Tagarchief: barmhartigheid

Kroontje van de Goddelijke Barmhartigheid

Standaard

categorie : religie

 

 

 

 

 

faustina-kroontlje__7b214ac9

 

 

 

Het Kroontje van de Goddelijke Barmhartigheid

 

In 1933 gaf God aan Zuster Faustina een opmerkelijk visioen van Zijn barmhartigheid.

De zuster vertelt ons:

‘Ik zag een groot licht, met God de Vader in het midden daarvan. Tussen dit licht en de aarde zag Ik Jezus aan het kruis genageld, zodanig dat God, bij het willen aanschouwen van de aarde, doorheen de wonden van Onze Heer moest kijken en ik begreep dat God ter wille van Jezus de aarde zegende.’

Of in een ander visioen, op 13 september 1935, schrijft zij:

‘Ik zag een engel, de uitvoerder van Gods toorn… op het punt staan de aarde te treffen… Ik begon vanwege de wereld vurig tot God te smeken met woorden die ik innerlijk hoorde. Terwijl ik op deze manier bad, zag ik de hulpeloosheid van de engel en hij kon de rechtvaardige straf niet uitvoeren…’

De volgende dag leerde een innerlijke stem haar het Kroontje van de Goddelijke Barmhartigheid op de kralen van een gewone rozenkrans.

Jezus zegde later aan Zuster Faustina:

‘Bid het Kroontje dat Ik je geleerd heb onophoudelijk. Iedereen die dit bidt, zal grote barmhartigheid ontvangen in het uur van de dood. Priesters zullen het zondaars als laatste hoop aanbevelen. Zelfs de meest verharde zondaar zal, als hij dit Kroontje slechts één keer bidt, de genade van Mijn oneindige barmhartigheid ontvangen. Ik wil onvoorstelbare genaden schenken aan diegenen die op Mijn barmhartigheid vertrouwen.’ ‘Wanneer zij dit Kroontje bidden in aanwezigheid van de stervende, zal Ik – niet als de Rechtvaardige Rechter maar wel als de Barmhartige Redder – tussen Mijn Vader en de stervende persoon staan.’

 

 

zuster Faustina

zuster Faustina

 

 

 

 

Het Kroontje van de Goddelijke Barmhartigheid

 

Het kruisteken :


In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest Amen.

Onze Vader…

Wees gegroet …

Geloofsbelijdenis :


Ik geloof in God, de almachtige Vader,
Schepper van hemel en aarde;
en in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer;
die ontvangen is van de heilige Geest,
en geboren uit de maagd Maria;
die geleden heeft onder Pontius Pilatus,
gekruisigd is, gestorven en begraven;
die neergedaald is ter helle,
de derde dag verrezen uit de doden;
die opgevaren is ten hemel,
en zit aan de rechterhand van God, zijn almachtige Vader;
vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden.
Ik geloof in de heilige Geest;
de heilige katholieke Kerk;
de gemeenschap van de heiligen;
de vergiffenis der zonden;
de verrijzenis van het lichaam;
het eeuwig leven. Amen.

 

 

 

 

Op de grote kralen van de rozenkrans :


Eeuwige Vader, ik offer U op het Lichaam en het Bloed, de Ziel en de Godheid van uw Welbeminde Zoon, Onze Heer Jezus Christus, tot vergeving van onze zonden en die van heel de wereld.

 

 

Op de kleine kralen :


Door het smartelijk lijden van uw Zoon,
heb medelijden met ons en met heel de wereld.

 

 

 

Op het einde driemaal :


Heilige God, Almachtige God, Eeuwige God,
heb medelijden met ons en met heel de wereld.

 

 

 

Sluit af met het kruisteken

 

 

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

JOHN ASTRIA

God en geweld.

Standaard

categorie : religie

 

 

 

Je hoeft maar het tv-journaal te volgen, of je ploft midden in die realiteit. Wat een geweld en wat een leed! Wat is onze wereld voor miljoenen mensen een tranendal! Als je al dat verschrikkelijke op je laat inwerken, kun je als gelovige tot benauwende vragen komen. Waarom laat God dit toe, is wat er gebeurt, te rijmen met alles wat de Bijbel zegt over zijn liefde?

 

 

De onrust neemt nog meer toe wanneer we ons realiseren hoeveel geweld we zelfs in de Bijbel ontmoeten. Druipt Israëls geschiedenis vaak niet van bloed? En staat het Oude Testament niet vol met oordeelsaankondigingen die ons met huiver vervullen? In dit artikel staan we stil bij wat professor Eric Peels, de oudtestamenticus van de TU Apeldoorn, over God en geweld schrijft.

 

 

 

 

 

Grondlijn

 

Peels wijst er terecht op dat niet alle geweld hetzelfde is. Er is geweld dat door en door slecht is, dat uitsluitend het eigenbelang zoekt en de ander minacht. Maar er is ook antigeweld dat er juist op uit is het kwaad te keren en de ander tot zijn recht te laten komen. Het geweld dat terroristen hanteren, is iets anders dan wanneer de ME met harde hand de openbare orde herstelt.

De hele wereld van geweld kom je ook in de Bijbel tegen. Daarin is de Bijbel zeer actueel: hij gaat niet voorbij aan de rauwe werkelijkheid. En voor alle slachtoffers van kwaadaardig geweld mag het troostvol zijn dat de God van de Bijbel ook met het geweld van doen heeft. De beulen zullen het uiteindelijk niet winnen.

Zeker als je de ‘geweldteksten’ in het Oude Testament op zich bekijkt. Men kan zich de vraag stellen of dat wat
er bijvoorbeeld met Sodom en de inwoners van Jericho gebeurt, te rijmen is met een God van liefde. Maar dan vergeet je – wat Peels noemt – de grondlijn en doe je geen recht aan heel het Oude Testament. Deze grondlijn is die van recht en vrede. God laat zijn door de zonde verworden wereld niet los, maar werkt dwars tegen het kwaad in naar zijn wereld van recht en vrede.

Om tot die wereld te komen moet Hij soms onvermijdelijk ook gebruik maken van geweld. Antigeweld om het kwaad in te dammen, af te straffen en weg te doen. Sodom wordt omgekeerd. Jawel, maar Gods geweld is hier duidelijk antigeweld: de klachten over de praktijken van Sodom riepen om zijn ingrijpen (vgl. Gen. 18:20). En bij de inwoners van Kanaän was het niet anders (vgl. Gen. 15:16).

Wie denkt dat het Oude Testament geweld verheerlijkt, gaat eraan voorbij dat het een verstrekkende antigeweldboodschap bevat. Juist in tegenstelling met religieuze teksten uit de oude wereld rondom Israël. In een cultuur van grenzeloze wedervergelding (Lamech, 77 keer, Gen. 4) zegt God: slechts één oog voor een oog, slechts één tand om één tand (Lev. 24:20).

Frappant is hoezeer de profeten Israëls koningen om hun geweld ter verantwoording roepen. David mag Gods huis niet bouwen, nota bene omdat hij ‘een man van bloed’ is.

 

 

 

 

 

Godsbeeld in het Oude Testament

 

Maar wat het Oude Testament zegt over Gods antigeweld en zijn afkeer van onrechtmatige agressie, brengt ons vragend hart niet tot rust. Integendeel, het roept extra spanning op. Want hoe is dat alles dan te rijmen met een voor ons gevoel buitensporig goddelijk geweld bij de omkering van Sodom, de zondvloed, de uitroeiing van Amalek en in schrikbarende oordeelsprofetieën als Amos 4? Als de Here een God van liefde is, kan dit toch niet.

Is het ook niet in strijd met die grondlijn die we ontdekten in het Oude Testament? Peels wijst erop  dat er
zich in het denken van moderne mensen over God een ingrijpende verandering heeft voltrokken. Je kunt spreken van een metamorfose in het godsbeeld. Het is van kleur verschoten, zachter en lichter geworden. God is niet meer de Koning, de Rechter, de Wreker.

Het accent komt te liggen op zijn barmhartigheid, liefde en genade. Deze metamorfose past goed in een cultuur die voorrang geeft aan de mondige mens met zijn keuzevrijheid en zelfontplooiing. Geloof moet passen bij de mens en aansluiten bij de eigen ervaring. Waar vorige generaties bijbellezers weinig problemen hadden met al het geweld in de Schrift, roept dit thans problemen op doordat het beeld dat men van God heeft, veranderd
is.

Diep in het Oude Testament is de verkondiging verankerd van de barmhartige God die liefde is en die daarom ook zo ontzagwekkend kan toornen. Hij, die het recht en de gerechtigheid liefheeft, blijft niet onbewogen bij de schending daarvan. In een eerdere studie wees Peels op Gods heilige naijver (vgl. Ex. 34:14; Deut. 5:9; Nah. 1:2), die niet duldt dat Hem tekort wordt gedaan.

Wat de Schrift daarover zegt, dient ook ons beeld van God te bepalen, want het gaat hier om iets wat zeer wezenlijk voor onze God is. Wanneer wij denken: dit is voor ons gevoel buitensporig, moeten we bescheiden zijn. Daarvoor is de demonische werkelijkheid van het kwaad te groot en de ondoorgrondelijkheid van de God van de Bijbel te groot.

De geweldteksten in het Oude Testament openen onze ogen voor wie de God van liefde ook is, en wie wij mensen zijn. Hij is de totaal Andere, de Heilige die geen geweld uitoefent om het geweld, maar bij wie geweld op de een of andere manier steeds weer heeft te maken met zijn afschuw van het kwaad. Zijn geweld staat in het brede kader van zijn gerechtigheid, en dient het herstel van vrede en recht.

 

 

 

 

 

Het Nieuwe Testament

 

De kerk heeft altijd ook het Oude Testament als Gods gezaghebbend Woord vastgehouden. Vanzelfsprekend is dit niet. Juist de geweldteksten gaven aanleiding voor de roep om het Oude Testament af te schaffen. De ketter Marcion maakte in de tweede eeuw reeds korte metten met het Oude Testament. De God van toorn en geweld is niet de Vader van Jezus Christus.

Het Nieuwe Testament verkondigt ons een andere God, de God van liefde en vrede. Nog altijd spookt de geest van deze ketter rond wanneer het gaat om het beeld van God waaraan moderne mensen (soms ook christenen) de voorkeur geven. Peels wijst erop dat er geen tegenstelling is tussen de beide testamenten op dit punt. De
nieuwtestamentische auteurs hebben helemaal geen kritiek op het Oude Testament.

Integendeel, zij citeren het en halen zelfs woorden uit de vloekpsalmen aan. Jezus gebruikt soms in zijn waarschuwingen voor de hel de taal van het geweld. Het Lam blijkt ook een Leeuw te zijn. De gemeente wordt op het hart gebonden dat onze God ‘een verterend vuur’ is (Heb. 12:29). In het Nieuwe Testament wordt pas goed duidelijk hoezeer Gods toorn over afkerige mensen gaat (Joh. 3:36; Rom. 1:18).

Gods toorn is duidelijk te lezen in de Openbaring, een boek dat vol is van het geweld dat de toorn van God en van het Lam over onze wereld brengt. Er is geen tegenstelling tussen het Oude en het Nieuwe Testament, wel een verschil, zo schrijft Peels. Het verschil is niet een ánder godsbeeld. Wel is het zo dat vrede en verzoening
in het Nieuwe Testament meer nadruk krijgen.

 

Dat komt omdat de weg van God met zijn volk en de wereld veranderd is. In de persoon en het werk van Jezus Christus.

 

In Hem is de wereld van vrede definitief doorgebroken en reikt God met het evangelie de hand aan alle volken. De kerk behoeft niet meer met geweld haar erfenis te bevechten, maar strijdt nu met het Woord, terwijl ze biddend uitziet naar de dag waarop God aan al het geweld van mensen een einde maakt en zijn vrede voorgoed aanbreekt.

 

 

 

 

 

Afsluitend

 

De bijdrage van professor Peels laat de lezer zien hoe actueel deze bijdrage is. Hier wordt echt een ‘heet hangijzer’ aangepakt en worden we verder geholpen als het gaat om de vraag wat we aanmoeten met de ‘geweldteksten’ in het Oude Testament, en hoe een God van liefde ook ‘verwoesting’ op aarde kan aanrichten (vgl. Ps. 46:9).

Peels’ bijdrage komt in de prediking te weinig aan bod, terwijl een kerkganger er best mee zit en in de
theologie van vandaag is het thema ‘God en het geweld’ volop aan de orde. Peels’ bijdrage is beperkt. Dat kon ook niet anders. Het recht doen van God aan verdrukten, dat ook in het Oude Testament zo sterk naar voren komt, blijft onderbelicht.

De beulen zullen het uiteindelijk niet winnen omdat God recht zal doen. Wat Peels schrijft, vormt een belangrijke aanzet om af te rekenen met het kwellende idee dat in het Oude Testament de bron van veel geweld en
agressie ligt.

 

 

 

 

 

 

 

De ontmoeting met Maria, de moeder van Jezus

Standaard

categorie : religie

 

 

 

Jezus uit en in Maria

Jezus uit en in Maria

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

Lucas vertelt over twee bijzondere geboorten: de eerste van Johannes de Doper, de voorbode van de Here Jezus, en de tweede van Jezus zelf:

“In de zesde maand (van de zwangerschap van Elisabeth) zond God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in Galilea, naar een meisje (maagd) dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David. Het meisje heette Maria. Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je’.

 

 

Maria schrikt en vraagt zich af wat dit te betekenen heeft. De engel gaat verder:

“Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen”.

 

 

Tot haar verbazing hoort zij dat ze zwanger zal worden voordat ze met Jozef getrouwd is. Ze stelt daarom de vraag:

“Hoe zal dat gebeuren? Ik heb immers nog nooit gemeenschap met een man gehad”.

 

 

Waarop Gabriël haar vertelt:

“De Heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw bedekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God”.

 

 

Gabriël vertelt haar ook dat haar oude tante Elisabeth al zes maanden zwanger is. Heel nederig, en vol geloof, antwoordt zij:

“De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd”.

 

 

Ze denkt niet aan alle problemen die er nu voor haar gaan komen. Wie zal haar geloven? Iedereen zal denken dat ze overspel heeft gepleegd. Hoe zal Jozef reageren? Als hij haar verlaat zal ze helemaal alleen zijn, niemand zal voor haar willen zorgen. Op overspel staat zelfs de doodstraf. Ze gelooft de woorden van Gabriël en besluit direct naar Elisabeth te gaan. De begroeting van Elisabeth klinkt haar als muziek in de oren. Ze krijgt hierdoor nog een bevestiging dat Gabriël de waarheid heeft gesproken:

“Toen Elisabeth de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld met de Heilige Geest en riep luid: ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan’.”

 

 

Deze woorden tonen dat Maria de woorden van Gabriël direct geloofde, in tegenstelling tot Zacharias, die als bewijs een teken vroeg. Maria antwoordt Elisabeth met een lofzang. Hierin laat zij voor het eerst haar grote blijdschap zien, om wat de Here voor haar heeft gedaan.

“Mijn ziel prijst en looft de Heer, mijn hart juicht om God, mijn redder: Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen, ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan, heilig is zijn naam”.

 

 

Dit is alles wat zij over zich zelf zegt. Belangrijker voor haar is de vervulling van Gods heilsbeloften:

Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar, zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd: hij herinnert zich zijn barmhartigheid jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.”

 

 

Uit de lofzang, waarin vele aanhalingen uit de psalmen en profeten staan, blijkt dat Maria de Schriften goed kende. Na haar terugkeer neemt Jozef zijn verloofde Maria bij zich in huis. God had hem in een droom de situatie uitgelegd. Jozef gelooft God en neemt de verantwoordelijkheid voor moeder en kind op zich. De geboorte vond plaats in een sombere stal. Het bezoek van de herders gaf grote blijdschap en maakte diepe indruk op Maria. Ze begreep niet alles van wat ze vertelden maar:

“bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken”(Lucas 2:19).

 

 

Deze houding was typerend voor Maria. Wanneer Jezus bij verschillende gelegenheden ‘vrouw’ en niet moeder zei, was dat niet koel en afstandelijk bedoeld. Het ging Jezus erom dat niet de biologische maar de geloofsband belangrijk is. De liefde van Jezus voor zijn moeder was groot. Bij de kruisiging gingen de woorden van Simeon (Lucas 2:35) in vervulling:

“en zelf zult u als door een zwaard doorstoken worden”.

 

 

Jezus troostte haar ; toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie hij veel hield, zei hij tegen zijn moeder:

‘Vrouw zie uw zoon’,

 

 

en daarna tegen de leerling:

‘Zie uw moeder’.

 

 

Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich in huis”( Johannes 19:26-27). Vrouw niet moeder. Jezus wilde niet dat Maria alleen maar zou treuren om het verlies van een zoon, maar zou zien dat zij Hem terugkreeg als haar Heer. Samen met de discipelen in de bovenzaal toonde zij een groot geloof in haar Heiland:

“Deze allen bleven eendrachtig volharden in het gebed, met enige vrouwen en Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broeders”( Handelingen 1: 14).

 

Laten wij, net zoals zij, de Here aanbidden en uitzien naar zijn wederkomst!

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

JOHN ASTRIA

Zuster Faustina’s visie van de toekomst 

Standaard

categorie : religie

 

 

 

 

 

 

Zuster Faustina’s visie van de toekomst

 

 

Zuster Faustina Kowalska van de Goddelijke Barmhartigheid was door Jezus verteld dat het volgende zou gebeuren in de toekomst:

 

Vooraleer Ik kom als de Rechtvaardige Rechter zal Ik eerst komen als Koning van Barmhartigheid. Vooraleer de dag van Gerechtigheid aanbreekt zal aan het volk een teken aan de hemel van dit soort gegeven worden. Alle lichten aan de hemel zullen uitgeblust zijn en er zal een grote duisternis over de hele aarde zijn.

Dan zal het teken van het kruis aan de hemel gezien worden. En van de openingen waar de handen en voeten van de Redder waren genageld zullen grote lichten voortkomen die zullen lichten op de aarde voor een periode van tijd. Dit zal plaatsvinden kort voordat de laatste dag aanbreekt.

 

 

Jezus vertelde Zr Faustina op een andere keer :

 

Je zal de wereld voorbereiden op Mijn Tweede Komst. Het visioen dat Zr Faustina had kan refereren naar de komende Verlichting die de Grote Kastijding voorhad (de dag van Gerechtigheid). Zr Lucia van Fatima had een gelijkaardig visioen in juni 1929. 4 maanden vooraleer de aandelenmarkt ineenstortte in oktober 1929. Jezus vertelde Zr Faustina dat een vonk zou komen die de wereld zou voorbereiden op Zijn Tweede Komst.

Dat was Paus Johannes Paulus II, de tweede Elia. Paus Johannes Paulus II gaf de wereld de boodschap van de Goddelijke Barmhartigheid, die Jezus aan de wereld brengt als de Koning van Barmhartigheid. Het einde van het tijdperk begon in 2005, die de dood van de tweede Elia – Paus Johannes Paulus II – aankondigde zegt ons dat de dag van gerechtigheid nabij is.

 

 

 

14-11-2014, 18:39 Geschreven door Claudia

 

Het Vagevuur

 

 

De zieneres van Gods Barmhartigheid, Zuster Faustina onthult :

 

Ik zag mijn beschermengel. Hij zei me hem te volgen. In een ogenblik bevond ik mij in een bewolkte plaats, vol vuur. Er was een menigte van lijdende zielen. Ze waren fervent aan het bidden maar zonder effect voor zichzelf. Wij alleen kunnen hen helpen. De vlammen die hen verbrandden raakten me niet. Mijn beschermengel liet me geen ogenblik in de steek. Ik vroeg aan deze zielen: wat is jullie grootste kwelling?

Eenparig antwoordden ze: we verlangen naar God! Ik zag de Moeder van God deze zielen bezoeken. Ze noemen haar ‘Sterre der Zee’. Zij brengt hen verlichting. Ik verlangde meer met hen te praten maar mijn beschermengel deed teken om deze gevangenis van lijden te verlaten. Toen hoorde ik een innerlijke stem die zei: Mijn barmhartigheid verlangt dit niet maar gerechtigheid wel.

 

14-11-2014, 18:16 Geschreven door Claudia

 

De Hel

 

De legende vertelt dat wetenschappers in Sibeire een gat boorden van 14,5 km diep voor ze een hol complex aantroffen. Geïntrigeerd door deze onverwachte ontdekking lieten ze een extreem hitte-tolerante microfoon naar beneden samen met andere sensoren in de holte. De temperatuur was een 1100 graden celsius hitte van een vuurput waarvan het geschreeuw van de vervloekten gehoord kon worden. Wat volgt is een radioprogramma van de Amerikaanse presentator Art Bell over de Siberische Geluiden van de Hel.

 

 

De realiteit van de hel  genomen uit het dagboek van Zuster Faustina nr 741 :

 

Ik, Zuster Faustina, heb de Hel bezocht op bevel van God, zodat Ik de zielen erover kon vertellen en getuigen van zijn bestaan. Vandaag werd ik geleid door een Engel naar de afgrond van de Hel. Het is een plaats van veel marteling, hoe groot en uitgebreid is de Hel! Daar waren de grote martelingen die ik zag.

  • De eerste marteling bestaat erin dat men God verliest.
  • De tweede marteling is de eeuwige wroeging van het geweten.
  • De derde is de realisatie dat zijn conditie nooit zal veranderen, het is voor eeuwig.
  • De vierde is het vuur dat de ziel binnendringt zonder de ziel te vernietigen. Een verschrikkelijk lijden omdat het puur spiritueel vuur is, aangestoken door Gods Woede.
  • De vijfde marteling is de voortdurende duisternis en een verschrikkelijke verstikkende stank, en ondanks de duisternis zien de duivels en de zielen van de vervloekten elkaar en al het kwaad van anderen en dat van hen.
  • De zesde marteling is de constante aanwezigheid van Satan.
  • De zevende marteling is de verschrikkelijke wanhoop, haat van God, vloeken en godslasteringen, maar dat is niet het einde van het lijden. Er is speciaal lijden voor bepaalde zielen. Dit zijn de kwellingen van de zintuigen. Elke ziel ondergaat verschrikkelijk en onbeschrijflijk lijden dat afhangt van de manier waarop de ziel heeft gezondigd. Er zijn holten en putten van marteling waar de ene vorm van foltering verschilt van de andere.

 

Ik zou gestorven zijn van de aanblik van deze folteringen als Gods Almacht me niet had ondersteund. Laat de zondaar weten dat hij voor eeuwig gemarteld zal worden in de zintuigen die hij gebruikt heeft om te zondigen. Ik schrijf dit op, op bevel van God, zodat geen ziel een excuus kan vinden door te zeggen dat er geen hel is of dat er niemand geweest is, en dat niemand kan zeggen hoe het er is.

Maar ik stelde een ding vast: dat de meeste zielen die in de hel zijn niet geloven in het bestaan van de hel. Hoe verschrikkelijk lijden de zielen daar. Wanneer ik bij bewustzijn kwam kon ik bijna niet bewegen van angst. Daarom bid ik nog ferventer voor de bekering van zondaars. Ik smeek ononderbroken om Gods barmhartigheid over hen.

O mijn Jezus, ik zou liever in doodsstrijd zijn tot het einde van de wereld te midden het grootste lijden, dan U te beledigen met de kleinste zonde!

 

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

Maria Faustina Kowalska

Standaard

Categorie: religie

 

Maria Faustina Kowalska

 

Maria Faustina Kowalska
Sint Maria Faustina Kowalska van het Heilige Sacrament.
Geboren 25 augustus 1905 te GockowiceKeizerrijk Rusland
Gestorven 5 oktober 1938 te KrakauPolen
Verering Rooms-Katholieke Kerk
Zaligverklaring 18 april 1993 door paus Johannes Paulus II
Heiligverklaring 30 april 2000 door paus Johannes Paulus II
Schrijn Heiligdom van de Goddelijke Barmhartigheid in Krakau
Naamdag 5 oktober

 

 

Biografie

 

Helena Kowalska werd geboren als het derde kind van een arm Pools gezin met tien kinderen. Op vijftienjarige leeftijd, na slechts drie jaar school, begon ze te werken om het gezin te onderhouden. Op twintigjarige leeftijd volgde ze haar roeping om als non in de Katholieke kerk te dienen. Ze vertrok naar Warschau en bezocht diverse kloosters, maar werd telkens afgewezen. Uiteindelijk werd ze op 30 april 1926 aangenomen bij het klooster van de Congregatie van de Zusters van Onze Lieve Vrouw van Barmhartigheid met de naam Zuster Maria Faustina van het Heilige Sacrament.

 

 

De verschijningen

 

Zuster Faustina heeft gemeld een verschijning van Christus gezien te hebben in het vagevuur, en verschillende malen Jezus en Maria gezien en gesproken te hebben. Ze schreef dat Jezus aan haar de missie geopenbaard heeft om de devotie van de Goddelijke Barmhartigheid te verspreiden. In Płock verscheen volgens haar Jezus op 22 februari 1931 als de ‘Koning van Goddelijke Genade’, gekleed in een wit gewaad. Zijn rechterhand was in een teken van zegen opgeheven en de andere wees op de borst.

 

 

 

 

Vanonder het kledingstuk gingen twee stralen uit, de een rood en de ander wit, waarbij het rood bloed en het wit water zou voorstellen. Conform de opdracht welke ze zei te hebben ontvangen, liet zuster Faustina een schilderij van dit visioen maken. Met de hulp van pater Michał Sopoćko, liet ze de afbeelding vermenigvuldigen en verspreiden in Krakau en Vilnius. De boodschap die ze bij deze verschijning als opdracht kreeg luidt als volgt:

 

Aanhalingsteken openen “Schilder een afbeelding die overeenkomt met het voorbeeld dat je ziet, met het onderschrift: ‘Jezus, ik vertrouw op U’. Ik wil dat deze afbeelding vereerd wordt, eerst in jouw kapel en daarna over de hele wereld. Ik beloof je dat de ziel die deze afbeelding zal vereren, niet verloren zal gaan.” Aanhalingsteken sluiten

 

 

 Johannes 11: 24-27

 

Marta antwoordde: “Ik weet dat hij zal opstaan uit de dood, op de laatste dag, als alle doden weer opstaan.” 25 Jezus zei tegen haar: “IK BEN  de opstanding en het leven. Iedereen die in Mij gelooft, zal leven, zelfs als hij al gestorven is. 26 En iedereen die leeft en in Mij gelooft, zal nooit meer sterven. Geloof je dat?” 27 Ze zei tegen Hem: “Ja Heer, ik geloof dat U de Messias bent, de Zoon van God die op aarde zou komen.”

 

 

Ze hield ondanks haar gebrekkige taalkennis een dagboek bij. Dit dagboek is later gepubliceerd onder de titel ‘Goddelijke Genade in mijn Ziel: Het dagboek van Sint Faustina’. Ze verzocht om de oprichting van een ‘Congregatie die Goddelijke Genade zou gaan verkondigen aan de wereld en deze zou behouden door gebed’. Ze werd echter hierin herhaaldelijk afgewezen door haar superieuren. In de boodschap waarin Jezus aan zuster Faustina verzocht om ervoor te ijveren dat de zondag na Pasenhet feest van de Goddelijke Barmhartigheid zou worden gevierd was als volgt:

 

Aanhalingsteken openen “Op die dag staan de diepste diepten van Mijn tedere barmhartigheid open. Ik stort een hele oceaan van genaden uit over die zielen die tot de fontein van Mijn barmhartigheid naderen. De ziel die te biechten zal gaan en de heilige communie zal ontvangen, zal volledige vergeving van zonden en straf ontvangen. Op die dag staan alle sluizen van de hemel, waardoor de genade vloeit, open.” Aanhalingsteken sluiten

 

 

 

 

In 1935 had ze een visioen dat beschreef wat nu het ‘Rozenhoedje van de Goddelijke Genade’ wordt genoemd. In 1936 Werd Marie Faustine ernstig ziek; naar destijds aangenomen werd, leed ze waarschijnlijk aan tuberculose. Ze werd verplaatst naar het sanatorium in Prądnik. Ze bleef veel tijd doorbrengen in gebed en het bidden van haar Rozenhoedje voor de bekering van de zondaren. Daarnaast zou ze geleden hebben aan onzichtbare stigmata welke haar onbeschrijfelijke geestelijke pijnen bezorgden.

De laatste twee jaren van haar leven bracht ze door in gebed en met het bijhouden van haar dagboek. In juni 1938 kon ze hier niet meer in schrijven. Ze stierf op 5 oktober 1938. Toen haar priores de kamer van Faustina aan het leegruimen was, kwam ze in een lade de afbeelding van de Goddelijke Barmhartigheid tegen.

Na het overlijden van zuster Faustina werden de door haar geschreven teksten naar het Vaticaan gestuurd: tot in 1966 moesten alle verslagen van visioenen van verschijningen van Jezus en Maria eerst goedgekeurd worden door de Heilige Stoel alvorens ze werden vrijgegeven voor publicatie. Na een mislukte poging om paus Pius XII te overtuigen om zijn – afwijzende – beoordeling te ondertekenen, nam kardinaal Alfredo Ottaviani, secretaris van de Heilig Officie haar werk op in een lijst die hij in 1959 voorlegde aan de nieuwe paus Johannes XXIII.

De paus ondertekende het decreet waardoor haar werken op de Index der verboden boeken werden geplaatst; ze bleven meer dan twee jaar op deze lijst staan. Pater Sopoćko werd streng berispt, en al zijn werk werd onderdrukt. Maar Eugeniusz Baziak, de aartsbisschop van Krakau, stond het de nonnen toe om de originele afbeelding in hun kapel neer te hangen zodat degenen die dat wensten er bij konden blijven bidden.

De huidige verklaring van het Vaticaan is dat de aanvankelijke negatieve beoordeling door het Vaticaan een misverstand betreft dat veroorzaakt werd door verkeerde Italiaanse vertaling van Kowalska’s dagboeken en dat het twijfelachtige materiaal niet kon worden vergeleken met de originele Poolse versie als gevolg van problemen door de Tweede Wereldoorlog en het daaropvolgende communistische tijdperk.

Echter, een artikel in de National Catholic Reporter suggereert dat het verbod voortvloeide uit meer ernstige theologische kwesties. Bijvoorbeeld haar verklaring dat Jezus beloofd had om volledige vergeving van de zonde door bepaalde devotionele handelingen die alleen door de sacramenten geboden kunnen worden, wat door de Vaticaanse onderzoekers gevoeld werd als een overdreven focus op Faustina welke in strijd is met de zienswijze vanuit de Heilige Officie.

 

 

Zalig- en heiligverklaring

 

Toen Karol Józef Wojtyla (de latere paus Johannes Paulus II) aartsbisschop van Krakau werd, werd er een nieuw onderzoek gestart naar het leven en de dagboeken van zuster Faustina, en ook werd de devotie tot de Goddelijk Barmhartigheid weer toegestaan. Kardinaal Franciszek Macharski, de opvolger van Johannes Paulus II als aartsbisschop van Krakau, zei dat Faustina ons herinnert aan de werkelijkheid van het evangelie die we vergeten waren. Maria Faustina werd zalig verklaard op 18 april 1993 en heilig verklaard op 30 april 2000. Barmhartigheidszondag wordt gevierd op de tweede zondag van Pasen (= de eerste zondag na Pasen).

 

Aanhalingsteken openen Voorwaar de boodschap welke zuster Faustina bracht is het juiste en indringende antwoord dat God wil bieden op vragen en verwachtingen van de mensen in deze tijd welke gekenmerkt wordt door vreselijke tragedies. Aanhalingsteken sluiten

 

In mei 2020 heeft paus Franciscus de gedachtenis Faustina van 5 oktober op de liturgische kalender van de universele kerk laten zetten.

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

 

Liber Divinorum Operum : visioen 9

Standaard

categorie : Hildegard Von Bingen

.

.

Liber Divinorum Operum

.

Het boek van de goddelijke werken

met visioenen van

Hildegard van Bingen

.

.

Hildegard

.

.

“Der gläubige Mensch richtet sein Trachten immer auf Gott, dem er in Ehrfurcht begegnet. Denn wie der Mensch mit den leiblichen Augen allenthalben die Geschöpfe sieht, so schaut er im Glauben überall den Herrn.”

Liber divinorum operum (Boek van goddelijke werken) is een werk uit de tweede helft van de 12e eeuw van de Duitse Benedictijner Abdis en mystica Hildegard von Bingen. Het is haar laatste visionaire werk en het werd geschreven tussen 1163 en 1174. Het bevat tien visioenen waarin de liefde van God tot uitdrukking komt in de mensen en in de relatie van de mensen tot God.

.

.

Liber Divinorum Operum 9

.

.

Het visioen van Hildegard

.

“Ik zag naar het oosten gekeerd een gedaante waarvan het gezicht en de voeten dermate lichtend waren dat mijn ogen erdoor werden verblind. Over haar witzijden gewaad droeg zij een groene mantel die met de meest uiteenlopende kostbare stenen was bestikt. In haar oren droeg zij hangers, op haar borst een collier, aan haar armen armbanden, fijngouden juwelen die met edelstenen waren bezet. Maar in het midden van de zuidelijke streek zag ik een tweede gestalte. Een vreemde, staande verschijning.

De plaats van het hoofd werd ingenomen door een glans die mij verblindde, midden op haar buik was een mannenhoofd te zien met grijs haar en een baard; de voeten van de gestalte leken op de klauwen van een leeuw. De gestalte had zes vleugels. Twee vertrokken er vanuit de schouders, om zich opwaarts te buigen en van achteren bij elkaar te komen; ze bedekten om zo te zeggen de schittering waarvan wij zojuist spraken. Twee andere vleugels, eveneens aan de schouders bevestigd, bogen zich over haar nek. De laatste twee vleugels reikten van de heupen tot de hielen. Soms bewogen haar vleugels zich opwaarts, alsof ze wilden uitslaan om te vliegen.

Het lichaam van de gestalte was helemaal bedekt, niet met veren, maar, net als een vis, met schubben. De vleugels boven haar nek waren voorzien van vijf spiegels. De bovenste spiegel van de rechtervleugel droeg het opschrift: ‘Weg en Waarheid’, de tweede spiegel, in het midden: ‘Ik ben de toegang tot alle geheimen Gods’, de spiegel aan het uiteinde van de vleugel: ‘Ik ben de openbaring van alle goeds.’ De bovenste spiegel op de linkervleugel had tot opschrift: ‘Ik ben de spiegel die de goede bedoelingen der uitverkorenen reflecteert’, de vijfde spiegel, aan het uiteinde van de vleugel: ‘Zeg ons of jij werkelijk het volk van Israël bent’. De gestalte stond met de rug naar het noorden.”

Hildegard ziet een merkwaardig visioen met onverwachte figuren, zoals de gestalte met de visschubben en de beelden van de spiegels. Het is bekend dat deze in de geschriften van die tijd een veel voorkomende metafoor vormen. De glazen spiegel verzinnebeeldt het licht en kan wijsheid, heiligheid en het gezicht en de trekken van hen die men bewondert weerkaatsen.

De uitleg van het negende visioen volgt op de beschrijving.

.

De stralende gestalte is:

.

“de wijsheid van de ware gelukzaligheid, het witzijden gewaad is de Zoon Gods die in de maagdelijke schoonheid mens wordt en die de mens met zijn onschuld en de zoetheid van zijn liefde omhelst”.

 “De mantel is groen en met kostbare stenen bestikt, omdat de wijsheid de uiterlijke schepselen [de dieren], wier geest sterft met het lichaam, of ze nu op aarde leven, vliegen, klimmen of zwemmen, niet afwijst. De wijsheid laat ze groeien, ze beschermt ze, want ze behoeden de mens voor de slavernij en voorzien in zijn voeding. Ze dragen ook de uiterlijke kentekenen van de wijsheid: ze gaan hun aard niet te buiten, in tegenstelling tot de mens, die vaak het voor hem bestemde rechte pad verlaat.”

.

Daarna volgt de uitleg voor de andere, zeer verbazingwekkende figuur:

.

“Boven de gestalte, op de plaats van het hoofd, is er een glans waarvan de uitstraling verblindend is, omdat geen levend wezen, zolang hij het gewicht van zijn sterfelijk lichaam ondervindt, in staat is de voortreffelijkheid van de allesverlichtende godheid te aanschouwen”.

God is deze schittering, die geen begin en geen einde heeft. Het hoofd van de man op de buik van de gestalte herinnert aan het oude heilsplan van de mens, dat in de volmaaktheid van Gods werken aanwezig is.

De gestalte heeft zes vleugels, omdat wij zes dagen werken. Gedurende zes dagen roept de mens God aan en prijst hij Hem door zich onder zijn bescherming te plaatsen. De twee vleugels, die elkaar raken ter bescherming van de glans waarvan wij spraken, duiden op de liefde tot God en de naaste. De onderste vleugels duiden op heden en toekomst. Op dit ogenblik volgen de generaties elkaar op. In de toekomst zal er een feilloos en eeuwig leven zijn. Het einde van de wereld zal worden voorafgegaan door talloze angsten en wonderen, die dit einde als een vlucht vogels zullen aankondigen.

Als het lichaam is bedekt met visschubben en niet met vogelveren, is dat om de volgende reden: zoals wij niet weten hoe de vis wordt geboren en hoe hij zich ontwikkelt, hoe hij door het stromende water wordt meegenomen, zo ook is de Zoon Gods in Zijn volmaakte heiligheid geboren in een vreemde natuur die zich onderscheidt van die der andere mensen. In zijn volmaakte gerechtigheid zal hij de mens op de vleugels van al zijn goede werken naar de hemel terugvoeren.

En ten slotte de verklaring voor de spiegels. Zij doen denken aan “de verlichters der verschillende tijdperken. Het zijn er vijf: Abel, Noach, Abraham, Mozes en de Zoon Gods. Alle vijf belichten zij alles wat de mens op de weg van de waarheid van dienst kan zijn.

“Maar het is de Zoon Gods wiens Lijden en Sterven de sleutel tot de hemelse vreugde heeft gebracht.”

Deze zelfde toelichting is op andere plaatsen in Hildegards oeuvre terug te vinden, met name in haar brieven. De tijdperken worden volgens haar gemarkeerd door deze vijf figuren, die doen denken aan de fasen die de mensheid tot de komst van Christus aflegt.

Zij besluit het visioen met het woord dat haar opvatting van de mensheid samenvat:

“Zo is de mens het omhulsel van de wonderwerken Gods.”

.

De Eindtijd in Liber Divinorum Operum

.

De verteltrant bij het laatste visioenbeeld van Scivias was nog min of meer onbevangen, als het verslag van een ontdekkingsreis, die weliswaar griezelig was maar toch ook spannend en die goed afliep. God zij lof gezongen!

De eindfase van de ‘Goddelijke werken’ daarentegen is meer beklemmend dan opwindend. De toon is overwegend somber, als van iemand die veel gereisd en te veel gezien heeft. Er klinkt een zekere berusting in hetgeen de stem uit de hemel Hildegard laat opschrijven.

Ook de laatste visioenbeelden die de eindtijd aankondigen, zijn anders dan die in Scivias. De monsterachtige verschijning van de Antichrist had een natuurlijk uiterlijk, al was dit wanstaltig. Het miniatuur dat dit vreemde tafereel uitbeeldt, roept toch een schoonheidsbeleving op. De beelden die Hildegard twintig jaar later zag, zijn vreemd en hebben iets afstotends. Dat komt ook in de miniaturen tot uitdrukking.

Toch past de verbeelding van de eindtijd in Liber Divinovum Operum geheel in het totaalbeeld van het grote visioen, dat Hildegard ontving voordat zij over de ‘Goddelijke werken’ begon te schrijven. Zoals Liefde aan het begin de geschapen wereld als het ware omarmde, zo is Liefde aanwezig wanneer de geschiedenis der mensheid afloopt. In de eindtijd gaat het om de mens die strijdt en lijdt in het grote conflict tussen Gods gerechtigheid en Satans streven om Gods ‘evenbeeld’, de mens, te vernietigen.

De Mensenzoon, het geïncarneerde Woord, is in het Liber Divinorum Operum de centrale figuur in die strijd. Hij belichaamt Gods gerechtigheid en barmhartigheid, de mannelijke en vrouwelijke kant van de Eeuwige. De mens moet kiezen: voor of tegen Hem. Dat heeft God in Zijn Wijsheid besloten en in Zijn eeuwig Raadsbesluit bepaald.

Dat zag een eenvoudig mens als Hildegard. Zij zag weer de vierkante, ommuurde stad. Twee gestalten kondigen het eindoordeel over de wereld aan:

Daarna zag ik bij de noordhoek van de stad, naar het oosten toe, een gestalte wier gelaat en voeten met zo’n glans straalden, dat het mijn ogen verblindde. Zij droeg een gewaad van witte zijde, daar overheen een groene mantel, die rijk versierd was met allerlei soorten edelstenen. Aan haar oren droeg zij hangers, op haar borst een halsketting, aan haar armen had zij armbanden; allemaal van zuiver goud en versierd met edelstenen. In het midden van de noordstreek zag ik een andere gestalte, die rechtop stond.

Een wonderlijke verschijning. Bovenaan, waar het hoofd was, straalde zij met zulk een heerlijkheid, dat die glans mijn ogen verblindde. Middenin haar buikstreek zag men een mensenhoofd met grijze haren en baard. De voeten van de gestalte leken op leeuwenklauwen. De gestalte had zes vleugels. Twee ervan daalden omlaag vanaf haar schouders, bogen dan terug en kwamen vóór het stralende hoofd tezamen. Twee vleugels strekten zich vanaf de schouders tot aan de hals van het mensenhoofd. Twee vleugels vielen van de heupen der gestalte omlaag tot de voeten, soms verhieven zij zich alsof zij vliegen wilden.

Het lichaam van de gestalte was verder geheel bedekt met schubben als van een vis. De gestalte stond met de rug naar het noorden. Over het gehele westelijke gebied zag ik een schemerige nachtschaduw. Uit de noordelijke hoek kwam een zwartachtig mengsel van vuur en zwavel opzetten uit dichte duisternis. En dit krulde zich bijna tot het midden van de noordstreek.

Weer klonk de stem uit de hemel om Hildegard uitleg te geven. De eerste gestalte is Wijsheid. Haar groene, met edelstenen versierde, mantel duidt op de schoonheid van de schepping en op de mens, die namens God het geschapene beheert. De andere gestalte is de Almacht van God. Zijn gelaat kan geen mens zien vanwege de verblindende heerlijkheid van Zijn majesteit.

Het mensenhoofd met grijze haren en baard betekent het Raadsbesluit van God, de ‘Oude van Dagen’. Het is een mensenhoofd, want God heeft de mens naar Zijn ‘beeld en gelijkenis’ geschapen. De leeuwenklauwen betekenen, dat God al het mensenwerk als met leeuwenklauwen naar zich toe laat trekken door de Godszoon, om het te oordelen op de Jongste Dag.

De zes vleugels verwijzen naar de mensengeschiedenis. De bovenste twee betekenen de liefde tot God en de naastenliefde, in welke twee het grote Gebod bestaat. De beide middelste vleugels duiden op hetgeen in het Oude en Nieuwe Verbond door Gods almacht is bewerkstelligd. Het onderste vleugelpaar verzinnebeeldt het heden en de toekomstige tijd, waarvan de werkingen nog verborgen zijn.

De geschubde huid als van een vis duidt op de verborgen wegen van de Godszoon in de wereld. Zijn gang door de geschiedenis lijkt op het gaan van de vissen in het diepe water. Zoals een vis opeens aan de oppervlakte verschijnen kan, verscheen de Zoon van God onverhoeds midden in de nacht.

De duisternis in het westen, daar waar de wereld ondergaat, duidt op het naderende oordeel van God over het Kwaad. Een zee van vuur en zwavel wacht daar de verloren zielen. In het rijk der duisternis is er voor de veroordeelden geen hoop meer.

.

.

God bestuurt de wereldgeschiedenis door Wijsheid en Liefde

.

Hildegard begreep niet de achtergrond van die verbeten strijd tussen de Godszoon en de Zoon des Verderfs, waarin de mensen op zo’n vreselijke wijze betrokken zijn. Niemand begrijpt die. Geen mens mag weten, wat er vóór de schepping van hemel en aarde was en wat er na het einde van de geschiedenis zijn zal. Hildegard wilde graag meer weten. Menigmaal is zij teruggewezen door de stem uit het levende Licht.

Opeens zag zij, dat het Raadsbesluit zo diep verborgen is in het binnenste van Gods almacht, dat het voor haar en voor iedereen ontoegankelijk is. Maar naast de Almacht Gods zag Hildegard de Wijsheid staan. Zal dat haar getroost hebben?

Het staat er niet. Wijsheid was voor Hildegard het begin van al haar ‘zien’. Wijsheid heeft Liefde voortgebracht. Liefde verscheen aan het begin van Hildegards grote visioen van de ‘Goddelijke werken’. In het laatste visioenbeeld, over het einde van de wereldgeschiedenis, verschijnt Liefde weer, zij het in een andere gedaante.

.

.

ldo31

.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

.

voorpagina openbaring a4

.

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

.

JOHN ASTRIA

God heeft eigenschappen.

Standaard

categorie : religie

 

 

 

De Drievuldigheid van God en de mens

 

Pasteltekening van John astria

 

 

 

Eigenschappen van God

 

 

 De betekenis

 

“Waar wij aan denken wanneer we over God nadenken, is de belangrijkste eigenschap van onszelf,” schrijft A.W. Tozer in zijn klassieke boek over de eigenschappen van God, The Knowledge of the Holy(oftewel De kennis van God).

 

Tozer gaat verder:

“De geestelijke geschiedenis van de mens zal ongetwijfeld aantonen dat geen enkele godsdienst ooit groter is geweest dan zijn begrip van God. Aanbidding is rein of onrein, afhankelijk van de gedachten die de aanbidder over God heeft.”

 

In onze harten weten we dat het bovenstaande waar is. Het is niet voldoende om “God” te volgen. Dat woord kan tegenwoordig zo veel verschillende dingen betekenen dat het eigenlijk erg weinig betekenis meer heeft. Als we gewoon in ons eigen hoofd gaan bepalen hoe Hij is, dan doen we niets anders dan een afgod in onze gedachten scheppen.

 

 

 De basis

 

Jezus kwam om de God van de Bijbel te openbaren, en God heeft Zichzelf in Zijn boek geopenbaard. Elke afwij-king daarvan in ons begrip van Hem is een verzonnen God. Tozer beschrijft in ‘The Knowledge of the Holy’ 18 karakteristieken van God in de Bijbel. Deze worden hier herhaald (maar niet in dezelfde volgorde). Tozer’s defi-nities zullen, wanneer deze gebruikt worden, tussen aanhalingstekens worden geplaatst.

De Bijbel zegt dat we God moeten prijzen voor wie Hij is, vooral in gebed. Een groot gedeelte van de Psalmen legt zich hierop toe. De meeste mensen concentreren zich in hun lofprijzing te veel op een beperkt aantal aspec-ten, zoals Gods liefde, en gebruiken de rest van hun gebeden om dingen van Hem te vragen.

 

 

 

 De karakteristieken

 

Wijsheid: “Wijsheid is het vermogen om perfecte doelen te stellen en om deze doelen op de meest perfecte manier te bereiken”. Met andere woorden: God maakt geen fouten. Hij is de Vader die het echt het beste weet, zoals Paulus in Romeinen 11: 33  uitlegt: “O onpeilbare rijkdom van Gods wijsheid en kennis! Hoe ondoorgron-delijk zijn zijn beslissingen, hoe onnaspeurlijk zijn wegen!”

 

Oneindigheid: God kent geen grenzen. Hij is onmetelijk. Deze eigenschap heeft per definitie gevolgen voor alle andere eigenschappen van God. Omdat God oneindig is, moeten ook al Zijn andere eigenschappen oneindig zijn.

 

Oppermacht: Dit is “de eigenschap waarmee Hij over Zijn hele schepping heerst”. Het is de toepassing van Zijn andere eigenschappen van alwetendheid en almachtigheid. Deze eigenschap geeft Hem de absolute vrijheid om datgene te doen, waarvan Hij weet dat dit het beste is. God heeft de controle over alles wat er gebeurt. Maar de mens heeft nog steeds een vrije wil en is nog steeds verantwoordelijk voor de keuzes in zijn leven.

 

Heiligheid: Dit is de eigenschap die God onderscheidt van alle andere, geschapen wezens. Deze heeft betrekking op Zijn verhevenheid en Zijn perfecte morele reinheid. Er bestaat absoluut geen enkele zonde of boosaardige ge-dachte in God. Zijn heiligheid is de definitie van wat rein en rechtvaardig is, in het hele universum. Steeds als God zich ergens vertoont, zoals aan Mozes in de brandende doornstruik, dan wordt die plaats heilig omdat God er is geweest.

 

Drie-eenheid: Ook al wordt dit woord niet in de Bijbel gebruikt, toch is de waarheid in de Bijbel opgenomen dat God Zichzelf in drie Personen openbaart. De Vader, de Zoon en de Heilige Geest worden alle drie God genoemd, worden als God aanbeden, bestaan eeuwig en zijn betrokken bij zaken die alleen God kan doen. Maar, ook al openbaart God Zichzelf in drie Personen, toch is God Eén en kan Hij niet worden gesplitst. De drie Personen zijn er allen volledig bij betrokken wanneer Eén van de Drie actief is.

 

Alwetendheid: “God weet alles en heeft daarom geen behoefte aan nieuwe kennis. God heeft nooit iets geleerd en kan niet leren.” Alwetendheid betekent “alles wetend”. God weet alles en Zijn kennis is daarom oneindig. Het is onmogelijk om iets voor God verborgen te houden.

 

 

Trouw: Alles wat God heeft beloofd zal plaatsvinden. Zijn trouw garandeert dit. Hij liegt niet. Wat Hij in de Bijbel over Zichzelf heeft gezegd is waar. Jezus zei zelfs dat Hij de Waarheid is. Dit is extreem belangrijk voor volgeling-en van Jezus, omdat onze hoop op eeuwig leven juist op Zijn trouw berust. Hij zal Zijn belofte in ere houden: Zijn belofte dat onze zonden zullen worden vergeven en dat wij eeuwig met Hem zullen leven.

 

 

 

Vervolg van de studie

 

Liefde: Liefde is een zo belangrijk onderdeel van Gods karakter dat de apostel Johannes schreef: “God is liefde”. Dit betekent dat het welzijn van anderen Zijn grootste zorg is. Als je een volledige definitie van “liefde” wil ont-dekken, lees dan 1 Korintiërs 13. Als wij liefde in actie willen zien, dan kunnen we het leven van Jezus bestuderen. Zijn offergave aan het kruis voor de zonden van anderen is de hoogst mogelijke liefdesdaad. Gods liefde is geen liefde die uit emoties bestaat, maar een liefde die uit daden bestaat. Zijn liefde wordt vrijelijk aan Zijn geliefden gegeven; de mensen die er voor kiezen om Zijn zoon Jezus te volgen.

 

Almachtig: Dit woord betekent letterlijk al-machtig. Omdat God oneindig is en omdat Hij macht heeft, heeft Hij oneindige macht. Hij staat weliswaar toe dat Zijn schepselen een zekere macht bezitten, maar dit doet op geen enkele manier af aan Zijn eigen macht. “Hij verbruikt geen hoeveelheid energie die weer aangevuld zou moeten worden”. Wanneer de Bijbel ons vertelt dat God op de zevende dag rustte, dan is dit om ons een voorbeeld te geven van de rust die wij nodig hebben, niet omdat Hij Zelf moe was.

 

 

Onveroorzaakt: Toen Mozes vroeg wie in de brandende doornstruik met hem in gesprek was, zei God: “Ik ben diegene die er altijd is.” God heeft geen begin en geen einde. Hij bestaat gewoon. Niets anders in het hele uni-versum is onveroorzaakt. Als er iets zou bestaan dat God had geschapen, dan zou dat andere iets God zijn. Voor onze menselijke geesten is dit moeilijk te bevatten, omdat alle andere dingen in onze ervaringswereld uit iets an-ders dan zichzelf afkomstig zijn. De Bijbel zegt: “In het begin schiep God”. Hij was er al.

 

 

Zelfvoorzienend: De Bijbel zegt dat God in Zichzelf leven heeft (zie Johannes 5: 26). Al het andere leven in het universum is een geschenk van God. Hij heeft nergens behoefte aan en er is geen enkele manier waarop Hij zou kunnen verbeteren. Voor God is niets anders noodzakelijk. Hij heeft onze hulp nergens voor nodig, maar vanwege Zijn barmhartigheid en Zijn liefde laat Hij ons deel uitmaken van de ontvouwing van Zijn plan op aarde en staat Hij ons toe om een zegen voor anderen te zijn. Wij zijn degenen die veranderen: God verandert nooit. Hij is zelf-voorzienend.

 

 

Rechtvaardig: De Bijbel zegt dat God rechtvaardig is, maar Zijn karakter is juist wat ons vertelt wat rechtvaardig-heid werkelijk inhoudt. Hij schikt zich niet naar externe criteria. Rechtvaardigheid verschaft iedereen een morele gelijkheid. Wanneer slechte dingen worden gedaan, dan eist de gerechtigheid dat er een straf wordt uitgedeeld. Omdat God perfect is en nooit enig kwaad heeft begaan, zou er voor Hem nooit een straf nodig zijn; maar van-wege Zijn grote liefde heeft God de straf voor onze kwaadaardige daden op Zich genomen door Zelf naar het kruis te gaan. Er moet aan Zijn rechtvaardigheid voldaan worden: voor alle mensen die in Jezus willen geloven heeft Hij hier Zelf voor gezorgd.

 

 

Onveranderlijk: Dit betekent eenvoudigweg dat God nooit verandert. Daarom zegt de Bijbel: “Jezus Christus is dezelfde, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid.”

 

 

Barmhartig: “Barmhartigheid is de eigenschap van God die Hem actief genadig maakt”. Omdat door Jezus aan Gods gerechtigheid werd tegemoetgekomen, staat het Hem vrij om genadig te zijn voor alle mensen die ervoor kiezen Hem te volgen. Deze genade zal nooit ophouden omdat het een onderdeel van Gods aard is. Barmhartig-heid is de manier waarop Hij verlangt met de mensheid om te gaan. Hij zal dit daarom ook doen, tenzij een mens er zelf voor kiest om God te verachten of te negeren. Als dat het geval is, dan wordt Zijn gerechtigheid Zijn meest prominente eigenschap.

 

 

Eeuwig: Dit feit over God is in enkele opzichten eender aan Zijn zelfvoorzienigheid. God is er altijd al geweest en zal er ook altijd zijn, omdat Hij Zich in de eeuwigheid bevindt. De tijd is Zijn schepping. Daarom kan God het ein-de al vanaf het begin zien en daarom wordt Hij nooit door iets verrast. Als God niet eeuwig zou zijn, dan zou Zijn belofte van eeuwig leven voor de volgelingen van Jezus van weinig waarde zijn.

 

 

Goed: “De goedheid van God is wat Hem vriendelijk, schappelijk, welwillend en vol goedheid ten opzichte van de mens maakt”. Deze eigenschap van God verklaart waarom Hij Zijn volgelingen zegent zoals Hij doet. Gods daden definiëren wat goedheid is en we kunnen dit zonder moeite waarnemen in de manier waarop Jezus met de men-sen om Hem heen omging.

 

 

Genadig: God geeft graag grote geschenken aan de mensen die van Hem houden, zelfs als zij dat niet verdienen. Genadigheid is het woord waarmee we deze houding beschrijving. Jezus Christus is het kanaal waardoor Zijn ge-nadigheid zich beweegt. De Bijbel zegt: “Want is de wet gegeven door Mozes, de genade en de waarheid zijn gebracht door Jezus Christus.”

 

 

Alomtegenwoordig: Deze theologische term betekent: “altijd aanwezig”. Omdat God oneindig is kent Zijn wezen geen grenzen. Het is dus duidelijk dat Hij overal aanwezig is. Deze waarheid wordt ons door de Bijbel met de woorden “Ik ben met jullie” onderwezen, die in zowel het Oude als het Nieuwe Testament 22 keer worden her-haald. Dit waren zelfs Jezus’ geruststellende woorden juist nadat Hij Zijn discipelen de opdracht had gegeven om Zijn boodschap over de hele wereld te verspreiden. Dit is ongetwijfeld een geruststellende waarheid voor alle mensen die Jezus volgen.

 

 

 

Eigenschappen van God – De conclusie

 

Dit is de beschrijving van de God van de Bijbel. Alle andere ideeën over God zijn, volgens de Bijbel, afgoden. Zij komen voort uit het voorstellingsvermogen van de mens. Door over de eigenschappen van God te leren, kun je God prijzen voor wie Hij werkelijk is en voor de manier waarop al Zijn eigenschappen jouw leven op een positieve manier beïnvloeden.

 

 

De ware- en de Valse Drievuldigheid

 

Pasteltekening van John Astria

.

 

 

Bijbelteksten over de eigenschappen van god

 

eeuwig, oneindig, onsterfelijk, onveroorzaakt

 

 

Deuteronium 33: 27

 

Bij de eeuwige God ben je altijd veilig. Zijn eeuwige armen dragen je. Hij jaagt al je vijanden voor je weg en zegt: ‘Vernietig hen!’

 

 

 

Psalm 90: 2

 

2 Nog vóórdat de bergen ontstonden, nog vóórdat U de aarde had gemaakt, was U al God. Voor eeuwig bent U God.

 

 

 

1 Timoteüs 1: 17

 

17 Voor de Koning van alle eeuwen, de God die wij niet kunnen zien en die nooit sterft, de enige ware God, voor Hem is alle eer en alle macht en majesteit, voor eeuwig! Amen! Zo is het!

 

 

 

 

onveranderlijk, trouw

 

Maleachi 3: 6

 

 Let op, Ik, de Heer, verander niet. Daarom zijn jullie niet totaal vernietigd, volk van Jakob!

 

 

 

Numeri 23:19

 

19 God is niet zoals de mensen. Mensen liegen, maar God liegt nooit. Mensen veranderen van gedachten, maar God doet altijd wat Hij zegt. Hij houdt Zich altijd aan wat Hij heeft beloofd.

 

 

 

 

Psalm 102: 26 -27

 

26 U heeft in het begin de aarde neergezet. Ook de hemel is door U gemaakt.

 

 

 

 

wijsheid, onvergelijkbaar, perfect

 

2 Samuël 7:22

 

22 U bent geweldig, Heer! Uit alles wat we zelf hebben gehoord weten we zeker: niemand is als U. Er is geen an-dere God dan U.

 

 

 

Jesaja 40: 25

 

25 “Met wie willen jullie Mij vergelijken? Wie is als Ik?” zegt de Heilige God.

 

 

 

Matheüs 5: 48

 

48 Wees volmaakt, want jullie hemelse Vader is óók volmaakt.”

 

 

 

oppermachtig, ondoorgrondelijk, onopspeurbaar

 

Jesaja 40: 28

 

28 Weten jullie het dan niet? Hebben jullie het dan niet gehoord? De Heer is de Maker van de hele aarde. Hij is een eeuwige God. Hij wordt niet moe en raakt niet uitgeput. Hij is zóveel wijzer dan wij, dat wij Hem niet kunnen begrijpen.

 

 

 

Psalm 145: 3

 

3 U bent geweldig. U verdient het te worden geprezen. U bent zó machtig, het is niet te begrijpen.

 

 

 

Romeinen 11: 33 – 34

 

33 Wat zijn Gods wijsheid en kennis toch onbegrijpelijk groot! Wat is het moeilijk om zijn plannen te begrijpen en zijn daden uit te leggen!

 

 

 

rechtvaardig

 

Deuteronium 32: 4

 

4 Hij is de Rots waarop wij stevig staan. Alles wat Hij doet is volmaakt. Alles wat Hij doet is rechtvaardig. Hij is trouw en nooit onrechtvaardig. Hij doet altijd wat Hij heeft beloofd.

 

 

 

Psalm 18: 30

 

30 Met U durf ik een heel leger aan. Met U spring ik over een muur. 

 

 

 

 

God is één

 

Deuteronium 6: 4

 

4 Luister, Israël, de Heer is onze God. De Heer is Eén. 

 

 

 

Matheüs 28: 19

 

Ga nu op pad en maak alle volken tot leerlingen van Mij. Doop hen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. En leer hen om alles te doen wat Ik ook aan jullie heb geleerd.

 

 

 

Marcus 1: 9 – 11

 

9 In die tijd kwam ook Jezus uit Nazaret in Galilea naar Johannes toe. Hij liet Zich door hem dopen in de Jor-daan.10 Op het moment dat Hij uit het water opstond, zag Jezus de hemel opengaan. En de Geest daalde als een duif op Hem neer.11 En een stem zei uit de hemel: “Jij bent mijn Zoon. Ik houd heel veel van jou. Ik geniet van jou.”

 

 

 

alomtegenwoordig

 

Psalm 139: 7

 

7 Hoe zou ik kunnen vluchten voor uw Geest? Waar zou ik me voor U kunnen verbergen?

 

 

 

 

Jeremia 23: 23

 

23 Ben Ik alleen een God van dichtbij? zegt de Heer. Ben Ik niet ook een God van ver weg?

 

 

 

alwetend

 

Psalm 139: 1 – 5

 

1 Een lied van David. Voor de leider van het koor.  2 Heer, U kent mij door en door. U weet alles van mij, waar ik ook ben. U weet alles wat ik denk. 3 U bent dag en nacht bij mij, U weet alles wat ik doe. 4 U kent elk woord van mij, nog voordat ik het heb gezegd. 5 U bent aan alle kanten om mij heen en uw hand rust op mij.

 

 

 

Spreuken 5: 21

 

21 Niets is verborgen voor de ogen van de Heer. Hij beoordeelt alles wat je doet.

 

 

 

heilig, als een vuur

 

Jesaja 6: 3

 

3 En de engelen riepen tegen elkaar: “Heilig! Heilig! Heilig is de Heer van de hemelse legers! De aarde is vol van zijn schitterende macht en majesteit!”

 

 

 

Exodus 3: 2

 

2 Daar kwam de Engel van de Heer naar hem toe. De Engel stond midden in een braamstruik en zag er uit als een vuurvlam. Mozes zag dat de braamstruik wel in brand stond, maar niet verbrandde.

 

 

 

Hebreeëuwen 12: 29

 

29 Want onze God is als een vuur dat alles verbrandt.

 

 

 

barmhartig, genadig, liefde, goed

 

Exodus 34: 6

 

6 De Heer liep langs hem heen en riep:  “Ik ben de Heer! Ik ben vriendelijk en geduldig, liefdevol, vol medelijden en vol waarheid.

 

 

 

Psalm 31: 19

 

19 Leg al die leugenaars het zwijgen op. Trots en spottend beschuldigen ze onschuldige mensen. 

 

 

 

1 Petrus 1: 3

 

3 We zijn de God en Vader van onze Heer Jezus Christus heel erg dankbaar. Want omdat Hij zo goed en liefdevol is, heeft Hij nieuwe mensen van ons gemaakt: we zijn opnieuw geboren. Dat heeft Hij gedaan door Jezus Christus uit de dood terug te roepen en weer levend te maken. Daardoor kunnen we vol hoop zijn.

 

 

 

Johannes 3: 16

 

16 Want God houdt zoveel van de mensen, dat Hij zijn enige Zoon aan hen heeft gegeven. Iedereen die in Hem gelooft, zal niet verloren gaan, maar zal het eeuwige leven hebben.

 

 

 

Johannes 17: 3

 

3 Het eeuwige leven is dat de mensen U kennen, de enige echte God, en Jezus Christus die U heeft gestuurd.

 

 

 

almachtig  

 

Openbaring 19: 6

 

6 Toen hoorde ik een stem die leek op het geluid van een grote menigte, of van de zee, of van de donder. En die stem riep: “Prijs de Heer! Want de Almachtige Heer God is Koning!

 

 

 

Jeremia 32: 17

 

17 “Heer, U heeft door uw grote macht en kracht de hemel en de aarde gemaakt. Niets is te wonderlijk voor U.

 

 

 

Jeremia 32: 27

 

27 “Ik ben de Heer, de God van alle mensen. Zou voor Mij iets te wonderlijk zijn?

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

Johannes kreeg de Openbaring van Jezus Christus.

Standaard

categorie : religie

 

 

.

De Openbaring van Jezus Christus gegeven aan Johannes

 

 

 

Die IS

en

Die WAS

en

Die KOMEN ZAL

 

 

 

Good-vs-Evil

 

.

Waarom de Openbaring werd gegeven

.

Vers 1-2: ” Openbaring van Jezus Christus, die God Hem heeft gegeven om zijn dienstknechten te laten zien wat spoedig moet geschieden, en die Hij door Zijn engel gezonden en aan Zijn dienstknecht Johannes te kennen heeft gegeven. Deze heeft van het Woord van God getuigd en van het getuigenis van Jezus Christus, alles wat hij gezien heeft.”

 

Wij zien hier Jezus Christus genoemd als de Auteur van de Openbaring. Deze openbaring is door God gegeven “om zijn dienstknechten te tonen”.

Daarom is er ook geen excuus, geen verontschuldiging ten aanzien van enig verzuim onzerzijds, ons wordt hier van Godswege getoond ” de dingen, die haast geschieden moeten”.

Wanneer wij hierover in vers 1 lezen, dan merken wij op, dat dit betrekking heeft op de tijdbedeling, waarin wij thans leven, dus op die van de Gemeente. Het betreft in het bijzonder die gebeurtenissen, die in zo nauw en onverbrekelijk verband staan met:

· de tweede (zichtbare) komst van Jezus Christus in heerlijkheid (zie Openb. 1:7),

· met de volmaakte Gemeente,

· met de anti-christelijke heerschappij en de uiteindelijke vernietiging hiervan door Christus en de heiligen, en

· met de vestiging van het 1000-jarig Vrederijk van God, dat de gehele aarde zal bedekken.

 

.

Vers 3: ” zalig is hij die leest en zijn zij die horen de woorden van de profetie, en die in acht nemen wat daarin geschreven staat, want de tijd is nabij.”

.

Wanneer wij vers 3 in nadere beschouwing nemen, dan ontdekken wij met welk een ernst de Heilige Geest de inhoud  van de Openbaring ons allen toevertrouwt. Hoezeer worden wij aangemoedigd om ” de woorden van deze profetie ” ijverig en nauwkeurig te onderzoeken “. Wij worden tevoren gewaarschuwd tegen de nalatigheid in het lezen en onderzoeken.

 Laten wij in dit opzicht eerlijkheid betrachten; de Gemeente heeft zich – helaas! – eeuwenlang schuldig gemaakt aan dit feit, en velen in onze dagen veronachtzamen nòg steeds de kostelijke inhoud van deze profetie. Voor dezulken blijft de Openbaring een gesloten Boek. De woorden van dit vers weerspreken absoluut elke tegenspraak en hiervan elke overweging, ieder argument, welke opkomende gedachte ook. Het is de duivel, die er op uit is om onze blik af te wenden van de toekomende gebeurtenissen, wel wetende, dat zoiets noodwendig leiden moet tot een algehele verslapping in de geestelijke toestand van de kinderen Gods.

Het is dan ook in het bijzonder met de toekomende tijd voor ogen,dat een ieder, die gelooft zoals de schrift zegt, doet wat er geschreven staat in 1 Johannes 3: 3: ” en ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich zoals hij rein is.” Immers, is Hij de hoop van hun ziel. Maar dan is ook het tegendeel waar: wie deze hoop uit het oog verliest, vergeet zichzelf te reinigen. En, daar is geen andere reiniging dan die in en door het badwater van het woord. ( zie Efeze 5 : 26 ).

De Openbaring is het enige Boek in de Bijbel, dat een bijzondere zegen bevat voor de gehoorzame hoorder en lezer. Deze zegen, die wij hier in dit vers, dus in het begin van de Openbaring lezen, vinden wij eveneens uitgesproken aan het slot; en ook dáár bevestigen deze woorden in allen dele ons opnieuw de belangrijkheid en de heerlijkheid  van alle profetische waarheden : ” en zie, ik kom spoedig. Zalig is hij die de profetie van dit boek in acht neemt.” ( Openbaring 22 : 7 ).

Het spreekt vanzelf, dat waar de Here Jezus Christus zulke woorden tot ons richt, en verder ook nog heeft bevolen: ” verzegel de woorden van de profetie van dit boek niet, want de tijd is nabij” (Openbaring :22 : 10 ), dat de inhoud van dit Boek door ons moet kunnen worden verstaan.  Daar is overvloedige genade om de profetische woorden van dit Boek te horen, te lezen, en ook te verstaan en te bewaren – halleluja! – echter niet met het alledaags, menselijk verstand, en niet in eigen kracht; maar in de kracht van de Heilige Geest, van Wie Jezus zei, dat “Hij (d.i. Gods Heilige Geest) Zijn discipelen in alle waarheid zou leiden en hun de toekomende dingen verkondigen zou” (zie Joh. 16:13). Laat ons daarom bidden om ook te ontvangen; laat ons zoeken om te vinden, laat ons volhardend kloppen om te worden opengedaan!

“Het profetische Woord is als een lamp die schijnt in een duistere plaats” (zie 2 Petr. 1:19 ). En deze lamp is hard nodig, want de tijd is nabij. Met andere woorden : het beslissende ogenblik nadert metv rasse schreden, al heeft ook onze trouwe God eeuwen lang de ‘vaten van zijn toorn’ ( zie Rom. 9:22 ), die tot het verderf zijn toebereid, met  barmhartigheid en schier onuitputtelijk geduld verdragen.

“De tijd is nabij…” géén nieuwe, géén andere Openbaring zal er meer gegeven worden. Laten wij ervan verzekerd zijn: God heeft ten aanzien van Zijn verlossingsplan Zijn laatste woord gesproken, en de tijd van de volvoering ervan is dicht nabij. “Want: nog een hele korte tijd en Hij die komt, zal komen en niet uitblijven” ( Hebr. 10:37 ).

Glorie voor God!

Dit derde vers ( van Openbaring 1 ) stelt daarenboven voor altijd vast dat de gehele Openbaring één profetie is.

.

voorpagina openbaring a4

 

 

.

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

 

 

Gods beloften in de Bijbel : deel 2

Standaard

categorie : religie

 

 

De beloften van God

 

 

Welke zijn voor mij?

 

Zijn er manieren om erachter te komen welke beloften van God voor ons vandaag gelden? Er staan honderden beloften in de Bijbel. Hoe kunnen we weten welke algemene beloften voor ons allemaal gelden, en welke specifieke beloften voor een specifiek persoon zijn?

 

1 Johannes 1:9 is een geweldig voorbeeld van een algemene belofte: “Maar als we het aan God vertellen als we verkeerd hebben gedaan en Hem om vergeving vragen, dan vergeeft Hij ons. Dan wast Hij ons weer schoon van elke ongehoorzaamheid, zoals Hij heeft beloofd.”

 

Deze belofte is een algemene belofte aan alle gelovigen. Een voorbeeld van een meer specifieke belofte staat in 1 Koningen 9:5, waar wordt geschreven aan Koning Salomo: “… dan zal Ik ervoor zorgen dat altijd één van jouw zonen koning van Israël zal zijn.”Door de context te bestuderen is het duidelijk dat de belofte gedaan wordt aan koning Salomo.

 

 

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

Richtlijnen om te onthouden:

 

    • – Bestudeer de context.

 

    • – Is het een voorwaardelijke belofte? Kijk of het woord ‘als’ in de context staat.

 

    • – God geeft ons beloften om ons te helpen ons te onderwerpen aan Zijn wil; niet om Zichzelf te buigen naar onze wil.

 

             – Ga er niet van uit dat je kunt weten wanneer de belofte vervuld zal worden.

 

    .

Welke zijn er zoal?

 

Hieronder staan enkele beloften die te maken hebben met het dagelijkse leven van een christen:

 

Matteüs 11:28-29 – “Kom naar Mij als je moe bent. Kom naar Mij als je gebogen gaat onder het gewicht van je problemen! Ik zal je rust geven. Doe wat Ik je zeg. Leer van Mij. Want Ik ben vriendelijk en geduldig en bescheiden. Daarom zul je bij Mij innerlijke rust vinden.”

 

 

Filippenzen 4:19 – “Mijn God zal jullie in alles overvloedig geven wat jullie nodig hebben. Want Hij geeft overvloedig omdat Hij Zelf overvloedig bezit. Hij geeft ons in Jezus Christus van zijn rijkdom.”

 

 

Romeinen 10:9 – “Want als je met je mond hardop zegt dat Jezus de Heer is, en met je hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft teruggeroepen en levend heeft gemaakt, ben je gered.”

 

 

Romeinen 6:23 – “Het kwaad brengt altijd de dood: het is je loon voor wat je hebt gedaan. Maar de liefdevolle goedheid van God geeft een geschenk: het eeuwige leven, door onze Heer Jezus Christus.”

 

 

1 Korintiërs 10:13 – “Maar als je in de verleiding komt om iets verkeerds te doen, bedenk dan dit. Geen één verleiding is zó groot, dat je er niet tegenop zou kunnen. Want God laat je nooit in de steek. Hij zal niet toestaan dat je het zó moeilijk krijgt, dat je het niet meer aankan. Want Hij zal, als er verleidingen komen, ook voor de oplossing zorgen. Daardoor zul je sterk genoeg zijn om de juiste beslissingen te nemen.”

 

 

Johannes 10:10 – “Maar een dief komt alleen maar om te stelen en te doden en te vernietigen. Ik ben gekomen om leven te geven en overvloed.”

 

 

1 Johannes 1:9 – “Maar als we het aan God vertellen als we verkeerd hebben gedaan en Hem om vergeving vragen, dan vergeeft Hij ons. Dan wast Hij ons weer schoon van elke ongehoorzaamheid, zoals Hij heeft beloofd.”

 

 

 

 

 

Waarom zijn ze belangrijk?

 

De beloften van God zijn een gesproken of geschreven toezegging. Als God zegt dat Hij iets zal doen, dan doet Hij het ook. Als God zegt dat Hij iets niet zal doen, dan houdt Hij zich ook daar aan. Jozua 21:45 zegt: “Alles wat de Heer aan het volk Israël had beloofd, heeft Hij ook gedaan. Er is niets wat Hij niet gedaan heeft.”

 

 

God doet twee soorten beloften

 

De onvoorwaardelijke beloften – Dit zijn beloften die gedaan worden zonder enige voorwaarde.

De voorwaardelijke beloften – Deze soort beloften houden bepaalde kwalificaties of vereisten in. Daarom is het belangrijk om de context van een belofte te begrijpen. Het is niet verstandig om er zomaar een belofte uit te pikken en die ons toe te eigenen. Misschien was dat juist een voorwaardelijke belofte en kunnen we niet aan de eisen voldoen.

 

 

 

 

 

2 Gods beloften om te voorzien in noden, behoeften en zorgen 

 

 

Gen.22:14 En Abraham noemde die plaats: De Here zal erin voorzien (Jehovah-Jireh); waarom nog heden gezegd wordt: Op de berg des Heren zal erin voorzien worden.

 

 

Deut.2:7 Want de Here, uw God, heeft u gezegend in al het werk uwer handen; Hij heeft uw tocht door deze grote woestijn gekend; deze veertig jaar was de Here, uw God, met u, gij hebt aan niets gebrek gehad.

 

 

Neh.9:20 En Gij hebt hun uw goede Geest gegeven, om hen te onderrichten, en uw manna hebt Gij aan hun mond niet onthouden, en Gij hebt hun water gegeven voor hun dorst. 21 Ja, veertig jaar hebt Gij hen in de woestijn onderhouden, zij hebben geen gebrek gehad, hun klederen zijn niet versleten en hun voeten niet gezwollen.

 

 

Ps.23:1 De Here is mijn herder, mij ontbreekt niets;

 

 

Ps.34: 8 De Engel des Heren legert Zich rondom wie Hem vrezen, en redt hen. 9 Smaakt en ziet, dat de Here goed is; welzalig de man die bij Hem schuilt. 10 Vreest de Here, gij, zijn heiligen, want wie Hem vrezen, hebben geen gebrek. 11 Jonge leeuwen lijden ontbering en honger, maar wie de Here zoeken, hebben geen gebrek aan enig goed.

 

 

Ps.37:25 Jong ben ik geweest, ook ben ik oud geworden, maar – een rechtvaardige heb ik niet verlaten gezien, noch zijn nageslacht zoekende brood;

 

 

Ps.55:23 Werp uw bekommernis op de Here, Hij zal voor u zorgen; Hij zal nimmermeer toelaten, dat de rechtvaardige wankelt.

 

 

Ps.81:11 …doe uw mond wijd open en Ik zal hem vullen.

 

 

Ps.84:11 het goede onthoudt Hij niet aan hen die onberispelijk wandelen.

 

 

Ps.127:2 Het is voor u tevergeefs, dat gij vroeg opstaat, laat opblijft, brood der smarten eet. Hij geeft het immers zijn beminden in de slaap.

 

 

Matt 6:32 Want naar al deze dingen gaat het zoeken der heidenen uit. Want uw hemelse Vader weet, dat gij dit alles behoeft. 33 Maar zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden.

 

 

Matt.7:11 Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader in de hemelen het goede geven aan hen, die Hem daarom bidden.

 

 

Luc.6:38 Geeft en u zal gegeven worden: een goede, gedrukte, geschudde, overlopende maat zal men in uw schoot geven. Want met de maat, waarmede gij meet, zal u weder gemeten worden.

 

 

Fil.4:19 Mijn God zal in al uw behoeften naar zijn rijkdom heerlijk voorzien, in Christus Jezus.

 

 

2 Kor.9:6 Bedenkt dit: wie karig zaait, zal ook karig oogsten, en wie mildelijk zaait, zal ook mildelijk oogsten. 7 En ieder doe, naardat hij zich in zijn hart heeft voorgenomen, niet met tegenzin of gedwongen, want God heeft de blijmoedige gever lief. 8 En God is bij machte alle genade in u overvloedig te schenken, opdat gij, in alle opzichten te allen tijde van alles genoegzaam voorzien, in alle goed werk overvloedig moogt zijn.

 

 

Hebr.4:16 Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd.

 

 

1 Petr.5:7 Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget