Tagarchief: aarde

Kan God boos zijn?

Standaard

categorie : religie

 

 

 

Leer Gods karakter kennen

 

Veel mensen kennen het ware karakter van God niet, waardoor ze blijven zitten met diepgaande vragen en grote zorgen. Is God boos op mij, of op de mensheid? Is Hij er op uit om mensen die Hem dwarsbomen te vernietigen? Vindt Hij het leuk om mensen te straffen? Dit zijn vragen en zorgen van veel christenen en mensen die de waarheid zoeken.

 

 

how-can-i-know-God1

 

 

Het is moeilijk om te groeien in het geloof zonder de juiste antwoorden. Je moet er doelgericht moeite voor doen om Gods karakter te leren kennen en begrip te ontwikkelen voor wie Hij is. Het vergt toewijding om de antwoorden te vinden op de belangrijkste vragen over God.

Een van de bekendste Bijbelteksten is Johannes 3:16:

“Want God had de wereld zo lief dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.”

 

Dit vers geeft veel inzicht in het karakter van God. Zijn karakter bestaat niet uit haat of boosheid, maar uit liefhebbende opoffering. Hij wil zegenen in plaats van vervloeken. Hij heeft dit laten zien toen Hij Zijn Zoon gaf om als offer te sterven voor de zonden van de mens, zodat de mensen niet zelf de prijs hoefden te betalen. Dat is liefde. God Zelf is alles waar liefde voor staat.

“Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde” (1 Johannes 4:8).

 

Om Gods karakter te kennen moeten mensen Hem willen kennen, Hem zoeken middels gebed, Hem aanbidden en de Bijbel bestuderen. Ze moeten godvruchtig onderricht en mentorschap opvolgen en rustig luisteren naar Zijn stem wanneer Zijn geest tot hun geest spreekt. Je zou moeten ontevreden zijn totdat je God kent, hoe Hij is, wat Hij graag wil, wat Hij niet wil, wat Hij gezegd heeft en wat Hij niet gezegd heeft.

 

 

 

Gods hoge normen

 

Wanneer je Gods persoonlijkheid kent, weet je ook dat God heilig is. Als je weet en begrijpt wat het betekent om heilig te zijn, begrijp je dat God hoge maatstaven hanteert.

Matteüs 5:17-19 : “Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. Want voorwaar, Ik zeg u: eerder nog zullen hemel en aarde vergaan, dan dat één jota of haaltje vergaat uit de Wet, voordat alles geschied is. Wie dus een van die voorschriften, zelfs het geringste, opheft en zo de mensen leert, zal de geringste geacht worden in het Rijk der hemelen. Maar wie ze onderhoudt en leert, zal groot geacht worden in het Rijk der hemelen.”

 

Jezus vertelt ons dat Hij ons grootste probleem opgelost heeft, namelijk de vervulling van de vereisten van Gods wet. Wat voor mensen onmogelijk is, heeft Jezus gedaan. Maar, Hij zegt ons ook dat we een gezonde geestelijke leefwijze moeten hebben als we Hem willen volgen. Hebben we die niet, dan onteren wij God. Als we echter in overeenstemming leven met Gods plan, dan eren wij Hem en plaatsen wij Hem op de troon van ons hart.

 “Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is.” (Matteüs 5:48).

 

Ook dat is een onmogelijkheid. Maar God is bereid om ons ons hele leven lang te onderwijzen zodat we Hem steeds naderbij komen. Het gaat er om dat we er naar streven om meer zoals Hem te zijn, en als we dat proberen, leidt Hij ons verder vooruit.

 

 

slide_18

 

 

 

Tucht van een vader

 

Hebreeën 12: 5-7 vertelt ons dat God onze Vader is en dat wij Zijn kinderen zijn. De tekst leert ons dat zoals wij onze kinderen terechtwijzen, onze Vader ook ons terechtwijst:

“‘Mijn zoon, je mag een vermaning van de Heer nooit terzijde schuiven en nooit opgeven als je door hem terechtgewezen wordt, want de Heer berispt wie hij liefheeft, straft elke zoon van wie hij houdt.’ Houd vol, het betreft hier immers een leerschool, God behandelt u als Zijn kinderen.”

 

Kinderen van God hoeven niet bang te zijn voor de Heer. Hij is er niet op uit om hen val te brengen, en Hij zit ook niet te wachten op een gelegenheid om hen te veroordelen. God is een goede Vader die het beste wil voor Zijn kinderen (Psalm 100).

Hij weet dat er in deze wereld dingen zijn die Zijn volk zullen schaden wanneer ze zich daarmee bezig houden. Die dingen vinden we aantrekkelijk en worden verleidingen die de vijand (Satan) gebruikt om mensen weg te lokken van God (1 Korintiërs 10:13).

Daarom berispt God ons voor onze eigen bestwil en waarschuwt ons om te leren van Zijn terechtwijzing om ons te laten delen in Zijn heiligheid (Hebreeën 12:10).

Een begrip van het doel van Gods berispingen openbaart Zijn liefdevolle karakter en brengt kracht en rust in het leven van een gelovige. (Hebreeën 12: 11):

“Een vermaning lijkt op het moment zelf geen vreugde te brengen, slechts verdriet, maar op den duur plukt wie erdoor gevormd is er de vruchten van: een leven in vrede en gerechtigheid.”

 

 “De Heer berispt wie hij liefheeft” (Hebreeën 12:6).

 

 

 

 Gods genade

 

Gods tucht is een realiteit. Maar Zijn liefde is dat ook. Gods terechtwijzingen zijn genade. Door Zijn terechtwijzingen leren we om schade te voorkomen op geestelijk, emotioneel, relationeel en zelfs lichamelijk gebied. Titus 2:11-13 :

“Gods genade is openbaar geworden tot redding van alle mensen. Ze leert ons dat we goddeloze en wereldse begeerten moeten afwijzen en bezonnen, rechtvaardig en vroom in deze wereld moeten leven, in afwachting van het geluk waarop wij hopen: de verschijning van de majesteit van de grote God en van onze redder Jezus Christus.”

 

Jezus heeft onze zonden bedekt en de boete voor die zonden betaald middels Zijn dood en opstanding. Hij heeft ons gered. Daarom passen de berispingen die wij krijgen niet bij de misdrijven die we plegen. Wie dat beseft valt op zijn knieën in nederigheid.

Door Zijn genade gaan we nog meer van Hem houden en valt onze liefde voor de wereld en al haar verlokkingen weg. Het resultaat daarvan is dat we een leven gaan leiden dat beter aansluit op Gods roeping en plan.

Gods genade is Zijn gunst op onze levens. Hij is vóór ons, en daarom kan niets tegen ons zijn (Romeinen 8:31). Hij loopt op elk moment van elke dag met ons mee. Hij is liefde. Zijn boosheid is rechtvaardig en komt als terechtwijzing in onze levens tot uiting.

Hij zal alle mensen op hun daden beoordelen, maar dat gebeurt pas na dit leven. Daarom leven wij tot dat moment in Zijn liefde en genade en leren van Zijn tucht, zodat wij op de dag van het oordeel Zijn liefdevolle stem zullen horen zeggen:

“Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar” (Matteüs 25).

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

John Astria

John Astria

Niet iedereen wordt behouden!

Standaard

categorie : religie

 

 

 

2-petrus-3-9

 

 

 

Wordt iedereen behouden?

 

 

2 Petrus 3 : 3-9

 

3 Onthoud vooral goed dat er aan het eind van de tijd mensen zullen komen die er maar op los leven. 4 Ze zullen spottend tegen jullie zeggen: “Waar blijft Hij nou? Hij zou toch komen? Maar er is nog nooit iets veranderd. Alles blijft zoals het altijd is geweest.” 5 Want ze willen er expres niet aan denken dat er door het woord van God al eerder een hemel en aarde zijn geweest. 6 En dat die aarde, die uit het water ontstond en door het water bestond, ook weer door het water is vernietigd. 7 Maar de hemel en de aarde van nu worden door datzelfde woord van God als een schat bewaard. Nu niet voor het water, maar voor het vuur. Dat is het vuur van de dag dat God over de mensen zal rechtspreken. Op die dag zullen de mensen die zich niets van God aantrekken, vernietigd worden.

8 Maar vergeet niet, lieve broeders en zusters, dat één dag bij de Heer is als duizend jaar, en dat duizend jaar is als één dag. 9 Sommigen van jullie denken dat de Heer vergeet te doen wat Hij heeft beloofd. Maar dat is niet zo. Nee, Hij wacht en stelt het uit omdat Hij geduld heeft met ons. Want Hij wil niet dat er mensen verloren zullen gaan. Hij wil dat alle mensen in Hem zullen gaan geloven en zullen gaan leven zoals Hij het wil.

10 Maar de dag van de Heer zal net zo onverwachts komen als een dief in de nacht. Op die dag zal de hemel dreunend verdwijnen. Alles waaruit de aarde bestaat en alles wat op aarde is gedaan, zal verbranden.

 

Wat Petrus hier uitlegt is, dat God iedereen de gelegenheid geeft tot bekering te komen, d.w.z. dat Hij iedereen daarvoor voldoende tijd gunt. Want dat is het onderwerp hier. Hij waarschuwt zijn lezers dat er mensen zullen komen die zullen zeggen:

‘Waar blijft Jezus nu? Hij had toch beloofd te komen? De generatie vóór ons is al gestorven, maar alles is nog steeds zoals het sinds het begin van de schepping geweest is’ (vs 4).

 

Het is in dat verband dat Hij uitlegt dat we het uitblijven van de wederkomst moeten zien als een vorm van genade, omdat God op deze manier meer mensen de gelegenheid geeft tot bekering te komen:

De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat (vs 9).

 

Hij geeft zo iedereen de gelegenheid zich te bekeren, maar dat moeten ze dan wel doen, anders gaan ze toch verloren. Weliswaar kunnen we onze eigen behoudenis niet zelf bewerken, maar we moeten wel tot bekering komen en voortdurend ijverig bezig zijn met zoeken naar de enge poort, waar de meesten echter toch niet zullen binnengaan. Want dat beeld gebruikte Jezus juist in zijn antwoord op een vraag of er maar weinigen zouden worden gered. En bij Lucas laat Hij daar op volgen:

Als de heer des huizes eenmaal is opgestaan en de deur heeft gesloten, en jullie staan buiten op de deur te kloppen en roepen: “Heer, doe open voor ons!”, dan zal hij antwoorden: “Ik ken jullie niet, waar komen jullie vandaan? (vs 25).

 

We moeten dus constateren dat Petrus er met bovenstaande woorden juist eerder op wijst dat niet iedereen wordt behouden.

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

JOHN ASTRIA

God is alomtegenwoordig

Standaard

categorie : religie

 

 

 

413

 

 

 

Kunnen wij begrijpen dat God werkelijk alom tegenwoordig is ?

 

De alomtegenwoordigheid van God is voor veel mensen omstreden, en iets waar ze zich druk om maken. Een mens kan niet op twee plekken tegelijk zijn, zelfs niet met de meest vooruitstrevende technologie. Als God overal tegelijkertijd is, dus alomtegenwoordig, dan ontsnapt er niets aan Zijn aandacht. In de gehele Bijbel zien we dat alles wat geschapen is onder de heerschappij van een oppermachtige God.

“Een alomtegenwoordige God keek naar alles wat Hij had gemaakt…Zo werden de hemel en de aarde in al hun rijkdom voltooid” (Genesis 1:31-2:1).

 

Als wij het begrip eeuwigheid volledig zouden kunnen bevatten, dan zou de alomtegenwoordigheid van God misschien ook te begrijpen zijn. De menselijke geest beziet gebeurtenissen aan de hand van een tijdsbalk, met specifieke vakken voor het verleden, het heden en de toekomst.

De voortdurende overgang van elk vak naar het volgende hangt af van hoe iemand een bepaald voorval ziet. God, die eeuwig is, is niet gebonden aan tijd want Hij heeft de tijd geschapen. Als heerser over de volledige historie, het heden en de toekomst van de mensheid, verkondigt God:

 

“Ik ben de Alfa (Begin, Eerste) en de Omega (Einde, Laatste) Die is, Die was en Die komt, de Almachtige” (Openbaring 1:8; 21:6; 22:13).

 

Hij heerst tegelijkertijd over alle menselijke geschiedenis, los van de fysische beperking van welke tijdsbalk dan ook.

 

 

 

Onbeperkte begrenzingen

 

Omdat God eeuwig is, kunnen ruimtelijke begrenzingen Hem niet beperken. Gods tijd is oneindig, daarom is God ook onbegrensd ten aanzien van ruimte. Hij is dus alomtegenwoordig.

Koning Salomo besefte dat God ver boven de begrenzing van de hele schepping uitstijgt:

“Zou God werkelijk op aarde kunnen wonen? Zelfs de hoogste hemel kan U niet bevatten, laat staan dit huis dat ik voor U heb gebouwd” (1 Koningen 8:27-28).

 

Hoe prachtig een door mensen gemaakte tempel ook zou kunnen zijn, Salomo begreep dat God niet beperkt kan worden tot enig deel van de ruimte, hoe groot dat deel ook zou zijn.

“Dit zegt de Heer: De hemel is Mijn troon, de aarde Mijn voetenbank. Waar zouden jullie een huis voor Mij kunnen bouwen? En wat zou Mij als rustplaats dienen?’’(Jesaja 66:1).

 

De alomtegenwoordigheid van God betekent dat Hij zelfs niet in de grootst mogelijke ruimte zou kunnen verblijven. Het is niet zo dat God simpelweg bestaat in een soort oneindige, open ruimte. God is aanwezig in alle ruimte. Dat betekent dat God in Zijn hele wezen aanwezig is op elke plek in onze ruimte. Alle ruimte is voor Hem onmiddellijk aanwezig. De 19e-eeuwse theoloog Charles H. Spurgeon verkondigde:

 

    “We geloven dat God de hemel en de aarde vult, alsook de hel; dat Hij Zich op elke plek bevindt die Zijn schepping lijkt te vorderen, want schepselen zijn Hem niet onaangenaam; en zelfs de ruimte die ingenomen wordt door Zijn werk wordt nog steeds met Hemzelf vervuld. De gesteenten in de onbekende diepten zijn vervuld van God; waar de zee brult of waar het massieve graniet geen kier of leegte laat, zelfs daar is God; niet alleen in de open ruimte, en in de kloof, maar binnen in alle materie, en overal overvloedig in alles, en alle dingen vullend met Zichzelf.”

 

Maar het is niet juist om God te zien in ruimtelijke bewoordingen, alsof Hij een soort gigantisch wezen is. God mag dan een wezen zijn dat zonder maat en afmetingen bestaat in de ruimte, maar Hij is niet een of andere vormeloze massa.

In Genesis 1:26 lezen we dat de mens geschapen is naar het evenbeeld en de gelijkenis van God, woorden die een zekere vorm aanduiden. Toen Mozes vroeg om de majesteit van God te mogen zien, antwoordde Hij:

“Als Ik Mijn hand weghaal, zul je Mij van achteren zien; Mijn gezicht mag niemand zien” (Exodus 33:18-23).

 

God spreekt over Zichzelf in menselijke bewoordingen.

 

 

 

Gods bereik

 

Hoewel we het gezicht van onze Schepper niet mogen zien, bevestigt de alomtegenwoordigheid van God dat Hij voortdurend de mensheid beziet. Adam en Eva probeerden “zich voor Hem te verbergen tussen de bomen” (Genesis 3:8). De profeet Jona probeerde “van de Heer weg te vluchten”. In eerbiedig ontzag besefte David:

“Hoe zou ik aan Uw aandacht ontsnappen, hoe aan Uw blikken ontkomen?” (Psalm 139:7-18).

 

Nergens in de schepping kunnen we ons verstoppen voor de Heer. Via Zijn Geest strekt Gods bereik zich uit tot elke uithoek van het universum en in de harten van de mensen.

“De Heer in Zijn heilig paleis, de Heer op Zijn troon in de hemel, met aandacht beziet Hij en fronsend keurt Hij de mensen op aarde” (Psalm 11:4).

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

John Astria

John Astria

Boodschap 296 van ” Boodschappen uit de kosmos “

Standaard

categorie :  Boodschappen uit de kosmos

.

.

tijdloos

 

Pasteltekening van John Astria

.

.

HET ” NIETS ” IS DOOR GEEN

.

ENKELE WETENSCHAPPER TE VERKLAREN

.

.

“NOTHING” CANNOT BE EXPLAINED BY ANY SCIENTIST

.

.

Genesis 1: 1

1 In het begin maakte God de hemel en de aarde. 2 De aarde was helemaal leeg. Er was nog niets. De aarde was bedekt met water en het was er helemaal donker. De Geest van God waaide over het diepe water.

.

.

.

.

Steenlegging en meditatie Atlantis met rozenkwarts

Standaard

categorie : yoga en meditatie

 

 

 

 

Steenlegging en meditatie Atlantis met rozenkwarts

 

 

Rozenkwarts is een van de belangrijkste kristallen van deze tijd. Het is de steen van allesomvattende liefde: liefde voor jezelf, je partner, kinderen, familie, maar ook de mensheid, de aarde, de kosmos.

 

Door te mediteren met deze steen, wordt je omgeven door een bel van liefdesenergie. Je opent, activeert en stimuleert het hartchakra, waardoor je in resonantie komt met de frequentie van mededogen en de liefde die je van oorsprong bezit. Wil je de prachtige energie van onvoorwaardelijke liefde van rozenkwarts ervaren dan is de volgende steenlegging met meditatie beslist een aanrader.

 

 

rozenkwarts bewerkt

 

 

 

Nodig: 12 rozenkwarts stenen

 

  • Leg 8 rozenkwarts stenen om je heen.
  • Leg 1 rozenkwarts op je hartcentrum, 1 op je keelcentrum, 1 op je derde oog. (voor de verbinding hart-derde oog en liefdevolle communicatie)
  • Houdt 1 rozenkwarts in je ontvangende hand (als je rechts bent is dit je linker hand) en plaats de andere hand op je hart.

 

 

 

Sluit je ogen

 

  • Maak contact met alle rozenkwarts stenen, maak een hartverbinding en vraag hun in je hoogste goed te werken.
  • Visualiseer dat je op een grote rozenkwarts ligt.
  • Zie hoe vanuit de rozenkwarts waarop je ligt energie stroomt in de vorm van roze licht.
  • Het roze licht stroomt in je kruin en vanuit je kruin je lichaam in, door je lichtkanaal naar beneden, naar je aardecentrum. Je aardecentrum wordt gevuld tot een bal van stralend roze licht.
  • Vanuit je aardecentrum stroomt het roze licht als een fontein naar buiten en je aura wordt langzaam gevuld met roze licht.
  • Zie hoe vanuit de rozenkwarts waarop je ligt, energie in de vorm van roze licht stroomt en in je heiligbeencentrum stroomt. Je heiligbeencentrum wordt gevuld tot een bal van stralend roze licht.
  • Vanuit je heiligbeencentrum stroomt het roze licht als een fontein naar buiten en je aura wordt langzaam gevuld met roze licht.
  • Herhaal dit voor de centra 3 t/m 6.
  • Zie hoe roze licht in je aardecentrum stroomt door je lichtkanaal heen naar boven, naar je kruincentrum. Je kruincentrum wordt gevuld tot een bal van stralend roze licht.
  • Vanuit je kruincentrum stroomt het roze licht als een fontein naar buiten en je aura wordt langzaam gevuld met roze licht.
  • Zie hoe het roze licht stroomt om je heen en door je heen, helemaal omhuld en gevuld met het roze licht.
  • Doe dit zo lang als het goed voelt.

 

Als het genoeg voor je is, grond je stevig en kom langzaam in je eigen tempo terug naar het hier en nu.

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

Openbaring les 2: Johannes ziet het waardige lam

Standaard

Categorie: religie

 

 

Achtergrond

 

Na trouw alles te hebben opgeschreven wat Christus bekend wilde maken aan de zeven gemeenten (Op.1:1, 19), ontving de apostel Johannes onmiddellijk daarna een ander visioen van God (Op.4:1). Alsof het eerste visioen waarin hij de verheerlijkte Christus mocht zien nog niet voldoende was, krijgt Johannes nu het niet met woorden te vatten voorrecht om de hemel te bezoeken. Dit bezoek kenmerkt een overgang in het boek Openbaring, gaande van de Gemeente op aarde naar “wat hierna zal geschieden” (1:19). God staat op punt om satan, demonen en zondaars te oordelen en Zijn schepping terug tot Zichzelf te nemen. Wachtend op die dag kunnen de levende wezens en de 24 oudsten rondom de troon enkel in eerbied aanbidden en zich verwonderen naarmate God de Schepper alles voorbereid voor deze glorieuze dag.

Terwijl Johannes getuige mag zijn van deze schitterende aanbidding, komt er een figuur in het beeld dat de apostel Johannes maar al te goed kent. In hoofdstuk 5 van Openbaring gaat de aanbidding van de Schepper nu naar de Verlosser. Weer opnieuw is Johannes hier getuige van de Here Jezus Christus. Christus, die hier wordt gezien als het waardige Lam van God, is de rechtmatige Heerser van de aarde. Enkel Hij heeft het recht, de macht en het gezag om over de gehele aarde te heersen. Hoewel al degenen die Hem liefhebben wachten op Zijn heerschappij, zal iedereen ook wachten wanneer de gehele schepping het lam dat alle lof waardig is zal aanbidden.

 

 

Openbaring hoofdstuk 4 ; de troonsheerlijkheid van God

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

Het werk van het Lam (Openbaring 5:1-6)

 

Nadat Johannes de glorieuze troon van God en de onverwoordbare majesteit van Degene die op de troon zit zag (Op.4), kijkt hij naar wat overblijft in Gods hand. Daar op Zijn troon gezeten houdt God in Zijn rechterhand iets wat Johannes omschrijft als “een boekrol, van binnen en van buiten beschreven, verzegeld met zeven zegels” (5:1). Deze boekrol die Johannes zag in Gods hand is de eigendomsakte van de gehele aarde. Voor de grondlegging van de wereld had God Iemand gekozen die de gehele aarde zou beërven. In deze boekrol was iedere detail hoe deze Gekozene Zijn rechtmatig eigendom terug zou verwerven. Hij zou dit doen door de oordelen van God die uitgegoten gingen worden over de aarde.

Het geeft ons weer hoe de Gekozene de wereld zal verlossen van de satan en de mensen en demonen die met hem hebben samengewerkt. Nu dat God alles op aarde bereid heeft om haar oordeel te geven, is alles wat er overblijft voor de Gekozenen om te onthullen. Brandend van verlangen om dit allemaal te weten te komen ziet Johannes nog iemand anders die evenzeer op zoek is naar de Gekozene die de boekrol zal openen. Johannes schrijft dat hij “een sterke engel” zag, “die met luide stem uitriep: Wie is het waard de boekrol te openen en zijn zegels te verbreken?” (5:2). De engel was op zoek naar Iemand die zowel de boekrol kon openen als haar zegels kon verbreken. Enkel iemand die waardig genoeg was zou de macht hebben om satan en zijn demonen te verslaan, de zonde en haar gevolgen weg te vagen en de vloek op de gehele schepping teniet te doen.

Op het eerste zicht leek niemand in aanmerking te komen. Johannes schrijft: “Niemand in de hemel en ook niet op de aarde of onder de aarde die de boekrol kon openen of hem inzien” (5:3). Na een zoektocht doorheen het hele universum, van de hel tot de hemel en alle plaatsen tussenin, bleek er niemand te zijn die waardig was om de boekrol te openen. Niemand had het waardig karakter en het goddelijk recht om in aanmerking te komen om de zegels te verbreken. Op dit moment overmand door verdriet en verbijstering, begint Johannes te wenen omdat er niemand was die waardig was om de boekrol te openen, noch deze in te kijken (5:4). Dit is de enige keer dat de Bijbel aangeeft dat er tranen waren in de hemel. Johannes weende omdat hij de wereld verlost wilde zien worden van het kwade, de zonde en de dood. Hij wilde satan zien verslagen worden en Gods Koninkrijk op aarde zien gevestigd worden. Johannes wist dat de Messias gedood was en dat Zijn Gemeente enorme verdrukking kende en besmet was met zonde (Hfdstn.2-3). Alles leek vanaf dit gezichtspunt slecht te gaan.

Ook al was het geween van Johannes oprecht, toch was het voorbarig. Hij moest niet wenen, omdat de zoektocht naar Degene die waardig was om de boekrol te openen zou gaan eindigen. Omdat zijn tranen ongepast waren, zei een van de 24 oudsten rondom de troon van God dat hij moest stoppen met wenen. Daarna trok hij de aandacht van Johannes naar een nieuwe Persoon die in beeld kwam, “de Leeuw Die uit de stam van Juda is” (Op.5:5). Geen mens, noch een engel, kan het universum verlossen, maar er is wel Iemand anders die dit kan. Deze Persoon is natuurlijk de verheerlijkte Heer Jezus Christus, hier beschreven met twee messiaanse titels.

De benaming “de Leeuw Die uit de stam van Juda” vindt haar oorsprong bij de zegen die Jakob gaf aan de stam van Juda in Genesis 49: 8-10. Uit de leeuwachtige stam van Juda zou een sterke, krachtige en dodelijke heerser komen – de Messias, Jezus Christus (Heb.7:14). Net als een leeuw zou Christus Degene zijn die Gods vijanden zou verscheuren en verwoesten. Zijn leeuwachtig oordeel over Zijn vijanden wacht op de nog komende dag die Hij gekozen heeft – de dag die zich hier begint te ontvouwen in Openbaring hoofdstuk 5. Jezus wordt hier ook gezien als “de Wortel van David”. Deze messiaanse benaming vinden we terug in Jesaja 11:1, 10.

Naar de genealogie in Mattheüs 1 (zie ook Lukas 3), was Jezus de afstammeling van David. Door naar Christus op deze manier te verwijzen bevestigde de oudste dat Jezus Degene was die waardig was om de boekrol te openen. Hij was waardig om:

wie Hij is – de rechtmatige Koning uit het geslacht van David

wat Hij is – de Leeuw uit de stam van Juda met de macht om Zijn vijanden te vernietigen

wat Hij heeft gedaan – Hij heeft “overwonnen” (5:5). Aan het kruis versloeg Hij de zonde (Rom.8:3), de dood (Heb.2:14-15) en al de machten van de hel (Kol.2:15; 1 Pet.3:19).

De gelovigen zijn nu overwinnaars door Zijn overwinning (Kol.2:13-14; 1Joh.5:5).

Dat Christus had overwonnen en niet overwonnen was, is duidelijk in het feit dat Johannes Hem ziet als het Lam van God (5:6). De Here Jezus kon niet de Leeuw van het oordeel, noch de glorieuze Koning zijn, tenzij Hij als eerst “het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt” zou zijn (Joh.1:29). Dat Johannes nu het lam ziet is het bewijs dat Christus dit laatste heeft gedaan. Het Lam staat nu levend, op Zijn voeten voor de troon van God, maar kijkt nog steeds alsof Het geslacht is geweest. Het littekens van de dodelijke wond die dit Lam kreeg waren duidelijk zichtbaar; maar toch leefde Hij nog. Ook al beraamden demonen en kwaadaardige mensen plotten tegen Hem en vermoordden ze Hem aan het kruis, toch verrees Hij uit de doden, versloeg dus Zijn vijanden en overwon hen.

 

 

Openbaring hoofdstuk 5 ; de heerlijkheid van de verzoening door Christus

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

De waardigheid van het Lam (Op.1: 7-10)

 

De verschijning van het Lam dat naar voren gaat om de boekrol te openen, maakte dat de vier wezens en de 24 oudsten Hem verheerlijkten (5:7-8). Net zoals ze in het eerdere visioen van Johannes hadden gedaan (Op.4) vielen alle levende wezens en oudsten neer voor het Lam. Zulk een houding is een van eerbiedige aanbidding, een natuurlijke reactie op de majestueuze, heilige, eerbied prikkelende glorie van Christus. Deze spontane uitbarsting van aanbidding komt voor uit het besef dat de lang verwachte overwinning van de zonde, dood en satan volledig volbracht zou worden en dat de Here Jezus terug naar de aarde zou keren om te zegevieren. De vloek over de zonde zou teniet gedaan worden en de Gemeente geëerd, verheven en het voorrecht gegeven worden om met Christus te regeren. Het nieuwe lied dat uitgaat van de oudsten herbevestigd dat Christus het waard is “om de boekrol te nemen en zijn zegels te openen” (5:9). Hij is waardig omdat Hij het Lam is, de Leeuw uit de stam van Juda, de Koning der koningen en Heer der Heren.

Daarna gaat het lied verder met het versterken van Christus’ waardigheid met de woorden “want U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie” (5:9). Het lied van de oudsten bevestigde het belang van Christus’ dood aan het kruis. Het was Christus’ opofferende dood die “ons voor God” kocht. Aan het kruis betaalde God de prijs die nodig was (Zijn eigen bloed; 1 Pet.1:18-19) om mensen te bevrijden uit de slavenmarkt van de zonde. Het moet voor Johannes aangrijpend en opbeurend zijn dat mensen van over de hele wereld tot de verlosten zouden behoren. De wetenschap dat vervolging en zonde de verspreiding van het Evangelie niet zouden belemmeren, moet vreugde en hoop gebracht hebben in het hart van de apostel.

De liederen gaan verder met weergeven van de gevolgen van de verlossing: “U hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters, en wij zullen als koningen regeren over de aarde” (5:10). Dat het verlossend werk van Christus zovelen op aarde zou treffen is niet het enige dat lovenswaardig is. De gevolgen van deze verlossing geven ook reden tot lofzang. De verlosten maken deel uit van Gods Koninkrijk, een gemeenschap van gelovigen onder Gods soevereine heerschappij. Ze zijn ook priesters voor onze God, wat hun volledige toegang tot aanbidding en dienstbaarheid in Gods aanwezigheid benadrukt. Het huidige priesterschap van gelovigen is een voorbode van de toekomstige dag waarop we allemaal toegang zullen krijgen tot God en volmaakte gemeenschap met God.

 

 

De aanbidding van het Lam (Op.1:11-14)

 

Onmiddellijk na de vier levende wezens en de 24 oudsten de waardigheid van het Lam te hebben zien bevestigen, ziet Johannes nog meer van wat zal plaatsvinden in de toekomst. Een visioen van degenen die het Lam aanbidden. Het is door Christus’ waardigheid dat de gehele schepping Hem zal aanbidden. Hierop volgend schrijft Johannes dat toen hij keek hij “een geluid van vele engelen rondom de troon, van de dieren en van de ouderlingen“ hoorde. “En hun aantal bedroeg tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen” (Op.5:11). De stemmen van de vier levende wezens en de 24 oudsten werden nu aangevuld met die van ontiegelijk veel engelen. Dit stemt overeen met Hebreeën 12:1 waarin staat dat het aantal heilige engelen niet geteld kan worden.

Deze kolossale groep begint dan zeggende met een luide stem met het loflied waarmee het hoofdstuk eindigt: “Het Lam Dat geslacht is, is het waard om de kracht te ontvangen, en rijkdom, wijsheid, sterkte, eer, heerlijkheid en dankzegging” (Op.5:12). Weer opnieuw ligt de nadruk op Christus’ dood die voorzag in een volmaakte verlossing. Het is in het licht van deze verlossing dat Christus lof, aanbidding en verering hoort gegeven te worden. Doorheen deze lofzang erkennen de engelen dat Christus erkend hoort te worden omwille van Zijn grote kracht, rijkdom en wijsheid. Christus weet alles, bezit alles en kan alles. Door al deze dingen en al Zijn andere eigenschappen is Jezus het waard om alle “eer, heerlijkheid en dankzegging” te ontvangen” (5:12).

Niet enkel deze kolossale groep engelen zullen lofzingen tot Christus in die komende dagen. Onmiddellijk na het horen van deze glorieuze stemmen van deze engelen hoort Johannes dat de gehele schepping meegaat in de lofzang. Het is op dit punt dat de schepping haar vreugde over haar nabije verlossing niet zal kunnen bevatten. “Elk schepsel dat in de hemel, op de aarde, onder de aarde en op de zee is, en alles wat daarin is” (Op.5:13) zal op een dag het Lam loven. Eindeloze eer, eindeloze heerlijkheid, eindeloze glorie en eindeloze aanbidding komt enkel aan God de Vader en de Here Jezus toe.

 

 

Conclusie

 

In de vroege kerkgeschiedenis werden gelovigen voortdurend vervolgd door degenen die over hen wilde regeren. Bemoedigend voor de Gemeente is dan te weten dat slechts één Persoon zulk een heerschappij toekomt – het Lam van God. God had al van vooraf ingesteld dat Zijn Zoon de gehele aarde zou beërven. Omdat Hij de zonde heeft overwonnen door Zijn dood, is Hij alleen bekwaam oordeel te brengen over de aarde en een volk te verlossen voor God. Wanneer deze dag komt en het oordeel ten uitvoer wordt gebracht zal de gehele schepping voortdurend eer betuigen aan Degene die alle eerbied waardig is – het Lam, dat was geslacht.

 

 

BEGELEIDENDE VRAGEN

 

 Welke visioen zien we dat Johannes heeft?

 

Als zijn eerste visioen van het zien van de verheerlijkte Christus nog niet genoeg was, wordt Johannes deze keer het meest wonderlijke privilege gegeven in het bezoeken van de hemel. Daar ziet Johannes God als Hij op Zijn troon zit. Hij staat op het punt om satan, demonen en zondaren te oordelen en Zijn schepping terug te nemen. Terwijl ze wachten op dag dat deze zal komen, kunnen degenen rond de troon, de levende wezens en 24 oudsten, alleen maar in eerbied en verwondering aanbidden wanneer God de Schepper de totstandbrenging van deze glorieuze dag voorbereid. Terwijl Johannes deze magnifieke aanbidding aanschouwt, gaat de lofprijzing die opgaat naar God door.

 

 

 Wat houdt God vast als Hij op de troon zit?

 

Zittende op Zijn troon, houdt God in Zijn rechterhand wat Johannes beschrijft als “een boekrol, van binnen en van buiten beschreven, verzegeld met zeven zegels” (5:1). Deze boekrol is de eigendomsakte voor de gehele aarde. Voordat de fundamenten van de aarde gelegd waren, had God Een gekozen die de gehele aarde zou erven. Binnen in de rol was elk detail beschreven van hoe deze gekozen Een zijn rechtmatige erfdeel zou herkrijgen. Het verteld hoe de Gekozene de wereld zal verlossen van satan, zijn demonen en slechte mensen. Nu dat God gereed is dat de aarde zijn oordeel zal ontvangen, is alles wat overblijft voor de Een om geopenbaard te worden.

 

 

 Wie heeft er net als Johannes een gretig verlangen om

te zien wie de rechtmatige erfgenaam is van de aarde?

 

Johannes ziet iemand anders die net zo graag er achter wil komen wie de Een is die de boekrol kan openen. Johannes schrijft dat hij een “sterke engel” zag, die “met luide stem uitriep: Wie is het waard de boekrol te openen en zijn zegels te verbreken?” (5:2). De engel zocht iemand die waard was en de boekrol kon openen en de zegels kon breken. Alleen degene die waardig genoeg was, zou de macht hebben om satan en zijn demonen te verslaan, zonde en zijn gevolgen weg te vagen en de vloek over de gehele schepping ongedaan te maken.

 

 

 Waarom begint de apostel Johannes te wenen tijdens zijn visioen?

 

Op het eerste gezicht leek het dat niemand geschikt was. Johannes schrijft, “niemand in de hemel en ook niet op de aarde of onder de aarde die de boekrol kon openen of hem inzien” (5:3). Overweldigd met droefheid, begint Johannes in tranen los te barsten, omdat niemand gevonden werd die waard was om de boekrol te openen of in te zien (5:4). Johannes weende, omdat hij wilde dat de wereld van het kwaad, de zonde en dood ontdaan werd. Hij wilde zien dat satan overwonnen werd en Gods koninkrijk op aarde gestalte kreeg. Johannes wist dat de Messias terechtgesteld was en dat Zijn gemeente intense vervolging onderging en besmet was met zonde (hfdst.2-3). Alles leek vanuit zijn perspectief slecht te gaan.

 

 

 Bij het troosten van de apostel richt een van de oudsten de aandacht

van Johannes naar een Persoon, wie is deze Persoon?

 

Johannes hoefde niet te huilen, want de zoektocht voor de Een die waard was de boekrol te openen was bijna ten einde. Omdat zijn tranen ongepast waren, verteld een van de 24 oudsten rond Gods troon dat hij stoppen moet met wenen. Daarna trekt hij de aandacht van Johannes naar een nieuw Persoon, die de oudste noemt als “de Leeuw Die uit de stam van Juda is, de Wortel van David, heeft overwonnen” (5:5). Geen mens en geen engel kunnen het universum verlossen, maar er is Een die het wel kan. Deze Persoon is natuurlijk de verheerlijkte, verhoogde Here Jezus Christus. Als een leeuw zal Christus de Een zijn die zijn vijand verscheuren en vernietigen. En zoals het geslachtregister in Mattheüs 1 onthult, was Jezus ook een nakomeling (of de wortel) van David. Hij was waard, omdat Hij de rechtmatige Koning uit Davids lijn is en ook omdat vanwege wat Hij gedaan heeft – Hij heeft overwonnen. Op het kruis heeft Hij de zonde, dood en alle macht van de dood verslagen. Gelovigen zijn nu overwinnaars door Zijn overwinning.

 

 

 Op welke manier wordt aan de apostel Johannes de Here Jezus bekend gemaakt?

 

Dat Christus overwonnen had wordt duidelijk als Johannes Hem ziet als Lam van God (5:6). Het Lam staat voor de troon van God, levend, op Zijn voeten, maar kijkende alsof Hij geslacht was. De littekens van de dodelijke wond die deze Lam ontving, waren duidelijk zichtbaar; doch Hij was levend. Hoewel demonen en slechte mensen zweerden samen tegen Hem en Hem doden aan het kruis, stond Hij op uit de dood, daarmee Zijn vijanden verslaand en zegevierende.

 

 

 Hoe reageren de oudsten en vier levende wezens in de hemel op het Lam van God?

 

Het voorkomen van het Lam, als Hij beweegt om de boekrol te nemen, veroorzaakt lofprijzen van de vier levende wezens en de 24 oudsten (5:7-8). Als ze neervallen voor Zijn voeten, realiseren ze zich dat de langverwachte vernietiging van zonde, dood en satan op het punt staat te gebeuren en dat de Here Jezus triomferend zal terugkeren naar de aarde. Gelet op het kruis blijft een ieder van hen Christus’ waardigheid herbevestigen, door te zeggen, “want U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie” (5:9).

 

 

 Wat heeft volgens Johannes’ visioen het geslachte Lam volbracht?

 

Aan het kruis heeft Jezus Christus de prijs betaald om de mens te redden / verlossen van de slavenmarkt van zonde. Door deze aankoop, worden gelovigen die eens van God gescheiden waren, nu deel van Gods koninkrijk. Ze zouden ook priesters tot onze God zijn, wat betekend dat ze in de mogelijkheid zijn om God voor altijd te kunnen aanbidden.

 

 

 Wie reageert er ook in lofprijs naar het Lam?

 

Gelijk na het zien van de bevestiging van de waardigheid van het Lam door de vier levende wezens en de vierentwintig oudsten, ziet Johannes meer van wat er in de toekomst zal gebeuren. Door Christus’ waardigheid, zal de hele schepping eens Hem aanbidden. Hierop volgend schrijft Johannes dat toen hij keek, hij een ontelbare menigte engelen zag en dat de hele schepping de Heer prees. Wat een wonderlijke zicht dat dit voor Johannes geweest moet zijn. Om wie Christus is en wat Hij gedaan heeft, behoort alle eer, glorie en zegen aan de Here Jezus Christus.

 

 

Openbaring hoofdstuk 1, 2 en 3 ; de Openbaring van Christus’ heerlijkheid aan Johannes

 

 

SAMENVATTING

 

Nadat Johannes het visioen van Christus ziet en dan alles getrouw opschrijft, waar hij opdracht toe had gekregen om aan de zeven gemeenten te schrijven, ontvangt Johannes nog een visioen. Dit maal gaat het over de hemel en het middelpunt God zittende op Zijn troon. Wanneer de vier levende wezens en de vierentwintig oudsten allen God blijven prijzen, is er veel commotie over wie er waard is om de boekrol te openen die God in Zijn rechterhand houdt. Net wanneer niemand waard is om de boekrol te openen, om naar zonde te handelen en de aarde te herstellen, komt de Leeuw van de stam van Juda, de Wortel van David. Daar tussen de troon en de vier levende wezens wordt Christus gezien als het geslachte Lam, maar niet verslagen. Hij leeft en staat op Zijn voeten. Aangezien het duidelijk is dat Hij degene is die de dood heeft overwonnen, breekt de hemel uit in lofprijzing. De vier levende wezens, de vierentwintig oudsten, een ontelbare menigte engelen en heel de schepping geven alle glorie, eer en zegen aan het Lam. Hij die de mens vrijkocht van hun zonden, het Lam van God, is de enige die waard is om de boekrol te openen.

Johannes’ visioen van de hemel en wat er plaats vindt in de toekomst, geeft ons een wonderbaarlijk voorbeeld. Christus die de zonde en de dood overwon en ons zo verloste tot kinderen Gods, zou ons moeten aansporen om lof te offeren en Hem te danken. Dat Hij voortleeft en regeert, zou een bemoediging voor de gelovigen moeten zijn. Helaas kent en volgt niet iedereen dit lam. Ieder van ons zou met groot verlangen anderen over het Lam van God moeten vertellen.

 

 

Chronologie Johannes’ visioen

 

God wilde de apostel Johannes iets laten zien dat nog niet echt gebeurd was. Hij gaf Johannes een droom waarin Hij hem meenam naar de hemel. Het was een heel speciale droom. Alles wat hij in die droom zag, zou ooit echt gaan gebeuren. Omdat God wilde dat alle mensen dit zouden weten, moest Johannes alles wat hij in die droom zag opschrijven. “Ik zag iemand op een troon met in zijn rechterhand een boekrol. Deze boekrol was van binnen en van buiten beschreven, en verzegeld met zeven zegels. Ook zag ik een machtige engel. Hij riep luid: ‘Wie mag de zegels verbreken en de boekrol te openen?’ Maar niemand in de hemel, op aarde of onder de aarde was in staat de boekrol te openen en te lezen. Ik brak in tranen uit, omdat niemand de boekrol kon openen of lezen. Toen zei iemand tegen hem: ‘Huil niet! De leeuw van Juda heeft overwonnen: hij kan de zeven zegels verbreken en de boekrol openen.’

Toen zag ik midden voor de troon een Lam dat heel veel pijn had gehad. Het Lam kwam naar voren en nam de boekrol aan. Toen het de boekrol nam, viel iedereen die voor de troon stond neer. En ze zongen een nieuw lied: ‘U komt de eer toe de boekrol te nemen en haar zegels te verbreken. Want u bent geslacht en met uw bloed hebt u voor God mensen gekocht uit elke stam en taal, uit elk volk en ras. U hebt hen tot koningen gemaakt, tot priesters voor onze God en zij zullen heersen op aarde.’ Toen hoorde en zag ik vele engelen rondom de troon, met de vier wezens en de oudsten. Zij waren met duizenden en duizenden, ja met miljoenen. En zij riepen luid: ‘Het Lam dat geslacht werd, komt de eer toe om de macht te ontvangen, de rijkdom, de wijsheid en de kracht, de eer, de glorie, de lof.’

En ik hoorde iedereen die God had gemaakt in de hemel en op de aarde, onder de aarde en in de zee, ja echt echt iedereen zingen: ‘Aan God op de troon, en aan het Lam komen toe: lof en eer, glorie en kracht voor altijd, voor eeuwig!’ “

Johannes mocht een stukje zien van wat er in de hemel bij God gebeuren zal. God heeft aan Jezus beloofd dat Hij de Koning van de aarde mag zijn. Alleen Hij mag de echte Koning zijn! Wat een dag zal dat zijn als iedereen Jezus de grote Koning zal zien. Dan zal iedereen voor Hem buigen. Want Hij alleen is het waard om aanbeden te worden.

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De mammoetboom in de Bijbel

Standaard

categorie : religie

 

 

 

 

 

De mammoetboom

 

U zult in de Bijbel tevergeefs naar een vermelding van mammoetbomen zoeken, maar omdat zij tot de groep hoogste bomen ter wereld behoren, mogen wij ze niet over het hoofd zien. Trouwens, dat zou ook heel moeilijk zijn; want hun toppen zijn bijna niet te zien vanaf de grond. Mammoetbomen kunnen namelijk 90 meter hoog worden en de stam kan een doorsnede van 7 meter hebben. Zij zijn inheems in Californië, maar zijn in Europa vaak als straat- of parkboom aangeplant. Hoe kan een boom van zo’n enorme omvang voortkomen uit een mi-nuscuul zaadje? Is dit niet één van de merkwaardigste wonderen van de schepping?

 

 

zaadje van de mammoetboom

 

De apostel Paulus gebruikte dit fenomeen als illustratie, toen hij de opstanding uit de doden wilde verklaren. In 1 Korintiërs 15 nam hij het op tegen de Griekse opvatting, dat een opstanding van het lichaam onzin is (zie Hande-lingen 17:32); en als antwoord op de sceptische vraag: “Hoe worden de doden opgewekt? Hoe zou hun lichaam eruit moeten zien?”, wees hij naar het enorme verschil tussen zaad en plant (1 Korintiërs 15:35-38). Wat in dit le-ven onaanzienlijk en van geen betekenis lijkt te zijn, krijgt bij de wederkomst van Christus een verandering tot heerlijkheid, waarvan de mogelijkheden onze stoutste verwachtingen te boven gaan.

 

 

handelingen17: 32

 

32 Toen de mensen hoorden over een opstanding uit de dood, lachten sommigen hem uit. Anderen zeiden: “We komen een andere keer nog wel eens naar je luisteren.”

 

 

geestelijk lichaam

 

 

1 Korintiërs 15

 

Hoe worden de doden weer levend gemaakt?

 

35 Jullie zeggen misschien: “Maar hóe worden de doden dan weer levend gemaakt? En wat voor lichaam hebben ze dan?” 36 Maar dat is een dwaze vraag! Alles wat je zaait, moet eerst sterven. Pas dan kan er nieuw leven uit ontstaan. 37 En wat je zaait, ziet er niet hetzelfde uit als wat er later uitkomt. Wat je zaait is maar een simpele korrel, bijvoorbeeld graan. 38 Maar God laat er een bepaalde plant uit groeien. Uit elke soort zaad groeit een bepaalde soort plant.

39 Ook zijn niet alle levende wezens hetzelfde. Het lichaam van mensen is anders dan van dieren. En het lichaam van vogels is weer anders dan van vissen. 40 En aardse lichamen zoals mensen, dieren en planten, zijn weer an-ders dan de hemellichamen zoals zon, maan en sterren. Ze zijn verschillend van schoonheid. 41 En het licht van de zon is ook weer anders dan het licht van de maan of van de sterren. En de ene ster schijnt helderder dan de andere ster.

42 Zo is het ook met de opstanding uit de dood. Wat wordt gezaaid, is sterfelijk. Maar wat opstaat uit de dood, is onsterfelijk. 43 Wat wordt gezaaid is niet mooi. Wat opstaat uit de dood is prachtig. Wat wordt gezaaid, is zwak. Maar wat opstaat uit de dood, is vol kracht. 44 Er wordt een aards lichaam gezaaid, maar er staat een geestelijk lichaam op. Want net zoals er een aards lichaam bestaat, bestaat er ook een geestelijk lichaam. 45 Dat staat ook in de Boeken: “De eerste mens, Adam, werd een levend wezen.” Maar de laatste Adam (= Jezus) werd een levendmakende Geest.

46 Maar het geestelijke was er niet het eerst. Eerst kwam het aardse. Daarna pas het geestelijke. 47 De eerste mens werd uit het stof van de aarde gemaakt. Maar de tweede Mens is uit de hemel. 48 Alle aardse mensen lij-ken op de eerste aardse mens. En alle hemelse mensen lijken op de hemelse Mens. 49 En net zoals we eerst lijken op die aardse mens, zo zullen we later lijken op die hemelse Mens.

50 Maar ik zeg jullie, broeders en zusters: vlees en bloed kunnen het Koninkrijk van God niet binnengaan. Ster-felijke dingen kunnen geen onsterfelijkheid binnengaan. 51 Kijk, ik vertel jullie een goddelijk geheim. We zullen niet allemaal eerst sterven. Als de laatste trompet klinkt, zullen we allemaal in één ogenblik veranderd worden. 52 Want op een dag zal er op de trompet worden geblazen. Dan zullen de doden als onsterfelijke mensen uit de dood opstaan. En wij zullen op dat moment veranderd worden.

53 Want dit sterfelijke lichaam moet onsterfelijkheid aantrekken. 54 En op het moment dat dit sterfelijke li-chaam onsterfelijkheid heeft aangetrokken, is werkelijkheid geworden wat in de Boeken staat: “De dood is opge-slokt door de overwinning. 55 Dood, wat wil je nu nog? Waar is nu je macht?” 56 De dood heeft macht door het kwaad, en het kwaad heeft macht door de wet van Mozes. 57 Maar prijs God, Hij heeft ons de overwinning gegeven door onze Heer Jezus Christus.

58 Wees daarom altijd sterk in het geloof, lieve broeders en zusters. Houd vol en doe altijd je best voor de Heer. Jullie moeten weten dat álles wat je voor de Heer doet, beloond zal worden.

 

 

Met een ander beeld gaf de engel Daniël te kennen, dat de rechtvaardigen in Gods Koninkrijk “zullen stralen als de glans van het uitspansel … als de sterren, voor eeuwig en altoos” (Daniël 12: 1 – 3, NBG‘51). Als wij openstaan voor de warmte van Gods liefde kan dat ook met ons gebeuren.

 

 

De mens in geloof

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

Daniël 12: 1 – 3

 

1 In die tijd zal de engel Michaël komen, de machtige beschermer van je volk. Hij zal je volk helpen in de vre-selijke tijd die komt. Want zulke verschrikkelijke tijden zijn er nog nooit geweest sinds er mensen bestaan. Maar iedereen van jouw volk wiens naam in het Boek van het Leven is bijgeschreven, zal worden gered. 2 Veel van de mensen die allang dood zijn, zullen opstaan. Sommigen zullen het eeuwige leven krijgen, anderen de eeuwige, vreselijke straf. 3 De wijze mensen zullen stralen als de sterren aan de hemel. Zij die andere mensen hebben geleerd hoe ze God moeten dienen, zullen schitteren als de sterren, voor altijd en eeuwig.”

 

 

 

 

 

 

 

Is there marriage on the new earth?/ Zullen er huwelijken zijn op de Nieuwe Aarde?

Standaard

Category / categorie: video

 

Is there marriage on the new earth?

 

Zullen er huwelijken plaats vinden op de Nieuwe Aarde?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

Vele namen van God

Standaard

categorie : religie

 

 

Een manier om Zijn aard en karakter te begrijpen

 

De namen die in de Bijbel voor God gebruikt worden dienen als een wegenkaart om het karakter van God te kunnen ontwaren. Omdat de Bijbel Gods Woord aan ons is, zijn de namen die Hij voor zichzelf in de Bijbel heeft gekozen bedoeld om Zijn ware aard aan ons te openbaren.

 

 

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

Zijn titels in de Schriftteksten

 

ELOHIM

 

“ELOHIM” (of Elohay) is de allereerste naam voor God in de Bijbel. Deze wordt door het Oude Testament heen meer dan 2.300 keer gebruikt. Elohim komt van het Hebreeuwse stamwoord dat “sterkte” of “macht” betekent en heeft de ongewone eigenschap dat het een meervoudsvorm is.

In Genesis 1: 1 lezen we: “In het begin schiep Elohim de hemel en de aarde.” Meteen vanaf het begin wordt deze meervoudsvorm voor de naam van God gebruikt om de Ene God te beschrijven, een mysterie dat in de rest van de Bijbel wordt geopenbaard. Door de Schriftteksten heen wordt Elohim gecombineerd met andere woorden om bepaalde karakteristieken van God te beschrijven.

Enkele voorbeelden:

Elohay Kedem – God van het begin (Deuteronomium 33:27).

Elohay Mishpat – God van rechtvaardigheid (Jesaja 30:18).

Elohay Selichot – God van vergeving (Nehemia 9:17).

Elohay Marom– God van hoogten (Micha 6:6).

Elohay Mikarov – God Die dichtbij is (Jeremia 23:23).

Elohay Mauzi – God van mijn kracht (Psalmen 43:2).

Elohay Tehilati – God van mijn aanbidding (Psalm 109:1).

Elohay Yishi – God van mijn redding (Psalm 18:4725:5).

Elohim Kedoshim – Heilige God (Leviticus 19:2Jozua 24:19).

Elohim Chaiyim – Levende God (Jeremia 10:10).

Elohay Elohim – God der goden (Deuteronomium 10:17).

 

.

GODS NAMEN ELOHIM DE GODHEID 2500 x

 

 

 

EL

 

“EL” is een andere naam die in de Bijbel voor God gebruikt wordt. Deze naam kun je meer dan 200 keer in het Oude Testament vinden. El is een vereenvoudiging van Elohim en wordt vaak met andere woorden gecombineerd om een beschrijvende nadruk te leggen.

Enkele voorbeelden:

El HaNe’eman – De trouwe God (Deuteronomium 7:9).

El HaGadol – De grote God (Deuteronomium 10:17).

El HaKadosh – De heilige God (Jesaja 5:16).

El Yisrael – De God van Israël (Psalm 68:35).

El HaShamayim – De God van de hemel (Psalm 136:26).

El De’ot – De God van kennis: (1 Samuël 2:3).

El Emet – De God van de waarheid (Psalm 31:6).

El Yeshuati – De God van mijn verlossing (Jesaja 12:2).

El Elyon – De allerhoogste God (Genesis 14:18).

Immanu El – God is met ons (Jesaja 7:14).

El Olam – De God van oneindigheid (Genesis 21:33).

El Echad – De Ene God (Maleachi 2:10).

 

 

 

 

.

ELAH

 

“ELAH” is een andere naam voor God die ongeveer 70 keer in het Oude Testament voorkomt. Ook wanneer deze naam wordt gecombineerd met andere woorden zien we verschillende eigenschappen van God.

Enkele voorbeelden:

Elah Yerush’lem – De God van Jeruzalem (Ezra 7:19).

Elah Yisrael – God van Israël (Ezra 5:1).

Elah Sh’maya – God van de hemel (Ezra 7:23).

Elah Sh’maya V’Arah – God van hemel en aarde (Ezra 5:11).

 

 

 

 

.

YHVH

 

“YHVH” is het Hebreeuwse woord dat vertaald wordt als “HEER”. Deze titel wordt in het Oude Testament vaker aangetroffen dan enige andere naam voor God (ongeveer 7.000 keer). Deze naam wordt ook vaak het “Tetra-grammaton” genoemd, wat “de vier letters” betekent.

YHVH vindt zijn oorsprong in het Hebreeuwse woord “zijn” en is de bijzondere naam die God aan Mozes open-baarde bij de brandende struik. “Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: ‘IK ZAL ER ZIJN heeft mij naar u toe gestuurd.’ Ook zei hij tegen Mozes: ‘Zeg tegen hen: De HEER heeft mij gestuurd, de God van uw voor-ouders, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.

En hij heeft gezegd: Zo wil ik voor altijd heten, met die naam wil ik worden aangeroepen door alle komende ge-neraties.'” (Exodus 3:14-15). Daarom staat YHVH voor het absolute wezen van God; de bron van alles, zonder be-gin en zonder einde. Hoewel sommigen YHVH uitspreken als “Jehova” of “Jahweh”, weten geleerden eigenlijk niet wat de juiste uitspraak van het woord is.

De Joden spraken deze naam na ongeveer 200 na Christus niet meer uit, uit vrees voor het gebod in Exodus 20:7: “Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat hij niet vrijuit gaan” (de rabbijnen gebruiken tegenwoordig meestal “Adonai” in plaats van YHVH).

Hier zijn enkele voorbeelden van het gebruik van YHVH in de Bijbel:

YHVH Elohim – HEER God (Genesis 2:4).

YHVH M’kadesh – De HEER Die heilig maakt (Ezechiël 37:28).

YHVH Yireh – De HEER Die ziet/voorziet (Genesis 22:14).

YHVH Nissi – De HEER mijn vaandel (Exodus 17:15).

YHVH Shalom – De HEER van vrede (Rechters 6:24).

YHVH Tzidkaynu – De HEER van gerechtigheid (Jeremia 33:16).

YHVH O’saynu – De HEER onze Schepper (Psalm 95:6).

 

 

.

.

 

 

 De Heer geopenbaard in YHVH is de Heer geopenbaard in Yeshua (Jezus)

 

De HEER die Zichzelf in het Oude Testament heeft geopenbaard als YHVH, wordt in het Nieuwe Testament geo-penbaard als Yeshua (Jezus). Jezus heeft dezelfde eigenschappen als YHVH en beweert duidelijk YHVH te zijn. In Johannes 8:56-59 laat zien dat Jezus Zichzelf presenteert als de “IK BEN”.

Toen Jezus door enkele Joodse leiders werd uitgedaagd, omdat Hij beweerde Abraham gezien te hebben (die zo’n 2.000 jaar eerder leefde), antwoordde Hij: “Waarachtig, ik verzeker u, van voordat Abraham er was, ben ik er.” Die Joodse leiders begrepen dat Jezus beweerde YHVH te zijn. Dit wordt duidelijk wanneer zij Hem proberen te stenigen vanwege godslastering onder de Joodse Wet.

In Romeinen 10:9 schrijft Paulus: “Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is en uw hart gelooft dat God hem uit de dood heeft opgewekt, zult u worden gered.” Meteen daarop, in Romeinen 10:13, zet Paulus deze woorden kracht bij door uit het Oude Testament te citeren: “Ieder die de naam van de Heer (YHVH) aanroept, zal worden gered” (Joël 3:5). Yeshua (Jezus) aanroepen is dus hetzelfde als YHVH (HEER) aanroepen; Hij is de Messias die door het hele Oude Testament heen wordt voorspeld.

 

 

 

.

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

 

Psalm 82 • The judges stand before the Judge/ De rechters staan voor de Rechter

Standaard

Category, categorie: The Bible explained/De Bijbel uitgelegd: video

.

.

 

Psalm 82 • The judges of men stand before the Judge of all the Earth

.

Psalmen 82 . De rechters van mensen staan ​​voor de Rechter van de hele aarde

.

 

Paul LeBoutillier

.