Tagarchief: koning

Prediker 4 en 5 uit het Oude Testament

Standaard

categorie : religie

 

 

Wat is dit voor boek?

 

Het Hebreeuwse woord dat vertaald is met ‘prediker,’ is ook te vertalen met ‘filosoof,’ of ‘leraar,’ of ‘gespreksleider.’ De schrijver van dit boek denkt na over het leven. Daarbij noemt hij aldoor een ‘aan de ene kant’ en een ‘aan de andere kant.’ Zo redeneert hij als het ware met zichzelf over het onbegrijpelijke van het leven.

 

 

 

Prediker 4

 

Het leven is oneerlijk (vervolg Prediker 3)

 

1 Ook keek ik naar alle ellende onder de zon. Ik zag de tranen van de mensen die onderdrukt worden. En ze hadden niemand die hen troostte. En de mensen die hen onderdrukten, hadden de macht. Maar zij hadden óók niemand die hen troostte. 2 Daarom vond ik dat de mensen die al gestorven zijn, er beter aan toe zijn dan de mensen die nog leven. 3 En ik vond dat de mensen die nog niet geboren zijn, er nóg beter aan toe zijn. Want zij weten helemaal niets van alle slechte dingen die er onder de zon gebeuren.

4Ook zag ik dat het harde werken en zwoegen van de mensen alleen maar anderen jaloers maakt. Ook dat is maar lucht en iets teleurstellend. 5 Het is wel waar dat je een dwaas bent als je je armen over elkaar slaat en niets doet, want dan verhonger je door je eigen luiheid. 6 Maar toch is een beetje rust beter dan veel gezwoeg en veel teleurstellingen.

 

 

 

 

 

Beter samen dan alleen

 

7 Ik zag nog iets dat maar lucht is onder de zon. 8 Namelijk iemand die alleen is, zelfs zonder kind of broer, en die toch nooit ophoudt met zwoegen. Hij blijft verlangen naar meer rijkdom. Maar voor wie zwoegt hij dan? Voor wie ziet hij ervan af om rustig van het goede te genieten? Ook dit is maar lucht en iets verkeerds. 9 Het is beter om met z’n tweeën te zijn dan alleen. Want met z’n tweeën hebben ze een goede beloning bij hun gezwoeg.

10 Want als ze vallen, helpt de één de ander weer overeind. Maar als iemand alleen is en valt, wie helpt hem dan weer overeind? 11 En als ze liggen te slapen, houdt de één de ander warm. Maar hoe kan een mens warm worden als hij alleen is? 12 En als iemand alleen is, kan hij door iemand anders overwonnen worden. Maar twee mensen kunnen tegen een vijand standhouden. En als ze met z’n drieën zijn, zijn ze nóg sterker. Net zoals een driedubbel touw niet gauw zal breken.

 

 

Macht bederft je

 

13 Beter een arme jonge man die wijs is, dan een oude, onverstandige koning die van niemand goede raad wil aannemen. 14 Want de arme, wijze jonge man komt uit de gevangenis en wordt koning, terwijl de man die als koning geboren was, arm zal worden. 15 Ik zag alle mensen onder de zon meelopen met de jonge man die de koning zou opvolgen. 16 Eindeloos veel mensen hebben vóór hem geleefd en weten dus niets van hem. En heel veel mensen zullen ná hem leven en niets van hem weten. Dus ook dit is maar lucht en teleurstellend.

 

 

Beloof niet te snel iets aan God

 

17 Let goed op wat je doet als je naar Gods tempel gaat. De bedoeling is, dat je daar goed naar God luistert. Dat is beter dan domweg je offers te brengen. Je moet begrijpen dat je vergeving nodig hebt, omdat je verkeerd gedaan hebt tegen God. (lees verder)

 

 

 

Prediker 5

 

Beloof niet te snel iets aan God (vervolg Prediker 4)

 

1 Let op je woorden. Beloof niet te snel iets aan de Heer. Want God is in de hemel en jij bent maar op de aarde. Gebruik daarom maar weinig woorden. 2 Want net zoals je er ’s nachts van gaat dromen als je druk met iets bezig bent geweest, ga je domme dingen zeggen als je te veel praat. 3 Als je God iets beloofd hebt, doe dan ook zo snel mogelijk wat je hebt beloofd. Want Hij houdt er niet van als mensen niet doen wat ze hebben gezegd. Want dan ben je een dwaas. Wat je beloofd hebt, moet je ook doen.

4 Het is beter om niets te beloven, dan om iets te beloven en het niet te doen. 5 Zorg ervoor dat je niets verkeerds zegt. En zeg niet tegen de priester van God dat je belofte maar een vergissing was. Want je zou God boos maken met je woorden, zodat Hij je werk niet langer zegent. 6 Want net zoals de meeste dromen geen betekenis hebben, worden er ook heel veel dingen gezegd die de mensen niet menen. Praat dus niet te veel, maar heb liever diep ontzag voor God.

 

 

 

 

Gedachten over rijkdom

 

7 Wees er niet verbaasd over dat arme mensen in het land onderdrukt worden, en dat de rechtspraak oneerlijk is. Want de ene ambtenaar loert op de baan van de ambtenaar die boven hem staat. En de hogere ambtenaren loeren weer op de ambtenaren die boven hén staan. 8 Dan is het maar goed dat iedereen moet leven van de oogst van het land. Zelfs de koning heeft alleen te eten als het goed gaat met de landbouw.

9 Wie van geld houdt, heeft nooit genoeg geld. En wie van rijkdom houdt, verdient nooit genoeg. Ook dat is maar lucht. 10 Als iemand rijker wordt, heeft hij ook meer mensen die ervan moeten eten. En wat heeft de eigenaar er dan aan? Hij kan niet anders dan toekijken. 11 Iemand die hard werkt, slaapt heerlijk. Het maakt niet uit of hij veel of weinig heeft gegeten. Maar een rijk mens heeft zóveel gegeten, dat hij er niet van kan slapen.

12 Ik heb iets heel vreselijks gezien onder de zon: iemand die zijn rijkdom voor zichzelf houdt. Maar het loopt slecht met hem af. 13 Want door tegenslag raakt hij alles kwijt. Er blijft niets over wat zijn zoon nog kan erven. 14 En als hij rijk sterft, kan hij toch niets meenemen van wat hij bezit. Toen hij geboren werd, bezat hij niets. En als hij sterft, neemt hij niets mee.

15 Dit is heel vreselijk. Zoals hij in de wereld gekomen is, zo is hij ook weer gegaan. Waar heeft hij dan zijn leven lang zo hard voor gewerkt? 16 Zijn hele leven heeft hij zonder blijdschap zijn eten gegeten. Zijn leven bestond uit pijn, verdriet en narigheid.

17 Maar ik heb ook iets goeds ontdekt. In de korte tijd die God je heeft gegeven om te leven, is het fijn om te eten en te drinken en te genieten van de goede dingen waarvoor je zo hard hebt gewerkt en gezwoegd onder de zon. Daar heb je recht op. 18 Als God je rijk maakt, geeft Hij je de mogelijkheid om te eten en alles te hebben wat je nodig hebt. En om te genieten van alles waarvoor je zo hard hebt gewerkt. Dat is dan een geschenk van God. 19 Dan denk je er niet aan hoe kort het leven maar is, omdat God je zo laat genieten en je blij maakt.

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

Daniel, Daniël 4 • The humbling of king Nebuchadnezzar / De vernedering van koning Nebukadnezar

Standaard

Category, categorie:  The Bible explained/De Bijbel uitgelegd: video

.

.

.

Daniël 4 . De vernedering  van koning Nebukadnezar

.

Paul LeBoutillier

.

.

 

 

 

 

 

Order of Books of the King James Bible/Volgorde van de koning Jacobus Bijbel

Standaard

Category/categorie: religion,religie,video

 

 

Order of Books of the King James Bible

 

Volgorde van de koning Jacobus Bijbel

 

 

Robert Breaker

 

 

 

Ps: De King James Version van de Bijbel is een Engelse Bijbelvertaling uit 1611, gepubliceerd op last van koning Jacobus I van Engeland. Deze versie van de Bijbel was het werk van 54 geleerden en geestelijken, die meer dan zeven jaar samenwerkten in subcommissies van negen personen, de zogenoemde ‘companies’.

 

 

 

 

 

 

 

Karel de Grote, koning der Franken

Standaard

categorie : beroemde mensen 

.

.

Karel de Grote

.

Karel de Grote

.

.Koning der Franken Karel de Grote werd geboren rond 747 en was de belangrijkste vorst uit de vroege middeleeuwen. De Frankische koning veroverde grote delen van Europa en breidde zijn rijk enorm uit. In 800 wordt de zeer religieuze Karel door de Paus gekroond als keizer. In 814 stierf Karel de Grote in Aken.

.

Vroege leven Karel de Grote

.

Karel de Grote werd geboren als de oudste zoon van Frankische koning Pepijn de Korte en Bertrada van Laon in het geslacht der Karolingen, waarschijnlijk omstreeks 747 in Luik. Na de dood van Pepijn in 768 werd het Frankische koninkrijk verdeeld tussen Karel en zijn broer Carloman.

Karel kreeg de noordelijke en westelijke gebieden van het rijk onder zijn beheer, terwijl Carloman Bourgondië, Acquitanië en Austrasië erfde, delen van het huidige Nederland en Frankrijk. Op 9 oktober 768 werd Karel gekroond in Noyon. Carloman werd tegelijkertijd in Soissons gekroond.

.

.

.

.

Koning der Franken

.

De verhouding tussen Karel en Carloman was niet goed. Karel sloot meerdere bondgenootschappen af, onder meer met de Longobarden en de hertog van Beieren. Hij wilde zijn macht vergroten en zijn broer dwarszitten. Hierdoor werd het rijk van Carloman bijna geheel omsingeld door Karel en zijn bondgenoten. Op 4 december 771 overleed Carloman plotseling. Karel eiste het koninkrijk van zijn broer op en werd alleenheerser over het Koninkrijk der Franken.

.

.

Het Rijk van Karel de Grote

.

.

Veldtochten en expansie van het Frankische Rijk

.

Vanaf 772 was Karel verwikkeld in een reeks veldtochten. Zo voerde hij strijd met de Langobarden. In 773 verklaarde hij op verzoek van Paus Adrianus de oorlog aan de Langobarden. Zij hadden pauselijk gebied veroverd. In 774 nam Karel de hoofdstad Pavia in en voegde hij Noord-Italië toe aan zijn Frankische rijk.

In 777 begon Karel de Grote een oorlog tegen de Moren in Spanje, nadat hij door de heersers van Barcelona en Zaragoza om hulp was gevraagd. Ondanks de verovering van het gebied rond de Pyreneeën was deze veldtocht geen succes. Op de terugtocht werd het Frankische leger verslagen bij de Slag van Ronceveaux in 778. Over deze slag werd het Roelantslied geschreven.

.

.

Roelandslied

.

.

Karel de Grote en religie

.

Een andere veldtocht die Karel ondernam was gericht tegen de Saksen, vanaf 772. Aanvankelijk om het grensgebied rustig te houden, maar vanaf 780 onderwierp hij het Saksische volk en werd het gedwongen tot kerstening. De zeer christelijke Karel legde ieder die zich niet bekeerde de doodstraf op. De Saksen bleven echter in opstand komen tegen zijn overheersing en de kerstening. Pas in 804 kwam er een einde aan deze oorlog.

.

.

Karel gekroond tot keizer

.

Karel de Grote was een zeer religieus man. Toen hij in 799 door de toenmalige Paus Leo III om hulp werd gevraagd stemde hij meteen toe. Leo was in de problemen geraakt in Rome. Een aantal leden van de pauselijke curie was in opstand tegen hem gekomen en hij werd verdreven uit Rome.

Karel trok met zijn leger naar Rome, sloeg de opstand neer en verzekerde Leo III van zijn positie als paus. Als dank hiervoor werd hij op 25 december 800 door Leo gekroond tot keizer. Hij was de eerste vorst met deze titel sinds de val van het West-Romeinse Rijk.

.

.

De keizerskroon van Karel de Grote

.

.

Opvolging van Karel de Grote

.

Na zijn kroning tot keizer ging Karel de Grote verder met het uitbreiden van zijn grondgebied. Hij nam onder meer de Avarenmark en Bohemen in. Hierna vestigde hij zich in de stad Aken. Karel de Grote overleed op 28 januari 814, na 47 jaar koning der Franken en 14 jaar keizer te zijn geweest en werd begraven in de kathedraal van Aken. Hij werd opgevolgd door zijn enige nog levende zoon Lodewijk de Vrome.

.

.

Onder protest van de Oost-Romeinse machthebbers werd Karel de Grote op eerste kerstdag van het jaar 800 door paus Leo III tot keizer gekroond. Om op goede voet te blijven met de Oost-Romeinen, was Karel van plan met de Oost-Romeinse keizerin Irene te trouwen. Als dat plan was doorgegaan, zou hei nieuwe samengevoegde keizerrijk weer bijna net zo groot zijn geweest als het oude Romeinse rijk. Maar keizerin Irene werd in 802 ten val gebracht. Bij de dood van de keizer in 814 erkenden de Oost-Romeinen het Frankische keizerrijk

.

.

Erfenis van Karel de Grote

.

Tijdens zijn leven is Karel vijf keer getrouwd geweest en had vele minnaressen. Bij deze vrouwen heeft hij 18 kinderen gekregen. Karel de Grote was naast een groot krijgsheer ook belangrijk voor de bevordering van economie en de cultuur binnen zijn rijk. Onder hem bloeiden deze enorm op, wat ook wel de ‘Karolingische Renaissance’ wordt genoemd.

.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

.

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

De arend in de Bijbel.

Standaard

categorie : religie

 

 

 

Bescherming van een arend tegen een demon

Bescherming van een arend en een wolf tegen een demon

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

De arend

 

De weg van de adelaar langs de hemel is bijna te wonderlijk om te begrijpen (zie Spreuken 30:18-19).

 

Met enorme uitgespreide vleugels zweeft deze koning van de vogels moeiteloos urenlang hoog in de lucht, op zoek naar een prooi: een konijn, een hert of een schaap. Omdat hij vier tot vijf maal zo scherp kan zien als een mens, ontkomen weinig dieren aan zijn blik. Na zijn prooi eenmaal ontdekt te hebben, duikt hij er met 200 km per uur op af.

Zo’n vliegkunst wordt niet gemakkelijk geleerd. Een kleine vergissing kan de dood betekenen. Daarom blijven de ouders heel dicht in de buurt, totdat het jong zijn gewicht in de lucht weet te beheersen. Als hij dreigt te vallen, gaat één van zijn ouders onder hem vliegen en draagt hem naar een veilige plaats. Deze ouderlijke zorg gebruikt God als beeld voor zijn zorg voor de Israëlieten toen zij uit Egypte kwamen:

“Als een arend, die zijn broedsel opwekt, over zijn jongen zweeft, zijn wieken uitspreidt, er een opneemt en draagt op zijn vlerken, zo heeft de Here hem alleen geleid” (Deuteronomium 32:11-12).

 

Net als het arendsjong de natuurwetten moet leren om in leven te blijven, zo moet Gods volk Gods wetten leren om zijn voortbestaan te verzekeren. God zorgt ook nu voor zijn kinderen. Hij kan ons “voor struikelen behoeden en onberispelijk doen staan voor zijn heerlijkheid in grote vreugde” (Judas 24)

Het meest voorkomende beeld in de Bijbel is dat van de arend. De grootmachten, Assur, Babel en Egypte worden alle met arenden vergeleken, maar het beeld wordt ook toegepast op verschillende aspecten van het persoonlijke leven. Zo snel als de legers van Assur en Babel aanstormden, zo snel gaan ook onze dagen voorbij. Dat was de ervaring van Job:

“Zij glijden voorbij als een arend die toeschiet op de prooi” (Job 9:26).

 

Daarom was het gebed van Mozes: “Leer ons zo onze dagen tellen dat wij een wijs hart bekomen” (Psalm 90:12). Salomo waarschuwde tegen het zoeken naar rijkdom, omdat die zo snel kan verdwijnen.

“Als een arend vliegt hij ten hemel” (Spreuken 23:4,5).

Gods wijsheid leert ons Hem dankbaar te zijn, die onze ziel verzadigt met het goede, zodat onze jeugd zich vernieuwt als die van een arend (Psalm 103:5).

 

De gelovige mag dankzij Gods genade naar een nog mooiere tijd uitzien:

“Wie de Here verwachten, putten nieuwe kracht; zij varen op met vleugelen als arenden; zij lopen, maar worden niet moede; zij wandelen, maar worden niet mat.” (Jesaja 40:31).

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

JOHN ASTRIA

Lodewijk 14, de zonnekoning van Frankrijk

Standaard

categorie : beroemde mensen

 

 

.

“De staat, dat ben ik.” Hoewel historici inmiddels betwijfelen of Lodewijk XIV, de Zonnekoning van Frankrijk, deze woorden ooit zelf heeft gebezigd, vormen ze in ieder geval wel een prachtige omschrijving van zijn heerschappij. Tijdens zijn 72 jaar durende koningschap trok alle macht naar zich toe en onderwierp de adel aan zijn bewind, dat hij baseerde op zijn goddelijke recht om te besturen.

.

 

 

.

Lodewijk XIV werd geboren op 5 september 1638 als de zoon van de Franse koning Lodewijk XIII en diens vrouw, Anna van Oostenrijk. Zijn geboorte kwam als een grote verassing ,omdat zijn ouders al 23 jaar getrouwd waren, maar tot op dat moment nog geen kinderen hadden gekregen. Gedurende zijn jeugd werd hij dan ook vaak aangesproken als ‘Louis-Dieudonné’, ofwel ‘Lodewijk het Godsgeschenk’.

 

.

 

Mazarin en La Fronde

.

In 1643 kwam Lodewijk III te overlijden en werd de vijfjarige Lodewijk XIV koning van Frankrijk, met zijn moeder als regentes. De feitelijke macht over het bestuur kwam echter in handen van kardinaal Mazarin, de Eerste Minister van Frankrijk.

Hij slaagde er onder meer in de Dertigjarige Oorlog met Spanje tot een goed einde te brengen, waardoor Frankrijk uitgroeide tot de één van de machtigste naties van Europa. Lodewijk XIV was Mazarin echter vooral dankbaar voor het neerslaan van La Fronde (1648-1653), een opstand van de Franse adel gericht tegen het koninklijke bewind.

 

.

30 jarige oorlog

.

 

Droit Divin

 

Na de dood van kardinaal Mazarin in 1661 viel de macht volledig in handen van Lodewijk XIV. Mede door de ervaringen uit zijn jeugd was hij ervan overtuigd dat hij aangesteld was door God zelf, en dat hij dus regeerde op basis van het ‘Droit Divin’, het goddelijke recht. Dit hield onder meer in dat de bevolking geen inspraak kreeg op het bestuur en dat Lodewijk aan niemand verantwoording af hoefde te leggen over zijn besluiten.

De jonge koning begon vervolgens direct de Franse adel aan zich te onderwerpen, om zo een herhaling van de voor hem traumatische gebeurtenissen tijdens La Fronde te voorkomen. De belangrijkste edellieden werden verplicht bij hem aan het hof in Versailles te komen wonen, zodat ze voortdurend onder zijn controle stonden. Daarnaast moesten ze regelmatig deelnemen aan uitgebreide koninklijke rituelen, waarin de superioriteit van Lodewijk nog eens benadrukt werd.

.

 

Chateau de Versailles in 1668 geschilderd door Pierre Patel

.

.

 

Huwelijk en minnaressen

.

Ook in het privéleven van Lodewijk XIV stond de politiek nog steeds centraal. Zo trouwde hij in 1660 met Maria Theresa van Spanje, de dochter van de Spaanse vorst Filips IV. Zij schonk hem zes kinderen, maar slechts een daarvan, Dauphin Lodewijk, wist de kinderjaren te overleven.

Van echte liefde tussen het paar was overigens geen sprake, zo blijkt wel uit de vele affaires die Lodewijk erop na hield. De Franse koning ging tijdens zijn huwelijk onder meer een relatie aan met Madame de Montespan, met wie hij maar liefst 7 kinderen kreeg.

.

 

Maria Theresia van Spanje

 

.

 

Madame de Montespan

.

 

 

Machtsuitbreiding van Frankrijk

.

Op buitenlands gebied hield Lodewijk zich vooral bezig met de versterking van zijn machtspositie. Zo verklaarde hij in 1672 de oorlog aan de Nederlandse Republiek, omdat deze weigerde mee te werken aan het Franse plan om de Spaanse Nederlanden onderling te verdelen. Deze Hollandse Oorlog (1672-1678) resulteerde uiteindelijk in een grote overwinning voor Frankrijk, dat onder meer Franche-Comté veroverde.

In 1681 wist Lodewijk XIV vervolgens ook de Elzas aan zijn rijk toe te voegen, en tijdens de Herenigingsoorlog (1683-1684) tegen Spanje kwamen hier ook nog delen van de Spaanse Nederlanden bij. De oorlogszucht van Lodewijk werd mede mogelijk gemaakt door Jean-Baptiste Colbert, de geniale Franse minister van Financiën die dankzij het mercantilisme de staatskas van Frankrijk aanzienlijk wist aan te sterken.

 

 

Frankrijk van 1552 tot 1798

 

 

 

 

Ondergang van Lodewijk

.

 

Tegen het einde van de 17e eeuw keerde het lot zich echter tegen Lodewijk. In 1683 kwam Colbert te overlijden, en daarnaast werden de Europese mogendheden zich steeds meer bewust van het gevaar van een te machtig Frankrijk.

Maar liefst zeven landen keerden zich in 1688 tegen Frankrijk nadat Lodewijk had geprobeerd aanspraak te maken op de Palts, met de Negenjarige Oorlog tot gevolg (1688-1697). Eenzelfde resultaat volgde toen hij in 1700 probeerde zijn kleinzoon op de Spaanse troon te zetten, wat resulteerde in de Spaanse successieoorlog (1701-1713).

 

.

 

Nagedachtenis

.

Tegen het einde van ’de heerschappij van Lodewijk stond Frankrijk als gevolg van deze conflicten dan ook aan de economische afgrond. De belastingdruk was veel te hoog, de bevolking was ontevreden en de luxe van het koninklijke Versailles stak schril af tegen de armoede van het platteland.

Lodewijk zag zelf ook in dat het mis was gegaan, maar verontschuldigde zich met de uitspraak “Oorlogvoeren was mijn passie”. De Zonnekoning Lodewijk XIV stierf op 1 september 1715, vier dagen voor zijn 77ste verjaardag. Volgens de overlevering waren zijn laatste woorden gericht aan de treurende hovelingen rond zijn sterfbed: “Waarom huilen jullie, dachten jullie dat ik onsterfelijk was?”

Lodewijk XIV werd uiteindelijk opgevolgd door zijn achterkleinzoon Lodewijk XV, op dat moment ook vijf jaar oud. De andere troonopvolgers, waaronder zijn zoon Dauphin Lodewijk en zijn kleinzoon Lodewijk van Bourgondië, waren tijdens het 72-jaar durende koningschap van Lodewijk XIV namelijk al overleden.

 

 

 

 

voorpagina openbaring a4

 

.

 

pijl-omlaag-illustraties_430109

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

.

 

 

 

 

Waarom de Openbaring lezen ?

 

Johannes 17 : 3 > ‘’dit betekent eeuwig leven, dat zij voortdurend kennis in zich opnemen van u, de enige ware God en van hem die gij hebt uitgezonden, Jezus Christus.‘’

Openbaring 1 : 3 > ‘’ gelukkig is hij die deze profetische woorden van de Here voorleest; en dat geldt ook voor de mensen die ernaar luisteren en het zullen onthouden. Want de tijd dat deze dingen werkelijkheid worden, komt steeds dichterbij. ‘’ 

Openbaring 22 : 7 > Jezus zegt: ‘’ ja, ik kom gauw. Gelukkig is hij die de profetische woorden van dit boek onthoudt. ‘’ 

 

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

Is God Jezus?

Standaard

categorie : religie

 

 

 

De Drievuldigheid van God en de mens

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

Is Jezus God?

 

 

 Het historische geschil

 

Het antwoord op deze vraag is het enige echte geschil rondom de historische Jezus. Geen enkele geloofwaardige schriftgeleerde ontkent tegenwoordig dat Jezus een historische persoonlijkheid was die ongeveer 2000 jaar gele-den de aarde bewandelde, opmerkelijke wonderen en goede daden verrichtte en even buiten Jeruzalem een af-schuwelijke dood stierf aan een Romeins kruis. Het emotionele debat concentreert zich in het bijzonder op de vraag of Jezus al dan niet de vleesgeworden God is die drie dagen na Zijn kruisiging uit de dood opstond.

 

 

 De enige alternatieven

 

Veel mensen hebben dit geestelijk vraagstuk “opgelost” door Jezus te aanvaarden als een goed mens, een goed leraar of een groot profeet. Maar Jezus en Zijn volgelingen gebruikten duidelijke taal toen zij verkondigden dat Hij God was :

zie Johannes 10: 30-38, Matteüs 16: 13-17, Marcus 14: 61-64, Johannes 14: 6, Hebreeën 1: 6-8, Kolossenzen 1: 15 – 19, Johannes 12: 37-41 [citaat van Jesaja 6: 1-10]).

 

 

Johannes 10: 30-38

 

30 Ik en de Vader zijn helemaal één.” 31 De Joden begonnen weer stenen aan te slepen om Hem daarmee dood te gooien. 32 Maar Jezus zei: “Ik heb laten zien wat voor geweldige dingen mijn Vader doet. Om welke van die dingen willen jullie Mij nu doden?” 33 De Joden antwoordden Hem: “We willen U niet doden vanwege de goede dingen die U doet, maar omdat U God beledigt. Want U, een mens, zegt van Uzelf dat U God bent.” 34 Jezus antwoordde hun: “Er staat toch in de Boeken: ‘Ik heb gezegd: jullie zijn goden’  ? 35 God noemt de mensen dus goden als Hij tegen hen spreekt, en we moeten ons houden aan wat er in de Boeken staat. 36 Ik ben speciaal door de Vader geroepen om naar de wereld te gaan. Waarom zeggen jullie dan dat Ik God beledig, als Ik zeg dat Ik Gods Zoon ben? 37 Als Ik níet doe wat mijn Vader zegt, geloof Mij dan maar niet. 38 Maar als Ik dat wél doe en jullie Mij toch niet geloven, geloof dan de dingen die Ik doe. Dan zullen jullie moeten toegeven dat de Vader één met Mij is en Ik één ben met de Vader.”

 

 

Matteüs 16: 13-17

 

13 Ze kwamen in de buurt van de stad Cesarea Filippi. Daar vroeg Hij aan zijn leerlingen: “Wat zeggen de men-sen over de Mensenzoon? Wie ben Ik volgens hen?” 14 Ze antwoordden: “Sommige mensen zeggen dat U Jo-hannes de Doper bent. Andere mensen zeggen de profeet Elia  . Weer andere mensen zeggen Jeremia, of één van de andere profeten.” 15 Maar Jezus zei tegen hen: “Maar Wie ben Ik volgens júllie?” 16 Simon Petrus ant-woordde: “U bent de Messias, de Zoon van de levende God.” 17 Jezus antwoordde: “Simon, zoon van Jona, wat heerlijk voor je dat je dit begrijpt! Want je weet dat niet doordat een mens je dat heeft laten zien. Maar mijn hemelse Vader heeft jou dat laten zien.

 

 

Marcus 14: 61-64

 

61 Maar Jezus zweeg en gaf geen antwoord. Toen vroeg de Hogepriester Hem weer: “Ben Jij de Messias, de Zoon van de Gezegende God?” 62 Jezus zei: “IK BEN  het. En u zal de Mensenzoon zien als Hij naast de Almach-tige God zit en op de wolken komt.” 63 De hogepriester riep uit: “We hebben verder geen beschuldigingen meer nodig! 64 Jullie hebben zelf gehoord dat Hij God heeft beledigd! Wat vinden jullie?” En ze vonden allemaal dat Hij de doodstraf moest krijgen.

 

 

Johannes 14: 6

 

6 Jezus zei tegen hem: “IK BEN  de weg en de waarheid en het leven. Alleen door Mij kun je bij de Vader komen. 7 Als jullie Mij kenden, zouden jullie ook mijn Vader kennen. Vanaf nu kennen jullie Hem en zien jullie Hem.”

 

 

Hebreeën 1: 6 – 8

 

6 En opnieuw zegt God, op het moment dat Hij zijn eerstgeboren Zoon in de wereld brengt: “Al Gods engelen moeten Hem aanbidden.” 7 Van de engelen zegt Hij: “Zijn engelen zijn als de wind. Zijn dienaren zijn als vuur-vlammen.” 8 Maar van de Zoon zegt Hij: “God, U bent voor eeuwig Koning en U heerst volmaakt rechtvaardig.

 

 

Kolossenzen 1: 15 – 19

 

15 Jezus is de afbeelding van God. God kunnen we niet zien. Maar aan Jezus kunnen we zien wie God is. Jezus was er al vóórdat God alles maakte. 16 Want door Jezus heeft God alle dingen in de hemel en op de aarde ge-maakt: de zichtbare dingen en de onzichtbare dingen, alles wat heerst en macht heeft. Alles is door Hem en voor Hem gemaakt. 17 Hij was er eerder dan al het andere. Alle dingen bestaan door Hem. 18 Hij is het Hoofd van de gemeente en de gemeente is zijn Lichaam. Hij is het begin van alles. Hij is de eerste die uit de dood is opge-staan. Zo is Hij dus van alles de eerste. 19 Want God had besloten Zelf in Jezus te komen wonen.

 

 

Johannes 12: 37-41

 

37 De mensen hadden met eigen ogen Jezus heel veel wonderen zien doen. Maar toch geloofden ze niet in Hem. 38 Zo werd werkelijkheid wat de profeet Jesaja van tevoren had gezegd: ‘Heer, wie gelooft wat hij van mij heeft gehoord? En wie heeft werkelijk begrepen hoe machtig de Heer is?’ 39 Ze konden niet geloven, omdat Jesaja ergens anders had gezegd: 40 ‘Ik heb hun ogen blind gemaakt en hun hart koppig gemaakt. Zo kunnen hun ogen het niet zien en kan hun hart het niet begrijpen. Daardoor zullen ze niet bij Mij terugkomen en zal Ik hen niet genezen.’ 41 Dit had Jesaja gezegd omdat hij tóen al had gezien hoe goed en machtig God is. Hij sprak toen over Jezus.

 

 

De ware- en de Valse Drievuldigheid

 

Pasteltekening van John astria

 

 

Daarom is elke mogelijke intellectuele compromis die Jezus een “goed mens” noemt logisch gezien inconsequent. Waarom? Omdat er feitelijk slechts drie werkelijke alternatieven zijn voor de identiteit van Jezus Christus. Hij is een leugenaar, een gek of onze Heer en God. Omdat Jezus beweerde God te zijn, zijn Zijn beweringen of waar, of onwaar. Als ze onwaar zijn, dan moet Hij dus een leugenaar zijn geweest, die de massa’s met opzet misleidde. Of Hij was een gek die oprecht geloofde dat Hij zelf God was, maar in werkelijk slechts een gewoon mens was.

Maar als Jezus een “goed mens” was, wat volgens de meeste mensen waar is, hoe kon Hij dan tegelijkertijd goed en gek zijn, of goed en een leugenaar? Er bestaat maar één logisch consequent alternatief: Hij moet de waarheid verteld hebben over Zijn identiteit. Naast de logische onverenigbaarheid toont het opmerkelijke historische en archeologische bewijs, samen met het bewijs uit de manuscripten, dat Jezus geen leugenaar en ook geen gek was. Nogmaals, de enige overgebleven positie is dat Zijn bewering waar was. Jezus is Heer en God.

 

 

De mens in geloof

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

Het enige nog resterende alternatief is dat Jezus slechts een legende of een mythe was. Het is erg onwaarschijn-lijk dat de beweringen van Jezus slechts legendarisch van aard zijn. Er was gewoonweg niet voldoende tijd voor de ontwikkeling van fabelachtige verhalen die de werkelijkheid konden vervangen. We weten nu bijvoorbeeld dat de Evangeliën zo’n 30 tot 50 jaar na de kruisiging van Jezus werden geschreven. We kunnen nu zelfs enkele van de vroege christelijke geloofsbelijdenissen, waarin het leven, de dood en de opstanding van Jezus worden ver-kondigd, dateren tot ongeveer 3 tot 10 jaar na Zijn kruisiging. Hieronder bevinden zich de brieven van Paulus aan de Korintiërs, de Romeinen en de Galaten.

Tenslotte, als de bewering van Jezus dat Hij God was slechts een mythe was, dan zouden de vroege Joodse tegenstanders van het christendom zeer zeker gebruik hebben gemaakt van het simpele feit dat deze dingen nooit werkelijk hadden plaatsgevonden. Maar in tegenstelling tot moderne sceptici ontkenden de Joodse rabbijnen nooit de bewering van Jezus dat Hij God was. In plaats daarvan noemden zij Hem een leugenaar en berechtten zij Hem wegens godslastering.

 

 

 Het enige mogelijke antwoord

 

Als jij jezelf al deze vragen hebt gesteld, al het bewijs hebt gewogen en alle argumenten hebt beproefd, zul je ui-teindelijk oog in oog staan met deze vraag. In Matteüs 16:15 zei Jezus het als volgt, “‘En wie ben ik volgens jullie?’ ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus.” Wat is jouw antwoord?

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

Jezus Christus : een geschapen wezen of is Hij eeuwig?

Standaard

categorie : religie

 

 

 

 

De ware- en de Valse Drievuldigheid

 

Pasteltekening van John Astria

.

 

Het denkbeeld, dat Jezus door God de Vader werd geschapen wordt vaak ontleend aan de zeer beperkte uitleg van Kolossenzen 1: 15 – 17 en Openbaring 3: 14 en door het gemis van het begrip van Gods Plan, zoals het op de mensheid van toepassing is.

 

 

Kolossenzen 1: 15 – 17

 

15 Jezus is de afbeelding van God. God kunnen we niet zien. Maar aan Jezus kunnen we zien wie God is. Jezus was er al vóórdat God alles maakte. 16 Want door Jezus heeft God alle dingen in de hemel en op de aarde gemaakt: de zichtbare dingen en de onzichtbare dingen, alles wat heerst en macht heeft. Alles is door Hem en voor Hem gemaakt. 17 Hij was er eerder dan al het andere. Alle dingen bestaan door Hem.

 

 

Openbaring 3:14

 

14 De Heer zei tegen Johannes: “Schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea: Dit zegt de Amen (=’ja, zo is het’), de Getuige die de waarheid spreekt en die te vertrouwen is. Dit zegt Hij die het Begin is van alles wat God heeft gemaakt.

 

 

De Bijbel laat echter zien dat zowel de Vader en de Zoon eeuwig op zichzelf bestaand zijn. Ofschoon “er maar één God is” (1 Korintiërs 8: 4; Deuteronomium 6: 4), laat de Bijbel zien, dat God een goddelijk Gezin is, bestaande uit meer dan één Wezen. (Genesis 1: 26; Efeze 2: 19)

 

 

1 Korintiërs 8: 4

 

4 Ik wil jullie het volgende zeggen over het eten van vlees dat aan de afgoden is geofferd. We weten dat er eigenlijk geen andere goden bestaan. Want er is maar één God.

 

 

Deuteronomium 6: 4

 

4 Luister, Israël, de Heer is onze God. De Heer is Eén.

 

 

Genesis 1: 26

 

26 En God zei: “Laten We mensen maken, mensen die op Ons lijken. Ze zullen heel erg op Ons lijken. Ze moeten zorgen voor de vissen in de zee, de vogels in de lucht, het vee, de kruipende dieren en voor de hele aarde.”

 

 

Efeze 2: 19

 

19 Zo zijn jullie nu dus niet langer vreemdelingen en buitenstaanders. Jullie horen nu bij het volk van God en bij het gezin van God.

 

 

Volgens de Bijbel was Jezus Christus de God van het Oude Testament, het “Woord” (Logos), door wie de Vader alle dingen schiep. (Johannes 1: 1-3; Efeze 3: 9; Hebreeën 1: 1 – 3)

 

 

Johannes 1: 1-3

 

1 We willen jullie vertellen over het Levende Woord. Het Levende Woord was er al vanaf het begin. We hebben Hem gehoord, met onze eigen ogen gezien en met onze eigen handen gevoeld. 2 In Hem is het Leven Zelf zichtbaar geworden. Dat eeuwige Leven was bij de Vader, en de Vader heeft het zichtbaar gemaakt zodat wij het konden zien. 3 We willen jullie vertellen wat we hebben gezien en gehoord, zodat we één met elkaar zullen zijn. En wíj zijn één met de Vader en met zijn Zoon Jezus Christus.

 

 

Efeze 3: 9

 

9 God, die alle dingen door Jezus Christus heeft gemaakt, heeft eeuwenlang zijn plannen verborgen gehouden. En nu mag ík aan de mensen zijn plan bekend maken!

 

 

Hebreeën 1: 1 – 3

 

1 God heeft vroeger vaak en op veel verschillende manieren tegen onze voorouders gesproken. Dat deed Hij door de profeten. Maar nu, aan het eind van de tijd, heeft Hij tegen óns gesproken door zijn Zoon. 2 Door zijn Zoon heeft Hij de wereld gemaakt. En Hij heeft Hem ook alles gegeven wat bestaat. 3 De Zoon is de ‘afbeelding’ van God Zelf. In Hem zien we wie God is. In Hem zien we de macht en majesteit van God en het karakter van God. De Zoon zorgt ervoor dat alle dingen bestaan. Want alle dingen bestaan door zijn woord dat één en al kracht is.

 

 

Nadat Hij “Zichzelf ledigde” van Zijn goddelijke macht (Filippenzen 2: 5 – 8) om te sterven en de straf voor onze zonden te betalen (Romeinen 6: 23) werd Jezus de “eniggeborene des Vaders”, (Johannes 1: 14 – 18; 3: 16 – 18), de Verlosser van de mensheid (1 Johannes 4: 14 – 16) en Degene, die voor onze zonden stierf en uit de doden is opgestaan, zodat wij verlost zouden worden van de eeuwige dood. (Handelingen 4: 10-12)

 

 

Filippenzen 2: 5 – 8

 

5 Wees net zo bescheiden als Jezus Christus was. 6 Hij was God. Maar Hij vond dat niet zó belangrijk, dat Hij het niet los kon laten. 7 Nee, Hij heeft zelfs al zijn goddelijkheid opgegeven. Hij kwam naar de aarde om een dienaar te worden. Hij werd helemaal mens. 8 En als mens heeft Hij Zichzelf vernederd door God gehoorzaam te zijn tot de dood. Ja, zelfs tot de dood aan een kruis.

 

 

Romeinen 6: 23

 

23 Het kwaad brengt altijd de dood: het is je loon voor wat je hebt gedaan. Maar de liefdevolle goedheid van God geeft een geschenk: het eeuwige leven, door onze Heer Jezus Christus.

 

 

Johannes 1: 14 –  18 

 

14 Het Woord werd een mens en Hij heeft bij ons gewoond. We hebben gezien hoe geweldig en machtig Hij is: Hij, Gods enige Zoon, met dezelfde macht als de Vader, liefdevol, vriendelijk, en vol van waarheid. 15 Johannes de Doper zei van Hem: “Dit is de man over wie ik het had. Hém bedoelde ik toen ik zei: ‘De man die na mij komt, is belangrijker dan ik,’ want Hij was er al voordat ik werd geboren.” 16 Hij is één en al liefde, vriendelijkheid en goedheid. Daarom is Hij ook eindeloos liefdevol, vriendelijk en goed voor ons allemaal. 17 Door Mozes hebben we de wet gekregen, die ons leert wat God van ons vraagt. Door Jezus Christus zijn Gods liefde, vriendelijkheid, goedheid en waarheid naar ons toe gekomen. 18 Niemand heeft ooit God gezien. Maar zijn Enige Zoon, die helemaal één met Hem is, heeft ons laten zien wie God is.

.

 

Johannes 3: 16 – 18

 

16 Want God houdt zoveel van de mensen, dat Hij zijn enige Zoon aan hen heeft gegeven. Iedereen die in Hem gelooft, zal niet verloren gaan, maar zal het eeuwige leven hebben. 17 Want God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om de mensen te veroordelen, maar om door Hem de mensen te redden. 18 Iedereen die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld. Maar iedereen die níet gelooft, ís al veroordeeld. Want hij heeft niet geloofd in de enige Zoon van God.

 

.

1 Johannes 4: 14 – 16

 

14 Wij hebben met eigen ogen gezien dat de Vader de Zoon heeft gestuurd als Redder van de mensen. En dat is wat wij aan de mensen vertellen. 15 Als iemand hardop erkent dat Jezus de Zoon van God is, mag hij er zeker van zijn dat God in hem woont en dat hij in God is. 16 We hebben gezien en geloofd dat God heel veel van ons houdt. God is liefde. En als jullie net als God van elkaar houden, blijven jullie in God en blijft God in jullie.

.

 

Handelingen 4: 10-12

 

10 Ik wil dat u en het hele volk van Israël weten dat wij dat hebben gedaan namens Jezus Christus uit Nazaret. U heeft Hem gekruisigd, maar God heeft Hem teruggeroepen uit de dood en weer levend gemaakt. Door deze Jezus staat deze man nu gezond vóór u. 11 Jezus is de steen die u, de bouwers, niet goed genoeg vond. Toch is hij de belangrijkste bouwsteen van het gebouw geworden. 12 Niemand anders dan Hij kan de mensen redden. Er is op aarde niemand anders door wie de mensen gered kunnen worden.”

 

Sommigen verwijzen naar de Statenvertaling van Openbaring 3: 14 als bewijs, dat Jezus Christus een geschapen wezen is, omdat het Hem beschrijft als “het begin der schepping Gods”. Het probleem ligt in de vertaling van het woord “het begin”. (In het Grieks, arche)

 

 

Openbaring 3: 14 > zie boven

.

 

De Drievuldigheid en de mens

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

Hoe vertalen andere vertalingen deze zin?

 

Christus is “de oorsprong van de schepping Gods”. (Prof. Brouwer, zie ook de Moffatt of NIV vertaling) “Het Begin” zou beter vertaald zijn met “de Beginner” of de “Bewerker”, of de “Schepper” van de schepping. Zoals deze vertalingen duidelijk maken betekent Openbaring 3: 14 niet, dat Jezus het eerste geschapen wezen was; integendeel, Hij is Degene, die schiep en geldt als de oorzaak van die schepping.

Sommigen halen ten onrechte Kolossenzen 1: 15 aan en zeggen dat dit vers betekent, dat Christus als “de eerstgeborene der ganse schepping”, Zelf een deel van die schepping was. Het Griekse woord dat hier vertaald wordt met “eerstgeborene” -prototokos (van proto, “eerste” en tikto, “verwekken”) – geeft niet aan, dat Jezus geschapen was.

Integendeel, het herinnert ons er aan dat door Zijn opstanding Hij de “superioriteit” als “de eerstgeborene uit de doden” had. (Kolossenzen 1: 18; Openbaring 1: 4 – 6) Bovendien –  zoals juist opgemerkt in Vine’s Expository Dictionary of New Testament Words – is Kolossenzen 1: 15 een vers “waar Christus’ relatie met de Vader zichtbaar is en deze zin betekent zowel dat Hij de Eerstgeborene was voor de hele schepping en dat Hij Zelf de schepping produceerde. Het is de tweede voorwerpsnaamval, zoals vers 16 duidelijk maakt. Hij schiep Zichzelf niet.

 

 

Kolossenzen 1: 18

 

18 Hij is het Hoofd van de gemeente en de gemeente is zijn Lichaam. Hij is het begin van alles. Hij is de eerste die uit de dood is opgestaan. Zo is Hij dus van alles de eerste. 19 Want God had besloten Zelf in Jezus te komen wonen. 20 Door Jezus’ dood aan het kruis heeft God vrede met ons gesloten. Door Jezus heeft Hij de vriendschap hersteld tussen Hemzelf en alles wat leeft op de aarde en in de hemel.

 

 

Openbaring 1: 4 – 6

 

4 Johannes schrijft dit aan de zeven gemeenten in Asia (= Turkije): Ik bid dat God in alles goed voor jullie zal zijn. En dat jullie vol zullen zijn van de vrede van Hem die is en die was en die komt, de vrede van de zeven Geesten die voor zijn troon staan, 5 en de vrede van Jezus Christus. Hij heeft ons de hele waarheid bekend gemaakt en Hij is te vertrouwen. Hij is de eerste die uit de dood opstond. Hij is de hoogste Koning op aarde. Hij houdt zoveel van ons, dat Hij ons door zijn bloed heeft schoongewassen van onze ongehoorzaamheid aan God. 6 Daarom moeten we Hem alle eer geven! Hij heeft koningen van ons gemaakt en priesters voor zijn God en Vader. Hij regeert voor altijd en eeuwig! Amen! Zo is het!

 

 

Een andere belangrijke sleutel om de leerstelling van Paulus te begrijpen vindt U in Hebreeën 7. In de dagen van Abraham was Melchisedek de koning van Jeruzalem en “een priester van God, de Allerhoogste” (Genesis 14: 18 – 20).

 

Genesis 14: 18 – 20

 

18 Ook Melchizédek, de koning van Salem, kwam Abram tegemoet. Hij gaf hem en zijn mannen brood en wijn. Melchizédek was een priester van de Allerhoogste God. 19 Hij zegende Abram en zei: “Ik zegen je met de zegen van de Allerhoogste God, de Eigenaar van de hemel en de aarde. 20 En ik dank de Allerhoogste God, die ervoor zorgde dat je al je vijanden hebt overwonnen.” Toen gaf Abram aan Melchizédek een tiende deel van de hele buit.

 

 

Paulus schrijft dat Melchisedek bestond van eeuwigheid “zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsregister, zonder begin van dagen of einde des levens, en, aan de Zoon van God gelijkgesteld, blijft hij priester voor altoos”. (Hebreeën 7: 3)

 

 

Hebreeën 7: 3

 

3 Verder wordt er niets over hem gezegd. Zo is hij zonder vader, zonder moeder, zonder voorouders of kinderen, zonder begin van zijn leven en zonder eind van zijn leven. Hij is daarmee gelijk aan de Zoon van God en blijft voor altijd priester.

 

Melchisedek was “als de Zoon van God en bleef altijd een Hoge Priester. Als Jezus Christus nu onze Hoge Priester is (Hebreeën 5: 10), dan zijn Melchisedek en Jezus Christus één en hetzelfde eeuwige Wezen

 

 

Hebreeën 5: 10

 

10 Zo maakte God Jezus tot net zo’n Hogepriester als Melchizédek.

 

 

Religies, die Jezus Christus als een geschapen wezen beschouwen begrijpen Gods plan van behoud niet.

Jezus Christus is het “Woord”, die “God was” en “met God” was, eeuwig vanaf het begin (Johannes 1: 1-4), vòòr de schepping, die zal terugkomen als “Koning der koningen en Here der heren” (Openbaring 19: 13-16) om duurzame vrede te vestigen op de aarde. (Jesaja 2: 2-4).

 

 

Johannes 1: 1-4

 

1 In het begin was het Woord er. Het Woord was bij God, en het Woord was God Zelf. 2 In het begin was het Woord bij God. 3 Alle dingen zijn door het Woord gemaakt. Werkelijk alles wat er is, bestaat doordat het Woord het heeft gemaakt. 4 In het Woord was het leven, en het leven was het licht voor de mensen.

 

 

Openbaring 19: 13-16

 

3 Zijn kleren waren in bloed geverfd. Zijn naam is: ‘Het Woord van God’. 14 En de hemelse legers, gekleed in schone, witte, linnen kleren, volgden Hem op witte paarden. 15 Uit zijn mond kwam een scherp zwaard, waarmee Hij de ongelovigen verslaat. Hij zal streng over de volken heersen, als met een ijzeren staf. Hij zal Zelf de druiven uitpersen in de druivenpers van de straf van de Almachtige God. 16 Op zijn kleding staat bij zijn bovenbeen zijn naam geschreven: ‘Hoogste Koning en machtigste Heer.’

 

 

Jesaja 2: 2-4

 

2 Als het eind van de tijd is gekomen, zal de berg waarop de tempel van de Heer staat de hoogste berg zijn. Hij zal hoger zijn dan de hoogste bergen, indrukwekkender dan de hoogste heuvels. Alle volken zullen daarheen gaan. 3 Ze zullen zeggen: ‘Kom, laten we naar de berg van de Heer gaan, naar de tempel van de God van Jakob. Want we willen van Hem leren hoe we moeten leven. We willen leven zoals Hij het wil. Want vanuit Jeruzalem zal de Heer zijn wil bekend maken.’ 4 Hij zal rechtspreken over de landen en volken. Dan zullen zij hun zwaarden omsmeden tot ploegen. En hun speren zullen ze omsmeden tot snoeischaren. De volken zullen niet meer tegen elkaar strijden. Ze zullen hun bewoners niet meer leren oorlogvoeren.

.

 

.

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

 

 

De leeuw in de Bijbel.

Standaard

categorie : religie

 

 

de leeuw van Juda

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

De leeuw

 

Als vijfde en laatste in de reeks van dingen die een grote indruk op Agur hebben gemaakt, komt een lijst van vier wezens die fier voortbewegen: “Drie hebben een voorname tred, vier schrijden statig voort” (Spreuken 30: 29 – 30). Het zijn de leeuw, de haan, de bok en de koning.

 

 

Spreuken 30:29 – 30

 

29 Deze drie, nee, deze vier lopen heel statig en deftig:
30 een leeuw, de koning van de dieren
die voor niets of niemand bang is

 

 

 

 

De leeuw is feitelijk ook een koning, die van de dieren, want hij “deinst voor niets terug” (vers 30). Hij weet dat hij de baas is en laat dat merken ook. Het Hebreeuwse woord dat hier wordt gebruikt, “layish”, betekent een oude leeuw, een die zijn vrouwen en welpen om zich heen heeft.Leeuwen zijn de enige katachtige roofdieren die in groepen jagen. Hun jachttactieken zijn zo effectief, dat zelfs olifanten hun soms ten prooi vallen. Met één klap van hun klauwen kunnen zij een groot dier vellen, en hun schaar-achtige tanden kunnen vlees afscheuren, snijden en vermalen.In de Bijbel staat de leeuw vanzelfsprekend voor een vertoon van kracht en trots. In die tijd kwamen leeuwen overal in het land Israël voor, en zij waren geduchte vijanden van o.a. de schaapherders. De jonge David toonde zijn bekwaamheid in de strijd tegen de reus Goliat nadat hij, om zijn schapen te beschermen, zowel leeuw als beer had overmeesterd (1 Samuël 17: 32-37).

 

 

 

1 Samuël 17: 32-37

 

32 David zei tegen Saul: “Laat niemand de moed verliezen door die Filistijn. Ik zal met hem vechten.” 33 Maar Saul zei tegen David: “Dat kun je niet. Je bent veel te jong. En híj vecht al van jongs af aan.” 34 Maar David zei tegen Saul: “Ik ben gewend om voor mijn vader de schapen te hoeden. Soms roofde een leeuw of beer een schaap uit de kudde. 35 Dan liep ik hem achterna, sloeg hem neer en redde het dier uit zijn bek. En als de leeuw mij dan aanviel, greep ik hem bij zijn manen en doodde hem.

36 Ik heb leeuwen en beren verslagen. Met deze ongelovige Filistijn zal het net zo aflopen. Want hij heeft het leger van de levende God uitgedaagd. 37 De Heer heeft mij gered van de klauwen van leeuwen en beren. Hij zal mij ook redden uit de handen van deze Filistijn.” Toen zei Saul: “Ga dan maar. De Heer zal met je zijn.”

 

 

Het oordeel van de leeuw, de teerlingen zijn geworpen

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

Al vroeg in de Bijbel vinden wij de koning vergeleken met een leeuw. Toen Jakob de toekomst van zijn zonen voorzegde, beschreef hij Juda als een jonge leeuw, aan wie het koningschap zou toebehoren (Genesis 49: 8-10). Aan het eind van Gods Woord komen wij de uitdrukking “de leeuw uit de stam Juda” tegen (Openbaring 5: 5), iets dat duidelijk betrekking heeft op de Here Jezus. Hij is de ware Koning, die tot in eeuwigheid zal regeren op de troon van David (Lucas 1: 32-33). 

 

 

Genesis 49: 8-10

 

8 Juda, je zal door je broers worden geprezen. Je zal je vijanden overwinnen. Je eigen broers zullen voor je bui-gen. 9 Je lijkt op een jonge leeuw die na de jacht, als hij zijn prooi heeft opgegeten, op een hoge plaats gaat rusten. Wie zal hem daar durven storen? 10 De koningsstaf zal altijd in zijn hand zijn. Zijn heersersstaf zal altijd regeren, totdat Silo (= ‘Vredevorst’) komt. Alle volken zullen hem gehoorzamen.

 

 

Openbaring 5: 5

 

5 Toen zei één van de gemeenteleiders tegen mij: “Huil maar niet. Kijk, de Leeuw uit de stam van Juda, de Zoon van David, heeft overwonnen. Daarom mag Hij de zeven zegels losmaken en de boekrol openmaken.”

 

 

Lucas 1: 32-33

 

32 Hij zal een belangrijk mens zijn en Hij zal ‘Zoon van de Allerhoogste God’ worden genoemd. De Heer God zal Hem koning van Israël maken, net als zijn voorvader David . 33 Hij zal voor eeuwig als koning regeren over het volk Israël. Er zal nooit een eind komen aan zijn heerschappij.”

 

 

De eindstrijd tussen goed en kwaad op de laatste dag

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

Toch zag Johannes geen leeuw maar een geslacht Lam; op aarde had Hij Zich nederig en gehoorzaam aan de wil van Zijn Vader onderworpen, tot de kruisdood toe. Daarom kwam het koningschap Hem toe en werd Hij boven-mate verhoogd (Filippenzen 2: 8-11). Als lam is Hij gestorven, maar als leeuw zal Hij afrekenen met zijn vijanden (Psalm 2). 

 

 

Filippenzen 2: 8-11

 

8 En als mens heeft Hij Zichzelf vernederd door God gehoorzaam te zijn tot de dood. Ja, zelfs tot de dood aan een kruis. 9 Daarom heeft God Hem ook de hoogste eer en de allergrootste macht gegeven. Hij heeft Hem be-langrijker en machtiger gemaakt dan wie dan ook. 10 Want God wil dat iedereen in de hemel, op de aarde en onder de aarde de knieën zal buigen voor Jezus. 11 Hij wil dat iedereen hardop zal toegeven dat Jezus de Heer is. Want dat eert God de Vader!

 

 

Psalm 2

.

1 Waarom gaan de volken tekeer?
Ze smeden plannen die toch niet zullen slagen.
2 De koningen van de aarde maken zich klaar voor de strijd.
Ze sluiten zich bij elkaar aan en komen in opstand tegen de Heer
en tegen de man die Hij tot koning heeft gezalfd.
3 Ze zeggen: “We willen niet dat zij over ons heersen!
We willen niet dat zij ons vertelle

n wat wel en niet mag!”

4 God in de hemel trekt zich niets van hun plannen aan.
De Heer lacht om hen.
5 Dan spreekt Hij woedend tegen hen.
Als ze zien hoe kwaad Hij is, worden ze doodsbang.
6 Hij zegt: “Deze koning heb Ik Zelf uitgekozen
als koning over mijn heilige berg Sion!”

7 De koning zegt:
“Ik zal jullie vertellen wat de Heer heeft besloten.
Hij heeft tegen mij gezegd:
‘Jij bent mijn zoon. Vanaf vandaag ben Ik je Vader.
8 Je mag Mij alles vragen.
Ik zal je alle volken geven.
De hele aarde zal van jou zijn.
9 Je zal streng over hen regeren, als met een ijzeren staf.
Je zal hen vernietigen, zoals je een kruik stukbreekt.’

10 Wees dus verstandig, koningen en leiders!
Luister naar mij en doe wat ik zeg:
11 Dien de Heer met diep ontzag.
Wees vol eerbied blij over Hem.
12 Buig je voor de zoon, zodat hij niet boos op je wordt.
Wacht niet te lang, want straks is het te laat.
Dan zal hij iedereen vernietigen die hem niet gehoorzaamt.
Het is heerlijk voor een mens om op God te vertrouwen!”

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget