgelingen:

 

“Genees de zieken en zeg tegen de mensen: Het koninkrijk van God is dicht bij u.” (Lukas 10:9)

“Ik zeg u, wie in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en grotere nog dan deze, want Ik ga tot de Vader.” (Johannes 14:12)

 

 

 

 

 

Gebedsgenezing vandaag

 

Dat God vroeger grote wonderen deed, begrijpen veel mensen wel. Maar de vraag is of dit ook nog vandaag de dag gebeurt. Om antwoord op deze vraag te krijgen moeten we eerlijk durven lezen wat er in de Bijbel staat. Een centraal thema in de Bijbel is Gods verlangen om zijn geliefde kinderen te bevrijden van elk juk in hun leven en ze het leven in overvloed te geven. Dit zijn enkele citaten uit de Bijbel:

 

“Geliefde, ik bid, dat het u in alles wèl ga en gij gezond zijt.” (3 Johannes 1:2)

“Smaakt en ziet, dat de HERE goed is; welzalig de man die bij Hem schuilt.” (Psalm 34:9)

“Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed.” (Johannes 10:10)

“Hij geneest al uw kwalen, hij redt uw leven van het graf, hij kroont u met trouw en liefde, hij overlaadt u met schoonheid en geluk, uw jeugd vernieuwt zich als een adelaar.” (Psalm 103:3-5)

 

 

Nergens kun je in de Bijbel lezen dat God er vreugde in heeft om zijn geliefde kinderen ziek te maken, hun leven te vernietigen en ze ondraaglijk lijden mee te geven. Integendeel, God benadrukt doorheen de Bijbel dat Hij ons leven wil geven, vreugde, rust, geluk, enz. Hij is een goede Vader, die voor ons zorgt.

 

 

 

Wat zegt Jezus Christus over gebedsgenezing?

 

Naast de algemene openbaring over het karakter van God, laat de Bijbel ons zien dat we God op volmaakte wijze kunnen leren kennen als we kijken naar Jezus Christus. Jezus Christus zei dat Hij alleen deed wat de Vader Hem toonde en dat Hij en de Vader een volmaakte eenheid zijn.

 

“Als je mij kent, zul je ook mijn Vader kennen.” (Johannes 14:7)

‘Ik verzeker u,’ zei Jezus tegen hen, ‘de Zoon kan niets doen uit zichzelf; hij doet alleen wat hij de Vader ziet doen. Wat hij doet, doet de Zoon ook.’ (Johannes 5:19)

 

De volmaakte wil van God is door niemand anders zo volkomen tot uiting gekomen als in zijn Zoon Jezus Christus. In de woorden en daden van Jezus zien we wie God is.

 

Hij genas hen van alle ziekten en kwalen. Ze brachten hem ALLEN die er slecht aan toe waren, mensen met allerlei ziekten en pijnen, bezetenen,  lijders aan vallende ziekte en verlamden, en hij maakte hen beter.” (Mattheus 4:23,24)

“Ze brachten verlamden, blinden, kreupelen en doofstommen mee en nog veel andere zieken en legden die aan zijn voeten neer. En hij genas hen.” (Mattheus 15:30)

“Blinden en verlamden kwamen daar bij hem en hij genas hen.” (Mattheus 21:14)

 

 

Er staat meerdere malen dat Jezus Christus allen genas die bij Hem kwamen. Niet een enkeling of enkelen, maar allen

 

“Als een weldoener ging hij rond: hij genas allen die in de macht van de duivel waren.” (Handelingen 10:38)

 

Nergens in de Bijbel zie je dat Jezus Christus iemand niet wilde genezen. Eigenlijk kon Jezus slechts op een enkele plek niet velen genezen, en dat was in de stad van zijn jeugd, waar ze geen geloof in Hem hadden. Dat lag dus niet aan Jezus, maar aan de mensen die Hem niet erkenden als een gezondene van God.

 

 

 

Jezus gehoorzaamde zijn Vader en genas de zieken

 

Dat is wat de Bijbel ons klaar en duidelijk laat zien. Is gebedsgenezing echter ook nog voor vandaag? Geneest Jezus ook nu de zieken? Doet God nog steeds wonderen? Het antwoord is eenvoudiger dan je misschien denkt. Jezus gaf namelijk een duidelijke opdracht aan zijn volgelingen:

 

“Genees de zieken en zeg tegen de mensen: Het koninkrijk van God is dicht bij u.” (Lukas 10:9)

“Ik zeg u, wie in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en grotere nog dan deze, want Ik ga tot de Vader.” (Johannes 14:12)

“Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit.” (Johannes 20:21)

 

Jezus geeft zijn volgelingen de duidelijke opdracht om zieken te genezen. Nergens in de Bijbel staat dat God deze opdracht heeft teruggetrokken. De bewering dat deze opdracht niet voor vandaag geldt, kan op geen enkele wijze vanuit de Bijbel gestaafd worden. Integendeel, dan ga je radicaal in tegen het duidelijke geschreven Woord van God dat ons de nadrukkelijke opdracht geeft: Genees de zieken.

Gebedsgenezing is voor volgelingen van Jezus Christus een opdracht. Niet alleen lang geleden, maar ook vandaag. Omdat gebedsgenezing zo belangrijk is, geeft God bovennatuurlijke gaven van de Geest aan zijn kinderen om zieken te genezen:

 

“Door die ene Geest krijgen anderen de gave om zieken te genezen of de kracht om wonderen te doen.” (1 Korinthe 12:9)

 

Er is een leugen in veel kerken binnengeslopen dat gebedsgenezing en wonderen niet meer voor deze tijd zijn en enkel was weggelegd voor de tijd van de apostelen uit de eerste eeuw. Die leer staat in schril contrast met wat de Bijbel leert. Niet alleen spreekt het Nieuwe Testament over Gods wil en opdracht om te genezen, ook in het Oude Testament is het duidelijk wie God is:

 

“Ik, de HERE, ben uw Heelmeester.” (Exodus 15:26)

 

 

God openbaart zich doorheen de Bijbel als onze Genezer

 

God heeft altijd mensen gebruikt om zijn genezing door te geven. In het Oude Testament gebruikte Hij zijn profeten, daarna kwam Gods wil tot uiting in Jezus Christus die vele duizenden (zelfs uit de landen rond Israël) genas. En Jezus gaf de opdracht aan hen die Hem dienen:

 

doe hetzelfde wat Ik gedaan heb. De Vader zond Mij, nu zend Ik jullie. Ga, verkondig het koninkrijk en genees de zieken.

 

Dat is een hele uitdaging, die ons heel diep naar God zelf toe trekt. Het maakt ons hongerig om niet alleen woorden over God te kennen, maar om Hem zelf te kennen en zijn kracht te ontdekken in ons leven. Religie brengt geen genezing, maar bestrijdt juist de kracht van God. Religie wil enkel woorden. Maar als we Jezus Christus gehoorzamen, worden we heel diep afhankelijk van God en weten we: het is tijd dat we ons losmaken van alles wat Jezus Christus belemmert en dat we gehoor geven aan zijn roep.

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

Tiende Miniatuur : eerste Visioen van het Tweede Boek

Standaard

categorie : Hildegard von Bingen

.

.

.

.

.Tiende Miniatuur: eerste Visioen van het Tweede Boek

.

Het feit dat Hildegard een nieuw boek begint wijst erop, dat de openbaring van haar mystieke belevenis, aan belangrijkheid gaat winnen. Inderdaad, de vijf volgende visioenen en miniaturen vormen samen het middenluik van de triptiek waaruit Scivias bestaat.

De woorden van de hemelse stem:

“De levende God schiep alles door zijn woord. Door ditzelfde Woord, dat vlees aannam, heeft Hij ook zijn schepsel de mens, ongelukkig geworden door de zondeval in de duisternis, de vurig verhoopte verlossing teruggebracht.”

.

Hoe is dit geloofsgegeven door Hildegard in beeld gebracht?

.

Op een groot veld van zilver zien we twee cirkels, een gouden en een donkerblauwe. Het zilver wijst op de Eerste Persoon van de H. Drievuldigheid. In de vorige miniaturen werd met zilver het geloofslicht aangeduid. Abraham houdt in miniatuur acht een mes vast van zilver en sommige engelen in miniatuur negen dragen zilveren helmen.

De kleuren hebben bij Hildegard een wisselende betekenis in al de 35 miniaturen. Iedere keer verschuift de betekenis van de kleuren, die echter wel associatief met elkaar verbonden blijven. Zo staat zilver op de eerste plaats voor wit licht, dus niet het zonlicht maar het soort daglicht dat er is vóór zonsopgang of na zonsondergang.

We hebben in het visioen van de engelen reeds gezien dat God werd aangeduid door een kern van zuiver wit. Meer dan eens echter wordt in de miniaturen de heraldische kleur wit gebruikt voorgesteld door het metaal zilver. Verder wordt zilver gebruikt als er sprake is van een spiegel en haar weerspiegeling.

Omdat spiegels in die tijd gemaakt werden van gepolijst ijzer, is het ook te begrijpen dat de glanzende wapenrusting en zwaarden en lansen, waarover in de visioenen wordt gesproken, bij voorkeur worden aangegeven door zilver. Langs die weg ontstaat een associatie met macht, rechtvaardigheid en sterkte. En zo wordt het duidelijk dat Hildegard God, in het bijzonder de Vader, aanduidt met zilver.

In deze levenssfeer van de Vader zien we in de miniatuur twee cirkels, die als polen op elkaar inwerken. Er is een gouden cirkel die een blauwe circel omvat. Het goud staat hier voor de H. Geest en de liefdegloed waarmee deze alles tot ontwikkeling brengt. Deze gloed van de Geest omgeeft het Goddelijk Woord, de tweede Persoon van de H. Drievuldigheid. Deze is hier aangegeven door een discus van blauwe kleur, verlevendigd met golvende witte lijnen.

Met dit blauw wil Hildegard de diepste wezensopenbaring van God uitbeelden. De tweede Persoon is mens geworden in Christus en Deze heeft zich tot doel gemaakt van ons geestelijk leven en vormt tevens de overkoepeling van heel de schepping. Bij de volgende miniatuur wordt betekenis van de kleur blauw in de mystieke ervaringen van Hildegard met betrekking tot dit goddelijk geheim verduidelijkt.

De donkere schijf in het middenveld van deze miniatuur stelt de oerchaos voor waarover de H. Schrift in haar aanvang spreekt. De aarde was nog ongeordend en leeg en over de wereldzee heerste de duisternis. Dan begint de geschiedenis van Gods Geest die broedde over de wateren en de aarde bevruchtte. In de tekst van Scivias staat:

“De Vlam Gods werd witgloeiend en zie, er ontstond plotseling een donkere luchtkogel van enorme omvang, waarop de Vlam verschillende keren sloeg en iedere keer sprong er een vonk naar voren. Zo werd die kogel tot voltooiing gebracht en hemel en aarde kwamen ten volle in het licht.”

.

Op dit beeld van de Vlam die enkele keren op de luchtkogel sloeg, dienen we even dieper in te gaan. De Latijnse tekst spreekt van een faber, een werkman, die enkele slagen geeft en daardoor uit de donkere luchtkogel vonken deed springen. Hier wordt evenwel van geen gereedschap gesproken.

Zr. Böckeler vertaalt dit zo, dat de vlam op de kogel sloeg als een smid op een aambeeld, waardoor er bij iedere slag een vonk uitspatte. Dom Baillet zegt in zijn beschrijving van deze miniatuur, dat de zwarte cirkel aangeraakt wordt door een zilveren vinger en dat zo de wezens ontstaan. Hij verbaast zich wel erover dat de vinger niet blauw is, want door het Woord van de tweede Persoon is toch alles geschapen.

Hiltgart Keller spreekt van een zilveren tong, die uit een klomp leem een mens te voorschijn roept. Inderdaad zien we beelden van de zes scheppingsdagen, waarover in de tekst niet gesproken wordt, rondom deze tong geschikt.

We zien dat de miniaturist hier van de tekst afgeweken is, hetgeen hij nooit heeft kunnen doen buiten Hildegard om. We hebben nu als het ware twee verschillende lezingen van de visioenervaring: de eerste is de tekst in de Scivias met de uitleg ervan, de tweede is de weergave in de miniatuur.

Het gaat om de schepping van de mens en zijn verlossing. De schepping geschiedt door de drie goddelijke Personen. Deze Drieëenheid is voorgesteld door drie elementen, namelijk een gouden cirkel met rode lijnen verlevendigd, daar binnen een blauwe schijf verlevendigd met witte lijnen, en op de derde plaats een zilveren roede die doordringt in de ronde kogel van de oerchaos.

Vuur, hier uitgebeeld door het goud, is steeds het beeld van Gods Geest. De blauwe schijf noemt Hildegard een vlam van hemelkleur, die schittert als een saffier. Zo wordt deze vlam ook in het volgende visioen aangegeven, waar uitvoerig wordt uitgelegd, hoe deze saffier, het binnenste van God zelf, de tweede Persoon betekent.

De roede heeft de kleur van het metaal zilver, het heraldisch gegeven voor wit. Zoals wij in het visioen van de engelen in het middelpunt de witte kleur aantroffen als beeld van de volmaaktheid van God, zo wil de zilveren roede ons de almacht van God tonen.

Dom Baillet spreekt van een vinger, Hiltgart Keller van een tong en Zr. Böckeler van een smidshamer. Iedere godsdienstgeschiedkundige zal bij de eerste blik op deze miniatuur, zonder iets van het onderwerp af te weten, denken aan het fallisch symbool dat in alle godsdiensten voorkomt om de vruchtbare liefde van de Godheid voor de schepping aan te duiden.

Voor Hildegard zijn alle vormen van leven, van plantaardig -, dierlijk – tot geestelijk leven toe, allemaal openbaringen van Gods vruchtbaarheid. Het is niet moeilijk in de zes medaillons een uitbeelding te zien van de zes scheppingsdagen. Op de eerste dag, toen God sprak: “Het worde licht” zijn de engelen geschapen. Onder in de donkere luchtkogel zien we uit rode leem een mensenhoofd te voorschijn komen om de schepping van de mens uit te beelden.

Voor Hildegard is scheppen niet alleen iets smeden, iets maken, maar vooral de dingen het leven schenken, zoals een vader dat doet. De eerste mens zien wij – bovenaan rechts – ruiken aan een bloem die hangt aan de gouden schijf als een dauwdruppel aan een grashalm. Het is een prachtig beeld van het goddelijk aanbod van het zoete gebod der gehoorzaamheid. Zo kostbaar als de wonderbare dauw is voor de groei van de halm, zo waardevol is dit gebod van God voor de groei van het geestelijk leven.

Dom Baillet uitte zijn verbazing er over, dat de bloem zonder enige steun in de lucht hangt. Als men echter bij het opkomen van de zon voor een grasveld staat en men ziet hoe de dauwdruppels daar hangen, is men verbaasd over het wonder van de adhesi-capaciteit van een druppel. Hij hangt los aan de grashalm, maar valt niet naar beneden. Iets dergelijks bedoelde Hildegard, toen zij de stengel van Gods wet met drie bloempjes liet uitbeelden, als het ware klevend aan de goddelijke cirkel.

Helaas, Adam aanvaardde deze wet niet, hij rook er slechts aan en keerde zich er van af. Sedert dit moment breidde de chaos zich uit over het ganse heelal en heeft de duisternis de betekenis gekregen van zonde en dood. Immers, toen viel de mens ten prooi aan lijden en sterven.

Maar es kwam nieuwe hoop. God is machtig genoeg om zijn schepping te redden. Om deze overwinning van het licht op de duisternis voor te bereiden en aan te kondigen zendt God de aartsvaders en de profeten van wie St. Jan de Doper de laatste en de grootste is. Zij worden hier voorgesteld door gouden sterren.

Links zien we twaalf sterren waarvan er negen zeven punten hebben, en drie grotere met acht of negen punten: de drie aartsvaders. Rechts bevinden zich zeven sterren waarvan er één grotere met negen punten de voorloper St. Jan moet aanduiden. Verder zijn deze grote sterren omringd door kleine witte met zes punten, de  rechtvaardigen die leefden vóór de komst van Christus.

Zij zijn vierentachtig in getal, zeven maal twaalf. Zeven is een heilig getal in de Bijbel dat verwijst naar een nieuw gevolg en 12 is in de Bijbel het symbool voor perfect bestuur. Plotseling verschijnt op de aarde, vervolgt de uitleg, een licht als de dageraad en de Vlam verenigt zich op wonderbare wijze met die dageraad zonder zich van haar gouden oorsprong los te maken.

Hier komen we bij een van de voornaamste kernpunten van de mystieke openbaring voor Hildegard. In dit kerngegeven ontmoeten we het trefwoord ‘Aurora’ of de dageraad. Als men de acht teksten uit de H. Schrift, waarin sprake is van aurora naslaat, kunnen waarschijnlijk twee daarvan bij Hildegard voor dit beeld een rol spelen. De eerste zou dan de vraag van God aan Job zijn:

“Hebt ge ooit in uw leven de morgen ontboden en de dageraad zijn plaats gewezen?” (Job 38-12).

.

Hier laat God Job en ieder mens duidelijk voelen, dat Hij de schepper is en dat Hij alle dingen hun plaats aanwijst naar Zijn inzicht.

De tweede tekst is uit het Hooglied:

“Wie rijst daar op als het morgenrood?” (Hooglied 6-10).

.

Hier wordt het morgenrood als iets buitengewoons gezien en de aanstaande bruidegom spreekt zijn bewondering voor zijn bruid uit door haar daarmee te vergelijken.

In de duisternis van de chaos na de zonde komt er volgens Hildegard toch een nieuwe dageraad. Zonder de aarde met zijn vurige roede opnieuw te bevruchten, kiest God een andere weg. Hij zaait in maagdelijke grond. Alles wat door God is aangeraakt, is ongeschonden als een maagd. Uit deze maagdelijke grond neemt het Woord het vlees aan en wordt Hij de nieuwe bron van licht en leven.

Dit is het raadsbesluit van God, dat noch door engelen noch door heiligen of profeten kan worden begrepen. Daarom is hier de dageraad voorgesteld als een gloed oprijzende van achter de omlijsting. Hij is volledig gescheiden van de zwarte band die het middenveld van de miniatuur bedekt. God begint iets nieuws, en vanuit dit nieuwe valt het mensgeworden Woord de verduisterde chaos aan.

We zien, hoe een geheel vergulde Christusfiguur met zijn stralenkrans tot in de duisternis doorstoot, om de gevallen mens te verlichten en te verlossen. Het is merkwaardig, dat het morgenrood dat in feite op Maria slaat, met dezelfde kleuren wordt uitgebeeld als de grote zonnecirkel van de Godheid. In de kern zien we blauw en daar omheen een gouden gloed verlevendigd door rode lijnen.

Op deze kleuren komen we bij de bespreking van het volgende visioen nog uitvoerig terug. Nu reeds kunnen we zeggen, dat in het mysterie van de maagdelijkheid van Maria, van wie de Tweede Persoon zijn lichaam ontving, de drievoudige goddelijke activiteit zich als het ware opnieuw openbaart.

Hildegard zegt hiervan, dat in dit morgenrood de diepste wilsuiting van de Drieëne God zich geopenbaard heeft, om kost wat kost de gevallen mens toch op te nemen in Zijn goddelijk leven. Als Hildegard evenwel poogt nog dieper door te dringen in dit raadsbesluit, dan schrijft zij:

“Er werd mij een geheimnisvol zegel opgedrukt.” Want, zegt de hemelse Stem, je moet de geheimen Gods niet dieper willen doorvorsen, dan tot waar de goddelijke majesteit het in zijn liefde gunt aan hen, die Hem in diep geloof aanhangen”.

.

Hier naderen we het hoogtepunt van de mystieke ervaring, de vereniging van God met de ziel van de zieneres. Het is immers geen verwijt aan de geliefde, dat God haar niet toestaat dieper door te dringen in Zijn mysterie. Het is de bruidegom die zijn bruid verklaart dat zij op dit moment nog niet alles kan vatten van het overgrote geheim van het goddelijke trinitaire leven en van de Menswording.

Het is niet de mens die God begrijpen kan, nee het is andersom. Ondanks de eerste afwijzing gaat God toch de geliefde mensheid achterna. Het is het oerspel van elke liefdesbeleving: als de bruid wegloopt, vlamt de liefde hoger op met alle consequenties van dien. Maar de goddelijke greep en vereniging kunnen pijnlijk zijn. Hildegard dicteerde hier:

“In dit visioen is mij een geheim zegel opgedrukt.”

.

Als we de Bijbelteksten naslaan, zijn er maar twee te vinden in het Oude Testament en één enkele in het Boek der Openbaring van Johannes, wanneer hij spreekt over de zeven zegels, die eenmaal door het Lam verbroken worden. De eerste uit het O.T, is uit Job, waar de zon bevel krijgt niet te stralen en de sterren onder een zegel worden geplaatst. (Job. 9,7)

De andere tekst uit het Oude Testament is uit het Hooglied: “Leg mij op uw hart als een zegel en om uw arm als een band. Want sterk is de liefde.” (Hoogl. 8,6) Deze staat in de epiloog van het Hooglied, waar gezongen wordt over het altijd verenigd zijn van bruid en bruidegom.

Terwijl de bruidegom van het Hooglied vraagt als een zegel op het hart van de bruid gelegd te worden, zegt hier Hildegard, dat God zich als een geheim zegel op haar hart gedrukt heeft. Hier is in Bijbelse beeldspraak de hoogste mystieke vereniging aangeduid.

We kunnen nagaan wat in de Bijbelse tijden de uitdrukking van een zegel leggen op het hart betekend heeft. De zegelstempel en ook de zegel afdruk betekenen een persoonlijk en kostbaar bezit “Ik draag U (Zorobabel zoon van Salatiël) als een zegelring want Ik heb U uitverkoren” (Aggeus 2,23); zie verder Jer. 32 10-14. Neh. 10-1. Esth. 3-10 en 8-8 alsook Tob. 9-5. In al deze teksten is bezegeling tevens persoonlijke toe-eigening en bescherming (zie Deut. 6-18, Tob. 9-5, Mat. 27-66).

Het geheimnisvolle zegel drukt de bekroning uit van de liefdesvereniging van God met Hildegard. Dat hier geen afschermen van het mysterie is bedoeld, bewijst het volgende visioen, dat juist een dieper doordringen in het mysterie behelst. Het blijft merkwaardig, dat in deze miniatuur het verloop van het mysterie van de Menswording als een korte episode wordt weergegeven.

Slechts een felle aanval op de burcht van de duisternis. Misschien is dit wel de juiste benadering, zoals alleen een mystica die kan vatten. Dom Baillet, die zich liever houdt aan de geschreven tekst waar gesproken wordt over de levensloop van de Verlosser en de stichting van de Kerk, heeft een beetje moeite met deze vereenvoudiging, maar hij geeft er toch een spitsvondige verklaring voor.

Hij schrijft: “De miniaturist heeft het niet nodig gevonden om de Verrijzenis, de verschijningen van Pasen, Hemelvaart en Pinksteren weer te geven, al had hij in de traditionele iconografie voldoende modellen om na te tekenen. Een minder persoonlijk genie zou deze kans hebben aangegrepen om het perkament zonder veel moeite vol te maken. Onze kunstenaar had daar maling aan!”

In feite is het zo, dat het de bedoeling van Hildegard is geweest het leven van Christus in het verloop van het scheppings- en verlossingsverhaal te zien als een snelle meteoor, die flitst langs het donker hemelgewelf van tijd en eeuwigheid.

Even dienen we nog aandacht te schenken aan het figuurtje in de donkere chaos dat, overdekt met bloedrode wonden, aangeraakt wordt door de gulden vlam van de Christusfiguur, die oprijst uit de dageraad. Deze zwaar gewonde mens met witte haren kan zowel Christus zelf betekenen als de gevallen Adam, de vertegenwoordiger van de hele mensheid.

De uitleg van Hildegard is dat de Mensenzoon, die voortkomt uit de dageraad, zich hevig laat verwonden aan de duisternis, om daarna de gevallen mens op te richten. Dom Baillet vindt deze miniatuur de minst verantwoorde ten opzichte van de tekst van Scivias. Toch leert deze miniatuur ons het meeste over de spiritualiteit van Hildegard.

Zij leert ons de nieuwe wegen welke God gegaan is om, ondanks de val der engelen en van Adam in het paradijs, toch de voltooiing van Zijn glorie te bereiken. Het is de triomf van de Wijsheid en de Justitia van God, waarop in miniatuur 30 dieper wordt ingegaan.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

JOHN ASTRIA

 

7 Bijbelfiguren, een symbool van Jezus

Standaard

categorie : religie

 

 

 

Met kerst vieren we weer dat de Heere Jezus naar de aarde is gekomen om ons te verlossen. Maar in het Oude Testament komen al meerdere figuren voor die vooruitwijzen naar Jezus.

 

 

Jezus in en uit Maria

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

1. Simson

 

In Richteren : 13 lezen we over de geboorteaankondiging van Simson. De moeder van Simson was altijd onvruchtbaar geweest en had dan ook geen kinderen. Maar dan spreekt God: Want zie, u zult zwanger worden en een zoon baren. En waar kennen we die zin ook alweer van? God belooft bij de geboorteaankondiging van Simson verder dat hij een begin zal maken om Israël te verlossen, het werk dat de Heere Jezus uiteindelijk zal voltooien.

 

 

2. Jozef

 

Het bekendste symbool van Jezus in het Oude Testament is misschien wel Jozef. Veel Bijbel uitleggers zien in het leven van Jozef veel terug van de Heere Jezus: hij wordt door zijn broers afgewezen, door een ander volk als verlosser binnengehaald en later alsnog door zijn broers erkend. Dat wijst vooruit naar het leven van Jezus. Hij wordt door Zijn eigen volk uitgeleverd in dienst van de andere volken, die Hem daarna als Verlosser erkennen. Uiteindelijk zal Hij ook door Zijn eigen volk worden erkend als Messias.

 

 

3. Adam

 

Zelfs de eerste mens wees al op de komst van de Messias. In Romeinen 5:14 staat: Toch heeft de dood geregeerd van Adam tot Mozes toe, ook over hen die niet gezondigd hadden met eenzelfde overtreding als Adam, die een voorbeeld is van Hem Die komen zou.

Adam is de enige Bijbelse figuur waarover in de Bijbel zelf wordt geschreven dat hij een symbool is van Jezus. Opmerkelijk, want je zou zeggen dat de eerste zondaar nou niet direct een voorbeeld is van de Messias. Toch wordt Adam door Paulus zo genoemd. Een uitleg hiervan is dat Adam zichzelf vernederde voor zijn vrouw Eva, zoals Christus Zich vernederde voor de mens. (lees in dat verband ook Efeze : 5)

 

 

4. Melchizedek

 

In Genesis 14:18 wordt voor het eerst melding gemaakt van een zekere Melchizedek. Zijn naam betekent Koning van de Gerechtigheid. Hij was de koning van Salem (= vrede), dus was hij ook de Koning van de Vrede. Dat is een wel heel duidelijke vooruitwijzing naar Jezus. In Hebreeën : 7 wordt verder van Melchizedek gezegd dat hij, net als Jezus, geen oorsprong en einde kent.

 

 

5. Izaak

 

In Genesis lezen we dat Abraham een merkwaardige opdracht krijgt van God: hij moet zijn zoon Izaäk offeren. Dat moest gebeuren op de berg Moria (Genesis 22:2). De opdracht blijkt gelukkig alleen maar een test te zijn van Abrahams geloof, maar de offerlocatie blijft opvallend. Op de uitlopers van de berg Moria vinden we namelijk Golgotha: de plek waar God Zijn eigen Zoon heeft geofferd.

 

 

6. Het Pesachlam

 

In het Paasevangelie zijn er een aantal opmerkelijke verbanden te zien tussen het lijden van de Heere Jezus en de manier waarop Israël het Pesachfeest viert:

  • tijdens Pesach werd in Jeruzalem altijd een Paaslam geslacht om de zonden van het volk Israël weg te nemen
  • Jezus stierf op hetzelfde moment als dat het Pesachlam altijd werd geslacht: om drie uur ’s middags op de 14e dag van de maand Niesan
  • de benen van het Pesachlam mochten niet worden gebroken worden, net als bij Jezus (Johannes 19:33)
  • men stak na het slachten een spies door het Pesachlam heen, via de bek dwars naar de achterkant. Daarna brachten ze een dwarsspies aan, van de ene naar de andere voorpoot: een gekruisigd lam dus, net als Jezus.

 

 

7. Israël

 

Ook de geschiedenis van het volk Israël is een vooruitwijzing naar het leven van Jezus:

  • beiden kennen een wonderlijke geboorte. Israël komt voort uit Abraham en Sara, die lange tijd onvruchtbaar waren. Jezus komt voort uit Maria, die als maagd zwanger werd.
  • beiden zijn geroepen uit Egypte (Hosea 11:1 en Mattheüs 2:19,20)
  • beiden worden de Knecht des Heeren genoemd in Jesaja 41 t/m 53
  • beiden worden het Licht voor de wereld genoemd (Jesaja 42:6 en Johannes 8:12)

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

Tiende Miniatuur : eerste Visioen van het Tweede Boek

Standaard

categorie : Hildegard von Bingen

.

.

.

.

.Tiende Miniatuur: eerste Visioen van het Tweede Boek

.

Het feit dat Hildegard een nieuw boek begint wijst erop, dat de openbaring van haar mystieke belevenis, aan belangrijkheid gaat winnen. Inderdaad, de vijf volgende visioenen en miniaturen vormen samen het middenluik van de triptiek waaruit Scivias bestaat.

De woorden van de hemelse stem:

“De levende God schiep alles door zijn woord. Door ditzelfde Woord, dat vlees aannam, heeft Hij ook zijn schepsel de mens, ongelukkig geworden door de zondeval in de duisternis, de vurig verhoopte verlossing teruggebracht.”

.

Hoe is dit geloofsgegeven door Hildegard in beeld gebracht?

.

Op een groot veld van zilver zien we twee cirkels, een gouden en een donkerblauwe. Het zilver wijst op de Eerste Persoon van de H. Drievuldigheid. In de vorige miniaturen werd met zilver het geloofslicht aangeduid. Abraham houdt in miniatuur acht een mes vast van zilver en sommige engelen in miniatuur negen dragen zilveren helmen.

De kleuren hebben bij Hildegard een wisselende betekenis in al de 35 miniaturen. Iedere keer verschuift de betekenis van de kleuren, die echter wel associatief met elkaar verbonden blijven. Zo staat zilver op de eerste plaats voor wit licht, dus niet het zonlicht maar het soort daglicht dat er is vóór zonsopgang of na zonsondergang.

We hebben in het visioen van de engelen reeds gezien dat God werd aangeduid door een kern van zuiver wit. Meer dan eens echter wordt in de miniaturen de heraldische kleur wit gebruikt voorgesteld door het metaal zilver. Verder wordt zilver gebruikt als er sprake is van een spiegel en haar weerspiegeling.

Omdat spiegels in die tijd gemaakt werden van gepolijst ijzer, is het ook te begrijpen dat de glanzende wapenrusting en zwaarden en lansen, waarover in de visioenen wordt gesproken, bij voorkeur worden aangegeven door zilver. Langs die weg ontstaat een associatie met macht, rechtvaardigheid en sterkte. En zo wordt het duidelijk dat Hildegard God, in het bijzonder de Vader, aanduidt met zilver.

In deze levenssfeer van de Vader zien we in de miniatuur twee cirkels, die als polen op elkaar inwerken. Er is een gouden cirkel die een blauwe circel omvat. Het goud staat hier voor de H. Geest en de liefdegloed waarmee deze alles tot ontwikkeling brengt. Deze gloed van de Geest omgeeft het Goddelijk Woord, de tweede Persoon van de H. Drievuldigheid. Deze is hier aangegeven door een discus van blauwe kleur, verlevendigd met golvende witte lijnen.

Met dit blauw wil Hildegard de diepste wezensopenbaring van God uitbeelden. De tweede Persoon is mens geworden in Christus en Deze heeft zich tot doel gemaakt van ons geestelijk leven en vormt tevens de overkoepeling van heel de schepping. Bij de volgende miniatuur wordt betekenis van de kleur blauw in de mystieke ervaringen van Hildegard met betrekking tot dit goddelijk geheim verduidelijkt.

De donkere schijf in het middenveld van deze miniatuur stelt de oerchaos voor waarover de H. Schrift in haar aanvang spreekt. De aarde was nog ongeordend en leeg en over de wereldzee heerste de duisternis. Dan begint de geschiedenis van Gods Geest die broedde over de wateren en de aarde bevruchtte. In de tekst van Scivias staat:

“De Vlam Gods werd witgloeiend en zie, er ontstond plotseling een donkere luchtkogel van enorme omvang, waarop de Vlam verschillende keren sloeg en iedere keer sprong er een vonk naar voren. Zo werd die kogel tot voltooiing gebracht en hemel en aarde kwamen ten volle in het licht.”

.

Op dit beeld van de Vlam die enkele keren op de luchtkogel sloeg, dienen we even dieper in te gaan. De Latijnse tekst spreekt van een faber, een werkman, die enkele slagen geeft en daardoor uit de donkere luchtkogel vonken deed springen. Hier wordt evenwel van geen gereedschap gesproken.

Zr. Böckeler vertaalt dit zo, dat de vlam op de kogel sloeg als een smid op een aambeeld, waardoor er bij iedere slag een vonk uitspatte. Dom Baillet zegt in zijn beschrijving van deze miniatuur, dat de zwarte cirkel aangeraakt wordt door een zilveren vinger en dat zo de wezens ontstaan. Hij verbaast zich wel erover dat de vinger niet blauw is, want door het Woord van de tweede Persoon is toch alles geschapen.

Hiltgart Keller spreekt van een zilveren tong, die uit een klomp leem een mens te voorschijn roept. Inderdaad zien we beelden van de zes scheppingsdagen, waarover in de tekst niet gesproken wordt, rondom deze tong geschikt.

We zien dat de miniaturist hier van de tekst afgeweken is, hetgeen hij nooit heeft kunnen doen buiten Hildegard om. We hebben nu als het ware twee verschillende lezingen van de visioenervaring: de eerste is de tekst in de Scivias met de uitleg ervan, de tweede is de weergave in de miniatuur.

Het gaat om de schepping van de mens en zijn verlossing. De schepping geschiedt door de drie goddelijke Personen. Deze Drieëenheid is voorgesteld door drie elementen, namelijk een gouden cirkel met rode lijnen verlevendigd, daar binnen een blauwe schijf verlevendigd met witte lijnen, en op de derde plaats een zilveren roede die doordringt in de ronde kogel van de oerchaos.

Vuur, hier uitgebeeld door het goud, is steeds het beeld van Gods Geest. De blauwe schijf noemt Hildegard een vlam van hemelkleur, die schittert als een saffier. Zo wordt deze vlam ook in het volgende visioen aangegeven, waar uitvoerig wordt uitgelegd, hoe deze saffier, het binnenste van God zelf, de tweede Persoon betekent.

De roede heeft de kleur van het metaal zilver, het heraldisch gegeven voor wit. Zoals wij in het visioen van de engelen in het middelpunt de witte kleur aantroffen als beeld van de volmaaktheid van God, zo wil de zilveren roede ons de almacht van God tonen.

Dom Baillet spreekt van een vinger, Hiltgart Keller van een tong en Zr. Böckeler van een smidshamer. Iedere godsdienstgeschiedkundige zal bij de eerste blik op deze miniatuur, zonder iets van het onderwerp af te weten, denken aan het fallisch symbool dat in alle godsdiensten voorkomt om de vruchtbare liefde van de Godheid voor de schepping aan te duiden.

Voor Hildegard zijn alle vormen van leven, van plantaardig -, dierlijk – tot geestelijk leven toe, allemaal openbaringen van Gods vruchtbaarheid. Het is niet moeilijk in de zes medaillons een uitbeelding te zien van de zes scheppingsdagen. Op de eerste dag, toen God sprak: “Het worde licht” zijn de engelen geschapen. Onder in de donkere luchtkogel zien we uit rode leem een mensenhoofd te voorschijn komen om de schepping van de mens uit te beelden.

Voor Hildegard is scheppen niet alleen iets smeden, iets maken, maar vooral de dingen het leven schenken, zoals een vader dat doet. De eerste mens zien wij – bovenaan rechts – ruiken aan een bloem die hangt aan de gouden schijf als een dauwdruppel aan een grashalm. Het is een prachtig beeld van het goddelijk aanbod van het zoete gebod der gehoorzaamheid. Zo kostbaar als de wonderbare dauw is voor de groei van de halm, zo waardevol is dit gebod van God voor de groei van het geestelijk leven.

Dom Baillet uitte zijn verbazing er over, dat de bloem zonder enige steun in de lucht hangt. Als men echter bij het opkomen van de zon voor een grasveld staat en men ziet hoe de dauwdruppels daar hangen, is men verbaasd over het wonder van de adhesi-capaciteit van een druppel. Hij hangt los aan de grashalm, maar valt niet naar beneden. Iets dergelijks bedoelde Hildegard, toen zij de stengel van Gods wet met drie bloempjes liet uitbeelden, als het ware klevend aan de goddelijke cirkel.

Helaas, Adam aanvaardde deze wet niet, hij rook er slechts aan en keerde zich er van af. Sedert dit moment breidde de chaos zich uit over het ganse heelal en heeft de duisternis de betekenis gekregen van zonde en dood. Immers, toen viel de mens ten prooi aan lijden en sterven.

Maar es kwam nieuwe hoop. God is machtig genoeg om zijn schepping te redden. Om deze overwinning van het licht op de duisternis voor te bereiden en aan te kondigen zendt God de aartsvaders en de profeten van wie St. Jan de Doper de laatste en de grootste is. Zij worden hier voorgesteld door gouden sterren.

Links zien we twaalf sterren waarvan er negen zeven punten hebben, en drie grotere met acht of negen punten: de drie aartsvaders. Rechts bevinden zich zeven sterren waarvan er één grotere met negen punten de voorloper St. Jan moet aanduiden. Verder zijn deze grote sterren omringd door kleine witte met zes punten, de  rechtvaardigen die leefden vóór de komst van Christus.

Zij zijn vierentachtig in getal, zeven maal twaalf. Zeven is een heilig getal in de Bijbel dat verwijst naar een nieuw gevolg en 12 is in de Bijbel het symbool voor perfect bestuur. Plotseling verschijnt op de aarde, vervolgt de uitleg, een licht als de dageraad en de Vlam verenigt zich op wonderbare wijze met die dageraad zonder zich van haar gouden oorsprong los te maken.

Hier komen we bij een van de voornaamste kernpunten van de mystieke openbaring voor Hildegard. In dit kerngegeven ontmoeten we het trefwoord ‘Aurora’ of de dageraad. Als men de acht teksten uit de H. Schrift, waarin sprake is van aurora naslaat, kunnen waarschijnlijk twee daarvan bij Hildegard voor dit beeld een rol spelen. De eerste zou dan de vraag van God aan Job zijn:

“Hebt ge ooit in uw leven de morgen ontboden en de dageraad zijn plaats gewezen?” (Job 38-12).

.

Hier laat God Job en ieder mens duidelijk voelen, dat Hij de schepper is en dat Hij alle dingen hun plaats aanwijst naar Zijn inzicht.

De tweede tekst is uit het Hooglied:

“Wie rijst daar op als het morgenrood?” (Hooglied 6-10).

.

Hier wordt het morgenrood als iets buitengewoons gezien en de aanstaande bruidegom spreekt zijn bewondering voor zijn bruid uit door haar daarmee te vergelijken.

In de duisternis van de chaos na de zonde komt er volgens Hildegard toch een nieuwe dageraad. Zonder de aarde met zijn vurige roede opnieuw te bevruchten, kiest God een andere weg. Hij zaait in maagdelijke grond. Alles wat door God is aangeraakt, is ongeschonden als een maagd. Uit deze maagdelijke grond neemt het Woord het vlees aan en wordt Hij de nieuwe bron van licht en leven.

Dit is het raadsbesluit van God, dat noch door engelen noch door heiligen of profeten kan worden begrepen. Daarom is hier de dageraad voorgesteld als een gloed oprijzende van achter de omlijsting. Hij is volledig gescheiden van de zwarte band die het middenveld van de miniatuur bedekt. God begint iets nieuws, en vanuit dit nieuwe valt het mensgeworden Woord de verduisterde chaos aan.

We zien, hoe een geheel vergulde Christusfiguur met zijn stralenkrans tot in de duisternis doorstoot, om de gevallen mens te verlichten en te verlossen. Het is merkwaardig, dat het morgenrood dat in feite op Maria slaat, met dezelfde kleuren wordt uitgebeeld als de grote zonnecirkel van de Godheid. In de kern zien we blauw en daar omheen een gouden gloed verlevendigd door rode lijnen.

Op deze kleuren komen we bij de bespreking van het volgende visioen nog uitvoerig terug. Nu reeds kunnen we zeggen, dat in het mysterie van de maagdelijkheid van Maria, van wie de Tweede Persoon zijn lichaam ontving, de drievoudige goddelijke activiteit zich als het ware opnieuw openbaart.

Hildegard zegt hiervan, dat in dit morgenrood de diepste wilsuiting van de Drieëne God zich geopenbaard heeft, om kost wat kost de gevallen mens toch op te nemen in Zijn goddelijk leven. Als Hildegard evenwel poogt nog dieper door te dringen in dit raadsbesluit, dan schrijft zij:

“Er werd mij een geheimnisvol zegel opgedrukt.” Want, zegt de hemelse Stem, je moet de geheimen Gods niet dieper willen doorvorsen, dan tot waar de goddelijke majesteit het in zijn liefde gunt aan hen, die Hem in diep geloof aanhangen”.

.

Hier naderen we het hoogtepunt van de mystieke ervaring, de vereniging van God met de ziel van de zieneres. Het is immers geen verwijt aan de geliefde, dat God haar niet toestaat dieper door te dringen in Zijn mysterie. Het is de bruidegom die zijn bruid verklaart dat zij op dit moment nog niet alles kan vatten van het overgrote geheim van het goddelijke trinitaire leven en van de Menswording.

Het is niet de mens die God begrijpen kan, nee het is andersom. Ondanks de eerste afwijzing gaat God toch de geliefde mensheid achterna. Het is het oerspel van elke liefdesbeleving: als de bruid wegloopt, vlamt de liefde hoger op met alle consequenties van dien. Maar de goddelijke greep en vereniging kunnen pijnlijk zijn. Hildegard dicteerde hier:

“In dit visioen is mij een geheim zegel opgedrukt.”

.

Als we de Bijbelteksten naslaan, zijn er maar twee te vinden in het Oude Testament en één enkele in het Boek der Openbaring van Johannes, wanneer hij spreekt over de zeven zegels, die eenmaal door het Lam verbroken worden. De eerste uit het O.T, is uit Job, waar de zon bevel krijgt niet te stralen en de sterren onder een zegel worden geplaatst. (Job. 9,7)

De andere tekst uit het Oude Testament is uit het Hooglied: “Leg mij op uw hart als een zegel en om uw arm als een band. Want sterk is de liefde.” (Hoogl. 8,6) Deze staat in de epiloog van het Hooglied, waar gezongen wordt over het altijd verenigd zijn van bruid en bruidegom.

Terwijl de bruidegom van het Hooglied vraagt als een zegel op het hart van de bruid gelegd te worden, zegt hier Hildegard, dat God zich als een geheim zegel op haar hart gedrukt heeft. Hier is in Bijbelse beeldspraak de hoogste mystieke vereniging aangeduid.

We kunnen nagaan wat in de Bijbelse tijden de uitdrukking van een zegel leggen op het hart betekend heeft. De zegelstempel en ook de zegel afdruk betekenen een persoonlijk en kostbaar bezit “Ik draag U (Zorobabel zoon van Salatiël) als een zegelring want Ik heb U uitverkoren” (Aggeus 2,23); zie verder Jer. 32 10-14. Neh. 10-1. Esth. 3-10 en 8-8 alsook Tob. 9-5. In al deze teksten is bezegeling tevens persoonlijke toe-eigening en bescherming (zie Deut. 6-18, Tob. 9-5, Mat. 27-66).

Het geheimnisvolle zegel drukt de bekroning uit van de liefdesvereniging van God met Hildegard. Dat hier geen afschermen van het mysterie is bedoeld, bewijst het volgende visioen, dat juist een dieper doordringen in het mysterie behelst. Het blijft merkwaardig, dat in deze miniatuur het verloop van het mysterie van de Menswording als een korte episode wordt weergegeven.

Slechts een felle aanval op de burcht van de duisternis. Misschien is dit wel de juiste benadering, zoals alleen een mystica die kan vatten. Dom Baillet, die zich liever houdt aan de geschreven tekst waar gesproken wordt over de levensloop van de Verlosser en de stichting van de Kerk, heeft een beetje moeite met deze vereenvoudiging, maar hij geeft er toch een spitsvondige verklaring voor.

Hij schrijft: “De miniaturist heeft het niet nodig gevonden om de Verrijzenis, de verschijningen van Pasen, Hemelvaart en Pinksteren weer te geven, al had hij in de traditionele iconografie voldoende modellen om na te tekenen. Een minder persoonlijk genie zou deze kans hebben aangegrepen om het perkament zonder veel moeite vol te maken. Onze kunstenaar had daar maling aan!”

In feite is het zo, dat het de bedoeling van Hildegard is geweest het leven van Christus in het verloop van het scheppings- en verlossingsverhaal te zien als een snelle meteoor, die flitst langs het donker hemelgewelf van tijd en eeuwigheid.

Even dienen we nog aandacht te schenken aan het figuurtje in de donkere chaos dat, overdekt met bloedrode wonden, aangeraakt wordt door de gulden vlam van de Christusfiguur, die oprijst uit de dageraad. Deze zwaar gewonde mens met witte haren kan zowel Christus zelf betekenen als de gevallen Adam, de vertegenwoordiger van de hele mensheid.

De uitleg van Hildegard is dat de Mensenzoon, die voortkomt uit de dageraad, zich hevig laat verwonden aan de duisternis, om daarna de gevallen mens op te richten. Dom Baillet vindt deze miniatuur de minst verantwoorde ten opzichte van de tekst van Scivias. Toch leert deze miniatuur ons het meeste over de spiritualiteit van Hildegard.

Zij leert ons de nieuwe wegen welke God gegaan is om, ondanks de val der engelen en van Adam in het paradijs, toch de voltooiing van Zijn glorie te bereiken. Het is de triomf van de Wijsheid en de Justitia van God, waarop in miniatuur 30 dieper wordt ingegaan.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

JOHN ASTRIA

 

Maria von Mörl

Standaard

categorie : religie

.

.

Maria von Mörl , volledige naam Maria Theresia van Mörl zu Falzes en Sichelburg (geboren op 16 oktober 1812 in Caldaro , † 11 januari 1868), was een gestigmatiseerde mysticus. 

.

.

.

.

Herkomst en jeugd 

.

Ze werd in 1812 in Caldaro geboren als de oudste dochter van tien kinderen. Haar ouders waren de landeigenaar Joseph Ignaz von Mörl zu Phalzen en Sichelburg (een van de oudste Zuid-Tiroolse adellijke families) en zijn vrouw Maria Katharina Sölva. Vanaf haar vijfde jaar was ze ziekelijk. Toen ze zeven werd hielp ze met vaardigheid in het huishouden van haar religieuze moeder, terwijl de vader het landgoed verwoestte door achteloosheid. Verschillende biografen melden dat wanneer haar vader ’s avonds in een dronken toestand thuiskwam, hij haar zonder reden uit bed gooide en sloeg.

Op de leeftijd van 9 sloeg haar vader Maria zo hard dat ze bloed begon over te geven en werd ze geplaagd door stekende pijn. Na herstel werd ze op 14-jarige leeftijd naar Cles op de Nonsberg gestuurd om Italiaans te leren. Een jaar later werd ze naar Caldaro teruggeroepen omdat haar moeder was gestorven en haar jongste broer slechts 3 maanden oud was.

Maria een onopvallend meisje, ze wijdde haar vrije tijd aan het gebed terwijl ze erg bleef rouwen om haar overleden moeder. Op 17-jarige leeftijd werd ze ongeneeslijk ziek. Op advies van de geestelijkheid bleef ze in het huis van haar vader wonen. Haar levensonderhoud werd betaald op aanbeveling van haar biechtvader van de zogenaamde Haller- garnaal.

.

.

.

Maria von Mörl, aquarel door Luigi Gonzaga Giuditti naar Louis Gaston de Ségur, 1846

.

.

Het leven als een gestigmatiseerde mysticus 

.

Maria von Mörl koos de docent P. Johannes Kapistran Soyer, die in het Franciscaner klooster van Caldero werkte, als biechtvader. Zij vertrouwde zichzelf  tot het einde van haar leven aan hem toe. Hij hield een dagboek bij van haar leven, dat de basis werd van haar eerste biografie. Met zijn steun werd ze in het geheim toegelaten tot de Derde Franciscaanse Orde.

Na de leeftijd van 19 ervoer ze steeds extatischere toestanden. Na het ontvangen van de Heilige Communie bleef ze uren in stille extase zitten, knielend of zwevend in haar bed, zoals op vele foto’s te zien is. Ze leed vaak aan pijnlijke, van nature onverklaarde fysieke en emotionele aanvallen.

Maria leed meermaals aan een vorm van exorcisme. Het gebeurde dat ze paardenhaar, nagels en naalden at die ze later dan uitspuwde. Ook probeerde ze zichzelf uit het raam te gooien. Hier zien we dat de duivel functioneert als onderdeel van het heilsplan: hij zet mensen aan tot zware beproevingen, maar als ze het volhouden zijn ze zoveel dichter bij hun redding. Soms kreeg ze na de inname van de Heilige Communie vreselijke kwellingen te wijten aan demonen die haar lichaam innamen.

Pater Johannes Kapistran Soyer was de enige die haar uit haar extatische toestand kon verlossen. Hij geselde haar tot haar bloed tegen de muren spatte. Omdat haar toestand leek te worden veroorzaakt door demonische martelingen, was zo’n straf logisch, gezien de context van hoe men in die tijd dacht over mystiek.

Volgens theoloog Nicole Priesching waren geseling en zelfmarteling niet alleen een poging om één te worden met het lijden van Christus, maar ook een manier om boete te doen voor haar vader en voor de wandaden van anderen in het algemeen. In 1834 ontving ze de tekens van Christus op handen en voeten. Elke vrijdag leek ze getuige te zijn van de passie van Christus. Ondanks alles werd Maria beschreven als een aanhankelijke, eenvoudige en gelukkige vrouw.

Hoewel ze lid was geweest van de Franciscaanse Derde Orde, een seculiere orde, trok Maria von Mörl jaren na de dood van haar vader naar het klooster van de tertiaire zusters in Kaltern. Eenmaal daar, verliet ze het bijna nooit, en ze sprak nooit met de occasionele bezoekers die nu slechts selectief werden toegelaten. Ze stierf op 11 januari 1868, in haar 56e jaar en in het 36e jaar ‘van haar extatische contemplatie’ – zoals wordt vermeld in de kroniek van de tertiaire zusters.

Maria had altijd gebeden dat haar stigmata niet langer zichtbaar zou zijn na de dood: op 8 januari, drie dagen voor haar dood, bleven alleen littekens achter op haar zachte huid. Na de dood waren ook deze verdwenen.

.

.

Franciscaans klooster in Caldaro

.

.

Effect op tijdgenoten

.

Vanwege de buitengewone gebeurtenissen werd Maria von Mörl zeer bekend. Duizenden pelgrims kwamen naar Maria von Mörl vanuit heel Europa, inclusief bisschoppen, politici en beroemdheden zoals de dichter Clemens Brantano. Tegen het einde van 1833 alleen al werd het aantal bezoekers geschat op ongeveer 40.000. De mensen waren arm en het eten en onderdak voor de pelgrims was mager, maar ze wilden allemaal zien hoe de jonge vrouw, met ogen naar de hemel gekeerd en met gevouwen handen, boven haar bed zweefde.

In een tijd dat protestantisme en modernisme het heilige land Tirol dreigden te verontrusten, was ze een graag gezien boegbeeld ter verdediging van de traditionele katholieke waarden. In een tijd die volgde op de verstoringen van oorlog en verlichting, waren mensen maar al te graag onder de indruk van de extatische maagd.

Omdat dit onverdraaglijk was voor de mysticus en haar familie, zorgde de Prinsbisschop Luzhin von Trento ervoor dat alleen nog selectieve bezoekers  haar kamer mochten binnenkomen. In haar kamer stond een altaar waar ze de sacramenten vaak kon ontvangen.

De gezegende was stil bij de sensationele gebeurtenissen. Johan Nepomuk von Tschider, een verre verwant van Maria, en haar biechtvader zorgden er voor dat Maria von Mörl gespaard bleef van de negatieve effecten van haar roem. Zij maakten een getuigenverklaring om laster en geruchten van bedrog de kop in te drukken.

.

.

.

.