Category, categorie: The Bible explained/De Bijbel uitgelegd: video
.
.
Psalm 149 • Let the godly sing for joy
.
Psalmen 149 . Laat de goddelijken zingen van vreugde
.
Paul LeBoutillier
.






.
.
.
.
.
.
Peterselie is een kruid dat afkomstig is van de Mediterraanse regio’s van het zuiden van Italië, Algerije en Tunesië. Deze kruid staat ook wetenschappelijk bekend onder de naam Petroselinum Hortense en Petroselinum Crispum en het behoort toe aan de familie van de Apiaceae.
Peterselie wordt reeds meer dan 2000 jaar gekweekt en het werd geprezen in de Griekse cultuur, daar het gebruikt werd bij verschillende ceremonies. De Romeinen gebruiken het op heel wat verschillende manieren. In het begin werd het alleen als medicinale plant gebruikt, later werd deze ook gebruikt als voeding. Er zijn heel wat mythes en fabels die geassocieerd worden met de oorsprong en groei van deze plant in heel wat Mediterraanse en Europese culturen.
De Grieken geloofden dat peterselie ontstaan was nadat er bloed van de Griekse held Archemorus op de grond gevallen was. Bijgevolg associeerden de Grieken peterselie met de dood en vernieling. In de Middeleeuwen werd deze kruid ingesloten in de geneesmiddelen van het volk en werd het stilletjes aan populair. Dit is dan ook waarschijnlijk hoe het beeld van peterselie geëvolueerd is als gezondheidskruid.
Petereselie, een overwegend tropische plant, heeft vocht en overvloedig zonlicht nodig om te groeien. Het wordt gebruikt als kruid, bladgroente en specerij. Men vindt het in twee vormen terug bij gebruik: bladpeterselie en wortelpeterselie. Zowel het blad als de wortel worden gebruikt in de Mediterraanse en Europese keuken.
Het wordt op verschillende manieren geconsumeerd, als garnering, in salades en in broodjes. Het blad wordt verder ingedeeld in twee verschillende types: krullend blad en plat blad. Peterselie wortel is iets nieuw, dat men ongeveer een 300 tal jaar geleden is beginnen kweken. De dag van vandaag is peterseliewortel geleidelijk aan populariteit aan het inwinnen.
.
.
.
.
De nutriënten die je kunt terugvinden in peterselie zijn vitamine A, vitamine K, vitamine C, vitamine E, thiamine, riboflavine, niacine, vitamine B6, vitamine B12, pantotheenzuur, choline, folaten, calcium, ijzer, magnesium, mangaan, fosfor, kalium, zink en koper. Peterselie is ook een goede bron van vluchtige componenten zoals myristicine, limoneen, eugenol en alpha-thujene. Petereselie blad bevat energie, koolhydraten, vetten en proteïnen.
.
.
.
Traditioneel werd peterselie als medicijn voor diabetici gebruikt in Turkije. Om deze claim ook hard te maken werd er een onderzoek uitgevoerd door de universiteit in Istanbul. Dit onderzoek wees aan dat ratten met diabetes die peterselie toegediend kregen een vermindering in hun bloedsuikerspiegel hadden na een maand. Dit onderzoek wees aan dat peterselie kan gebruikt worden om diabetes onder controle te houden.
.
.
.
.
.
Peterselie is bijzonder effectief tegen reuma. Stoffen zoals vitamine C en beta-caroteen die men in peterselie kan terugvinden bezitten ontstekingsremmende eigenschappen die helpen bij het onder controle houden van reuma. Regelmatig peterselie gebruiken zou ook het proces van urinezuur elimineren versnellen, gelinkt aan de symptomen van reuma.
.
.
.
Men heeft een stof, myristicine genaamd, kunnen onttrekken aan peterselie. De eerste onderzoeken hebben uitgewezen dat deze stof anti-carcinogene eigenschappen bezit. De myristicine extracten die men uit peterselie gehaald heeft werden enkel getest op ratten. Als deze werking ook effectief is bij mensen dient nog aangetoond te worden.
.
.
.
.
.
In de Mediterraanse gebieden wordt peterselie traditioneel gebruikt voor tandpijn, kneuzingen, insectenbeten en ruwe huid. Volgens een vooronderzoek zou peterselie ook ontstekingsremmende en anti-hepatotoxicische eigenschappen bezitten. De ontstekingsremmende eigenschappen verminderen interne ontstekingen, terwijl de anti-hepatotoxicische eigenschappen helpen om de lever te ontgiften.
.
.
.
Peterselie is effectief bij osteoporose en is zeer behulpzaam bij het behouden van een goede beendergezondheid. Osteoporose komt voor door verminderde hoeveelheden calcium in de beenderen en ook door de aminozuur homocysteïne. Deze aminozuur kan in kleine deeltjes foliumzuur opgedeeld worden. Dankzij dit aspect wordt peterselie, naast zuivelproducten en groenten, gezien als één van de beste bronnen calcium. Het bevat ook een gepaste hoeveelheid foliumzuur, die homocysteïne afbreekt.
.
.
.
.
.
Reeds een aantal eeuwen wordt peterselie gebruikt omwille van zijn urine afdrijvende eigenschappen die helpen bij het behandelen van verschillende ziektes zoals nierstenen, urinewegeninfectie en galblaasstenen. Een oedeem is een medische aandoening waarbij een patiënt meer vloeistof in het lichaam ophoudt dan wat zou moeten onder normale omstandigheden. Het lichaam begint op te zwellen door de ophoping van vloeistof.
Als je door deze aandoening geteisterd wordt kunnen een paar theelepels peterseliesap snel soelaas brengen. Peterseliewortel is dan weer zeer behulpzaam bij het tegenwerken van nierstenen. Peterseliewortel toevoegen aan kokend water en dagelijks drinken staat ook bekend als prima reinigende drank voor het lichaam.
.
.
.
De vitaminen, mineralen en antioxidanten die men terugvindt in peterselie zijn behulpzaam om het immuunsysteem te versterken. Vitaminen zoals vitamine C, vitamine A, vitamine K, folaat en niacine ageren allemaal op een andere manier op ons immuunsysteem. Vitamine A handelt op onze witte bloedcellen, waardoor hun effectiviteit stijgt.
De chlorofyl die men terugvindt in peterselie heeft dan weer antibacteriële en antischimmel eigenschappen. Studies hebben aangetoond dat peterselie antioxiderende en antibacteriële eigenschappen bezitten, waardoor het een uitstekende bron is voor verschillende huismiddeltjes.
.
.
.
.
.
De consumptie van peterselie, en zeker in grote hoeveelheden, kan neveneffecten hebben of nadelen. Waaronder de volgende :
.
De consumptie van grote hoeveelheden peterselie kunnen contracties van de uterus aanmoedigen tijdens de zwangerschap. Ongeacht in welk stadium van de zwangerschap kan dit riskant zijn. Grote hoeveelheden peterselie zijn ook niet veilig voor vrouwen die borstvoeding geven. Mijd buitensporige consumptie van peterselie tijdens de zwangerschap en borstvoeding.
.
.
Peterselie bevat hoge kwantiteiten van oxolaten. Deze hoge concentratie kan in het bijzonder problematisch zijn voor mensen die lijden aan nierstenen.
.
.
Peterselie kan ervoor zorgen dat de huid zeer gevoelig wordt aan de zon, wat ervoor kan zorgen dat je uitslag krijgt.
.
.
.
.
.
.














































De tijdspanne die in de Bijbel wordt beschreven beslaat bijna 4000 jaar uit de menselijke geschiedenis en Gods openbaring van Zichzelf aan en door de mens. De geschiedenis van de Heilige Bijbel is de geschiedenis van Gods betrokkenheid bij de mensheid. Deze periode van 1400 jaar begint met het werk van Mozes, dat bestaat uit de eerste vijf boeken van de Heilige Bijbel. Deze boeken bevatten de tijdsperiode vóór het leven van Mozes. Zij be-ginnen met de feitelijke schepping van de kosmos. We leren in deze boeken over het prille begin van de mensheid.
De laatste schrijver was waarschijnlijk Johannes, die op het eiland Patmos het boek over de Openbaring van Jezus Christus schreef. Tussen de dagen van Mozes en Johannes bevindt zich een tijdspanne van ongeveer 14 eeuwen, maar de Heilige Bijbel beschrijft meer dan 4000 jaar van de geschiedenis. De laatste schrijvers leefden bijna 2,000 jaar geleden.
Hoe kon Mozes over zaken hebben geschreven die plaatsvonden vóór Adam? Op dezelfde manier waarop de profeten later konden schrijven over zaken die pas honderden en duizenden jaren later zouden plaatsvinden. De auteurs schreven Gods Woord, onder de leiding van de Heilige Geest. God openbaarde dingen aan hen die anders onkenbaar zouden zijn geweest.
De Heilige Bijbel is verdeeld in twee delen. Aan alles wat vóór de geboorte van Jezus Christus werd geschreven, wordt het Oude Testament genoemd. Een testament is een geschreven rapport, bewijs, getuigenis of verslag van gebeurtenissen die reeds hebben plaatsgevonden.
Het Oude Testament bevat 39 boeken (in de Protestantse Bijbel). Er zaten ongeveer vierhonderd jaar tussen het schrijven van het laatste boek van het Oude Testament en de geboorte van Christus. Deze worden ook wel de “stille jaren” genoemd; vierhonderd jaar waarin God niet via Zijn profeten sprak.
Enkele van de historische gebeurtenissen die in deze periode plaatsvonden, zijn vastgelegd in de “Apocriefen“. De apocriefen vullen enkele leemten in de periode van 400 jaar tussen het Oude Testament en het Nieuwe Testament. Het was de tijd van de Makkabeeën. Deze stilte werd verbroken door de plotse verschijning van een “groot hemels leger”, dat de geboorte aankondigde van de beloofde Redder.
Het Nieuwe Testament begint met de komst van Christus op aarde als de voorspelde “Immanuël“ (wat “God met ons” betekent), in de gedaante van Maria’s baby, Jezus. God had de gedaante van een menselijk lichaam aangenomen.
Het Nieuwe Testament bestaat uit 27 boeken en leidt het tijdperk van de kerk in. In de tijd van de boeken van Mozes tot de profeten en andere boeken van het Oude Testament werkte God uitsluitend via de kinderen van Israël. Vandaag worden zij het Joodse volk genoemd. Maar via de kerk is Gods genade beschikbaar voor alle mensen. Dit geldt ook voor niet-Joden. Het geldt voor mensen uit alle volken en rassen.
Het Oude Testament keek uit naar de komst van de beloofde Messias. Het Oude Testament is doorspekt met profetieën over Hem. Het tiende hoofdstuk van Hebreeën geeft een goede verklaring voor de verweving van het Oude Testament en het Nieuwe Testament. Beide gaan over Christus. Het ene testament kijkt uit naar Zijn komst; het andere beschrijft Zijn komst naar deze wereld, waardoor elke profetie uit het Oude Testament over Zijn aardse bediening is vervuld.
Het Oude Testament bleef een Hebreeuws boek tot ongeveer 280-150 voor Christus. Toen werd het in Alexandrië, in Egypte, vertaald naar het Grieks. Deze vertaling staat bekend als de Septuagint. De volgende taalkundige verandering vond plaats toen Hiëronymus (ongeveer 383-405 na Christus) de Heilige Bijbel vertaalde naar het Latijns (de zogenaamde “Vulgaat”). Deze vertaling werd bijna 1000 jaar lang door de geestelijkheid gebruikt.
De Bijbel was pas in 1526 voor het eerst in het Nederlands beschikbaar. De vertaling van het Nieuwe Testament was gebaseerd op de Lutherse vertaling; het Oude Testament was gebaseerd op het Vulgaat. In 1637 werd de beroemde Statenvertaling voltooid.
God heeft de Bijbel, van het eerste boek Genesis tot het laatste boek Openbaring, voor ons behouden. Er zijn veel vertalingen, maar God heeft door de generaties heen Zijn woord trouw voor ons bewaard. Jezus maakte dit duidelijk, zoals in Matteüs 5:18 is vastgelegd:
“Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn.”.
Toen Hij deze woorden sprak, was het Nieuwe Testament nog niet geschreven. De enige beschikbare Bijbelteksten waren dus de boeken van het Oude Testament. Hij stelde dat nog geen pennenstreek veranderd zou worden totdat alles vervuld zou zijn. Hiermee doelde Hij op de profetieën die in het Oude Testament waren vastgelegd.
De Bijbel is het enige complete geschiedenisboek. Alle andere geschiedenisboeken beslaan slechts het verleden. Maar de Heilige Bijbel legt de hele geschiedenis van de mensheid vast, van het allereerste begin tot aan de dag waarop de aarde zal verdwijnen en een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zullen verschijnen.
De Bijbel beslaat de geschiedenis van de mensheid van begin tot eind. Geen enkel ander geschiedenisboek heeft ooit toekomstige gebeurtenissen vastgelegd. Alleen God bezit dergelijke kennis. Hij is de Alfa en de Omega tot in de eeuwigheid. De Bijbel is “in de tijd” geschreven vanuit een eeuwig perspectief. Alleen God kan zo’n meesterwerk hebben geschapen.
De Bijbel is een fenomenaal verslag van de geschiedenis. De Bijbel bestaat uit 66 boeken, die over een periode van ongeveer 1500 jaar door op zijn minst 40 verschillende auteurs werden geschreven. Het Oude Testament (het Oude Verbond) bevat 39 boeken, die ongeveer tussen 1500 en 400 voor Christus werden geschreven. Het Nieuwe Testament (het Nieuwe Verbond) bevat 27 boeken, die ongeveer tussen 40 en 90 na Christus werden geschreven.
De Joodse Bijbel (de Tenach) is hetzelfde als het Oude Testament van de christenen, met uitzondering van de rangschikking van de boeken. Het oorspronkelijke Oude Testament werd voornamelijk in het Hebreeuws geschreven (sommige gedeelten in het Aramees), terwijl het oorspronkelijke Nieuwe Testament in het Grieks werd geschreven.
De Heilige Bijbel begint met de Joodse schrift teksten. Het historische verslag van de Joden werd door de eeuwen heen op leren rollen en op tafelen geschreven. De schrijvers waren koningen, schaapherders, profeten en andere door God geïnspireerde leiders. In Exodus sommeert God Mozes om de Wet in een boek (de Thora) op te schrij-ven. Rond 450 voor Christus werden alle Joodse geschriften verzameld en gerangschikt door rabbijnse raden, die vervolgens de complete verzameling erkenden als het geïnspireerde en heilige gezag van God.
Al in 250 voor Christus werd de Hebreeuwse Bijbel (Tenach) door Joodse schriftgeleerden in Alexandrië (Egypte) naar het Grieks vertaald. Deze vertaling kennen we nu onder de naam Septuagint, wat “70” betekent, een verwijzing naar de 70 vertalers. De opmerkelijke betrouwbaarheid van de teksten van het Oude Testament is bevestigd door de recente ontdekking van de Dode Zee-rollen.
Na een profetische stilte van ongeveer 400 jaar, kwam Jezus in ongeveer 4 voor Christus in beeld. Jezus citeert in Zijn leer vaak uit het Oude Testament, Hij verklaarde dat Hij niet was gekomen om de Joodse Schrift teksten te vernietigen, maar om ze te vervullen.
In Lucas 24:44 zegt Jezus tegen zijn discipelen dat “alles wat in de Wet van Mozes, bij de Profeten en in de Psalmen over mij geschreven staat in vervulling moest gaan.”
Van ongeveer 40 tot 90 na Christus schreven de ooggetuigen van het leven van Jezus Christus. Het waren Matteüs, Marcus, Lucas, Johannes, Paulus, Jakobus, Petrus en Judas die de Evangeliën, de brieven en andere boeken van het Nieuwe Testament schreven. Deze schrijvers citeren uit 31 boeken van het Oude Testament. Hun materiaal verspreidde zich zo snel, dat de vroege christenen deze verzameling schriftteksten rond 150 na Christus al het “Nieuwe Verbond“ noemden.
In de 3e eeuw na Christus werden deze teksten vertaald naar het Latijn, Koptisch (Egypte) en Syrisch en alom verspreid. Op dit moment werden ten minst 21 van deze werken gezien als door God ingegeven teksten. Later, in 397 na Christus, werden de huidige 27 boeken van het Nieuwe Testament door het Concilie van Carthago formeel bevestigd en gecanoniseerd.
Net zoals het geval is voor het Oude Testament, hebben we overtuigend bewijs dat het hedendaagse Nieuwe Testament bijzonder nauwkeurig is. Dit wordt duidelijk wanneer we het vergelijken met de oorspronkelijke manuscripten. We hebben de beschikking over ongeveer 24.000 Bijbelse manuscripten die vóór de uitvinding van de drukpers met de hand werden geschreven. Hieronder bevinden zich meer dan 5.300 Griekse manuscripten van het Nieuwe Testament. De Bijbel is veel beter behouden dan de alom aanvaarde werken van Homerus, Plato en Aristoteles.
Uiteraard werd de Bijbel, toen deze van land tot land werd verspreid, vertaald naar talen die de betekenis van de oorspronkelijke talen (Grieks en Hebreeuws) niet noodzakelijkerwijs vlekkeloos weergeven. Maar naast grammaticale en culturele verschillen is Gods Woord door de eeuwen heen opmerkelijk goed vertaald en behouden. De Bijbel biedt nu inspiratie aan honderden miljoenen mensen over de hele wereld. En dat is mogelijk omdat de Bijbel daadwerkelijk het geïnspireerde Woord van God is (2 Timoteüs 3:16-17 en 2 Petrus 1:20-21).
De National Geographic Society heeft een ontdekking gesponsord en gepubliceerd die bekend is geworden als het verloren evangelie van Judas. Dit was slechts een deel van een codex (gebonden boek uit de late oudheid of middeleeuwen) die vele verschillende geschriften uit uiteenlopende ideologieën bevatte. De kopie van dit evan-gelie is het meest spraakmakende onderdeel van een codex (boek), die in Egypte is gevonden en waarschijnlijk rond 350 na Christus gedateerd moet worden. Het is geschreven in hetzelfde koptische dialect als de beroemde Nag-Hammadigeschriften, die in 1945 werden ontdekt in een kruik in Egypte. Circa vijfenzeventig procent van de codex is leesbaar.
Het eerste wat men moet doen met een zogenaamd “verloren evangelie” is het zelf lezen. Wanneer men er in slaagt om je door het verloren evangelie van Judas te worstelen, zal men beamen dat het moeilijk is om er ook maar iets van te geloven. In slechts zeven pagina’s aarzelt het geschrift over de vraag of Judas de 12e of de 13e discipel was. Het schrift zegt dat Christus in andere vormen verschenen is, en vertrok om Zich naar andere, niet-menselijke “generaties” te begeven.
De tekst stelt dat Christus “uit het onsterfelijke rijk van Barbelo” afkomstig was en dat Hij de reïncarnatie van Seth was. De tekst bedoelt niet Seth, de derde zoon van Adam en Eva, maar Set, de Egyptische god van het kwaad. In de wereld van de 2de-eeuwse gnostiek, een vorm van mystiek vroeg christendom, is Barbelo de goddelijke ‘Moeder’. Zij is het eerste voortbrengsel van de ‘Ene Ware God’. Haar rijk is dus een van de allerhoogste hemelen.
Ook zegt de tekst dat Christus niet gestorven is voor onze zonden of om ons te redden, maar dat Hij in wezen zelfmoord pleegde om Zijn geest te bevrijden, die blijkbaar gevangen zat in Zijn lichaam. Verder staat er dat wij geleid worden door sterren, en dat God niet bestaat. Er is wel een soort kwaadaardige wolk die “God” baarde welke men de engel die Zelfveroorzaakt noemt. Vervolgens er zijn andere engelen en wezens die verder nergens in de Schrift genoemd worden, maar gemeengoed zijn in het Gnosticisme ( de leer van geheime, verborgen kennis )
Dit verloren Evangelie moet absoluut niet serieus genomen worden. Dit had met een gulle lach afgedaan moeten worden, maar in plaats daarvan wordt het breed uitgemeten op de National Geographic website, op televisie en in twee boeken als zou het een grote openbaring zijn. Het verloren evangelie laat ons zien wat voor troep terzijde geworpen is en geen deel mocht uitmaken van onze Bijbel. Dit soort rommel is wat de vroege Kerkleiders verwierpen tijdens bijeenkomsten zoals het concilie van Nicea en de Oecumenische Concilies.
Boeken zoals dit “Evangelie van Judas” zijn afkomstig van de Alexandrijnen. Het was Arius van Alexandrië die beweerde dat Jezus niet God.Dit was de aanleiding voor het eerste concilie van Nicea en de geloofsbelijdenis van Nicea. Rond 100 na Christus ontstond er onrust onder een groep Alexandrijnen over de snelle en onverklaarbare verspreiding van het christendom door de hele bekende wereld. Zij besloten om het christendom te vernietigen door het volk te overspoelen met nep-evangeliën die het christendom verdraaiden en vervormden totdat het niets meer voorstelde. Zij waren Gnostici, die geloofden in mystiek en kosmologie. Hun pogingen mislukten, want God is sterk. Hij is machtig genoeg om ons Zijn Woord te geven en het in stand te houden, volledig en heilig. Zijn Woord zegt:
(1 Korintiërs 15:1-2)“…het Evangelie dat ik u verkondigd heb…is uw redding. Anders bent u tevergeefs tot geloof gekomen”
(2 Timoteüs 3:16) “Elke Schrifttekst is door God geïnspireerd”
( Openbaring 22: 18-19) waarschuwt ons dat wij niets mogen toevoegen aan of weglaten uit de Schrift
( 1 Tessalonicenzen 5: 21) “Onderzoek alles, behoud het goede”
( 1 Johannes 4:1) “Geliefde broeders en zusters, vertrouw niet elke geest. Onderzoek altijd of een geest van God komt, want er zijn veel valse profeten in de wereld verschenen”
Er is ook een duidelijke ontwikkeling in de verhalen over Judas’ motief om Christus te verraden. In het oudste evangelie, dat van Markus (ca 65 na Chr.), is er eigenlijk nog geen motief. In dat van Mattheüs (ca. 85) doet Judas het om het geld en in het evangelie van Lucas verraadt Judas Christus omdat hij door de duivel bezeten is. In het vrij late evangelie van Johannes (ca. 100-120 na Chr.) wordt Judas vrijwel gelijkgesteld aan de duivel zelf. Het nu gevonden Judas-evangelie vormt een geheel nieuwe fase in de christelijke speculaties over Judas’ motief, maar het verraad zelf blijft staan.
Zelfs als je het maar vluchtig doorleest, is het duidelijk dat dit “verloren evangelie van Judas” de test niet kan doorstaan. Het is incorrect, niet goed geschreven, en bevat geen enkele verwijzing, aanhaling of citaat naar een ander deel van de Schrift. Feitelijk is het in strijd met de hele Schrift, en komt het met niets uit de Bijbel overeen. Het is duidelijk een schaamteloze Gnostische tekst die bedacht is om het Gnosticisme te promoten door de echte gebeurtenissen uit de Bijbel naar de eigen vervalste visie op de wereld te verbuigen. Dit “verloren evangelie” is een fictief verhaal, geschreven als een mislukte poging om het vroege christendom te benadelen. Het is een verzonnen onderzoek naar de laatste dagen van Judas die met het christendom bekend was maar er niet in geloofde. Hoe dan ook, het is niets méér dan Gnostische fictie.
Het mineraal tremoliet is een calcium–magnesium–inosilicaat met de chemische formule Ca2Mg5Si8O22(OH)2. Het behoort tot de amfibolen. Het kleurloze, witte, bruine of lichtgroene tremoliet heeft een glas- tot parelglans en een witte streepkleur. Het kristalstelsel is monoklien en de splijting is perfect volgens kristalvlak [110] en duidelijk volgens [010]. De gemiddelde dichtheid is 3,05 en de hardheid is 5 tot 6. Tremoliet is niet radioactief.
Sommige vormen van tremoliet hebben een naaldachtige vezelstructuur en het mineraal is één van de zes verschijningsvormen van asbest, en wordt ook wel grijze asbest genoemd. Het is een zeldzaam toegepaste vorm in verhouding tot blauwe-, witte- en bruine asbest. Tremoliet zit soms in kit en plaatmateriaal, en meestal in lage concentraties.

Het mineraal tremoliet is genoemd naar de Tremola vallei in de Italiaanse Alpen, waar het voor het eerst beschre- ven werd.

Tremoliet is een van de meest voorkomende amfibolen en komt voor in stollings- en metamorfe gesteenten.. Met name in calcium-rijke gesteentes, die contactmetamorfose ondergaan, wordt tremoliet gevormd.

|
Tremoliet
|
||
| Mineraal | ||
| Chemische formule | Ca2Mg5Si8O22(OH)2 | |
| Kleur | Bruin, kleurloos, grijs, wit of lichtgroen | |
| Streepkleur | Wit | |
| Hardheid | 5 – 6 | |
| Gemiddelde dichtheid | 3,05 kg/dm3 | |
| Glans | Parelglans | |
| Opaciteit | Doorzichtig tot doorschijnend | |
| Splijting | [110] Perfect, [010] Onduidelijk | |
| Kristaloptiek | ||
| Kristalstelsel | Monoklien | |



Goed te herkennen aan
de groengele ei-ronde bloemhoofdjes zonder straalbloemen
Algemeen
Schijfkamille is een zeer algemeen voorkomende eenjarige plant met een duidelijke geur en een gedrongen bouw. Ze groeit op vochtige tot droge, betreden of omgewerkte grond, zoals in bermen, wegranden en tussen bestrating. Ze wordt 5 tot 30 cm hoog.


Bloem
Ze bloeit vanaf juni tot en met november. De kort gesteelde, groengele bloemhoofdjes zijn ei-rond en bestaan uit talrijke kleine, vier-tandige buisbloemen. De straalbloemen ontbreken. Daardoor trekt ze weinig insecten aan en is ze voornamelijk aangewezen op zelfbestuiving.

Algemeen
– composietenfamilie (Asteraceae)
– eenjarig
– zeer algemeen voorkomend
– 5 tot 30 cm
Bloem
– groengeel
– vanaf juni tot in de herfst
– hoofdje
– 5 tot 10 mm
– alleen buisbloemen
Blad
– verspreid
– enkelvoudig
– 2- tot 3-voudig geveerd
– top spits
– rand gaaf
– voet gevleugeld
– veernervig
– iets vlezig
Stengel
– rechtop
– kaal
– rolrond
zie wilde bloemen
