Tagarchief: vuur

Het Derde Geheim van Fatima, de opkomst van de valse profeet

Standaard

categorie : religie

 

 

 

Maria van Fatima met de rozenkrans

 

 

Het geheim toevertrouwd aan Lucia dos Santos

 

Op 17 oktober 1917 verscheen de H. Maagd voor de laatste maal aan de drie herderskindertjes. Op die dag deed zich het zonnewonder voor, daarna openbaarde de H. Maagd aan de oudste van de drie, Lucia Dos Santos, het Derde Geheim. Zij moest het voor zich houden tot de door de H. Maagd vastgestelde datum. Dan zou ze het openbaar moeten maken.

 

 

3 herderskindertjes

 

 

Door O.L.Vrouw gevraagde jaar van openbaring: 1960

 

Lucia had het Derde Geheim zorgvuldig toevertrouwd aan het Vaticaan, met de overtuiging dat zij als Godgewijde personen, er wel voor zouden zorgen dat de verlangens van de H. Maagd zouden worden ingewilligd. De H. Maagd had erop aangedrongen dat omstreeks 1960 het geheim openbaar moest worden gemaakt.

Op 15 oktober 1963 verscheen in de krant Neues Europa te Stuttgart een document onder de titel “De toekomst van de mensheid”. De tekst werd overgenomen in verschillende kranten wereldwijd.

Men verklaarde dat dit document de inhoud van het derde geheim van Fatima was, dat door Paus Paulus VI aan Presidenten Kennedy, Macmillan en Kroutsjov werd gestuurd vóór de bijeenkomsten die leidden tot het akkoord betreffende de controle op atoomexperimenten, en dat werd gesloten op 6 augustus 1963 te Moskou.

Het succes van dit akkoord, dat door ruim 90 landen werd ondertekend, zou zijn te danken aan deze tekst. En het verrassende is dat het Vaticaan er nooit de echtheid van heeft ontkend.

 

 

De tekst luidt als volgt

 

Na de gebeurtenis van het zonnewonder, heeft de Moeder van God een speciale boodschap verteld waarin ze tegen Lucia zei:

“Vrees niet, lief kind, Ik ben de Moeder van God, die met je spreekt en bidt om in mijn Naam de volgende boodschap te brengen aan de hele wereld. Je zult, door dit te doen, sterke vijandelijkheden ondervinden. Luister en onthoudt goed wat ik je zeg: De mensen moeten beter worden. Ze moeten smeken om de vergeving van zonden die ze hebben begaan en van de zonden die ze blijven doen.

Ze moeten het rozenhoedje bidden,  er is geen enkel persoonlijk probleem,  familiaal, nationaal of internationaal probleem die ik niet kan oplossen als ze het me vragen door het Rozenhoedje. Je vraagt mij een miraculeus teken zodat iedereen uiteindelijk mijn boodschappen begrijpt, door jou, gegeven aan de mensheid. Dit mirakel heb je zonet gezien. Het was het groot zonnewonder!

Iedereen heeft het gezien, gelovigen en ongelovigen, boeren en stadsmensen, geleerden en journalisten, leken en priesters. En nu, verkondig in mijn Naam: Op heel de mensheid zal er een grote kastijding komen, nog niet vandaag, ook niet morgen, maar in het tweede deel van de 20ste eeuw. Hetgeen ik laten weten heb in Salette aan de kinderen Mélanie en Maximim zal ik vandaag voor jou herhalen. De mensheid pleegt heiligschennis en vertrapt het geschenk dat zij ontvangen hebben.

Nergens heerst er nog orde. Zelfs op de meest verheven posten is het Satan die regeert en de gang van zaken beslist. Hij zal zich zelfs introduceren in de hoogste toppen van de Kerk. Hij zal erin slagen om verwarring te zaaien in de geesten van de grote geleerden die wapens zullen uitvinden waarmee ze het grootste deel van de mensheid binnen enkele minuten kunnen vernietigen.

Hij onderwerpt de machtigen onder de mensen onder zijn invloed en bestuurt ze om deze wapens te maken in grote hoeveelheid. Als de mensheid zich hier niet tegen verzet zal ik genoodzaakt zijn om de Arm van mijn Zoon te laten vallen. Als diegenen die aan het hoofd van de wereld en het hoofd van de Kerk staan, zich niet verzetten tegen deze gevaren, is het ik die het zal doen en ik zal bidden tot God mijn Vader om zijn gerechtigheid op de mensen te laten komen.

Het is dan dat God de mensen zal straffen, harder en zwaarder dan Hij ze heeft gestraft door de zondvloed. En de groten en de machtigen zullen vergaan net zoals de kleinen en de zwakken. Maar er komt ook voor de Kerk een tijd van zware ontberingen. De kardinalen zullen opstaan tegen kardinalen, bisschoppen tegen bisschoppen. Satan houdt zich op in het midden van hun rangen.

Ook in Rome zullen er grote veranderingen komen. Rome zal verwoest worden. Het is hetgeen rot is wat valt, en wat valt moet niet onderhouden worden. De kerk zal verduisteren en de wereld zal in de wanorde storten. De grote, grote oorlog zal plaatsgrijpen in het tweede deel van de twintigste eeuw. Rusland zal de zweep worden van God, en op het einde zal ze zich bekeren. Dat Amerika maar niet gelooft dat ze onkwetsbaar is.

Vuur en rook zullen dan uit de hemel neervallen en het water van de oceanen zal veranderen in stoom, hun schuim spugend tot aan de hemel en alles wat staat wordt omgekeerd. En miljoenen en andere miljoenen mensen zullen hun leven verliezen op het ene uur na het andere, en diegenen die nog leven op dat moment zullen jaloers zijn op diegenen die dood zijn.

Er zullen overal verdrukkingen zijn waar men kijkt, en miserie over heel de aarde en verlatenheid in alle landen. Ziehier, de tijden naderen steeds meer, de afgrond verdiept zich steeds meer, en er is geen weg meer terug. De goeden sterven met de slechten, de groten met de kleinen, de prinsen van de kerk met hun onderdanen, de vorsten van de aarde met hun volk, overal regeert de dood verheven in zijn triomf door de verloren mensen en de dienaren van Satan die dan de enige vorsten zullen zijn op aarde.

Het zal een tijd worden die geen enkele koning noch keizer, geen kardinaal noch bisschop verwacht en hij zal komen volgens het plan van mijn Vader om te straffen en wraak te nemen. Later echter, zullen diegenen die nog in leven zijn opnieuw God aanroepen en Zijn heerlijkheid en men zal opnieuw God dienen zoals voorheen toen de wereld nog niet verdorven was. Ik roep al de ware volgelingen van mijn Zoon Jezus Christus, alle ware christenen en de apostelen van de Eindtijd!

De Tijd der Tijden komt en het Einde der Einde als de mensheid zich niet bekeert en als deze verandering niet van boven komt, van de wereldleiders en de Kerkleiders. Maar wee als deze verandering niet komt en alles blijft zoals het is, ja, als alles zelfs erger wordt. Ga mijn kind en verkondig het! Ik houd me hiervoor altijd aan je zijde,  je helpend.”

 

Dit is echter in geen geval de volledige versie van het Derde Geheim van Fatima. De complete tekst werd door het Vaticaan angstvallig verborgen gehouden voor het publiek.

 

 

Lucia dos Santos

 

 

 

Openbaringen op andere verschijningsplaatsen op latere tijdstippen

 

Toen de effectieve en officiële vrijgave van het geheim uitbleef, gaf God toestemming aan de H. Maagd om elders in de wereld te verschijnen en daar een gelijkaardige boodschap mee te delen. Dat gebeurde o.a. in in 1973 in Akita, Japan, aan zuster Agnes Sasagawa. Op 13 oktober 1973 ontving zij de derde en laatste boodschap, die als volgt luidde:

 

“Mijn lieve dochter, luister goed naar wat Ik je ga zeggen en geef het door aan je Overste. Zoals Ik het je gezegd heb gaat de Hemelse Vader, als de mensen geen berouw hebben en zich niet beteren, aan de gehele mensheid een verschrikkelijke kastijding toebrengen. Het zal een straf zijn erger dan de zondvloed, zoals men er nog nooit een heeft gezien. Vuur zal van de hemel vallen en een groot deel van de mensheid vernieti­gen; noch de priesters, noch de getrouwen zullen gespaard blijven.

De overlevenden zullen zich in een dusdanige diepe droefheid bevinden, dat zij de doden zullen benijden. De enige wapens die u zullen overblijven zullen de Rozenkrans zijn en het Teken dat de Mensenzoon heeft nage­laten. Bid iedere dag de rozenkrans voor de Paus, bisschoppen en priesters.

De inwerking van de duivel zal zelfs langzaam doorwerken in de Kerk zo, dat men kardinalen zich zal zien verzetten tegen kardinalen en bisschoppen zal zien opstaan tegen andere bisschoppen. De priesters die Mij vereren, zullen door hun medebroeders geminacht en bestreden worden. Kerken en altaren zullen worden verwoest. De Kerk zal vol zijn van hen, die compromissen hebben aanvaard.

De boze geest zal veel priesters en godgewijde zielen ertoe aanzetten de dienst van de Heer te verlaten. Speciaal tegen de godgewijde zielen zal hij verbeten strijden. Het vooruitzicht van het verlies van talrijke zielen maakt Mij bedroefd. De kelk loopt reeds over, als de zonden in aantal en in ernst toenemen, zal daar weldra geen vergeving meer voor zijn.”

 

In mei 1994, 77 jaar nadat O.L.Vrouw voor het eerst verscheen in Fatima, was de Franse priester Raymo Arnette aan het luisteren naar een CD met de titel Mysterium Fidei, met Franse tekst gezongen door een Frans koor. Toen hij aan het luisteren was verdween de muziek ineens op de achtergrond en hoorde hij een duidelijke stem vertellen: “L’ Eglise saignera de toutes ses plaies,” de Kerk zal bloeden vanuit al haar wonden. Vervolgens hoorde hij dit:

 

“Er wordt een boosaardig Concilie gepland en voorbereid dat het aanschijn van de Kerk zal veranderen. Velen zullen het geloof verliezen en overal zal er verwarring heersen. De schapen zullen tevergeefs naar hun herders zoeken. Een schisma zal het heilig kleed van Mijn Zoon verscheuren. Dit zal het einde der tijden zijn, voorzegd in de Heilige Schrift en door Mij op vele plaatsen in herinnering gebracht.

De gruwel der gruwelen zal z’n hoogtepunt bereiken en zal de Kastijding met zich meebrengen, aangekondigd in La Salette. De arm van Mijn Zoon, die ik niet langer kan tegenhouden, zal deze arme wereld straffen, die moet boeten voor z’n misdaden. Men zal enkel spreken over oorlogen en revoluties. De natuurelementen zullen losgelaten worden en zullen angst veroorzaken, zelfs onder de besten. De Kerk zal bloeden uit al haar wonden. Gelukkig diegenen die zullen volharden en toevlucht zoeken in Mijn Hart, want op het eind zal Mijn Onbevlekt Hart triomferen.”

 

Hierna hoorde Vader Arnette nog één zin: “Dit is het Derde Geheim van Fatima“.

 

Ongetwijfeld verscheen de H. Maagd op nog andere plaatsen, en gaf ze daar ook het Derde Geheim te kennen.

 

 

Fatima

 

 

 

Opnieuw gedeeltelijke vrijgave van het geheim in 2000

 

Nadat Paus Johannes Paulus II in 1981 door een schietpartij geveld werd, begon hij het Derde Geheim te bestuderen. Hij en de kardinalen, waaronder Kardinaal Bertone en Kardinaal Ratzinger, besloten om een deel van het Derde Geheim vrij te geven, met een eigen aan toe gevoegde verklaring, waar ze de beschreven ‘Heilige Vader’ als de toenmalige paus beschouwden die werd neergeschoten op het St-Pietersplein. De door het Vaticaan vrijgegeven tekst luidt als volgt:

 

VOLLEDIGE VERTALING VAN DE ORIGINELE TEKST

 

Vaticaanstad, 26 juni 2000 – hieronder kunt u de volledige vertaling vinden van de originele Portugese tekst van het Derde deel van het Geheim van Fatima, dat geopenbaard werd aan de drie herderskinderen te Cova da Iria in Fatmia, op 13 juli 1917 en op papier gezet werd door Zr. Lucia op 3 januari 1944.

“Ik schrijf in gehoorzaamheid aan U, mijn God, die mij beveelt dit te doen door Zijn Excellentie de Bisschop van Leiria en door Uw en mijn Meest Heilige Moeder.

“Na de twee delen die ik al heb uitgelegd, zagen we links van Onze Lieve Vrouw, en er een beetje boven, een Engel met een vlammend zwaard in zijn linkerhand; het flitste en gaf vlammen af die eruit zagen alsof ze de wereld in brand zouden zetten; maar ze doofden uit toen ze in contact kwamen met de schittering die Onze Lieve Vrouw naar hem uitstraalde van haar rechterhand.

Naar de aarde wijzend met zijn rechterhand riep de Engel met een luide stem: “Boete, boete, boete!” En we zagen een immens licht dat God is: iets zoals wanneer mensen in een spiegel verschijnen wanneer ze er voor passeren; een Bisschop gekleed in het Wit, en we hadden de indruk dat het de H. Vader is. Andere bisschoppen, priesters en religieuze vrouwen gingen een steile berg op, en aan de top was er een groot kruis van ruwe stronken van een kurkeik met de bast er nog aan.

Voordat hij er aankwam passeerde de H. Vader door een grote stad die half in puin lag, en half bevend met een langzame pas, geteisterd door pijn en verdriet, bad hij voor de zielen van de lijken die hij op zijn weg ontmoette. Toen hij de top van de berg had bereikt, werd hij op zijn knieën aan de voet van het groot Kruis gedood door een groep soldaten die kogels en een pijl naar hem vuurden, en op dezelfde manier stierf de ene na de andere, bisschoppen, priesters en vrouwelijke religieuzen, en verschillende mensen van verschillende standen en posities.

Onder de twee armen van het Kruis waren er twee Engelen met elk een kristallen beker in de hand, waarmee ze het bloed van de martelaren opvingen en de zielen besprenkelden die hun weg naar God zochten.”

 

Echter, ook dit is duidelijk niet het volledige geheim.

 

Kardinaal Ratzinger gaf dit zelfs kort nadien openlijk toe aan Vader Ingo Dollinger, een bevriende Duitse priester.

Ingo Dollinger vertelde :

“Niet lang nadat het Derde Geheim van Fatima in juni 2000 werd gepubliceerd door de Congregatie van de Geloofsleer, vertelde Kardinaal Joseph Ratzinger aan mij tijdens een persoonlijke conversatie dat er nog steeds een deel van het Derde Geheim is dat ze nog niet gepubliceerd hebben!

“Er is meer dan wat we gepubliceerd hebben,” zei Ratzinger. Hij vertelde mij ook dat het gepubliceerde deel van het geheim authentiek is en dat het ongepubliceerde deel van het geheim sprak van een “slecht Concilie en een slechte Mis”, wat zich toen (toen het geheim in 1917 werd geopenbaard, nvdr) in de nabije toekomst zou gaan verwezenlijken.”

 

Dit komt exact overeen met wat de Franse priester Arnette vernam van de Stem. Het is dus duidelijk dat het Vaticaan nooit het volledige geheim heeft willen vrijgeven omdat ze in hun eigen voet zouden schieten, doordat het geheim spreekt van een slecht Concilie. De enige oplossing was het geheim te verdoezelen, om zo het veelbesproken en bejubelde 2de Vaticaans Concilie niet in diskrediet te brengen.

 

Nu, met Bergoglio aan de macht, zullen ze het geheim zeker niet meer vrijgeven, want volgens vader Paul Kramer staat er in het Derde Geheim ook iets over een ‘paus’ die onder de macht van de duivel zou zijn:

“Het Derde Geheim van Fatima openbaart”, zoals Kardinaal Ciappi schreef, “De grote apostasie in de Kerk zal beginnen aan de top.” Het geheim spreekt van een “paus” die onder de macht van de duivel zal zijn.

 

Johannes XXIII las de tekst en liet het vertalen in het Italiaans door Mons.Tavares. Hij verstond de moeilijke passage correct. Johannes Paulus II las het geheim en dezelfde moeilijke passage confronteerde hem.  Daarom liet hij Mons. Carreira het opnieuw vertalen. Een verkeerde interpretatie van de moeilijke passage zou lijken het dogma van de onfeilbaarheid van de Kerk tegen te spreken. Echter, Mons. Tavares had het inderdaad correct vertaald. Er was geen ontsnappen aan de problematische bewoording.

Nu het Geheim in de huidige tijd vervuld werd, zijn er velen die kennis hebben over de boodschap van Fatima die blind vasthouden dat Bergoglio de paus is en dat de katholieken in gemeenschap moeten blijven met hem – ondanks het feit dat zijn woorden en daden duidelijk tonen dat hij een afvallige heiden is. Echter, de grote apostasie in de Kerk werd voorzegd in het Geheim van Fatima, maar vele auteurs over Fatima ontkennen blind dat de apostasie beginnend aan de top zelfs aan het gebeuren is – de blinden leiden de blinden naar de dieperik.”

 

M.a.w. Bergogio ís de vervulling van het Derde Geheim van Fatima; het dieptepunt 50 jaar na Vaticanum II, dat volgens de H. Maagd “een boosaardig Concilie” was, en 100 jaar na de openbaring van het geheim.

Er werden vele tippen van de sluier opgelicht. Maar de precieze en volledige inhoud van het Derde Geheim, zoals het door Lucia destijds tot in detail was opgeschreven, zullen we helaas wellicht nooit te weten komen. Dat ligt nog steeds verborgen ergens in een geheime kluis in het Vaticaan.

 

 

Paus Johannus Paulus II met Lucia dos Santos

 

 

 

Uit het Boek der Waarheid:

 

Boodschap van de H. Maagd op 18 januari 2012

 

Er wordt een complot gesmeed tegen Paus Benedictus XVI door een kwaadaardige sekte binnen zijn eigen wandelgangen. Het is geweten dat deze sekte bestaat onder de gewijde dienaren binnen het Vaticaan. Toch zijn zij machteloos tegen deze kwaadaardige groep die al eeuwenlang de Katholieke Kerk heeft geïnfiltreerd. Zij zijn verantwoordelijk voor het verdraaien van de waarheid over de Leer van Mijn Zoon.

Er is zo weinig over hen of hun laaghartige werken bekend. Ze hebben de ware geloofsleer verdreven uit de Katholieke Kerk en in de plaats werd, in de afgelopen 40 jaar, een lauwe, afgezwakte versie aan de Katholieke Kerk opgedrongen. Er werd zoveel verwarring door deze verdorven maar verborgen sekte verbreid dat Mijn kinderen afgedwaald zijn van de ware Kerk.

Bid dat zij de Paus niet verjagen ! Bid dat de Valse Profeet de Stoel van de Heilige Vader niet zal innemen om zijn leugens te kunnen verspreiden ! Bid dat de gewijde dienaren in het Vaticaan sterk genoeg zijn om deze boosaardige samenzwering, ontworpen om de Katholieke Kerk te vernietigen, te weerstaan. Zij zijn van plan om de Heilige Plaatsvervanger, Paus Benedictus XVI, te vervangen door een dictator van leugens.

Hij zal een nieuwe kerk creëren samen met de Antichrist en zijn groepering om de wereld te misleiden. Jammer genoeg zullen veel van Mijn kinderen, in hun trouw aan het Katholieke geloof, blindelings deze nieuwe geloofsleer volgen zoals lammeren die naar de slachtbank geleid worden. Kinderen, word wakker voor de waarheid ! Dit snode plan heeft de fundamentele geloofwaardigheid van de Katholieke geloofsleer in de loop der jaren veranderd. Jullie beledigen Mijn Zoon wanneer jullie de Heilige Hostie in de hand ontvangen. Dat was hun werk.

 

 

Vernietiging van de valse profeet

Vernietiging van de valse profeet

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

Boodschap van Jezus Christus op 26 januari 2012

 

Mijn zeer geliefde dochter, het wordt tijd dat de volledige waarheid, over de mysteries van het Goddelijk Rijk, aan de wereld geopenbaard wordt. De waarheid wordt al geruime tijd verborgen. De erkenning van Mijn goddelijke tussenkomst in de wereld – door wonderen, verschijningen en goddelijke mededelingen aan uitverkoren zielen – werd gedurende vele jaren door Mijn Kerk aan de kant geschoven.

Waarom Mijn Kerk de waarheid wilde onderdrukken, terwijl het nodig was om overal het geloof van Mijn kinderen te versterken, is enkel bij hen bekend. Elke ware ziener(es) van Mij en Mijn Gezegende Moeder werd aanvankelijk genegeerd en met minachting behandeld door Mijn Kerk.

Mijn dochter, zelfs het laatste geheim van Fatima werd niet aan de wereld gegeven omdat het de waarheid onthulde over de verdorven sekte van Satan die het Vaticaan is binnengedrongen. Het laatste gedeelte van het geheim werd niet geopenbaard om de goddeloze sekte, die in groten getale het Vaticaan is binnengedrongen sinds de verschijning van Mijn Moeder in het heiligdom van Fatima, te beschermen.

Mijn dochter Lucia werd het zwijgen opgelegd door de machten die een deel van het Vaticaan beheersen waarover Mijn arme geliefde Pausen weinig controle hebben. Kijk hoe zij niet enkel de waarheid van Mijn Leer verdraaid hebben maar ook nieuwe methodes van katholieke verering ingevoerd hebben die Mij en Mijn Eeuwige Vader beledigen.

 

 

de ware- en de valse drievuldigheid

de ware- en de valse drievuldigheid

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

Boodschap van de H. Maagd; 22 juli 2013  20.17 u

 

Mijn kind, de misleiding waarmee de wereld geconfronteerd zal worden, zal zo moeilijk te onderscheiden zijn, dat enkel diegenen die zich aan God overgeven en al hun vertrouwen op Mijn Zoon stellen, in staat zullen zijn om de beproevingen die in het verschiet liggen, te doorstaan.

Ik gaf de wereld de profetieën in 1917, maar het laatste geheim van Fatima werd niet geopenbaard, zo angstaanjagend was het voor diegenen binnen de Katholieke Kerk. Het laatste geheim van Fatima is Gods kinderen nog steeds onbekend, hoewel een deel ervan op 26 januari 2012 aan jullie geopenbaard werd.

Zeer weinigen binnen de Kerk zijn daarin ingewijd. Nu moet het volgende deel van het laatste geheim van Fatima geopenbaard worden, zodat Ik de mensheid kan waarschuwen voor de gevolgen van het negeren van Mijn tussenkomst om zielen te helpen redden.

De Kerk werd van binnenuit aangetast door vijanden van God. Zij – en er zijn er twintig van hen die van binnenuit de controle uitoefenen – hebben de grootste misleiding gecreëerd. Zij hebben een man verkozen, niet van God, terwijl de Heilige Vader, aan wie de Kroon van Petrus toegekend is, omzichtig verwijderd werd. De details, die Ik onthulde, bestaan hierin dat er in de eindtijd twee mannen zouden zijn die de Kroon van Petrus dragen.

De ene zal lijden omwille van de leugens die gecreëerd werden om hem in diskrediet te brengen, en die hem tot een virtuele gevangene zullen maken. De andere verkozene zal de verwoesting teweegbrengen, niet enkel van de Katholieke Kerk maar van alle Kerken die Mijn Vader vereren en die de Leer van Mijn Zoon, Jezus Christus, Redder van de wereld, aannemen.

Er kan slechts één door Mijn Zoon gemachtigd hoofd van de Kerk op aarde zijn, die Paus moet blijven tot aan zijn dood. Ieder ander die er aanspraak op maakt op de Stoel van Petrus te zitten, is een bedrieger. Dit bedrog heeft één doel: zielen aan Satan over te leveren. En voor dergelijke zielen, die van niets zullen weten, is er nog maar weinig tijd om gered te worden. Kinderen, jullie moeten nu slechts één waarschuwing ter harte nemen.

Wijk niet af van de Leer van Mijn Zoon! Trek elke nieuwe leerstelling in twijfel, die jullie voorgelegd wordt en die voorwendt van de Kerk van Mijn Zoon op aarde afkomstig te zijn! De waarheid is eenvoudig. Deze verandert nooit. De nalatenschap van Mijn Zoon is zeer duidelijk. Laat niemand jullie beoordelingsvermogen vertroebelen!

Weldra zullen de profetieën van Fatima steek houden. Alles speelt zich nu voor een ongelovige wereld af, maar jammer genoeg zullen maar zeer weinigen dit beseffen totdat het te laat is. Bid, bid, bid zo vaak mogelijk, elke dag, Mijn allerheiligste Rozenkrans om de uitwerking van het kwaad, dat jullie omringt, af te zwakken.

Jullie geliefde Moeder

Moeder van de Verlossing

 

 

 

Maria en de Rozenkrans

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

JOHN ASTRIA

De gevolgen van mensen te verleiden

Standaard

categorie : religie

 

 

 

Marcus 9

 

 

 

 

 

Vóór of tegen Jezus

 

38 Johannes zei tegen Jezus: “Meester, we hebben iemand gezien die niet met ons meegaat, maar die toch namens U duivelse geesten uit de mensen wegjaagt. We hebben het hem verboden, omdat hij niet met ons meegaat.”

39 Maar Jezus zei: “Houd hem niet tegen. Want iemand die wonderen doet omdat hij in Mij gelooft, kan niet kort daarna slechte dingen over Mij zeggen. 40 Want mensen die niet tégen ons zijn, zijn vóór ons.”

 

 

 

Mensen die anderen verleiden om slechte dingen te doen, zullen worden gestraft

 

41 Jezus zei: “Als iemand die in de Messias gelooft aan jullie een beker water te drinken geeft omdat jullie leerlingen van Hem zijn, zal hij daarvoor een beloning krijgen.

42 Maar pas op als je één van deze kinderen die in Mij geloven, overhaalt om slechte dingen te doen. Het zou dan beter voor je zijn geweest, als je met een grote steen om je nek in zee was gegooid, dan dat je daarvoor de straf moet dragen.”

 

 

 

Ongehoorzaamheid aan God

 

43 Jezus zei: “Als je in de verleiding komt om met je hand iets slechts te doen, hak hem dan liever af. Dan ga je met maar één hand het eeuwige leven binnen. Dat is beter dan met twee handen in het onblusbare vuur van de hel gegooid te worden.

44 Daar gaan je wormen niet dood en wordt het vuur niet geblust.

45 En als je in de verleiding komt om met je voet iets slechts te doen, hak hem dan liever af. Dan ga je met maar één voet het eeuwige leven binnen. Dat is beter dan met twee voeten in het onblusbare vuur van de hel gegooid te worden.

46 Daar gaan je wormen niet dood en wordt het vuur niet geblust.

47 En als je door iets wat je ziet in de verleiding komt om iets slechts te doen, ruk dan liever je oog uit. Dan ga je met maar één oog het Koninkrijk van God binnen. Dat is beter dan met twee ogen in de hel gegooid te worden.

48 Daar gaan je wormen niet dood en wordt het vuur niet geblust.

49 Iedereen zal met het vuur van verleidingen zout worden gemaakt. Net zoals er op elk offer zout gedaan wordt.

50 Zout is goed, maar als zout niet meer zout is, waarmee kun je het dan nog zout maken? Zorg dat er zout in jullie zit. En maak geen ruzie met elkaar.”

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

Liber Divinorum Operum: visioen 1

Standaard

categorie : Hildegard Von Bingen

 

 

 

 

Liber Divinorum Operum

 

 

Het boek van de goddelijke werken

met visioenen van

Hildegard van Bingen

 

 

 

Hildegard

 

 

 

“Der gläubige Mensch richtet sein Trachten immer auf Gott, dem er in Ehrfurcht begegnet. Denn wie der Mensch mit den leiblichen Augen allenthalben die Geschöpfe sieht, so schaut er im Glauben überall den Herrn.”

 

 

Liber divinorum operum (Boek van goddelijke werken) is een werk uit de tweede helft van de 12e eeuw van de Duitse Benedictijner Abdis en mystica Hildegard von Bingen. Het is haar laatste visionaire werk en het werd geschreven tussen 1163 en 1174. Het bevat tien visioenen waarin de liefde van God tot uitdrukking komt in de mensen en in de relatie van de mensen tot God.

 

 

 

ldo eerste

 

 

 

De woorden van Hildegard

 

“In het midden van de zuidelijke windstreek aanschouwde ik in de geheimen Gods een prachtige gestalte: zij leek op een mens. De schoonheid en helderheid van het gezicht was zo mooi, dat het gemakkelijker zou zijn geweest in de zon te kijken dan naar dit gezicht. Het hoofd was met een gouden kring omgeven. In deze kring domineerde een tweede gezicht, dat van een grijsaard. Zijn kin en baard raakten de top van zijn schedel.

Aan beide zijden van de hals van de eerste gestalte was een vleugel te zien. Deze vleugels waren geheven en raakten elkaar boven de gouden kring. Uit de uiterste punt van de kromming van de rechtervleugel kwam de kop van een adelaar (Schorpioen: water, voelen). Zijn ogen van vuur straalden als in een spiegel de engelachtige pracht uit. Op hetzelfde punt in de linkervleugel was een mensenhoofd (Waterman: lucht, denken) te zien dat schitterde als een ster. Beide figuren waren met het gezicht naar het oosten (naar God) gekeerd.

Vanuit de twee schouders van de gestalte raken de vleugel tot de knieën. De gestalte was bekleed met een gewaad dat straalde als de zon. In haar handen droeg ze een lam dat schitterde als een met licht overgoten dag. Met de voet verbrijzelde de gestalte een schrikwekkend, lelijk, zwart monster en een slang. De slang hield het rechteroor van het monster tussen haar tanden. Het lijf van de slang kronkelde om het hoofd van het monster, haar staart reikte aan de linkerkant van de gestalte tot haar voeten.”

 

 

 

De woorden van de gestalte

 

“Ik ben de hoogste kracht, de eruptieve (uitademende, scheppende) kracht. Ik ben degene die elk levensvonkje heeft ontstoken. Uit mij komt niets sterfelijks voort. Ik beslis over alles wat is. Mijn bovenste vleugels omringen de aardbol, ik bestier de universele wijsheid. Van mij gaat het leven uit. Aangezien God kennis is, moet Hij uitwerking hebben. In de mens verwezenlijkt Hij de volle bloei van al Zijn werken. Want Hij heeft de mens naar Zijn beeld en gelijkenis geschapen.

Hij heeft in hem met vaste hand en maat de som van Zijn werken verwezenlijkt. Vanaf alle eeuwigheid was de schepping van dit werk, de schepping van de mens, in Zijn raadsbesluiten opgenomen. Toen het werk was voltooid, gaf Hij de mens de hele schepping in handen, opdat hij ermee kon handelen op de manier waarop God de mens had gevormd. Ik ben dus dienaar en toeverlaat.

Door Mij komt alles tot leven. Ik ben zonder begin en zonder einde, Ik ben het leven dat op dezelfde wijze eeuwig voort bestaat. Dat leven is God. Het is voortdurend in beweging, voortdurend werkzaam en zijn eenheid blijkt uit een drievoudige kracht. De eeuwigheid is de Vader, het Woord is de Zoon, de adem die beiden met elkaar verbindt is de Heilige Geest. God heeft dit in de mens tot uitdrukking gebracht, want de mens heeft een lichaam, een ziel en een geest.

Mijn vlammen heersen over de schoonheid der velden en de aarde is de materie waaruit God de mens heeft gevormd. Ik doorstraal de wateren met mijn licht, maar de ziel bewoont het hele lichaam, zoals het water door zijn loop de hele aarde bevloeit. Als ik zeg dat ik het vuur in zon en maan ben is dat een toespeling op de geest. Zijn de sterren immers niet de ontelbare woorden van de geest? En als mijn adem, het onzichtbare leven, de universele beschermer, het heelal tot leven brengt, is dat een symbool: de lucht en de wind onderhouden alles wat groeit en rijpt, en niets wijkt af van zijn eigen natuur.”

 

 

 

Dezelfde stem spreekt tot Hildegard

 

Vanuit de hemel richtte zij zich tot mij in de navolgende bewoordingen: “God, de Schepper van het heelal, heeft de mens naar Zijn beeld en gelijkenis geschapen. In de mens verbeeldde Hij elk schepsel, hoog of laag. Hij hield dermate veel van hem, dat Hij hem de plaats voorbestemde vanwaar de gevallen engel was verbannen. Hij gaf hem alle glorie, alle eer die de genoemde engel had verloren. Hij gaf hem tevens Zijn heil. Dat is hetgeen je ziet in het gezicht dat je aanschouwt.

De schitterende gestalte die je in het centrum van de zuidelijke windstreken en in Gods geheim aanschouwt, en wier uiterlijk dat van een mens is, symboliseert inderdaad de liefde van de hemelse Vader. De gestalte is de liefde. In de kracht van de altijddurende godheid en in het mysterie van haar gaven, is zij een wonder van zeldzame schoonheid. Als zij een menselijke gestalte heeft aangenomen, is dat omdat de Zoon van God vlees is geworden, om in naam van de liefde de mens van zijn ondergang te redden.

Daarom is dit gezicht van zo’n grote schoonheid. Daarom zou het gemakkelijker voor je zijn in de zon te kijken dan naar dit gezicht. Want de overvloed aan liefde straalt en schittert zo helder en lichtend, dat hij ons menselijk verstand, dat voor onze ziel gewoonlijk de meest uiteenlopende zaken kan verklaren, te boven gaat. Wij tonen het hier aan de hand van een symbool, waardoor men in het geloof kan herkennen wat onze lichamelijke ogen niet werkelijk kunnen aanschouwen.”

Hildegard opent haar visioenen dus met de Heilige Drieëenheid. De Eeuwigheid, het Woord en de Adem worden hier verzinnebeeld en betekenen dat God Leven en Liefde is. De opperste kracht, de kracht van vuur, ligt ten grondslag aan de schepping van de mens, die met een lichaam, een ziel en een geest geboren wordt. Alles spruit voort uit dit leven, waardoor een drievoudige liefdeskracht vrijkomt waarvan de mens een afspiegeling is. Het geheel wordt uitgedrukt met een levendigheid en een zin voor schoonheid waarvan Hildegard zegt dat de mens ze niet kan aanschouwen. Zij zelf slaat in het vierkante miniatuurtje onder aan de pagina in extase haar ogen op naar dit visioen.

.

 

ldo3

 

 

 

ldo3

 

 

 

ldo4

 

 

 

ldo5

 

 

 

ldo6

 

 

 

ldo7

 

 

 

ldo8

 

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

 

voorpagina openbaring a4

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

JOHN ASTRIA

De eerste miniatuur: St. Hildegardis en Volmar

Standaard

categorie : Hildegard van Bingen

.

.

.

De eerste miniatuur:  St. Hildegardis en Volmar

.

.

Deze eerste miniatuur van het handschrift toont ons de schrijfster van het boek Scivias, juist zoals in de oude Evangeliaria de schrijvers van de vier evangelies werden afgebeeld. Dit kleine tafereel beantwoordt volledig aan de Praetestificatio, het voorwoord, waarmede haar boek begint.

 

We zien het kleine klooster uitgebeeld waarin Hildegard de verlichting te beurt viel. Twee kleine kamers met rode koepeltjes en vergulde vensters bevinden zich naast een grote ruimte. Het is daar dat onze zieneres gezeten is, gekleed in kovel (koormantel), opgehouden in de taille.

In een van de twee zijvertrekken buiten het slot, buigt door een spreekvenster de monnik Volmar zijn hoofd naar Hildegard om vol verbazing te luisteren naar wat hij van haar hoort. Hij houdt zijn ogen wijd open en op zijn knieën ligt een boek van perkament. Hij is gereed om over te schrijven, wat de heilige zelf met een stift op de wastabletten op haar knieën vastlegt.

Om het hoofd van Hildegard spelen vijf rode vlammen, waarvan er één reikt tot op haar borst. Het is de schittering van het vuur dat volgens haar eigen woorden in het voorwoord, plotseling vanuit de geopende hemel neerdaalde om haar hersenen te doordringen en haar hart te verwarmen.

De achtergrond, waartegen Hildegard afsteekt, is van het schitterendste bladgoud. We zullen in de volgende miniaturen nog dikwijls het goud tegenkomen als symbool van het bovennatuurlijke leven, uitgestort door Gods Geest, die de bron is van alle heiligheid.

Deze miniatuur, ontstaan onder toezicht van de heilige zelf, is een duidelijke aanwijzing van de persoonlijke overtuiging van deze nederige vrouw, dat zij een geroepene was, en dat zij als profetes moest optreden. Hoe had zij anders toegestaan op deze wijze uitgebeeld te worden?

Dit eerste miniatuurtje is één van de zorgvuldigst uitgevoerde werkstukken van deze serie. Dit is gemakkelijk te verklaren, omdat de voorstelling volledig kon steunen op traditionele voorbeelden en omdat de miniaturistengroep met veel ijver aan de opdracht begon en haar bewust of onbewust wilde tonen, waartoe zij in staat was.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

JOHN ASTRIA

Wat is Pinksteren?

Standaard

categorie : religie

 

 

 

Christus, de Zoon van God, die geleden heeft en aan het kruis is gestorven, is met Pasen  verrezen uit de doden. Daarna verschijnt Hij nog aan de leerlingen en met Hemelvaart vieren we dat Hij definitief terug gaat naar God de Vader in de hemel.

 

 

de ware- en de valse drievuldigheid

de ware- en de valse drievuldigheid

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

Voordat Jezus wegging heeft Hij beloofd de gelovigen niet alleen te laten. De Heilige Geest wordt ons gegeven om met God verbonden te blijven.  Maar ook om, geholpen door de ingevingen van die Heilige Geest, het Evangelie van Christus te kunnen verkondigen. Als mensen zijn we niet in staat op eigen kracht de volle leer van Jezus’ Blijde Boodschap (= Evangelie) te verkondigen. De Heilige Geest helpt ons daarbij.

We vieren de Eerste en Tweede Pinksterdag nadat we in de negen dagen daarvoor (vanaf Hemelvaartsdag) hebben gebeden voor de komst van de Heilige Geest (de Pinksternoveen) We bidden  dat er een goede voedingsbodem mag zijn, dat de mensen Hem accepteren, naar Hem luisteren en door Hem naar de Vader worden gebracht voor het eeuwige geluk. Ook de Apostelen met Maria, de Moeder van Jezus, wachtten zo op de komst van de Heilige Geest.

De Heilige Geest is de Derde Persoon van de Ene God, naast de Vader en de Zoon. Het is een mysterie maar toch een werkelijkheid wanneer je de Heilige Schrift leest. Bijvoorbeeld het moment waarop Jezus, de Zoon, gedoopt wordt met de Heilige Geest en waarbij de Vader de Zoon de zending geeft.

De Heilige Geest wordt vaak afgebeeld als Vurige tongen, omdat de leerlingen vol vuur waren van de Boodschap die ze gingen verkondigen en ze in alle talen de mensen konden toespreken.
Ook als duif wordt de Geest verzinnebeeld, omdat de duif voor reinheid, zachtmoedigheid, hemelse inspiratie, vrede en de ziel staat. De Heilige Geest is inderdaad de bezieling voor de Kerk om ook in onze tijden de boodschap van God onder de mensen te brengen.

 

Het is een moeilijk voor te stellen wat er die op die dag in Jeruzalem gebeurde. De apostelen zaten bij elkaar, in afwachting van de belofte van God. Waarop ze precies zaten te wachten, wisten ze niet. Ineens was er het geluid van de wind, was er het vuur en spraken de apostelen met andere tongen. Buitenstaanders kwamen toelopen op al die vreemde dingen en hoorden tot hun verwondering de apostelen spreken in hun eigen taal: de Geest van God had bezit genomen van de apostelen. In de tijd erna gebeurden dingen die niemand voor mogelijk hield. De apostelen genazen mensen, zoals voordien Jezus had gedaan. Zo werd vervuld wat Jezus had voorzegd:

 

‘wie in Mij gelooft, zal ook de werken doen die Ik doe’. 

 

Met het pinksterfeest is nóg een belofte uitgekomen, die van de aanwezigheid van de Geest van de Waarheid die tot in eeuwigheid bij de mens zal zijn. Dat betekent dat sinds het Pinksterfeest de wereld is veranderd. De mens is niet verweesd, maar de mens heeft inwoning gekregen van de Geest van God.

In het Johannes-evangelie is sprake van de ‘gewone’ wereld en van de geestelijke wereld. Het is maar een klein zinnetje, maar de betekenis is enorm: de wereld in haar gewone doen kan de Geest niet ontvangen, want die ziet de Geest niet en kent Hem niet, zegt Jezus. De gewone mens ziet de gewone dingen, maar ziet niet wat er achter of in de dingen aan waarheid wordt geopenbaard.

Om dat te zien, heb je de Geest nodig. Dat is geen aanvulling op het mens-zijn, maar het is inwoning van de Geest: de mens is een ander mens geworden. De mens-met-de-Geest ziet de dingen die van het Koninkrijk zijn en die doet de dingen van het Koninkrijk.

De tegenwoordige mens leeft diep in het materialisme. Niet alleen als consument van luxe, maar ook in het denken. Alleen wat zichtbaar is, of gemaakt kan worden, wat nuttig is voor de economie en meetbaar is als prestatie, geldt als waardevol. Het Pinksterfeest, en alles wat daarmee samenhangt, heeft daarom ook nauwelijks nog verbinding met de werkelijkheid van alledag.

Het zou wel eens de grootste opgave voor de gelovige mens kunnen zijn te leren de werkelijkheid te zien als materiële uitdrukking van een geestelijke wereld. Eeuwenlang hebben christenen zo gedacht en gevoeld. Het is de opgave om als mens die volop leeft in de eigen tijd te zoeken naar de werkelijkheid van God. De Geest, die op het Pinksterfeest de apostelen vervulde en sindsdien is uitgewaaierd over de aarde, is nog dezelfde.

De keuzes die de mens nu moet maken om de Geest wel of niet te kunnen zien, zijn ook dezelfde. Ook al zijn het bewustzijn en de belevingen anders dan toen, de Geest wil in ons wonen en ons tot mensen maken die anders denken en anders doen.

 

 

geloof

geloof

 

pasteltekening van John Astria

 

 

 

Pinksteren

 

Met het Pinksterfeest vieren we de uitstorting van de Heilige Geest. We kennen de verhalen van de wind en het vuur. De vreemde talen en de mensen die tot geloof komen. Maar Wat is dat eigenlijk, de Heilige Geest, Wie is dat eigenlijk? Wat doet de Heilige Geest vandaag?

Christus Zelf geeft het antwoord in Johannes 16. Hij zegt dat de Heilige Geest komt. We kunnen de Heilige Geest vergelijken met een zaakwaarnemer. Iemand die erg druk en heel belangrijk is, neemt een zaakwaarnemer in dienst. De zaakwaarnemer neemt, zoals het woord al zegt, de zaken waar. Wat zo’n zaakwaarnemer doet is hetzelfde als wat een ambassadeur in een ver land doet. Een ambassadeur neemt ook de zaken waar namens het land van herkomst.

 

De Heilige Geest die komt, doet niets anders dan de zaak van Christus waarnemen. 

 

De Heilige Geest vertegenwoordigt Christus. Dat is een rijke belofte. De Heere Jezus gaat met Hemelvaartsdag wel naar de Vader, Hij verlaat deze wereld, maar dat is geen reden tot droefheid.
Nee, het is een grote blijdschap want de Heilige Geest is gekomen. De Heilige Geest komt in plaats van Jezus, Hij komt als de advocaat, de zaakwaarnemer. Hij behartigt de zaken van de Heere Jezus.

 

 

 

Hoe komt de Heilige Geest? 

 

Kunnen wij iets merken van de Heilige Geest? Ja, zegt Jezus, de Heilige Geest zal spreken. De Heilige Geest spreekt van Christus. De Heilige Geest doet niets liever dan Christus groot maken. Iemand heeft gezegd dat de woorden van Christus het leerboek vormen van de Heilige Geest waaruit Hij zijn leerwerkzaamheid beoefent. Nooit is het komen van de Geest los te maken van de Heere Jezus. Juist in het Woord en in de prediking verbindt deze Geest ons aan Christus.

 

 

De Heilige Geest

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

Kun je weten of de Heilige Geest

 

in je leven aan het werk is? 

 

Het antwoord is ja. Daar komen we achter wanneer we voor onszelf weten wie Jezus is en wat Zijn werk voor ons betekent. Wanneer we in de zonde leven, in verkeerde denkbeelden blijven, dan is dat niet het werk van de Heilige Geest dan bedroeven we Hem. Maar wanneer we met al onze schuld en
zonde bij het kruis van Christus neerzinken, dan is het de Heilige Geest die ons op Christus doet zien.

 

 

 

Komt de Heilige Geest ook tot mij persoonlijk? 

 

Ja, daar begon de Heilige Geest al mee in de doopbediening. Gedoopt in de Naam van de Heilige Geest. Toen al beloofde de Geest u toe te eigenen wat we in Christus mogen ontvangen.

 

 

 

Waarom spreekt de Heilige Geest? 

 

De Heilige Geest spreekt opdat de Heere Jezus in het middelpunt van uw en jouw leven zal staan. Opdat Hij zal schitteren in ons leven. De Heilige Geest komt om ons aan Jezus te verbinden. Hij werkt in opdracht van Jezus om de kruisverdienste, de verzoening in ons te leggen. De Heilige Geest doet niets liever dan ons in geloof en bekering aan Christus te verbonden opdat we in Christus zijn. Dat is de heel intieme en persoonlijke eenheid met Christus Jezus.

De Heilige Geest komt om ons de waarheid te leren en te laten zien dat het hopeloos is buiten Christus. Maar ook dat er door het bloed van Christus redding en eeuwig behoud is.

De Geest komt niet om Zelf in het middelpunt te staan. De Heilige Geest heeft slechts één doel en dat is van Christus spreken. Hij, de gekruisigde Christus moet centraal staan. Dat betekent dat wij al helemaal niet centraal staan. Niet ons geloof, onze bevinding maar Zijn Naam en eer en daden.

Hoe wordt Christus verhoogd? Hij wordt verhoogd in onze schuldbelijdenis en het vluchten tot Hem, dat is door het geloof.

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

John Astria

Niet iedereen wordt behouden!

Standaard

categorie : religie

 

 

 

2-petrus-3-9

 

 

 

Wordt iedereen behouden?

 

 

2 Petrus 3 : 3-9

 

3 Onthoud vooral goed dat er aan het eind van de tijd mensen zullen komen die er maar op los leven. 4 Ze zullen spottend tegen jullie zeggen: “Waar blijft Hij nou? Hij zou toch komen? Maar er is nog nooit iets veranderd. Alles blijft zoals het altijd is geweest.” 5 Want ze willen er expres niet aan denken dat er door het woord van God al eerder een hemel en aarde zijn geweest. 6 En dat die aarde, die uit het water ontstond en door het water bestond, ook weer door het water is vernietigd. 7 Maar de hemel en de aarde van nu worden door datzelfde woord van God als een schat bewaard. Nu niet voor het water, maar voor het vuur. Dat is het vuur van de dag dat God over de mensen zal rechtspreken. Op die dag zullen de mensen die zich niets van God aantrekken, vernietigd worden.

8 Maar vergeet niet, lieve broeders en zusters, dat één dag bij de Heer is als duizend jaar, en dat duizend jaar is als één dag. 9 Sommigen van jullie denken dat de Heer vergeet te doen wat Hij heeft beloofd. Maar dat is niet zo. Nee, Hij wacht en stelt het uit omdat Hij geduld heeft met ons. Want Hij wil niet dat er mensen verloren zullen gaan. Hij wil dat alle mensen in Hem zullen gaan geloven en zullen gaan leven zoals Hij het wil.

10 Maar de dag van de Heer zal net zo onverwachts komen als een dief in de nacht. Op die dag zal de hemel dreunend verdwijnen. Alles waaruit de aarde bestaat en alles wat op aarde is gedaan, zal verbranden.

 

Wat Petrus hier uitlegt is, dat God iedereen de gelegenheid geeft tot bekering te komen, d.w.z. dat Hij iedereen daarvoor voldoende tijd gunt. Want dat is het onderwerp hier. Hij waarschuwt zijn lezers dat er mensen zullen komen die zullen zeggen:

‘Waar blijft Jezus nu? Hij had toch beloofd te komen? De generatie vóór ons is al gestorven, maar alles is nog steeds zoals het sinds het begin van de schepping geweest is’ (vs 4).

 

Het is in dat verband dat Hij uitlegt dat we het uitblijven van de wederkomst moeten zien als een vorm van genade, omdat God op deze manier meer mensen de gelegenheid geeft tot bekering te komen:

De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat (vs 9).

 

Hij geeft zo iedereen de gelegenheid zich te bekeren, maar dat moeten ze dan wel doen, anders gaan ze toch verloren. Weliswaar kunnen we onze eigen behoudenis niet zelf bewerken, maar we moeten wel tot bekering komen en voortdurend ijverig bezig zijn met zoeken naar de enge poort, waar de meesten echter toch niet zullen binnengaan. Want dat beeld gebruikte Jezus juist in zijn antwoord op een vraag of er maar weinigen zouden worden gered. En bij Lucas laat Hij daar op volgen:

Als de heer des huizes eenmaal is opgestaan en de deur heeft gesloten, en jullie staan buiten op de deur te kloppen en roepen: “Heer, doe open voor ons!”, dan zal hij antwoorden: “Ik ken jullie niet, waar komen jullie vandaan? (vs 25).

 

We moeten dus constateren dat Petrus er met bovenstaande woorden juist eerder op wijst dat niet iedereen wordt behouden.

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

JOHN ASTRIA

De leer van de hel.

Standaard

categorie : religie

 

 

1218128-84455cead62eb36a35cdaa1c9e811740

 

 

Wat is de leer van de hel?

 

De leer van de hel kan als volgt worden samengevat: de hel is de plaats waar de toekomstige bestraffing zal plaatsvinden van de mensen die niet gerechtvaardigd zijn. Het is een plek voor de mensen die Jezus Christus hebben afgewezen. De hel als een plaats van bestraffing wordt vertaald als Gehenna, de Griekse vorm van het Hebreeuwse woord Hinnomdal. In de tijd van Jezus werd het Hinnomdal gebruikt als de vuilstortplaats van Jeruzalem. Al het vuil en afval van de stad werd in het dal gegooid, waaronder ook de dode lichamen van dieren en geëxecuteerde criminelen.

Om dit alles te verwerken, brandde het vuur hier onophoudelijk. Jezus gebruikte deze weerzinwekkende locatie als een symbool voor de hel. Hij zei: ‘Wil jij weten hoe de hel er uitziet? Ga dan maar eens naar de vallei van Gehenna kijken.’ De hel kan dus beschreven worden als Gods kosmische vuilstortplaats. Alles wat niet geschikt is voor de hemel zal in de hel worden gegooid.

Er staan 1850 verzen in het Nieuwe Testament waarin Jezus aan het woord is. In dertien procent van die verzen spreekt Jezus over een eeuwige straf en de hel. Jezus sprak vaker over de hel dan over de hemel! Jezus leert ons dat de hel een werkelijke, letterlijke locatie is. Hij beschrijft het als een plaats waar eeuwig lijden plaatsvindt. Kijk eens naar deze verzen:

 

Matteüs 13:49-50 :

“Zo zal het gaan bij de voltooiing van deze wereld: de engelen zullen erop uittrekken en de kwaadwilligen van de rechtvaardigen scheiden, en ze zullen hen in de vuuroven werpen, waar ze zullen jammeren en knarsetanden.”

 

Lucas 16:22-24:

“Op zekere dag stierf de bedelaar, en hij werd door de engelen weggedragen om aan Abrahams hart te rusten. Ook de rijke stierf en werd begraven. Toen hij in het dodenrijk, waar hij hevig gekweld werd, zijn ogen opsloeg, zag hij in de verte Abraham met Lazarus aan zijn zijde. Hij riep: “Vader Abraham, heb medelijden met mij en stuur Lazarus naar me toe. Laat hem het topje van zijn vinger in water dompelen om mijn tong te verkoelen, want ik lijd pijn in deze vlammen.”

 

2 Tessalonicenzen 1:9 :

“Ze zullen voor eeuwig worden verstoten, ver van de Heer en van zijn kracht en majesteit.”

 

Openbaring 14:10-11:

“Hij zal in vuur en zwavel worden gepijnigd, onder de ogen van de heilige engelen en van het lam. De rook van die pijniging zal opstijgen tot in eeuwigheid. Wie het beest en zijn beeld aanbidden, of wie het merkteken van zijn naam draagt, ze krijgen geen rust, overdag niet en ’s nachts niet.”

 

Openbaring 20:14-15 :

“Toen werden de dood en het dodenrijk in de vuurpoel gegooid. Dit is de tweede dood: de vuurpoel. Wie niet in het boek van het leven bleek te staan werd in de vuurpoel gegooid.”

 

 

image357-300x197

 

 

 

Bestaat de hel echt?

 

 

 De hoofdzaken

 

Mensen over de hele wereld stellen de vraag of de hel echt bestaat. Slechts 31% van alle volwassenen ziet de hel als een werkelijke locatie waar mensen naar toe gestuurd kunnen worden en lichamelijk gepijnigd worden. De leer van de hel is afkomstig uit de Bijbel.

 

 

Waarom werd de hel geschapen?

 

De vraag waarom de hel bestaat, heeft mensen in alle tijdperken al verwonderd. Ontelbare mensen hebben de volgende vraag gesteld: “Als God zo goed is, waarom zou Hij dan een plaats als de hel scheppen?” De hel bestaat omdat sommige mensen er voor kiezen om de verkeerde dingen te doen en daarom gestraft moeten worden.

In het Bijbelse verslag over de schepping, dat in het boek Genesis kan worden gevonden, wordt geen gewag gemaakt van een plaats die de hel wordt genoemd. Alles wat God in deze periode schiep was goed. Maar de Bijbel vertelt ons in Matteüs 25:41 dat de hel later werd voorbereid voor “de duivel en zijn engelen” (zie ook Jesaja 14:12).

God wilde geen hel voor de mens scheppen, het was nooit de bedoeling dat er ook maar één enkele man of vrouw naar de hel zou gaan. In 2 Petrus 3:9 leren we dat God wil dat “iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat”.

De hel is een werkelijk bestaande plaats. We weten dit uit diverse verzen in de Bijbel, waarvan een aantal door Jezus Zelf werd uitgesproken. En we weten dat de boosaardigen en goddelozen er na hun dood naartoe zullen gaan en dat het leven in de hel vreselijk is. Ook al was de hel oorspronkelijk geschapen voor Satan en zijn gevallen engelen, toch zullen er ook mannen en vrouwen in de hel te vinden zijn.

 

 

Waarom gaan mensen er naartoe?

 

De hel is een plaats die tot in de eeuwigheid van God is afgezonderd. Mensen zullen er na hun dood naartoe gaan, omdat zij er tijdens hun levens op aarde voor gekozen hebben om zichzelf van God af te zonderen. God heeft ons met een vrije wil geschapen zodat wij onze eigen keuzes kunnen maken.

Een leven zonder God is een van die keuzes die wij vrijelijk kunnen maken. Onze vrije wil is een prachtig geschenk van God, omdat Hij ons niet dwingt om van Hem te houden of om Hem te volgen. Zonder onze vrije wil zouden we niets anders zijn dan marionetten of robots, wat God niet zou behagen en onze levens ongetwijfeld niet beter zou maken.

Hoewel God graag wil dat elk mens ervoor kiest om van Hem te houden, kiezen sommige mensen er voor om dit niet te doen. Deze mensen zullen in hun zonden sterven en voor altijd van God afgezonderd worden in de hel. Veel mensen denken dat dit niet eerlijk is en dat een liefdevolle God nooit een dergelijk systeem zou opzetten. Maar juist Gods liefde voor ons en Zijn perfecte rechtvaardigheid vertellen ons waarom de hel bestaat en waarom mannen en vrouwen er voor kiezen om daar naartoe te gaan.

God houdt zo veel van ons dat Hij onze keuzevrijheid respecteert. Als wij ervoor kiezen om niet van Hem te houden, waarom zou Hij ons er dan toe dwingen om eeuwig met Hem in de hemel te leven? Zou een eeuwigheid met iemand waarvan wij niet houden niet ook een hel zijn? God wil de mensen die niet van Hem houden behoeden voor een eeuwig leven met Hem onder Zijn heerschappij.

 

 

Is het een straf voor slechte mensen?

 

Vele mensen geloven dat wij na onze dood niet naar een hemel of een hel gaan, maar gewoon ophouden te bestaan. Dit is een totaal verkeerd beeld van de schepping van God. God laat mensen sterven voor de zonden van de mens maar vernietigt geen enkele ziel.

Gods perfecte rechtvaardigheid vereist dat er een hel is om de boosaardige mensen te straffen die niet tot inkeer zijn gekomen. De mensen maken veel heisa over het feit dat God Liefde is, maar ze vergeten dat Hij – omdat Hij Liefde is – ook Rechtvaardigheid is. Hij eist een oneindige wraak op alle mensen die het dierbare bloed van Christus met voeten treden, het Lam dat werd omgebracht voor alle verloren zondaars sinds het begin van de wereld.

God zou nooit compleet liefdevol zijn als boosdoeners nooit zouden worden gestraft. Hij heeft Zijn Zoon gestuurd om voor onze zonden te sterven. Als wij die verlossing afwijzen en uiteindelijk nooit de boete voor onze overtredingen betalen, is God onrechtvaardig. We hoeven niet van God te verwachten dat Hij mensen, die het vergoten bloed van Christus bespotten, niet zal straffen.

 

 

Worden mensen gedwongen er naartoe te gaan?

 

De hel is een werkelijkheid en God wil graag dat niemand er naartoe gaat. Het is Zijn verlangen dat wij allemaal met Hem in de hemel zullen samenzijn. Maar God kan niet iedereen in de hemel toestaan. De hemel is een perfecte plaats en God is een perfecte God.

Als Hij zondaars in de hemel zou toelaten zonder dat er op de een of andere manier met hun zonden is afgerekend, dan zouden zij door Zijn perfectie worden verteerd. Onze liefdevolle God wenst dat voor geen enkel mens en daarom ontwierp Hij een perfect plan voor de redding van Zijn schepselen.

Hij, de perfecte en heilige God, kwam naar de aarde in de gedaante van een mens, Jezus Christus en stierf als een boetedoening om met onze zonden af te rekenen. Als wij ervoor kiezen om Jezus Christus als de betaling voor onze zonden te aanvaarden kunnen wij de hemel binnengaan zonder verteerd te worden.

Maar als we ervoor kiezen om Jezus Christus niet te aanvaarden, dan zal God ons in Zijn oneindige liefde en genade niet toestaan om de hemel binnen te gaan en daar verteerd te worden. In plaats daarvan heeft Hij een plaats geschapen die van Hem is afgezonderd, waar zondaars naar toe kunnen gaan zonder verteerd te worden. Die plaats is de hel.

God houdt van ons en daarom heeft Hij ons een groot aantal geschenken gegeven. De twee belangrijkste geschenken die Hij ons heeft gegeven zijn ongetwijfeld onze vrije wil en Zijn genadige redding, door middel van Zijn Zoon Jezus Christus. Hij gaf ons een vrije wil zodat we ervoor konden kiezen om van Hem te houden en om niet te zondigen, en vervolgens gaf Hij ons Zijn Zoon om ons te redden toen wij de verkeerde keuze maakten.

Als wij ervoor kiezen om God niet lief te hebben en ook Zijn Zoon afwijzen, die gestuurd was om ons van onze verkeerde keuze te verlossen, dan is een eeuwige afzondering van Hem in de hel het lot.

 

Openbaring 20:15 : “Wie niet in het boek van het leven bleek te staan werd in de vuurpoel gegooid.”

 

Niemand hoeft naar de hel te gaan. God heeft ons een oplossing aangeboden die ons uit de hel kan houden: de verlossing door middel van Zijn Zoon, Jezus Christus. Het enige wat wij hoeven te doen is Zijn goede plan volgen. Dan kan niets ons van Hem afzonderen.

 

 

hoofdstuk 20 ; de eerste opstanding en de tweede dood

hoofdstuk 20 van de Openbaring; de eerste opstanding en de tweede dood

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 Hoe zal de hel eruit zien?

 

In de Bijbel spreekt Jezus verscheidene malen over de realiteit van de hel en zijn uiterste duisternis. Hij beschrijft het als een vuurpoel. Hij zegt ook dat de hel een plaats is waar mensen zullen jammeren en knarsetanden.

Matteüs 8:12 : “Maar de erfgenamen van het koninkrijk zullen worden verbannen naar de uiterste duisternis; daar zullen zij jammeren en knarsetanden.”

Het boek Openbaring beschrijft de hel als een vuurpoel dat met zwavel brandt. Aan het eind der tijden zal de duivel zelf in de hel geworpen worden om zijn straf te ontvangen. Openbaring 20:10 zegt dat de kwelling dag en nacht zal doorgaan, tot in de eeuwigheid.

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

John Astria

John Astria

Juwelen uit edelstenen.

Standaard

categorie :  Sieraden, juwelen, mineralen en edelstenen

 

 

.

Edelstenen zijn zeldzame gesteenten, die meestal worden bewerkt en verwerkt in sieraden en sierobjecten.

Edelstenen beschikken over de volgende kenmerken:

 

    • Schoonheid. Hieronder vallen visuele aspecten zoals kleur, glans, vuur, doorzichtigheid en lichteffecten.
    • Duurzaamheid. Hierbij wordt gekeken naar hardheid, breekbaarheid/splijtbaarheid en chemische bestendigheid.
    • Zeldzaamheid. Hierbij wordt gekeken naar hoe vaak een product in de natuur voorkomt.

 

.

Het slijpen van edelstenen

.

Edelstenen kunnen in vele verschillende vormen geslepen worden. Het basisonderscheid wordt gemaakt tussen cabochon, waarbij de edelsteen in een bolle vorm wordt geslepen, en gefacetteerd, waarbij het oppervlak van de edelsteen wordt geslepen in verschillende facetten. Bij het slijpen kijkt men naar verschillende eigenschappen van de steen, waaronder de kleur, kleurverdeling, insluitsels, speciale lichteffecten, dispersie en breuk- en slijvlakken. Zo worden ze verwerkt tot halskettingen, oorbellen, armbanden en vele andere sieraden, maar ook in de industrie worden de edelstenen gebruikt om te verwerken.

 

.

 

       Bekende edelstenen

.

Bekende edelstenen zijn onder andere amethist, hematiet, labradoriet, maansteen, peridoot, diamant, robijn, smaragd, saffier, aquamarijn, topaas, toermalijn, citrien, carneool, opaal, onyx, turkoois, lapis lazuli en granaat.

 

.

juwelen uit amethist

 

Amethisten tiara

 

 

 

 

 

juwelen uit hematiet

 

 

 

 

 

 

juwelen uit labradoriet

 

 

violette labradoriet

 

groene labradoriet

 

 

 

juwelen uit maansteen

 

sieraad van witte maansteen

 

sieraad van roze maansteen

 

geslepen maansteen

 

 

 

juwelen uit peridoot

 

 

 

 

 

 

juwelen uit diamant

 

 

 

 

 

 

juwelen uit robijn

 

 

robijn en saffier

 

 

 

 

juwelen uit smaragd

 

 

 

Smaragden parure

 

 

 

juwelen uit saffier

 

geslepen saffier

 

 

 

 

 

juwelen uit aquamarijn

 

 

 

 

 

juwelen uit topaas

 

 

 

 

 

 

juwelen uit toermalijn

 

 

 

 

 

 

juwelen uit citrien

 

 

 

citrien bewerkt

 

 

 

juwelen uit carneool

 

 

gele carneool bewerkt

 

rode carneool bewerkt

 

 

 

juwelen uit opaal

 

witte vuuropaal

 

 

 

 

 

juwelen uit turkoois

 

 

turkoois

 

 

 

 

juwelen uit lapis lazuli

 

lapis lazulli

 

 

 

 

 

juwelen uit granaat

 

 

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

JOHN ASTRIA

JOHN ASTRIA

De wereld van de geesten.

Standaard

categorie : Hildegard von Bingen

.

.

hildegard von bingen

.

.

.

De geestelijke wereld

.

In het gedachtengoed van Hildegard staat de persoonlijke verantwoordelijkheid van de mens in het middelpunt; het gaat op de weg door dit bestaan om de ontwikkeling van de deugden door een juiste keuze te maken tussen goed en kwaad, met het doel de hemel op aarde te brengen en die ook te bereiken.

.

1. Omschrijvingen van de geest

.

Hildegard gebruikt niet het begrip ‘geest’ maar het begrip ‘ziel’. Het was in haar tijd gebruikelijk het begrip ‘ziel’ in die zin te gebruiken, naar aanleiding van de uitspraak van het vierde Concilie van Konstantinopel (869-870), canon 11: De mens heeft een rationele en intellectuele ziel.

In haar tijd was de kerk oppermachtig en het was niet raadzaam tegen haar leer in te gaan. Hildegard laat daarom de ‘ziel’ doen wat in geestkunde de ‘geest’ zou doen. Zij maakt ook gebruik van de leer van de Drieëenheid, maar geeft daar wel een geheel eigen uitleg aan: de drie personen staan voor de drie geestelijke vermogens van God.

.

.

2. Omschrijvingen van God

.

Scivias miniatuur, boek ll

Scivias miniatuur, boek ll

.

Dit is het eenvoudigste maar ook belangrijkste miniatuur van Scivias, waarover de stem van het levende Licht tegen Hildegard zegt:

.
“Dit is de diepe zin van het grote goddelijk geheim, dat helder door je werd aanschouwd, dat je zou inzien hoe groot die volheid wel is, welke geen oorsprong kent en nooit vermindert en aan wier kracht alle ‘levensstromen’ (de geschapen, menselijke geesten als ‘krachtbron’) ontspringen. Immers, als bij de Schepper en Heer de eigen levenskracht leeg zou zijn, wat zou dan zijn schepping niet leeg zijn; naar waarheid zou zij ijdel zijn. Nu herkent men in het volmaakte werk het diepste wezen van de Maker zelf”.

Duidelijk gaat Hildegard hier van de zichtbare orde der geschapen dingen over naar de innerlijke rangorde van God zelf. De goddelijke liefde voor de mens heeft zich geopenbaard door de schepping en verlossing van de mens. Hier vinden het innerlijke leven terug van God zelf. In dit visioen schrijft Hildegard als volgt:

“Toen zag ik een zeer helder licht en daar middenin een saffierblauwe mensengestalte, die geheel in een zeer zacht roodachtig trillend vuur gloeide. En dat heldere licht doordrong geheel het roodgloeiende vuur. En het roodgloeiende vuur doordrong geheel het heldere licht. En dit heldere licht en dat roodgloeiende vuur doordrongen geheel die mensengestalte. Aldus waren zij één licht, bestaande in één kracht van mogelijkheden.”

Er is m.a.w. sprake van: licht en warmte (vuur), dat doordringend en doordringbaar is (komt overeen met zelfvormend en vormbaar) wat de eigenschappen van de geestelijke vermogens zijn:

.

.

licht en warmte vermogens voortbrengselen
vormbaar licht
zelfvormend licht
vormbare warmte
zelfvormende warmte
waarnemen
denken
voelen
willen
ervaringsbeelden
denkbeelden
gemoedstoestand
krachtstoestand

Dan wordt de betekenis van de Heilige Drievuldigheid besproken:

“Het allerhelderste licht is ‘zonder smet van bedrog’ (is waarheid) en duidt de Vader aan.
(m.a.w. Vader – waarheid: denken)
Het allerzoetste rode vuur is ‘zonder smet van sterfelijkheid’ (is levenskracht) en ‘zonder smet van duisternis’ (is bewustzijn)  en duidt de Heilige Geest aan.
(m.a.w. Heilige Geest – bewuste kracht: waarnemen, willen)
De mensengestalte is ‘zonder smet van verharding’ (is zachtmoedigheid)  en duidt de Zoon aan, uit de Vader geboren.
(m.a.w. Zoon – zachtmoedigheid: voelen)
De Vader en de Heilige Geest worden kenbaar gemaakt door de Zoon.”

.

.

Drieëenheid kenmerken vermogens
Vader
Heilige Geest
Zoon
waarheid
bewustzijn en kracht
zachtmoedigheid
denken
waarnemen en willen
voelen

.

De stem van het levende licht:

“Want uit deze bron des levens is de moederlijke liefde van Gods omhelzing gekomen, die ons tot leven voedde en die in gevaar onze helpster is die de diepste en zoetste liefde is en ons tot boetedoening onderricht.”

.

.

Het Godsbeeld in Liber Divinorum Operum, Visioen 1

.

.

liber-divinorum-operum-1-i1

.

.

Hildegard:

.

“In het midden van de zuidelijke windstreek aanschouwde ik in de geheimen Gods een prachtige gestalte: Zij leek op een mens. De schoonheid en helderheid van het gezicht was zo mooi dat het gemakkelijker zou zijn geweest in de zon te kijken dan naar dit gezicht.

Het hoofd was met een gouden kring omgeven: in deze kring domineerde een tweede gezicht, dat van een grijsaard, het eerste; zijn kin en baard raakten de top van zijn schedel. Aan beide zijden van de hals van de eerste gestalte was een vleugel te zien. Deze vleugels waren geheven en raakten elkaar boven de gouden kring.

Uit de uiterste punt van de kromming van de rechtervleugel kwam de kop van een adelaar; zijn ogen van vuur straalden als in een spiegel de engelachtige pracht uit. Op hetzelfde punt in de linkervleugel was een mensenhoofd te zien dat schitterde als een ster. Beide figuren waren met het gezicht naar het oosten gekeerd.

Vanuit de twee schouders van de gestalte raakte een vleugel tot de knieën. De gestalte was bekleed met een gewaad dat straalde als de zon. In haar handen droeg ze een lam dat schitterde als een met licht overgoten dag.

Met de voet verbrijzelde de gestalte een schrikwekkend, lelijk en zwart monster en een slang. De slang hield het rechteroor van het monster tussen haar tanden. Het lijf van de slang kronkelde om het hoofd van het monster, haar staart reikte aan de linkerkant van de gestalte tot haar voeten.”

.

De stem van het levende Licht bij dit beeld:

“Ik ben de hoogste vuurkracht, die alle levende vonken heb aangestoken en geen enkele sterfelijke dingen heb uitgeademd, maar ze in leven roep; ik heb de cirkelende cirkel (kringloop, draaikolk) met mijn bovenste vleugels, d.i. met wijsheid, ontworpen door er omheen te vliegen.

Maar ik ben ook het vurige leven van de goddelijke wezenheid en vlam op boven de schoonheid van de akkers, ik schitter in de wateren, ik brand in de zon, de maan en de sterren. En met de wind van de lucht voorzie ik alles op een levengevende wijze van een onzichtbaar leven, dat alles ondersteunt.

De lucht leeft immers in de groenheid (levenskracht) en in de bloemen, de wateren vloeien alsof ze leven, ook de zon leeft in zijn lucht; en wanneer de maan op het punt staat te verdwijnen, wordt ze door het licht van de maan aangestoken, zodat ze als het ware weer tot leven komt; ook de sterren lichten op in zijn licht alsof ze erdoor leven.

Ik heb ook de zuilen, die de hele wereldbol bevatten, gemaakt, namelijk de winden die de onderste vleugels bevatten, – dat zijn de zachtere winden – en die door hun zachtheid de sterkere winden in bedwang houden, zodat ze niet op gevaarlijke wijze zouden waaien; net zoals het lichaam de ziel bedekt (beschermt) en bevat, opdat ze niet zou sterven.

Net zoals ook de zieleadem het lichaam bijeenhoudt en het sterkte geeft, zodat het niet zou doodgaan, net zo bezielen de sterkere winden de haar onderworpen winden, zodat ze hun taak op eenstemmige wijze kunnen uitvoeren.

Zo ben ik, de vuurkracht, in hen verborgen. En terwijl ik in hen ben, branden ze uit mijn bron, zoals de zieleadem de mens voortdurend in beweging brengt en zoals de winderige vlam in de zon is. Al deze dingen leven in hun essentie en ze zijn niet in de dood gevonden, want ik ben het leven.

Ik ben ook de racionalitas (‘berekenen’: denken), die de wind van het klinkende woord bevat, waardoor elk schepsel gemaakt is; en in al die dingen heb ik mijn adem geblazen, zodat geen van deze dingen, geen enkele soort ervan sterfelijk is. Want ik ben het leven.

Want ik ben het volledige leven, die niet van de stenen afgetrokken is en niet gebloeid is op takken en niet geworteld is in de kracht van de man; integendeel, alles wat levend is, wortelt in mij. De racionalitas is immers de wortel; het klinkende woord bloeit echter in die wortel.

Vandaar: aangezien God racionalis is, hoe zou het dan kunnen dat hij niet werkzaam zou zijn, daar zijn gehele werk in de mens tot bloei komt? Want hij heeft de mens naar zijn beeld en gelijkenis gemaakt en hij heeft alle schepselen volgens hun maat in deze zelfde mens afgedrukt.

Want in de eeuwigheid reeds heeft God zijn werk, namelijk de mens, tot bestaan willen brengen; en toen hij dit werk tot een goed einde bracht, gaf hij hem alle schepselen, zodat hij met hen zijn werk zou kunnen uitvoeren, net zoals ook God zélf zijn werk, namelijk de mens, heeft gemaakt.

Maar ik ben ook officialis (‘dienstvaardigheid’, voelen). Want de levende dingen branden dankzij mij; en ik ben het equalis leven in de eeuwigheid, die niet ontstaan is en niet zal eindigen. En datzelfde leven is de zich bewegende en werkende God, en toch is dit leven één in deze drie krachten (nl: racionalis – officialis – equalis).

Want het feit dat ik boven de schoonheid van de akkers opvlam, dat is de materie en dat is de materie waaruit God de mens heeft gemaakt; en dat ik in de wateren schitter, dat is zoals de ziel, want zoals het water de aarde volledig bevloeid heeft, zo heeft de ziel het hele lichaam doorlopen. Het feit echter dat ik in de zon en de maan brandt, dat is de racionalitas; de sterren immers zijn ontelbare woorden van de redelijkheid.

En dat ik met de wind van de lucht alles op een levenwekkende manier als met een onzichtbaar leven vul die alles ondersteunt: dat is omdat dankzij de lucht en de wind de dingen die beginnen te kiemen tot gewassen uitgroeien en als zodanig kunnen blijven bestaan, terwijl ze door niets verwijderd zijn van datgene wat ze zijn.

En weer hoorde ik een stem die zei: “God die alles geschapen heeft, heeft de mens naar zijn beeld en gelijkenis gemaakt en heeft in hem zowel de hogere als de lagere schepsels afgedrukt; en hij had hem zo lief, dat hij hem had voorbestemd voor de plek waaruit de engel (Lucifer) verdreven werd en voor hem de heerlijkheid en de eer had uitgekozen die de andere (Adam), toen hij in de zaligheid was, verloren was. Dat is wat dit visioen, dat je nu ziet, aantoont.”

.

(samenhang met de vermogens)
“Ik ben de rationalitas (‘berekenen’, denken), die de wind van het klinkende woord bevat, de woorden van de redelijkheid waardoor elk schepsel is gemaakt.

Maar ik ben ook officialis (‘dienstvaardigheid’, voelen). Want de levende dingen branden dankzij mij. Ik ben dienaar en toeverlaat.

En ik ben het equalis leven (betekenis ‘equalis’: a. ‘van het paard’: willen; b. ‘van de ruiter’: waarnemen; het beeld van ‘de ruiter op het paard’ is het beeld van het waarnemen en willen) in eeuwigheid, dat niet ontstaan is en niet zal eindigen. En datzelfde leven is de zich bewegende en werkende God, en toch is dit leven één in deze drie krachten (de geestelijke vermogens behoren tot de éne geest).”

.

Gods kenmerken vermogens
rationalis
equalis
officialis
redelijkheid
ruiter op paard
dienstvaardigheid
denken
waarnemen en willen
voelen

.

.

3. Vader-Moeder-God en kinderen

.

Het Scheppingsbeeld in Liber Divinorum Operum, Visioen 2

.

.

liber-divinorum-operum-2-i2

.

.

Hildegard :

.

“In het midden van de borst van de gestalte die ik in de zuidelijke windstreken had aanschouwd, verscheen een wonderbaarlijk rad. Het bevatte tekenen waardoor het ging lijken op het visioen in de vorm van een ei dat ik achtentwintig jaar eerder had gehad en dat ik had beschreven in het derde deel van mijn Liber Scivias.

In de kromming van de schaal van het bovenste gedeelte verscheen een kring van hel lichtend vuur boven een kring van zwart vuur. Deze twee kringen waren met elkaar verbonden op een manier dat het leek alsof ze één waren. Onder de zwarte kring verscheen een andere kring, die op zuivere ether leek en even dik was als de twee andere samen.

Vervolgens kwam er een kring te voorschijn als van vochtige lucht, hij was even dik als de hel lichtende kring van vuur. Onder deze kring van vochtige lucht verscheen er een van witte lucht die zo hard was dat hij op de pees van een mens leek; hij had de dikte van de kring van zwart vuur. Deze twee kringen waren eveneens met elkaar verbonden alsof ze één geheel vormden.

Ten slotte verscheen er onder deze witte, dichte lucht een tweede, ijle luchtlaag, die zich over de hele kring leek uit te breiden en nu eens lichte, dan weer laaghangende, donkere wolken leek op te stuwen. Deze zes kringen waren onderling zonder enige tussenruimte met elkaar verbonden. De bovenste kring overgoot de andere kringen met zijn licht, terwijl de waterhoudende kring alle andere met zijn vochtigheid bedekte.

De menselijke gestalte bezette het midden van dit reusachtige rad. Zijn schedel bevond zich boven, terwijl de voeten de kring met dichte, witte en lichtende lucht raakten. De gestrekte vingers van de rechter- en linkerhand wezen net als de armen in de vorm van een kruis naar de omtrek.

Dit hele visioen wordt beademd door de koppen van vier groepen dieren: een luipaard, een wolf, een leeuw, een beer, met daartussen een krab, een hert, een slang en een lam. Boven het hoofd van genoemde gestalte stonden de zeven planeten tegenover elkaar: drie in de kring van lichtend vuur, één in de kring van zwart vuur, en drie in de kring van zuivere ether. Alle planeten straalden in de richting van de dierenkoppen en de menselijke gestalte. 

De kring van lichtend vuur bevatte zestien belangrijke sterren, vier tussen de koppen van de luipaard en de leeuw, vier tussen die van de wolf en de leeuw, vier tussen die van de wolf en de beer, en vier tussen die van de beer en de luipaard. Acht sterren bezetten een middenpositie en stonden elkaar bij; ze bevonden zich tussen de koppen in en zonden elkaar hun stralen, die de dunne luchtlaag raakten.

De acht andere, naast de resterende dierenkoppen, bestraalden de wolken die ertegenover hingen. Op de rechterhelft van het beeld vormden twee afzonderlijke tongen twee stromen die het wiel en de menselijke gestalte bevloeiden. Hetzelfde gold voor de linkerhelft: het waren net kolkende beekjes.”

.

Zoals we zien is het opgeroepen universum in het geheel niet statisch van aard: actie en reactie gaan een confrontatie met elkaar aan en houden elkaar in evenwicht, zoals de energie van vuur wordt getemperd door de vochtige kring. Het heelal staat voornamelijk bloot aan winden (geestelijke invloeden).

De leeuwekop staat voor de zuidenwind, de belangrijkste, die vergezeld gaat van de wind uit twee aangrenzende streken, verzinnebeeld door de koppen van de slang en het lam. Deze winden houden de energie van het heelal en van de mens, die de hele schepping in zich bergen, in bedwang.

Ze beschermen hen tegen de vernietiging. De zijwinden waaien voortdurend, zij het als zwakke briesjes. Op de schrikwekkend grote kracht van de voornaamste winden wordt geen beroep gedaan; dat gebeurt pas op de dag van Gods Oordeel, bij de ondergang van de wereld, om de laatste tuchtiging toe te passen. De zuidenwind zorgt voor hittegolven en grote overstromingen, de noordenwind brengt bliksem en donder, hagel en koude met zich mee.

.

.

4.  De liefde

.

De stem van het levende licht:

“Want uit deze bron des levens is de moederlijke liefde van Gods omhelzing gekomen, die ons tot leven voedde en die in gevaar onze helpster is, … die de diepste en zoetste liefde is en ons tot boetedoening onderricht.”

.

.

.

pijl-omlaag-illustraties_430109

.

.

.

voorpagina openbaring a4

.

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

.

JOHN ASTRIA

Is het God die ons in verzoeking leidt?

Standaard

categorie : religie

 

 

 

De verzoeking van Jezus door de duivel

De verzoeking van Jezus door de duivel

 

Het Griekse woord voor ‘verzoeking’ is peirasmos, verwant aan het werkwoord peirazo. In de allereerste plaats heeft het woord peirazo de betekenis hebben van ‘op de proef stellen’. We moeten leren God te gehoorzamen en niet onze eigen wil te doen, maar we moeten dat dan ook waarmaken op momenten en in situaties die in die zin ter zake doen. Dat zijn als het ware de proefwerken van onze opleiding.

Wanneer wij aan zo’n beproeving worden blootgesteld vraagt God ons in feite te laten zien waar onze prioriteiten liggen: bij Hem of bij onszelf. Dit kan met een voorbeeld aangetoond worden door een citaat uit de toespraak van Mozes in Deuteronomium 8:14-16:

 

U mag straks in het beloofde land de heer, uw God, niet vergeten. Was Hij het niet die u veilig door die grote, verschrikkelijke woestijn leidde om u op de proef te stellen, zodat hij u later zou kunnen zegenen?

 

Zo wordt ook de gelovige van het Nieuwe Verbond op de proef gesteld, want geloof moet blijken. Maar waarom leert Jezus ons dan bidden ‘breng ons alstublieft niet in zo’n situatie van beproeving’? Het enige antwoord daar op is dat wij daarmee erkennen dat de kans groot is dat wij die beproeving niet zullen doorstaan, hoewel dat eigenlijk wel zou moeten. Dus ja, het is God die ons aan die beproeving onderwerpt, maar het is niet Hij die er de oorzaak van is dat wij vervolgens falen en zondigen. Die oorzaak zijn wij echt zelf!

De apostel Paulus vermaant de gelovigen te Korinte:

 

U hebt geen beproevingen te doorstaan die niet voor mensen te dragen zijn. God is trouw en zal niet toestaan dat u boven uw krachten wordt beproefd: hij geeft u met de beproeving ook de uitweg, zodat u haar kunt doorstaan (1 Korintiërs 10:12-13).

 

Als we toch falen ligt dat dus helemaal aan onszelf. Ook Jezus zelf is zo op de proef gesteld; onmiddellijk na zijn doop, in de woestijn, maar ook voortdurend gedurende zijn leven. Hij verwijst daarnaar wanneer Hij in de bovenzaal tegen zijn discipelen zegt:

 

‘Jullie zijn in al mijn beproevingen steeds bij mij gebleven’ (Lucas 22:28).

 

Op grond daarvan belooft Hij hen overigens een plaats in zijn komende Koninkrijk (vs 29). Maar tegelijkertijd moet Hij Petrus waarschuwen:

 

Simon, Simon, weet dat Satan jullie voor zich heeft opgeëist om jullie als graan te mogen zeven. Maar ik heb voor je gebeden opdat je geloof niet zou bezwijken. En als jij eenmaal tot inkeer bent gekomen, moet jij je broeders sterken (vs 31-32).

 

Uiteindelijk leidt er geen weg om beproeving heen. Jezus zelf is, in Getsemane, zo op de proef gesteld, en dat geldt ook voor wie Hem willen volgen. Maar we moeten ons er wel van bewust zijn dat we dat niet zomaar even doen. Petrus reageerde in de bovenzaal met de verzekering dat, zelfs al mochten alle anderen falen, hem dat niet zou overkomen (Matteüs 26:33), en die zelfverzekerdheid kreeg nog diezelfde nacht een harde les te leren. En zo liggen de kaarten ook voor een ieder van ons. Later zou diezelfde Petrus schrijven:

 

Verheug u over de erfenis die u beloofd is ook al moet u nu allerlei beproevingen verduren. Zo kan de echtheid blijken van uw geloof – zoveel kostbaarder dan vergankelijk goud, dat toch ook in het vuur wordt getoetst (1 Petrus 1:6-7).

 

Want daar tegenover staat de zekerheid dat :

 

De Heer vromen uit de beproeving redt en onrechtvaardigen gevangen houdt tot de dag van het oordeel, om hen dan te straffen (2 Petrus 2:9).

 

En het is Jezus zelf, die deze taak namens God uitvoert:

 

Omdat u trouw bent gebleven aan mijn gebod om stand te houden, zal ik u ook trouw zijn wanneer binnenkort de tijd van de beproeving aanbreekt, als heel de aarde en de mensen die er leven op de proef worden gesteld (Openbaring 3:10).

 

Er zal een tijd van beproeving zijn, maar wanneer wij trouw blijven, zullen we geholpen worden die te doorstaan. Maar we doen er goed aan ons te realiseren dat we dat uit onszelf niet zouden redden.

 

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

JOHN ASTRIA