Tagarchief: discipelen

Wie is de Heilige Geest?

Standaard

categorie : religie

 

 

 

De Heilige Geest is de Geest van God die zich openbaart in de wedergeboren volgelingen van Jezus Christus. Hij is de geestelijk plaatsvervanger van Jezus hier op aarde, nadat Jezus zelf uit de dood is opgestaan en opgevaren is naar de hemel.

 

 

De Heilige Geest

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

De Heilige Geest is geen vage afschaduwing van Jezus, evenmin een tastbare kracht. Hij is een onderdeel van de Enige, naast God de Vader en God de Zoon. Het is aan een niet-gelovige praktisch onmogelijk uit te leggen wat Hij bewerkstelligd en hoe Hij werkt door volgelingen van Jezus heen. Wanneer je zelf Gods Geest ervaart weet je hoe Zijn Geest werkt, Hij geeft je op een onvatbare manier rust, zekerheid, onderricht, vrijmoedigheid en blijdschap. Maar hoe dat nu uit te leggen? Hoe iets uit te leggen wat niet van deze wereld is? Iets wat niet bedoeld is om tastbaar te zijn voor deze wereld?

 

Jezus legde het als volgt aan Zijn discipelen:

“Dan zal ik de Vader vragen jullie een andere
pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn:
de Geest van de waarheid. De wereld kan hem
niet ontvangen, want ze ziet hem niet en kent
hem niet. Jullie kennen hem wel, want hij woont
in jullie en zal in jullie blijven. Ik laat jullie niet als
wezen achter, ik kom bij jullie terug.”
Johannes 14:16-18

 

De Geest leert je het onderscheid te maken tussen wat goed en wat fout is. Hij geeft je inzicht in je eigen zonden en Hij doet je beseffen dat er zonder Jezus geen weg naar de hemel is. Dat er buiten Jezus geen enkele rechtvaardiging is dat wij met onze zonden maar in de buurt kunnen komen van God de Vader. En de Heilige Geest is het die jou vrijmoedig maakt om openlijk, en in blijdschap en zonder schaamte, over Jezus te kunnen getuigen.

 

Jezus kwam dichterbij en zei tegen hen:

Ik heb
alle macht in hemel en op aarde gekregen.Ga
er daarom op uit om alle volken tot mijn discipelen
te maken. Doop hen in de naam van de Vader en
van de Zoon en van de Heilige Geest. Leer hen
altijd te doen wat Ik u heb gezegd. En vergeet dit
niet: Ik ben altijd bij u, tot het einde van de tijd.”

Mattheüs 28:18-20

 

 

God is Vader, Zoon en Heilige Geest. En toch is Hij 1, Hij is echat (het hebreeuwse woord voor één). Ter verduidelijking: je kunt het misschien enigzinds vergelijken met de zon. Hij is werkelijk daar, te zien voor iedereen: groot en rond, met andere menselijke woorden: de bron van het leven op aarde. Daarnaast geeft deze bron licht en warmte af. In dit vergelijk kun je het zien als de bron / zon = God de Vader, het licht = Jezus de Zoon en de warmte = de Heilige Geest. Wanneer iemand wedergeboren wordt door het geloven in Jezus als de Messias, zal God door Zijn Geest, de Heilige Geest, in hem of haar komen wonen.

 

 

 

 

 

 

Maar allen die Hem wel aanvaard hebben,
heeft Hij het recht gegeven kinderen van God
te worden. Door geloof in Zijn naam worden
zij opnieuw geboren, natuurlijk niet als mens,
maar geestelijk uit God.
Johannes 1:12-13

 

 

Zoals Jezus het zelf zegt is het zelfs een bittere noodzaak om wederomgeboren te worden:

 

“Toch is het zoals Ik zeg. Als iemand na
zijn natuurlijke geboorte niet ook
geestelijk geboren wordt, kan hij
onmogelijk in het Koninkrijk van God
komen. Uit mensen komt menselijk
leven voort, maar uit de Geest van God
komt geestelijk leven voort.”

Johannes 3:5-6

 

De Heilige Geest heeft kennis over God
die wij alleen via de Heilige Geest te
weten kunnen komen: Zoals alleen de
geest van een mens weet wat in een
mens omgaat, weet ook alleen de
Geest van God wat er in God is.
1 Corinthiërs 2:11

 

 

Een belangrijke taak van de Heilige Geest is dat Hij getuigt over Jezus Christus. Hij getuigt, onderwijst en geeft inzicht over de waarheid van Jezus de Messias:

 

Als Ik bij de Vader ben, zal Ik mijn
Plaatsvervanger sturen. Dat is de Heilige
Geest, de bron van alle waarheid. Hij komt
uit de Vader en zal u alles over Mij vertellen.”
Johannes 15:26

Maar als de Heilige Geest komt, zal Hij u
de weg wijzen naar de volledige waarheid.
Wat Hij u zal zeggen, heeft Hij niet uit
Zichzelf, maar Hij geeft door wat Hij hoort.
Hij zal vertellen wat er in de toekomst gaat gebeuren.
Door u te vertellen wat Hij van Mij hoort, zal Hij Mij groot maken.
Johannes 16:14

Dat staat ook in de Boeken: “Wat niemand heeft
gezien, niemand heeft gehoord en wat niemand
ooit bedacht, dat heeft God allemaal klaar voor
hen, die Hem liefhebben.”

God heeft het ons door de Geest duidelijk gemaakt.
Want voor de Geest is niets verborgen, zelfs het
diepste wezen van God niet.
Zoals alleen de geest van een mens weet wat in een
mens omgaat, weet ook alleen de Geest van God
wat er in God is.

En wij hebben niet de geest van de wereld ontvangen,
maar de Geest van God om zo te weten wat God ons
in genade gegeven heeft. Daarover spreken wij dan
ook niet met menselijke welsprekendheid, maar met
woorden die de Geest ons ingeeft.

Wij gebruiken dus de woorden van de Geest om de
gedachten van de Geest over te brengen. Maar iemand
die niet gelovig is (de natuurlijke mens) heeft geen oog
voor wat de Geest van God doet. Voor hem is dat allemaal
onzin. Hij begrijpt er niets van, omdat het alleen geestelijk
te doorzien is.
1 Corinthiërs 2:9-14

 

 

 

 

 

De Geest onthult Gods wil en Gods waarheid voor een christen, met als doel Gods karakter in toenemende mate door het leven van een gelovige heen te laten schijnen. En wel op zo’n manier dat duidelijk blijkt dat we dat onmogelijk zelf kunnen doen. De Heilige Geest geeft het karakter van een wedergeboren christen liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, mildheid, trouw, tederheid en zelfbeheersing.
Galaten 5:22

In plaats van proberen liefdevol en geduldig te zijn, vraagt God ons om volledig op Hem te vertrouwen teneinde Hij zelf deze kwaliteiten en eigenschappen in ons leven kan geven. Ons volledig, in vertrouwen, open te stellen voor Hem, onze Schepper die zoveel liefde voor ons heeft. Daarom wordt, o.a. in Galaten 5:25, ons christenen gezegd ons te laten leiden door, en zodoende vol te zijn van, de Geest (Efeze 5:18).

De Heilige Geest heeft ook een belangrijke taak ten opzichte van niet-gelovigen. Hij is het die de harten van de mensen overtuigt van eigen zonde. Dat wij Gods vergeving nodig hebben en dat dit alleen te vinden is door het offer van Jezus. Dat Hij voor onze plaats gestorven is, voor onze zonden en voor het oordeel dat anders ieder mens had getroffen. Dit oordeel dat nu voorbijgaat aan een ieder die zijn vertrouwen op de Messias Jezus gesteld heeft.

De Heilige Geest klopt op onze harten en vraagt ons elke keer weer, met een liefdevol geduld, om ons te bezinnen, onze zonden te belijden en ons te keren naar God onze Vader voor vergeving van onze fouten en een nieuw leven met Hem te beginnen. Een leven die eeuwigdurend en vol van Zijn liefde zal zijn.

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

Advertentie

Contradicties in de bijbel : deel 7

Standaard

categorie : religie

 

 

bible_480

.

.

.

 Matteüs 28:1 vs. Marcus 16:1 & Lucas 24:1 vs. Johannes 19:39

 

 

Matteüs 28:1
1 Laat na de sabbat, tegen het aanbreken van de eerste dag der week, ging Maria van Magdala en de andere Maria het graf bezien.

 

Marcus 16:1
1 En toen de sabbat voorbij was, kochten Maria van Magdala en Maria, (de moeder) van Jakobus, en Salome specerijen om Hem te gaan zalven.

 

Lucas 24:1
1 Maar op de eerste dag van de week gingen ze bij het ochtendgloren naar het graf met de geurige olie die ze bereid hadden.

 

Johannes 19:39
39 En ook kwam Nikodemus, die de eerste maal des nachts tot Hem gekomen was, en hij bracht een mengsel mede van mirre en aloë, ongeveer honderd pond.

 

Waarom gingen de vrouwen naar het graf? Volgens Matteüs gingen ze om het graf te bekijken. Volgens Markus en Lucas hadden ze het graf al gezien (Markus 15:47 en Lucas 23:55) en gingen ze naar het graf om Jezus’ lichaam te balsemen. Volgens Johannes was het lichaam al gebalsemd door Nikodemus.

Uiteraard is hier weer geen sprake van een tegenstrijdigheid. Stel dat je het graf van een overleden familielid bezoekt en bloemen meeneemt. Je zou kunnen zeggen dat je naar het kerkhof gaat om het graf te zien (wat natuurlijk niet in strijd is met dat je het graf al vaker gezien hebt; misschien kom je zelfs wel jaarlijks langs). Maar je zou ook kunnen zeggen dat je komt om bloemen te brengen. Het één sluit het ander niet uit.

Dat ze zijn lichaam wilden balsemen is niet in tegenspraak met het gegeven dat Jozef dit reeds gedaan had. Misschien had Jozef het haastig gedaan, omdat het bijna sabbat was. Of misschien wilden ze het gewoon nog een keer doen om dezelfde reden als dat wij meer dan eens bloemen komen brengen.

Kochten ze kruiden (naar Marcus), of bereidden ze die zelf (naar Lucas)? Opnieuw is hier geen contradictie. Afgelopen week kocht ik eten en bereidde ik het. Of ik kocht een gedeelte (bijvoorbeeld het dessert) en bereidde een ander gedeelte (bijvoorbeeld het hoofdgerecht) met spullen die ik reeds in huis had.

 

 

 

Matteüs 28:2 vs. Markus 16:5 vs. Lucas 24:4 vs. Johannes 20:12

 

 

Matteüs 28:2
2 En zie, er kwam een grote aardbeving, want een engel des Heren daalde uit de hemel neder en kwam nader, en hij wentelde de steen weg en zette zich daarop.

 

Markus 16:5
5 En toen zij in het graf gegaan waren, zagen zij een jongeling zitten aan de rechterzijde, bekleed met een wit gewaad, en ontsteltenis beving haar.

 

Lucas 24:4
4 En het geschiedde, terwijl zij daarover in verlegenheid waren, dat, zie, twee mannen in een blinkend gewaad bij haar stonden.

 

Johannes 20:12
12 en zij zag twee engelen zitten, in witte klederen, een aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde, waar het lichaam van Jezus gelegen had.

 

 

 

 

 

Hoeveel engelen waren er, en waar zat(en) deze?

 

Dit is een kwestie van onvolledige rapportage, maar geen onjuiste rapportage. Matteüs vermeldt als enige de engel die buiten het graf op de steen zat, en laat de gebeurtenissen in het graf onbesproken. In zijn bespreking van wat er in het graf gebeurde, vermeldt Marcus slechts één van de twee engelen, namelijk degene die het woord voerde. Dat is geen enkel probleem; het is niet onjuist om niet uitputtend alle details te bespreken.

(Even een zijstraatje in: spreekt Markus de andere Evangeliën niet tegen door het over een ‘jongeman’ te hebben? Nee. Het woord ‘jongeman’ wordt wel vaker gebruikt om een engel mee aan te duiden. Dat het hier om een engel gaat is ook duidelijk vanwege het witte gewaad.)

Wat dan nog rest is de vraag of de engelen zaten (naar Johannes) of stonden (naar Lucas). Dat kan natuurlijk allebei waar zijn. Als er iemand binnenkomt die ik iets belangrijks te vertellen heb, is het goed mogelijk dat ik opsta. Geen contradictie.

 

 

 

Matteüs 28:8 & Lucas 24:9 & Johannes 20:18 vs. Markus 16:8

 

 

Matteüs 28:8
8 En zij gingen terstond weg van het graf, met vrees en grote blijdschap, en liepen haastig voort om het zijn discipelen te berichten.

 

Markus 16:8
8 En zij gingen naar buiten en vluchtten van het graf, want siddering en ontzetting hadden haar bevangen. En zij zeiden niemand iets, want zij waren bevreesd.

 

Lucas 24:9
9 en teruggekeerd van het graf, boodschapten zij dit alles aan de elven en aan al de anderen.

 

Johannes 20:18
18 Maria van Magdala ging heen en boodschapte de discipelen, dat zij de Here had gezien en dat Hij haar dit gezegd had.

 

Volgens Matteüs, Lucas en Johannes vertelden de vrouwen het aan de discipelen, maar volgens Marcus zwegen ze als het graf (oké, opzettelijke woordspeling). Maar deze discretie was natuurlijk slechts tijdelijk (ze moeten het uiteindelijk aan iemand verteld hebben, anders wisten we het nu niet). De uitspraak in Marcus zou kunnen betekenen dat ze onderweg naar de discipelen niemand iets vertelden.

(Een voetnoot in de NBV ’04 vermeldt overigens dat er enige variatie aan handschriften is na Markus 16 vers 8. Dit is wat in sommige handschriften tussen vers 8 en 9 te lezen is: “Alles wat hun opgedragen was, meldden zij in het kort aan de kring rond Petrus. Daarna stuurde Jezus zelf zijn leerlingen eropuit om van het oosten tot het westen de heilige en onvergankelijke boodschap van de eeuwige verlossing te verkondigen. Amen.”)

 

 

 

Matteüs 28:16 & Marcus 16:14 & Lucas 24:36 vs. Johannes 20:24 vs. 1 Korintiërs 15:5

 

 

Matteüs 28:16
16 En de elf discipelen vertrokken naar Galilea, naar de berg, waar Jezus hen bescheiden had.

 

Marcus 16:14
14 Daarna verscheen Hij aan de elven zelf, terwijl zij aanlagen, en Hij verweet hun hun ongeloof en hardheid van hart, omdat zij hen niet geloofden, die Hem aanschouwd hadden, nadat Hij opgewekt was.

 

Lucas 24:33
33 En zij stonden op en keerden terzelfder tijd terug naar Jeruzalem en zij vonden de elven en die bij hen waren, vergaderd.

 

Johannes 20:24
24 En Tomas, een der twaalven, genaamd Didymus, was niet met hen, toen Jezus daar kwam.

 

1 Korintiërs 15:5
5 en Hij is verschenen aan Kefas, daarna aan de twaalven.

 

Aan hoeveel discipelen verscheen Jezus? Waren het 11 discipelen (zoals in Matteüs, Markus en Lucas), 10 discipelen (zoals in Johannes: 12 minus Judas en Thomas) of 12 discipelen, zoals in de eerste brief aan de Korintiërs?

Het is niet onjuist om van ‘de elf’ of ‘de twaalf’ te spreken, ook al zijn er minder discipelen aanwezig. Deze termen worden hier gebruikt als titels van de groep discipelen van Jezus, niet als telwoorden. Op dezelfde wijze zouden wij kunnen zeggen dat ‘het Nederlands elftal’ afgelopen woensdag heeft gewonnen van Amerika, terwijl er in feite 17 spelers voor Nederland op het veld hebben gestaan.

 

 

 

 

 

 

Matteüs 28:18 vs. Markus 6:5

 

 

Matteüs 28:18
18 En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op [de] aarde.

 

Marcus 6:5
5 En Hij kon daar geen enkele kracht doen; alleen genas Hij enige zieken door handoplegging.

 

Het woordje dat in Markus 6:5 vertaald is met ‘kon’ is het Griekse woordje ‘dunamai’ (doo’-nam-ahee). Strongs Concordantie geeft de volgende betekenissen:

1) to be able, have power whether by virtue of one’s own ability and resources, or of a state of mind, or through favourable circumstances, or by permission of law or custom
2) to be able to do something
3) to be capable, strong and powerful

Het dikgedrukte gedeelte geeft aan dat het geen absolute onkunde hoeft te impliceren. Jezus kon, als Hij wilde, wel grote tekenen laten zien, maar het lag niet in zijn mandaat om dat te doen, omdat de mensen in die streek geen geloof hadden.

Overigens gaat de tekst in Markus over iets wat vóór Jezus’ kruisiging en opstanding gebeurde, terwijl de uitspraak in Matteüs gedaan werd ná de opstanding.

 

 

 

Markus 15:39 vs. Lucas 23:47

 

 

Markus 15:39
39 Toen de hoofdman, die tegenover Hem stond, zag, dat Hij zó de geest gegeven had, zeide hij: Waarlijk, deze mens was een Zoon Gods.

 

Lucas 23:47
47 Toen de hoofdman zag, wat er geschiedde, verheerlijkte hij God, zeggende: Inderdaad, deze mens was rechtvaardig!

 

Ja…? Waar is de contradictie? Iemand die verbaast is mompelt van alles en nog wat. De hoofdman heeft dit allebei gezegd.

 

 

 

Lucas 14:26 vs. 1 Johannes 3:15

 

 

Lucas 14:26
26 Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn.

 

1 Johannes 3:15
15 Een ieder, die zijn broeder haat, is een mensenmoorder en gij weet, dat geen mensenmoorder eeuwig leven blijvend in zich heeft.

 

Het enige wat dit demonstreert, is de scepticus’ neiging zonder nuances alles letterlijk en absoluut te nemen, om maar weer een tegenstrijdigheid aan te kunnen wijzen. Zelfs iemand die in een totale onwetendheid verkeert over de culturele context, zou moeten begrijpen dat Jezus niet letterlijk bedoelt je familie en jezelf te haten. Zelfs wij Westerlingen kennen het begrip ‘bij wijze van spreken.’

Maar een dergelijke absolute, zwart-wit (of houden van, of haten) manier om dingen te zeggen, is typisch voor het Oude Midden Oosten, waar extreem taalgebruik normaal was. Een ander voorbeeld:

Lucas 16:13
13 Geen slaaf kan twee heren dienen, want hij zal òf de ene haten en de andere liefhebben, òf zich aan de ene hechten en de andere minachten; gij kunt niet God dienen èn Mammon.

 

Het punt is dat de slaaf aan de ene heer meer is toegewijd dan aan de andere, maar het wordt weergegeven alsof er twee extremen zouden zijn.

Zo ook in Lucas 14:26: onze familie, of zelfs ons eigen vege lijf, moet ons niet meer waard zijn dan Jezus Christus, anders zullen we Hem niet optimaal kunnen dienen.

 

 

 

 

 

 

Marcus 16:12-13 vs. Lucas 24:34

 

 

Marcus 16:12-13
12 Daarna verscheen Hij in een andere gedaante aan twee van hen op de weg, terwijl zij zich naar het land begaven. 13 En ook die gingen heen om het aan de anderen te berichten. En ook die geloofden zij niet.

 

Lucas 24:33-34
33 En zij stonden op en keerden terzelfder tijd terug naar Jeruzalem en zij vonden de elven en die bij hen waren, vergaderd, 34 en dezen zeiden: De Here is waarlijk opgewekt en is aan Simon verschenen.

 

Het verhaal in Lucas 24:13-35 vader,handelingen gaat over de welbekende Emmaüsgangers. De veronderstelde contradictie is dat Marcus 16 over deze zelfde Emmaüsgangers spreekt, en dat de discipelen hen volgens Lucas wel geloven, maar volgens Marcus niet.

Maar het hoeft hier niet over dezelfde gebeurtenis te gaan. Er zijn overeenkomsten tussen de twee verhalen (ze waren met z’n tweeën buiten de stad aan het wandelen, en Jezus verscheen in een andere gedaante). Maar er zijn ook verschillen. Volgens Marcus 16:12 waren ze op weg naar ‘het land’ (niet naar Emmaüs); volgens de Naardense vertaling waren ze op weg naar ‘de akker’. En ze werden niet geloofd, terwijl de Emmaüsgangers wel werden geloofd.

Je kunt niet op basis van de overeenkomsten zeggen dat deze verhalen dezelfde gebeurtenis betreffen, en tegelijkertijd op grond van de verschillen concluderen dat de verhalen tegenstrijdig zijn.

Verder moet er nog opgemerkt worden dat het einde van Marcus 16 (vanaf vers 9) in veel documenten mist, en mogelijkerwijs geen onderdeel uitmaakte van het oorspronkelijke Evangelie van Marcus. Fouten in deze passage zijn dus niet per se problematisch voor de goddelijke inspiratie van de oorspronkelijke geschriften.

 

 

 

Johannes 5:37 vs. Johannes 14:9

 

 

Johannes 5:37
37 En de Vader, die Mij gezonden heeft, die heeft van Mij getuigenis gegeven. Gij hebt nooit zijn stem gehoord of zijn gedaante gezien.

 

Johannes 14:9
9 Jezus zeide tot hem: Ben Ik zolang bij u, Filippus, en kent gij Mij niet? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; hoe zegt gij dan: Toon ons de Vader?

 

Beide Schriftgedeelten in de context geplaatst:

Johannes 5:30-38
30 Ik kan van Mijzelf niets doen; gelijk Ik hoor, oordeel Ik, en mijn oordeel is rechtvaardig, want Ik zoek niet mijn wil, doch de wil van Hem, die Mij gezonden heeft. 31 Indien Ik getuig van Mijzelf, is mijn getuigenis niet waar; 32 een ander is het, die van Mij getuigt, en Ik weet, dat het getuigenis, dat Hij van Mij aflegt, waar is. 33 Gij hebt tot Johannes gezonden en hij heeft van de waarheid getuigd; 34 maar Ik behoef het getuigenis van een mens niet, doch Ik zeg dit, opdat gij behouden wordt. 35 Hij was de brandende en schijnende lamp en gij hebt u een tijdlang in zijn licht willen verheugen. 36 Maar Ik heb een getuigenis, gewichtiger dan dat van Johannes; want de werken, die Mij de Vader gegeven heeft om te volbrengen, juist die werken, die Ik doe, getuigen van Mij, dat de Vader Mij gezonden heeft. 37 En de Vader, die Mij gezonden heeft, die heeft van Mij getuigenis gegeven. Gij hebt nooit zijn stem gehoord of zijn gedaante gezien, 38 en zijn woord hebt gij niet blijvend in u, want die Hij gezonden heeft, gelooft gij niet.

 

Johannes 14:7-10 (NBV 2004)
7 Als jullie mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen jullie hem, want jullie hebben hem zelf gezien.’ 8 Daarop zei Filippus: ‘Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.’ 9 Jezus zei: ‘Ik ben nu al zo lang bij jullie, en nog ken je me niet, Filippus? Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Waarom vraag je dan om de Vader te mogen zien? 10 Geloof je niet dat ik in de Vader ben en dat de Vader in mij is? Ik spreek niet namens mezelf als ik tegen jullie spreek, maar de Vader die in mij blijft, doet zijn werk door mij.

 

 

En in nog een andere passage zegt Jezus:

 

Johannes 6:44-47
44 Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, die Mij gezonden heeft, hem trekke, en Ik zal hem opwekken ten jongsten dage. 45 Er is geschreven in de profeten: En zij zullen allen door God geleerd zijn. Een ieder, die het van de Vader gehoord en geleerd heeft, komt tot Mij. 46 Niet, dat iemand de Vader gezien heeft; alleen die van God komt, die heeft de Vader gezien. 47 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie gelooft, heeft eeuwig leven.

 

Omdat de Vader in de Zoon is, hebben degenen die Jezus’ werken hebben gezien, ook de Vader gezien, die door Jezus heen werkt. Zij hebben de Vader niet in gedaante gezien, maar ze hebben iets van Zijn persoonlijkheid kunnen zien, door Jezus’ daden. Daarom: wie Jezus kent, kent ook de Vader.

 

 

 

 

 

Handelingen 9:7 vs. Handelingen 22:9

 

 

Handelingen 9:7
7 En de mannen, die met hem reisden, stonden sprakeloos, daar zij wel de stem hoorden, maar niemand zagen.

 

Handelingen 22:9
9 En zij, die met mij waren, zagen wèl het licht, maar de stem van Hem, die tot mij sprak, hoorden zij niet.

 

Dat ze het licht zagen is niet in tegenspraak met dat ze ‘niemand’ zagen. Het gaat dus om de vraag of ze de stem hoorden of niet.

Paulus kan zich vergist hebben in Handelingen 22:9. Ten eerste was het vele jaren later, ten tweede kunnen zijn medereizigers (ook christenvervolgers) ontkent hebben iets gehoord te hebben. Dit is dus geen contradictie in de goddelijk geïnspireerde tekst, want Lucas (de schrijver van Handelingen) citeert Paulus slechts, hij zegt niet dat Paulus gelijk had.

Een andere mogelijke oplossing zit in het Griekse woordje voor ‘hoorden’. In beide verzen is dat ‘akouo’ (ak-oo’-o), maar in andere vervoegingen. Strongs Concordantie geeft voor dit woord:

1) to be endowed with the faculty of hearing, not deaf
2) to hear
– 2b) to attend to, consider what is or has been said
– 2c) to understand, perceive the sense of what is said
3) to hear something
– 3a) to perceive by the ear what is announced in one’s presence
– 3b) to get by hearing learn
– 3c) a thing comes to one’s ears, to find out, learn
– 3d) to give ear to a teaching or a teacher
– 3e) to comprehend, to understand

Het is goed mogelijk dat ‘akouo’ in Handelingen 9:7 vertaald moet worden met ‘hoorden’, maar in 22:9 met ‘begrijpen’. In dat geval hoorden Paulus’ reisgenoten de stem wel, maar verstonden ze het niet. De NIV vertaalt het daarom als volgt:

 

Handelingen 22:9 (New International Version)
9 ‘I am Jesus of Nazareth, whom you are persecuting,’ he replied. My companions saw the light, but they did not understand the voice of him who was speaking to me.

 

 

Conclusie

 

De Bijbel is Gods Woord en God is in alles te vertrouwen. Mensen zullen altijd wel ergens mee komen om het geloof in de dood en opstanding van Christus te ondermijnen, dan weer met lijsten Bijbelse tegenstrijdigheden, dan weer met alternatieve theorieën over het ontstaan van de wereld. Maar christenen moeten zich niet laten ‘medeslepen door allerlei leringen’ (Hebreeën 13:9) die strijdig zijn met het Evangelie.

Maar tegelijk beveelt de Bijbel ons alles te onderzoeken (1 Tessalonicenzen 5:21) en te weten hoe we iedereen het juiste antwoord kunnen geven (Kolossenzen 4:6).

 

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

Groeien in de duisternis

Standaard

categorie : religie

.

.

In Genesis zweeft God in de duisternis en Jezus bad vaak ’s nachts in alle eenzaamheid.  In de duisternis kan iets moois ontstaan. In de donkere momenten van je leven, als je somber bent, als het tegenzit, juist dan kun je groeien. God heeft de dag gemaakt, maar ook de nacht, en die is er niet voor niets. In de duisternis zoekt God je op.

.

.

.

.

Bijbelteksten: 

.

‘God maakte de nacht’ – Genesis 1:1-5

.

1 In de beginne schiep God de hemel en de aarde. 
2 De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op de afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren. 
3 En God zeide: Daar zij licht! en daar werd licht. 
4 En God zag het licht, dat het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht en tussen de duisternis. 
5 En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de eerste dag.
.
.

– ‘Moeder Maria zwanger’ – Lucas 1:39-56

.

39 Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda,
40 waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette.
41 Toen Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld van de heilige Geest
42 en riep luid: De meest gezegende ben je van alle vrouwen», en gezegend is de vrucht van je schoot! 
43 Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt?
44 Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot.
45 Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.’
46 Maria zei:‘Mijn ziel prijst en looft de Heer,
47 mijn hart juicht om God, mijn redder:
48 hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
49 ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan, heilig is zijn naam.
50 Barmhartig is hij, van geslacht op geslacht, voor al wie hem vereert.
51 Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm en drijft uiteen wie zich verheven wanen,
52 heersers stoot hij van hun troon en wie gering is geeft hij aanzien.
53 Wie honger heeft overlaadt hij met gaven, maar rijken stuurt hij weg met lege handen.
54-55 Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar, zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd:
hij herinnert zich zijn barmhartigheid jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.
56 Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar, en ging toen terug naar huis.
.
.

– ‘Zaadkorrels in het duister’ – Marcus 4:26-29; Johannes 12:24-25

.

Marcus 4:26-29

26 In die tijd zei Jezus tot de menigte: “Het gaat met het Rijk Gods als met een man die zijn land bezaait;

27 hij slaapt en staat op, ’s nachts en overdag, en onderwijl kiemt het zaad en schiet op, maar hij weet niet hoe.

28 Uit eigen kracht brengt de aarde vruchten voort, eerst de groene halm, dan de aar, dan het volgroeide graan in de aar.

29 Zodra de vrucht het toelaat slaat hij er de sikkel in, want het is tijd voor de oogst.”

Johannes 12:24-25

24 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Indien het tarwegraan in de aarde niet valt, en sterft, zo blijft hetzelve alleen; maar indien het sterft, zo brengt het veel vrucht voort. 
25 Die zijn leven liefheeft, zal hetzelve verliezen; en die zijn leven haat in deze wereld, zal hetzelve bewaren tot het eeuwige leven.
.
.
.
.
.
.

– ‘Jezus bidt ’s nachts’ – Lucas 6:12-16; Lucas 21:37-38; Lucas 22:39-46

.

Lucas 6:12-16

12 En het geschiedde in die dagen, dat Hij uitging naar de berg, om te bidden, en Hij bleef de nacht over in het gebed tot God. 
13 En als het dag was geworden, riep Hij Zijn discipelen tot Zich, en verkoos er twaalf uit hen, die Hij ook apostelen noemde: 
14 Namelijk Simon, welken Hij ook Petrus noemde; en Andreas zijn broeder, Jakobus en Johannes, Filippus en Bartholomeus; 
15 Mattheus en Thomas, Jakobus, den zoon van Alfeus, en Simon genaamd Zelotes; 
16 Judas, den broeder van Jakobus, en Judas Iskariot, die ook de verrader geworden is.

Lucas 21:37-38

  1. Overdag gaf Hij onderricht in de tempel, maar ’s nachts vertrok Hij om de nacht door te brengen op de Olijfberg.

38. Iedere ochtend kwam al vroeg het hele volk naar de tempel om naar Hem te luisteren.

Lucas 22:39-46

  1. En uitgaande, vertrok Hij, gelijk Hij gewoon was, naar de Olijfberg; en Hem volgden ook Zijn discipelen.
  2. En als Hij aan die plaats gekomen was, zeide Hij tot hen: Bidt, dat gij niet in verzoeking komt.
  3. En Hij scheidde Zich van hen af, omtrent een steenworp; en knielde neder en bad,
  4. Zeggende: Vader, of Gij wildet dezen drinkbeker van Mij wegnemen, doch niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede.
  5. En van Hem werd gezien een engel uit de hemel, die Hem versterkte.
  6. En in zwaren strijd zijnde, bad Hij te ernstiger. En zijn zweet werd gelijk grote droppelen bloeds, die op de aarde afliepen.
  7. En als Hij van het gebed opgestaan was, kwam Hij tot Zijn discipelen, en vond hen slapende van droefheid.
  8. En Hij zeide tot hen: Wat slaapt gij? Staat op en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt.

.

– ‘Zonsverduistering’ – Lucas 23:44-45

.

  1. En het was omtrent de zesde ure, en er werd duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe.
  2. En de zon werd verduisterd, en het voorhangsel des tempels scheurde midden door.
  3. En Jezus, roepende met grote stemme, zeide: Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest. En als Hij dat gezegd had, gaf Hij de geest.
  4. Als nu de hoofdman over honderd zag, wat er geschied was, verheerlijkte hij God, en zeide: Waarlijk, deze Mens was rechtvaardig.
  5. En al de scharen, die samengekomen waren om dit te aanschouwen, ziende de dingen, die geschied waren, keerden wederom, slaande op hun borsten.

.

– ‘Opstaan uit de nacht’ – Romeinen 6:8-9

.

  1. Indien wij nu met Christus gestorven zijn, zo geloven wij, dat wij ook met Hem zullen leven;
  2. Wetende, dat Christus, opgewekt zijnde uit de doden, niet meer sterft; de dood heerst niet meer over Hem.

.

.

.

.

Het hemels getal 12 en de 12 bloed-rode manen tussen 1948 en 2018.

Standaard

categorie : religie

 

 

 

 

het getal 12 komt 187 keer voor in de Bijbel

het getal 12 komt 187 keer voor in de Bijbel

 

 

 

Opmerkelijk is dat het getal 12 (of een veelvoud daarvan) zo veelvuldig voorkomt in de Bijbel. Dat is geen toeval.

 

Wie het getal twaalf noemt herinnert vanzelfsprekend aan de twaalf zonen van Jacob, de stamvaders van Israël en aan de twaalf discipelen van Jezus. Hieronder een veelvoud van voorbeelden:

  • 12 zonen van Jacob (= Israel – Gen. 32:28; 1 Kronieken 2:1,2)
  • 12 vorsten Ismaël (Genesis 17:20)
  • 12 waterbronnen (Exodus 15:27)
  • 12 kolommen (Exodus 24:4)
  • 12 toonbroden (Leviticus 24:5)
  • 12 mannen (Deut. 1:23)
  • 120 jaar Mozes (Deuteronomium 34:7)
  • 12 stenen (Jozua 4:8)
  • 12 steden (Jozua 18:24)
  • 120 talenten goud (1 Koningen 10:10)
  • 24 priestergroepen (1 Kronieken 24)
  • 24 zanggroepen (1 Kronieken 25)
  • 24.000 Levieten (1 Kron. 23:4)
  • 12 runderen (1 Koningen 19:19)
  • 12 leeuwen (2 Kronieken 9:19)
  • 12 jaren (Nehemia 5:14)
  • 12 maanden (Esther 2:12)
  • 12 tekens Dierenriem (Job 38:31-33)
  • 12 ellen Ariel (altaar) (Ezechiel 43:16)
  • 120.000 mensen (Jona 4:11)
  • 12 apostelen  (Marcus 3:13-19)
  • 12 manden volle koren (Mattheus 14:20)
  • 12 tronen (Mattheus 19:28)
  • 12 legioenen engelen (Mattheus 26:53)
  • 12 jarige dochter van Jairus (Lucas 8:42)
  • 12 jaar bloedvloeiende vrouw (Lucas 8:43)
  • 120 personen (Handelingen 1:15)
  • 24 ouderlingen (Openbaring 4:4,10)
  • 12 sterren (Openbaring 12:1)
  • 12 poorten, 12 paarlen, 12 engelen (Openbaring 21:12) – namen 12 geslachten Israëls – namen 12 apostelen Nieuw Jeruzalem
  • 144.000 verzegelden (12 x 12.000 uit elke stam Israëls – Openbaring 7:4 e.v.
  • 12 fundamenten (Openbaring 21:14)
  • 144 ellen (Openbaring 21:19,20)
  • 12.000 stadiën (Openbaring 21:16)
  • 12 edelstenen (Openbaring 21:19,20)
  • 12 vruchten (Openbaring 22:2)

 

We zouden het getal twaalf het best kunnen omschrijven als :

 

 Israël, een volk in zijn geheel met een perfect bestuur!

 

Het is logisch, dat het getal twaalf ook telkens te voorschijn komt als het gaat over de vertegenwoordiging van het volk. Als de kinderen Israëls na door de Schelfzee getrokken te zijn, in de oase Elim aankomen vinden ze daar niet minder dan twaalf bronnen. Eenzelfde karakter als de twaalf heeft ook zijn verdubbeling de vierentwintig. De priesterschare is verdeeld in vierentwintig afdelingen en er zijn vierentwintig zanggroepen van elk twaalf Levieten. Vierentwintigduizend Levieten houden toezicht op werk in het huis des Heren.

De vermelding van de twaalf manden voor het overgeschoten brood in de geschiedenis van de eerste wonderbare spijziging wordt door velen terecht verstaan als een verwijzing naar de messiaanse maaltijd met het gehele volk.

Als Jezus bij zijn gevangenneming zinspeelt op de mogelijkheid dat twaalf legioenen engelen zullen te hulp komen, dan is dit getal wel gekozen met het oog op de twaalf die bedreigd worden.

Een belangrijke rol speelt het getal twaalf ook in het boek van de Openbaring van Johannes. We horen over de vrouw met de krans van twaalf sterren, de dochter van Sion, het volk Israël of de gemeente van God. Zij is geheel Israël. In de beschrijving van het Nieuwe Jeruzalem worden twaalf poorten getekend met twaalf engelen en namen, ‘welke zijn die van de twaalf stammen van de kinderen Israëls’. ‘De muur der stad had twaalf fundamenten en daarop de namen van de twaalf apostelen van het Lam’. Lengte, breedte en hoogte van de stad zijn twaalfduizend stadiën.

 

 

de 12 stammen van Israël

de 12 stammen van Israël

 

 

 

De vaste tijden

 

In Exodus 25:8,9 lezen we het volgende: ‘En zij zullen Mij een heiligdom maken, en Ik zal in hun midden wonen. Gij zult het maken overeenkomstig alles wat Ik u toon, het model van de tabernakel en het model van al het gerei’.

Dit heiligdom heeft in Exodus 27:21 als naam ” tent der samenkomst”. In het latijn heeft het de naam tabernakel. Het woord wordt ook gebruikt voor ‘vaste tijden’.

In Genesis 1:14-16 zegt God:

‘dat er lichten zijn aan het uitspansel des hemels, om scheiding te maken tussen de dag en de nacht, en dat zij dienen tot aanwijzing zowel van vaste tijdenals van dagen en jaren’. Die lichten zijn voor de dag de zon en in de nacht de maan en de sterren. Hier zijn de zon, de maan en de sterren dus aanwijzingen  voor vaste tijden! 

Waarom wordt hetzelfde Hebreeuwse woord gebruikt voor vaste tijden en de tent der samenkomst?

Dus zoals we zagen gaat het in Genesis om de verschijning van zon, maan en sterren op vaste tijden.

In Leviticus 23:2 en 4 lezen we het volgende: Daar zegt God tegen Mozes:

‘De Feesttijden des Heren, die gij zult uitroepen als heilige samenkomsten, zijn Mijn Feesttijden. Dit zijn de Feesttijden des Heren, heilige samenkomsten, die gij uitroepen zult op de daarvoor bepaalde tijd’.

We zien hier dus dat de vaste tijden ook Feesttijden des Heren zijn, en die Feesttijden vallen op vaste tijden in de loop van het jaar.

 

God’s feestkalender

Israëls Feesten onderscheiden we als volgt:

  • Pesach – het Pascha (Deut. 16:6 – 1 Cor. 5:7-8)
  • Het feest der ongezuurde broden (Deut. 16:3 – 1 Cor. 5:8)
  • Het feest der eerstelingen (Exod. 23:19 – 1 Cor. 15:20)
  • Sjawoe’ot – het feest der weken of het pinksterfeest (Deut. 16:10 – Hand. 2:1 -Gal. 3:28)
  • Rosh Hasjana – het feest van het bazuingeschal (Leb. 23:24 – 1 Cor. 15:52, 31)
  • Yom Kippur – de grote verzoendag (Lev. 16:30 – Hebr. 9:28)
  • Sukkot – het loofhuttenfeest – (Ex. 23:16 – Joh. 1:52)
  • Het sabbatjaar en het jubeljaar – (Lev. 25:3, 4 – Lev. 25:8-10)

 

 

 

 

Gods feestkalender

Gods feestkalender

 

 

 

Deze vaste Feesttijden leiden tot heilige samenkomsten op de plaats van ontmoeting, zoals God zegt in Exodus 29:42, 43: ‘Ik zal daar samenkomen met de Israëlieten’. “Daar” betreft dan de tent der samenkomst.

Dus eerst zagen we de vaste tijden, die verklaart worden vanuit de hemellichamen (zon, maan en sterren). Vervolgens de vaste tijden, die tegelijk Feesttijden des Heren zijn, en plaatsvinden op precieze data. En al deze betekenissen lopen uit op de plaats van ontmoeting.

Zo kunnen we verstaan dat de tent der samenkomst (tabernakel), vaste tijden van hemellichamen, en vaste tijden van de Feesttijden, drie in het Hebreeuws gelijkluidende termen zijn, die tezamen de bedoeling aangeven, dat het volk Israël zijn God ontmoet op vaste tijden!

 

 

 

Twaalf bloed rode manen

 

Om weer terug te keren naar het hemelse getal 12 stellen we vastdat vanaf de oprichting van de staat Israël op 14 mei 1948 er 3 x 4 {tetrad} dus 12 bloed rode manenzich manifesteerden in het hemels uitspansel op de vaste tijden, de ‘Feesttijden des Heren’.

Als volgt weergeven: Lunar eclipses

  1. 1948: 23 April              – 14 Nisan/Passover              Partial
  2. 1948: 18 Oktober         – 15 Tishri/Sukkot                 Penumbral
  3. 1949: 13 April               – 14  Nisan/Passover            Total (blood red moon)
  4. 1949:   7 Oktober         – 14 Tishri/Sukkot                 Total (blood red moon)
  5. 1950:  2 April                – 15 Nisan/Passover             Total (blood red moon)
  6. 1950: 26 September     – 15 Tishri/Sukkot                Total (blood red moon)
  7. 1967: 24 April                – 14 Nisan/Passover            Total (blood red moon)
  8. 1967: 18 Oktober          – 14 Tishri/Sukkot                 Total (blood red moon)
  9. 1968: 13 April                – 15 Nisan/Passover             Total (blood red moon)
  10. 1968:  6 Oktober           – 14 Tishri/Sukkot                Total (blood red moon)
  11. 2014: 15 April                – 15 Nisan/Passover              Total (blood red moon)
  12. 2014:  8 Oktober           – 14 Tishri/Sukkot                 Total (blood red moon)
  13. 2015:  4 April                 – 15  Nisan/Passover             Total (blood red moon)
  14. 2015: 28 September     – 15 Tishri/Sukkot                 Total (blood red moon)

 

 

 

BLOODMOON-670x374

 

 

 

We zien hier in de eerste kolom bij de Lunar eclipses 4 opeenvolgende {tetrad} bloed rode manen in de jaren 1949 en 1950 op Passover (Peseach) en Sukkot (Loofhuttenfeest) nadat op 14 mei 1948 de staat Israel werd uitgeroepen.

Vervolgens 4 in de jaren 1967 en 1968 als Jeruzalem op 7 juni 1967 heroverd wordt en nu de ondeelbare hoofdstad van Israel is (Luk. 21:24)!

In 2014 en 2015 was er opnieuw een tetrad te zien zijn van bloed rode manen. Het religieuze jaar begon dan met een totale zonsverduistering op de 1e Nisan, met twee weken later gevolgd door een bloed rode maan op Passover. Het burgelijk jaar opende met een zonsverduistering op de 1e Tishri/RoshHasjana gevolgd door weer een bloed rode maan op Sukkot in 2015.

 

Geen 4 {tetrad} opeenvolgende bloed rode manen deden zich voor in de 16e – 17e – 18e – en 19e eeuw.

 

Bloed rode manen,tekenen van het naderbij komenvaneen theocratisch interim-rijk op aarde, ofwel het messiaanse rijk.

 

 

 

opname_wederkomst

 

 

De demonische uitroeiing van een groot deel van het Joodse volk en het schouwspel van een uit alle delen van de wereld naar Palestina/Israël toestromend en onweerstaanbaar oprijzend overblijfsel van Israël, heeft veler ogen weer geopend voor de wonderlijke invloed van de oudtestamentische profetie.

Een moderne staat als Israël belet velen nog verband te leggen tussen de oude profeten en het hedendaagse denken, maar wie de profetie kent weet dat Israël in geloof (Messiaanse gelovigen) terug zal keren om later als volk zijn God (Jesjoea, de Messias) te ontdekken. De terugkeer van Juda uit de verstrooiing is vanouds door alle insiders als de ouverture tot de eindtijd der menselijke geschiedenis beschouwd!

Het theocratisch interim-rijk op aarde, ofwel het messiaanse rijk, is geen christelijk rijk, maar een Christus-rijk,waarin Messias Jesoea (Jezus) mét zijn aan hem verbonden Lichaam, de gemeente,  als Koning en Rechter over de dan levende mensheid regeert.

Het apocalyptische visioen van een tijdelijk Godsrijk, waarin de duivelse machten zijn uitgeschakeld en een bepaalde orde in de hemel opgenomen gelovigen met Christus over de volken regeert, plaatst de oudtestamentische profetie over een messiaans rijk in een bepaald nieuwtestamentisch kader en het verklaart vooral de tijdelijke en nog zondige elementen in dit rijk.

De profetie over een messiaans rijk profeteert van het tijdelijke ( 1000 jaar ) naar het eeuwige rijk heen, maar bevat toch elementen van onvolkomenheid, die onmogelijk toepasselijk kunnen zijn op het eeuwige rijk. De mensen zijn er nog sterfelijk, hoewel zij zeer oud worden en een 100-jarige nog een jongeling genoemd wordt (Jes. 65, 20a), er zijn vijanden die zich geveinsd onderwerpen (Zach. 14, 17-19; Ap. 20, 7-10), en mensen kunnen gedood worden om hun zonden (Jes. 65, 20b).

Andere profetieën spreken:

over de tempeldienst te Jeruzalem en een ‘hoeden der heidenen’ met een ‘ijzeren scepter’ (Jes. 66, 21-23; Ps. 2, 9; Ap. 2, 26, 27),

‘Leiders van wetenschap en verstand’ zullen de volken in Godskennis onderrichten (Jer. 3, 15; Jes. 30, 20-21; 11, 9; Hab. 2, 14),

Israel zal het religieus-culturele centrum van dit wereldrijk zijn (Jes. 60, 2, 10-22; 61, 5; 62, 1-2; Zach. 8, 13, 22-23; 14, 16),

Christus is hier de theocratische Koning over de wereld waarin alles aan hem onderworpen is (Ps. 95, 10; Jes. 2, 4; 3, 13; 51, 5; Ap. 2, 26-27; 12, 5; 19, 15),

Zijn gezag is bemiddeld aan de Davidische messias (Jes. 16, 5; 55, 3-4; Jer. 30, 9; Ez. 34, 23-24; 37, 25),

de mensheid leeft onder een wettig regiem (Ps. 9, 9; 67, 5; 95, 10; 96, 10; 98, 9; Jes. 2, 1-5; 42, 1, 15-17; Zach. 14, 16-21).

Men behoeft slechts met enkele trekken het beeld uit deze profetie te schetsen om het onderscheid met de tegenwoordige gemeente van gelovigen en het eeuwige Godsrijk te onderkennen. Het kan alleen ‘geplaatst’ worden in de tijd die volgt op de verschijning van de antichrist (Ap. 20, 1-3 verg. Ap. 12, 9; 13, 1-5, 11-18; verg. Dan. 7, 19-27), en de wederkomst van Christus (2 Thess. 2, 1-4), een historisch tijdperk dat voorafgaat aan het eeuwig Koninkrijk Gods (1 Kor. 15, 23-28).

Het Messiaanse Rijk zal, na een laatste poging van de duivelse machten om Gods heilswerk te vernietigen, overgaan in het eeuwige Volkomen Koninkrijk. Satan, de demonen en de onbekeerden zullen dan voor eeuwig in de vuurpoel gegooid worden.

De korte tijd van de duivelse uitbarsting toont in de eerste plaats de consequente volharding van het kwaad na een 1000 jarige periode van passiviteit (Ap. 20, 1-2, 3, 5, 7), en dienst vervolgens als een laatste selectie onder de dan levende mensheid. Want ondanks de paradijselijke staat waarin de mensheid gedurende het messiaanse rijk op aarde onder leiding van de Messias Jesjoea leeft, zal blijken dat velen zich geveinsd aan deze theocratische wereldorde hebben onderworpen (Ap. 20, 7-8).

De ‘plasregens’ van zegen en kennis van Jahweh (Ik ben die Ik ben – Ex. 3:14)  hebben het volkomen Godsrijk op aarde zeer nabij gebracht, maar desondanks zullen bepaalde volken zich toch laten verleiden om dit alles ongedaan te maken. Wanneer deze opzet neergeslagen is en de duivelse machten met hun volgelingen voor eeuwig buiten het Koninkrijk Gods gestoten worden, volgt het laatste oordeel over de doden en wordt het heilsplan voleindigd in de dubbele gestalte van het Koninkrijk Gods: een hemels rijk en een aards rijk.

Deze rijken zijn echter niet gescheiden. Ofschoon het hemels Godsrijk de gehele kosmos omvat, wordt de hemel met de aarde verbonden door de ‘schakel’ van het Nieuwe Jeruzalem, een voor beide rijken gemeenschappelijk ‘centrum’, waar de communicatie plaats vindt ( Ap. 21, 1-5, 10-27; 22, 1-5).

De categorieën als transcendentie en immanentie, eeuwigheid en tijd, heden en toekomst, hemel en aarde, gemeente en wereld, gemeente en Israël, zijn in de structuur van het Koninkrijk Gods dus geen tegenstellingen die elkaar uitsluiten, maar elkander inhoudende, insluitende en aanvullende elementen!

Samenvattend kunnen wij het Koninkrijk Gods in zijn wijdste betekenis omschrijven als dat deel der schepping, dat Hij zich eeuwig toeeigent. Een deel van de schepping staat ‘tegenover God’, zowel in de mensenwereld als in de wereld van kosmische machten. Ook dit deel is ‘eigendom’ van de schepper. Het kan uitsluitend door de scheppingskracht van God bestaan, maar na de afsluiting van het heilproces is het gedoemd voor eeuwig ‘buiten’ God en zijn Rijk te bestaan. Het is het ‘niets’ buiten God, zoals een schaduw ook ‘niets’ is maar toch ‘bestaat’.

Datgene wat in de schepping beantwoordt aan de liefde Gods is het Koninkrijk Gods en als het voltooid is, is ook aan de zin van de schepping voldaan.

De mens is ooit geopenbaard dat hij het gezag zal hebben over al de schepselen op aarde. Dit gezag valt hem toe als hij de volkomen mens is geworden, het beeld en de gelijkenis van de Volkomen Mens in God. Evenals in de engelenwereld scheidt zich een deel  van de mensheid af om uiteindelijk in eeuwige Gods vijandigheid buiten het Koninkrijk Gods te verteren. Het deel dat God in liefde volgt is evenwel niet eenvormig en van gelijke hoedanigheid. Er zijn ‘niveaus’ en ‘geledingen’ in de volkomen mensheid. Zij die positief reageren op de openbaring Gods worden wel allen volkomen mens, maar niet alle in gelijke ‘rang’ of hoedanigheid. Men krijgt wat men verdient.

Voor het aardse rijk zijn alle heidenen bestemd die niet tot de gemeente ofwel het Lichaam van Jesjoea behoren, maar wél in het Boek des Levens bij het Laatste Oordeel worden gevonden (Ap. 20, 11-15).

Het Koninkrijk der hemelen ofwel het Messiaanse rijk is de erfenis van allen die tot het Lichaam van Jesjoea behoren en allen die in het anti-christelijke tijdperk uit de grote verdrukking de Messias alsnog hebben aangenomen (Ap. 7, 9-17), waaronder ook de ‘verzegelden’ uit het overblijfsel van Israël in die dagen (Ap. 14, 1-5 verg. Ap. 7, 1-8).

 

Ik zal wondertekenen geven aan de hemel en op de aarde: bloed en vuur en rookzuilen. De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voor die dag van de Heere komt, die grote en ontzagwekkende’ (Joel 2:30-31; Hand. 2:16-21).

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

JOHN ASTRIA

Bidden en vasten

Standaard

categorie : religie

 

 

 

 

 

Bidden en vasten

 

Een definitie

 

Bidden en vasten kan gedefinieerd worden als een vrijwillige onthouding van voedsel met het doel om je scherp te stellen op gebed en gemeenschap met God. Bidden en vasten gaan vaak hand in hand, maar dit is niet altijd het geval. Je kunt bidden zonder te vasten, en je kunt vasten zonder te bidden. Wanneer deze twee activiteiten worden gecombineerd en aan Gods glorie worden opgedragen, bereiken zij hun maximale effectiviteit. Het reserveren van een bepaalde tijd voor bidden en vasten is niet een manier om God te manipuleren, zodat Hij zal doen wat jij verlangt. In plaats daarvan is het veel meer een kwestie van jezelf scherpstellen op God en op Hem vertrouwen voor de sterkte, de voorziening en de wijsheid die je nodig hebt.

 

 

 

 

 

 Wat de Bijbel zegt

 

Het Oude Testament vereiste bidden en vasten slechts bij één gelegenheid, namelijk op de Grote Verzoendag (Jom Kipoer). Dit gebruik werd de vastendag (Jeremia 36:6) of het vasten (Handelingen 27:9) genoemd. Mozes vastte 40 dagen en 40 nachten op de berg Sinaï, toen hij de wet van God ontving (Exodus 34:28). Koning Josafat riep op tot vasten in heel Israël, toen zij op het punt stonden om door de Moabieten en Ammonieten te worden aangevallen (2 Kronieken 20:3). De bevolking van Nineve reageerde op de prediking van Jona met vasten en het dragen van rouwkleden (Jona 3:5).

Bidden en vasten werd vaak gedaan in tijden van onrust of moeilijkheden. David vastte toen hij vernam dat Saul en Jonatan waren gedood (2 Samuël 1:12). Nehemia nam een periode van bidden en vasten in acht toen hij vernam dat Jeruzalem nog steeds in puin lag (Nehemia 1:4). Darius, de koning van Perzië, vastte de hele nacht nadat hij gedwongen was om Daniël in de leeuwenkuil te gooien (Daniël 6:18).

Bidden en vasten komen ook voor in het Nieuwe Testament. Anna was altijd in de tempel, waar ze God dag en nacht diende met vasten en bidden (Lucas 2:37). Johannes de Doper leerde zijn discipelen om te vasten (Marcus 2:18). Jezus vastte 40 dagen en 40 nachten, voordat Hij door Satan werd beproefd (Matteüs 4:2). De gemeente in Antiochië vastte (Handelingen 13:2) en zond Paulus en Barnabas vervolgens op hun eerst zendingsreis (Handelingen 13:3). Paulus en Barnabas namen ook de tijd om te bidden en te vasten voor de aanstelling van de oudsten in de kerken (Handelingen 14:23).

 

 

Vereist of aanbevolen?

 

Het Woord van God gebiedt gelovigen niet specifiek om tijd te besteden aan de combinatie van bidden en vasten. Maar toch is bidden en vasten iets wat we zeker zouden moeten doen. Veel te vaak ligt de nadruk van het bidden en vasten op de onthouding van voedsel. In plaats daarvan is het Christelijk vasten bedoeld om onze ogen van de dingen van deze wereld af te wenden en onze gedachten op God te concentreren.

Vasten moet altijd beperkt worden tot een vooraf bepaalde tijdsperiode, omdat een langere vastentijd onze lichamen schade kan toebrengen. Vasten is niet een methode om onze lichamen te straffen en het moet ook niet gebruikt worden als een dieetmethode. Het is niet de bedoeling dat we onze tijd in bidden en vasten gebruiken om gewicht te verliezen, maar veeleer om een diepere gemeenschap met God te bereiken.

Door onze ogen van de dingen van deze wereld af te nemen door middel van bidden en bijbels vasten, kunnen we ons beter scherpstellen op Christus. Matteüs 6:16-18 stelt: “Wanneer jullie vasten, zet dan niet zo’n somber gezicht als de huichelaars, want zij doen dat om iedereen te laten zien dat ze aan het vasten zijn. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jullie vasten, was dan je gezicht en wrijf je hoofd in met olie, zodat niemand ziet dat je aan het vasten bent, alleen je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.”

 

 

 

 

 

 Wat wordt ermee bereikt?

 

Het doorbrengen van tijd in bidden en vasten zal niet automatisch de wensen vervullen van de mensen die vasten. Vasten of geen vasten, God belooft dat Hij onze gebeden alleen zal verhoren, als wij iets vragen wat overeenkomt met Zijn wil. 1 Johannes 5:14-15 vertelt ons: “Wij kunnen ons vol vertrouwen tot God wenden, in de zekerheid dat hij naar ons luistert als we hem iets vragen dat in overeenstemming is met zijn wil. En omdat we weten dat hij naar ons luistert, wat we hem ook vragen, weten we ook dat we alles al hebben gekregen wat we hem gevraagd hebben.”

In de tijd van de profeet Jesaja klaagden de mensen dat zij moesten vasten, maar dat God niet antwoordde op de manier die zij wilden (Jesaja 58:3-4). Jesaja reageerde hierop met de boodschap dat het uiterlijke vertoon van vasten en bidden, zonder de correcte houding in het hart, vruchteloos is (Jesaja 58:5-9).

Hoe kun jij weten of je wel volgens Gods wil bidt en vast? Bidt en vast jij voor dingen die God eer en glorie brengen? Openbaart de Bijbel duidelijk dat dit Gods wil voor jou is? Als wij iets vragen dat God niet eert of iets vragen dat niet overeenkomt met Zijn wil voor onze levens, dan zal Hij ons niet geven waar we om vragen, ongeacht of we vasten. Hoe kunnen we weten wat Gods wil is? God belooft ons wijsheid te geven als we er om vragen. Jakobus 1:5 vertelt ons: “Komt een van u wijsheid tekort? Vraag God erom en hij, die aan iedereen geeft, zonder voorbehoud en zonder verwijt, zal u wijsheid geven.”

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

De Hemelvaartsdag van Jezus

Standaard

categorie : religie

.

.

hemelvaart

.

.

Wat lezen we in de Bijbel over Jezus’ hemelvaart?

.

Lees mee wat Jezus zegt in Johannes 14:2 en 20:17:

In het huis van mijn Vader zijn vele woningen; Ik ga heen om voor u plaats te bereiden… Ik vaar op tot Mijn Vader en tot uw Vader.

en in Mattheus 28:20

En zie, Ik ben met u al de dagen tot de voleinding van de wereld.

Jezus Christus is na zijn opstanding naar de hemel gegaan. Zijn leerlingen hebben er bij gestaan, en het ons verteld in de Bijbel. Maar dat Jezus naar de hemel ging, betekent niet dat wij Hem kwijt zijn. In de hemel blijft Hij aan de aarde denken en van daaruit bestuurt Hij ook de aarde, zelfs als u daar misschien niets van ziet. Alle macht in de hemel en op de aarde is nu aan Hem gegeven. En speciaal blijft Hij nu zorgen voor al Gods kinderen.

Jezus bidt voor mij in de hemel. Als ik struikel in mijn geloof, houdt Hij mij vast. Hij is altijd bij mij. Door zijn Woord, de Bijbel, en door Zijn Geest leidt Hij mij. Tegelijk maakt Hij voor mij een eeuwige plaats in de hemel, waar ik straks mag wonen.

Hij zorgt voor de kerk. Zelfs als zijn volgelingen bespot en vervolgd worden. Ze blijven van Hem getuigen. Hij wil dat er steeds meer mensen komen die in Hem geloven. Dat zijn zondaren net als de anderen. Maar Christus laat ze hun zonden zien en Hij biedt zichzelf aan als Verlosser. Hij nodigt ze tot zich. Hij vergeeft ze hun zonden en helpt ze te strijden tegen het kwade. Dat doet Hij in zijn liefde. Zijn bidden voor ons wordt verhoord door de Vader.

.

Jezus gaat naar de hemel 

.

Veertig dagen waren voorbij gegaan nadat Jezus was opgestaan uit de dood. Zijn vrienden, de discipelen en de vrouwen hadden hem allemaal gezien daarna. En vandaag, 40 dagen na Zijn opstanding, was Jezus weer in Jeruzalem bij de discipelen. Maar ze bleven niet in de stad, ze gingen buiten Jeruzalem, naar de Olijfberg. De discipelen luisterden goed naar Jezus want Hij vertelde hen onderweg weer zoveel mooie dingen. Ze begrepen dat Jezus niet op deze aarde zou blijven, maar weer terug zou gaan naar de hemel.

“Maar”, zei de Here Jezus, “Ik laat jullie niet alleen achter hoor, want ik zal jullie iemand zenden, die altijd bij jullie zal blijven. Hij zal jullie alles duidelijk maken, wat ik je heb verteld. Hij zal altijd bij jullie zijn en jullie leiden en alles leren over God de Vader en Mij. Dat zal De Heilige Geest, de Trooster doen. Jullie zullen nooit alleen zijn, want de Heilige Geest is een deel van God. Zijn Heilige Geest zal in jullie komen wonen”.

Jezus zei dat de apostelen terug moesten gaan naar Jeruzalem en daar moesten wachten op de Heilige Geest, die Jezus hen had beloofd.

“En als de Heilige Geest is gekomen moeten jullie aan iedereen in de hele wereld gaan vertellen dat Ik, Jezus, de Zoon van God ben. Dat ik ben gestorven aan het kruis voor de zonden van alle mensen en dat Ik ben opgestaan en leef! Als de mensen in Mij geloven mag je hen dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest”.


Dat was een opdracht, die Jezus hen gaf

.

Zo kwamen ze op de Olijfberg. De discipelen wisten dat Jezus van hen heen zou gaan, ze wisten dat Hij weer terug zou gaan naar Zijn Vader in de Hemel. Maar ze waren niet verdrietig, want Jezus ging daar in de Hemel een plaats klaar maken voor alle mensen, die in Hem geloven, zodat ook zij later bij Hem mochten komen wonen in de Hemel.

Jezus keek Zijn discipelen nog eenmaal vol liefde aan. Hij strekte Zijn Handen uit en zegende hen. Toen raakten Zijn voeten los van de grond. De discipelen keken vol ontzag toe en zagen hoe een wolk Jezus aan het gezicht onttrok. Zij konden Hem niet meer zien. De wolk droeg Jezus omhoog, steeds hoger tot in de Hemel, waar Hij nu nog steeds woont bij Zijn Vader.

.

.

.

.

Was hij nu voor altijd weg?

.

Plotseling stonden daar twee engelen in blinkend witte kleren bij de discipelen. “Wat staan jullie daar?” spraken de engelen. “Jezus, die jullie zojuist op hebben zien varen naar de Hemel, zal ook weer terug komen. Eens zal Hij terug komen op de wolken en dan zal iedereen Hem mogen zien”.

.

Dat was een blijde boodschap, Jezus zou terugkomen, dat had Hij beloofd.

.

En nog steeds wachten wij op de terugkomst van Jezus. Die dag komt, dat is zeker en dan zal het pas echt feest zijn. Dan komt Jezus ook ons halen en dan mogen we altijd bij Hem zijn. Er zal geen verdriet of pijn meer zijn, niemand zal nog honger hebben en er zal geen oorlog meer worden gevoerd.

.

De hemelvaart van Jezus

.

Na Zijn opstanding uit de dood ontmoet Jezus Zijn discipelen verschillende keren.Na enige tijd (40 dagen) verliet Hij hen. Hij ging niet naar een andere plaats op de aarde maar naar Zijn Vader in de hemel. We lezen in de Bijbel dat Hij van een berg opsteeg naar de hemel. Zijn discipelen waren hier getuige van. Ze bleven net zolang kijken tot Jezus door de wolken voor hun zicht verdwenen was. Waarom ging Jezus eigenlijk weg? Had Hij niet beter kunnen blijven? Als Hij nog op aarde was dan zou Hij zich aan iedereen kunnen laten zien. Toch deed Jezus het op deze manier en dat had alles te maken met de komst van de Heilige Geest.

.

.

de gevolgen van de keuze tussen goed en kwaad

de gevolgen van de keuze tussen goed en kwaad

pasteltekening van John Astria

.

Jezus definitief naar zijn Vader

.

En dan komt het moment dat Jezus definitief naar Zijn Vader in de Hemel gaat. Niet langer verschijnt Hij aan zijn leerlingen. “Terwijl de leerlingen naar boven kijken wordt Hij aan hun zicht onttrokken door een wolk”, staat in het Evangelie.

De hemel, het bij God zijn, is het uiteindelijke doel ook van ons leven. Niet in deze ‘aardse’ tijd, maar na onze dood. Jezus, door de dood heengegaan, heeft een plekje bij God de Vader voor ons bereid. Wij zijn uitgenodigd om daar te komen.

Nu Hij naar de hemel is gegaan heeft Hij voor dit aardse leven de leerlingen destijds, en daarmee ook ons, een Trooster en Helper gegeven. De Heilige Geest, uitgegaan van de Vader en de Zoon, wordt met Pinksteren, de 50ste dag na Pasen, gegeven aan hen die in God geloven en Jezus willen volgen.

.

De betekenis van hemelvaartsdag 

.

De eerste betekenis van de hemelvaart van Christus is, dat zij, voor Christus, maar ook voor ons, een soort beloning is

.

De eerste betekenis: De hemelvaart van Christus, is voor Christus, maar ook voor ons, een soort beloning. Met hemelvaart wordt Christus verhoogd! Christus wordt verhoogd omdat Hij het in zijn leven hier op aarde nooit erg gevonden heeft om klein te worden en zijn eigen leven helemaal op te geven voor God. Hij heeft zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood aan het kruis.

Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken. Christus heeft zijn leven helemaal in de dienst van God gestel en een leven geleid, dat precies tegenovergesteld was dan het leven van die mensen, die toentertijd de toren van Babel gingen bouwen. Zo staan wij vaak in het leven, als bouwers van de toren van Babel, om onszelf te verhogen en onszelf aan God gelijk te maken.

Christus bouwde geen eigen toren van aanzien en eer. Het leven van Christus bestond uit het verwijzen naar God de Vader. Zijn leven stelde hij beschikbaar aan God. 

De Schrift zegt op Hemelvaartsdag tegen al deze mensen: “Jullie loon zal groot zijn in het koninkrijk der hemelen!” Jullie hebben niet voor niets geleefd! Er komt een tijd dat ook jullie ooit eens zullen worden verhoogd en geëerd evenals en met Christus. 

.

De tweede betekenis van de hemelvaart van Christus is, dat er iemand bij is die, bij God voor ons pleit

.

De tweede betekenis van de hemelvaart van Christus is dat er iemand is die bij God voor ons pleit.  Je mag Hem dan wel wat vergelijken met een advocaat, die voor ons de verdediging op zich neemt. Paulus zegt dat onder ons mensen niet één rechtvaardig is. Iedereen van ons breekt, met z’n voornemens.

De hemelvaart van Christus wil zeggen dat er iemand bij God is die voor ons pleit. Iemand, die tegen God zegt:  Reken hem niet af, of zijn daden. Accepteert u Hem ook zonder werken der wet. Veroordeelt u Hem niet langer. Maar spreekt u Hem vrij van de situatie waarin hij beland is! Neemt u hem de last van zijn leven af! En geeft u hem weer een nieuwe kans.

Christus staat, als wij dat willen, aan onze kant en neemt het voor ons op. Uiteindelijk zullen we ooit merken dat Christus voor ons instaat.

.

De derde betekenis van de hemelvaart van Christus is, dat de wereld waarin we vandaag leven goed bestuurd wordt

.

De derde en laatste betekenis van hemelvaart ligt in de woorden van Paulus besloten, wanneer hij ergens zegt: “God heeft Christus Jezus uitermate verhoogd, opdat in zijn naam zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en alle tong zou belijden: Jezus Christus is Heer!” Het mooiste is nog dat Christus naast God mag plaatsnemen om samen met Hem te regeren over onze aarde.

Dat er geregeerd wordt wil niet zeggen dat wij niets meer zouden hoeven te doen. Wij mensen zijn geroepen om van het Koninkrijk van Christus bewust deel uit te maken. Christus roept een ieder van ons op om zijn bedoelingen en bevelen op te volgen.Christus regeert door zijn Geest die onze harten aanraakt.

Zo zijn wij geroepen deel te nemen aan Christus regering over deze wereld om beelddrager van Hem te zijn en Hem na te volgen. Het leven is meer dan alleen maar chaos, het leven is geborgen in Christus.
.

Met welke titel wordt Jezus aangeduid in de volgende verzen?

.

Mt 2:2 De koning is geboren
Mt 5 :35 Jeruzalem is de stad van de grote Koning
Mt 21:5 Zie uw Koning komt op een ezelsveulen
Mt 27:11 Bent u de Koning der Joden?
Mt 27:37 Deze is Jezus de koning der Joden.
Luc 1:33 Hij zal koning zijn over het huis van Jakob tot in eeuwigheid.
Joh 18:37 Jezus zei: .. Ik ben een koning.

.

Wanneer is het koninkrijk der hemelen gekomen?

.

Mt 3:2 het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen
Mt 4:17 Van toen af begon Jezus te prediken: Het koninkrijk der hemelen is nabij
gekomen

.

Waaruit bestond de prediking van Jezus en waarmee ging dat gepaard?

.

Mt 4:23 …. predikte het evangelie van het koninkrijk en genas elke ziekte en elke kwaal
onder het volk.
1 Kor 4:20 Want het koninkrijk van God bestaat niet in woord, maar in kracht.

.

Welke opdrachten gaf Jerzus zijn discipelen? Wat is het verband tussen die opdrachten?

.

Mt 10:7 Als u nu heengaat, predikt aldus: Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. 8 Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen, drijft demonen uit; u hebt het voor niets ontvangen, geeft het voor niets.
Lukas 9:1 Hij nu riep de twaalf samen en gaf hun kracht en macht over alle demonen en om ziekten te genezen. 2 En Hij zond hen uit om het koninkrijk van God te prediken en de zieken gezond te maken.

.

.

De Heilige Drievuldigheid

Pasteltekening van John Astria

.

Het koninkrijk der hemelen was nabij gekomen. Maar is dat voor iedereen zichtbaar?

.

Mt 13:10 En de discipelen kwamen naar Hem toe en zeiden tot Hem: Waarom spreekt U in gelijkenissen tot hen? 11 Hij nu antwoordde en zei tot hen: Omdat het u is gegeven de verborgenheden van het koninkrijk der hemelen te kennen, maar hun is het niet gegeven.


Markus 9 : 1 En Hij zei tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat er sommigen zijn van hen die hier staan, die de dood geenszins zullen smaken voordat zij hebben gezien dat het koninkrijk van God is gekomen met kracht.

Lucas 17:20 Toen Hem nu gevraagd werd door de farizeeen: Wanneer komt het
koninkrijk van God? antwoordde Hij hun en zei: Het koninkrijk van God komt niet op waarneembare wijze; 21 en men zal ook niet zeggen: Zie, hier, of: daar. Want zie, het koninkrijk van God is midden onder u.

Lucas 19:11 Toen zij nu dit hoorden, sprak Hij bovendien een gelijkenis uit, omdat Hij dicht bij Jeruzalem was en zij meenden dat het koninkrijk van God onmiddellijk openbaar zou worden.

.

Voor wie is het koninkrijk wel zichtbaar en toegankelijk?

.

Joh 3 : 3 Jezus antwoordde en zei tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: tenzij iemand opnieuw geboren wordt, kan hij het koninkrijk van God niet zien.

Joh 3 : 5 Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het koninkrijk van God niet binnengaan. 6 Wat uit het vlees geboren is, is vlees; en wat uit de Geest geboren is, is geest.

.

Wat kunnen de gelovigen nu al?

.

Heb 6:4  Want wie ooit door het licht beschenen is, geproefd heeft van de hemelse gave en deel gekregen heeft aan de heilige Geest, 5 wie het weldadige woord van God en de kracht van de komende wereld ervaren heeft.

.

Wat zien we nu echter nog niet?

.

Heb 3:8 Doordat hij alles aan hem onderworpen heeft, rest er niets dat niet onder zijn gezag is gesteld. Dat alles aan hem onderworpen is, zien wij echter nu nog niet.

.

Wat is er nodig om ook lichamelijk het koninkrijk te kunnen beërven?

.

1 Kor 15:50  Maar dit zeg ik, broeders, dat vlees en bloed Gods koninkrijk niet kunnen beërven, en de vergankelijkheid beërft de onvergankelijkheid niet.


Rom 14:17  Want het koninkrijk van God is niet eten en drinken, maar rechtvaardigheid, vrede en blijdschap in de Heilige Geest.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

John Astria

De vroege christelijke vervolging

Standaard

categorie : religie

.

.

Christenvervolgingen in de arena

Christenvervolgingen in de arena

.

.

Het dramatisch bewijs voor de vroege kerk

.

De christelijke vervolging begon bij Jezus zelf. Hij werd tijdens zijn berechting ronduit gevraagd: “Bent u de messias, de Zoon van de Gezegende?” Jezus liet geen ruimte voor twijfel; Zijn eerste woorden waren: “Dat ben ik”. De godsdienstige elite in Jeruzalem wist wat Jezus hiermee zei. Het was voor hen glashelder dat Hij beweerde dat Hij God was. Daarom werd Jezus voor de misdaad van godslastering aan een Romeins kruis ter dood gebracht. Zo werd Hij de eerste martelaar voor wat later de christelijke Kerk zou worden.

.

.

Veel discipelen stierven voor hun geloof

.

De christelijke vervolging vormde een dramatisch onderdeel van de vroege kerkgeschiedenis. Ieder die vasthoudt aan het idee dat het leven, de dood en de opstanding van Jezus Christus een bedrog was dat door een groep discipelen in elkaar werd gestoken, zou eens een keer naar het erfgoed van het martelaarschap moeten kijken.

Elf van de twaalf apostelen, en een groot aantal van de andere vroege discipelen, stierven voor hun trouw aan dit verhaal. Dit is opvallend, omdat zij allemaal getuigen waren van de vermeende gebeurtenissen rondom Jezus en toch tot de dood hun geloof bleven verdedigen. Waarom is dit dan dramatisch, als je bedenkt dat veel andere mensen in de geschiedenis de martelaarsdood zijn gestorven voor een godsdienstig geloof? Omdat mensen niet voor een leugen sterven.

Kijk eens naar de menselijke aard door de geschiedenis heen. Geen samenzwering kan standhouden, wanneer het leven of de vrijheid van de samenzweerders op het spel staan. Sterven voor een geloof is één ding, maar wanneer talrijke ooggetuigen sterven voor een hun bekende leugen, dan is dat een heel ander verhaal.

.

.

Martelaar in de Romeinse tijd

Martelaar in de Romeinse tijd

.

.

Een lijst van martelaren die ooggetuigen

waren van het leven van Jezus

.

Hier volgt een verslag van de vroege christelijke vervolging, samengesteld uit talrijke bronnen buiten de Bijbel, waarvan de belangrijkste Foxes’ “Christian Martyrs of the World” (oftewel: Christelijke martelaren van de wereld) is:

Rond 34 na Christus, een jaar na de kruisiging van Jezus, werd Stefanus Jeruzalem uitgegooid en tot de dood gestenigd. Ongeveer 2000 christenen ondergingen het martelaarschap in Jeruzalem in deze tijd.

Ongeveer 10 jaar later werd Jakobus gedood, de zoon van Zebedeüs en de oudste broer van Johannes, toen Herodes Agrippa aankwam als gouverneur van Juda. Agrippa verafschuwde de christelijke sekte van de Joden en vele vroege discipelen stierven tijdens zijn heerschappij een martelaarsdood, waaronder Timon en Parmenas.

Rond 54 na Christus stierf Filippus, een discipel uit Betsaïda in Galilea, de martelaarsdood in Heliopolis, in Phrygia. Hij werd gefolterd, in de gevangenis gegooid, en daarna gekruisigd.

Ongeveer zes jaar later stierf Matteüs, de belastinginner uit Nazareth die één van de Evangelieboeken schreef, in Ethiopië de martelaarsdood door het zwaard toen hij daar aan het prediken was.

Jakobus, de broer van Jezus, was een leider van de vroege kerk in Jeruzalem en was de schrijver van het Bijbelboek met dezelfde naam. Op 94-jarige leeftijd werd hij geslagen en gestenigd, en uiteindelijk werden zijn hersenen met een knuppel tot moes geslagen.

Mattias was de apostel die de vrijgekomen post van Judas invulde. Hij werd in Jeruzalem gestenigd en vervolgens onthoofd.

Andreas was de broer van Petrus die door heel Azië heen preekte. Bij zijn aankomst in Edessa werd hij gearresteerd en aan een kruis gehangen, waarvan de twee uiteinden kruiselings in de grond werden gestoken (dit is waar de naam “Andreaskruis” vandaan komt).

Marcus werd door Petrus tot christen bekeerd en hij schreef Petrus’ verslag over Jezus in zijn Evangelie. Marcus werd door de bevolking van Alexandrië in stukken gescheurd voor Serapis, hun heidense afgod.

Het lijkt erop dat Petrus in Rome ter dood werd veroordeeld en gekruisigd. Hiëronymus stelt dat Petrus op eigen verzoek ondersteboven werd gekruisigd, omdat hij zichzelf onwaardig vond om dezelfde kruisdood als zijn Heer te sterven.

Paulus leed in de eerste vervolging onder Nero. Het geloof van Paulus was zo sterk, zelfs met het martelaarschap in het vooruitzicht, dat de autoriteiten hem naar een besloten plaats brachten om hem daar met het zwaard te executeren.

In ongeveer 72 na Christus werd Judas, de broer van Jakobus die gewoonlijk Taddeüs werd genoemd, in Edessa gekruisigd.

Bartolomeüs preekte in verschillende landen en vertaalde het Evangelie van Matteüs naar het Indisch. Hij werd barbaars afgeranseld en toen door de heidenen aldaar gekruisigd.

Tomas, ook wel Didymus genoemd, preekte in Parthia en India, waar hij door een groep heidense priesters met een speer werd doorboord.

Lucas was de auteur van het Evangelie met zijn naam. Hij reisde met Paulus door verscheidene landen. Er wordt algemeen aangenomen dat hij door heidense priesters in Griekenland aan een olijfboom werd opgehangen.

Barnabas, uit Cyprus, werd in 73 na Christus zonder veel bekende feiten vermoord. Simon, met de achternaam Zelotes, preekte in Mauretanië, Afrika en zelfs in Groot-Brittannië, waar hij in ongeveer 74 na Christus werd gekruisigd.

Johannes, de “geliefde discipel”, was de broer van Jakobus. Vanuit Efeze werd hij naar Rome gebracht, waar hij in een ketel met kokende olie werd gegooid. Op wonderbaarlijke wijze ontsnapte hij zonder enige verwondingen. Domitianus verbande hem daarna naar het eiland Patmos, waar Johannes het laatste boek van de Bijbel, Openbaring, schreef. Hij was de enige apostel die aan een gewelddadige dood ontsnapte.

.

De kerk groeide razend snel, ondanks de

afgrijselijke dood van velen

.

Maar de vervolging van christenen vertraagde de groei van het christelijk geloof in de eerste eeuwen na Jezus niet. Zelfs nadat de vroege leiders een afschuwelijke dood waren gestorven, bloeide het christendom in het hele Romeinse Rijk op.

Hoe kunnen deze historische martelaren gezien worden als iets anders dan krachtig bewijs voor de waarheid van het christelijk geloof, een geloof dat gefundeerd is op historische feiten en ooggetuigenverslagen.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

John Astria

John Astria

De ontmoeting met Petrus

Standaard

categorie : religie

 

 

 

pope-peter_pprubens

 

 

Een van de bekendste personen in het Nieuwe Testament is de apostel Petrus. Met hem kunnen we ons vaak zo goed vereenzelvigen, vooral in zijn menselijkheid herkennen we onszelf. We vinden hem beschreven als een emotionele en impulsieve man.

Iemand die heel direct was in zijn reacties, die eerst sprak en dan dacht. Maar ook een man die worstelde met zijn geloof, en al worstelend in zijn leven met Jezus zowel hoogtepunten als dieptepunten kende.

Zijn geboortenaam was Simon. Hij was opgegroeid in Betsaïda en ging – evenals zijn broer Andreas – wonen in Kapernaüm, een stadje aan het meer van Galilea waar ook Jezus woonde. Ze waren vissers van beroep en volgelingen van Johannes de Doper, tot het moment dat Jezus hen riep tot zijn dienst:

“Toen Hij (Jezus) langs het meer liep, zag hij twee broers, Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas. Ze wierpen hun net uit in het meer, het waren vissers. Hij zei tegen hen: ‘Kom, volg mij, ik zal van jullie vissers van mensen maken, zij lieten meteen hun netten achter en volgden hem” (Matteüs 4:18-20).

 

In het parallelle verslag in Lucas 5 zien we dat Petrus Jezus aansprak met de koninklijke titel Heer, nadat hij op aanwijzing van Jezus veel vissen had gevangen. Toen Simon Petrus dat zag viel hij op zijn knieën voor Jezus neer en zei:

‘Ga weg van mij, Heer, want ik ben een zondig mens.”.

 

Zijn vertrouwen in Jezus was zo groot dat hij tijdens een storm, toen Jezus lopend over het water op weg was naar hun boot, Jezus tegemoet wilde gaan. Petrus antwoordde:

‘Heer, als u het bent, zeg me dan dat ik over het water naar u toe moet komen.

 

Hij zei: ‘Kom!’ Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe. (Matteüs 14: 28-29). Vol vertrouwen liep hij over het water naar Jezus. Maar toen hij voelde hoe sterk de wind was, werd hij bang. Hij begon te zinken en schreeuwde het uit:

‘Heer, red me!’

 

Meteen strekte Jezus zijn hand uit, hij greep hem vast en zei:

‘Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld’?” (vs.30-31).

 

Deze vraag was niet alleen voor Petrus bedoeld, maar voor alle volgelingen van de Here. Jezus bestrafte hier niet de golven, maar Petrus. Pas toen zij in de boot waren, kwam de storm tot rust. Jezus wilde duidelijk maken dat in geloof alles mogelijk is, wat of de omstandigheden ook zijn.

Eens vroeg Jezus zijn discipelen:

“Wie zeggen de mensen dat ik ben?” (Matteüs 16:13).

 

De discipelen noemden op: Johannes de Doper, Elia, een van de profeten. Jezus keek hen daarna aan en stelde de vraag waar het eigenlijk om ging:

“En wie ben ik volgens jullie?”

 

Petrus antwoordde direct:

“U bent de messias, de Zoon van de levende God”.

 

Hier toonde hij groot geloof. Op deze belijdenis kreeg hij twee grote beloften. Daarin zien we waarom Jezus aan Simon de naam Petrus – wat rots betekent – gaf.

De eerste is: “en Ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen, en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen” (Matteüs 16:18). 

De tweede is: “Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven, en al wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.”

 

In zijn rede in Lucas 11:52 vinden we het antwoord op wat Jezus bedoelde:

“Wee jullie wetgeleerden, want jullie hebben de sleutel tot de kennis weggenomen; zelf zijn jullie niet binnengegaan, en anderen die wel binnen wilden gaan hebben jullie tegengehouden”.

 

Petrus kreeg geen macht om mensen wel of niet toe te laten tot het eeuwig leven. Die macht heeft alleen Jezus van Zijn Vader gekregen. In deel twee zullen we een vervulling van deze sleutelbelofte zien. Maar toen Jezus zijn lijden aankondigde, liet Petrus merken dat hij dit niet begreep. Ook toen nam hij direct het woord, dacht het beter te weten dan zijn Heer en was heel opgewonden:

“Petrus nam hem ter zijde en begon hem fel terecht te wijzen: ‘God verhoede het, Heer! Dat zal u zeker niet gebeuren!”

 

De woorden die Jezus daarop sprak waren een schok voor Petrus: Maar Jezus keerde hem de rug toe met de woorden:

‘Ga terug, achter mij, Satan! Je zou me nog van de goede weg afbrengen. Je denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat de mensen willen’ (Matteüs 16:22-23).

 

Hij wordt hier satan, een tegenstander genoemd. Niet alleen moest Jezus zelf naar het kruis gaan, maar ieder die zijn discipel wil zijn moet hetzelfde doen.

Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en mij volgen.”

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

JOHN ASTRIA

De vier “goed nieuws” boeken in het Nieuwe testament

Standaard

categorie : religie

 

 

 

de 4 evangelisten: schilderij van Jacob Jordaens

de 4 evangelisten: schilderij van Jacob Jordaens

 

 

 

De boodschap

 

De eerste boeken van het Nieuwe Testament van de Bijbel zijn de vier Evangeliën geschreven door Matteüs, Markus, Lucas en Johannes. Hun boodschap verhaalt van het “evangelie”, wat in het Grieks ‘goed nieuws’ betekent. Het is het goede nieuws van Jezus Christus, want Hij is de Messias (redder) en de Zoon van God. Hij kwam op de wereld als volledig mens en als volledig God.

Zijn naam, die gegeven werd aan Maria, was Immanuël, wat in het Hebreeuws “God met ons” betekent. Hij kwam ‘in het vlees’ (als mens dus) om voor onze zonden te boeten (Johannes 3:16). Jezus kwam niet om een aardse koning te worden, maar om de hemelse koning te worden die door iedereen erkend zal worden als Koning van alle koningen (Openbaring 19:16).

De vier Evangeliën tonen ons de vervulling van vele Oudtestamentische beloften en profetieën van de komst van de Messias. Deze Nieuwtestamentische boeken verhalen van Jezus’ geboorte, afkomst, bediening (werk op aarde), wonderen, kruisiging, wonderbaarlijke opstanding, en hemelvaart.

 

 

 

De auteurs

 

De auteurs van de vier evangeliën brengen elk een uniek perspectief:

 

 

Matteüs

 

Matteüs was een tollenaar, iemand die belasting inde voor de Romeinse bezetters. Hij had een beroep wat toen net zoveel afkeer opriep als vandaag de dag. Het evangelie volgens Matteüs begint met de genealogie, de stamboom van Jezus, door de lijn van koning David. Het verslag van de geboorte van Jezus in Bethlehem is wereldberoemd.

We lezen ook over de selectie van Jezus’ oorspronkelijke twaalf discipelen, over Zijn bekende ‘bergrede’ (toespraak op de berg, de zaligsprekingen), over de gelijkenissen die Hij vertelde, en over Zijn wandeling over het water.Hoofdstuk 26 geeft een gedetailleerd verslag van hoe Judas Iskariot Jezus verraadde bij het Laatste Avondmaal, wat ook bekend stond als het Pesachmaal. Matteüs eindigt met de dood van Jezus aan het kruis. In hoofdstuk 28 geeft Jezus de zendingsopdracht uit.

 

 

 

Marcus

 

Marcus was niet één van de twaalf oorspronkelijke discipelen, maar hij volgde en leerde van Paulus tijdens zijn eerste reis als missionaris. Volgens de traditie werd Marcus later een naaste medewerker van de apostel Petrus en is het Evangelie van Marcus Petrus’ vertelling van de gebeurtenissen. Het boek Marcus is naar verluidt het eerste Evangelie dat opgeschreven werd (rond 55 na Christus).

Het beschrijft meer wonderen dan enig ander Evangelie. Marcus begint met een achtergrondschets van Jezus’ bediening door de bediening van Johannes de Doper te benoemen. Johannes was door God gestuurd om ‘de weg van de Heer te bereiden’. Hoewel mensen in grote groepen naar hem toekwamen, verkondigde Johannes de Doper dat er een ander zou komen die nog machtiger zou zijn dan hij was.

 

Hij stelde in Marcus 1:8: “Ik heb jullie gedoopt met water, maar hij zal jullie dopen met de Heilige Geest.”

 

Nadat Johannes Jezus gedoopt had (als een voorbeeld voor ons allen), doet Marcus verslag van Jezus’ openlijke bediening. Hij verhaalt van Jezus’ bediening in Galilea, beschrijft een groot aantal genezingswonderen, de uitwerping van demonen, en de voeding van vijfduizend mensen met vijf broden en twee vissen. Jezus predikte over het weerstaan van verleiding, het zegenen van kleine kinderen en het dienen van anderen. Jezus vertelde over het weerstaan van afgoden en valse profeten en beloofde Zijn terugkomst voor alle gelovigen.

Hoewel Marcus’ boek een aantal onderwerpen bevat die ook in de andere Evangeliën staan, zoals de kruisiging en de opstanding, eindigt het door ons te laten weten dat de Heer is opgestegen naar de hemel en aan de rechterhand van God zit. Ongeveer een derde van het Evangelie van Marcus is gewijd aan de laatste week van het aardse leven van Jezus.

 

 

 

 

 

Lucas

 

Lucas was, in tegenstelling tot de andere oorspronkelijke discipelen, een Griek en een heidense christen. Hij was buitengewoon goed opgeleid als arts. Er wordt gezegd dat het boek rond 60 na Christus geschreven is (ongeveer in dezelfde tijd als het Evangelie van Matteüs) in Rome of Caesarea. Lucas reisde met Paulus mee op zijn zendingsreizen. Hij stelt Jezus voor als de Redder die beschikbaar is voor de wereld en als een meelevende genezer en onderwijzer.

Lucas schrijft een gekoesterd verslag van de geboorte van Jezus in hoofdstuk 2. Maar hij is uitermate nauwkeurig wanneer hij verslag legt van de handelingen en het onderwijs van Christus vanaf het absolute begin, en hij helpt zijn lezers bij het begrijpen van de zekere weg van verlossing. Zijn boek getuigt van de manier waarop we moeten leven en trouwe kinderen van God mogen worden.

 

 

 

Johannes

 

Johannes, de zoon van Zebedeüs, werd ook wel de “Zoon van de Donder” genoemd. Zijn boek is wat later geschreven dan de andere, zo rond 85-90 na Christus, dus na de verwoesting van Jeruzalem die in 70 na Christus plaatsvond. Het boek wordt vaak het boek van de liefde genoemd.Johannes’ afschildering van Jezus en Zijn liefde laat duidelijk zien dat Jezus niet slechts een normaal mens was. Johannes laat zien hoe Jezus inderdaad de eeuwige Zoon van God is.

Hij vertelt ons hoe Jezus persoonlijk mensen ontmoette, predikte en liefdevol Zijn discipelen onderwees. Johannes laat ons zien dat deze Goddelijke man “leven” aanbood en dat Hij harde en haatdragende mensenharten vriendelijk en liefdevol maakte.Johannes doet verslag van Jezus’ handelingen, net als de eerste drie Evangelisten, maar hij interpreteert ze zodat we er een geestelijke waarheid aan toe kunnen kennen.

 

Hij zegt in Johannes 20:30-31: “Jezus heeft nog veel meer wondertekenen voor zijn leerlingen gedaan, die niet in dit boek staan, maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de Messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leeft door zijn naam.”

 

Johannes gebruikt toepasselijke, geestelijke woorden zoals liefde, leven, licht en levend water om zijn boodschap van verlossing meer impact te geven.

 

 

 

 Op welke manier zijn deze verslagen vandaag de dag relevant?

 

Hebreeërs 13:8 zegt: “Jezus Christus blijft dezelfde, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid!”

 

Het Evangelie verandert nooit. We moeten ons dagelijks leven op Jezus gericht houden, want Hij is onze hoop en onze redding. In tegenstelling tot mensen is Hij onveranderlijk en zal Hij ons nooit in de steek laten. De Evangeliën laten ons zien dat mensen als Matteüs gered kunnen worden van hun verleden. Door het nieuwe leven dat Matteüs ontving door te gehoorzamen aan de roep van Jezus, kreeg hij een waardevol doel en een rechtvaardige leefwijze. Jezus zal hetzelfde voor jou doen.

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

John Astria

John Astria

Het gnostische evangelie van Judas Iskariot

Standaard

categorie : religie

 

 

 

judas_iskariot_LR (01)

 

 

Is het verloren evangelie feit of fictie?

 

De National Geographic Society heeft een ontdekking gesponsord en gepubliceerd die bekend is geworden als het verloren evangelie van Judas. Dit was slechts een deel van een codex (gebonden boek uit de late oudheid of middeleeuwen) die vele verschillende geschriften uit uiteenlopende ideologieën bevatte. De kopie van dit evan-gelie is het meest spraakmakende onderdeel van een codex (boek), die in Egypte is gevonden en waarschijnlijk rond 350 na Christus gedateerd moet worden. Het is geschreven in hetzelfde koptische dialect als de beroemde Nag-Hammadigeschriften, die in 1945 werden ontdekt in een kruik in Egypte. Circa vijfenzeventig procent van de codex is leesbaar.

 

 

 Het evangelie van Judas

 

Het eerste wat men moet doen met een zogenaamd “verloren evangelie” is het zelf lezen. Wanneer men er in slaagt om je door het verloren evangelie van Judas te worstelen, zal men beamen dat het moeilijk is om er ook maar iets van te geloven. In slechts zeven pagina’s aarzelt het geschrift over de vraag of Judas de 12e of de 13e discipel was. Het schrift zegt dat Christus in andere vormen verschenen is, en vertrok om Zich naar andere, niet-menselijke “generaties” te begeven.

De tekst stelt dat Christus “uit het onsterfelijke rijk van Barbelo” afkomstig was en dat Hij de reïncarnatie van Seth was. De tekst bedoelt niet Seth, de derde zoon van Adam en Eva, maar Set, de Egyptische god van het kwaad. In de wereld van de 2de-eeuwse gnostiek, een vorm van mystiek vroeg christendom, is Barbelo de goddelijke ‘Moeder’. Zij is het eerste voortbrengsel van de ‘Ene Ware God’. Haar rijk is dus een van de allerhoogste hemelen.

Ook zegt de tekst dat Christus niet gestorven is voor onze zonden of om ons te redden, maar dat Hij in wezen zelfmoord pleegde om Zijn geest te bevrijden, die blijkbaar gevangen zat in Zijn lichaam. Verder staat er dat wij geleid worden door sterren, en dat God niet bestaat. Er is wel een soort kwaadaardige wolk die “God” baarde welke men de engel die Zelfveroorzaakt noemt. Vervolgens er zijn andere engelen en wezens die verder nergens in de Schrift genoemd worden, maar gemeengoed zijn in het Gnosticisme ( de leer van geheime, verborgen kennis )

Dit verloren Evangelie moet absoluut niet serieus genomen worden. Dit had met een gulle lach afgedaan moeten worden, maar in plaats daarvan wordt het breed uitgemeten op de National Geographic website, op televisie en in twee boeken als zou het een grote openbaring zijn. Het verloren evangelie laat ons zien wat voor troep terzijde geworpen is en geen deel mocht uitmaken van onze Bijbel. Dit soort rommel is wat de vroege Kerkleiders verwierpen tijdens bijeenkomsten zoals het concilie van Nicea en de Oecumenische Concilies.

 

 Het nep-evangelie van het Gnosticisme

 

Boeken zoals dit “Evangelie van Judas” zijn afkomstig van de Alexandrijnen. Het was Arius van Alexandrië die beweerde dat Jezus niet God.Dit was de aanleiding voor het eerste concilie van Nicea en de geloofsbelijdenis van Nicea. Rond 100 na Christus ontstond er onrust onder een groep Alexandrijnen over de snelle en onverklaarbare verspreiding van het christendom door de hele bekende wereld. Zij besloten om het christendom te vernietigen door het volk te overspoelen met nep-evangeliën die het christendom verdraaiden en vervormden totdat het niets meer voorstelde. Zij waren Gnostici, die geloofden in mystiek en kosmologie. Hun pogingen mislukten, want God is sterk. Hij is machtig genoeg om ons Zijn Woord te geven en het in stand te houden, volledig en heilig. Zijn Woord zegt:

 

 

(1 Korintiërs 15:1-2)“…het Evangelie dat ik u verkondigd heb…is uw redding. Anders bent u tevergeefs tot geloof gekomen”

 

(2 Timoteüs 3:16) “Elke Schrifttekst is door God geïnspireerd”

 

( Openbaring 22: 18-19) waarschuwt ons dat wij niets mogen toevoegen aan of weglaten uit de Schrift

 

( 1 Tessalonicenzen 5: 21)  “Onderzoek alles, behoud het goede”

 

 ( 1 Johannes 4:1) “Geliefde broeders en zusters, vertrouw niet elke geest. Onderzoek altijd of een geest van God komt, want er zijn veel valse profeten in de wereld verschenen” 

 

 

Het motief voor het verraad van Judas

 

Er is ook een duidelijke ontwikkeling in de verhalen over Judas’ motief om Christus te verraden. In het oudste evangelie, dat van Markus (ca 65 na Chr.), is er eigenlijk nog geen motief. In dat van Mattheüs (ca. 85) doet Judas het om het geld en in het evangelie van Lucas verraadt Judas Christus omdat hij door de duivel bezeten is. In het vrij late evangelie van Johannes (ca. 100-120 na Chr.) wordt Judas vrijwel gelijkgesteld aan de duivel zelf. Het nu gevonden Judas-evangelie vormt een geheel nieuwe fase in de christelijke speculaties over Judas’ motief, maar het verraad zelf blijft staan.

 

 

Judas' verraad voor 30 zilverstukken

Judas’ verraad voor 30 zilverstukken

 

 

 

Judas kan de test niet doorstaan

 

Zelfs als je het maar vluchtig doorleest, is het duidelijk dat dit “verloren evangelie van Judas” de test niet kan doorstaan. Het is incorrect, niet goed geschreven, en bevat geen enkele verwijzing, aanhaling of citaat naar een ander deel van de Schrift. Feitelijk is het in strijd met de hele Schrift, en komt het met niets uit de Bijbel overeen. Het is duidelijk een schaamteloze Gnostische tekst die bedacht is om het Gnosticisme te promoten door de echte gebeurtenissen uit de Bijbel naar de eigen vervalste visie op de wereld te verbuigen. Dit “verloren evangelie” is een fictief verhaal, geschreven als een mislukte poging om het vroege christendom te benadelen. Het is een verzonnen onderzoek naar de laatste dagen van Judas die met het christendom bekend was maar er niet in geloofde. Hoe dan ook, het is niets méér dan Gnostische fictie.

 

 

Een fragment uit het evangelie van Judas

 

Op een dag was hij met zijn discipelen in Judea, en vond hen zittend bij elkaar allen in vrome ceremonie. Toen hij zijn discipelen naderde, deze zaten bij elkaar in een dankgebed voor het brood, lachte hij. De discipelen zeiden tot hem, “Meester waarom lacht u om ons gebed van dankbetuiging? We hebben gedaan wat juist is. ”Hij antwoordde en zei tot hen, “ik lach niet om jullie. Jullie doen dit niet vanwege je eigen wil, maar omdat het door dit is dat jullie god geprezen zal worden.” Zij zeiden,”Meester, u bent de zoon van onze God.” Jezus zei tot hen, ”Hoe kent u mij? Waarlijk ik zeg u, geen generatie van de mensen te midden van u zal mij kennen.

 

 

De discipelen worden boos.

 

Toen de discipelen dit hoorden, werden zij geïrriteerd en boos en begonnen in hun hart godslasterlijk tegen hem te spreken. Wanneer Jezus hun gebrek aan begrip bemerkte, zei hij tot hen, “waarom heeft deze opschudding je geleid tot boosheid? Uw god welke in u is heeft u opgehitst tot boosheid in uw zielen. Laat iemand van u die moedig genoeg is tussen menselijke wezens de perfecte mens bekend maken en voor mijn aangezicht staan. Zij allen zeiden, “We hebben de kracht.” Maar hun geesten durfden niet voor hem te gaan staan, behalve Judas Iskariot. Hij was in staat om voor hem te staan, maar kon hem niet in de ogen kijken, en draaide zijn gezicht weg. Judas zei tot hem, “Ik weet wie u bent en waar u vandaan bent gekomen. U bent van het onsterfelijke koninkrijk Barbelo. En ik ben niet waardig uw naam uit te spreken of van de gene die u heeft gezonden.”

 

 

Jezus spreekt privé tot Judas

 

Wetende dat Judas bewogen was door iets van grote betekenis, zei Jezus tot hem, “verwijder u van de anderen en ik zal u van het mysterie van het koninkrijk vertellen. Het is mogelijk voor u om dit te bereiken, maar u zult er veel verdriet van hebben. Want iemand anders zal uw plaats innemen, zo dat de twaalf discipelen mogelijk weer tot vereniging komen met God. Judas zei tegen hem, “Wanneer zal u mij deze dingen vertellen, en wanneer is de grote dag dat dit ontwakende licht verschijnt voor de generatie”? Maar toen hij dit had gezegd, verliet Jezus hem.

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

John Astria

John Astria