Tagarchief: gelovigen

Waarom zijn er processies in de kerk?

Standaard

categorie : religie

 

 

 

Waarom houdt de Katholieke Kerk processies?

 

 

.
.
.
.

Een processie is vanouds een plechtige omgang van geestelijken en gelovigen binnen of buiten het kerkgebouw. Men zingt liederen en hymnen en bidt litanieën en andere gebeden.

.

 

Het eerste moment

.

We beginnen bij de Joodse traditie, het Loofhuttenfeest. Bij het Loofhuttenfeest wordt aan de doortocht van het bevrijde volk door de woestijn gedacht. Daarom moet men tijdens dit feest zeven dagen in een hut van bladeren wonen. Bij dit feest wordt een palmtak in de hand gehouden (Lev. 23: 40). Tijdens de dagelijkse rondgangen om het spreekgestoelte en tijdens het reciteren van de Hallel (de lofpsalmen 113-118).

Vóór de verwoesting van de Tempel, vond de dagelijkse rondgang plaats om het brandoffer altaar. De laatste dag liep men dan zevenmaal om het altaar. Er werden op die dag veel offers gebracht, Levitische gezangen gezongen en overal werd het plechtige geschal van de zilveren trompetten van de priesters gehoord.

’s Avonds werd het indrukwekkende schouwspel van de Tempel, met zijn drommen pelgrims, schitterend verlicht door de grote kandelaars in de voorhof der vrouwen en door de gloed van talloze fakkels die rondom in de voorhoven van de Tempel waren geplaatst.

Daarmee was het Loofhuttenfeest ook een echt lichtfeest. In later tijden is in Jeruzalem een uitbundig ‘waterschepfeest’ aan het Loofhuttenfeest toegevoegd. In een plechtige processie werd water, dat uit de Siloam-bron geschept was, naar het tempelplein gebracht om daar uitgegoten te worden. Dat ging gepaard met zeer grote vreugde. In de gebeden werd God gevraagd om Zijn zegen en om regen in het nieuwe seizoen.

 

 

Het tweede moment 

.

Later in de Bijbel lezen we ook over een processie. De ark van God was drie maanden in het huis van Obed-Edom geweest, tot David de ark feestelijk overbracht naar Jeruzalem. We lezen hierover in 2 Sam. 6:

“zo ging David heen en haalde de ark Gods uit het huis van Obed-Edom opwaarts in de stad Davids, met vreugde. En het geschiedde, als zij, die de ark des Heren droegen, zes treden voortgetreden waren, dat hij ossen en gemest vee offerde. En David huppelde met alle macht voor het aangezicht des Heren.  Alzo brachten David en het ganse huis Israëls de ark des Heren op, met gejuich en met geluid der bazuin.”

De bedoeling van de processie is duidelijk, God de eer brengen. De ingrediënten van Davids’ processie zijn hetzelfde als bij de huidige processies: muziek, offeren, plechtige optocht, speciale kleding, dansen en bidden. Op die wijze publiekelijk je geloof belijden en aan iedereen laten zien dat je God lief hebt kan aanstoot geven. zo kreeg David commentaar van zijn vrouw Michal:

“Als nu David wederkwam, om zijn huis te zegenen, ging Michal, Sauls dochter, uit, David tegemoet, en zeide: Hoe is heden de koning van Israël verheerlijkt, die zich heden voor de ogen van de dienstmaagden zijner dienstknechten heeft ontbloot, gelijk een van de ijdele lieden zich onbeschaamdelijk ontbloot? Maar David zeide tot Michal: Voor het aangezicht des Heren, Die mij verkoren heeft voor uw vader en voor zijn ganse huis, mij instellende tot een voorganger over het volk des Heren, over Israël; ja, ik zal spelen voor het aangezicht des Heren.”

Davids geloof was ook een publieke zaak. Heel het volk was erin betrokken en de intocht van de ark was een publieke gebeurtenis.

 

 

De 10 geboden voor de eeuwigheid

De 10 geboden voor de eeuwigheid op de arc van God

 

Pasteltekening van John Astria

 

.

 

Het derde moment

.

 

Het derde moment is de plechtige intocht van Christus in Jeruzalem. In Joh. 12 lezen we:

“Des anderen daags, een grote schare, die tot het feest gekomen was, horende, dat Jezus naar Jeruzalem kwam, namen de takken van palmbomen, en gingen uit Hem tegemoet, en riepen: Hosanna! Gezegend Hij, Die komt in den Naam des Heeren, Hij, Die is de Koning Israëls!”

Ook hier een publieke optocht, midden door de stad, met gezang, feest, palmtakken en kleren op de weg.

Die palmtakken komen nog eens terug in Openbaringen 7:

“Na dezen zag ik, en ziet, een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natie, en geslachten, en volken, en talen, staande voor den troon, en voor het Lam, bekleed zijnde met lange witte klederen, en palmtakken waren in hun handen. En zij riepen met grote stem, zeggende: De zaligheid zij onzen God, Die op den troon zit, en het Lam.”

 

 

04-03_palm_2

 

.

 

Het huidige moment

.

Het Katholieke Paasfeest begint met Palmzondag waar de intocht van Jezus in Jeruzalem centraal staat. Op Palmzondag vervulde Jezus wat in het Oude Testament wordt voorspeld:

” Verheug u zeer, gij dochter Sions! juich, gij dochter Jeruzalems! Ziet, uw Koning zal u komen, rechtvaardig, en Hij is een Heiland; arm, en rijdende op een ezel, en op een veulen, een jong der ezelinnen.”(Zach. 9: 9).

Christus koningschap en zijn vorstelijke onthaal in Jeruzalem moeten gezien worden in het licht van het koninkrijk Gods, dat door Lijden en Opstanding nabij wordt gebracht. Christus intocht in Jeruzalem wordt in de christelijke traditie gevierd met een Processie. Uit pelgrim verslagen blijkt dat dit in Jeruzalem al in de 4e eeuw ingeburgerd was.

De Palmpasen processie vond langzaam maar zeker ook in het Westen ingang, het eerst in Spanje in de 7e eeuw, en stond tot aan de Reformatie in hoog aanzien. Tijdens de Palmpasen processie zwaaien de Katholieke gelovigen met een palmtak. Ze blijven dat doen, tot de tijd waarover Openbaringen schrijft, waarbij de schare zwaait met palmtakken gekleed in lange witte gewaden.

 

 

 

Processies voor heiligen

.

Een processie is ook een plechtige optocht van geestelijken en gelovigen, waarbij de godsvrucht, boetedoening en het richten van dank- of smeekbede tot God of een heilige versterkt wordt. Een belangrijk element van processies is dat een heilige of God vereerd wordt.

Een voorbeeld is de sacramentsprocessie waarbij het Allerheiligste in een monstrans op plechtige wijze door de priester door de straten van een stad of dorp gedragen wordt. Bij deze vorm is het doel de verering en aanbidding van God.

 

 

image

 

 

 

 Mogen we ook relikwieën ronddragen en vereren (NB niet aanbidden)

.

Allereerst is het belangrijk om bij heiligen, waarvan de relikwieën soms rondgedragen worden, te bedenken dat zij navolgers waren van Christus. In de verering van de heilige vereer je dus eigenlijk Christus die de heilige zo vroom navolgde. Verder is het lichaam een tempel van de Heilige Geest, geheiligd door de Geest die in ons woont, en daarmee alle eerbied en verering waardig.

Tenslotte is het vele malen zo geweest dat God wonderen gedaan heeft, waarbij Hij de relikwieën van heiligen gebruikte. Denk aan de botten van Elia (2 Kon 13), het kleed van Jezus (Matt. 9) en de zweetdoeken van Paulus (Hand. 19). Daarmee bezitten die relikwieën geen magische kracht, maar bedient God zich wel van materie die Hij zelf geschapen en geheiligd heeft.

Een processie is ook een publieke daad en getuigenis van ons geloof in God. Het is een teken dat er geen neutraal terrein bestaat. Het geloof is niet alleen iets van de binnenkamer, maar ook van de straat, alles behoort Hem toe.

Alle uiterlijkheden hebben hierbij een diepere betekenis. De lichaamshouding die vroomheid, eerbied, vreugde, of nederigheid uitdrukt. De kleding die past bij een feestelijke gebeurtenis of bij boetedoening. De muziek en het gezang. De palmtakken die verwijzen naar Christus Koninklijke intocht. Zo kan heel het volk de hulde zien die wij brengen aan onze Koning, zoals je een belangrijk koning groots inhaalt, met alle egards met muziek en vlaggen.

 

 

 

 

3d-gouden-pijl-5271528

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

 

JOHN ASTRIA

Matteüs 24: 3-14; tekenen van de eindtijden

Standaard

Categorie: religie

 

 

Openbaring hoofdstuk 1, 2 en 3 ; de Openbaring aan Johannes

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

Tekenen van de eindtijd in de Bijbel: Jezus, Matteüs 24:3-14

 

Eindtijd en de Bijbel: wat zijn tekenen van de eindtijd en is de eindtijd al begonnen? De Bijbel geeft vele voorbeelden van tekenen die gelovigen moeten waarschuwen voor het einde der tijden. Zes van deze tekenen des tijds worden door Jezus gegeven (Matteüs 24:3-14), twee kenmerken worden gegeven door Paulus (2 Timoteüs 3:1-9 en 1 Timoteüs 4:1) en vele andere tekenen worden gegeven door de profeten uit het Oude Testament (Tenach). God heeft in de Bijbel tekenen gegeven om te laten zien in wat voor tijd we leven, onder meer in het Oude Testament. Jezus geeft zes tekenen.

 

 

De dag van de Heer komt niet onverwachts voor hen die hem volgen

 

De meeste christenen zijn bekend met de zinsnede: “Jezus komt terug als een dief in de nacht“. Dat wil zeggen dat hij onverwachts zal komen. Maar daar hoort wel wat achteraan:

Als de mensen zeggen dat er vrede en veiligheid is, worden ze plotseling getroffen door de ondergang, zoals een zwangere vrouw door barensweeën. Vluchten is dan onmogelijk. Maar u, broeders en zusters, u leeft niet in de duisternis, zodat de dag van de Heer u zou kunnen overvallen als een dief, want u bent allen kinderen van het licht en van de dag… (1 Tessalonicenzen 5:3-5).

 

De Eindtijd wordt afgesloten met de Wederkomst van Jezus. De Eindtijd is de dramatische slotfase van de menselijke heerschappij, die onder de verderfelijke heerschappij staat van satan, die de heerser of god van deze wereld wordt genoemd (Johannes 14:30 en 2 Korinthiërs 4:4). Voor degenen die Jezus volgen en verwachten, zal de dag van de Heer niet onverwachts komen! Jezus zal bij zijn terugkomst een einde maken aan de alle wereldse macht en vervolgens zijn Rijk van vrede en gerechtigheid stichten. Wat zijn de tekenen van het naderen van de eindtijd?

De Apostel Paulus waarschuwt de gelovigen dat er mensen zullen zijn in de laatste dagen die het geloof zullen verlaten, doordat ze luisteren naar dwaalgeesten en naar wat demonen hun leren (1 Timoteüs 4:1). Deze toekomstige afval van het geloof komt voort uit dwaalleringen van binnen de gemeente (vgl. Handelingen 20:30; 2 Petrus 2:1; 1 Johannes 2:19). Ook komt er volgens Paulus een tijd dat de mensen de heilzame leer niet meer verdragen, maar leraren om zich heen verzamelen die aan hun verlangens tegemoet komen en hun naar de mond praten. Ze zullen niet meer naar de waarheid luisteren, maar naar verzinsels (2 Timoteüs 4:3-4). Ook houdt Paulus ons voor dat de laatste dagen zwaar zullen zijn, vanwege de toenemende negatieve karaktertrekken van de mensen (2 Timoteüs 3:1-9; zie ook 2 Tessalonicenzen 2:3).

 

 

Ze zullen niet meer naar de waarheid luisteren, maar naar verzinsels…
.
Op 24 september 2015 werd tijdens een symposium op de Evangelische Hogeschool (EH) in Amersfoort het door Jongbloed uitgegeven kinderboek ‘Het geheime logboek van topnerd Tycho‘ gepresenteerd. Het is geschreven door kinderboekenschrijver en theoloog Corien Oranje met medewerking van Cees Dekker, als natuurkundige en universiteitshoogleraar verbonden aan de Technische Universiteit Delft. Het duo wil met het boek de boodschap overbrengen dat geloof in God als Schepper en evolutie prima bij elkaar passen en door kinderen dit al jong voor te houden, is de kans kleiner dat ze later, als ze in de collegebanken plaatsnemen, van hun geloof vallen. Ze brengen echter twee onverenigbare geloofssystemen bij elkaar en het resultaat is een conflicterend mengelmoesje. Of noem het syncretisme: een poging om twee verschillende geloven of denkkaders met elkaar te combineren.
.
.
.

Zes tekenen van de eindtijd die Jezus geeft (Matteüs 24: 3-14)

 

In Matteüs 24:3 vragen de leerlingen aan Jezus: ‘Vertel ons, wanneer zal dat allemaal gebeuren en aan welk teken kunnen we uw komst en de voltooiing van deze wereld herkennen?’ Jezus somt zes tekenen op die wijzen op het einde der tijden.

 

Matteüs 24:3-14

 

3 Op de Olijfberg ging hij zitten met zijn leerlingen om zich heen, en nu ze onder elkaar waren vroegen ze: ‘Vertel ons, wanneer zal dat allemaal gebeuren en aan welk teken kunnen we uw komst en de voltooiing van deze wereld herkennen?’ 4 Jezus antwoordde hun: ‘Pas op dat niemand jullie misleidt. 5 Want er zullen velen komen die mijn naam gebruiken en zeggen: “Ik ben de messias,” en ze zullen veel mensen misleiden. 6 Jullie zullen berichten horen over oorlogen en oorlogsdreiging. Laat dat je dan niet verontrusten, die dingen moeten namelijk gebeuren, al is daarmee het einde nog niet gekomen. 7 Het ene volk zal tegen het andere ten strijde trekken en het ene koninkrijk tegen het andere, en overal zullen er hongersnoden uitbreken en zal de aarde beven: 8 dat alles is het begin van de weeën. 9 Dan zal men jullie onderdrukken en doden, en jullie zullen door alle volken worden gehaat omwille van mijn naam. 10 Velen zullen dan ten val komen, ze zullen elkaar verraden en elkaar haten. 11 Er zullen talrijke valse profeten komen die velen zullen misleiden. 12 En doordat de wetteloosheid toeneemt, zal bij velen de liefde bekoelen. 13 Maar wie standhoudt tot het einde, zal worden gered. 14 Pas als het goede nieuws over het koninkrijk in de hele wereld wordt verkondigd als getuigenis voor alle volken, zal het einde komen.

.

.

1. Valse profeten en messiassen

 

  • Er zullen velen komen die mijn naam gebruiken en zeggen: “Ik ben de messias,” en ze zullen veel mensen misleiden. (Matteüs 24:5)
  • Er zullen talrijke valse profeten komen die velen zullen misleiden. (Matteüs 24:11)
  • Want er zullen valse messiassen en valse profeten komen, die indrukwekkende tekenen en wonderen zullen verrichten om ook Gods uitverkorenen zo mogelijk te misleiden. Let op, ik heb jullie dit van tevoren gezegd. (Matteüs 24:24-25)

Christus waarschuwde voor de schijn-messiassen. Het woord Messias betekent ‘Gezalfde’, dat is de naam die is gegeven aan de beloofde Verlosser, die op een dag zal komen om Israël te verlossen. Hij is de gezalfde Koning van Israël. Een valse Messias of Christus – het Griekse woord ‘Christos’ is het equivalent van het Hebreeuwse woord ‘Mashiach’ – doet zich voor als de Messias, maar is het niet. Het zijn pseudo-christussen en veel mensen zullen door deze valse messiassen misleid worden.

Een profeet is een echte man van God, maar een valse profeet is een valse man van God. Hij is een religieuze bedrieger, een charlatan, die velen van de juiste weg aftrekt. Zijn boodschap gaat in tegen het Woord van God (de Bijbel) en de Heer Jezus Christus. Maar let op: veel valse profeten spreken positief over Christus. We zullen dus moeten bepalen of een boodschap of lering vanuit de geestelijke wereld van God of satan komt. Dit vereist een scherp onderscheidingsvermogen, wat in de Bijbel onderscheiding van geesten wordt genoemd (1 Korinthiërs 12:10). Geen enkele christen moet een verkondiging voor zoete koek slikken.

Valse profeten zijn mensen die beweren een profeet van God te zijn, maar in werkelijkheid zijn ze niet door God gezonden. Ze komen voort uit de wereld en niet uit God. Mohammed is zo’n valse profeet die tot op de dag van vandaag – 1400 jaar na zijn dood – vele miljoenen mensen op een dwaalspoor brengt en gevangen houdt in een totalitair antichristelijk systeem. Mohammed behoort onmiskenbaar tot de categorie van de ‘antichristen’ (in de zin van antimessias) die volgens het Schriftgedeelte 1 Johannes 2:22 ontkennen dat Jezus de Christus is en die de Vader en de Zoon niet erkennen.
In 638 verovert de islam het heilige land en op de plek waar eens de tempel stond, verrijst usurpistisch de Rotskoepel, de moskee van Omar, waarvan het koepeldak is bedekt met bladgoud en alzo in het panorama de blikvanger van de stad Jeruzalem is. Op de moskee staat triomfantelijk een citaat uit de Koran, het heilige boek van de moslims: ‘Allah heeft geen zoon’ naar soera 17:111. Dit statement is duidelijk gericht tegen het christendom en de proclamatie in Johannes 3:16, waar geschreven staat:
.

Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.

Er zijn ook veel valse profeten in het lichaam van Christus actief. Veel gelovigen worden vandaag de dag misleid door zeer getalenteerde ‘christelijke’ valse profeten. Dat er valse profeten binnen de kerk actief zijn behoeft ons niet te verbazen: “Want niemand minder dan Satan vermomt zich als een engel van het licht. Het ligt dus voor de hand dat ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren van de gerechtigheid” (2 Korinthiërs 11:14-15). Voorbeelden van zulke figuren zijn de gebedsgenezer uit de Word of Faith beweging Benny Hinn, Todd Bentley van Fresh Fire Ministries en de evangelische voorganger Rob Bell die het homo-‘huwelijk’ omarmt, om er een paar te noemen.

Maar vergeet niet dat de verkondiging van een moderne theoloog als Harry Kuitert en de ‘atheïstische dominee’ Klaas Hendrikse, bekend van het spraakmakende boek ‘Geloven in een God die niet bestaat’, in geestelijke zin net zo fnuikend is als de bediening van dwalende opwekkingspredikers. Zij strooien mensen zand in de ogen en houden ze af van de weg die ten leven leidt. Deze dwaalleraren komen met verderfelijke ketterijen en loochenen zelfs de meester die hen heeft vrijgekocht (2 Petrus 2:1).

 

 

Openbaring hoofdstuk 13 ; de komst van de antichrist en de valse profeet

 

Pasteltekening van John Astria

.

.

.

2. Oorlogen en oorlogsdreiging

 

Jullie zullen berichten horen over oorlogen en oorlogsdreiging. Laat dat je dan niet verontrusten, die dingen moeten namelijk gebeuren, al is daarmee het einde nog niet gekomen. (Matteüs 24:6)

Er zijn veel conflicthaarden in de wereld en met alle moderne media- en communicatietechnieken van tegenwoordig kan een oorlog zich niet aan het oog van het publiek onttrekken. Ook zijn er vaak wel beelden voorhanden. Zelfs al wordt in een land waar een conflict is de persvrijheid aan banden gelegd en worden buitenlandse journalisten de toegang tot het land geweigerd, dan is er altijd wel enige vorm van filmapparatuur aanwezig, al is het maar een mobieltje met camera, om de gebeurtenissen vast te leggen.

 

Het ene volk zal tegen het andere ten strijde trekken en het ene koninkrijk tegen het andere… (Matteüs 24:7).

Er waren in de gehele geschiedenis van het mensdom vele conflicten en oorlogen, maar het staat buiten kijf dat er in de twintigste eeuw meer mensen zijn gedood in oorlogen en conflicten dan op enig ander moment in de geschiedenis. In de voorbije eeuwen droegen oorlogen een meer lokaal karakter. De laatste beide grote wereldoorlogen in de vorige eeuw voerden het tot een dramatisch hoogtepunt van wereldomvattende betekenis. Telde de Eerste Wereldoorlog nog ongeveer 35 miljoen slachtoffers, de verliezen in mensenlevens als gevolg van de Tweede-Wereldoorlog wordt geschat op ongeveer 72 miljoen, waaronder ongeveer 47 miljoen burgerslachtoffers. De vermaarde historicus Johan Huizinga noemde in 1945 de 20e eeuw de ‘bitterste aller eeuwen’.

In de 32e Huizinga-lezing van 2003 zei prof. dr. A. de Swaan: “Randolph J. Rummel heeft het precies uitgerekend. Honderdzeventig miljoen mensen werden er in de vorige eeuw vermoord in opdracht van een staat.” Dat is maar liefst vijf keer meer dan het dodental door oorlogshandelingen tegen gewapende tegenstanders, welke 34 miljoen mensen bedraagt. Vier regiems spannen de kroon met elk meer dan tien miljoen moorden op burgers:

  • Tussen 1917 en 1987 zijn in de Sovjet-Unie 62 miljoen mensen omgebracht door executie, mishandeling, foltering, uitputting of uithongering.
  • Communistisch China heeft ruim 35 miljoen burgers vermoord tussen 1949 en 1987.
  • Het naziregime heeft 21 miljoen moorden op weerloze mensen op haar naam staan.
  • Nationalistisch China onder Chang Kai-shek heeft 10 miljoen ongewapende mensen gedood tussen 1928 en 1949.[6]

De aantallen slachtoffers onder weerloze burgers in de twintigste eeuw is ongeëvenaard.

.

.

Openbaring hoofdstuk 8 (b) ; zegel 7 en de eerste vier bazuinen

 

Pasteltekening van John Astria

.

.

3. Hongersnoden

 

En overal zullen er hongersnoden uitbreken… (Matteüs 24:7)

Hongersnoden zijn aan de orde van de dag. Een groot deel van de wereldbevolking lijdt dagelijks honger. Het aantal mensen dat honger lijdt is volgens Amnesty International tussen 1990 en 2008 met 80 miljoen gestegen tot 923 miljoen. Het percentage mensen met honger daalde wereldwijd van 37% in 1970 tot 17% in 2007.

Julian Cribb, een wetenschapsjournalist uit Australië, waarschuwt voor een wereldwijde voedselcrisis in zijn boek The Coming Famine, The Global Food Crisis and What We Can Do to Avoid It. Er zijn volgens hem twee hoofdproblemen, de groei van de wereldbevolking en overconsumptie:

Most important are what he calls “the two elephants in the kitchen”: population growth and overconsumption. A projected 33 percent growth in population in the next 20 years, combined with increased consumption of meat as the global middle class grows larger, means that food production must grow by at least 50 percent in that same period.[9]

Sinds 2005 stijgen de prijzen van basisvoedsel, zoals rijst, tarwe en maïs. Dit hangt onder meer samen met de toenemende welvaart in China en India, welke een grotere vleesconsumptie tot gevolg heeft. Veel mensen weten niet dat voor één kilo vlees tien kilo graan nodig is. Graan is het basisbestanddeel voor veevoeder. Door een grotere vraag naar vlees stijgt de vraag naar graan en dit doet de prijzen stijgen.

Klimaatsverandering speelt ook een rol. Door toenemende droogtes en overstromingen die oogsten vernietigen, slinken de graanvoorraden. Dit drijft de voedselprijzen op. De prijzen worden voorts de hoogte in gestuwd door de alsmaar stijgende vraag naar biobrandstof, waar men onder meer de plantaardige gewassen maïs en suiker voor gebruikt.

.

.

Openbaring hoofdstuk 16 ; de 7 offerschalen worden uitgegoten

 

Pasteltekening van John Astria

.

 

4. Aardbevingen

 

En overal … zal de aarde beven. (Matteüs 24:7)

De aardbevingen die Jezus noemt zijn een teken van het begin van de eindtijd, want in vers 8 staat: “Dat alles is het begin van de weeën.” Dat overal de wereld zal beven, is een aankondiging van Jezus’ terugkomst. Er wordt door Jezus een vergelijking gemaakt met weeën. De bevalling kan zich op verschillende manieren aankondigen en één ervan is het begin van de weeën. De weeën nemen voorafgaande de geboorte in aantal en in heftigheid toe. Evenzo zullen aan de wederkomst aardbevingen voorafgaan die in aantal en heftigheid zullen toenemen.

De zwaarste geregistreerde aardbevingen in de geschiedenis zijn tot dusverre:

  • 1952: Rusland: Kamchatka (kracht van 9,0 op de schaal van Richter) – geen slachtoffers.
  • 1960: Chili (9,5) – 5000 doden, twee miljoen daklozen.
  • 1964: Alaska: Prince William Sound (9,2) – deze aardbeving eistte 125 mensenlevens.
  • 2004: Indonesië: Sumatra (9,1) – honderden mensen kwamen om het leven, de schade was groot.
  • 2011: Japan (9,0) – de aardbeving en tsunami hebben ongeveer 19.000 doden geëist.

Op de website Christipedia wordt het volgende hierover opgemerkt:

Het lijkt erop dat het aantal grote aardbevingen (6 of hoger op de schaal van Richter) beduidend toeneemt. In de jaren negentig waren er 37% meer aardbevingen met een kracht van 6 of hoger dan in de jaren tachtig. In 1995 was er een piek: 203 bevingen met een kracht van 6.0 of hoger, in 2009 was dat aantal 158. In het eerste decennium (2000-2009) van deze eeuw waren er 46% meer grote aardbevingen dan in de jaren tachtig. Deze stijging kan een fluctuatie zijn in een langere periode, maar ook een voorbode zijn van de geboorteweeën van de eindtijd.

.

.

Openbaring hoofdstuk 7 ; het breken van zegel 6

 

Pasteltekening van John Astria

.

.

5. Beproevingen

 

Dat alles is het begin van de weeën. Dan zal men jullie onderdrukken en doden, en jullie zullen door alle volken worden gehaat omwille van mijn naam. Velen zullen dan ten val komen, ze zullen elkaar verraden en elkaar haten. (Matteüs 24:8-10)

Christenen worden in heel veel landen onderdrukt. In het Westen kunnen christenen (nog steeds) genieten van de vrijheid om God te aanbidden zonder vervolgd, bespot, gehaat of gediscrimineerd te worden, thuis, op werk en op school. Maar in veel andere landen, zoals China, Soedan, Saoedi-Arabië, Eritrea, Pakistan, Iran, Noord-Korea en talloze andere landen, lijden christenen onder vervolging en velen moeten het met de dood bekopen. De vervolging van christenen zal mettertijd toenemen in intensiteit en ernst, net als de barensweeën van een zwangere vrouw verergeren als de bevalling naderbij komt.

 

 

Openbaring hoofdstuk 6 ; bet breken van zegel 1 tot zegel 5

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

6. Het evangelie zal over de hele wereld worden gepredikt

 

Pas als het goede nieuws over het koninkrijk in de hele wereld wordt verkondigd als getuigenis voor alle volken, zal het einde komen. (Mattheüs 24:14)

Dit woord gaat voor onze ogen in vervulling. Tot in alle uithoeken van de wereld wordt het evangelie van Christus verkondigd. Mensen over de hele wereld horen de boodschap van Christus van zendelingen ter plaatse, maar ook via mediums als radio, televisie en internet. Op de wereld worden om en nabij 6500 talen gesproken. Uit cijfers van de United Bible Societies (UBS) blijkt dat in 459 talen een complete Bijbelvertaling voorhanden is en het aantal gedeeltelijke Bijbelvertalingen bedraagt 2049.

 

 

 

Jezus haakt in op het Oude Testament

 

Een aantal tekenen die Jezus aanhaalt werden reeds in het Oude Testament voorzegd:

  • Oorlog: Ik zal de Egyptenaren tegen elkaar ophitsen: ze raken onderling in gevecht, man tegen man, vriend tegen vriend, stad tegen stad, rijk tegen rijk (Jesaja 19:2).
  • Aardbeving: Ik zal de hemel doen wankelen, de aarde raakt bevend van haar plaats op de dag van de HEER van de hemelse machten, de grimmige dag van zijn brandende toorn (Jesaja 13:13); Want dit zegt de HEER van de hemelse machten: Nog een korte tijd, een ogenblik slechts, en ik zal de hemel en de aarde, de zee en het land doen beven (Haggai 2:6).
  • Hongersnood: De kinderen van de armen zullen veilig leven, de zwakken vlijen zich rustig neer, maar jullie nazaten laat ik verhongeren en wie er nog over is, wordt omgebracht (Jesaja 14:30, vgl. Openbaring 18:8).

.

.

Openbaring hoofdstuk 18 ; de economische vernietiging van Babylon

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

Andere belangrijke profetieën over de wederkomst van Christus

 

De terugkeer van de Joden naar Israël

 

Maar, bergen van Israël, jullie bomen zullen weer uitlopen en vrucht dragen voor mijn volk Israël, want dat zal spoedig terugkeren. Ik zal mij naar jullie toewenden, en jullie zullen weer worden bewerkt en ingezaaid. Ik zal veel mensen op je laten wonen, heel het volk van Israël, en de steden zullen weer worden bewoond, de puinhopen weer worden opgebouwd. Er zullen veel mensen en dieren op je wonen, ze zullen talrijk en vruchtbaar zijn, en jullie zullen weer even dichtbevolkt zijn als in het verleden. Ik zal zorgen dat het jullie beter gaat dan vroeger, en jullie zullen beseffen dat ik de HEER ben. Er zullen weer mensen over je paden gaan: mijn volk Israël zal jullie weer in bezit nemen, jullie worden voorgoed hun eigendom en jullie zullen hen nooit meer van hun kinderen beroven. (Ezechiël 36:8-12).

Dit zegt God, de HEER: Ik haal de Israëlieten weg bij de volken waar ze terechtgekomen zijn, ik zal ze overal vandaan bijeenbrengen en ze naar hun land laten terugkeren. (Ezechiël 37:21).

 

Ofschoon Ezechiël deze woorden schreef terwijl de Israëlieten in Babylon waren, werden ze niet vervuld door de terugkeer uit de Babylonische ballingschap. Ezechiël sprak over de tweede en definitieve terugkeer. In 1948 vond na bijna 2000 jaar verstrooiing van de Joden over de wereld, de wedergeboorte van de natie van Israël plaats. De terugkeer van Israël is de belangrijkste Bijbels voorspelde gebeurtenis van de laatste 2000 jaar. Jezus zei: “Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker nog niet verdwenen zijn wanneer al die dingen gebeuren” (Matteüs 24:34). Nog in deze generatie, rekenend vanaf de terugkeer van de Joden naar het beloofde land in 1948, zullen al die dingen gebeuren die in Matteüs 24 staan vermeld en hierboven zijn besproken. Een Bijbelse generatie telt honderd jaar.

Zacharia voorspelde dat de Joden ‘in den vreemde’ in God bleven geloven, voorspoed zouden hebben en vervolgens zouden terugkeren. “Ik zal hen bij Mij fluiten en hen samenbrengen, want ik heb hen vrijgekocht. Ze zullen weer even talrijk worden als vroeger. In den vreemde zal Ik hen vrucht laten dragen, in verre streken zullen ze Mij gedenken en hun kinderen grootbrengen, en dan zullen ze terugkeren” (Zacharia 10:8-9).

Het een algemeen bekend gegeven dat Joden op alle terreinen van wetenschap, literatuur, kunst en muziek, verhoudingsgewijs enorm veel hebben bereikt. De Joodse bijdrage aan de wereldcultuur is enorm groot. Geoffrey Wigoder schrijf in het boek ‘Joodse cultuur – Oorsprong en bloei’:

Het verhaal van de joodse cultuur en de joodse bijdrage is indrukwekkend, vooral als men bedenkt dat dit alles is voortgekomen uit een heel klein volk, dat regelmatig vervolging en discriminatie heeft moeten ondergaan.[13]

 

Geen ander volk in de geschiedenis der mensheid heeft zo succesvol een eigen cultuur, identiteit en taal in stand kunnen houden na bijna 2000 jaar verbannen te zijn geweest uit hun land. Ze woonden te midden van andere volken, maar ze gingen daar niet in op. Vandaag de dag keren steeds meer Joden terug naar Israël. God brengt Zijn volk terug naar het land dat Hij hen heeft beloofd. Deze voorspelling bewijst dat de Bijbel geen sprookjesboek is.

.

 

Openbaring hoofdstuk 19 ; oordeel over het politieke Babylon

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

Jeruzalem zal weer in Joodse handen komen

 

De inwoners zullen omkomen door het zwaard of in gevangenschap worden weggevoerd en onder alle volken worden verstrooid, terwijl Jeruzalem vertrapt zal worden door heidenen, tot de tijd van de heidenen voorbij is. (Lucas 21:24)

Ook deze eindtijdprofetie is deels werkelijkheid geworden door de bevrijding van de oude stad van Jeruzalem in juni 1967. Jeruzalem is de ondeelbare en eeuwige hoofdstad van Israël. Veel (seculiere) wereldleiders denken daar anders over en willen dat Israël Jeruzalem opsplitst en een deel aan de Palestijnse Arabieren afstaat waar ze dan de hoofdstad van hun toekomstige staat Palestina van kunnen maken. Ik denk dat Jeruzalem niet echt vrij zal zijn heidenen die deze stad vertrappen totdat Jezus terugkomt. Lees bijvoorbeeld Daniël 2:36-45, waarin staat dat de overheersing van de heidenen zal voortduren totdat God Zijn koninkrijk zal vestigen. Maar denk ook aan Zacharia’s profetie over Jeruzalem: “De stad zal worden ingenomen, de huizen zullen worden geplunderd en de vrouwen verkracht. De helft van de inwoners wordt in ballingschap weggevoerd, maar het deel dat overblijft zal niet worden uitgeroeid” (Zacharia 14:2). En in Openbaring 11:2 staat dat de heidenen ‘de heilige stad tweeënveertig maanden lang zullen vertrappen’. Desalniettemin is het feit dat Jeruzalem weer in Joodse handen is, een teken dat de wederkomst van Jezus nabij is.

 

 

Openbaring hoofdstuk 21 ; een nieuwe hemel en een nieuwe aarde

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

In de toekomst zal heel Israël worden gered

 

Het wordt steeds duidelijker dat Jezus’ terugkomst naderbij komt. We leven in profetische tijden. Voor onze ogen zien we de vervulling van Bijbelse profetie en in een sneller tempo dan ooit tevoren.

Gods heilsplan kent twee opeenvolgende fasen. Wanneer de woorden van Jezus uit Matteüs 24:14 vervuld zijn en het goede nieuws over het koninkrijk in de hele wereld wordt verkondigd als getuigenis voor alle volken, zal het einde komen. Tot het moment dat alle heidenen zijn toegetreden, dat wil zeggen totdat het laatste lid uit de volken is toegevoegd aan de gemeente van Christus, is een deel van Israël onbuigzaam (Romeinen 11:25). Paulus spreekt hier over een goddelijk geheim: “Zij zijn naar het evangelie vijanden om uwentwil, naar de verkiezing zijn zij geliefden om der vaderen wil” (Romeinen 11:28, NBG vertaling). Er ligt een sluier over hun hart telkens als de wet van Mozes wordt voorgelezen (2 Korinthiërs 3:14-16). Daarna worden de ogen van Israël geopend voor hun Messias Jezus. In de toekomst zal “heel Israël worden gered” (vs. 25-26). Als de tijd van de heidenen is voltooid, zal God zijn aandacht volledig richten op het overblijfsel van Israël en zich aan hen openbaren. Deze openbaring van de Heer aan Israël wordt profetisch voorzegd in Zacharia 12:10:

Het huis van David en de inwoners van Jeruzalem echter zal ik vervullen met een geest van mededogen en inkeer. Ze zullen zich weer naar mij wenden, en over degene die ze hebben doorstoken, zullen ze weeklagen als bij de rouw om een enig kind; hun verdriet zal zo bitter zijn als het verdriet om een oudste zoon.

God heeft niet afgedaan met de Joden, zoals in het verleden door (een deel van) de christenheid werd verkondigd. God heeft ook niet afgedaan met de Joden die Jezus niet aanvaarden als hun Messias. ‘God blijft hen liefhebben’ (Romeinen 11:28)! ‘Want de genade die God schenkt neemt Hij nooit terug, wanneer Hij iemand roept maakt Hij dat niet ongedaan’ (Romeinen 11:29).

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

 

Meditatie en religie.

Standaard

 categorie : religie

 

MeditationLightTunnelBlue

 

 

Meditatie betekent volgens het woordenboek: overpeinzing, bespiegeling. In kerkelijke kringen betekent “een meditatie verzorgen”: sprekend tot toehoorders een overdenking houden over een Bijbelgedeelte. In Engelse bijbels is sprake van “meditation”, waar de Nederlandse Bijbels spreken van: overdenking, overpeinzing, betrachting.

De woorden ‘meditatie’ of ‘mediteren’ worden ook gebruikt voor oosterse, mystieke en new-age-achtige vormen van meditatie. Deze meditatie onderscheidt zich onder meer door:

 

  • Gebruik van een mantra, een woord dat vaak de naam van een hindoeïstische god is
  • Herhaling van de mantra
  • Tot rust komen
  • Zijn hoofd leegmaken, gedachteloosheid

 

Deze meditatie is vreemd aan de Schrift. Meditatie is goed voor de geest en het lichaam, maar kan een zondige ziel die geen berouw heeft nooit redden. Er staat duidelijk geschreven in Johannes 11:24-26 dat geloof in het zoenoffer van Christus onvermijdelijk is voor eeuwig te leven te bekomen. Meditatie is een techniek om tot rust te komen maar kan de Blijde Boodschap niet vervangen.

 

 

High-quality-church-religion-marble-the-buddha

 

 

Gelovigen zoeken hun innerlijke rust vooral bij de Heer Jezus en bij God hun Vader. Hun bezorgdheid mogen ze op Hem werpen. Als een herder leidt God zijn schaap aan rustige wateren (Psalm 23).

Het hoofd helemaal leegmakenhoeft niet en is zelfs geestelijk gevaarlijk.Het kan goed zijn onze gedachte stroom tot bedaren te brengen, gedachten opzij te zetten, maar gedachteloosheid als een zekere bewustzijnstoestand, leegheid van gedachten, kan een venster openen voor invloeden van boze geesten.

Sommige christenen propageren eenmengvorm van Bijbelse overpeinzing en oosters geïnspireerde meditatie. Dan worden bijvoorbeeld geestelijke woorden aldoor herhaald, zoals een Hindoeïstische mantra. Vergelijk:

Mt 6:7 En als u bidt, gebruikt dan geen omhaal van woorden zoals de volken; want zij menen dat zij door hun veelheid van woorden zullen worden verhoogd

Oosterse meditatie herhaalt woorden om in een zekere bewustzijnstoestand te geraken. In plaats van het ver-stand uit te schakelen en gedachteloosheid of innerlijke leegheid na te streven, mogen gelovigen de werken, daden, eigenschappen en woorden van hun God overdenken.

 

 

mijnhemel4 kopie

 

Ps 77:11  (77–12) Ik zal de daden des Heren gedenken; ja, ik zal gedenken Uw wonderen van ouds her;

Ps 77:12 (77–13) En zal al Uw werken overdenken, en van Uw daden spreken.

Ps 77:13 (77–14) O God! Uw weg is in het heiligdom; wie is een groot God, gelijk God?

Ps 77:14 (77–15) Gij zijt die God, Die wonder doet; Gij hebt Uw sterkte bekend gemaakt onder de volken.

Ps 77:15 (77–16) Gij hebt Uw volk door [Uw] arm verlost; de kinderen van Jakob en van Jozef. 

Ps 77:16 (77–17) De wateren zagen U, o God! de wateren zagen U, zij beefden; ook waren de afgronden beroerd.

Ps 77:17 (77–18) De dikke wolken goten water uit; de bovenste wolken gaven geluid; ook gingen Uw pijlen daarhenen.

Ps 77:18 (77–19) Het geluid Uws donders was in het ronde; de bliksemen verlichtten de wereld; de aarde werd beroerd en daverde.

Ps 77:19 (77–20) Uw weg was in de zee, en Uw pad in grote wateren, en Uw voetstappen werden niet bekend.

Ps 77:20 (77–21) Gij leiddet Uw volk, als een kudde door de hand van Mozes en Aaron.

Ps 119:97  Hoe lief heb ik Uw wet! Zij is mijnbetrachtingden gansen dag.

Ps 119:98  Zij maakt mij door Uw geboden wijzer, dan mijn vijanden zijn, want zij is in eeuwigheid bij mij.

Ps 119:99 Ik ben verstandiger dan al mijn leraars, omdat Uw getuigenissen mijn betrachting zijn.

.

Goddelijke levenskracht

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

.

 

 John Astria

John Astria

De opname voor de verdrukking?

Standaard

Categorie: religie

 

 

Openbaring hoofdstuk 20 ; de eerste opstanding en de tweede dood

 

Pasteltekening van John Astria

 

De opname voor de verdrukking?

 

In een boek over ‘De totaalcontrole’, geschreven door br. Wim Malgo las ik dat de gemeente vóór de grote verdrukking wegenomen zal worden. In Openbaring 20:4 lees ik echter over hen die het teken van de antichrist geweigerd hebben en als gevolg daarvan gedood werden, maar bij de wederkomst van Christus op aarde uit de dood op zullen staan. Zijn er dan toch ook gelovigen die vóór de grote verdrukking niet opgenomen worden? 

 

 

Antwoord:

 

Het gaat hier om de ‘grote schare’ die na de opname van de gemeente nog tot bekering komt, maar hun bekering met de martelaarsdood moeten bekopen (Openbaring 7:9-17). Ook zij behoren tot de ‘eerste opstanding’, waarover we in Openbaring 20: 6 kunnen lezen. Deze eerste opstanding voltrekt zich in een aangegeven volgorde (1 Korintiërs 15:23). Christus Zelf is de eersteling, de gemeente vormt de groep van eerstelingen en de gelovigen uit de grote verdrukking vormen de laatste schare die aan deze eerste opstanding deel heeft.

  • De eerste opstanding begon dus met Christus bij Zijn opstanding uit de dood.
  • De tweede fase van de eerste opstanding vindt plaats bij de opname van de gemeente, waarbij alle gelovigen uit de dood op zullen staan.
  • De derde en tevens laatste fase van de eerste opstanding, vind plaats aan het einde van de grote verdrukking waarbij ook de martelaren, die door de antichrist omgebracht zijn, uit de dood op zullen staan om met Christus duizend jaar te regeren.

De eerste opstanding wordt in de Bijbel ook wel de ‘opstanding vanuit de doden’, letterlijk: ‘de opstanding van tussenuit de doden’ genoemd.

  • Bij de eerste opstanding blijven de ongelovigen achter in het graf, zij zullen pas opstaan bij het laatste oordeel, waarover we kunnen lezen in Openbaring 20:11-15. Hier lezen we: ‘En de zee gaf de doden, die in haar waren, en de dood en het dodenrijk gaven de doden, die in het waren, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn werken’ (vers 13).

De ongelovige doden worden dus bewaard tot het laatste oordeel, pas dan zullen ook zij opstaan om voor de grote witte oordeelstroon veroordeeld te worden. Zij worden geoordeeld op grond van hun werken. Wat mogen we de Here Jezus toch dankbaar zijn, dat wij niet op grond van onze eigen werken geoordeeld zullen worden, maar dat het werk van Christus doorslaggevend is voor onze rechtvaardiging en vrijspraak!

In Johannes 5 wordt ook over twee opstandingen gesproken: ‘de opstanding ten leven en de opstanding ten oordeel’ (vers 29). Zo vinden we in de Bijbel dus de ‘eerste en de tweede opstanding’, de ‘opstanding uit de doden en de opstanding van de doden’ en ten slotte ook nog de ‘opstanding ten leven en de opstanding ten oordeel’.

 

 

 

De Bijbel leert ons dat de gemeente vóór de grote verdrukking opgenomen zal worden. Hieronder volgen enkele Bijbelse argumenten die de opname vóór de grote verdrukking bevestigen:

 

1. In Openbaring 20:4 worden alleen de martelaren uit de grote verdrukking opgewekt (‘zij werden weder levend’). De opstanding van de overige gelovigen moet dus al op een eerder tijdstip plaats gevonden hebben.

2. Openbaring 3:10 leert ons dat Hij de gemeente wil bewaren ‘vóór de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken hen, die op de aarde wonen.’

3. In Openbaring 6:16 wordt de grote verdrukking de ‘Toorn van het Lam’ genoemd. De hoop voor gemeente is niet de toorn van het Lam, maar de liefhebbende Bruidegom die zijn bruid tot Zich zal nemen.

4. In 1 Petrus 4:17 lezen we dat het oordeel met het huis Gods begint, zodat we niet met de wereld geoordeeld zullen worden.

5. In Lucas 21:28 lezen we: ‘Wanneer deze dingen beginnen te geschieden, richt u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing genaakt.’ Hoe zouden we ons kunnen verheugen in de grote verdrukking? Het is juist onze verlossing die ons deze vreugde geeft.

6. In Lucas 21:36 worden we opgeroepen te waken en te bidden om aan deze vreselijke dingen te ontkomen.

7. In 2 Tessalonicenzen 2:6-8 lezen we dat de komst van de antichrist tegengehouden wordt. Uit de samenhang blijkt duidelijk dat Paulus het hier heeft over de Heilige Geest die door middel van de gemeente op aarde werkt en woont. Wanneer de gemeente opgenomen zal worden, dan wordt daarmee ook de tempel van de Heilige Geest van de aarde weggenomen en zal de antichrist alle ruimte krijgen om zich te openbaring. Dan is het zout der aarde weg en zal het verderf toeslaan, dan is het licht der wereld weggenomen en zal de vorst der duisternis zich openbaren.

8. We lezen in Zacharia 14:4-5 en Kolossenzen 3:4 dat de Here Jezus aan het einde van de grote verdrukking met al zijn heiligen op aarde terug zal komen. Dit kan alleen wanneer we vóór de grote verdrukking opgenomen zijn, zodat we ook weer met Hem terug zullen keren.

9. Vóór de opwekking van de martelaren uit de grote verdrukking lezen we al over de tronen in de hemel waar de heiligen op zitten om te oordelen (Openbaring 20:4a). In 1 Korintiërs 6:2-3 lezen we dat de heiligen de wereld zullen oordelen. Dit vindt dus ook al plaats vóór de opwekking van deze martelaren!

 

 

Openbaring hoofdstuk 4 ; de troonsheerlijkheid van God

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

10. De opname van de gemeente wordt verschillende keren in verband gebracht met de tijd van Lot in Sodom en Noach. Zowel Lot als Noach werden eerst in veiligheid gebracht voordat het oordeel losbrak. Zo zal de gemeente ook eerst geëvacueerd worden, voordat de grote verdrukking losbarst. Zo werd ook Henoch weggenomen voordat de Here de aarde oordeelde.

11. De roeping en uitverkiezing van de gemeente is een geheimenis (Efeziërs 3:3-10) een ‘tussentijd’ in Gods plan met de wereld. Deze tussentijd eindigt met het geheimenis van de opname van de gemeente, waarna de Here God de draad met Zijn verbondsvolk Israël opneemt en voleindigt.

12. De grote verdrukking wordt ook wel ‘een tijd van benauwdheid voor Jakob’ genoemd (Jeremia 30:4-7). Een periode die God bepaald heeft om Zijn volk Israël tot bekering en wedergeboorte te leiden. Uit deze ‘geboorteweeën’ zal Israël als een nieuw volk tevoorschijn komen.

13. In Daniël 9:27 wordt de zevenjarige grote verdrukking beschreven als de laatste jaarweek die de Here God over Zijn verbondsvolk Israël bepaald heeft. Deze week zal uiteindelijk leiden tot het afsluiten van de zonde en het brengen van eeuwige gerechtigheid voor Israël (vers 24). Zo moeten we Gods plan met Zijn verbondsvolk Israël niet verwarren met Zijn plan met de gemeente en afstand nemen van de wijdverbreide vervangingsleer, waarin Israël plaats moet maken voor de kerk.

14. Het valt op dat geen enkel gedeelte uit de Bijbel de gemeente voorbereidt of waarschuwt voor de grote verdrukking. Hieruit blijkt dat de grote verdrukking niet voor de gemeente bedoeld is.

15. Zolang de gemeente bestaat, wordt de gemeente verdrukt (‘In de wereld leidt gij verdrukking…’ Johannes 16:33). Vooral in de eerste drie eeuwen werd de gemeente heftig vervolgd, maar ook nu. Denk maar aan de christenen in moslimlanden en de vele christenen die nu door ISIS verdreven en vermoord worden. Ook in Noord-Korea worden de christenen vreselijk behandeld. Voor de vervolgde christenen is de gedachte dat de gemeente door de grote verdrukking moet gaan onbegrijpelijk!

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

Gods beloften in de Bijbel : deel 6

Standaard

categorie : religie

 

.

De beloften van God

 

Welke zijn voor mij?

 

Zijn er manieren om erachter te komen welke beloften van God voor ons vandaag gelden? Er staan honderden beloften in de Bijbel. Hoe kunnen we weten welke algemene beloften voor ons allemaal gelden, en welke specifieke beloften voor een specifiek persoon zijn?

 

1 Johannes 1:9 is een geweldig voorbeeld van een algemene belofte: “Maar als we het aan God vertellen als we verkeerd hebben gedaan en Hem om vergeving vragen, dan vergeeft Hij ons. Dan wast Hij ons weer schoon van elke ongehoorzaamheid, zoals Hij heeft beloofd.”

 

Deze belofte is een algemene belofte aan alle gelovigen. Een voorbeeld van een meer specifieke belofte staat in 1 Koningen 9:5, waar wordt geschreven aan Koning Salomo: “… dan zal Ik ervoor zorgen dat altijd één van jouw zonen koning van Israël zal zijn.”Door de context te bestuderen is het duidelijk dat de belofte gedaan wordt aan koning Salomo.

 

 

 

 

Richtlijnen om te onthouden:

 

    • – Bestudeer de context.

 

    • – Is het een voorwaardelijke belofte? Kijk of het woord ‘als’ in de context staat.

 

    • – God geeft ons beloften om ons te helpen ons te onderwerpen aan Zijn wil; niet om Zichzelf te buigen naar onze wil.

 

             – Ga er niet van uit dat je kunt weten wanneer de belofte vervuld zal worden.

 

Welke zijn er zoal?

 

Hieronder staan enkele beloften die te maken hebben met het dagelijkse leven van een christen:

 

Matteüs 11:28-29 – “Kom naar Mij als je moe bent. Kom naar Mij als je gebogen gaat onder het gewicht van je problemen! Ik zal je rust geven. Doe wat Ik je zeg. Leer van Mij. Want Ik ben vriendelijk en geduldig en bescheiden. Daarom zul je bij Mij innerlijke rust vinden.”

 

 

Filippenzen 4:19 – “Mijn God zal jullie in alles overvloedig geven wat jullie nodig hebben. Want Hij geeft overvloedig omdat Hij Zelf overvloedig bezit. Hij geeft ons in Jezus Christus van zijn rijkdom.”

 

 

Romeinen 10:9 – “Want als je met je mond hardop zegt dat Jezus de Heer is, en met je hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft teruggeroepen en levend heeft gemaakt, ben je gered.”

 

 

Romeinen 6:23 – “Het kwaad brengt altijd de dood: het is je loon voor wat je hebt gedaan. Maar de liefdevolle goedheid van God geeft een geschenk: het eeuwige leven, door onze Heer Jezus Christus.”

 

 

1 Korintiërs 10:13 – “Maar als je in de verleiding komt om iets verkeerds te doen, bedenk dan dit. Geen één verleiding is zó groot, dat je er niet tegenop zou kunnen. Want God laat je nooit in de steek. Hij zal niet toestaan dat je het zó moeilijk krijgt, dat je het niet meer aankan. Want Hij zal, als er verleidingen komen, ook voor de oplossing zorgen. Daardoor zul je sterk genoeg zijn om de juiste beslissingen te nemen.”

 

 

Johannes 10:10 – “Maar een dief komt alleen maar om te stelen en te doden en te vernietigen. Ik ben gekomen om leven te geven en overvloed.”

 

 

1 Johannes 1:9 – “Maar als we het aan God vertellen als we verkeerd hebben gedaan en Hem om vergeving vragen, dan vergeeft Hij ons. Dan wast Hij ons weer schoon van elke ongehoorzaamheid, zoals Hij heeft beloofd.”

 

 

 

 

 

Waarom zijn ze belangrijk?

 

De beloften van God zijn een gesproken of geschreven toezegging. Als God zegt dat Hij iets zal doen, dan doet Hij het ook. Als God zegt dat Hij iets niet zal doen, dan houdt Hij zich ook daar aan. Jozua 21:45 zegt: “Alles wat de Heer aan het volk Israël had beloofd, heeft Hij ook gedaan. Er is niets wat Hij niet gedaan heeft.”

 

 

 

God doet twee soorten beloften

 

De onvoorwaardelijke beloften – Dit zijn beloften die gedaan worden zonder enige voorwaarde.

De voorwaardelijke beloften – Deze soort beloften houden bepaalde kwalificaties of vereisten in. Daarom is het belangrijk om de context van een belofte te begrijpen. Het is niet verstandig om er zomaar een belofte uit te pikken en die ons toe te eigenen. Misschien was dat juist een voorwaardelijke belofte en kunnen we niet aan de eisen voldoen.

 

 

 

 

 

 

6 Gods beloften voor Zijn Hulp 

 

 

Ps.33:20 Onze ziel verwacht de Here, Hij is onze hulp en ons schild

 

 

Ps 34:16 De ogen des Heren zijn op de rechtvaardigen, en zijn oren tot hun hulpgeroep;

 

 

Ps.37: 24 Als hij valt, zo wordt hij niet weggeworpen, want de Here ondersteunt zijn hand.

 

 

Ps.37:39 Doch het heil der rechtvaardigen is van de Here, de Here helpt hen en doet hen ontkomen,

 

 

Ps 46:2 God is ons een toevlucht en sterkte, ten zeerste bevonden een hulp in benauwdheden.

 

 

Ps.54:6 Zie, God is mij een helper, de Here is het, die mij schraagt, omdat Hij mij gered heeft uit alle benauwdheid, zodat mijn oog met vreugde op mijn vijanden zag.

 

 

Ps.57: 2 Wees mij genadig, o God, wees mij genadig, want bij U schuilt mijn ziel; ja, in de schaduw van uw vleugelen zal ik schuilen, totdat het onheil voorbij is. 3 Ik roep tot God, de Allerhoogste, tot God, die het voor mij voleindigt.

 

 

2 Kron.16:19 Want des Heren ogen gaan over de gehele aarde, om krachtig bij te staan hen, wier hart volkomen naar Hem uitgaat.

 

 

Jes.41:10 vrees niet, want Ik ben met u; zie niet angstig rond, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met mijn heilrijke rechterhand.

 

 

Hand.1:8 maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.

 

 

2 Kor.12:9 En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid. Zeer gaarne zal ik dus in zwakheden nog meer roemen, opdat de kracht van Christus over mij kome. 10 Daarom heb ik een welbehagen in zwakheden, smaadheden, noden, vervolgingen, benauwenissen ter wille van Christus, want als ik zwak ben, dan ben ik machtig.

 

 

Hebr.2:18 Want doordat Hij zelf in verzoekingen geleden heeft, kan Hij hun, die verzocht worden, te hulp komen.

 

 

Hebr.4:16 Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd.

 

 

Hebr.13:6 Daarom kunnen wij met vertrouwen zeggen: De Here is mij een helper, ik zal niet vrezen; wat zou een mens mij doen?

 

 

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

 

Dertigste Miniatuur : negende visioen van het Derde Boek

Standaard

categorie : Hildegard von Bingen

.

.

.

.

Dertigste Miniatuur: Negende visioen van het Derde Boek

.

.

Scivias%20T%2030_Boek%20III,9

 

De dertigste miniatuur is voor Hildegard heel belangrijk geweest, want opnieuw heeft zij de miniaturist opgedragen er een hele bladzijde aan te besteden. Aan de rechterkant kant zien we de bouw van een hoge toren. Deze toren is de Kerk en de bouwers zijn de gelovigen. Boven op de toren zien we vier gelovigen stenen neerleggen. Tegen de toren is een brede ladder geplaatst waarop wij een groep in rode gewaden zien, de martelaren, en een groep in het groen, de belijders.

Merkwaardigerwijze volgt de miniaturist niet de tekst die spreekt van gelovigen op de ladder in witte kleren met zwarte schoenen. Sommige onder hen, zegt Hildegard, overtroffen de anderen in grootte en glans. Daarom zouden de vier in rode gewaden deze geloofshelden voorstellen.

Aan de buitenzijde van de toren bevinden zich zes druk bewegende mensjes. Zij zijn de gelovigen die ondanks hun roeping de opbouw van de Kerk tegenwerken. We zien hoe één van hen zelfs het bruiloftskleed uittrekt dat hem aangereikt werd door de engelen, toen hij het kasteelplein betrad door de poort aan de Noordkant.

De gelovigen die de Kerk opbouwen hebben de medewerking van een groep van vier Godskrachten. Deze zijn groot uitgebeeld aan de linkerkant. Het is de Wijsheid, die op een voetstuk staat van zeven zuiltjes en geflankeerd wordt door de Justitia, de Fortitudo en de Sanctitas. We volgen nu de tekst van SCIVIAS:

“In het midden van het gebouw, zag ik een sokkel van zeven zuiltjes, en daarbovenop een schone gestalte: de Sapientia. Haar hoofd straalde als de bliksem en daarom is zij hier voorgesteld met een zilver hoofd. Zij was getooid met een gouden gewaad.”

We hebben reeds twee deugden ontmoet, n.l. de Castitas in miniatuur 29 en de Veritas in miniatuur 27. Zij dragen volgens de tekst gulden gewaden , maar zijn door de miniaturist in een geel kleed geschilderd. Het metaal goud is in de miniaturen zoveel gebruikt om de heiligheid in de hemelse sfeer aan te duiden, dat de kunstenaar moest uitzien naar een gewone kleur om het gouden gewaad weer te geven.

We zien op de miniatuur dat rondom de Sapientia op de sokkel zich gelijkvloers drie godskrachten bevinden. Het dichtst bij de Sapientia staat de Justitia. Zij werd door Hildegard als enorm groot beschreven, zodat zij over het gehele gebouw kon heen zien. Haar verschijning was verblindend wit, daarom dat de miniaturist deze deugd helemaal in het metaal zilver uitbeeldde.

In haar hand houdt zij een lange banderol, wat er op wijst dat deze deugd een lange toespraak houdt. Op deze niet beschreven banderollen komen we bij de bespreking van de miniaturen 33-35 terug. Dan blijven er nog twee andere godskrachten over, n.l. de Fortitudo en de Sanctitas. De Fortitudo kennen we reeds van de miniaturen 22 en 23. De harnassen vertonen grote overeenkomst.

Het enige verschil is dat de Fortitudo aan het begin van de bouw (miniatuur 22) het zwaard nog niet heeft getrokken. Bij de bouw der Kerk op het einde der tijden heft de Fortitudo fier zijn wapen omhoog. De Sanctitas verschijnt met drie hoofden, hetgeen de kunstenaar de ondankbare opdracht bezorgde een artistiek minder geslaagde figuur ten tonele te moeten voeren.

Twee hoofden in het zilver en een derde in een bleke witachtige kleur. Het middelste hoofd draagt op zijn hoofd de naam Sanctitas en zegt als verklaring: “Ik ben geboren uit de deemoed en deze heeft mij grootgebracht; mijn moeder, de deemoed, overwint alle tegenstand.” Het tweede hoofd noemt zich “wortel van het goede” en verklaart, dat het uit God zelf stamt.

Het derde hoofd met het bleke gezicht geeft zichzelf als naam “onvergeeflijk voor zich zelf”. Het heft een klaaglied aan dat het als schepsel zo weinig bijdraagt aan het goede. Het toont zijn goede wil doordat het de aanvechtingen van de duivel tracht te overwinnen.

We ontmoeten hier dus wel een heel merkwaardige voorstelling van de uiteindelijke heiligheid van de Kerk. Zij houdt het midden tussen de goddelijke en de menselijke inbreng, maar alleen de deemoed kan deze moeilijke verbintenis met succes bekronen. Deze zelfde drieëenheid zullen we tegenkomen in de volgende miniatuur.

In dit dertigste visioen maakt Hildegardis duidelijk wat zij onder mannelijk en vrouwelijk verstaat.

Bij de beschrijving van de Godskracht Sanctitas zegt zij:

“De heiligheid is met zulk een glans van de goddelijke genade overgoten, dat de diepte van haar mysterie ver boven het begrip van de mens uitgaat. Door de zwaarte van de sterfelijkheid kan de ziel noch haar vrijheid in Christus, de mannelijke vorm, noch haar onderwerping aan Hem, de vrouwelijke vorm, doorschouwen.”

Hildegard wijdt nog veel verder uit over het karakter van deze drie belangrijke deugden naast de Wijsheid Gods. Een uitsluitend in beelden vervatte uitleg van alle mysteries rondom de opgang van het geestelijk leven zowel in de Kerk als geheel valt ons moeilijk te begrijpen.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

voorpagina openbaring a4

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

JOHN ASTRIA

Dertigste Miniatuur : negende visioen van het Derde Boek

Standaard

categorie : Hildegard von Bingen

.

.

.

.

Dertigste Miniatuur: Negende visioen van het Derde Boek

.

.

Scivias%20T%2030_Boek%20III,9

 

De dertigste miniatuur is voor Hildegard heel belangrijk geweest, want opnieuw heeft zij de miniaturist opgedragen er een hele bladzijde aan te besteden. Aan de rechterkant kant zien we de bouw van een hoge toren. Deze toren is de Kerk en de bouwers zijn de gelovigen. Boven op de toren zien we vier gelovigen stenen neerleggen. Tegen de toren is een brede ladder geplaatst waarop wij een groep in rode gewaden zien, de martelaren, en een groep in het groen, de belijders.

Merkwaardigerwijze volgt de miniaturist niet de tekst die spreekt van gelovigen op de ladder in witte kleren met zwarte schoenen. Sommige onder hen, zegt Hildegard, overtroffen de anderen in grootte en glans. Daarom zouden de vier in rode gewaden deze geloofshelden voorstellen.

Aan de buitenzijde van de toren bevinden zich zes druk bewegende mensjes. Zij zijn de gelovigen die ondanks hun roeping de opbouw van de Kerk tegenwerken. We zien hoe één van hen zelfs het bruiloftskleed uittrekt dat hem aangereikt werd door de engelen, toen hij het kasteelplein betrad door de poort aan de Noordkant.

De gelovigen die de Kerk opbouwen hebben de medewerking van een groep van vier Godskrachten. Deze zijn groot uitgebeeld aan de linkerkant. Het is de Wijsheid, die op een voetstuk staat van zeven zuiltjes en geflankeerd wordt door de Justitia, de Fortitudo en de Sanctitas. We volgen nu de tekst van SCIVIAS:

“In het midden van het gebouw, zag ik een sokkel van zeven zuiltjes, en daarbovenop een schone gestalte: de Sapientia. Haar hoofd straalde als de bliksem en daarom is zij hier voorgesteld met een zilver hoofd. Zij was getooid met een gouden gewaad.”

We hebben reeds twee deugden ontmoet, n.l. de Castitas in miniatuur 29 en de Veritas in miniatuur 27. Zij dragen volgens de tekst gulden gewaden , maar zijn door de miniaturist in een geel kleed geschilderd. Het metaal goud is in de miniaturen zoveel gebruikt om de heiligheid in de hemelse sfeer aan te duiden, dat de kunstenaar moest uitzien naar een gewone kleur om het gouden gewaad weer te geven.

We zien op de miniatuur dat rondom de Sapientia op de sokkel zich gelijkvloers drie godskrachten bevinden. Het dichtst bij de Sapientia staat de Justitia. Zij werd door Hildegard als enorm groot beschreven, zodat zij over het gehele gebouw kon heen zien. Haar verschijning was verblindend wit, daarom dat de miniaturist deze deugd helemaal in het metaal zilver uitbeeldde.

In haar hand houdt zij een lange banderol, wat er op wijst dat deze deugd een lange toespraak houdt. Op deze niet beschreven banderollen komen we bij de bespreking van de miniaturen 33-35 terug. Dan blijven er nog twee andere godskrachten over, n.l. de Fortitudo en de Sanctitas. De Fortitudo kennen we reeds van de miniaturen 22 en 23. De harnassen vertonen grote overeenkomst.

Het enige verschil is dat de Fortitudo aan het begin van de bouw (miniatuur 22) het zwaard nog niet heeft getrokken. Bij de bouw der Kerk op het einde der tijden heft de Fortitudo fier zijn wapen omhoog. De Sanctitas verschijnt met drie hoofden, hetgeen de kunstenaar de ondankbare opdracht bezorgde een artistiek minder geslaagde figuur ten tonele te moeten voeren.

Twee hoofden in het zilver en een derde in een bleke witachtige kleur. Het middelste hoofd draagt op zijn hoofd de naam Sanctitas en zegt als verklaring: “Ik ben geboren uit de deemoed en deze heeft mij grootgebracht; mijn moeder, de deemoed, overwint alle tegenstand.” Het tweede hoofd noemt zich “wortel van het goede” en verklaart, dat het uit God zelf stamt.

Het derde hoofd met het bleke gezicht geeft zichzelf als naam “onvergeeflijk voor zich zelf”. Het heft een klaaglied aan dat het als schepsel zo weinig bijdraagt aan het goede. Het toont zijn goede wil doordat het de aanvechtingen van de duivel tracht te overwinnen.

We ontmoeten hier dus wel een heel merkwaardige voorstelling van de uiteindelijke heiligheid van de Kerk. Zij houdt het midden tussen de goddelijke en de menselijke inbreng, maar alleen de deemoed kan deze moeilijke verbintenis met succes bekronen. Deze zelfde drieëenheid zullen we tegenkomen in de volgende miniatuur.

In dit dertigste visioen maakt Hildegardis duidelijk wat zij onder mannelijk en vrouwelijk verstaat.

Bij de beschrijving van de Godskracht Sanctitas zegt zij:

“De heiligheid is met zulk een glans van de goddelijke genade overgoten, dat de diepte van haar mysterie ver boven het begrip van de mens uitgaat. Door de zwaarte van de sterfelijkheid kan de ziel noch haar vrijheid in Christus, de mannelijke vorm, noch haar onderwerping aan Hem, de vrouwelijke vorm, doorschouwen.”

Hildegard wijdt nog veel verder uit over het karakter van deze drie belangrijke deugden naast de Wijsheid Gods. Een uitsluitend in beelden vervatte uitleg van alle mysteries rondom de opgang van het geestelijk leven zowel in de Kerk als geheel valt ons moeilijk te begrijpen.

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

voorpagina openbaring a4

.

.

3d-gouden-pijl-5271528

.

.

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

.

.

JOHN ASTRIA

Openbaring les 4: Wat is een nieuwe hemel en nieuwe aarde?

Standaard

Categorie: religie

 

 

ACHTERGROND

 

Gelovigen zijn “allen die Zijn verschijning hebben liefgehad” (2 Tim.4:8). Het is niet logisch dat iemand zou beweren Jezus lief te hebben en daarbij niet zou verlangen naar Zijn terugkeer. Daarom is het eind van het boek Openbaring net zo bemoedigend. Gelovigen zijn, zowel in de tijd van Johannes als vandaag de dag, voorbestemd om voor eeuwig met Hem te leven en de verwachting van die gemeenschap met Hem zou hun grootste vreugde moeten zijn. De Gemeente zal nooit bevredigd zijn totdat ze “zonder smet of rimpel of iets dergelijks, heilig en smetteloos” voor God zal staan (Ef.5:27). Tegelijkertijd staat er een andere realiteit te wachten voor degenen die niet verlost zijn. Hun komende eeuwige toestand is net zo echt als die van de verloste mensen. Om die reden geeft Jezus nog een laatste uitnodiging tot berouw in inkeer voor Hij Zijn openbaring doorheen de apostel Johannes afsluit.

 

 

Openbaring hoofdstuk 21: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

De nieuwe hemel en de nieuwe aarde (Openbaring 21:1-8)

 

Bij het openen van het 21ste hoofdstuk zijn alle zondaren uit alle tijden, en satan en zijn demonen, veroordeeld tot de poel van vuur (20:10-15). Nadat God alle goddeloze mensen en engelen verbannen heeft en het huidige universum vernietigd is (20:11), zal God een nieuwe plaats scheppen waar de verlosten en de heilige engelen voor eeuwig kunnen wonen. De openbaring van Christus aan de apostel Johannes is een beschrijving van deze woonplaats. Dat op een dag alles nieuw zal worden gemaakt is om verschillende redenen een bemoedigende boodschap van zekerheid aan de gelovigen, zowel uit de tijd van Johannes als die van vandaag de dag.

Ten eerste zullen gelovigen geroepen worden om met Christus in een glorieuze plaats te wonen. Dit zal een gloednieuwe, nooit eerder geziene weergave zijn van Gods kracht. God schiep de aarde oorspronkelijk als een geschikte woonplaats voor de mensheid. De ingang van de zonde besmette echter de aarde en het universum waardoor God deze uiteindelijk zal vernietigen (20:11). Omdat door dit oordeel de eerste hemel en de eerste aarde heen zullen gaan, moet God een nieuwe hemel en een nieuwe aarde scheppen. Binnen in deze nieuwe schepping zal er een centrale plaats of hoofdstad zijn.

Deze zal het nieuwe Jeruzalem genoemd worden en zal heel anders zijn dan het Jeruzalem dat Johannes of wijzelf kennen. Het oude Jeruzalem, dat toen Johannes dit visioen kreeg al 25 jaar in puin lag, is ook bevlekt met zonde en maakt daardoor deel uit van de oude schepping. De nieuwe plaats zal een heilige stad zijn voor God, omdat iedereen die er zal wonen heilig zal zijn (20:6). Wanneer God deze nieuwe hemel en nieuwe aarde zal maken zal het nieuwe Jeruzalem uit het heilig universum neerdalen (21:10) en dienen als de eeuwige woonplaats voor alle verlosten. Dat zulk een plaats zal dienen als een huis voor de verlosten, blijkt uit de beschrijving die Johannes geeft over het nieuwe Jeruzalem als zijnde “een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is” (21:2).

Johannes zag een bruid die voor haar man sierlijk is gemaakt, omdat het tijd was voor de voltooiing van alle dingen. Tegen deze tijd zal de Gemeente bewaard zijn in een waar geloof en zij die God vrezen, zich bekeerd hebben van hun zonden en hem in dit leven trouw hebben gevolgd, zullen het voorrecht genieten om voor eeuwig met Hem te mogen leven in het komend leven. Wanneer er een einde zal zijn gekomen aan alle aardse dingen, zal de inleiding van de hemel verwelkomd worden met Gods Gemeente die voor Hem gepresenteerd wordt als een mooie bruid die gereserveerd is voor haar echtgenoot.

In deze nieuwe schepping zal de “de tent (tabernakel) van God” bij de mensen zijn “en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn” (21:3). Dit zal in de verlossingsgeschiedenis een nooit eerder geziene demonstratie zijn van Gods glorieuze aanwezigheid bij Zijn volk. God zal letterlijk Zijn tent opzetten onder het volk. Hij zal niet langer transcendent, op verre afstand van hun wonen. Hier zal de gelovige genieten van volmaakte gemeenschap met God. De onvolmaakte, door zonde gehinderde gemeenschap die gelovigen nu in dit leven hebben met God (1 Joh.1:3) zal dan volkomen, volledig en onbegrensd zijn in de hemel. Daar zullen ze de majesteit van Gods buitengewone bestaan zien en kennen, terwijl ze hun Schepper volmaakt zullen aanbidden.

Gelovigen zouden ook bemoedigd moeten zijn omdat dat de hemel (de nieuwe schepping) dramatisch anders zal zijn dan deze huidige wereld. Dit wordt duidelijk in de omschrijvingen van Johannes. Daar in de hemel zullen de gelovigen ervaren dat God “alle tranen van hun ogen” zal afwissen (21:4). Omdat er “geen verdoemenis” is “voor hen die in Christus Jezus zijn” (Rom.8:1) zal er niets zijn om spijt van te hebben – geen rouw, geen jammerklacht en geen moeite. Hierom zullen zij die bij God wonen niet één traan meer laten in de hemel. De dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn” (21:4). De grootste vloek in het menselijk bestaan zal er niet meer zijn! “De dood is verslonden” beloofde Paulus (1 Kor.15:54).

Zowel satan, die de macht had over de dood (Heb.2:14) als de dood zelf, zullen in de poel van vuur geworpen worden (20:10, 14). Deze volmaakte heiligheid en afwezigheid van zonde die de hemel zullen kenmerken, vertalen zich in een wereld die vrij is van alle pijn, verdriet en gejammer. Al deze veranderingen die de nieuwe hemel en nieuwe aarde zullen kenmerken, geven aan dat “de eerste dingen zijn voorbijgegaan” (21:4). De oude menselijke ervaring die betrekking heeft op de gevallen schepping is voor eeuwig voorbij samen met alle rouw, leed, verdriet, ziekte, pijn en dood die de zondeval kenmerkte. Christus zal in die dagen wonderbaarlijk “alle dingen nieuw” maken (21:5).

 

 

De inwoners van de nieuwe hemel

en de nieuwe aarde (Openbaring 21:6-8; 22-27)

 

De gehele geschiedenis is gegroeid naar dat goddelijk moment waarin alles nieuw wordt gemaakt. Bij haar voltooiing zal alles volbracht zijn. Daarom zei de majestueuze stem van Degene die op de troon in de hemel zit tegen Johannes: “Het is geschied” (21:6). God begon de geschiedenis en Hij zal die voleindigen en alles ervan verloopt volgens Zijn plan. Zij die zullen wonen in de nieuwe hemel en nieuwe aarde worden met twee zinnen hier in hoofdstuk 21 beschreven. Als eerste wordt een inwoner van de hemel omschreven als iemand die “dorst heeft” (21:6). Zij zullen “hongeren en dorsten naar de gerechtigheid” (Matt.5:6).

De belofte aan de oprechte zoeker is dat zijn dorst bevredigd zal worden. God zal “voor niets te drinken geven uit de bron van het water des levens” (21:6). Doorheen de Bijbel symboliseert dit water het eeuwige leven (Joh.4:34-14; 7:37-38; Op.22:17). Zij die dorsten en oprecht zoeken naar verlossing zijn degenen die het zullen ontvangen en de eeuwige hemelse gelukzaligheid zullen genieten.

Ten tweede behoort de hemel ook aan “wie overwint” (21:7). Deze overwinnaars zullen zij zijn die gedurende dit leven trouw hun reddend geloof in de Here Jezus Christus hebben versterkt. Overwinnend en volhard in het geloof zullen deze personen “alles beërven” (21:7). Zij zullen “een onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkbare erfenis, die in de hemelen bewaard wordt” ontvangen (1 Pet.1:4).

Ze zullen in de gelukzaligheid van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde voor altijd genieten van een volmaakte ziel (Heb.12:23) en volmaakt lichaam (20:6; Rom.8:23; 1 Kor.15:34-44; 2 Kor.5:2; Fil.3:21). Maar het meest geweldige voor degene die overwinnen en dorsten naar rechtvaardigheid is Gods belofte: “Ik zal voor hem een God zijn en hij zal voor Mij een zoon zijn” (21:7). Ondanks dat de gelovige in dit leven al het voorrecht geniet om geadopteerd te zijn als Gods zoon, zal het pas bij het binnengaan van de hemel de volledige werkelijkheid van deze adoptie ervaren (Joh.1:12; Rom.8:14-17; 2 Kor.6:18; Gal.4:5; Ef.1:5).

Zij die het eeuwig geluk zal ontzegd worden, worden omschreven als “de lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars” (21:8). Degenen wiens leven gekenmerkt wordt door zulke dingen geven blijk dat zij niet gered zijn en nooit de hemelse stad zullen betreden. ”Hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood” (21:8). In contrast met de eeuwige gelukzaligheid van de rechtvaardigen in de hemel zullen de zondaars voor eeuwig gekweld worden in de hel. De nieuwe hemel en de nieuwe aarde staan enkel gelovigen te wachten, terwijl de uiteindelijke hel al de verrezen ongelovigen te wachten staat. Daarom bepalen de tegenwoordige keuzes van mannen en vrouwen in welke plaats ze voor eeuwig zullen leven.

 

 

De glorie van het nieuwe Jeruzalem (Openbaring 21:22-27)

 

Eenmaal in de nieuwe hemel en aarde zullen de verlosten onmiddellijk met glorieus ontzag staan in de nieuwe stad Jeruzalem. Daarbinnen in de stad zal er “geen tempel” zijn, want “de Heere, de almachtige God, is haar tempel, en het Lam” (21:22). De goddelijke aanwezigheid zal de gehele nieuwe hemel doordringen en nergens begrensd zijn tot één plaats. Daarom zullen gelovigen nooit naar een ander huis moeten gaan om te bidden. Tot in de eeuwigheid zullen gelovigen voortdurend in de aanwezigheid van God zijn. Nooit zal er een moment zijn dat ze niet in de volmaakte heilige aanwezigheid van “de almachtige God en het Lam” leven (21:22). Het leven van de gelovigen zal louter bestaan uit aanbidding van God.

Al deze aanbidding zal in Gods glorie gebeuren. Anders dan deze aarde, die volledig afhankelijk is van de zon en de maan, zal de nieuwe hemel en nieuwe aarde niet afhankelijk zijn van zulk licht. De zon en de maan zullen niet nodig zijn om licht te voorzien, “want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp” (21:23). Onder zulk licht zullen alle gelovigen uit elke taal, stam en natie samengebracht worden – zowel Joden als heidenen (21:24). Al de verlosten zullen verenigd worden als Gods volk waarbij eenieder gelijkwaardig is in de eeuwige hoofdstad.

Zulk een gelijkwaardigheid onder de verlosten zal ook ervaren worden in complete veiligheid. Er zal in de eeuwigheid geen nacht meer zijn en de poorten van Jeruzalem zullen nooit meer gesloten moeten worden (21:25). Het zal een plaats van rust, veiligheid en verfrissing zijn waar Gods volk zal “rusten van hun inspanningen” (14:13). Ook zal alles in de hemel heilig zijn. Er zal in het nieuwe Jeruzalem dus niets onrein zijn en “ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens” (21:27). De enigen die daar zullen verblijven zijn degenen wiens naam in het boek des levens geschreven staan.

 

 

Openbaring hoofdstuk 22: de Alfa en de Omega

 

Pasteltekening van John Astria

 

 

 

De laatste uitnodiging (Openbaring 22:12-17)

 

De hemel zal slechts een selecte groep mensen huisvesten. Enkel de verlosten zullen dit beërven en voor eeuwig met God regeren. En omdat Christus geduldig is en niet wil dat er niemand verloren gaat (2 Pet.3:9) verlangt Hij ernaar om de ongelovigen hier in de verzen 12-17 nog een laatste oproep tot berouw en inkeer te geven. De volledige canon van de Bijbel eindigt daarom op dit punt met een dringende oproep voor zondaren om tot Jezus Christus te komen en voor het te laat is de vrije gift van eeuwig leven te ontvangen. Want Christus komt spoedig (22:12) en wanneer Hij komt zal het zijn als een dief in de nacht (2Pet. 3:10). Voor de verlosten is dit een grote bemoediging. “De Alfa, en de Omega, het Begin en het Einde” zal komen met beloningen in Zijn hand “om aan ieder te vergelden zoals zijn werk zal zijn” (22:12-13).

Iedere gelovige zal door trouw aan Christus eeuwige beloningen ontvangen. De beloningen waar de gelovigen van zullen mogen genieten in de hemel, bestaan uit de mogelijkheden om God te dienen. Dus hoe groter hun trouw is geweest in dit leven, hoe meer mogelijkheden ze zullen krijgen om God in de hemel te dienen (cf. Matt.25:14-30). Wat een vreugdevolle gelegenheid zal dat zijn. De verlosten zullen voor eeuwig gezegend worden en een volledige en voor altijddurende toegang hebben tot God. Wanneer ze door de poorten van het nieuwe Jeruzalem willen gaan, zullen ze dat eender wanneer kunnen doen en wanneer ze van de boom des levens willen nemen zullen ze dat dus kunnen doen wanneer ze maar willen (22:14).

Al deze personen zullen op zulk een wijze gezegend worden, omdat God hun gehoorzaam tot aan het eind heeft bevonden, gewassen en gereinigd door het bloed van Christus (1:5; 5:9; 7:14). Dat zulk een glorieuze toestand staat te wachten op de terugkeer van Christus is de reden waarom de Geest en de bruid (de Gemeente) zeggen, “Kom!” (22:17). Beiden zien ze uit naar de terugkeer van Christus om de verlosten te verzamelen. De Gemeente wordt vermoeid door de strijd tegen zonde en verlangt er, samen met de Geest, naar om Jezus Christus verheerlijkt, verhoogd en geëerd te zien worden. Zoals men kan zien is de hemel erg exclusief en huisvest ze enkel degenen die gereinigd zijn van hun zonden door geloof in Jezus Christus. Daarentegen zullen alle anderen buiten het nieuwe Jeruzalem in de poel van vuur verblijven (20:15; 21:8). Omdat “wat onrein is” niet de mogelijkheid zal hebben om in te komen zullen “alleen zij die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam” het voorrecht gegeven worden om het nieuwe Jeruzalem toe te treden (21:27).

De personen die buitengesloten zullen worden beschrijft Christus als honden en worden verder omschreven als “de tovenaars, de ontuchtplegers, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en doet” (22:15). Iemand die een van deze zonden liefheeft en herhaaldelijk een van deze zonden doet, koppig eraan vastklampt en Christus’ uitnodiging tot verlossing afslaat, zal in de poel van vuur geworpen worden. Toch laat Christus Zijn schepping niet los. De zin: “Laat hij die het hoort, zeggen: Kom!” nodigt al degenen die de Geest en de bruid horen uit om hen te vergezellen in hun verlangen naar Christus’ terugkeer. Degene die met geloof hoort en vertrouwd is degene die gered zal worden.

Door hun gehoorzaamheid aan het Evangelie zullen zij die zich bekeren samen met de Geest en de bruid, omdat ze verlangen naar Zijn glorie – en hun eigen verlossing van zonden – in een volmaakte heilige omgeving, uitzien naar Christus’ terugkeer. Aan degenen die de oproep van Christus gehoorzamen, dorsten naar vergeving en zich bekeren van hun zonden biedt Christus “voor niets” “het water des levens” aan (22:17). Dit eeuwig leven wordt vrij aangeboden aan al degenen die horen en geloven dat Jezus de prijs voor hun zonden betaalde door Zijn opofferende dood aan het kruis (Rom.3:24).

 

Conclusie

 

Dat Christus spoedig zal terugkeren, is een uiterst zekere waarheid. Ondanks dat “de hemel en de aarde zullen voorbijgaan” zal Gods Woord “beslist niet voorbijgaan” (Luk.21:33). Of de mensen nu wel of niet deze komende realiteit begrijpen en geloven, toch zal ze gaan gebeuren omdat deze woorden “betrouwbaar en waarachtig” zijn (22:6). Voor degenen die Gods geboden bewaren, overwinnen en trouw blijven tot aan het eind ligt er een eeuwige onbeschrijflijke beloning te wachten in de hemel. Anderzijds zullen zij die geen aandacht geven aan Christus’ uitnodiging tot berouw en inkeer buitengesloten worden van het nieuwe Jeruzalem en daardoor dus ook voor eeuwig de aanwezigheid van God missen. Daarom zou iedere gelovige ernaar moeten streven om iedere dag godvruchtig te leven en voortdurend bemoedigd te zijn door Christus’ belofte: “zie, Ik kom spoedig” (22:12).

 

 

BEGELEIDENDE VRAGEN

 

 Wat moest Christus nog doen met betrekking tot de eindtijd?

 

Als de les begint, zullen alle zondaren van alle tijden, als wel satan en zijn demonen, veroordeelt zijn naar de poel van vuur (20:10-15). Na alle goddeloze mensen en engelen verwijderd te hebben en het huidige universum vernietigd (20:11), is alles wat nog gedaan moet worden door God, het maken van een nieuwe plaats voor Zijn kinderen en de heilige engelen om voor eeuwig te wonen. Christus’ openbaring aan de apostel Johannes is een beschrijving van zulk een woonplaats. Deze plaats zal gekend worden als de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

 

 

 Waarom wordt het nieuwe Jeruzalem de heilige stad genoemd?

 

Wanneer God deze nieuwe hemel en de nieuwe aarde maakt, zal een nieuw Jeruzalem in het midden van dat heilige universum neerdalen (21:10) en dienen als een woonplaats voor degene die in alle eeuwigheid verlost zijn. Niet als het oude Jeruzalem van vandaag, die besmet is door zonde als de rest van de wereld, zal die nieuwe Jeruzalem een heilige stad voor God zijn, omdat iedereen die er in leeft heilig zal zijn (20:6). Alles wat schoongewassen is of nieuw gemaakt is, zal toegestaan worden in de nieuwe schepping te blijven. Aangezien niets dat onrein is toegestaan zal worden om binnen te gaan, zal de gehele hemel volmaakt heilig zijn.

 

 

 Wie zal er in de nieuwe hemel en nieuwe aarde mogen wonen?

 

Als God de nieuwe schepping maakt en de huidige schepping tot een einde brengt, zullen alleen degene die trouw op het evangelie gereageerd hebben binnen mogen gaan. Aan het einde van Openbaring verwijst Christus naar deze individuen als degene die dorst hadden en overwonnen hebben. Degene die hun hopeloosheid en verloren toestand apart van Christus realiseren, hongeren naar de rechtvaardigheid die alleen door Hem voorzien wordt, zullen met eeuwig leven gezegend worden. God zal hen vinden met berouw over hun zonden, God vrezende en trouw Hem tijdens dit leven volgende. Omdat ze vol passie verlossing zoeken en bewijzen loyaal aan Gods Zoon te zijn, zullen ze de eeuwige zegen van de hemel ontvangen.

 

 

 Hoe zal de relatie van de gelovige met God in de nieuwe schepping zijn?

 

Het zal een zegen zijn om in de hemel te mogen zijn, omdat gelovigen steeds in de aanwezigheid van God zullen zijn. Er zal geen moment zijn dat ze niet in een volmaakt heilige relatie staan met de “de Heere, de almachtige God, en het Lam” (21:22). De “tent van God” zal “bij de mensen” zijn, “en zij zullen Zijn volk zijn” en Hij zal “hun God zijn” (21:3). God zal letterlijk Zijn tent onder Zijn mensen opzetten; Hij zal niet langer ver weg zijn. Hier zal de gelovige in staat zijn van om volmaakte gemeenschap met God te genieten.

 

 

 Hoe zal de nieuwe hemel en de nieuwe aarde anders zijn van deze huidige aarde?

 

Gelovigen zouden ook bemoedigd moeten zijn door het feit dat de hemel enorm zal verschillen met de huidige wereld. Christus zal in die dagen “alle dingen nieuw” maken (21:5). Hij zal alle tranen afwissen, omdat er niets is waarvoor we bang moeten zijn of spijt van zullen hebben. Alles zal volmaakt gemaakt worden en de wereld zal volledig vrij van zonde zijn. Omdat satan en de dood in de poel van vuur geworpen waren (20:10, 14), zal de wereld vrij van alle pijn, leed en huilen zijn.

 

 

 Wie zal er niet de nieuwe hemel en de nieuwe aarde binnen mogen gaan?

 

Degene die afgewezen worden om van dit heelal van eeuwige blijdschap te genieten, worden hier beschreven als de “lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars” (21:8). Hun levens die zo gekenmerkt werden met zulk een herhaaldelijke zonde, geeft bewijs dat ze niet verlost zijn en nooit de hemelse stad zullen binnengaan. Integendeel, “hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood” (21:8). In tegenstelling tot de eeuwige zaligheid van de gerechtigheid in de hemel, zullen de goddelozen eeuwige kwelling in de hel te verdragen hebben.

 

 

 Hoe zal aanbidding zijn in de nieuwe hemel en de nieuwe aarde?

 

Omdat ze in Gods aanwezigheid blijven, zal alle aanbidding ook voortdurend gedaan worden in het stralende licht van Gods heerlijkheid. Niet zoals de huidige aarde, zal de nieuwe hemel en de nieuwe aarde geen nood hebben aan licht van de zon en de maan. Zulk een licht zal niet nodig zijn, omdat de heerlijkheid van God het nieuwe Jeruzalem zal verlichten en zijn lamp zal het Lam zijn (21:23). Onder dat licht zullen alle verlosten verenigd zijn als Gods kinderen, waarbij iedereen volledig gelijk is en van volledige rust en veiligheid kan genieten. Daar zullen zij de grote majesteit van Gods wonderlijk wezen zien en kennen, terwijl zij volmaakt aanbidden en hun Maker dienen.

 

 

 Waarom is de komst van Christus bemoedigend voor de gelovige?

 

Voor degene die ware gelovigen zijn is dit bemoedigend. “De Alfa, en de Omega, het Begin en het Einde,” komt met een beloning in de hand, gereed om “aan ieder te vergelden zoals zijn werk zal zijn” (22:12-13). Iedere gelovige zal eeuwige beloningen gegeven worden, gebaseerd op hun trouw in het dienen van Christus in hun leven. Zulke individuen zullen op deze manier gezegend worden, omdat God hen gehoorzaam achtte tot het einde, schoongewassen door het bloed van Christus (1:5; 5:9; 7:14).

 

 

 Waarom wilden de Geest en de Bruid Christus verlangend uitnodigen om te komen?

 

Dat zo een glorieuze staat wacht op de komst van Christus, is waarom de Geest als de Bruid (welke de kerk is) roepen, “Kom!” (22:17). Beide verwelkomen de gedachte van Christus’ terugkomst om degene te verzamelen die hun vertrouwen op Hem gesteld hebben. De gemeente wordt moe van de strijd tegen de zonde en verlangd, met de Geest, om Christus verhoogt, verheerlijkt en geëerd te zien.

 

 

 Wat biedt Christus aan degene die zich aansluiten bij de

Geest en de Bruid en wachten op Zijn komst?

 

Aan degene die gehoorzaam zijn aan Christus roeping, dorsten naar vergeving en bekeren van hun zonden, biedt Christus het “het water des levens” aan (22:17). Doorheen de hele Schrift symboliseert het water eeuwig leven (Joh.4:14-34; 7:37-38; Op.22:17). Daarom is degene die in geloof hoort en gelooft, degene die verlost zal zijn. Dit eeuwig leven wordt vrij aangeboden aan degene die hoort en gelooft, omdat Jezus de prijst betaald heeft door Zijn offerdood aan het kruis (Rom. 3:24).

 

 

SAMENVATTING

 

Eens zal onze wereld er niet meer zijn, en de sterren die we ’s nachts zien zullen niet langer aan de hemel staan. Ook de maan niet. Vanwege de zonde zal God deze wereld vernietigen, samen met de hemelen. In plaats daarvan zal God nieuwe hemelen en een nieuwe aarde scheppen. God zal een stad scheppen die het nieuwe Jeruzalem zal heten. God is deze stad voor alle gelovigen aan het voorbereiden, om op een dag er in te leven en er van te genieten. Omdat er niet langer zonde zal zijn, zal er geen gevolgen van zonde meer zijn. Op deze nieuwe aarde zal er geen geween meer zijn, noch dood of pijn. We zullen ons niet langer zorgen hoeven maken dat mensen onze dingen willen stelen of onze familie pijn willen doen. God zal de volmaakte leider zijn van Zijn kinderen. En Gods kinderen zullen volmaakte volgelingen zijn. Maar een ieder die niet voor zijn sterven zijn vertrouwen op Christus stelde, zullen niet de nieuwe hemel en de nieuwe aarde binnengaan, noch het nieuwe Jeruzalem. In plaats daarvan zullen ze voor eeuwig in de poel van vuur gedaan worden.

Er zijn gevolgen voor zonde. Er zijn ook beloningen voor gehoorzaamheid en geloof waarvan gelovigen eens zullen genieten. Vanwege de zonde van Adam, heeft de mensheid geleefd met de gevolgen van Adams zonde. De straf voor die zonde is de dood en eeuwige scheiding van God. Degene die zich niet aan God heeft onderworpen en zijn vertrouwen op Christus gesteld heeft, zullen nooit een kans hebben om hun gedachten te veranderen. Zij zullen voor eeuwig in de hel zijn. Terwijl degene die in het werk van Christus vertrouwd hebben en hun leven aan Hem hebben onderworpen, de wonderbaarlijke zegen zullen hebben van eeuwig bij God in de hemel te zijn. Wanneer gelovigen op een dag het nieuwe Jeruzalem zullen binnengaan om eeuwig bij God te zijn, zal Gods volmaakte plan van verlossing volbracht zijn.

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget

 

 

Gods beloften in de Bijbel : deel 4

Standaard

categorie : religie

 

.

.

De beloften van God

 

 

Welke zijn voor mij?

 

Zijn er manieren om erachter te komen welke beloften van God voor ons vandaag gelden? Er staan honderden beloften in de Bijbel. Hoe kunnen we weten welke algemene beloften voor ons allemaal gelden, en welke specifieke beloften voor een specifiek persoon zijn?

 

1 Johannes 1:9 is een geweldig voorbeeld van een algemene belofte: “Maar als we het aan God vertellen als we verkeerd hebben gedaan en Hem om vergeving vragen, dan vergeeft Hij ons. Dan wast Hij ons weer schoon van elke ongehoorzaamheid, zoals Hij heeft beloofd.”

 

Deze belofte is een algemene belofte aan alle gelovigen. Een voorbeeld van een meer specifieke belofte staat in 1 Koningen 9:5, waar wordt geschreven aan Koning Salomo: “… dan zal Ik ervoor zorgen dat altijd één van jouw zonen koning van Israël zal zijn.”Door de context te bestuderen is het duidelijk dat de belofte gedaan wordt aan koning Salomo.

 

 

 

Richtlijnen om te onthouden:

 

    • – Bestudeer de context.

 

    • – Is het een voorwaardelijke belofte? Kijk of het woord ‘als’ in de context staat.

 

    • – God geeft ons beloften om ons te helpen ons te onderwerpen aan Zijn wil; niet om Zichzelf te buigen naar onze wil.

 

             – Ga er niet van uit dat je kunt weten wanneer de belofte vervuld zal worden.

.

 

Welke zijn er zoal?

 

Hieronder staan enkele beloften die te maken hebben met het dagelijkse leven van een christen:

 

Matteüs 11:28-29 – “Kom naar Mij als je moe bent. Kom naar Mij als je gebogen gaat onder het gewicht van je problemen! Ik zal je rust geven. Doe wat Ik je zeg. Leer van Mij. Want Ik ben vriendelijk en geduldig en bescheiden. Daarom zul je bij Mij innerlijke rust vinden.”

 

 

Filippenzen 4:19 – “Mijn God zal jullie in alles overvloedig geven wat jullie nodig hebben. Want Hij geeft overvloedig omdat Hij Zelf overvloedig bezit. Hij geeft ons in Jezus Christus van zijn rijkdom.”

 

 

Romeinen 10:9 – “Want als je met je mond hardop zegt dat Jezus de Heer is, en met je hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft teruggeroepen en levend heeft gemaakt, ben je gered.”

 

 

Romeinen 6:23 – “Het kwaad brengt altijd de dood: het is je loon voor wat je hebt gedaan. Maar de liefdevolle goedheid van God geeft een geschenk: het eeuwige leven, door onze Heer Jezus Christus.”

 

 

1 Korintiërs 10:13 – “Maar als je in de verleiding komt om iets verkeerds te doen, bedenk dan dit. Geen één verleiding is zó groot, dat je er niet tegenop zou kunnen. Want God laat je nooit in de steek. Hij zal niet toestaan dat je het zó moeilijk krijgt, dat je het niet meer aankan. Want Hij zal, als er verleidingen komen, ook voor de oplossing zorgen. Daardoor zul je sterk genoeg zijn om de juiste beslissingen te nemen.”

 

 

Johannes 10:10 – “Maar een dief komt alleen maar om te stelen en te doden en te vernietigen. Ik ben gekomen om leven te geven en overvloed.”

 

 

1 Johannes 1:9 – “Maar als we het aan God vertellen als we verkeerd hebben gedaan en Hem om vergeving vragen, dan vergeeft Hij ons. Dan wast Hij ons weer schoon van elke ongehoorzaamheid, zoals Hij heeft beloofd.”

 

 

 

 

Waarom zijn ze belangrijk?

 

De beloften van God zijn een gesproken of geschreven toezegging. Als God zegt dat Hij iets zal doen, dan doet Hij het ook. Als God zegt dat Hij iets niet zal doen, dan houdt Hij zich ook daar aan. Jozua 21:45 zegt: “Alles wat de Heer aan het volk Israël had beloofd, heeft Hij ook gedaan. Er is niets wat Hij niet gedaan heeft.”

 

 

God doet twee soorten beloften

 

De onvoorwaardelijke beloften – Dit zijn beloften die gedaan worden zonder enige voorwaarde.

De voorwaardelijke beloften – Deze soort beloften houden bepaalde kwalificaties of vereisten in. Daarom is het belangrijk om de context van een belofte te begrijpen. Het is niet verstandig om er zomaar een belofte uit te pikken en die ons toe te eigenen. Misschien was dat juist een voorwaardelijke belofte en kunnen we niet aan de eisen voldoen.

 

.

.

.

4 Gods beloften zijn gebaseerd op geloof

 

 

Matt 21:22 En al wat gij in het gebed gelovig vragen zult, zult gij ontvangen.

 

 

Marc 9:23 Jezus zeide tot hem: Als Gij kunt! Alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft. 24 Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden.

 

 

Marc 16:17 Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuwe tongen zullen zij spreken, 18 slangen zullen zij opnemen, en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden.

 

 

Joh.7:38 Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. 39 Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was.

 

 

Joh.14:12 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en grotere nog dan deze, want Ik ga tot de Vader;

 

 

Hand 15:9 gereinigd hebbende hun harten door het geloof.

 

 

Rom.1:17 Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven. Daarom is het (alles) uit geloof, opdat het zou zijn naar genade

 

 

Rom.5:1 Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God, door onze Heer Jezus Christus; 2 Door Wie wij ook de toeleiding hebben door het geloof tot deze genade.

 

 

Rom.12:7 profetie, naar gelang van ons geloof.

 

 

Efeze 3:17 opdat Christus door het geloof in uw harten woning make.

 

 

Ef.1:13 nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met de Heilige Geest der belofte; Want gij zijt allen kinderen Gods door het geloof in Christus Jezus.

 

 

Hebr.11:6 maar zonder geloof is het onmogelijk (Hem) welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij is en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.

 

 

Jac.1:5 Maar hij moet bidden in geloof, in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt. 7 Want zulk een mens moet niet menen, dat hij iets van de Here zal ontvangen.

 

 

 

 

 

 

 

preview en aankoop boek “De Openbaring “: 

http://nl.blurb.com/books/5378870?ce=blurb_ew&utm_source=widget