Tagarchief: oordeel

Dienaren van God en UFO’s

Standaard

categorie : religie

 

 

 

Inleiding

 

De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor bovennatuurlijke zaken. Men is op zoek naar vragen over de oorsprong van het leven, over het doel van het leven, maar heeft daarbij van te voren afgerekend met het geloof in de God van de Bijbel. Toch zal er iets moeten zijn, volgens de moderne religieuze mens. Films, muziek en boeken over buitenaards leven en over engelen en demonen doen het goed. Loop maar eens een willekeurige boekhandel binnen. Zo is men zeer geïnteresseerd in het onderzoek naar UFO’s, wat de officiële afkorting is van ‘Unidentified Flying Object’, oftewel ‘Ongeïdentificeerd vliegend voorwerp’. De laatste tijd neemt de aandacht daarvoor ook op TV steeds meer toe.

 

 

Demon-Face-HD

.

 

Uit de tv programma’s bleek echter dat het niet bij vliegende objecten bleef. Het is bij verschillende mensen tot contact met ‘buitenaardse wezens’ gekomen. De wezens werden duidelijk herkend en zijn in de programma’s ook beschreven. Er zijn zelfs operaties door hen uitgevoerd, waarbij bleek dat de wezens op zoek waren naar genetisch  materiaal. Verschillende personen hielden hier dezelfde soort littekens aan over. Er was een vrouw die in verwachting was  na een bezoek van ruimtewezens, maar haar kind verdween uit haar lichaam. Bij een later bezoek kreeg zij haar foetus in de ruimte te zien.

Wat moeten wij met deze verhalezn.  Kunnen we er op grond van de Bijbel iets mee? Deze laatste vraag zullen we vast bevestigend beantwoorden. Deze wezens hebben niets gemeen met de Heere God en Zijn Woord! De Bijbel waarschuwt er juist tegen. Het zijn namelijk gevallen engelen, boze machten en krachten, die zich momenteel proberen te openbaren aan de mensheid. Daarom is het goed om eens een Bijbelstudie te wijden aan het onderwerp ‘engelen’. In dit artikel zullen we dan ook de Bijbel naslaan op teksten die gaan over het bestaan van engelen, de taken van engelen, het aantal engelen, de val van engelen,  de superioriteit van engelen boven mensen, èn in sommige gevallen de superioriteit van mensen boven engelen. Dit laatste in verband met de redding van de mens.

 

 

 

Wat zijn dat ‘engelen’?

.

De Bijbel gaat er heel gewoon vanuit dat engelen bestaan. Het woord ‘engel’ komt voor het eerst voor in Genesis 16:7. In de Psalmen staat : “Hij maakt Zijn engelen geesten” (Psalm 104 : 4).

Hebr. 1 : 14 zegt :  “Zijn zij (= de engelen van vers 13) niet allen gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden worden, om degenen, die de zaligheid beërven zullen?”. Engelen zijn dienende geesten!

 

.

Wanneer men alleen de grondtekst gebruikt om de betekenis van “engel” te achterhalen, dan zegt men dat een engel een “bode” of “boodschapper” is. Maar engelen zijn veel meer.

 

.

De Bijbelse definitie is “gedienstige geesten” (Hebr. 1 : 14) en  dat is veel ruimer. Inderdaad zijn er engelen die boodschappen van God overbrengen. Denk aan de engel die de geboorte van Johannes de Doper en van de Heere Jezus Christus aankondigde (Lukas 1).

-In de hemel is hun taak om de Heere God te eren, te aanbidden en te dienen (Openb. 5 : 11 – 12, Openb. 8 : 3).

-Verder vinden we een engel die Filippus er toe leidde om de Ethiopische kamerling te ontmoeten (Hand. 8 : 26).

-We vinden engelen die ondersteunen en dienen :  toen de Heere Jezus Christus bloed zweette in de hof van Gethsémané en bad, verscheen Hem een engel en die diende Hem; een engel hielp Elia in 1 Koningen 19 : 1 – 8.

-We vinden engelen die overleden gelovigen naar de hemel brengen  enz.

 

.

We weten dat engelen geestelijke wezens zijn en worden dus niet gebonden door menselijke wetten.

.

 

-Engelen kunnen gesloten gevangenissen binnenkomen (Hand. 12 : 7), gevangenisdeuren openen (Hand. 5 : 19), en zij kunnen verschijnen in een vlam (Richt. 13 : 19 – 20).

-Engelen zijn klaarblijkelijk instaat om grote afstanden zeer snel af te leggen. Bijvoorbeeld in Daniël 10 : 12 – 13, waar de engel zich verontschuldigde dat hij 21 dagen later was door de worsteling met de overheden en machten in de hemelse gewesten.

-Engelen zijn wijzer dan mensen en zij zijn sterk. Eén engel doodde 185.000 Assyrische soldaten in één nacht (2 Kon. 19 : 35). Zo lezen we in 2 Samuël 24 : 15 – 16 dat één engel 70.000 Israëlieten sloeg die de zonde van David navolgden. Evenzo deed één engel de macht van Rome teniet, brak het zegel en rolde de steen van het graf van de Heere Jezus weg (Matth. 28 : 2 – 4).

-En op een dag zal een engel de duivel binden en hem voor duizend jaar gevangen zetten in de afgrond (Openb. 20 : 1 – 3).

Engelen zijn dus echt. Ze zijn er, en het zijn geestelijke wezens. Ze kunnen zichtbaar worden en menselijk voedsel tot zich nemen (Luk. 2 : 9; Gen. 32 : 1 – 2; Gen. 18 : 5). Engelen blijken ontelbaar te zijn. In Openbaring 5 : 11 lezen we: “En ik zag, en ik hoorde een stem van vele engelen rondom de troon, en de dieren en de ouderlingen; en hun getal was tien duizendmaal tien duizenden, en duizendmaal duizenden.” Er wordt gesproken over “de vele duizenden der engelen” (Hebr. 12 : 22). Nog een eigenschap van engelen is dat ze onsterfelijk zijn (Luk. 20 : 35 – 36).

 

 

Engelen: mannelijke verschijningen zonder vleugels

.

Elke engel, die in de Bijbel verschijnt, verschijnt als man. Dit wordt helaas in bijna geen enkel Christelijk boek over engelen gevonden. Bijna altijd wordt van engelen verteld dat het geslachtsloze wezens zijn. Maar dit is on-Bijbels! Engelen worden door de Heere in Zijn Woord ‘mannen’ genoemd. Ze zijn nooit geslachtsloos!  Wanneer u de bijbel bestudeert, zult u erachter komen dat er nergens in de Bijbel geslachtsloze engelen voorkomen.

Evenzogoed komt er nergens in de Bijbel een engel voor, die vleugels heeft. De engelen worden niet voor niets herkend als mannen.  De Heere Zelf  wordt ook wel de Engel des Heeren genoemd wordt.

Hoe komt men er dan bij om te zeggen dat engelen geslachtsloos zijn? Dat kan maar op één  Bijbeltekst gebaseerd zijn, maar deze tekst wordt dan wel verkeerd uitgelegd. Het gaat om Matthéüs 22 : 30, waar staat: “Want in de opstanding nemen zij niet ten huwelijk, noch worden ten huwelijk uitgegeven; maar zij zijn als engelen Gods in de hemel” (zie ook Mark. 12 : 25 en Luk. 20 : 35, 36). Dat er niet gehuwd wordt in de hemel, dat er dus geen voortplanting plaatsvindt in de hemel, wil niet zeggen dat deze geestelijke wezens geslachtsloos zijn. De Bijbel Zelf heeft het tegendeel bewezen. Ook de Heere Zelf is namelijk niet geslachtsloos. Hij is de Vader in de hemel, Die Zich geopenbaard heeft in Zijn Zoon Jezus Christus: allemaal mannelijk!

Nog even aandacht voor het feit dat engelen geen vleugels hebben. Hoe kan het dan dat de wezens op de ark van het verbond wel vleugels hadden, en dat de profeet Ezechiël in zijn gezichten ook wezens met vleugels zag? De Bijbel Zelf geeft het antwoord: dit waren geen engelen, maar Cherubs (zie Ex. 25 : 18 – 20, Ezech. 9 : 3 en Ezech. 10 : 1 – 22)! Vandaar dat gevallen engelen geen vleugels hebben, maar de duivel zelf, de satan, wel, want hij was volgens Ezechiël 28 : 13 – 19 de overdekkende cherub, een troonbekleder van God! Een waarschuwing is hier wel op zijn plaats, want deze gevallen cherub kan zich voordoen als ‘een engel des lichts’ (2 Kor. 11 : 14). De Bijbel geeft duidelijk uitleg: Engelen hebben geen vleugels; de Engel des Heeren, de Heere Zelf, heeft geen vleugels.

 

 

 

Gevallen engelen en UFO’s

 

 

demon

 

De tegenwoordige verblijfplaats van de engelen is in de hemel, of in de hemelse gewesten indien het gevallen engelen betreft. Een groot deel van deze engelen zal in de toekomst nog vallen in overeenstemming met Openbaring hoofdstuk 12. Indien u dat hoofdstuk leest, zult u opmerken dat de aandacht die tegenwoordig in boeken en tv-series gegeven wordt aan engelen en UFO’s, alleen maar een voorbereiding van de mensen is op toekomstige gebeurtenissen. Zij bereiden mensen voor om in de nabije toekomst een positieve kijk te hebben op gevallen engelen, wanneer zij naar de aarde zullen komen. De mensheid, die niet in de Bijbel als Gods Woord gelooft, zal deze gevallen engelen (verschijningen) dan accepteren als buitenaards leven!

De satan zal dit zeker gebruiken, en gezien de huidige aandacht voor UFO’s, bovennatuurlijke verschijningen, en buitenaards leven op bijvoorbeeld de planeet Mars, hoeft de duivel de mens alleen maar wijs te maken dat het hier niet gaat om gevallen engelen, maar om een mens of een hoog ontwikkeld wezen vanuit de ruimte. En wie gelooft er tegenwoordig nog in het bestaan van gevallen engelen, die zich als mannelijke wezens op aarde kunnen settelen? Zelfs de meeste Christenen niet. Maar weet u, dat dit in de geschiedenis al eerder gebeurd is? Dit staat vermeld in Genesis 6.

 

.

 

Gevallen engelen in het verleden al op aarde aanwezig

.

Er waren engelen die niet voldeden.  2 Petr. 2 : 4 spreekt over gevallen engelen als “engelen, die gezondigd hebben”. Dit heeft direct te maken met hetgeen we vinden in Genesis 6. De gevallen engelen rebelleerden toen satan gelijk probeerde te worden aan God (Jes. 14 : 12 – 15, Ezech. 28 : 11 – 19).

Het was de zonde van trots en ongehoorzaamheid, het was de zonde van vermenging met vrouwen op aarde (Gen. 6 : 4). Uit deze vermenging kwam een zondig geslacht van reuzen voort (Gen. 6 : 5), een nieuw geslacht, dat zich kon voortplanten, maar wat ontstaan was uit twee gevallen geslachten: Een gevallen mensen-geslacht en een gevallen engelen-ras.

Genesis 6. Gen. 6 : 2 zegt : “Dat Gods zonen de dochters der mensen aanzagen, dat zij schoon waren, en zij namen zich vrouwen uit allen, die zij verkoren hadden.” Uit die huwelijken kwamen: “reuzen, deze zijn de geweldigen, die van ouds geweest zijn, mannen van naam.” (Gen 6 : 4).

.

 

geants24

 

Wat zijn Gods zonen? Gods zonen blijken in het Oude Testament engelen te zijn!  In het Oude Testament, na de zondeval, bestond er nog geen wedergeboorte, mensen konden daarom nog niet IN CHRISTUS gedoopt worden door de Heilige Geest (= wedergeboorte, 1 Kor. 12 : 13, 2 Kor. 5 : 17). Deze mensen konden daardoor dus ook géén kinderen, of zonen Gods worden! Dat is aan de Gemeente van Jezus Christus voorbehouden. ‘Zonen Gods’ kan hier dus geen betrekking hebben op mensen.

Gods zonen staan hier voor engelen, ook zij zijn door God geschapen!   In Genesis 6 hebben we te maken met engelen die niet meer bij God zijn, het zijn gevallen engelen. Judas 6 zegt dan nog over de gevallen engelen: “En de engelen, die hun beginsel niet bewaard hebben, maar hun eigen woonstede verlaten hebben, heeft Hij tot het oordeel van de grote dag met eeuwige banden onder de duisternis bewaard.” Deze engelen verschenen op aarde en hadden contact met de dochters der mensen (Gen 6 : 2). Daarvoor hebben zijn hun eigen woonstede (hun geestelijke lichaam) verruild voor een aards lichaam. Zij verschenen als mannen, en vermengden zich met de dochters der mensen.

En daaruit voort kwamen reuzen, een extreem goddeloos geslacht (Gen. 6 : 4 en 5). U begrijpt nu dat bijvoorbeeld de Griekse mythologie van goden en half-goden niet op totale verzinsels berust (Zeus, Olympus e.d.). Echter dat wat de mens als goden is gaan verheerlijken (mythologie), was een vermenging van mensen met onderdanen van de duivel. Vandaar de reuzen, vandaar de extreme goddeloosheid en boosheid in die dagen. En God moest oordelen en stuurde de zondvloed.

De dagen van Noach werden dus gekenmerkt door contact met het bovennatuurlijke! Door contact met de geestelijke wereld die zich op aarde manifesteerde! Vandaar dat de eindtijd ook wel omschreven wordt als “gelijk de dagen van Noach waren” (Matth. 24 : 37). Hetzelfde komen we nu namelijk weer tegen!

 

.

 

Mensen staan open voor magie en het bovennatuurlijke

 

 

Provincie_Antwerpen_Validatoren_DuivelAlleen

.

Heel populair zijn de boeken over Harry Potter. Bij de verkoop moet je er tegenwoordig op intekenen. De boeken zijn bij wijze van spreken niet aan te slepen. En in het nieuws is er ruim aandacht voor. De mensen gaan er ruim van te voren al voor uit hun dak! En dan te bedenken dat Harry Potter puur occult is. De dingen die in de boeken beschreven staan komen regelrecht uit het satanisme. Ja, Harry Potter draagt zelfs een merkteken op zijn voorhoofd (Openb. 13 : 16 – 18). Hoe meer magie, hoe beter! We hebben ook al The Lord of the Rings! Er zijn zelfs ‘Christelijke’ uitgevers en organisaties die Bijbelstudies uitgeven gebaseerd op vergelijkingen tussen The Lord of the Rings en de Bijbel. Er worden kerkdiensten gebaseerd op de film en de boeken. En dat terwijl de Bijbel waarschuwt tegen alles wat met toverij te maken heeft (Deut. 18 : 10 – 12a; Hand. 19 : 17 – 20)!

We zien in Openbaring 12 : 9 dat in de Grote Verdrukking inderdaad weer gevallen engelen op aarde geworpen worden: “En de grote draak is geworpen, namelijk de oude slang, welke genaamd wordt duivel en satanas, die de gehele wereld verleidt, hij is, zeg ik, geworpen op de aarde; en zijn engelen zijn met hem geworpen.” Dat is wat nog moet gebeuren in de Grote Verdrukking, en de mensen worden nota bene door onder andere zogenaamde Christelijke instellingen voorbereid om contact te hebben met GEVALLEN ENGELEN!

 

 

 

Engelen en oordeel

.

Engelen zijn evenals onze eerste ouders, Adam en Eva, perfect geschapen. Engelen als geestelijke wezens, onze eerste ouders echter als vleselijke wezens. Wij mensen zijn dan ook ‘een weinig minder gemaakt’ dan de engelen (Ps. 8 : 6, Hebr. 2 : 7). Engelen waren dan ook in de directe nabijheid van God. Echter, in sommige gevallen staat de mens boven de engelen.

De Bijbel spreekt over “de duivel en zijn engelen” (Matth. 25 : 41). Als een gevolg van de val van die engelen, wacht die engelen van de duivel het oordeel. Judas 6 zegt: “En de engelen, die hun beginsel niet bewaard hebben, maar hun eigen woonstede verlaten hebben, heeft Hij tot het oordeel van de grote dag met eeuwige banden onder de duisternis bewaard.”

De gevallen engelen zullen evenals de ongelovige mensen na de tweede opstanding in de poel des vuurs geworpen worden (Openb. 20 : 15, Matth. 25 : 41).  Er komt een dag dat mensen engelen zullen oordelen. In 1 Korinthe 6 : 3 zegt Paulus (over geredde mensen in deze bedeling, die op een dag gelijkvormig zullen zijn aan de Engel des Heeren, de Heere Jezus Christus):  “Weet gij niet, dat wij de engelen oordelen zullen?” Dit is ongetwijfeld een verwijzing naar het oordeel over de gevallen engelen, waar Judas 6 over spreekt, en dat deel dat volgens Openbaring 12 nog moet vallen gedurende de Grote Verdrukking.

Ondanks dat we in zonde vielen, zal God ons op een dag in Christus boven de engelen verheffen. Wij zullen dan verloste wezens zijn, door Zijn bloed gekocht, die gelijkvormig zijn aan het beeld van Zijn Zoon, de Heere Jezus Christus. We zullen niet in staat zijn om opnieuw te vallen, en daardoor zullen wij over gevallen engelen oordelen, over geestelijke wezens die zich tegen God keerden. “Weet gij niet, dat wij de engelen oordelen zullen?” Dit oordeel wordt in Openbaring 20 genoemd.

 

.

 

Engelen en het verlossingswerk van Jezus Christus voor de mens

.

Toen de engelen zondigden, voorzag de Heere hen niet van een Verlosser. Waarom niet? Omdat deze engelen geen ‘vlees en bloed’ waren, zij leefden reeds als geestelijke wezens in aanschouwen bij God in de hemel. Door dat de gevallen engelen zich met de mensen vermengden, zelf een lichaam van vlees en bloed aannamen, probeerden zij de redding voor de mensheid onmogelijk te maken.

Wanneer de mensheid met gevallen engelen vermengd zou zijn, zou Jezus Christus niet kunnen komen om Zijn leven voor de gevallen mens te geven.  Noach en zijn gezin werden gered, en de rest van de (vermengde) mensheid werd door God vernietigd door de zondvloed: Alles wat zich vermengd had met de gevallen engelen, werd door God vernietigd.

Toen Christus als Redder naar deze aarde kwam, kwam Hij als Verlosser, in de gedaante van een mens (Filip. 2 : 8), met bloed in Hem, om Zijn bloed te vergieten voor mensen van vlees en bloed, wiens leven was in hun bloed (Lev. 17 : 11, Hand 20 : 28), en wiens bloed fout, verkeerd, was, waardoor zij stierven. Engelen zullen dus nooit de vreugde kennen van de volbrachte verlossing in het bloed van Jezus Christus, want een engel is geen wezen, dat door bloed gekocht is.

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

 

Contradicties in de bijbel : deel 7

Standaard

categorie : religie

 

 

bible_480

.

.

.

 Matteüs 28:1 vs. Marcus 16:1 & Lucas 24:1 vs. Johannes 19:39

 

 

Matteüs 28:1
1 Laat na de sabbat, tegen het aanbreken van de eerste dag der week, ging Maria van Magdala en de andere Maria het graf bezien.

 

Marcus 16:1
1 En toen de sabbat voorbij was, kochten Maria van Magdala en Maria, (de moeder) van Jakobus, en Salome specerijen om Hem te gaan zalven.

 

Lucas 24:1
1 Maar op de eerste dag van de week gingen ze bij het ochtendgloren naar het graf met de geurige olie die ze bereid hadden.

 

Johannes 19:39
39 En ook kwam Nikodemus, die de eerste maal des nachts tot Hem gekomen was, en hij bracht een mengsel mede van mirre en aloë, ongeveer honderd pond.

 

Waarom gingen de vrouwen naar het graf? Volgens Matteüs gingen ze om het graf te bekijken. Volgens Markus en Lucas hadden ze het graf al gezien (Markus 15:47 en Lucas 23:55) en gingen ze naar het graf om Jezus’ lichaam te balsemen. Volgens Johannes was het lichaam al gebalsemd door Nikodemus.

Uiteraard is hier weer geen sprake van een tegenstrijdigheid. Stel dat je het graf van een overleden familielid bezoekt en bloemen meeneemt. Je zou kunnen zeggen dat je naar het kerkhof gaat om het graf te zien (wat natuurlijk niet in strijd is met dat je het graf al vaker gezien hebt; misschien kom je zelfs wel jaarlijks langs). Maar je zou ook kunnen zeggen dat je komt om bloemen te brengen. Het één sluit het ander niet uit.

Dat ze zijn lichaam wilden balsemen is niet in tegenspraak met het gegeven dat Jozef dit reeds gedaan had. Misschien had Jozef het haastig gedaan, omdat het bijna sabbat was. Of misschien wilden ze het gewoon nog een keer doen om dezelfde reden als dat wij meer dan eens bloemen komen brengen.

Kochten ze kruiden (naar Marcus), of bereidden ze die zelf (naar Lucas)? Opnieuw is hier geen contradictie. Afgelopen week kocht ik eten en bereidde ik het. Of ik kocht een gedeelte (bijvoorbeeld het dessert) en bereidde een ander gedeelte (bijvoorbeeld het hoofdgerecht) met spullen die ik reeds in huis had.

 

 

 

Matteüs 28:2 vs. Markus 16:5 vs. Lucas 24:4 vs. Johannes 20:12

 

 

Matteüs 28:2
2 En zie, er kwam een grote aardbeving, want een engel des Heren daalde uit de hemel neder en kwam nader, en hij wentelde de steen weg en zette zich daarop.

 

Markus 16:5
5 En toen zij in het graf gegaan waren, zagen zij een jongeling zitten aan de rechterzijde, bekleed met een wit gewaad, en ontsteltenis beving haar.

 

Lucas 24:4
4 En het geschiedde, terwijl zij daarover in verlegenheid waren, dat, zie, twee mannen in een blinkend gewaad bij haar stonden.

 

Johannes 20:12
12 en zij zag twee engelen zitten, in witte klederen, een aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde, waar het lichaam van Jezus gelegen had.

 

 

 

 

 

Hoeveel engelen waren er, en waar zat(en) deze?

 

Dit is een kwestie van onvolledige rapportage, maar geen onjuiste rapportage. Matteüs vermeldt als enige de engel die buiten het graf op de steen zat, en laat de gebeurtenissen in het graf onbesproken. In zijn bespreking van wat er in het graf gebeurde, vermeldt Marcus slechts één van de twee engelen, namelijk degene die het woord voerde. Dat is geen enkel probleem; het is niet onjuist om niet uitputtend alle details te bespreken.

(Even een zijstraatje in: spreekt Markus de andere Evangeliën niet tegen door het over een ‘jongeman’ te hebben? Nee. Het woord ‘jongeman’ wordt wel vaker gebruikt om een engel mee aan te duiden. Dat het hier om een engel gaat is ook duidelijk vanwege het witte gewaad.)

Wat dan nog rest is de vraag of de engelen zaten (naar Johannes) of stonden (naar Lucas). Dat kan natuurlijk allebei waar zijn. Als er iemand binnenkomt die ik iets belangrijks te vertellen heb, is het goed mogelijk dat ik opsta. Geen contradictie.

 

 

 

Matteüs 28:8 & Lucas 24:9 & Johannes 20:18 vs. Markus 16:8

 

 

Matteüs 28:8
8 En zij gingen terstond weg van het graf, met vrees en grote blijdschap, en liepen haastig voort om het zijn discipelen te berichten.

 

Markus 16:8
8 En zij gingen naar buiten en vluchtten van het graf, want siddering en ontzetting hadden haar bevangen. En zij zeiden niemand iets, want zij waren bevreesd.

 

Lucas 24:9
9 en teruggekeerd van het graf, boodschapten zij dit alles aan de elven en aan al de anderen.

 

Johannes 20:18
18 Maria van Magdala ging heen en boodschapte de discipelen, dat zij de Here had gezien en dat Hij haar dit gezegd had.

 

Volgens Matteüs, Lucas en Johannes vertelden de vrouwen het aan de discipelen, maar volgens Marcus zwegen ze als het graf (oké, opzettelijke woordspeling). Maar deze discretie was natuurlijk slechts tijdelijk (ze moeten het uiteindelijk aan iemand verteld hebben, anders wisten we het nu niet). De uitspraak in Marcus zou kunnen betekenen dat ze onderweg naar de discipelen niemand iets vertelden.

(Een voetnoot in de NBV ’04 vermeldt overigens dat er enige variatie aan handschriften is na Markus 16 vers 8. Dit is wat in sommige handschriften tussen vers 8 en 9 te lezen is: “Alles wat hun opgedragen was, meldden zij in het kort aan de kring rond Petrus. Daarna stuurde Jezus zelf zijn leerlingen eropuit om van het oosten tot het westen de heilige en onvergankelijke boodschap van de eeuwige verlossing te verkondigen. Amen.”)

 

 

 

Matteüs 28:16 & Marcus 16:14 & Lucas 24:36 vs. Johannes 20:24 vs. 1 Korintiërs 15:5

 

 

Matteüs 28:16
16 En de elf discipelen vertrokken naar Galilea, naar de berg, waar Jezus hen bescheiden had.

 

Marcus 16:14
14 Daarna verscheen Hij aan de elven zelf, terwijl zij aanlagen, en Hij verweet hun hun ongeloof en hardheid van hart, omdat zij hen niet geloofden, die Hem aanschouwd hadden, nadat Hij opgewekt was.

 

Lucas 24:33
33 En zij stonden op en keerden terzelfder tijd terug naar Jeruzalem en zij vonden de elven en die bij hen waren, vergaderd.

 

Johannes 20:24
24 En Tomas, een der twaalven, genaamd Didymus, was niet met hen, toen Jezus daar kwam.

 

1 Korintiërs 15:5
5 en Hij is verschenen aan Kefas, daarna aan de twaalven.

 

Aan hoeveel discipelen verscheen Jezus? Waren het 11 discipelen (zoals in Matteüs, Markus en Lucas), 10 discipelen (zoals in Johannes: 12 minus Judas en Thomas) of 12 discipelen, zoals in de eerste brief aan de Korintiërs?

Het is niet onjuist om van ‘de elf’ of ‘de twaalf’ te spreken, ook al zijn er minder discipelen aanwezig. Deze termen worden hier gebruikt als titels van de groep discipelen van Jezus, niet als telwoorden. Op dezelfde wijze zouden wij kunnen zeggen dat ‘het Nederlands elftal’ afgelopen woensdag heeft gewonnen van Amerika, terwijl er in feite 17 spelers voor Nederland op het veld hebben gestaan.

 

 

 

 

 

 

Matteüs 28:18 vs. Markus 6:5

 

 

Matteüs 28:18
18 En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in de hemel en op [de] aarde.

 

Marcus 6:5
5 En Hij kon daar geen enkele kracht doen; alleen genas Hij enige zieken door handoplegging.

 

Het woordje dat in Markus 6:5 vertaald is met ‘kon’ is het Griekse woordje ‘dunamai’ (doo’-nam-ahee). Strongs Concordantie geeft de volgende betekenissen:

1) to be able, have power whether by virtue of one’s own ability and resources, or of a state of mind, or through favourable circumstances, or by permission of law or custom
2) to be able to do something
3) to be capable, strong and powerful

Het dikgedrukte gedeelte geeft aan dat het geen absolute onkunde hoeft te impliceren. Jezus kon, als Hij wilde, wel grote tekenen laten zien, maar het lag niet in zijn mandaat om dat te doen, omdat de mensen in die streek geen geloof hadden.

Overigens gaat de tekst in Markus over iets wat vóór Jezus’ kruisiging en opstanding gebeurde, terwijl de uitspraak in Matteüs gedaan werd ná de opstanding.

 

 

 

Markus 15:39 vs. Lucas 23:47

 

 

Markus 15:39
39 Toen de hoofdman, die tegenover Hem stond, zag, dat Hij zó de geest gegeven had, zeide hij: Waarlijk, deze mens was een Zoon Gods.

 

Lucas 23:47
47 Toen de hoofdman zag, wat er geschiedde, verheerlijkte hij God, zeggende: Inderdaad, deze mens was rechtvaardig!

 

Ja…? Waar is de contradictie? Iemand die verbaast is mompelt van alles en nog wat. De hoofdman heeft dit allebei gezegd.

 

 

 

Lucas 14:26 vs. 1 Johannes 3:15

 

 

Lucas 14:26
26 Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn.

 

1 Johannes 3:15
15 Een ieder, die zijn broeder haat, is een mensenmoorder en gij weet, dat geen mensenmoorder eeuwig leven blijvend in zich heeft.

 

Het enige wat dit demonstreert, is de scepticus’ neiging zonder nuances alles letterlijk en absoluut te nemen, om maar weer een tegenstrijdigheid aan te kunnen wijzen. Zelfs iemand die in een totale onwetendheid verkeert over de culturele context, zou moeten begrijpen dat Jezus niet letterlijk bedoelt je familie en jezelf te haten. Zelfs wij Westerlingen kennen het begrip ‘bij wijze van spreken.’

Maar een dergelijke absolute, zwart-wit (of houden van, of haten) manier om dingen te zeggen, is typisch voor het Oude Midden Oosten, waar extreem taalgebruik normaal was. Een ander voorbeeld:

Lucas 16:13
13 Geen slaaf kan twee heren dienen, want hij zal òf de ene haten en de andere liefhebben, òf zich aan de ene hechten en de andere minachten; gij kunt niet God dienen èn Mammon.

 

Het punt is dat de slaaf aan de ene heer meer is toegewijd dan aan de andere, maar het wordt weergegeven alsof er twee extremen zouden zijn.

Zo ook in Lucas 14:26: onze familie, of zelfs ons eigen vege lijf, moet ons niet meer waard zijn dan Jezus Christus, anders zullen we Hem niet optimaal kunnen dienen.

 

 

 

 

 

 

Marcus 16:12-13 vs. Lucas 24:34

 

 

Marcus 16:12-13
12 Daarna verscheen Hij in een andere gedaante aan twee van hen op de weg, terwijl zij zich naar het land begaven. 13 En ook die gingen heen om het aan de anderen te berichten. En ook die geloofden zij niet.

 

Lucas 24:33-34
33 En zij stonden op en keerden terzelfder tijd terug naar Jeruzalem en zij vonden de elven en die bij hen waren, vergaderd, 34 en dezen zeiden: De Here is waarlijk opgewekt en is aan Simon verschenen.

 

Het verhaal in Lucas 24:13-35 vader,handelingen gaat over de welbekende Emmaüsgangers. De veronderstelde contradictie is dat Marcus 16 over deze zelfde Emmaüsgangers spreekt, en dat de discipelen hen volgens Lucas wel geloven, maar volgens Marcus niet.

Maar het hoeft hier niet over dezelfde gebeurtenis te gaan. Er zijn overeenkomsten tussen de twee verhalen (ze waren met z’n tweeën buiten de stad aan het wandelen, en Jezus verscheen in een andere gedaante). Maar er zijn ook verschillen. Volgens Marcus 16:12 waren ze op weg naar ‘het land’ (niet naar Emmaüs); volgens de Naardense vertaling waren ze op weg naar ‘de akker’. En ze werden niet geloofd, terwijl de Emmaüsgangers wel werden geloofd.

Je kunt niet op basis van de overeenkomsten zeggen dat deze verhalen dezelfde gebeurtenis betreffen, en tegelijkertijd op grond van de verschillen concluderen dat de verhalen tegenstrijdig zijn.

Verder moet er nog opgemerkt worden dat het einde van Marcus 16 (vanaf vers 9) in veel documenten mist, en mogelijkerwijs geen onderdeel uitmaakte van het oorspronkelijke Evangelie van Marcus. Fouten in deze passage zijn dus niet per se problematisch voor de goddelijke inspiratie van de oorspronkelijke geschriften.

 

 

 

Johannes 5:37 vs. Johannes 14:9

 

 

Johannes 5:37
37 En de Vader, die Mij gezonden heeft, die heeft van Mij getuigenis gegeven. Gij hebt nooit zijn stem gehoord of zijn gedaante gezien.

 

Johannes 14:9
9 Jezus zeide tot hem: Ben Ik zolang bij u, Filippus, en kent gij Mij niet? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; hoe zegt gij dan: Toon ons de Vader?

 

Beide Schriftgedeelten in de context geplaatst:

Johannes 5:30-38
30 Ik kan van Mijzelf niets doen; gelijk Ik hoor, oordeel Ik, en mijn oordeel is rechtvaardig, want Ik zoek niet mijn wil, doch de wil van Hem, die Mij gezonden heeft. 31 Indien Ik getuig van Mijzelf, is mijn getuigenis niet waar; 32 een ander is het, die van Mij getuigt, en Ik weet, dat het getuigenis, dat Hij van Mij aflegt, waar is. 33 Gij hebt tot Johannes gezonden en hij heeft van de waarheid getuigd; 34 maar Ik behoef het getuigenis van een mens niet, doch Ik zeg dit, opdat gij behouden wordt. 35 Hij was de brandende en schijnende lamp en gij hebt u een tijdlang in zijn licht willen verheugen. 36 Maar Ik heb een getuigenis, gewichtiger dan dat van Johannes; want de werken, die Mij de Vader gegeven heeft om te volbrengen, juist die werken, die Ik doe, getuigen van Mij, dat de Vader Mij gezonden heeft. 37 En de Vader, die Mij gezonden heeft, die heeft van Mij getuigenis gegeven. Gij hebt nooit zijn stem gehoord of zijn gedaante gezien, 38 en zijn woord hebt gij niet blijvend in u, want die Hij gezonden heeft, gelooft gij niet.

 

Johannes 14:7-10 (NBV 2004)
7 Als jullie mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen jullie hem, want jullie hebben hem zelf gezien.’ 8 Daarop zei Filippus: ‘Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.’ 9 Jezus zei: ‘Ik ben nu al zo lang bij jullie, en nog ken je me niet, Filippus? Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Waarom vraag je dan om de Vader te mogen zien? 10 Geloof je niet dat ik in de Vader ben en dat de Vader in mij is? Ik spreek niet namens mezelf als ik tegen jullie spreek, maar de Vader die in mij blijft, doet zijn werk door mij.

 

 

En in nog een andere passage zegt Jezus:

 

Johannes 6:44-47
44 Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, die Mij gezonden heeft, hem trekke, en Ik zal hem opwekken ten jongsten dage. 45 Er is geschreven in de profeten: En zij zullen allen door God geleerd zijn. Een ieder, die het van de Vader gehoord en geleerd heeft, komt tot Mij. 46 Niet, dat iemand de Vader gezien heeft; alleen die van God komt, die heeft de Vader gezien. 47 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie gelooft, heeft eeuwig leven.

 

Omdat de Vader in de Zoon is, hebben degenen die Jezus’ werken hebben gezien, ook de Vader gezien, die door Jezus heen werkt. Zij hebben de Vader niet in gedaante gezien, maar ze hebben iets van Zijn persoonlijkheid kunnen zien, door Jezus’ daden. Daarom: wie Jezus kent, kent ook de Vader.

 

 

 

 

 

Handelingen 9:7 vs. Handelingen 22:9

 

 

Handelingen 9:7
7 En de mannen, die met hem reisden, stonden sprakeloos, daar zij wel de stem hoorden, maar niemand zagen.

 

Handelingen 22:9
9 En zij, die met mij waren, zagen wèl het licht, maar de stem van Hem, die tot mij sprak, hoorden zij niet.

 

Dat ze het licht zagen is niet in tegenspraak met dat ze ‘niemand’ zagen. Het gaat dus om de vraag of ze de stem hoorden of niet.

Paulus kan zich vergist hebben in Handelingen 22:9. Ten eerste was het vele jaren later, ten tweede kunnen zijn medereizigers (ook christenvervolgers) ontkent hebben iets gehoord te hebben. Dit is dus geen contradictie in de goddelijk geïnspireerde tekst, want Lucas (de schrijver van Handelingen) citeert Paulus slechts, hij zegt niet dat Paulus gelijk had.

Een andere mogelijke oplossing zit in het Griekse woordje voor ‘hoorden’. In beide verzen is dat ‘akouo’ (ak-oo’-o), maar in andere vervoegingen. Strongs Concordantie geeft voor dit woord:

1) to be endowed with the faculty of hearing, not deaf
2) to hear
– 2b) to attend to, consider what is or has been said
– 2c) to understand, perceive the sense of what is said
3) to hear something
– 3a) to perceive by the ear what is announced in one’s presence
– 3b) to get by hearing learn
– 3c) a thing comes to one’s ears, to find out, learn
– 3d) to give ear to a teaching or a teacher
– 3e) to comprehend, to understand

Het is goed mogelijk dat ‘akouo’ in Handelingen 9:7 vertaald moet worden met ‘hoorden’, maar in 22:9 met ‘begrijpen’. In dat geval hoorden Paulus’ reisgenoten de stem wel, maar verstonden ze het niet. De NIV vertaalt het daarom als volgt:

 

Handelingen 22:9 (New International Version)
9 ‘I am Jesus of Nazareth, whom you are persecuting,’ he replied. My companions saw the light, but they did not understand the voice of him who was speaking to me.

 

 

Conclusie

 

De Bijbel is Gods Woord en God is in alles te vertrouwen. Mensen zullen altijd wel ergens mee komen om het geloof in de dood en opstanding van Christus te ondermijnen, dan weer met lijsten Bijbelse tegenstrijdigheden, dan weer met alternatieve theorieën over het ontstaan van de wereld. Maar christenen moeten zich niet laten ‘medeslepen door allerlei leringen’ (Hebreeën 13:9) die strijdig zijn met het Evangelie.

Maar tegelijk beveelt de Bijbel ons alles te onderzoeken (1 Tessalonicenzen 5:21) en te weten hoe we iedereen het juiste antwoord kunnen geven (Kolossenzen 4:6).

 

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

Iedereen boet voor zijn eigen zonden

Standaard

categorie : religie

 

 

 

de 10 geboden, de wetten van God

de 10 geboden, de wetten van God

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

Ezechiël 18 : 2-22

 

Hierna kreeg ik opnieuw een boodschap van de HERE:

“Waarom gebruiken de mensen in Israël het spreekwoord: De kinderen worden gestraft voor de zonden die hun vaders begaan?

Zo waar Ik leef, zegt de Oppermachtige HERE, u zult dit spreekwoord niet meer gebruiken in Israël.

Want alle zielen behoren Mij toe (zowel van vaders als van zonen) en dit is mijn stelregel: Een mens zal uitsluitend om zijn eigen zonden sterven.

Maar als een man rechtvaardig is en doet wat wettig en goed is,

als hij niet naar de bergen gaat om offers te brengen aan de afgoden van Israël en hen te aanbidden; als hij geen overspel pleegt of met een ongestelde vrouw naar bed gaat;

als hij niemand afperst en onderpanden op tijd weer teruggeeft aan arme schuldenaars; als hij geen dief is, maar voedsel aan de hongerigen en kleding aan de noodlijdenden geeft

en als hij leent zonder rente te berekenen, de zonde uit de weg gaat, eerlijk en onbevooroordeeld is in zijn oordeel over anderen

en als hij mijn wetten trouw gehoorzaamt; dan is die man rechtvaardig, zegt de HERE, en zal hij zeker leven.

10 Maar als die man een zoon heeft, die een vechtersbaas of een moordenaar is en die al die dingen doet die zijn vader niet heeft gedaan;

11 als hij iemand is die weigert de wetten van God na te leven, maar afgoden aanbidt in de bergen en overspel pleegt,

12 de armen en noodlijdenden onderdrukt, zijn medemensen berooft en weigert schuldenaars hun onderpanden terug te geven, van de afgoden houdt en hen aanbidt

13 en zijn geld uitleent tegen te hoge rente; zal die man dan leven? Nee! Hij zal zeker sterven, door zijn eigen schuld.

14 Maar het kan zijn dat deze zondige man, op zijn beurt, een zoon heeft, die alle goddeloosheid van zijn vader ziet en desondanks God gaat vrezen en zelf besluit niet zo’n leven te gaan leiden.

15 Als die zoon niet de bergen ingaat om offers te brengen aan de afgoden en hen te aanbidden; als hij geen overspel pleegt

16 en eerlijk is tegenover hen die van hem lenen, zonder hen te bestelen, maar in plaats daarvan de hongerigen voedsel en de noodlijdenden kleding geeft;

17 als hij de armen helpt, zijn geld niet tegen rente uitleent en hij mijn wetten gehoorzaamt; dan hoeft hij niet te sterven om zijn vaders zonden. Hij zal zeker leven.

18 Maar zijn vader zal door zijn eigen zonden sterven, omdat hij wreed is, anderen besteelt en onrecht doet.

19 ‘Wat?’ zegt u, ‘moet een zoon niet voor zijn vaders zonden boeten?’ Nee! Want als de zoon het goede doet en mijn wetten naleeft, zal hij zeker leven.

20 Degene die zondigt, is degene die sterft. De zoon zal niet worden gestraft voor de zonden van zijn vader, noch de vader voor de zonden van zijn zoon. Een rechtvaardig mens zal worden beloond voor zijn rechtvaardigheid, maar een goddeloos mens zal voor zijn goddeloosheid worden gestraft.

21 Maar als een goddeloos mens zich van al zijn zonden bekeert, mijn wetten gehoorzaamt en rechtvaardig leeft, zal hij zeker blijven leven en niet sterven.

22 De zonden uit zijn verleden zullen worden vergeten en hij zal leven vanwege zijn rechtvaardigheid.

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

JOHN ASTRIA

De genade van God op de oordeelsdag

Standaard

categorie : religie

 

 

 

Efeziërs 2

 

Ook u bent door Hem tot leven geroepen; u, die eigenlijk al dood was, omdat u niet leefde zoals God wilde.

U liep met de grote massa van deze wereld mee en deed dezelfde slechte dingen als zij. U gehoorzaamde satan, de leider en vorst van de geestelijke machten in de lucht, die nu nog actief is in de mensen die vijanden van de Here zijn.

Zo was het ook met ons. Wij hebben allemaal aan onze slechte begeerten toegegeven. Wij hebben allemaal gedaan wat ons egoïsme ons ingaf. Door naar onze eigen natuur te leven, hadden wij Gods oordeel over ons gehaald.

Maar Gods liefde voor ons is zo groot dat Hij ons volledig gratie heeft verleend, zelfs al waren wij door onze misdaden dood voor Hem.

Hij heeft ons samen met Christus levend gemaakt! Wat een genade! Dat u gered bent, is enkel en alleen genade van God.

 

 

Genade door de Drievuldigheid

Genade door de Drievuldigheid

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

.

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

 

.

 

John Astria

Satan en de geestelijke oorlog / Satan and spiritual warfare

Standaard

 categorie : religie

 

 

2 Korintiërs 11 : 14 En het is geen wonder; want de satan zelf verandert zich in een engel des lichts.

Efeziërs 6 : 12 Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht.

 

 

De geschiedenis van Satan en de gevallen engelen / The history of Satan and his fallen angels

De geschiedenis van Satan ( Lucifer ) doet ons terug gaan naar de begintijd van de schepping toen god de engelen schiep. 

Er zijn verschillende soorten engelen.

We doorlopen 4 niveaus van de Goddelijke engelen hiërarchie.

 

1 Serafijnen

Zij vertegenwoordigen de hoogste rangorde van de engelen en vertoeven het dichtst bij de troon van God.

Zij hebben 6 vleugels en staan voor vuur omdat ze zo dicht bij  God zijn.

We kennen hun namen niet omdat ze altijd bij God de Vader zijn .

Zij roepen Heilig, Heilig, Heilig.

 

2 Cherubijnen

Zij bewaken de Boom des Levens en de Arc van het Verbond.

Zij prijzen en aanbidden God.

Zij hebben 4 vleugels.

Wij kennen hun namen niet behalve die van Lucifer.

 

Lucifer

Zijn Hebreeuwse naam is Heyley.

Zijn naam betekent lichtdrager.

Hij was de ” Helderste in de lucht “, de Morgenster.

Lucifer had een hoge status en autoriteit van God gekregen.

Zijn gerespecteerde naam zou een dramatische verandering krijgen.

 

3 De aartsengelen

Dit zijn de operationele leiders van de engelen.

Zij zitten in de Goddelijke raad die God voorzit.

In Genesis worden ze de Zonen van God genoemd.

Job noemt ze de Kinderen van God.

We zouden kunnen zeggen dat God de Leider is en de aartsengelen zijn Zijn raad van bestuur.

 

Er zijn tal van aartsengelen

De Bijbel vernoemt 3 ( ezekiël ) en het boek van de profeet Enoch vernoemt er 4 meer.

Alle aartsengelen hebben verschillende verantwoordelijkheden en taken.

Hun namen zijn :

A : Michaël

Genoemd de engel Gods

Hij is Gods strijder en de verdediger van de kerk

Hij is de sterkste in het universum na God en werd het eerst geschapen.

 

B : Gabriël

Hij is Gods boodschapper en sterkte

Hij is de helper van de Heiligen

Wanneer de kerk roept tot God zijn het Gabriël en zijn engelen die ter hulp schieten.

Hij zal de doden doen opstaan op de oordeelsdag.

 

3 : Raphaël

Zijn naam bedoelt Gods genezer en Gods goedheid.

Hij is de zachtaardige die troost en geneest.

Hij kan een menselijke gedaante aannemen met een aardse naam

 

 

4: De gewone werkengelen

Een engel is een geestelijk wezen geschapen door God.

Het woord engel komt van het Griekse woord angelos dat boodschapper betekent.

Engelen zijn intellectuele wezens zonder lichamelijke vorm.

Zij hoeven zich niet te vermenigvuldigen, God schiep ze in het begin van de schepping uit het niets.

Zij zijn met velen, onstoffelijk en onsterfelijk waardoor ze zich niet hoeven voort te planten.

Maar sommigen deden het, zie Genesis 6.

 

 

Job vertelt ons dat engelen geschapen zijn voor de aarde. Lucifer was één van Gods machtigste en mooiste creaties.

Zijn taak was Opzichter van de aarde.

Lucifer en de andere aartsengelen aanbaden God.

Maar op een dag werd Lucifer overmand door trots en verheerlijkte zichzelf.

Hij wilde gelijk zijn aan God in plaats van God te verheerlijken.

 

Ezekiël 28 : 14-15

4 Gij waart een gezalfde, overdekkende cherub; en Ik had u alzo gezet; gij waart op Gods heiligen berg; gij wandeldet in het midden der vurige stenen.

15 Gij waart volkomen in uw wegen, van den dag af, dat gij geschapen zijt, totdat er ongerechtigheid in u gevonden is.

 

De dag dat oorlog uitbrak in de hemel

Michaël en zijn engelen vochten tegen Lucifer en zijn engelen.

Lucifer verloor en kreeg een nieuwe naam, Satan de tegenstrever.

Satan werd naar de aarde geworpen samen met zijn engelen.

De gevallen engelen bedroegen 1/3 van alle engelen in de hemel.

 

 

 

 

 

 

 

 

Jezus was ooggetuige toen de strijd plaatsvond.

Hij zei in Lucas 10 : 18 , ik zag satan uit de hemel vallen gelijk een bliksem.

Dan zal Satan Adam en Eva verleiden in het aards paradijs wat enorme gevolgen zal hebben voor de mensheid en het leven op aarde.

 

In het boek van de profeet Enoch worden 4 meer zonen van God of aartsengelen genoemd.

Hun namen zijn Uriël, Raguël, Sariël en Jeremiël.

Ze werden aangetrokken tot vrouwen, daalden af naar de aarde, namen een menselijke gedaante aan en sliepen met hun.

200 andere engelen deden dit ook waarvan er 19 bekend zijn met naam.

Volgens Judas 1 : 6 verwijzend naar de engelen in Genesis 6 en gebaseerd op info van Enoch12 :4:

Zij waren in de hemel toen ze in lusten vielen.

 

Judas 1 : 6 : En denk eens aan de engelen die niet trouw aan God waren. Ze waren niet tevreden met de taak die Hij hun had gegeven. Ze verlieten de plaats waar ze woonden. Daarom heeft Hij hen voor altijd gevangen gezet in de duisternis. Daar moeten ze blijven tot de grote dag dat Hij over hen zal rechtspreken.

Deze info kon Judas enkel vernomen hebben door het boek van Enoch te lezen.

Dit is belangrijke informatie waarvan vele kerken niet op de hoogte zijn, omdat ze het boek Enoch onvoldoende bestudeerd hebben.

Dit is de tweede maal dat engelen vielen en werden de gevallen engelen genoemd.

Na de zondvloed werden deze engelen opgesloten in sjeool in afwachting van hun oordeel op de laatste dag.

 

 

 

 

 

 

God heeft een speciaal oordeel voor de 4 gevallen aartsengelen ( en de andere 22 ) die vielen voor de vrouwen op aarde.

Stellig, indien God zich er niet van heeft weerhouden de engelen die zondigden te straffen, maar hen, door hen in Ta̱rtarus te werpen, aan afgronden van dikke duisternis heeft overgeleverd om voor het oordeel bewaard te worden; en hij zich er niet van heeft weerhouden een wereld uit de oudheid te straffen, maar No̱ach, een prediker van rechtvaardigheid, met zeven anderen veilig heeft bewaard toen hij een geweldige vloed over een wereld van goddeloze mensen bracht.

 

Wat leerden we ?

De engelen verlieten de hemel, daalden af naar de aarde, namen een menselijke gedaante aan en sliepen met de vrouwen.

Zo werden zij ” gevallen engelen “

Ze werden vermoord in de zondvloed.

Hun demonische geesten zijn opgesloten in sjeool tot de komst van de oordeelsdag.

Daarna zullen ze voor eeuwig gegooid worden in de vuurpoel.

 

Volgens het boek van Enoch vroegen de gevallen engelen vergiffenis voor Gods troon, maar hun zonden waren zo erg dat dat onmogelijk was.

De nakomelingen van de gevallen engelen met vrouwen werden slechte reuzen. Het waren demonen bezeten door de eerste gevallen engelen.

Deze demonen werden bevrijd bij de dood van zo een reus.

Al de demonen die bezit nemen van mensen op aarde worden bevrijd bij de dood van een persoon. 

Zij kunnen vrij overgaan naar een ander persoon alleen als het hun toegelaten is of als ze uitgenodigd worden.

Daarom leven demonen eeuwig, zij kunnen overgaan van persoon tot persoon gedurende oneindige generaties.

Hun uiteindelijke bestemming zal gelijk de andere demonen de vuurpoel zijn, als straf voor eeuwig.

 

We weten dat wij gered zijn door genade.

Niets kan ons scheiden van de liefdevolle relatie met Christus.

Maar zal het leven een eenvoudige weg zijn naar glorie?

 

Dit is het verhaal van Satan en zijn gevallen engelen gebeurd in een lang verleden.

Maar is er een verband met de huidige tijden?

 

Dis is wat Paulus zegt over de kerk vele jaren na Jezus overwinning op het kwade:

Efeziërs 6 : 12

Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht.

 

Ja,

Satan is totaal vernietigd door het kruis.

Zonde kan ons niet langer meer scheiden van God.

Jezus is onze redder, in Hem voelen we ons veilig.

Maar!!

Satan is niet dood, hij leeft.

Hij en zijn demonen maken overuren omdat ze weten dat hun einde dichter en dichter komt.

 

Hebt u al horen zeggen:

” houd uw vrienden in de buurt en je vijanden nog dichterbij”.

Dit wil niet zeggen dat men vriendelijk of zijn tijd moet doorbrengen bij de vijand.

Het gaat om zoveel mogelijk te weten te komen van uw vijand Satan.

Wanneer men zijn strategie, denken en handelen weet, is men voorbereid op een eventuele aanval van hem.

Satan zal u ooit zeker aanvallen!

Zijn zwakte is hem er aan laten herinneren dat hij verslagen is door Jezus, beveel hem in Jezus naam u te verlaten en hij zal dat doen.

 

Deze geestelijke, demonische krachten weten dat ze verslagen zijn door Jezus op het kruis.

Zij weten dat Jezus stierf op het kruis voor onze zonden en ziekten.

Maar toch vallen ze de mensen aan in hun lichaam.

Maar als gelovigen hebben wij het recht en de macht om hun in Jezus naam aan te spreken, wij mogen en kunnen hen bevelen ons te verlaten.

Dan zullen ze vluchten en mensen zullen bevrijd worden van ziektes.

We mogen geen schrik hebben om onze macht te gebruiken tegen de demonen.

 

Maar dit is niet alleen een persoonlijk thema hoe u zou moeten omgaan met de vijand.

Satan en zijn gevallen engelen willen iedereen van God en Christus verwijderen.

In vele gevallen hebben gelovigen dikwijls de kennis en verdediging niet om te reageren op de werkwijze van Satan in deze wereld.

 

Wat kunnen wij spiritueel verwachten op deze wereld in de toekomst?

Hoe kunnen wij een gezegend, vredevol en rustig leven leiden in een wereld waar Satan op zoek is naar gemakkelijke doelwitten?

Satan weet dat zijn tijd er bijna op zit.

Hij is niet alleen de beschuldiger van de broeders maar ook de leugenaar en verleider die alles in het werk stelt om levens zo miserabel mogelijk te maken voor zoveel mogelijk personen.

Hij wil zoveel mogelijk zielen met zich mee nemen naar de vuurpoel op de laatste dag.

 

De apostelen vroegen Jezus deze vraag in Mat: 24-3:

En als Hij op den Olijfberg gezeten was, gingen de discipelen tot Hem alleen, zeggende: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen zijn, en welk zal het teken zijn van Uw toekomst, en van de voleinding der wereld?

 

Jezus gaf hun vele signalen zoals deze in Mat 24 :37-39

En gelijk de dagen van Noach waren, alzo zal ook zijn de toekomst van den Zoon des mensen.

38 Want gelijk zij waren in de dagen voor den zondvloed, etende en drinkende, trouwende en ten huwelijk uitgevende, tot den dag toe, in welken Noach in de ark ging;

39 En bekenden het niet, totdat de zondvloed kwam, en hen allen wegnam; alzo zal ook zijn de toekomst van den Zoon des mensen.

NB : de opname van de Heiligen heeft dan al plaats gevonden!

 

Jezus zei in Mat24 : 38-39

Want gelijk zij waren in de dagen voor den zondvloed, etende en drinkende, trouwende en ten huwelijk uitgevende, tot den dag toe, in welken Noach in de ark ging.

En bekenden het niet, totdat de zondvloed kwam, en hen allen wegnam; alzo zal ook zijn de toekomst van den Zoon des mensen.

 

Wil God dat wij Zijn plan voor de toekomst begrijpen?

Ja.

Hij wil dat de vragende mensen de signalen leren begrijpen over de toekomst, via het woord in de Bijbel en persoonlijke openbaringen.

 

Wat zeggen de geschriften?

Mijn mensen zijn vernietigd door een gebrek aan kennis.

Omdat jullie kennis hebben afgewezen, zal ik jullie ook afwijzen.

Laat ons dus geen spirituele dwazen zijn.

 

 

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

John Astria

Boodschap 210 van ” Boodschappen uit de kosmos “

Standaard

categorie : Boodschappen uit de kosmos 

.

.

 

SATAN KAN ZICH VOORDOEN ALS EEN ENGEL VAN HET LICHT

.

.

SATAN CAN PRESENT AS AN ANGEL OF LIGHT

.

.

.

De ware- en de valse Drievuldigheid

De ware- en de valse Drievuldigheid

 

Pasteltekening van John Astria

.

.

  • HIJ IS SLUW EN VERLEIDT DE MENS.

 

  • ZIJN GROOTSTE TROEF IS ONTKENNEN DAT HIJ ALS DEMON BESTAAT, WAARDOOR HIJ AANTOONT DAT GOD OOK NIET BESTAAT.

 

  • HIJ WIL DOOR MIDDEL VAN DE LEUGEN ALS GOD AANBEDEN WORDEN.

 

  • SATAN LAAT VALSE PROFETEN VERKONDIGEN DAT ER VREDE OP AARDE ZAL KOMEN, TERWIJL GOD EEN EINDTIJD MET EEN OORDEEL AANKONDIGT.

 

  • HIJ NEEMT MENSELIJKE VORMEN AAN OM ZONDEN TE MINIMALISEREN, DE KERK BELACHELIJK TE MAKEN EN VALSE BOODSCHAPPEN, DIE NIET STROKEN MET DE BIJBEL, DE WERELD IN TE STUREN.

 

  • HIJ LAAT UITSCHIJNEN DAT CHRISTUS EEN GEWONE PROFEET IS MAAR NIET DE MESSIAS DIE HEM OVERWONNEN HEEFT OP HET KRUIS.

 

  • SATAN DOET PARANORMALE WONDEREN EN GENEZINGEN IN GODS NAAM OM ZIELEN MET VALSE WAARHEDEN TOT ZICH TE WINNEN.

 

  • HIJ VERKONDIGT DAT GOD MENSEN MATERIALISTISCH BELOONT TERWIJL JEZUS ZEI DAT ZIJN KONINKRIJK EEN GEESTELIJKE WERELD IS.

 

  • SATAN SCHILDERT DE SACRAMENTEN AF ALS RITUELEN TERWIJL ZE VOOR GOD VAN ESSENTIEEL BELANG ZIJN.

 

  • HIJ LAAT MENSEN PREKEN DAT ER GEEN HEL IS WANT GOD IS ONEINDIG GOED

 

  • SATAN VERKONDIGT DAT IEMAND DIE DOODT IN DE NAAM VAN GOD EEN HEILIGE IS

 

  • HIJ GEBRUIKT VOORWENDSELS ZOALS NEW_AGE OM GOD BUITEN SPEL TE ZETTEN. DE MENS HEEFT ZIJN EIGEN LOT IN HANDEN.

 

  • HUMANITAIRE DADEN ZIJN BEPALEND OM EEUWIG LEVEN TE KRIJGEN, TERWIJL ENKEL HET GELOOF IN DE KRUISDOOD VAN CHRISTUS ALS ZOENOFFER VOOR DE ZONDEN REDDEND IS.

 

  • SATAN MAAKT MISBRUIK VAN HET ZWAKKE VLEES EN WIL VAN DE MENS OM TE ZONDIGEN.

 

  • HIJ IS EEN STERKE DEMON DIE NOOIT SLAAPT EN ALTIJD EN OVERAL OP EEN PROOI LOERT OM ZE ALS EEN BRULLENDE LEEUW TE VERSLINDEN.

 

  • EEN VERSCHIJNING DIE NIET PREDIKT OM TE BIDDEN EN ZICH TE BEKEREN VAN DE ZONDEN STAAT ONDER INVLOED VAN EEN DEMON.

 

  • WANNEER MEN EEN BENAUWD GEVOEL HEEFT EN DENKT TE MAKEN TE HEBBEN MET EEN DEMON VAN HET VALSE LICHT, ROEP DAN “LEVE JEZUS EN LEVE MARIA” EN HIJ ZAL ONMIDDELLIJK WIJKEN.

 

  • SATAN LAAT VALSE ENGELEN AANBIDDEN ZOALS VEDETTEN IN DE SPORT, MUZIEK EN DE FILMINDUSTRIE.

 

  • SATAN HEEFT INVLOED OP ELKE POLITICUS TER WERELD OMDAT ZIJ EEN ZWAK HEBBEN VOOR MACHT, RIJKDOM EN AANZIEN. HET ZIJN MOOIE VERSCHIJNINGEN IN WOLVENKLEREN.

 

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

JOHN ASTRIA

 

 

 

 

 

Uitverkiezing

Standaard

categorie : religie

.

.

Uitverkiezing

.

.

.

De definitie van uitverkiezing

.

Uitverkiezing wordt ook wel voorbeschikking, predestinatie of voorbestemming genoemd. Het kan gedefinieerd worden als een handeling: de uitverkiezing is een actie van God; Hij Die eeuwig is en voorbeschikt wat er op aarde zal geschieden.

.

Sommigen vinden dit idee weerzinwekkend. Het idee dat een zekere entiteit het recht heeft om te bepalen wat er op aarde zal gebeuren, is iets waartegen de mens al sinds het begin der tijden in opstand is geweest. Maar het Oude Testament begint met: In het begin schiep God wat een ondubbelzinnige uitspraak is .

God bestond vóór de schepping, bestaat nog steeds en zal altijd bestaan (Openbaring 1:4). God heeft tevens het oppermachtige recht van de schepping over de aarde en de mens. Hij zal zich dan ook niet verontschuldigen wanneer Hij zegt: “Zo spreekt de Heer” Deze uitspraak vereist geen begrip of aanvaarding van de mens om waar te zijn.

De waarheid van de uitverkiezing kan in het karakter van God zelf worden gevonden.

  • God is oppermachtig. Dit betekent dat Hij een absoluut gezag heeft over alles wat Hij heeft geschapen en dat Hij alle dingen heeft geschapen (Genesis 1:1).
  • God is alwetend. Dit betekent dat Hij alle kennis bezit en dat er zonder Hem geen kennis kan bestaan (Job 37:16).
  • God is alomtegenwoordig. Dit geeft Hem het vermogen om overal tegelijkertijd aanwezig te zijn (Psalm 139:1-12).
  • God is almachtig. Dit betekent dat Hij alle macht heeft, met een vastberadenheid om Zijn doelen en Zijn plan tot in de eeuwigheid uit te voeren (1 Kronieken 29:11).

Er bestaan geen geschapen wezens die deze eigenschappen hebben; alleen de grote “Ik ben die Ik ben” (Exodus 3:14) heeft deze. God, die soeverein heerst en alle kennis bezit, is overal aanwezig en heeft macht over alle dingen. Hij houdt van Zijn schepping en heeft ons Zijn genade aangeboden, ondanks de onophoudelijke opstandigheid van de mens.

.

.

.

.

Een onderscheid

.

Wanneer we de uitverkiezing bestuderen, moeten we een onderscheid maken tussen twee verschillende soorten verordende gebeurtenissen. De eerste omvat gebeurtenissen die door God zijn veroorzaakt, zoals de verlossing van de uitverkorenen. Het tweede soort verordende gebeurtenissen wordt door God toegestaan.

God bepaalt de boosaardige daden van mensen niet van te voren, noch veroorzaakt Hij deze. Deze toegestane handelingen geven aan dat God al van te voren weet hoe mensen in elke omstandigheid zullen reageren. Hij staat mensen toe om zelfstandige beslissingen te nemen, om te kiezen voor goed of kwaad.

Gods voorkennis van het kwaad dat mensen elkaar aandoen zorgde ervoor dat Hij in mensen het vermogen schiep om dat kwaad te overwinnen. En de goede dingen die mensen kunnen doen zijn door God vooraf bepaald, zodat zij gezegend kunnen zijn wanneer de juiste keuzes worden gemaakt. Deze zegens stellen mensen in staat om het kwaad te overwinnen terwijl zij Gods grotere plan volbrengen.

.

.

.

.

Een verordening

.

Uitverkiezing is de verordening van God waardoor bepaalde zielen voorbeschikt zijn om gered te worden; deze mensen worden de uitverkorenen genoemd. Nogmaals, dit is een concept dat velen als oneerlijk beschouwen. Maar alle eigenschappen van God stellen Hem in staat om de geschiedenis van te voren te kennen.

Daarom kan gezegd worden dat wij door voorkennis voorbestemd of uitverkoren zijn, omdat God niet door de tijd beheerst wordt. God gaf de mens een vrije wil, maar omdat God alwetend is, weet Hij al welke keuzes de mensen zullen maken en Hij zal deze keuzes gebruiken om zijn doel te bereiken.

Romeinen 8 : 28-30 > “En wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede. Wie hij al van tevoren heeft uitgekozen, heeft hij er ook van tevoren toe bestemd om het evenbeeld te worden van zijn Zoon, die de eerstgeborene moest zijn van talloze broeders en zusters. Wie hij hiertoe heeft bestemd, heeft hij ook geroepen; en wie hij heeft geroepen, heeft hij ook vrijgesproken; en wie hij heeft vrijgesproken, heeft hij nu al laten delen in zijn luister.”

God heeft de verlossing mogelijk gemaakt voor ieder die ernaar verlangt. Hij weet al wie zijn reddingsplan zal aanvaarden. Dit maakt de vrije keuzemogelijkheid van de mens niet ongedaan; het is juist een bevestiging van Gods genade dat sommigen zijn reddende hand aannemen. Uitverkiezen betekent iets vooraf uitzetten of bepalen.

Een dergelijke voorbeschikking kan inderdaad enkele intellectuele problemen oproepen, maar dit komt doordat de mens probeert om in zijn eindige verstand een oneindige God te bevatten. Mensen die het geschenk der verlossing aanvaarden worden de uitverkorenen van God.

Efeziërs 1 : 11 > ”In Hem hebben wij ook ons erfdeel ontvangen, daartoe voorbestemd door de beslissing van Hem die alles tot stand brengt naar zijn wilsbesluit”

1 Korintiërs 2 : 14 > “Van nature aanvaardt de mens niet wat komt van de Geest van God; het is dwaasheid voor hem, hij kan het niet vatten, want het kan alleen beoordeeld worden in het licht van de Geest”.

.

 WAT DENK JIJ?

.

Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen.
Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: Jezus is Heer, dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.
.
.
.
.
.
.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

De opname.

Standaard

categorie : religie

 

 

 

 

De opname

 

 

De Openbaring hoofdstuk 19 : De opname van de bruid in de hemel en Christus’ oordeel

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

Wat is de opname?

 

De opname is een gebeurtenis in de eindtijd (een “eschatologische” gebeurtenis). Het is het moment waarop Jezus Christus voor Zijn Kerk terugkeert en waarop gelovigen “die nog in leven zijn, samen met hen worden weggevoerd op de wolken en de Heer in de lucht tegemoet gaan” (1 Tessalonicenzen 4:16-17).

Dit is de tijd van de opstanding, waarin elke christen zijn of haar verheerlijkte lichaam ontvangt. De eersten die hun nieuwe lichaam ontvangen zijn de mensen die als christenen gestorven zijn, daarna volgen de mensen die nog in leven zijn.

1 Korintiërs 15 : 51-52 > “Ik zal u een geheim onthullen: wij zullen niet allemaal eerst sterven – toch zullen wij allemaal veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, wanneer de bazuin het einde inluidt. Wanneer de bazuin weerklinkt, zullen de doden worden opgewekt met een onvergankelijk lichaam en zullen ook wij veranderen.” 

 

 

 

 

 

Wanneer zal deze plaatsvinden?

 

De timing van de opname heeft binnen het christendom een groot debat op gang gezet. Zal deze vóór, tijdens of na de verdrukking plaatsvinden? De verdrukking is een periode van zeven jaar die meteen voorafgaat aan de terugkeer van Christus en de stichting van Zijn koninkrijk, het millennium, dat dus 1000 jaar zal duren.

De eerste 3½ jaar van de verdrukking zal een tijd van vrede en samenwerking zijn, en de tweede 3½ jaar van de verdrukking zal een tijd van oorlog en rampspoed zijn. Halverwege de verdrukking zal de antichrist zichzelf tot god uitroepen en eisen dat alle mensen van de wereld hem aanbidden. Velen zullen voor de antichrist neerbuigen en hem aanbidden, en als onderdeel hiervan ook zijn merkteken dragen (een soort wereldwijde registratie).

Sommigen zullen weigeren om de antichrist te aanbidden en zijn merkteken te ontvangen en velen zullen voor deze daad van ongehoorzaamheid worden gedood. De tweede helft van de verdrukking wordt de Grote Verdrukking genoemd. Er zullen in deze periode over de hele wereld uitzonderlijke catastrofen plaatsvinden (voor ondersteuning hiervan in de Bijbel, zie Openbaring 3:10Matteüs 24Marcus 13 en Lucas 17).

Het voornaamste debat over de opname gaat dus niet over wat deze is, maar wanneer deze zal plaatsvinden ten opzichte van de verdrukking.

Samengevat:

het pretribulationisme houdt in dat de opname zal plaatsvinden vóór de periode van de verdrukking; het midtribulationisme stelt dat de opname halverwege de verdrukking zal plaatsvinden; en het posttribulationisme zegt dat de opname zal plaatsvinden aan het einde van de verdrukking.

 

 

 

 

 

 Maakt het voor gelovigen uit wanneer deze zal plaatsvinden?

 

De pretribulationistische opname is een prachtige hoop voor mensen die in Jezus Christus geloven. Maar het maakt eigenlijk niet uit of we lang genoeg zullen leven om de opname mee te maken, en het maakt ook niet uit of het een opname is vóór, tijdens of na de verdrukking is. De enige sleutel tot de eeuwige redding is in al deze gevallen ons geloof in en vertrouwen op Jezus Christus. Zorg dat je veilig bent in je relatie met Christus, en dan maken alle andere dingen werkelijk geen verschil uit.

 

Johannes 14 : 2-3 > “…In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou ik anders gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken? Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben”

1 Tessalonicenzen 4 : 16-17 > “Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer zelf uit de hemel neerdalen. Dan zullen eerst de doden die Christus toebehoren opstaan, en daarna zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen worden weggevoerd op de wolken en gaan we de Heer in de lucht tegemoet. Dan zullen we altijd bij hem zijn”

 

 

 

 

 

 WAT DENK JIJ?

Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: “Jezus is de Heer”, dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.

 

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

 

God prijzen!

Standaard

categorie : religie

 

 

 

God prijzen

 

 

 

 

De eerste stap

 

Ben jij je ervan bewust dat het altijd het beste is om het prijzen van God de eerste stap te maken? Heb jij wel eens in een situatie verkeerd waarin jij je helemaal alleen voelde? Of heb je wel eens met een moeilijke situatie in je leven te maken gehad waarin je niet wist wat te doen. Als we God prijzen, dan wordt elke omstandigheid in ons leven compleet, wezenlijk, voortreffelijk en de moeite waard.

Het woordenboek definieert prijzen als iemands lof zingen of bewondering uiten voor iemand. Het is een synoniem voor woorden als bewonderen, loven, eren en aanbidden. Een definitie van christelijke lofprijzing is het vreugdevol danken en loven van God, de viering van Zijn goedheid en genade. Dit impliceert dat lofprijzing alleen aan God toekomt.

 

 

Waarom God prijzen?

 

Op de eerste plaats verdient God het om geprezen te worden. Hij is onze lofprijzing waardig:

  • “Groot is de Heer, hem komt alle lof toe, geducht is hij, meer dan alle goden” (Psalm 96:4).
  • “Groot is de Heer, hem komt alle lof toe, zijn grootheid is niet te doorgronden” (Psalm 145:3).
  • “Geloofd zij de Heer, want ik ben van mijn vijanden verlost” (2 Samuël 22:4).
  • “U komen alle lof, eer en macht toe, Heer, onze God, want u hebt alles geschapen: uw wil is de oorsprong van alles wat er is” (Openbaring 4:11).

Op de tweede plaats is het prijzen van God nuttig en voordelig voor ons. Door God te prijzen worden wij herinnerd aan de grootheid van God. Zijn macht en aanwezigheid in onze levens wordt in ons begrip versterkt.

  • “Loof de Heer, want hij is goed, bezing zijn naam, zo lieflijk van klank” (Psalm 135:3).

Op de derde plaats wordt door lofprijzing kracht in jouw geloof ontladen, wat er toe leidt dat God voor jou in actie komt.

  • “Met de stemmen van kinderen en zuigelingen bouwt u een macht op tegen uw vijanden om hun wraak en verzet te breken” (Psalm 8:).

Het prijzen van God transformeert ook de geestelijke omgeving waarin we ons bevinden. 2 Kronieken 5:13-14 illustreert duidelijk de wijziging die plaatsvond toen de Levieten Hem eerden en dankten en de tempel gevuld werd met een wolk die de glorie van God uitdrukte.

  • “Op dat moment moesten de blazers en zangers samen muziek ten gehore brengen ter ere van de Heer. Zodra het geluid van de trompetten, cimbalen en andere instrumenten opklonk en de zangers de lofzang aanhieven: ‘De Heer is goed, eeuwig duurt zijn trouw’, vulde de tempel, het huis van de Heer, zich met een wolk. De priesters konden hun dienst niet meer verrichten, want de majesteit van God vulde de hele tempel.”

Op de vierde plaats huist God in de atmosfeer van de lofprijzing. Psalm 22:3 zegt:

  • “Doch Gij zijt heilig, wonende onder de lofzangen Israëls”.

Als we een duidelijke manifestatie van Gods zegeningen en genade willen zien, dan hoeven we Hem alleen maar te prijzen, met heel ons hart, verstand en ziel.

 

 

 

 

 

Wie en wanneer?

 

Wie hoort God te prijzen? “Alles wat adem heeft, loof de Heer” zegt Psalm 150:6.

  • “De Heer wil ik prijzen, elk uur van de dag, mijn mond is altijd vol van zijn lof” (Psalm 34:2).
  • “Uw liefde is meer dan het leven, mijn lippen zingen uw lof. U wil ik prijzen, mijn leven lang, roepend uw naam, de handen geheven” (Psalm 63:4-5).
  • “Zegen de Heer, u allen die de dienst van de Heer verricht en in het huis van de Heer staat, nacht aan nacht. Hef uw handen op naar het heiligdom en zegen de Heer” (Psalm 134:1-2).

We kunnen de ware vreugde en de voordelen van het prijzen van God niet ontvangen, tenzij we Jezus Christus als onze Heer en Redder hebben ontvangen. Dan zijn we kinderen van God en leeft Hij in onze lichamen door middel van de Heilige Geest. Dit betekent dat God geprezen moet worden, waar we ons ook bevinden. 1 Korintiërs 6:19-20 stelt:

  • “Of weet u niet dat uw lichaam een tempel is van de heilige Geest, die in u woont en die u ontvangen hebt van God, en weet u niet dat u niet van uzelf bent? U bent gekocht en betaald, dus bewijs God eer met uw lichaam.”

 

 

 Matth. 22:36-37.

 

 

 

Hoe God prijzen en aanbidden?

 

Door liedjes en hymnes te zingen, door te klappen, zelfs door uit vreugde te springen… de lijst van mogelijkheden is eindeloos. We kunnen God eren en prijzen met onze lichamen, met onze harten en gedachten of met de dingen die we doen. Er zijn vele manieren waarop we God kunnen prijzen! Ongeacht hoe je God prijst en aanbidt, het zou altijd moeten leiden tot een ontzag voor Gods macht, liefde en genade voor ons allemaal.

 

 

 

 WAT DENK JIJ? 

 

Wij hebben allemaal gezondigd en verdienen allemaal Gods oordeel. God, de Vader, stuurde Zijn eniggeboren Zoon om dat oordeel op Zich te nemen voor iedereen die in Hem gelooft. Jezus, de Schepper en eeuwige Zoon van God, die Zelf een zondeloos leven leidde, hield zo veel van ons dat Hij voor onze zonden stierf om zo de straf op Zich te nemen die wij verdienen. Volgens de Bijbel werd Hij begraven en stond Hij op uit de dood. Als jij dit werkelijk gelooft, er in je hart op vertrouwt en alleen Jezus als je Redder aanvaardt door te zeggen: “Jezus is Heer“, dan zul je van het oordeel gered worden en de eeuwigheid met God in de hemel doorbrengen.
.
.
.
.
.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

Pasteltekeningen uit het boek ” De Openbaring ” van John Astria

Standaard

categorie : spirituele prenten van John Astria

 

 

 

hoofdstuk 1, 2 en 3 ; de Openbaring aan Johannes

    hoofdstuk 1, 2 en 3 ; de Openbaring aan Johannes                                                                                                                                                         

 

 

hoofdstuk 4 ; de troonsheerlijkheid van God

                 hoofdstuk 4 ; de troonsheerlijkheid van God                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                 hoofdstruk 5 ; de heerlijkheid van de verzoening door Christus

                                                 hoofdstuk 5 ; de heerlijkheid van de verzoening door Christus                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                       

hoofdstuk 6 ; bet breken van zegel 1 tot zegel 5

                 hoofdstuk 6 ; bet breken van zegel 1 tot zegel 5                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                      

hoofstuk 7 ; het breken van zegel 6

                          hoofdstuk 7 ; het breken van zegel 6                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                

hoofdstuk 8 (a) ; zegel 7 en de eerste vier bazuinen

                                                hoofdstuk 8 (a) ; zegel 7 en de eerste vier bazuinen                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                          

hoofdstuk 8 (b) ; zegel 7 en de eerste vier bazuinen

               hoofdstuk 8 (b) ; zegel 7 en de eerste vier bazuinen                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                     

hoofstuk 9 ; de vijfde en zesde bazuin

                          hoofdstuk 9 ; de vijfde en zesde bazuin                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                    

hoofdstuk 10 ; de blijde boodschap

                             hoofdstuk 10 ; de blijde boodschap                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                  

hoofdstuk 11 ; Gods tempel en de zevende bazuin

                      hoofdstuk 11 ; Gods tempel en de zevende bazuin                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                    

hoofdstuk 12 ; de vrouw en de draak, strijd in de hemel

              hoofdstuk 12 ; de vrouw en de draak, strijd in de hemel                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                         

hoofdstuk 13 ; de komst van de antichrist en de valse profeet

         hoofdstuk 13 ; de komst van de antichrist en de valse profeet                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                      

hoofdstuk 14 (a) ; Gods wegen in genade en oordeel

                hoofdstuk 14 (a) ; Gods wegen in genade en oordeel                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                              

hoofdstuk 14 (b) ; Gods wegen in genade enh oordeel

                   hoofdstuk 14 (b) ; Gods wegen in genade en oordeel                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                           

hoofdstuk 15 ; de 7 offerschalen van God

                          hoofdstuk 15 ; de 7 offerschalen van God                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                  

hoofdstuk 16 ; de 7 offerschalen worden uitgegeoten

                      hoofdstuk 16 ; de 7 offerschalen worden uitgegoten                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                         

hoofdstuk 17 ; Babylon wordt geoordeeld

                             hoofdstuk 17 ; Babylon wordt geoordeeld                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                             

hoofdstuk 18 ; de economische vernietiging van Babylon

                   hoofdstuk 18 ; de economische vernietiging van Babylon                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                    

hoofdstuk 19 ; oordeel over het politieke Babylon

                       hoofdstuk 19 ; oordeel over het politieke Babylon                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                             

hoofdstuk 20 ; de eerste opstanding en de tweede dood

                    hoofdstuk 20 ; de eerste opstanding en de tweede dood                                                                                                                                                          

 

 

hoofdstuk 21 ; een nieuwe hemel en een nieuwe aarde

                    hoofdstuk 21 ; een nieuwe hemel en een nieuwe aarde                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                 

hoofdstuk 22 ; de Alfa en de Omega

                                 hoofdstuk 22 ; de Alfa en de Omega                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                         

Uitleg over de eindtijden door John Astria

Uitleg over de eindtijden door John Astria

 

 

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA